01.12.2014 Views

Gelijke beloning naar sekse, ras en arbeidsduur op ...

Gelijke beloning naar sekse, ras en arbeidsduur op ...

Gelijke beloning naar sekse, ras en arbeidsduur op ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Gelijke</strong> <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>arbeidsduur</strong> <strong>op</strong> ondernemingsniveau<br />

E<strong>en</strong> methode voor onderzoek <strong>naar</strong> de<br />

naleving van de Nederlandse<br />

gelijke<strong>beloning</strong>swetgeving<br />

Dr. A.G. Veldman (projectleider)<br />

Drs. S. Schalkwijk<br />

m.m.v.<br />

Prof. Dr. A. van Doorne-Huiskes<br />

Onderzoek verricht in <strong>op</strong>dracht van het Ministerie van<br />

Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Werkgeleg<strong>en</strong>heid door de Universiteit<br />

Utrecht, sectie Arbeidsrecht <strong>en</strong> Sociaal Beleid<br />

2002


Colofon<br />

Dit onderzoek is uitgevoerd in sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de Universiteit Utrecht<br />

(dr. A.G. Veldman) <strong>en</strong> Van Doorne-Huiskes <strong>en</strong> Partners te Utrecht (drs. S.<br />

Schalkwijk <strong>en</strong> prof. dr. A. van Doorne-Huiskes).


Inhouds<strong>op</strong>gave<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling <strong>en</strong> aanpak van onderzoek 1<br />

Hoofdstuk 2<br />

Aanzet tot e<strong>en</strong> onderzoeksmethode 13<br />

Hoofdstuk 3<br />

Gelijk-loononderzoek bij arbeidsorganisatie A 33<br />

Hoofdstuk 4<br />

Gelijk-loononderzoek bij arbeidsorganisatie B 55<br />

Hoofdstuk 5<br />

Gelijk-loononderzoek bij arbeidsorganisatie C 79<br />

Hoofdstuk 6<br />

Sam<strong>en</strong>vatting <strong>en</strong> conclusies 95<br />

Bijlag<strong>en</strong>


1<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling <strong>en</strong> aanpak van onderzoek<br />

1.1 Aanleiding van het onderzoek<br />

Op 8 mei 2000 is het Plan van aanpak gelijke <strong>beloning</strong> aan de Tweede Kamer<br />

aangebod<strong>en</strong> (Kamer II 1999/2000, 27 099, nr. 1). Uit de hierin <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

analyses van de Arbeidsinspectie blijkt dat er in Nederland sprake is<br />

van e<strong>en</strong> gemiddeld <strong>beloning</strong>sverschil tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> van 23%<br />

(cijfers over 1998). Het gemiddeld <strong>beloning</strong>sverschil tuss<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

autochton<strong>en</strong> bedraagt 22%. Na correctie <strong>op</strong> diverse functie- <strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

resteert e<strong>en</strong> loonverschil van 7% t<strong>en</strong> nadele van vrouw<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

3% t<strong>en</strong> nadele van allochton<strong>en</strong> (Arbeidsinspectie, 1999 <strong>en</strong> 2000). Uit e<strong>en</strong><br />

herhalingsonderzoek door de Arbeidsinspectie over cijfers van 2000 blijkt<br />

<strong>op</strong>nieuw van e<strong>en</strong> gecorrigeerd loonverschil van 7% t<strong>en</strong> nadele van vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> 3% t<strong>en</strong> nadele van allochton<strong>en</strong>. 1<br />

De onderzoek<strong>en</strong> over 1998 <strong>en</strong> 2000 zijn gebaseerd <strong>op</strong> dezelfde methode<br />

van dataverzameling onder werknemers uit de overheidssector <strong>en</strong> het bedrijfslev<strong>en</strong>.<br />

Hiernaast heeft de Arbeidsinspectie echter ook e<strong>en</strong> analyse van<br />

de lon<strong>en</strong> over 2000 gemaakt <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> grotere onderzoeksp<strong>op</strong>ulatie.<br />

Hieruit komt e<strong>en</strong> gecorrigeerd loonverschil van 5% t<strong>en</strong> nadele van vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> vor<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gecorrigeerd verschil van 4% t<strong>en</strong> nadele van allochton<strong>en</strong>.<br />

Voor deeltijders (beperkt tot het bedrijfslev<strong>en</strong>) bedraagt het gecorrigeerd<br />

nadelig verschil 4%.<br />

Het eerder g<strong>en</strong>oemde Plan van aanpak gelijke <strong>beloning</strong> stelt verschill<strong>en</strong>de<br />

beleidsmaatregel<strong>en</strong> voor ter verkleining van deze <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong>. Het<br />

Plan is voor advies voorgelegd aan de Stichting van de Arbeid, de Raad<br />

voor het Overheids personeel <strong>en</strong> de Commissie gelijke behandeling. In de<br />

Voortgangsbrief gelijke <strong>beloning</strong> van 11 april 2001 wordt bericht over de<br />

uitkomst<strong>en</strong> van deze adviesronde (Kamer II 2000/2001, 27 099, nr. 3).<br />

De Stichting van de Arbeid uit twijfel over de zojuist aangehaalde macroonderzoek<strong>en</strong><br />

van de Arbeids inspectie, die de basis vorm<strong>en</strong> voor de beleidsmaatregel<strong>en</strong><br />

in het Plan van aanpak (Stichting van de Arbeid, Advies over<br />

het Plan van aanpak gelijke <strong>beloning</strong>, november 2000). De vraag of sprake<br />

1 Het ongecorrigeerd loonverschil over 2000 bedraagt, respectievelijk, 20% t<strong>en</strong> nadele van<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 19% t<strong>en</strong> nadele van allochton<strong>en</strong> (zie voor de uitkomst<strong>en</strong> van dit onderzoek ook<br />

Tweede Voortgangsbrief gelijke <strong>beloning</strong> dd. 4 juli 2002, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2001-2002, 27 099,<br />

nr. 6)


Hoofdstuk 1 Doelstelling 2<br />

is van ongerecht vaardigd <strong>beloning</strong>s verschil kan volg<strong>en</strong>s de Stichting slechts<br />

beoordeeld word<strong>en</strong> in individuele gevall<strong>en</strong>. Zij bekritiseert daarmee de uitgevoerde<br />

macro-onderzoek<strong>en</strong>, in die zin dat de <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> die daarmee<br />

aan het licht kom<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitsluitsel kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> over het bestaan van<br />

<strong>beloning</strong>s ongelijkheid in de zin van van de toepasselijke wetgeving gelijke<br />

behandeling. Ook de Commissie gelijke behandeling me<strong>en</strong>t dat, naast de<br />

macro-onderzoek<strong>en</strong> door de Arbeidsinspectie, meer gedetailleerd onderzoek<br />

noodzakelijk is.<br />

Naar aanleiding van de versch<strong>en</strong><strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> is beslot<strong>en</strong> tot het, in <strong>op</strong>dracht<br />

van het Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Werkgeleg<strong>en</strong>heid, lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong><br />

van het onderhavige onderzoek. Het doel hiervan is <strong>beloning</strong>s verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

microniveau te analyser<strong>en</strong> om zo meer informatie te kunn<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong> over<br />

ev<strong>en</strong>tuele ongerechtvaardigde <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving.<br />

Aangezi<strong>en</strong> met (<strong>op</strong> grote schaal uitgevoerd) microonderzoek<br />

nog weinig tot ge<strong>en</strong> ervaring bestaat, <strong>en</strong> onderzoek <strong>op</strong> grond van<br />

analyses van individuele situaties zeer arbeidsint<strong>en</strong>sief is, is gekoz<strong>en</strong> om<br />

aan te vang<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> pilot <strong>op</strong> basis van case studies van <strong>en</strong>kele bedrijv<strong>en</strong>.<br />

Met de pilot wordt gestreefd <strong>naar</strong> verkrijg<strong>en</strong> van informatie <strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong><br />

over het al dan niet voorkom<strong>en</strong> van ongerechtvaardigd loonverschil binn<strong>en</strong><br />

deze bedrijv<strong>en</strong>. Het overstijg<strong>en</strong>d doel van de pilot is het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> beproev<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> adequate methode hoe dit handzaam in kaart valt te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

1.2 Onderzoeksmethodiek<strong>en</strong> <strong>naar</strong> gelijke <strong>beloning</strong><br />

De vraag <strong>naar</strong> wat m<strong>en</strong> <strong>op</strong> het terrein van gelijke <strong>beloning</strong> met welke onderzoeksmethode<br />

kan met<strong>en</strong>, neemt e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plaats in bij dit onderzoek.<br />

Voordat de methodische <strong>op</strong>zet van de pilot aan bod kan kom<strong>en</strong>, staan we<br />

daarom stil bij de methodiek<strong>en</strong> die zich l<strong>en</strong><strong>en</strong> voor <strong>beloning</strong>s onderzoek. In<br />

deze methodiek<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> onderscheid aan te treff<strong>en</strong> dat hierbov<strong>en</strong> al grofweg<br />

werd aangeduid met het verschil tuss<strong>en</strong> macro- <strong>en</strong> micro-onderzoek.<br />

1.2.1 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van macro-onderzoek<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor macro-onderzoek <strong>naar</strong> <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> is dat het<br />

gemiddeld <strong>beloning</strong>sverschil tuss<strong>en</strong> nader aangeduide groep<strong>en</strong> van werknemers<br />

<strong>op</strong> bepaalde, verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> wordt onderzocht. Bij deze onderzoeksmethode<br />

werkt m<strong>en</strong> met gegev<strong>en</strong>s <strong>op</strong> geaggregeerd niveau. Onder<br />

groep<strong>en</strong> van bijvoorbeeld vrouwelijke <strong>en</strong> mannelijke werknemers stelt m<strong>en</strong><br />

allereerst het verschil in gemiddelde <strong>beloning</strong> vast. Hierna wordt met behulp<br />

van statistische techniek<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> in hoeverre dit verschil in gemiddelde<br />

<strong>beloning</strong> verklaarbaar is door e<strong>en</strong> verschil in nader te onderscheid<strong>en</strong>, objectieve<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beide groep<strong>en</strong> werknemers.


3<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling<br />

Om te bepal<strong>en</strong> wat deze objectieve k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn, gaat<br />

m<strong>en</strong> af <strong>op</strong> wat als relevante vraag- <strong>en</strong> aanbodfactor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd<br />

als het gaat om de vaststelling van lon<strong>en</strong> <strong>op</strong> de arbeids markt. Het<br />

gaat dan bijvoorbeeld om verschill<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> loonniveau tuss<strong>en</strong> de<br />

sector<strong>en</strong> of regio´s waarin beide groep<strong>en</strong> van werk nemers werk zaam zijn,<br />

het niveau <strong>en</strong> de soort van de beroep<strong>en</strong> of functies die door deze groep<strong>en</strong><br />

werknemers word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong>/of om verschill<strong>en</strong> in zogehet<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk<br />

kapitaal onder deze groep<strong>en</strong> van werknemers, zoals <strong>op</strong>leidingsjar<strong>en</strong>,<br />

werkervaringsjar<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>sttijd bij de huidige werkgever of leeftijd.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d is dat m<strong>en</strong> kwantitatief onderzoek verricht door middel van<br />

statistische analyses van databestand<strong>en</strong>. Afgezi<strong>en</strong> van de precieze statistische<br />

techniek die m<strong>en</strong> hanteert, is de <strong>op</strong>br<strong>en</strong>gst van het macro-onderzoek<br />

mede afhankelijk van de gekoz<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aard <strong>en</strong> omvang van het<br />

te analyser<strong>en</strong> databestand. De Arbeidsinspectie werkt bijvoorbeeld met de<br />

verzameling van gegev<strong>en</strong>s onder (e<strong>en</strong> steekproef van) werkgevers. Soortgelijk<br />

macro-onderzoek verricht door bijvoorbeeld Tijd<strong>en</strong>s e.a. is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />

gebaseerd <strong>op</strong> door werknemers ingevulde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> die de website van<br />

de loonwijzer hebb<strong>en</strong> bezocht (Loonwijzers 2001/2002: Werk<strong>en</strong>, lon<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

beroep<strong>en</strong> van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in Nederland, AIAS research Report<br />

RR02/10, 2002). Zowel de Arbeidsinspectie als het AIAS (UvA) beog<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatief<br />

onderzoek voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar in principe<br />

zou hetzelfde soort van onderzoek ook voor e<strong>en</strong> sector of onderneming zijn<br />

uit te voer<strong>en</strong>, mits het aantal betrokk<strong>en</strong> werknemers groot g<strong>en</strong>oeg blijft voor<br />

statistisch onderzoek.<br />

Hoewel het soort van databestand dat m<strong>en</strong> gebruikt tot verschill<strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong><br />

in het gecorrigeerd loonverschil dat m<strong>en</strong> vindt, is de keuze die m<strong>en</strong> van<br />

tevor<strong>en</strong> maakt over welke objectief verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> wel of niet word<strong>en</strong><br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, vaak doorslaggev<strong>en</strong>d voor wat voor k<strong>en</strong>nis e<strong>en</strong> macro-onderzoek<br />

<strong>op</strong>levert. De betreff<strong>en</strong>de sector, functi<strong>en</strong>iveau, <strong>op</strong>leiding of ervaring<br />

zull<strong>en</strong> als variabel<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong> omdat zij e<strong>en</strong> objectief verklar<strong>en</strong>de<br />

factor voor loonverschil kunn<strong>en</strong> zijn. Maar het is ook mogelijk te bezi<strong>en</strong> in<br />

hoeverre loonverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> zijn toe te schrijv<strong>en</strong><br />

aan de mate van lo<strong>op</strong>baanonderbreking, het hebb<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> of het<br />

werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> door mann<strong>en</strong> dan wel vrouw<strong>en</strong> gedomineerd beroep of functie<br />

(o.a. Bakker, Tijd<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Winkel, G<strong>en</strong>der, occupational segregation and<br />

wages in the Netherlands, Netherlands Official Statistics, 1999).<br />

Met de keuze van uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> krijgt m<strong>en</strong> inzicht in uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de<br />

oorzak<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>sverschil. Deze oorzak<strong>en</strong> zijn immers zeer divers<br />

<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gerelateerd zijn aan de baan, aan de persoon, maar bijvoorbeeld<br />

ook aan maat schappelijke factor<strong>en</strong> die de arbeidslo<strong>op</strong>baan van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> (met name als gevolg van zorgverplichting<strong>en</strong>) of de<br />

specifieke structuur van de arbeidsmarkt (sector- <strong>en</strong> functiesegregatie <strong>naar</strong><br />

<strong>sekse</strong>).


Hoofdstuk 1 Doelstelling 4<br />

Wel blijkt uit alle verschill<strong>en</strong>de macro-onderzoek<strong>en</strong> die zijn uitgevoerd <strong>en</strong><br />

waarin verschill<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> zijn betrokk<strong>en</strong>, dat tot nu toe altijd e<strong>en</strong> loonverschil<br />

resteert dat niet verklaarbaar is door de gemet<strong>en</strong> objectieve k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />

Het macro-onderzoek doet echter ge<strong>en</strong> uitspraak over de vraag of<br />

dit onverklaard <strong>beloning</strong>sverschil aan discriminatie is toe te schrijv<strong>en</strong> (zie K.<br />

Tijd<strong>en</strong>s, Beloningsongelijkheid <strong>en</strong> <strong>beloning</strong>s verschil, Tijdschrift voor Arbeids -<br />

verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> Zegg<strong>en</strong>schap, I-2001). Of e<strong>en</strong> verschil ook e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd<br />

verschil is <strong>en</strong> daarmee <strong>beloning</strong>sdiscriminatie, is immers alle<strong>en</strong> te<br />

beantwoord<strong>en</strong> aan de hand van de daartoe <strong>op</strong>gestelde wettelijke gelijkebehandelingsnorm<strong>en</strong>.<br />

1.2.2 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van micro-onderzoek<br />

Wanneer we de wettelijke gelijke<strong>beloning</strong>snorm voor bijvoorbeeld <strong>sekse</strong> bezi<strong>en</strong>,<br />

dan is sprake van <strong>beloning</strong>sdiscriminatie (verder ook: <strong>beloning</strong>s ongelijkheid)<br />

wanneer de lon<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> man <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouw die binn<strong>en</strong> dezelfde<br />

onderneming arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, niet berek<strong>en</strong>d zijn <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> (artikel 9 WGB). Of de beide<br />

werknemers inderdaad gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong>, moet daarbij bepaald<br />

word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> deugdelijk stelsel van functiewaardering waarbij<br />

zoveel mogelijk wordt aangeslot<strong>en</strong> bij het stelsel dat gebruikelijk is in de<br />

onderneming (artikel 8 WGB).<br />

Deze wettelijke norm betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel loonverschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

man <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouw die gelijkwaardig werk do<strong>en</strong> bij hetzelfde bedrijf, verklaarbaar<br />

di<strong>en</strong>t te zijn door e<strong>en</strong> (gelijke) toepassing van objectieve <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

Objectief betek<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s het systeem van de WGB dat<br />

de maatstav<strong>en</strong> niet direct of indirect mog<strong>en</strong> discriminer<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>.<br />

Voor nalevingsonderzoek <strong>naar</strong> deze gelijke<strong>beloning</strong>snorm (het micro-onderzoek)<br />

zal m<strong>en</strong> uiteraard bij de wetssystematiek moet<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong>. Daarmee<br />

zijn reeds e<strong>en</strong> aantal randvoorwaard<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> voor dit type onderzoek:<br />

- het gaat om paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers binn<strong>en</strong><br />

dezelfde onderneming die behor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de ‘sociale groep’<br />

(bijvoorbeeld mann<strong>en</strong>/vrouw<strong>en</strong>)<br />

- deze beide werknemers moet<strong>en</strong> gelijkwaardig werk verricht<strong>en</strong><br />

- e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel loonverschil tuss<strong>en</strong> beide werknemers moet verklaarbaar<br />

zijn door te bezi<strong>en</strong> of de werkgever dezelfde objectieve maatstav<strong>en</strong><br />

heeft gebruikt om de lon<strong>en</strong> te berek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

1.2.3 Verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> macro- <strong>en</strong> micro-onderzoek<br />

Vergelijk<strong>en</strong> we globaal de methode van het micro- <strong>en</strong> macro-onderzoek dan<br />

vall<strong>en</strong> veel verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong>, al is er ook <strong>en</strong>ige overlap:


5<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling<br />

• Beide method<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> het loonverschil tuss<strong>en</strong> werknemers die behor<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de sociale groep c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> dit verschil terug<br />

te voer<strong>en</strong> <strong>op</strong> objectieve factor<strong>en</strong>. Lukt dit niet (geheel), dan is volg<strong>en</strong>s<br />

het macro-onderzoek sprake van onverklaarbaar (gecorrigeerd) loonverschil.<br />

Volg<strong>en</strong>s de wet is in het onderzochte, indivi duele geval sprake van<br />

discriminatie.<br />

• Het macro-onderzoek bekijkt vanwege de statistische techniek het loonverschil<br />

<strong>op</strong> geaggregeerd niveau. Het micro-onderzoek bekijkt het loonverschil<br />

<strong>op</strong> individueel niveau (paarsgewijze vergelijking).<br />

• Het macro-onderzoek gaat uit van door de onderzoekers aan te wijz<strong>en</strong><br />

objectief verklar<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Het micro-onderzoek gaat uit van de<br />

door de werkgever toegepaste maatstav<strong>en</strong> <strong>en</strong> controleert of deze objectief<br />

zijn (niet -discriminer<strong>en</strong>d) <strong>en</strong> gelijk word<strong>en</strong> toegepast.<br />

• Het macro-onderzoek kan <strong>op</strong> elke schaal word<strong>en</strong> toegepast mits de<br />

aantall<strong>en</strong> groot g<strong>en</strong>oeg zijn. Het micro-onderzoek is gebond<strong>en</strong> aan de<br />

onderneming omdat het <strong>beloning</strong>sbeleid per werkgever kan verschill<strong>en</strong>.<br />

• Het macro-onderzoek is zuiver kwantitatief <strong>op</strong> basis van data aangeleverd<br />

door werkgever of werknemer. Het micro-onderzoek di<strong>en</strong>t uit te<br />

gaan van de daadwerkelijk aan het individu toegek<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong> <strong>en</strong> de<br />

wijze waar<strong>op</strong> dit door de werkgever berek<strong>en</strong>d is, in vergelijking met de<br />

reële <strong>beloning</strong> van e<strong>en</strong> daadwerkelijk voorkom<strong>en</strong>de ´maatman´. Het<br />

laatste vergt veldwerk in arbeidsorganisaties <strong>en</strong> uiteindelijk e<strong>en</strong> kwalitatieve<br />

beoordeling van de toegepaste <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

Ook al verschill<strong>en</strong> de method<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk, m<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t wel te realiser<strong>en</strong> dat<br />

m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de groothed<strong>en</strong> aan het onderzoek<strong>en</strong> is. Beide method<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> dan ook inzicht in loonverschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> de oorzak<strong>en</strong> daarvan. Het<br />

belangrijkste verschil zit echter in wat beide method<strong>en</strong> wel <strong>en</strong> niet ´accepter<strong>en</strong>´<br />

als objectieve verklaringsfactor voor e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel loonverschil.<br />

Alle verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> in het macro-onderzoek die niet tev<strong>en</strong>s als formele<br />

of informele <strong>beloning</strong>s maatstaf word<strong>en</strong> toegepast binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde onderneming,<br />

zijn voor het micro-onderzoek irrelevant. Dat kan factor<strong>en</strong> uitschakel<strong>en</strong><br />

als het hebb<strong>en</strong> van thuiswon<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> maar ook bijvoorbeeld<br />

leeftijd of <strong>op</strong>leidingsniveau indi<strong>en</strong> de werkgever dit niet apart beloont. Andersom,<br />

kunn<strong>en</strong> in het micro-onderzoek objectieve factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong><br />

die in het macro-onderzoek niet meetell<strong>en</strong>. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is bijvoorbeeld aan<br />

indivi duele prestatie - voorzover dit e<strong>en</strong> rol speelt in het <strong>beloning</strong>s beleid van<br />

de werk gever - dat in het macro-onderzoek doorgaans ontbreekt bij gebrek<br />

aan kwantificeerbare gegev<strong>en</strong>s.<br />

Ook word<strong>en</strong> bepaalde gegev<strong>en</strong>s die in beide method<strong>en</strong> verzameld word<strong>en</strong>,<br />

soms anders gemet<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld de aard <strong>en</strong> het niveau van de uitgeoef<strong>en</strong>de<br />

functie wordt in het macro-onderzoek vaak meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

CBS-indeling van functies in soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> niveaus. Het micro-onderzoek vereist<br />

echter dat de functies gelijk gewaardeerd zijn volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> deugdelijk


Hoofdstuk 1 Doelstelling 6<br />

functiewaarderingssysteem. Dit levert doorgaans meer gedetailleerde functi<strong>en</strong>iveau´s<br />

<strong>op</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de soort van functie irrelevant indi<strong>en</strong> de onderlinge<br />

waarde van de functies gelijk is.<br />

T<strong>en</strong>slotte, is het soms ook van de context afhankelijk of e<strong>en</strong> bepaalde objectieve<br />

factor relevant is of niet. Hoewel uit macro-onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld<br />

lo<strong>op</strong>baanonderbreking van invloed is <strong>op</strong> de hoogte van het loon, is dit<br />

voor het micro-onderzoek (nalevingsonderzoek van de wetgeving) in principe<br />

irrelevant t<strong>en</strong>zij blijkt dat de werkgever <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong> hanteert die<br />

hiermee indirect interferer<strong>en</strong>. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om inschaling<br />

van herintreedsters <strong>op</strong> basis van hun laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris. In de rechtspraak<br />

is uitgemaakt dat dit vanwege de lo<strong>op</strong>baanonderbreking van met<br />

name vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indirect discriminer<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstaf <strong>op</strong>levert. De<br />

werkgever di<strong>en</strong>t in plaats daarvan uit te gaan van reële betaalde <strong>en</strong> onbetaalde<br />

werkervaring.<br />

E<strong>en</strong> laatste verschil dat beklemtoont moet word<strong>en</strong> is dat micro-onderzoek uit<br />

zijn aard veel mal<strong>en</strong> arbeidsint<strong>en</strong>siever is dan het macro-onderzoek. M<strong>en</strong><br />

kan immers niet volstaan met vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> maar m<strong>en</strong> moet elke arbeidsorganisatie<br />

bezoek<strong>en</strong>. Daar di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid te<br />

onderzoek<strong>en</strong>, par<strong>en</strong> van werknemers te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> te selecter<strong>en</strong> die gelijkwaardige<br />

arbeid verricht<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwalitatieve analyse te mak<strong>en</strong> van de<br />

toepassing van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> in elk individueel geval. Repres<strong>en</strong>tatief<br />

onderzoek zoals bij het macro-onderzoek, wordt hierdoor sterk belemmerd.<br />

Indi<strong>en</strong> gelijkwaardige functiegroep<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf qua omvang klein<br />

zijn - wat doorgaans het geval is - is ge<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef te<br />

trekk<strong>en</strong> onder de werknemers die in het onderzoek betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij<br />

zeer grote bedrijv<strong>en</strong> met grotere of meer overlapp<strong>en</strong>de functiegroep<strong>en</strong> levert<br />

e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef al snel ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> of soms e<strong>en</strong> honderdtal<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> die ieder indivi dueel beoordeeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dergelijk<br />

onderzoek neemt al snel tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> half <strong>en</strong> anderhalf m<strong>en</strong>sjaar in<br />

beslag. Vervolg<strong>en</strong>s zal dit onderzoek herhaald moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onder e<strong>en</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatieve steekproef onder bedrijv<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde sector of zelfs<br />

<strong>op</strong> de gehele arbeidsmarkt. Bij e<strong>en</strong> steekproef van minimaal 5 tot 10 proc<strong>en</strong>t<br />

van alle bedrijv<strong>en</strong> in de sector of markt, neemt het tijdsbeslag als gevolg met<br />

e<strong>en</strong> factor = 100 respectievelijk = 1000 toe.<br />

Het bov<strong>en</strong>staande heeft uiteraard ook consequ<strong>en</strong>ties voor de onderhavige<br />

studie. Omdat betrouwbaar, repres<strong>en</strong>tatief onderzoek niet binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanvaardbare<br />

termijn is uit te voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> er tot nu toe ge<strong>en</strong> kant-<strong>en</strong>-klare wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

methode voor micro-onderzoek is ontwikkeld, is gekoz<strong>en</strong> voor<br />

e<strong>en</strong> pilot waarbij de uitvoering van het nalevingsonderzoek <strong>naar</strong> de gelijke<strong>beloning</strong>swetgeving<br />

<strong>op</strong> ondernemingsniveau eerst beproefd zal word<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

basis van <strong>en</strong>kele case studies.


7<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling<br />

1.3 Opzet van de pilot<br />

Doel van deze pilot is onder meer de verk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> ontwikkeling van e<strong>en</strong><br />

adequate onderzoeksmethode voor micro-onderzoek. Hierbov<strong>en</strong> zijn reeds<br />

e<strong>en</strong> paar randvoorwaard<strong>en</strong> voor dit type onderzoek g<strong>en</strong>oemd. Het zal moet<strong>en</strong><br />

gaan om paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers die behor<strong>en</strong><br />

tot verschill<strong>en</strong>de sociale groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> in dezelfde onderneming arbeid van<br />

gelijk waarde verricht<strong>en</strong>. Voor elke paarsgewijze loonvergelijking moet<br />

steeds dezelfde onderzoeksvraag beant woord word<strong>en</strong>, namelijk is e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel<br />

loonverschil tuss<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> verklaarbaar <strong>op</strong> grond van de gelijke toepassing<br />

van objectieve <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong>? Hoewel dit onderzoekstechnisch<br />

wellicht e<strong>en</strong> simpele vraag lijkt, levert de wisselwerking tuss<strong>en</strong> de wettelijke<br />

norm <strong>en</strong> de maat schappelijke werkelijkheid e<strong>en</strong> complexer geheel <strong>op</strong>.<br />

1.3.1 Verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het micro-onderzoek<br />

Wanneer we de micromethode verder ontled<strong>en</strong>, kan het onderzoek zich <strong>op</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de, mogelijke oorzak<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid richt<strong>en</strong> die in<br />

feite hun eig<strong>en</strong> onderzoeksmethode met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>:<br />

1- Functiewaarderingsonderzoek<br />

De micromethode vereist dat de werknemers binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar gelijkwaardige<br />

arbeid verricht<strong>en</strong>. Dit di<strong>en</strong>t met e<strong>en</strong> deugdelijk functiewaarderingssysteem<br />

te word<strong>en</strong> vastgesteld. Dit betek<strong>en</strong>t, strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat onderzoek<br />

<strong>naar</strong> de <strong>sekse</strong>neutraliteit van het in de onderneming gebruikte functiewaarderings<br />

systeem noodzakelijk is. Dat vormt e<strong>en</strong> onderzoek in zichzelf waarbij<br />

weer uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de techniek<strong>en</strong> ingezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (bijvoorbeeld statistisch<br />

onderzoek <strong>naar</strong> waarderingsverschill<strong>en</strong> van mann<strong>en</strong>- <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>beroep<strong>en</strong><br />

of gebruik van ‘punt<strong>en</strong>loonlijn<strong>en</strong>’ volg<strong>en</strong>s de methode uit de Canadese<br />

wetgeving). Bij e<strong>en</strong> negatieve uitslag van dit onderzoek of bij gebrek aan<br />

<strong>en</strong>ig systeem binn<strong>en</strong> de onderneming, di<strong>en</strong><strong>en</strong> de functies vervolg<strong>en</strong>s <strong>op</strong>nieuw<br />

gewaardeerd te word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ander gangbaar systeem, wat eig<strong>en</strong>standig<br />

onderzoek vergt <strong>naar</strong> de merites van dit systeem, de werkzaamhed<strong>en</strong><br />

in de betreff<strong>en</strong>de functie <strong>en</strong> de verhouding tot de gangbare functiestructuur<br />

in de organisatie.<br />

2- Onderzoek van de institutionele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

T<strong>en</strong> tweede, wordt onderzoek vereist <strong>naar</strong> de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> die de<br />

werkgever toepast voor de berek<strong>en</strong>ing van de lon<strong>en</strong> van werknemers die<br />

gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong>. Deze mog<strong>en</strong> niet direct of indirect discriminer<strong>en</strong>d<br />

zijn. Bij direct onderscheid waarbij de <strong>beloning</strong>smaatstaf rechtstreeks<br />

aan e<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> onderscheids grond gerelateerd is, is dit afleesbaar uit de<br />

formulering van de maatstaf zelf. Bij indirect onderscheid gaat het echter om<br />

in zichzelf neutrale <strong>beloning</strong>smaat stav<strong>en</strong> die in de praktijk met name e<strong>en</strong><br />

bepaalde groep van werk nemers nadelig treff<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij het onderscheid ob-


Hoofdstuk 1 Doelstelling 8<br />

jectief gerechtvaardigd is. Met andere woord<strong>en</strong>, sluit<strong>en</strong>d onderzoek zou<br />

betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat van elke toegepaste <strong>beloning</strong>smaatstaf wordt vastgesteld wat<br />

het effect is <strong>op</strong> de lon<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de p<strong>op</strong>ulaties van werknemers in<br />

het bedrijf. Mocht e<strong>en</strong> indirect onderscheid<strong>en</strong>d effect word<strong>en</strong> vastgesteld,<br />

dan is vervolg<strong>en</strong>s onderzoek nodig <strong>naar</strong> de red<strong>en</strong><strong>en</strong> die de werk gever voor<br />

het gebruik van deze maatstaf heeft, om per maatstaf e<strong>en</strong> normatief oordeel<br />

te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> of dit e<strong>en</strong> objectief gerechtvaardigde red<strong>en</strong> <strong>op</strong>levert.<br />

3- Onderzoek van de toepassingspraktijk van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

De gelijkebehandelingsnorm stelt ge<strong>en</strong> eis<strong>en</strong> aan de keuze van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

Elke maatstaf is geoorloofd mits deze niet direct of indirect discriminer<strong>en</strong>d<br />

is <strong>en</strong> gelijk wordt toegepast. Dat heeft consequ<strong>en</strong>ties voor het<br />

onderzoek. De toepassing in de praktijk van andere maatstav<strong>en</strong> dan die uit<br />

de betreff<strong>en</strong>de rechtspositieregeling voortvloei<strong>en</strong>, kan arbeidsrechtelijk ongeoorloofd<br />

zijn maar hoeft ge<strong>en</strong> strijd met de wetgeving gelijke behandeling<br />

<strong>op</strong> te lever<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> aan de g<strong>en</strong>oemde randvoorwaard<strong>en</strong> (niet-discriminer<strong>en</strong>de<br />

criteria <strong>en</strong> toepassing) voldaan is. Dat betek<strong>en</strong>t dat het micro-onderzoek<br />

mede de toepassingspraktijk van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> door leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

moet onderzoek<strong>en</strong>. Het kan hierbij om diverse aspect<strong>en</strong><br />

gaan.<br />

Indi<strong>en</strong> de formele maatstav<strong>en</strong> bijvoorbeeld in zichzelf niet direct of indirect<br />

discriminer<strong>en</strong>, dan kan ev<strong>en</strong>tuele ongelijkheid voortvloei<strong>en</strong> uit het feit dat de<br />

maatstav<strong>en</strong> niet gelijk <strong>op</strong> werk nemers word<strong>en</strong> toegepast. Indi<strong>en</strong> <strong>op</strong> werk -<br />

nemers van bijvoorbeeld verschill<strong>en</strong>d geslacht of <strong>ras</strong> in gelijke omstandighed<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>s maat staf in het <strong>en</strong>e geval wel <strong>en</strong> het andere geval niet<br />

wordt toegepast, kan sprake zijn van direct onderscheid. Daarnaast kunn<strong>en</strong><br />

er ook meer informele maatstav<strong>en</strong> funger<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in afwijking van, of<br />

ter interpretatie van de formele <strong>beloning</strong>smaat stav<strong>en</strong>. Ook deze informele<br />

praktijk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onderzocht word<strong>en</strong> <strong>op</strong> ev<strong>en</strong>tuele discriminatie. Sluit<strong>en</strong>d<br />

onderzoek kan <strong>op</strong>nieuw met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat bij e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> indirect onderscheid<strong>en</strong>de werking het onderzoek zich niet tot de geselecteerde<br />

par<strong>en</strong> van werknemers kan beperk<strong>en</strong>.<br />

De g<strong>en</strong>oemde drie categorieën binn<strong>en</strong> het micro-onderzoek vrag<strong>en</strong> om uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de<br />

onderzoeksp<strong>op</strong>ulaties, wijze van dataverzameling <strong>en</strong> toe te<br />

pass<strong>en</strong> techniek. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is per categorie weer onderscheid te mak<strong>en</strong> in<br />

aanpak <strong>en</strong> diepgang. Bij bijvoorbeeld het onderzoek <strong>naar</strong> ev<strong>en</strong>tueel indirect<br />

onderscheid in de institutionele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nadelig<br />

effect van e<strong>en</strong> bepaalde maatstaf bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van feit<strong>en</strong> van algem<strong>en</strong>e<br />

bek<strong>en</strong>dheid (bijvoorbeeld vrouw<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> vaker in deeltijd), m<strong>en</strong> kan<br />

het effect met<strong>en</strong> door de te tell<strong>en</strong> hoeveel werknemers uit beide groep<strong>en</strong><br />

gemiddeld geraakt word<strong>en</strong> door het de maatstaf, of m<strong>en</strong> kan statistische<br />

techniek<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> om te bezi<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> significante relatie is tuss<strong>en</strong> de<br />

maatstaf <strong>en</strong> het groepsk<strong>en</strong>merk (<strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong>, <strong>arbeidsduur</strong>). De betrouwbaarheid<br />

neemt per g<strong>en</strong>oemde methode toe maar ev<strong>en</strong>zo het tijdsbeslag bij<br />

uitvoering <strong>op</strong> grotere schaal. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de juridische acceptatie ver-


9<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling<br />

schill<strong>en</strong> per rechter, methode <strong>en</strong> onderscheidsgrond. Voor onderzoek <strong>naar</strong><br />

indirect <strong>sekse</strong>onderscheid schrijft het Eur<strong>op</strong>ese Hof bijvoorbeeld statistische<br />

signifi cantie voor bij het aanton<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> indirect onderscheid<strong>en</strong>d effect,<br />

maar blijkt de nationale rechter vaak g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> met gemiddelde<br />

effect<strong>en</strong>.<br />

De grond van <strong>sekse</strong> k<strong>en</strong>merkt zich overig<strong>en</strong>s door de meeste juridische<br />

voorschrift<strong>en</strong> voor het vaststell<strong>en</strong> van (<strong>beloning</strong>s)ongelijkheid <strong>op</strong> basis van<br />

de WGB <strong>en</strong> het Eur<strong>op</strong>ese recht. De norm<strong>en</strong> voor <strong>ras</strong> lijk<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels aan<br />

bij die voor <strong>sekse</strong> omdat beide grond<strong>en</strong> onder de AWGB vall<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>wel<br />

zijn bij <strong>ras</strong> wel meer onderzoekstechniek<strong>en</strong> inzetbaar omdat <strong>ras</strong> (nog) niet<br />

onder Eur<strong>op</strong>ese voorschrift<strong>en</strong> valt. Voor <strong>arbeidsduur</strong> geldt dat de Wet onderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> (WOA) ge<strong>en</strong> uitsplitsing maakt <strong>naar</strong> directe of<br />

indirecte discriminatie. Elk onderscheid <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> is<br />

verbod<strong>en</strong> voor zover dit niet objectief gerechtvaardigd is. Omdat er nog weinig<br />

rechtspraak is over de uitleg van de WOA met name in relatie tot <strong>beloning</strong>,<br />

geeft de wettelijke norm voor gelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> tot nu<br />

toe het minste houvast voor wat juridisch aan onderzoekstechniek vereist is<br />

om ongerechtvaardigd onderscheid <strong>op</strong> te spor<strong>en</strong>.<br />

1.3.2 Afbak<strong>en</strong>ing van de gekoz<strong>en</strong> onderzoeksmethode<br />

Gezi<strong>en</strong> de diversiteit in onderzoeksmogelijkhed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er keuz<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gemaakt. Als we afgaan <strong>op</strong> het klachtonderzoek zoals toegepast door de<br />

CGB, dan is daar sprake van diepgaand onderzoek waarbij diverse techniek<strong>en</strong><br />

in combinatie word<strong>en</strong> gebruikt die bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> afhankelijk<br />

van de betreff<strong>en</strong>de onderscheidsgrond. Deze diepgang heeft echter ook zijn<br />

prijs omdat met de totstandkoming van één oordeel meer dan e<strong>en</strong> jaar gemoeid<br />

is.<br />

Eerder is al gewez<strong>en</strong> <strong>op</strong> de tijdsbelemmering<strong>en</strong> die de micromethode <strong>op</strong>werpt<br />

omdat het dwingt tot onderzoek <strong>naar</strong> individuele gevall<strong>en</strong> <strong>op</strong> zeer grote<br />

schaal.<br />

Bij micro-onderzoek <strong>naar</strong> meerdere gevall<strong>en</strong> gaat de voorkeur uit <strong>naar</strong> e<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>vormige, <strong>en</strong> meer globale methode. Dit sluit ook aan bij het doel van dit<br />

pilot-onderzoek waar de nadruk vooral ligt <strong>op</strong> het verkrijg<strong>en</strong> van aanwijzing<strong>en</strong><br />

over het al dan niet voorkom<strong>en</strong> van ongerechtvaardigd loonverschil <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van de <strong>op</strong>ties hoe dit handzaam in kaart is te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Om vast te stell<strong>en</strong> wat wel <strong>en</strong> niet onderzocht wordt, is e<strong>en</strong> conceptuele <strong>op</strong>zet<br />

van de pilot voorgelegd aan e<strong>en</strong> klankbordgroep, bestaande uit verteg<strong>en</strong>woordigers<br />

van de sociale partners <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de Commissie gelijke<br />

behandeling (zie voor de sam<strong>en</strong>stelling van de Klankbordgroep, bijlage 10).<br />

Dit overleg heeft geleid tot de volg<strong>en</strong>de uitgangspunt<strong>en</strong>.


Hoofdstuk 1 Doelstelling 10<br />

Keuze voor de grond<strong>en</strong> van <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

De onderscheidsgrond<strong>en</strong> die in de vergelijking<strong>en</strong> onderzocht zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

betreff<strong>en</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> (of etnische herkomst) <strong>en</strong> arbeids duur (beperkt tot voltijd/deeltijd).<br />

Hier<strong>op</strong> zal e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vormige methode van paarsgewijze vergelijking<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> individuele werknemers word<strong>en</strong> toegepast. Om de tijdsduur<br />

van het onderzoek binn<strong>en</strong> het aanvaardbare te houd<strong>en</strong>, gaat het in totaal om<br />

circa veertig loonvergelijking<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> drie verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> uitgevoerd. Dit aantal laat uitsluit<strong>en</strong>d uitsprak<strong>en</strong> toe over<br />

<strong>beloning</strong>s(on)gelijkheid in de onderzochte indivi duele gevall<strong>en</strong>.<br />

Keuze voor de toepassingspraktijk van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

Zoals in de vorige paragraaf is geschetst, laat de paarsgewijze loonvergelijking<br />

uitbreiding toe <strong>naar</strong> overstijg<strong>en</strong>d functiewaarderingsonderzoek. Het<br />

zwaartepunt van deze pilot wordt echter gelegd bij het onderzoek <strong>naar</strong> de<br />

overige <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong> (functieloon <strong>en</strong> secundaire <strong>beloning</strong>svoorwaard<strong>en</strong>)<br />

die in de onderneming word<strong>en</strong> toegepast. Deze prioritering houdt<br />

verband met de eerdere tot standkoming - <strong>op</strong> basis van separaat onderzoek -<br />

van e<strong>en</strong> onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t dat kan word<strong>en</strong> ingezet om functiewaarderings<br />

system<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>sekse</strong>neutraliteit te onderzoek<strong>en</strong> (Ministerie van SZW, De<br />

weegschaal gewog<strong>en</strong>: handleiding <strong>sekse</strong>neutrale functiewaardering, 2001).<br />

Om de invloed van het functiewaarderingssysteem <strong>op</strong> mogelijke loonverschill<strong>en</strong><br />

zoveel mogelijk te beperk<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> de uit te voer<strong>en</strong> loonvergelijking<strong>en</strong><br />

in beginsel betrek king hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> werknemers die binn<strong>en</strong> dezelfde<br />

onderneming dezelfde functie vervull<strong>en</strong>, al kan het zijn dat wanneer e<strong>en</strong><br />

groep van functiehouders te klein zou blijk<strong>en</strong>, ook <strong>en</strong>kele loonvergelijking<strong>en</strong><br />

betrekking kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de maar gelijk gewaardeerde functies.<br />

Voor het pilotonderzoek br<strong>en</strong>gt dit met zich mee dat de door de onderneming<br />

gehanteerde waarderings- <strong>en</strong> indelingsstructuur van functies tot<br />

uitgangspunt wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Wel zal de wijze waar<strong>op</strong> dit is geschied word<strong>en</strong><br />

beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in grove lijn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecheckt <strong>op</strong> deugdelijkheid.<br />

E<strong>en</strong> verdere beperking is dat ge<strong>en</strong> overstijg<strong>en</strong>d, cijfermatig onderzoek <strong>naar</strong><br />

de structurele effect<strong>en</strong> van alle <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> <strong>op</strong> de lon<strong>en</strong> van gehele<br />

personeel wordt verricht. Dat houdt in dat alle<strong>en</strong> die maatstav<strong>en</strong> verder<br />

word<strong>en</strong> onderzocht die van belang zijn voor de wijze van vaststelling van de<br />

lon<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de (selectie van) uit te voer<strong>en</strong> paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong>.<br />

Ingeval van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van indirect onderscheid in de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> bedrijf hanteert, volstaat deze pilot met de signalering daarvan.<br />

Voor structureel onderzoek van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> geldt ook hier<br />

dat sprake is van e<strong>en</strong> reeds eerder ontwikkeld instrum<strong>en</strong>t, namelijk de<br />

Checklist gelijke <strong>beloning</strong> van de Stichting van de Arbeid. De pilot daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />

verk<strong>en</strong>t vooral de wisselwerking tuss<strong>en</strong> de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun<br />

wijze van toepassing in concrete gevall<strong>en</strong>, om zo informatie te kunn<strong>en</strong> vergar<strong>en</strong><br />

over het voorkom<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>s ongelijkheid tuss<strong>en</strong> reële, individuele<br />

werknemers in strijd met de wetgeving gelijke behandeling.


11<br />

Hoofdstuk 1<br />

Doelstelling<br />

Keuze van de arbeidsorganisaties<br />

Er is gekoz<strong>en</strong> voor drie case studies in totaal. Bij de keuze van de arbeidsorganisaties<br />

die in het onderzoek betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />

aspec t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol gespeeld:<br />

• De sector waartoe de arbeidsorganisatie behoort.<br />

• Aard <strong>en</strong> niveau van de belangrijkste werkzaamhed<strong>en</strong> in de organisatie,<br />

met het oog <strong>op</strong> de te verwachte sam<strong>en</strong>stelling van het personeelsbestand<br />

<strong>naar</strong> geslacht, etniciteit <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

• De grootte van de arbeidsorganisatie, met het oog <strong>op</strong> het feit dat e<strong>en</strong><br />

adequate onderzoeksmethode zowel binn<strong>en</strong> grote als kleine onderneming<strong>en</strong><br />

toepasbaar moet zijn.<br />

Het vind<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> die vrijwillig will<strong>en</strong> meewerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan alle criteria<br />

voldo<strong>en</strong>, stuit echter <strong>op</strong> problem<strong>en</strong>. Beslot<strong>en</strong> wordt organisaties te zoek<strong>en</strong><br />

die niet ieder maar wel tezam<strong>en</strong> aan de gestelde eis<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.<br />

Dit resulteert in de keuze van e<strong>en</strong> overheidsdi<strong>en</strong>st (met 1050 ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>)<br />

van e<strong>en</strong> grote geme<strong>en</strong>telijke organisatie met relatief veel vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> deeltijders,<br />

vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> middel groot productiebedrijf (430 werk nemers) waar<br />

relatief veel allochton<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte e<strong>en</strong> kleine uitvaart onderneming<br />

met 37 werknemers.<br />

Juist het vind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> klein bedrijf met e<strong>en</strong> divers personeelsbestand blijkt<br />

problematisch. De uitvaartonderneming wordt vanwege zijn medewerking <strong>en</strong><br />

klein personeelsbestand toch geselecteerd, al werk<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> weinig deeltijders. De bedrijv<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan de criteria, wat<br />

voor het beproev<strong>en</strong> van de methode kan volstaan.<br />

1.4 Vraagstelling<br />

De gekoz<strong>en</strong> <strong>op</strong>zet van de pilot <strong>en</strong> de daarbij geld<strong>en</strong>de uitgangspunt<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

dat in de case studies de volg<strong>en</strong>de onderzoeksvr ag<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal zull<strong>en</strong><br />

staan:<br />

q<br />

q<br />

In hoeverre zijn <strong>op</strong> ondernemingsniveau uitsprak<strong>en</strong> mogelijk over (on)-<br />

gelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong> in individuele gevall<strong>en</strong>,<br />

<strong>op</strong> basis van de te beproev<strong>en</strong> methode van paarsgewijze vergelijking?<br />

In hoeverre le<strong>en</strong>t de ontwikkelde methode zich voor adequaat <strong>en</strong> uitvoerbaar<br />

<strong>beloning</strong>sonderzoek <strong>op</strong> ondernemingsniveau, gezi<strong>en</strong> de ervaring<strong>en</strong><br />

die met de concrete toepassing binn<strong>en</strong> de case studies zijn <strong>op</strong>gedaan?


Hoofdstuk 1 Doelstelling 12<br />

1.5 Indeling van het onderzoeksrapport<br />

In hoofdstuk 2 zal de onderzoeksmethode <strong>naar</strong> <strong>beloning</strong>songelijkheid <strong>op</strong><br />

microniveau die bov<strong>en</strong> geïntroduceerd is, nader word<strong>en</strong> uitgewerkt. Getracht<br />

word dit zoveel mogelijk in begrijpelijke stapp<strong>en</strong> uite<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong>, waardoor<br />

toepassing in beginsel in elke organisatie <strong>en</strong> ook door andere actor<strong>en</strong> mogelijk<br />

is.<br />

In de hoofdstukk<strong>en</strong> 3 tot <strong>en</strong> met 5 kom<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s de case studies aan<br />

bod waarin de onderzoeksmethode daadwerkelijk is toegepast. Hierin wordt<br />

verslag gedaan van de bevinding<strong>en</strong> <strong>op</strong> het gebied van gelijke <strong>beloning</strong>. Tev<strong>en</strong>s<br />

zal per case word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> wat de concrete ervaring<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij<br />

de dataverzameling <strong>en</strong> de uitvoering van de loonvergelijking<strong>en</strong>.<br />

In hoofdstuk 6 volg<strong>en</strong> de conclusies over de aangetroff<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>s(on)gelijkheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong> <strong>en</strong> vindt e<strong>en</strong> evaluatie plaats van de<br />

toegepaste onderzoeksmethode. Op grond van dit alles word<strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />

gedaan over de mogelijkhed<strong>en</strong> voor, <strong>en</strong> aanpak van, onderzoek <strong>naar</strong><br />

<strong>beloning</strong>s (on)gelijkheid <strong>op</strong> ondernemingsniveau.


13<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

Hoofdstuk 2<br />

Aanzet tot e<strong>en</strong> onderzoeksmethode<br />

2.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt de methode van paarsgewijze vergelijking<strong>en</strong> voor de<br />

grond<strong>en</strong> van <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong> verder uitgewerkt. Na e<strong>en</strong> nauwkeurige<br />

beschrijving van de onderzoeksmethodiek, zal de methode in de<br />

volg<strong>en</strong>de hoofdstuk k<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getest aan de hand van onderzoek in drie<br />

arbeidsorganisaties. Zo kan bezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke problem<strong>en</strong> of dilemma’s<br />

de gehanteerde methodiek <strong>op</strong>roept wanneer deze in concrete situaties wordt<br />

toegepast <strong>en</strong> welke aanpassing<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk zijn.<br />

De indeling van de paragraf<strong>en</strong> in dit hoofdstuk volgt de chronologie van de<br />

onderzoeksaanpak. In de volg<strong>en</strong>de paragraaf zal eerst het format van de<br />

methode word<strong>en</strong> geschetst, dat wil zegg<strong>en</strong> welke kernvrag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er<br />

beantwoord word<strong>en</strong> om <strong>beloning</strong>s(on)gelijkheid in individuele gevall<strong>en</strong> <strong>op</strong> te<br />

spor<strong>en</strong>? Vervolg<strong>en</strong>s zal in de navolg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingegaan <strong>op</strong><br />

de verschill<strong>en</strong>de onderzoeksstapp<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om deze<br />

kernvrag<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>. Gekoz<strong>en</strong> is voor e<strong>en</strong> uitgebreide uite<strong>en</strong>zetting<br />

via e<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong>plan zodat de methode in beginsel geschikt is om<br />

zonder al te veel inspanning<strong>en</strong> vertaald te word<strong>en</strong> <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> praktische handleiding<br />

voor (zelf)onderzoek binn<strong>en</strong> de onderneming.<br />

De onderzoeksstapp<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong> de aard <strong>en</strong> wijze van gegev<strong>en</strong>sverzameling,<br />

aanwijzing<strong>en</strong> voor de analyse van loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uiteindelijk<br />

beoordelingskader <strong>op</strong> basis van de toepasselijke wet telijke norm<strong>en</strong>. In verband<br />

met het laatst zal het nodig zijn de juridische gelijke<strong>beloning</strong>snorm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> hun interpretatie te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> <strong>en</strong> vast te legg<strong>en</strong>.<br />

2.2 Onderzoeksformat<br />

Volg<strong>en</strong>s de gelijke<strong>beloning</strong>snorm uit de WGB is sprake van <strong>beloning</strong>sdiscriminatie<br />

wanneer de lon<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> man <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouw die binn<strong>en</strong> dezelfde<br />

onderneming arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, niet berek<strong>en</strong>d zijn<br />

<strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige maat stav<strong>en</strong> (artikel 9 WGB). Deze wettelijke<br />

norm betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel loonverschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> man <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vrouw die gelijkwaardig werk do<strong>en</strong> bij hetzelfde bedrijf, verklaarbaar di<strong>en</strong>t te<br />

zijn door e<strong>en</strong> (gelijke) toepassing van objectieve <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong>. Objectief<br />

betek<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s het systeem van de WGB dat de maatstav<strong>en</strong> niet<br />

direct of indirect mog<strong>en</strong> discriminer<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>. Voor <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>


Hoofdstuk 2 Methode 14<br />

geld<strong>en</strong> minder gedetailleerde, wettelijke voorschrift<strong>en</strong>. De AWGB verbiedt<br />

direct onderscheid <strong>en</strong> (ongerechtvaardigd) indirect onderscheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong> in<br />

de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>. De WOA verbiedt ongerechtvaardigd onderscheid<br />

<strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong><br />

arbeids overe<strong>en</strong>komst (of ambtelijke aanstelling) wordt aangegaan, voortgezet<br />

dan wel <strong>op</strong>gezegd.<br />

E<strong>en</strong>vormige methode voor alle onderscheidsgrond<strong>en</strong><br />

Omdat de voorkeur uitgaat <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vormige methode wordt de paarsgewijze<br />

loonvergelijking <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, zoals uitgewerkt in de WGB, doorgetrokk<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>. Voor <strong>ras</strong> is dat reeds gebruikelijk, mede<br />

omdat beide grond<strong>en</strong> door de AWGB bestrek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Van onderscheid<br />

<strong>naar</strong> arbeids duur in de <strong>beloning</strong> zijn nog weinig praktische voorbeeld<strong>en</strong> in de<br />

rechtspraktijk. Onderzoek <strong>op</strong> grond van de WOA beperkt zich tot nu toe<br />

voornamelijk tot de scre<strong>en</strong>ing van het formele arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>beleid <strong>op</strong><br />

aanwijsbaar onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong>. De norm van de WOA sluit echter<br />

het <strong>op</strong>spor<strong>en</strong> van onderscheid via paarsgewijze loonvergelijking niet uit,<br />

omdat m<strong>en</strong> via deze weg in feite onderzoekt of gelijke gevall<strong>en</strong> daadwerkelijk<br />

gelijk behandeld word<strong>en</strong>.<br />

Bij de methode van paarsgewijze vergelijking begint m<strong>en</strong> in feite achteraan<br />

door eerst <strong>naar</strong> de uitkomst<strong>en</strong> van het <strong>beloning</strong>sbeleid te kijk<strong>en</strong>. Wat is de<br />

hoogte van de lon<strong>en</strong> van twee vergelijkbare werknemers bij gelijkwaardige<br />

arbeid? Treft m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschil aan dan moet dit verschil terug te leid<strong>en</strong> zijn<br />

<strong>op</strong> de toepassing van gelijkwaardige <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. De grondslag<br />

van de onderzoeksmethode is dus de vergelijking van lon<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> par<strong>en</strong><br />

van vergelijkbare werknemers die gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong>, maar die<br />

verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> zekere onderscheidsgrond. Daarmee moet<strong>en</strong> per vergelijking<br />

de volg<strong>en</strong>de kernvrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beant woord:<br />

De kernvrag<strong>en</strong> van paarsgewijs loononderzoek:<br />

q<br />

q<br />

q<br />

Is er in dezelfde onderneming sprake van e<strong>en</strong> loonverschil binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

paar van individuele werknemers van verschill<strong>en</strong>d geslacht, etnische afkomst<br />

of met e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de <strong>arbeidsduur</strong>, die gelijkwaardige arbeid<br />

verricht<strong>en</strong>?<br />

Door welke <strong>beloning</strong>sfactor(<strong>en</strong>) wordt dit loonverschil veroorzaakt?<br />

In hoeverre berust de berek<strong>en</strong>ing van de <strong>beloning</strong>sfactor die het loonverschil<br />

veroorzaakt, <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gelijke toepassing van objectieve <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>?


15<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

Om deze kernvrag<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal<br />

onderzoeksstapp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:<br />

De b<strong>en</strong>odigde onderzoeksstapp<strong>en</strong>:<br />

(1) Keuze van de arbeidsorganisatie<br />

(2) Algem<strong>en</strong>e gegev<strong>en</strong>sverzameling over, <strong>en</strong> analyse van, de toepasselijke<br />

<strong>beloning</strong>s - <strong>en</strong> functiestructuur<br />

(3) Selectie van gelijkwaardige functies <strong>en</strong> vergelijkbare functiehouders voor<br />

de sam<strong>en</strong>stelling van nader te onderzoek<strong>en</strong> par<strong>en</strong> van werknemers<br />

(4) Het trekk<strong>en</strong> van de paars gewijze loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>en</strong> de analyse van<br />

(de oorzak<strong>en</strong> van) ev<strong>en</strong>tueel aangetroff<strong>en</strong> loonverschill<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

vergelijking<strong>en</strong><br />

(5) (Juridische) toetsing van e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil <strong>en</strong> de oorzak<strong>en</strong><br />

daarvan aan de toepasselijke wettelijke norm<strong>en</strong><br />

2.3 Stap 1: keuze van de arbeidsorganisatie<br />

De micomethode kan zowel in grote(re) als kleine(re) arbeidsorganisaties<br />

word<strong>en</strong> toegepast. De aanwezigheid van e<strong>en</strong> functiewaarderingssysteem<br />

binn<strong>en</strong> die organisatie is ge<strong>en</strong> strikte voorwaarde om het onderzoek te kunn<strong>en</strong><br />

uitvoer<strong>en</strong>, mede omdat de methode hier<strong>op</strong> ge<strong>en</strong> nadruk legt. Voor functiewaarderingsonderzoek<br />

heeft het gebruik van het hiervoor speciaal ontwikkelde<br />

onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t de voorkeur (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.3).<br />

Wel zal bij het ontbrek<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ige functiewaardering in de onderneming<br />

waardoor de waarde van de voorkom<strong>en</strong>de functies niet kan word<strong>en</strong> vastgesteld<br />

apart functiewaarderings onderzoek nodig zijn, wat de uitvoering van de<br />

methode tijdsint<strong>en</strong>siever <strong>en</strong> kostbaarder kan mak<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>min is het noodzakelijk<br />

dat de betreff<strong>en</strong>de organisatie onder e<strong>en</strong> CAO valt.<br />

Wel di<strong>en</strong>t er, omdat de onderzoeksmethode is gebaseerd <strong>op</strong> de methode<br />

van paars gewijze vergelijking, binn<strong>en</strong> de organisatie sprake te zijn van <strong>en</strong>ige<br />

diversiteit onder de groep van werknemers die e<strong>en</strong>zelfde functie of gelijkwaardige<br />

functies uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Mocht er binn<strong>en</strong> dezelfde functie of binn<strong>en</strong><br />

gelijkwaardige functies die het bedrijf k<strong>en</strong>t uitsluit<strong>en</strong>d func tiehouders uit dezelfde<br />

doelgroep (bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> autochton<strong>en</strong>) voorkom<strong>en</strong>, dan kunn<strong>en</strong>


Hoofdstuk 2 Methode 16<br />

er ge<strong>en</strong> paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> het betreff<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk word<strong>en</strong><br />

getrokk<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de onderzoeksmethode binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> arbeidsorganisatie wordt toegepast,<br />

is het goed om allereerst de organisatie kort te typer<strong>en</strong>. Die typering<br />

kan de volg<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>:<br />

ü Arbeidsmarktsector waarbinn<strong>en</strong> de organisatie valt <strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>tuele<br />

toepasselijkheid van CAO’s of andere collectieve arbeids voorwaard<strong>en</strong>regeling<strong>en</strong><br />

(overheid)<br />

ü Aantal medewerkers in de vestiging of organisatie waar onderzoek wordt<br />

gedaan <strong>en</strong> e<strong>en</strong> typering van aard <strong>en</strong> omvang van de belangrijkste functiegroep<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de organisatie<br />

ü Eerste inv<strong>en</strong>tarisatie van de verdeling van medewerkers <strong>naar</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

die m<strong>en</strong> wil onderzoek<strong>en</strong> (<strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong>, <strong>arbeidsduur</strong>, etcetera)<br />

ü Indi<strong>en</strong> van toepassing, de positionering van de te onderzoek<strong>en</strong> vestiging<br />

of onderdeel van de arbeidsorganisatie binn<strong>en</strong> het grotere geheel, met<br />

name voor wat betreft de onderlinge bevoegdheidsverdeling <strong>op</strong> het terrein<br />

van personeelsbeleid <strong>en</strong> <strong>beloning</strong><br />

ü Al dan niet aanwezigheid van e<strong>en</strong> functiewaarderingssysteem, dan wel<br />

e<strong>en</strong> systematiek van functie-indeling <strong>op</strong> basis van de CAO binn<strong>en</strong> de<br />

organisatie<br />

2.4 Stap 2: gegev<strong>en</strong>sverzameling <strong>en</strong> analyse van de<br />

<strong>beloning</strong>s- <strong>en</strong> functiestructuur<br />

2.4.1 Analyse van de <strong>beloning</strong>sstructuur<br />

Bij dit onderdeel gaat het om de inv<strong>en</strong>tarisatie van de in het bedrijf geld<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. Daarvoor is het nodig de <strong>beloning</strong>s- <strong>en</strong> functiewaarderingsstructuur<br />

binn<strong>en</strong> de onderneming te verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gevoerde <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

te onderzoek<strong>en</strong>.<br />

Beloningstructuur<br />

Van belang is hier de algem<strong>en</strong>e <strong>op</strong>zet van de <strong>beloning</strong>sstructuur <strong>en</strong> de<br />

vraag of zich hierin nog belangrijke wijziging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voorgedaan in het<br />

verled<strong>en</strong> <strong>en</strong>, zo ja, of hieruit nog relevante overgangsregeling<strong>en</strong> zijn voortgevloeid.<br />

De algem<strong>en</strong>e <strong>beloning</strong>sstructuur di<strong>en</strong>t onder meer <strong>op</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />

aspect<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>:<br />

ü Welke salarisschal<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehanteerd <strong>en</strong> hoe is e<strong>en</strong> salarisschaal<br />

<strong>op</strong>gebouwd (minimum- <strong>en</strong> maximumsalaris <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong>de trapp<strong>en</strong>)?<br />

ü Wat is de relatie tuss<strong>en</strong> de voorkom<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong> salarisschal<strong>en</strong>?


17<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

ü Hoe wordt de onderlinge rangorde van functies <strong>en</strong> de k<strong>op</strong>peling van<br />

deze rangorde aan de <strong>beloning</strong>sstructuur bepaald?<br />

ü Wordt hiervoor gebruik gemaakt van e<strong>en</strong> functiewaarderingssysteem of<br />

e<strong>en</strong> ander systeem van functie-indeling?<br />

ü Zo ja, hoe is de systematiek van functiewaardering <strong>op</strong>gezet <strong>en</strong> welke<br />

procedure wordt doorl<strong>op</strong><strong>en</strong> om e<strong>en</strong> concrete functie in te del<strong>en</strong> of te<br />

waarder<strong>en</strong>?<br />

Beloningsbeleid<br />

In sam<strong>en</strong>hang met de <strong>beloning</strong>sstructuur moet het <strong>beloning</strong>sbeleid van de<br />

betreff<strong>en</strong>de onderneming word<strong>en</strong> onderzocht. Welke (collectieve) arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>regeling<br />

is van toepassing <strong>en</strong> wat schrijft deze voor <strong>op</strong> het terrein<br />

van <strong>beloning</strong>? Zijn er nog aanvull<strong>en</strong>de formele of informele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

van toepassing binn<strong>en</strong> de onderneming? Het laatste zal de bestudering<br />

vereis<strong>en</strong> van personeelshandboek<strong>en</strong>, interne richtlijn<strong>en</strong> of managem<strong>en</strong>thandboek<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> het vlak van <strong>beloning</strong> <strong>en</strong> kan interviews met sleutelperson<strong>en</strong><br />

(managem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> P&O) verg<strong>en</strong>. De onderdel<strong>en</strong> die hierbij van belang<br />

zijn omvatt<strong>en</strong> onder meer:<br />

ü Uit welke onderdel<strong>en</strong> kan de <strong>beloning</strong> bestaan (basisloon, variabel deel,<br />

alle soort<strong>en</strong> van toeslag<strong>en</strong>, gratificaties, 13 e maand, winstdeling, etc.)?<br />

ü Hoe word<strong>en</strong> aanvangssalariss<strong>en</strong> vastgesteld <strong>en</strong> welke criteria zijn daarbij<br />

van belang (laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris, verkreg<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding,<br />

ev<strong>en</strong>tueel arbeidsmarkttekort, onderhandeling etc.)?<br />

ü Hoe kom<strong>en</strong> salarisverhoging<strong>en</strong> tot stand binn<strong>en</strong> dezelfde functie, <strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

grond van welke criteria (anciënniteit, prestatiebeoordeling, verkrijg<strong>en</strong><br />

van bepaalde kwalificaties, etc.)?<br />

ü Hoe wordt het salaris vastgesteld bij promotie <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere functie of<br />

demotie <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> lagere functie (indelingswijze in de nieuwe loonschaal,<br />

bevorderings<strong>op</strong>slag, bevriezing van salaris etc.)?<br />

2.4.2 Analyse van de functiestructuur<br />

Om later in het onderzoek par<strong>en</strong> van werknemers die gelijkwaardige arbeid<br />

verricht<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>, moet in deze onderzoeksfase tev<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie plaats vind<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de functies die in de onderneming<br />

voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>stelling van de functiehouders <strong>naar</strong> k<strong>en</strong>merk<br />

(<strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>):<br />

ü Welke functies of functiegroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatie onderscheid<strong>en</strong><br />

(hoe zit het functiegebouw van de organisatie in elkaar)?<br />

ü Zijn er binn<strong>en</strong> de organisatie (relatief) grote <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare functiegroep<strong>en</strong><br />

waarbinn<strong>en</strong> werknemers met uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (<strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong>,<br />

<strong>arbeidsduur</strong>) werkzaam zijn?


Hoofdstuk 2 Methode 18<br />

ü Hoe zijn de functiehouders binn<strong>en</strong> deze functiegroep<strong>en</strong> verdeeld <strong>naar</strong><br />

k<strong>en</strong>merk (hoeveel vrouw<strong>en</strong>/mann<strong>en</strong>, allochton<strong>en</strong>/autochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> deeltijders/voltijders)?<br />

Gegev<strong>en</strong>s over <strong>sekse</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong> van de functiehouders zijn in vrijwel<br />

alle organisaties voorhand<strong>en</strong>. Ingewikkelder ligt dat bij het k<strong>en</strong>merk <strong>ras</strong> of<br />

etniciteit. De Wet SAMEN verplicht werkgevers om e<strong>en</strong> registratiebestand<br />

van werknemers <strong>naar</strong> etniciteit bij te houd<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dat binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie<br />

daadwerkelijk gebeurt, is zo’n bestand e<strong>en</strong> bruikbare bron van gegev<strong>en</strong>s<br />

over de etniciteit van functiehouders. Indi<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> (consequ<strong>en</strong>te)<br />

registratie <strong>naar</strong> etniciteit bestaat is verder onderzoek inzake etniciteit <strong>en</strong><br />

(on)gelijke <strong>beloning</strong> feitelijk niet mogelijk.<br />

2.5 Stap 3: selectie van functies <strong>en</strong> functiehouders voor de<br />

sam<strong>en</strong>stelling van par<strong>en</strong><br />

2.5.1 Selectie van functies<br />

Wanneer inzicht in de functiestructuur van de organisatie is verworv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>d is hoe de functiehouders <strong>naar</strong> k<strong>en</strong>merk over de functiegroep<strong>en</strong> zijn<br />

verdeeld, di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> vastgesteld welke functies in het onderzoek word<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong>.<br />

Vaststelling van de waarde van de verschill<strong>en</strong>de functies<br />

Voor de selectie van functies of functiegroep<strong>en</strong> is het doorslaggev<strong>en</strong>d of de<br />

functies zich l<strong>en</strong><strong>en</strong> voor vergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de functiehouders van<br />

verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die (het liefst) dezelfde functie of (anders) e<strong>en</strong><br />

gelijkwaardige functie uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat van de voorkom<strong>en</strong>de<br />

(grootste) functiegroep<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatie die in principe voor verdere<br />

analyse in aanmerking kom<strong>en</strong>, eerst het waarderingsniveau moet word<strong>en</strong><br />

vastgesteld.<br />

Hierbij di<strong>en</strong>t per functie te word<strong>en</strong> na gegaan of het werk dat de individuele<br />

functiehouder verricht <strong>op</strong> grond van het in de onderneming gebruikelijke<br />

systeem van functiewaardering of functie-indeling, als van gelijke waarde<br />

wordt aangemerkt. Als bijvoorbeeld binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> functiegroep (bijvoorbeeld<br />

secretaresses) het werk per functiehouder nog in waarde kan verschill<strong>en</strong><br />

(bijvoorbeeld tuss<strong>en</strong> de afdelingssecretaresse <strong>en</strong> de directiesecretaresse),<br />

dan moet <strong>naar</strong> dit niveau word<strong>en</strong> overgeschakeld <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t dus uitsluit<strong>en</strong>d<br />

dezelfde functie van bijvoorbeeld afdelingssecretaresse geselecteerd te<br />

word<strong>en</strong>, mits daar nog voldo<strong>en</strong>de functiehouders van verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

in voorkom<strong>en</strong>.


19<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

Zou het bedrijf ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele vorm van functiewaardering of -indeling gebruik<strong>en</strong>,<br />

dan zal het noodzakelijk zijn de functiegroep<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> extern<br />

functiewaarderingsdeskundige te lat<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong><br />

gangbaar functiewaarderingssysteem dat voldo<strong>en</strong>de aansluiting heeft bij de<br />

aard <strong>en</strong> het niveau van werkzaamhed<strong>en</strong> die in de onderneming word<strong>en</strong> verricht.<br />

Selectie van gelijke of gelijkwaardige functies of functiegroep<strong>en</strong><br />

Hoeveel functiegroep<strong>en</strong> m<strong>en</strong> uiteindelijk selecteert, zal afhankelijk zijn van<br />

de omvang <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van de functiehouders <strong>naar</strong> k<strong>en</strong>merk <strong>en</strong> het<br />

aantal vergelijking<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> wil mak<strong>en</strong>:<br />

ü Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer grote functiegroep van dezelfde waarde aantreft,<br />

waarbinn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de functiehouders voorkom<strong>en</strong> van elk van de te onderzoek<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, dan kan m<strong>en</strong> hiermee in beginsel volstaan.<br />

ü Ook is het mogelijk om meerdere functiegroep<strong>en</strong> van middelgrote omvang<br />

te selecter<strong>en</strong>, waarbinn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de functiehouders voorkom<strong>en</strong><br />

die <strong>op</strong> twee of één van de te onderzoek<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>. M<strong>en</strong><br />

trekt dan nog steeds vergelijking<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dezelfde functie, maar per<br />

k<strong>en</strong>merk kan e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de functie in het onderzoek betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

ü Wanneer de voorkom<strong>en</strong>de functiegroep<strong>en</strong> weinig functiehouders k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

of de voorkom<strong>en</strong>de functiegroep<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> sterk gesegregeerd te zijn<br />

<strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> of <strong>arbeidsduur</strong>, dan kunn<strong>en</strong> gelijkwaardige, andere functiegroep<strong>en</strong><br />

in het onderzoek word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>. Deze andere functie<br />

di<strong>en</strong>t <strong>op</strong> grond van het gebruikelijke functiewaarderingssysteem van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde te zijn. Is dat het geval, dan kunn<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong><br />

functiehouders binn<strong>en</strong> de gelijkwaardige functies word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd<br />

om zo voldo<strong>en</strong>de functiehouders <strong>naar</strong> k<strong>en</strong>merk te verkrijg<strong>en</strong>.<br />

2.5.2 Selectie van vergelijkbare functiehouders<br />

Op basis van de nu beschikbare gegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> individuele functiehouders<br />

voor het onderzoek word<strong>en</strong> geselecteerd.<br />

Selectie van vergelijkbare, individuele functiehouders<br />

Om e<strong>en</strong> goed beeld te krijg<strong>en</strong> van mogelijke verschill<strong>en</strong> in <strong>beloning</strong> tuss<strong>en</strong><br />

werknemers die gelijkwaardig werk do<strong>en</strong>, is het van belang om die factor<strong>en</strong><br />

die doorgaans van invloed zijn <strong>op</strong> het <strong>beloning</strong>s niveau – zoals leeftijd <strong>en</strong><br />

aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> - in de vergelijking<strong>en</strong> tus s<strong>en</strong> individuele functiehouders zo<br />

veel mogelijk constant te houd<strong>en</strong>. Het doel van het onderzoek is immers om<br />

e<strong>en</strong> mogelijk effect van bijvoorbeeld geslacht of etniciteit <strong>op</strong> het spoor te<br />

kom<strong>en</strong>, zonder dat dat effect verstoord wordt door andere factor<strong>en</strong> die het


Hoofdstuk 2 Methode 20<br />

<strong>beloning</strong>sniveau verklar<strong>en</strong>. Desondanks, verdi<strong>en</strong>t het laatste echter ook<br />

<strong>en</strong>ige relativering.<br />

Omdat uiteindelijk niet getoetst wordt of de <strong>beloning</strong> precies hetzelfde is<br />

maar of deze is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van objectieve maatstav<strong>en</strong>, is het<br />

niet strikt noodzakelijk dat beide functiehouders exact, gelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>. Wel zal het zo zijn dat <strong>naar</strong> mate de functiehouders meer vergelijkbaar<br />

zijn qua bijvoorbeeld ervaring <strong>en</strong> leeftijd e<strong>en</strong> minder groot verschil<br />

in loon valt te verwacht<strong>en</strong>. Hierdoor kan het in bepaalde gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger<br />

zijn om na te gaan of e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel rester<strong>en</strong>d verschil voortvloeit uit de<br />

toepassing van gelijkwaardige <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

Voor de selectie van vergelijkbare functiehouders die voor het onderzoek in<br />

aanmerking kom<strong>en</strong>, is het antwoord <strong>op</strong> de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> van belang:<br />

ü Hoe zijn de individuele functiehouders die werkzaam zijn in e<strong>en</strong> geselecteerde<br />

functie of in geselecteerde gelijkwaardige functies, sam<strong>en</strong>gesteld<br />

<strong>naar</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> leeftijd <strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van het di<strong>en</strong>stverband?<br />

ü Welke van de individuele functiehouders uit de groep<strong>en</strong> van functiehouders<br />

uitgesplitst <strong>naar</strong> k<strong>en</strong>merk, b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> elkaar het dichtst <strong>op</strong> de<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> leeftijd <strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte di<strong>en</strong>stverband?<br />

Dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die elkaar het dichtst b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als paar aangemerkt voor<br />

e<strong>en</strong> loonvergelijking.<br />

Bij <strong>beloning</strong>sonderzoek <strong>op</strong> meer dan één k<strong>en</strong>merk tegelijk, zoals in dit onderzoek<br />

het geval is, verdi<strong>en</strong>t het de voorkeur dat de individuele functiehouders<br />

binn<strong>en</strong> één paar slechts <strong>op</strong> één van de te onderzoek<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>. Wanneer m<strong>en</strong> dus bijvoorbeeld par<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelt <strong>naar</strong> geslacht,<br />

word<strong>en</strong> die functiehouders van verschill<strong>en</strong>d geslacht geselecteerd die, t<strong>en</strong><br />

eerste, beide autochtoon of beide allochtoon zijn <strong>en</strong> beide voltijder of beide<br />

deeltijder <strong>en</strong>, t<strong>en</strong> tweede, elkaar het dichtst b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> <strong>op</strong> leeftijd <strong>en</strong> di<strong>en</strong>sttijd.<br />

Op deze wijze kan word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat bij e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

de onderscheidsgrond in kwestie diffuus blijft.<br />

Hoeveel par<strong>en</strong>?<br />

Het aantal par<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelt voor verder onderzoek is afhankelijk<br />

van de omvang <strong>en</strong> het doel van het onderzoek dat m<strong>en</strong> voorstaat én van de<br />

beschikbaarheid van par<strong>en</strong> die aan de eis<strong>en</strong> van de onderzoeks<strong>op</strong>zet voldo<strong>en</strong>.<br />

Voor de case studies in de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we uitgaan<br />

van circa veertig loonvergelijking<strong>en</strong> in totaal. Dit zal e<strong>en</strong> redelijk beeld kunn<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>lever<strong>en</strong> van vooral de wijze waar<strong>op</strong> de <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

toegepast in de betreff<strong>en</strong>de organisatie of onderdeel daarvan, maar kan niet<br />

leid<strong>en</strong> tot repres<strong>en</strong>tatieve uitkomst<strong>en</strong> over de (mate van) <strong>beloning</strong>sgelijkheid<br />

<strong>op</strong> het niveau van de betreff<strong>en</strong>de onderneming of e<strong>en</strong> onderdeel daarvan.


21<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

In het algeme<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bij grotere organisaties meer par<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

onderzocht dan in kleinere organisaties. Het aantal individuele functiehouders<br />

die dezelfde of e<strong>en</strong> gelijkwaardige functie vervull<strong>en</strong>, zal daar waarschijnlijk<br />

groter zijn. Toch hoeft dit niet zonder meer het geval te zijn omdat<br />

sommige grotere organisaties zich k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> – mogelijk gaandeweg<br />

ontstane – grote mate van functiediffer<strong>en</strong>tiatie.<br />

E<strong>en</strong> sterke functiediffer<strong>en</strong>tiatie zal het vind<strong>en</strong> van vergelijkbare indivi duele<br />

functiehouders kunn<strong>en</strong> bemoeilijk<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als het geval is wanneer er e<strong>en</strong><br />

sterke functiesegregatie <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> of <strong>arbeidsduur</strong> bestaat. In deze<br />

beide gevall<strong>en</strong> zal het bestand van functiehouders waaruit de par<strong>en</strong> geselecteerd<br />

word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vergroot door functiehouders sam<strong>en</strong> te<br />

voeg<strong>en</strong> die in verschill<strong>en</strong>de maar gelijk gewaardeerde functies werkzaam<br />

zijn (zie bov<strong>en</strong> onder ´selectie van functiegroep<strong>en</strong>´). Indi<strong>en</strong> er in de gehele<br />

onderneming uitsluit<strong>en</strong>d te kleine <strong>en</strong>/of te sterk gesegregeerde functies voorkom<strong>en</strong><br />

die onderling van ongelijke waarde zijn, dan is de methode van<br />

paarsgewijze vergelijking niet toepasbaar. Dit zou bijvoorbeeld kunn<strong>en</strong> vóórkom<strong>en</strong><br />

in zeer kleine onderneming<strong>en</strong> (minder dan ti<strong>en</strong> werk nemers).<br />

2.6 Stap 4: het trekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong> van de paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong><br />

2.6.1 Uitvoering van de loonvergelijking<strong>en</strong><br />

Wanneer het aantal par<strong>en</strong> <strong>op</strong> de verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn gevormd (die<br />

voldo<strong>en</strong> aan de vereiste criteria zoals hierbov<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet) dan kan aan<br />

het belangrijkste onderdeel van het onderzoek, de paarsgewijze loonvergelijking,<br />

word<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong>.<br />

Het aantal par<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> onderzoekt is afhankelijk van de omvang van het<br />

bedrijf of de gew<strong>en</strong>ste breedte van het onderzoek. Voor de beschrijving van<br />

de te volg<strong>en</strong> methodiek doet het aantal vergelijking<strong>en</strong> er niet toe. In alle gevall<strong>en</strong><br />

moet <strong>op</strong> dezelfde wijze word<strong>en</strong> gehandeld. Het eerste gegev<strong>en</strong> dat<br />

moet word<strong>en</strong> vastgesteld betreft de <strong>beloning</strong> van elk van de functiehouders<br />

die in de paarsgewijze vergelijking zijn betrokk<strong>en</strong>:<br />

ü Hoeveel bedraagt het bruto functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband<br />

van elk van de functiehouders binn<strong>en</strong> het paar, <strong>en</strong> in welke salarisschaal<br />

<strong>en</strong> trede zijn zij ieder ingeschaald?<br />

ü Komt het bruto functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband voor<br />

beid<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de betreff<strong>en</strong>de schaalindeling?<br />

ü Word<strong>en</strong> er nog aanvull<strong>en</strong>de (secundaire) <strong>beloning</strong>selem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d<br />

(toeslag<strong>en</strong>, gratificaties, 13 e maand, winstdeling etc.)? Zo ja, waaruit<br />

bestaan deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeveel bedrag<strong>en</strong> deze?


Hoofdstuk 2 Methode 22<br />

Om deze gegev<strong>en</strong>s te achterhal<strong>en</strong> zal gebruik moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt van<br />

de gegev<strong>en</strong>s die voorhand<strong>en</strong> zijn in bijvoorbeeld het geautomatiseerd personeels-<br />

<strong>en</strong> salarissysteem, individuele personeelsdossiers <strong>en</strong> indivi duele<br />

salarisoverzicht<strong>en</strong> (‘salarisstrookjes’) die aan werknemers ter beschikking<br />

word<strong>en</strong> gesteld.<br />

2.6.2 Analyse van de (oorzak<strong>en</strong> van) loonverschill<strong>en</strong><br />

Wanneer ge<strong>en</strong> verschil in e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t van de <strong>beloning</strong> wordt aangetroff<strong>en</strong>,<br />

luidt de conclusie dat ge<strong>en</strong> sprake is van <strong>beloning</strong>songelijkheid. Waar wel<br />

verschill<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> eerste analyse plaats te vind<strong>en</strong> van<br />

de oorzak<strong>en</strong> daarvan:<br />

ü In welke <strong>beloning</strong>selem<strong>en</strong>t(<strong>en</strong>) ligt e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil beslot<strong>en</strong><br />

(andere inschaling, verschil in toeslag, etc)?<br />

ü Op welke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> die in de onderneming word<strong>en</strong> toegepast<br />

<strong>en</strong>/of <strong>op</strong> welke <strong>beloning</strong>sbeslissing<strong>en</strong> van de daartoe bevoegde<br />

leidinggev<strong>en</strong>de, is het geconstateerde verschil in e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>s elem<strong>en</strong>t<br />

terug te voer<strong>en</strong>?<br />

ü Welke red<strong>en</strong><strong>en</strong> voert de verantwoordelijke leidinggev<strong>en</strong>de aan voor de<br />

wijze waar<strong>op</strong> de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstaf is toepast <strong>en</strong>/of de betreff<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>sbeslissing is g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>?<br />

Deze vrag<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> in eerste instantie via dossieronderzoek te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gelost.<br />

Het zal hierbij noodzakelijk zijn om de salarishistorie die de functiehouder<br />

bij het bedrijf heeft doorgemaakt, zo volledig mogelijk te tracer<strong>en</strong>.<br />

Loonverschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> immers voortvloei<strong>en</strong> uit <strong>beloning</strong>sbeslissing<strong>en</strong> in het<br />

verled<strong>en</strong>, die doorwerk<strong>en</strong> in de hoogte van het actuele loon.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s moet word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> of de <strong>beloning</strong>sbeslissing<strong>en</strong> die het verschil<br />

in loon verklar<strong>en</strong>, overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met het daarvoor geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

van de onderneming. Indi<strong>en</strong> het om beslissing<strong>en</strong> uit het verled<strong>en</strong><br />

gaat, zull<strong>en</strong> deze afgezet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het destijds geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Het is goed mogelijk dat dossieronderzoek niet volstaat <strong>en</strong> dat er nadere<br />

gesprekk<strong>en</strong> nodig zijn. Relevante gesprekspartners zijn dan de direct verantwoordelijke<br />

managers of personeelschefs. In kleine organisaties is de meest<br />

voor de hand ligg<strong>en</strong>de gesprekspartner meestal de directeur van de organisatie.<br />

Via gesprekk<strong>en</strong> met deze sleutelperson<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de ontbrek<strong>en</strong>de<br />

gegev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> aangevuld. Tev<strong>en</strong>s zal per loonvergelijking waarin e<strong>en</strong><br />

loonverschil is aangetroff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nadere motivering moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong><br />

van de verantwoordelijke manager, waarom de <strong>beloning</strong>s beslissing<br />

die het verschil verklaart (destijds) zo is uitgevall<strong>en</strong>.


23<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

2.7 Stap 5: toetsing van e<strong>en</strong> loonverschil aan de toepasselijke<br />

wettelijke norm<strong>en</strong><br />

2.7.1 Inleiding<br />

De laatste stap die g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> juridische toetsing van e<strong>en</strong><br />

gevond<strong>en</strong> loonverschil tuss<strong>en</strong> functiehouders die behor<strong>en</strong> tot één paar aan<br />

de toepasselijke gelijkebehandelingswetgeving. Voordat de concrete onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

behor<strong>en</strong>d bij deze laatste fase in het onderzoek kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

geformuleerd, moet eerst word<strong>en</strong> vastgesteld welke wettelijke norm<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> welke onderscheidsgrond (<strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>) van toepas sing<br />

zijn. Na de beschrijving hiervan wordt dit alles, voorzover als mogelijk, omgezet<br />

<strong>naar</strong> prak tische onderzoeksvrag<strong>en</strong> die in beginsel door elke onderzoeker<br />

(ook de niet-jurist) toegepast kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Vooraf moet echter e<strong>en</strong> belangrijke kanttek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gezet bij de toepassing<br />

van <strong>en</strong> toetsing aan wettelijke norm<strong>en</strong>, wanneer dat in de context<br />

van algeme<strong>en</strong> onderzoek geschiedt.<br />

Beperking<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> juridische onderzoekstoets<br />

De wettelijke norm<strong>en</strong> die we gaan besprek<strong>en</strong>, zijn ontworp<strong>en</strong> om toegepast<br />

te word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> juridische procedure <strong>op</strong> teg<strong>en</strong>spraak. Dat betek<strong>en</strong>t dat van<br />

twee kant<strong>en</strong> feit<strong>en</strong>, argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechtvaardiging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangevoerd<br />

<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> uitwisseling van standpunt<strong>en</strong> kan plaats vind<strong>en</strong>. Het onderzoek<br />

zoals we dat hier uitvoer<strong>en</strong>, vindt niet in e<strong>en</strong> dergelijke juridische<br />

context plaats. Dit maakt dat e<strong>en</strong> juridische toets als onderdeel van algeme<strong>en</strong><br />

onderzoek e<strong>en</strong> meer beperkte waarde heeft.<br />

Weliswaar kan word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> bepaalde situatie, gezi<strong>en</strong> de<br />

gegev<strong>en</strong>s waarover m<strong>en</strong> beschikt, al dan niet in overe<strong>en</strong>stemming is met de<br />

wet maar definitieve uitsprak<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> wetsovertreding in e<strong>en</strong> bepaald<br />

individueel geval zijn niet mogelijk. T<strong>en</strong> eerste niet, omdat in e<strong>en</strong> daadwerkelijke,<br />

juridische procedure meer of andere feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>naar</strong> vor<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede niet, omdat de rechter bij uitsluiting bevoegd<br />

is om bind<strong>en</strong>de oordel<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> over de toepassing van de wet in e<strong>en</strong><br />

concreet geval. Hiernaast is, ingeval van de toepassing van de gelijkebehandelingswetgeving,<br />

ook de Commissie gelijke behandeling wettelijk bevoegd<br />

tot het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oordeel, zij het dat dit oordeel de partij<strong>en</strong> formeel<br />

niet bindt.<br />

Toetsingscriterium: e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>s(on)gelijkheid<br />

Gezi<strong>en</strong> het bov<strong>en</strong>staande, is er bij de <strong>op</strong>zet van deze onderzoeksmethode<br />

voor gekoz<strong>en</strong> om de juridische toetsing van e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil<br />

te beperk<strong>en</strong> tot de uitspraak, of er al dan niet e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> bestaat<br />

van wettelijk verbod<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>songelijkheid.


Hoofdstuk 2 Methode 24<br />

Met ‘vermoed<strong>en</strong>’ wordt binn<strong>en</strong> de context van deze onderzoeksmethode tot<br />

uitdrukking gebracht dat het oordeel slechts stoelt <strong>op</strong> de gegev<strong>en</strong>s voorzover<br />

deze volg<strong>en</strong>s de toegepaste methode beschikbaar kom<strong>en</strong>. Dit bet e-<br />

k<strong>en</strong>t dan ook dat de juridische toets per loonvergelijking anders kan uitvall<strong>en</strong>,<br />

mocht<strong>en</strong> door de werkgever nog onbek<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> aangebracht. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt met e<strong>en</strong> uitspraak over e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong><br />

van <strong>beloning</strong>songelijkheid duidelijk gemaakt dat de rechter of de Commissie<br />

gelijke behandeling in definitieve instantie anders zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

oordel<strong>en</strong>.<br />

2.7.2 De toepasselijke gelijkebehandelingsnorm <strong>op</strong> grond van se kse<br />

Beloningsgelijkheid <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong> wordt voorgeschrev<strong>en</strong> door het Eur<strong>op</strong>ese<br />

recht. Het gaat om artikel 141 EG (voorhe<strong>en</strong> artikel 119) <strong>en</strong> om EG-richtlijn<br />

75/117 die daaraan verdere uitwerking geeft. De richtlijn verplicht de Lidstat<strong>en</strong><br />

tev<strong>en</strong>s om de Eur<strong>op</strong>eesrechtelijke gelijke<strong>beloning</strong>snorm om te zett<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> nationale wetgeving. Dit is voor <strong>sekse</strong> gebeurd in de Wet gelijke behandeling<br />

van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (WGB).<br />

Bij e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>s conflict di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de beroep te do<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

nationale wetgeving. Het Eur<strong>op</strong>ese recht blijft echter in zoverre van belang<br />

dat nationale rechters verplicht zijn om hun nationale wetgeving uit te legg<strong>en</strong><br />

in het licht van de toepasselijke Eur<strong>op</strong>ese norm<strong>en</strong> (´geme<strong>en</strong>schapsconforme<br />

interpretatie´). De uitleg van de Eur<strong>op</strong>ese norm<strong>en</strong> zelf, is voorbehoud<strong>en</strong> aan<br />

het Hof van Justitie van de EG (verder: HvJ EG). Verder is het ook mogelijk<br />

om voor de nationale rechter e<strong>en</strong> direct beroep te do<strong>en</strong> <strong>op</strong> artikel 141 EG,<br />

wanneer de nationale wetgeving onvolledig of strijdig is aan het Eur<strong>op</strong>ese<br />

recht (de zogehet<strong>en</strong> directe werking). Omdat de nationale uitleg van de<br />

WGB nauw aansluit bij de Eur<strong>op</strong>ese voorschrift<strong>en</strong> vatt<strong>en</strong> we deze hieronder<br />

sam<strong>en</strong>. Bijlage 11 geeft letterlijke tekst van de loonvoorschrift<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de<br />

meest rec<strong>en</strong>te arrest<strong>en</strong> van het HvJ EG weer.<br />

Het Eur<strong>op</strong>ese gelijke<strong>beloning</strong>sgebod ziet <strong>op</strong> ieder verschil in elk elem<strong>en</strong>t<br />

van de <strong>beloning</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouwelijke <strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke werknemer die<br />

e<strong>en</strong> zelfde of gelijkwaardige functie verricht<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij het verschil in <strong>beloning</strong><br />

zijn rechtvaardiging vindt in objectieve factor<strong>en</strong> die niets van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

met discriminatie <strong>op</strong> grond van geslacht. Het maakt niet of e<strong>en</strong> loonverschil<br />

het gevolg is van e<strong>en</strong> intern stelsel of de CAO. De gelijke<strong>beloning</strong>snorm is<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> van toepassing <strong>op</strong> zowel het bedrijfslev<strong>en</strong> als de overheid. Onder<br />

<strong>beloning</strong> is te verstaan: alle huidige of toekomstige voordel<strong>en</strong> in geld of nat u-<br />

ra die de werknemer direct of indirect uit hoofde van di<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>stbetrekking<br />

van de werkgever ontvangt.<br />

Voor de vaststelling van <strong>beloning</strong>songelijkheid di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeelde aan te<br />

ton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> te ontvang<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> vergelijkbare collega van het<br />

andere geslacht voor arbeid van gelijke waarde ontvangt binn<strong>en</strong> dezelfde


25<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

onderneming. In dat geval is er e<strong>en</strong> schijn van discriminatie <strong>en</strong> staat het aan<br />

de werkgever te bewijz<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> inbreuk is gemaakt <strong>op</strong> het beginsel van<br />

gelijke <strong>beloning</strong>.<br />

De werkgever zou daartoe kunn<strong>en</strong> betwist<strong>en</strong> dat aan alle voorwaard<strong>en</strong> is voldaan<br />

door bijvoorbeeld aan te ton<strong>en</strong> dat beide werknemers ge<strong>en</strong> gelijkwaardig<br />

werk verricht<strong>en</strong>. Voorts zou de werkgever het geblek<strong>en</strong> verschil in <strong>beloning</strong><br />

kunn<strong>en</strong> rechtvaardig<strong>en</strong> met objectieve factor<strong>en</strong> die niets van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met<br />

discriminatie. E<strong>en</strong> door de werkgever aangevoerde grond ter verklaring van<br />

ongelijkheid moet wel beantwoord<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> werkelijke behoefte van de onderneming,<br />

geschikt zijn om het beoogde doel te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarvoor ook<br />

noodzakelijk zijn.<br />

Ingeval e<strong>en</strong> onderneming e<strong>en</strong> stelsel van <strong>beloning</strong> toepast dat wordt gek<strong>en</strong>merkt<br />

door e<strong>en</strong> volstrekt gebrek aan transparantie di<strong>en</strong>t de werkgever te bewijz<strong>en</strong><br />

dat zijn <strong>beloning</strong>spraktijk niet discriminer<strong>en</strong>d is, mits de werknemer met<br />

betrekking tot e<strong>en</strong> relatief groot aantal loontrekk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> aantoont dat sprake is<br />

van e<strong>en</strong> gemiddeld loonverschil tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de onderneming.<br />

Bij e<strong>en</strong> ondoorzichtig stelsel is het immers voor de werknemer onmogelijk<br />

om de verschill<strong>en</strong>de bestanddel<strong>en</strong> van zijn salaris te vergelijk<strong>en</strong> met die<br />

van e<strong>en</strong> collega die tot dezelfde loongroep behoort, <strong>en</strong> kan hij of zij slechts<br />

e<strong>en</strong> verschil in gemiddelde <strong>beloning</strong> aanton<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte mag volg<strong>en</strong>s het Eur<strong>op</strong>ese recht e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de zich alle<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> reële collega-werk nemer vergelijk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet met wat e<strong>en</strong> hypothetische<br />

werknemer van het andere geslacht zou verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijf.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de feitelijk niet gelijk maar hoger beloond zou<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, bijvoorbeeld omdat blijkt dat de maatman arbeid van mindere<br />

waarde verricht, dan is aan de gelijke<strong>beloning</strong>snorm ge<strong>en</strong> recht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> eve n-<br />

redig hogere <strong>beloning</strong> te ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> recht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gelijke <strong>beloning</strong><br />

in vergelijking met deze maatman (Murphy, C-157/86 Jur. 1988, 476).<br />

Nationale gelijkebehandelingswetgeving <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong><br />

De Nederlandse wetgever heeft de Eur<strong>op</strong>ese gelijke<strong>beloning</strong>snorm<strong>en</strong> omgezet<br />

in nationale wetgeving. Het betreft artikel 7:646 Burgerlijk Wetboek<br />

(BW) <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 van de Wet gelijke behandeling van<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (WGB). De WGB is rechtstreeks van toepassing <strong>op</strong><br />

overheidswerknemers. Voor werknemers uit het bedrijfslev<strong>en</strong> verlo<strong>op</strong>t de<br />

werking van de wet via de (schakel)bepaling van artikel 646, <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />

de titel over het arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>recht uit boek 7 van het Burgerlijk<br />

Wetboek.<br />

De WGB bepaalt dat de werk gever ge<strong>en</strong> onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong> wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg<br />

gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 7 <strong>en</strong> 9 WGB specificer<strong>en</strong> dat de lon<strong>en</strong><br />

van de werknemers van verschill<strong>en</strong>d geslacht die binn<strong>en</strong> dezelfde onderneming<br />

gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong>, gelijk zijn indi<strong>en</strong> ze berek<strong>en</strong>d


Hoofdstuk 2 Methode 26<br />

zijn <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Uit de Eur<strong>op</strong>ese jurisprud<strong>en</strong>tie<br />

kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> dat de uitleg van het begrip ´gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>´<br />

zal moet<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> bij de regel dat e<strong>en</strong> verschil in <strong>beloning</strong> gerechtvaardigd<br />

is wanneer het wordt verklaard door objectieve factor<strong>en</strong> die<br />

los staan van discriminatie <strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong> aan het ev<strong>en</strong>redigheidsbeginsel<br />

(geschikt <strong>en</strong> noodzakelijk om aan e<strong>en</strong> werkelijke behoefte van de onderneming<br />

te voldo<strong>en</strong>).<br />

Om te kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> of de arbeid die door de werknemers van verschill<strong>en</strong>d<br />

geslacht wordt verricht van gelijke waarde is, bepaalt artikel 8 WGB dat<br />

gebruik moet word<strong>en</strong> gemaakt van e<strong>en</strong> deugdelijk stelsel van functiewaardering,<br />

waarbij zoveel mogelijk wordt aangeslot<strong>en</strong> bij het stelsel dat in de<br />

onderneming gebruikelijk is. Uit de Eur<strong>op</strong>ese jurisprud<strong>en</strong>tie wordt duidelijk<br />

dat e<strong>en</strong> stelsel van functiewaardering moet zi<strong>en</strong> <strong>op</strong> de aard van de door<br />

betrok k<strong>en</strong><strong>en</strong> daadwerkelijk verrichte arbeid (zie bijlage 11).<br />

2.7.3 De toepasselijke gelijkebehandelingsnorm<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong><br />

Behalve in de WGB is het verbod <strong>op</strong> <strong>beloning</strong>sonderscheid <strong>naar</strong> geslacht<br />

ook terug te vind<strong>en</strong> in de Algem<strong>en</strong>e wet gelijke behandeling (AWGB). De<br />

norm<strong>en</strong> van de AWGB hebb<strong>en</strong> echter niet alle<strong>en</strong> betrek king <strong>op</strong> onderscheid<br />

<strong>naar</strong> geslacht maar ook <strong>op</strong> andere discriminatiegrond<strong>en</strong>, waaronder <strong>ras</strong><br />

(verder ook: etnische herkomst). De AWGB geeft niet nader aan <strong>op</strong> welke<br />

wijze e<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong> in de <strong>beloning</strong> precies moet word<strong>en</strong><br />

vastgesteld. Voor geslacht wordt dit in de WGB wel apart geregeld.<br />

Daarom wordt voor het <strong>op</strong>spor<strong>en</strong> van ongelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>, zowel in<br />

de rechtspraktijk als bij de CGB, doorgaans uitgegaan van de onderzoekscriteria,<br />

zoals die zijn weergegev<strong>en</strong> voor <strong>sekse</strong> in artikel 7 e.v. WGB.<br />

Zoals ook in het eerste hoofdstuk besprok<strong>en</strong>, geld<strong>en</strong> de Eur<strong>op</strong>ese voorschrift<strong>en</strong><br />

niet voor <strong>ras</strong>. Dat geldt dus ook voor bepaalde Eur<strong>op</strong>ese vereist<strong>en</strong><br />

die in de (A)WGB niet word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, zoals de uitsluiting van de hypothetische<br />

maatman of de onmogelijkheid e<strong>en</strong> hoger loon dan de maatman af te<br />

dwing<strong>en</strong>. Omdat deze <strong>beloning</strong>sstudie vooral e<strong>en</strong> handzame methode moet<br />

<strong>op</strong>lever<strong>en</strong> die <strong>op</strong> meerdere onderscheidsgrond<strong>en</strong> toepasbaar is zonder al te<br />

veel complicaties, zull<strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>sekse</strong><br />

aan dezelfde norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst. Dit strookt met de nationale gelijkebehandelingswetgeving,<br />

maar sluit e<strong>en</strong> bredere uitleg van de norm inclusief<br />

daar<strong>op</strong> aanvull<strong>en</strong>d onderzoek niet uit (zie hiervoor paragraaf 1.3.1).<br />

2.7.4 De toepasselijke gelijkebehandelingsnorm <strong>op</strong> grond van<br />

<strong>arbeidsduur</strong><br />

T<strong>en</strong>slotte kijk<strong>en</strong> we <strong>naar</strong> de toepasselijke wettelijke norm, wanneer het e<strong>en</strong><br />

loonverschil <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> zou betreff<strong>en</strong>. Arbeidsduur is géén


27<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

onderscheidsgrond die is <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de AWGB. Voor <strong>arbeidsduur</strong> lijkt de<br />

situatie daarom iets af te wijk<strong>en</strong> van die ingeval van <strong>sekse</strong> of <strong>ras</strong>.<br />

De Wet verbod <strong>op</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> (WOA) verbiedt het mak<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de voorwaard<strong>en</strong><br />

waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voort gezet<br />

dan wel <strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerecht vaardigd<br />

is. Inmiddels wordt onderscheid tuss<strong>en</strong> deeltijders <strong>en</strong> voltijders ook<br />

verbod<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>ese richtlijn. De WOA is van eerdere datum maar<br />

moet wel voldo<strong>en</strong> aan de Eur<strong>op</strong>ese criteria. Dat is <strong>op</strong> het eerste gezicht het<br />

geval, maar rechtspraak van het HvJ EG waarin het betreff<strong>en</strong>de discriminatieverbod<br />

is toegepast <strong>op</strong> e<strong>en</strong> concreet <strong>beloning</strong>sgeval, ontbreekt. We<br />

richt<strong>en</strong> ons daarom verder tot de toepassing van de nationale wetgeving.<br />

De norm uit WOA is overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in artikel 7:648 BW <strong>en</strong> daarmee van toepassing<br />

<strong>op</strong> de werknemer in het bedrijfslev<strong>en</strong>. Voor de overheidswerk nemer<br />

is e<strong>en</strong> bepaling van dezelfde strekking <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>wet.<br />

De Commissie gelijke behandeling is wettelijk bevoegd om, behalve <strong>op</strong><br />

grond van de AWGB <strong>en</strong> WGB, ook oordel<strong>en</strong> uit te sprek<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van de<br />

WOA. De WOA wijkt, zoals gezegd, af van de norm uit de (A)WGB. Verbod<strong>en</strong><br />

onderscheid is niet uitgesplitst <strong>naar</strong> direct <strong>en</strong> indirect onderscheid, maar<br />

de norm verbiedt wel degelijk ook discriminer<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

De Memorie van Toelichting bij de wet stelt dat bij de toetsing of e<strong>en</strong> regeling<br />

in strijd is met de WOA, eerst moet word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> of er sprake is van<br />

bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> (Kamerstukk<strong>en</strong> II<br />

1995-1996, 24 498, nr. 3). Wanneer sprake is van e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling, dan moet<br />

bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of dit onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Het laatste<br />

wordt <strong>op</strong> dezelfde wijze uitgelegd als geldt voor <strong>sekse</strong>. E<strong>en</strong> onderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> kan dus gerechtvaardigd word<strong>en</strong> door objectieve factor<strong>en</strong><br />

die losstaan van discriminatie. Het doel van de regeling moet dan aan werkelijke<br />

behoefte van de onderneming voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gebruikte middel moet<br />

hiervoor geschikt <strong>en</strong> noodzakelijk zijn. Ook de Commissie gelijke behandeling<br />

toetst volg<strong>en</strong>s deze wijze aan de WOA.<br />

Soms mak<strong>en</strong> de Commissie gelijke behandeling <strong>en</strong> de rechter ook gebruik<br />

van andere aanwijzing<strong>en</strong> (o.a. Rb. Amsterdam 4 oktober 2000, Aalsmeerse<br />

Bloem<strong>en</strong>veiling<strong>en</strong>, JAR 2000/232). Op grond van de <strong>sekse</strong>gelijkheidsnorm<br />

heeft het HvJ EG namelijk ook norm<strong>en</strong> gesteld om te bepal<strong>en</strong> of er sprake is<br />

van gelijke <strong>beloning</strong> van voltijders <strong>en</strong> deeltijders. Het Hof heeft dit kunn<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> omdat e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> voltijders <strong>en</strong> deeltijders in veel gevall<strong>en</strong><br />

ook e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> <strong>op</strong>levert. Volg<strong>en</strong>s het Eur<strong>op</strong>ese<br />

Hof is van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers<br />

sprake ‘’indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers wordt betaald in e<strong>en</strong>


Hoofdstuk 2 Methode 28<br />

bedrijf, bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers<br />

wordt betaald’’ (Helmig, Jur. 1994, I-5727).<br />

Vatt<strong>en</strong> we de norm van de WOA sam<strong>en</strong> dan zal, wanneer we de lon<strong>en</strong> gaan<br />

vergelijking<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voltijder <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deeltijder die arbeid van gelijke<br />

waarde verricht<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dezelfde onderneming, dus eerst vastgesteld moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil zijn oorzaak vindt in e<strong>en</strong> onderscheid<br />

<strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de <strong>beloning</strong>s voorwaard<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s het Eur<strong>op</strong>ese toetsingscriterium zou daarvan sprake zijn, wanneer<br />

de totale <strong>beloning</strong> bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijf lager is<br />

voor deeltijders dan voor voltijders (of andersom).<br />

Volg<strong>en</strong>s de wetsgeschied<strong>en</strong>is van de WOA moet vastgesteld word<strong>en</strong> of het<br />

aangetroff<strong>en</strong> (loon)verschil tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in<br />

<strong>arbeidsduur</strong> leidt. Doet e<strong>en</strong> dergelijke b<strong>en</strong>adeling zich inderdaad voor in de<br />

<strong>beloning</strong>, dan moet vervolg<strong>en</strong>s beoordeeld word<strong>en</strong> of hiervoor objectief gerechtvaardigde<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> bestaan. Het laatste is het geval wanneer de door<br />

de werkgever aangevoerde objectieve grond voor het onderscheid beantwoordt<br />

aan e<strong>en</strong> werkelijke behoefte van de onderneming <strong>en</strong> daarvoor ook<br />

geschikt <strong>en</strong> noodzakelijk is.<br />

2.7.5 Omzetting van het juridisch toetsingskader <strong>naar</strong> onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

Met de voorafgaande uite<strong>en</strong>zetting van de wettelijke norm<strong>en</strong> die van toepassing<br />

zijn <strong>op</strong> <strong>beloning</strong>s(on)gelijkheid <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>, kunn<strong>en</strong><br />

we nu terugker<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de wijze van uitvoering van onderzoekstap 5<br />

(toetsing van e<strong>en</strong> loonverschil aan de toepasselijke wettelijke norm<strong>en</strong>).<br />

Bij onderzoeksstap 4 is reeds e<strong>en</strong> eerste analyse gemaakt van de achtergrond<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil tuss<strong>en</strong> twee functiehouders die<br />

behor<strong>en</strong> tot hetzelfde paar. We wet<strong>en</strong> daarom inmiddels in welk <strong>beloning</strong>selem<strong>en</strong>t<br />

het loonverschil beslot<strong>en</strong> ligt. Ook wet<strong>en</strong> we <strong>op</strong> welke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>,<br />

die in de onderneming word<strong>en</strong> toegepast, het geconstateerde<br />

verschil in het <strong>beloning</strong>selem<strong>en</strong>t is terug te voer<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is nog geïnv<strong>en</strong>tariseerd<br />

wat de motiev<strong>en</strong> van de werkgever zijn geweest om de betreff<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstaf toe te pass<strong>en</strong>.<br />

Met deze k<strong>en</strong>nis over de oorzak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil, is te<br />

toets<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> loonverschil wel of niet e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong><br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid <strong>op</strong>roept. We mak<strong>en</strong> hierbij e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

de toets <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> <strong>en</strong> <strong>ras</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong> anderzijds,<br />

vanwege de zojuist besprok<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de (A)WGB <strong>en</strong> de WOA.<br />

Toetsing van e<strong>en</strong> loonverschil <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> <strong>en</strong> <strong>ras</strong><br />

Als laatste stap in het onderzoek moet de volg<strong>en</strong>de vraag word<strong>en</strong> beantwoord:


29<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

q<br />

In hoeverre is het loonverschil tuss<strong>en</strong> de functiehouder <strong>en</strong> zijn of haar<br />

‘maatman’ binn<strong>en</strong> de loonvergelijking verklaarbaar door e<strong>en</strong> (gelijke)<br />

toepassing van objectieve <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>?<br />

Deze vraag valt in e<strong>en</strong> paar subvrag<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>, namelijk:<br />

ü Op welke <strong>beloning</strong>smaatstaf berust de berek<strong>en</strong>ing van het <strong>beloning</strong>selem<strong>en</strong>t<br />

waarin het loonverschil beslot<strong>en</strong> ligt?<br />

ü Is deze <strong>beloning</strong>smaatstaf (of te wel <strong>beloning</strong>scriterum) <strong>op</strong> dezelfde<br />

wijze toegepast <strong>op</strong> beide functiehouders binn<strong>en</strong> het paar?<br />

ü Zo ja, in hoeverre is deze <strong>beloning</strong>smaatstaf objectief van karakter (de<br />

maatstaf leidt niet tot direct of indirect onderscheid)?<br />

ü Zou de maatstaf e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van indirect onderscheid <strong>op</strong>roep<strong>en</strong>,<br />

dan moet nog bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of de werkgever hiervoor objectieve<br />

grond<strong>en</strong> kan aangedrag<strong>en</strong> (de maatstaf is geschikt <strong>en</strong> noodzakelijk om<br />

aan e<strong>en</strong> werkelijke behoefte van de onderneming te voldo<strong>en</strong>).<br />

E<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil tuss<strong>en</strong> de vergelek<strong>en</strong> functiehouders leidt<br />

vervolg<strong>en</strong>s tot de conclusie van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

<strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> of <strong>ras</strong>, indi<strong>en</strong> één of meer van de<br />

volg<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> zich voordoet:<br />

• Er is sprake van e<strong>en</strong> loonverschil maar het is onmogelijk om vast te stell<strong>en</strong><br />

door toepassing van welke <strong>beloning</strong>smaatstaf dit verschil precies is<br />

ontstaan, omdat sprake blijkt van e<strong>en</strong> volstrekt ondoorzichtige <strong>beloning</strong>s<br />

praktijk<br />

• Het loonverschil vloeit voort uit de toepassing van e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstaf of uit het wel toepass<strong>en</strong> van de maatstaf <strong>op</strong> de <strong>en</strong>e<br />

functiehouder maar niet <strong>op</strong> de andere, in gelijke omstandighed<strong>en</strong><br />

• Op beide werknemers is dezelfde <strong>beloning</strong>smaatstaf toegepast die e<strong>en</strong><br />

verklaring geeft voor het gevond<strong>en</strong> loonverschil, maar deze maatstaf<br />

maakt e<strong>en</strong> direct onderscheid, of leidt tot e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van indirect<br />

onderscheid zonder dat dit gerechtvaardigd wordt door objectief ondernemingsdoel<br />

waarvoor de maatstaf e<strong>en</strong> geschikt <strong>en</strong> noodzak elijk middel<br />

is.<br />

Deze eerste situatie vloeit voort uit de wettelijke norm<strong>en</strong> voor de vaststelling<br />

van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sonderscheid (zie § 2.7.2). Wanneer e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de<br />

<strong>op</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze kan vaststell<strong>en</strong> door welk <strong>beloning</strong>scriterium e<strong>en</strong> loonverschil<br />

precies is ontstaan, dan keert de bewijslast om. Er is met andere<br />

woord<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van verbod<strong>en</strong> onderscheid, t<strong>en</strong>zij de<br />

werkgever dit zou kunn<strong>en</strong> weerlegg<strong>en</strong> door alsnog inzichtelijk te mak<strong>en</strong> welk


Hoofdstuk 2 Methode 30<br />

(objectief) <strong>beloning</strong>scriterium het loonverschil verklaart. Aangezi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

de methode rek<strong>en</strong>ing is gehoud<strong>en</strong> met gesprekk<strong>en</strong> met het verantwoordelijk<br />

managem<strong>en</strong>t (zie bij onderzoeksstap 4), is alle<strong>en</strong> van ondoorzichtig beleid<br />

sprake indi<strong>en</strong> ook het managem<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>de verklaring heeft voor het<br />

gevond<strong>en</strong> loonverschil.<br />

In de overige twee gevall<strong>en</strong> is het loon van de werknemers van verschill<strong>en</strong>d<br />

geslacht of etnische herkomst die gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong>, niet berek<strong>en</strong>d<br />

<strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Ook dit moet tot de<br />

conclusie leid<strong>en</strong> dat het gaat om e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

in strijd met de AWGB (<strong>ras</strong>) of WGB (<strong>sekse</strong>).<br />

Toetsing van e<strong>en</strong> loonverschil <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong><br />

Bij e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil tuss<strong>en</strong> functiehouders behor<strong>en</strong>d tot e<strong>en</strong><br />

paar waarvan de één in deeltijd werkt <strong>en</strong> de ander in voltijd, gaat het om<br />

beantwoording van de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

ü Door toepassing van welke maatstaf wordt het gevond<strong>en</strong> verschil verklaard?<br />

ü Leidt de toepassing van deze maatstaf tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van<br />

e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong>?<br />

ü Zo ja, is het onderscheid objectief gerechtvaardigd (voldoet het aan e<strong>en</strong><br />

werkelijke behoefte van de onderneming <strong>en</strong> is het daarvoor geschikt <strong>en</strong><br />

noodzakelijk)?<br />

Wanneer zou blijk<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> loonverschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deeltijder<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voltijder, die gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong>, voortvloeit uit e<strong>en</strong> verschil<br />

in <strong>arbeidsduur</strong> in de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> of de wijze van toepassing<br />

daarvan, dan moet eerst bezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of dit tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling van deeltijders<br />

(of voltijders) leidt. Zou dat het geval zijn <strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong> objectieve<br />

grond<strong>en</strong> voor de toepassing van de maatstaf, dan moet geconcludeerd word<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> in strijd<br />

met de WOA.<br />

2.8 Beproeving van de onderzoeksmethode<br />

In de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> zal aan de hand van onderzoek in drie concrete<br />

arbeidsorganisaties de toepasbaarheid van de methode word<strong>en</strong> getest.<br />

Hoofdstuk 3 geeft de uitvoering van het onderzoek weer bij e<strong>en</strong> middel groot<br />

produc tiebedrijf waar relatief veel allochton<strong>en</strong> werk zaam zijn (case A).<br />

Hoofdstuk 4 heeft betrekking <strong>op</strong> e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st van e<strong>en</strong> grote geme<strong>en</strong>te, waar<br />

met name werkzaamhed<strong>en</strong> <strong>op</strong> midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> hoger gekwalifi ceerd niveau word<strong>en</strong><br />

verricht (case B). Hoofdstuk 5 t<strong>en</strong>slotte bevat het verslag van het onderzoek<br />

zoals verricht bij e<strong>en</strong> kleine uitvaartonderneming (case C).


31<br />

Hoofdstuk 2 Methode<br />

Per case zull<strong>en</strong> de bevinding<strong>en</strong> over gelijke <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van de getrokk<strong>en</strong><br />

paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong> nader word<strong>en</strong> belicht. Daarnaast<br />

heeft de verslaglegging tot doel de concrete ervaring<strong>en</strong> te beschrijv<strong>en</strong> die<br />

zijn <strong>op</strong>gedaan bij de dataverzameling <strong>en</strong> de uitvoering van de loonvergelijking<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>s bov<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezette methode.


33<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

Hoofdstuk 3<br />

Gelijk-loononderzoek bij arbeidsorganisatie A<br />

3.1 Korte typering van het bedrijf<br />

Bedrijf A is e<strong>en</strong> grote industriële bakkerij met ongeveer 430 medewerkers.<br />

De helft van het totale aantal medewerkers is vrouw. Alle medewerkers zijn<br />

volg<strong>en</strong>s de Wet Sam<strong>en</strong> geregistreerd. 2 Ongeveer 32% van het totale aantal<br />

medewerkers is allochtoon. De grootste functiegroep binn<strong>en</strong> A is de groep<br />

produc tiemedewerkers. Er werk<strong>en</strong> 155 productiemedewerkers bij A, dit is<br />

36% van het totaal aantal medewerkers. Productiemedewerkers kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> in het productieproces staan, te wet<strong>en</strong> <strong>op</strong> de afdeling<strong>en</strong><br />

giet, ov<strong>en</strong>, inpak of kapsel. Zij legg<strong>en</strong> verantwoording af aan de productiecoördinator.<br />

Het globale plaatje van het lijnmanagem<strong>en</strong>t ziet er als volgt<br />

uit. Er is e<strong>en</strong> stafafdeling P&O waar de manager P&O aan het hoofd staat.<br />

Aan het hoofd van de productie staat de productiemanager, daaronder staat<br />

e<strong>en</strong> hoofd productievoorbereiding <strong>en</strong> daaronder staat het afdelings hoofd<br />

(van de afdeling<strong>en</strong> giet, ov<strong>en</strong>, inpak <strong>en</strong> kapsel). Wanneer in dit verslag gesprok<strong>en</strong><br />

wordt over leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dan word<strong>en</strong> deze drie laatst g<strong>en</strong>oemde<br />

managem<strong>en</strong>tlag<strong>en</strong> bedoeld.<br />

De functie van ‘productiemedewerker’ k<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oeg functiehouders om alle<br />

vergelijking<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Het is niet nodig om andere (gelijkwaardige)<br />

functies in de loonvergelijking<strong>en</strong> te betrekk<strong>en</strong>. Van de 155 productiemedewerkers<br />

zijn er 120 productiemedewerkers te gebruik<strong>en</strong> in de pilot. Bij<br />

de overige 35 productiemedewerkers ontbreekt er veelal het gegev<strong>en</strong> of zij<br />

wel of niet allochtoon zijn 3 <strong>en</strong> soms ontbrek<strong>en</strong> er salarisschal<strong>en</strong>. Van deze<br />

120 productiemedewerkers is 19% man <strong>en</strong> 81% vrouw. Het perc<strong>en</strong>tage allochton<strong>en</strong><br />

onder deze groep van 120 productiemedewerkers is 63%. Het<br />

aantal deeltijdwerkers onder de productiemedewerkers bedraagt 28%,<br />

waarvan 94% vrouw is.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> valt A onder de l<strong>op</strong><strong>en</strong>de CAO Bakkersbedrijf.<br />

A heeft e<strong>en</strong> personeelshandboek waar alle arbeidsvoorwaard<strong>en</strong><br />

2 Allochton<strong>en</strong> zijn: (a) person<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> in Turkije, Marokko, Suriname, Nederlandse Antill<strong>en</strong>,<br />

Aruba, voormalig Joegoslavië of overige land<strong>en</strong> in Zuid- of Midd<strong>en</strong> Amerika, Afrika of Azië (met<br />

uitzondering van Japan <strong>en</strong> voormalig Nederlands-Indië, (b) persoon die voorkomt in het register<br />

van de Wet Rietkerk (dit betreft voornamelijk Molukkers) <strong>en</strong> (c) kinder<strong>en</strong> van onder a. <strong>en</strong> b<br />

g<strong>en</strong>oemde person<strong>en</strong>.<br />

2 Alle medewerkers zijn volg<strong>en</strong>s de Wet Sam<strong>en</strong> geregistreerd, maar e<strong>en</strong> medewerker is niet<br />

verplicht om zijn of haar afkomst <strong>op</strong> te gev<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medewerker zijn/haar afkomst niet<br />

vermeldt dan wordt dit geregistreerd met de vermelding ‘’bezwaar’’.


Hoofdstuk 3 Case A 34<br />

die voor A geld<strong>en</strong> in zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Het uitgangspunt van<br />

het personeelshandboek is de CAO Bakkersbedrijf.<br />

3.2 Beloningsbeleid<br />

In deze paragraaf komt het <strong>beloning</strong>sbeleid aan bod, zoals dat in de organisatie<br />

gehanteerd wordt. Allereerst wordt er ingegaan <strong>op</strong> het functiewaarderings<br />

systeem dat de organisatie gebruikt, namelijk het ORBA-systeem. Dit<br />

functiewaarderingssysteem is in 2001 ingevoerd in de organisatie. Het bleek<br />

nogal lastig te zijn om over de toepassing van het ORBA-systeem veel informatie<br />

te vergar<strong>en</strong>, terwijl het in feite nog maar kort geled<strong>en</strong> was dat dit in de<br />

organisatie gespeeld heeft. Relevante informatie zoals de omzetting van de<br />

ORBA-punt<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de salarisschal<strong>en</strong> ontbrak in eerste instantie. E<strong>en</strong> gesprek<br />

met de manager P&O heeft uiteindelijk nog wel het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander aan<br />

informatie <strong>op</strong>geleverd over de invoering van ORBA in de organisatie.<br />

De omzetting van de toepassing van het ORBA-systeem <strong>naar</strong> de salarisschal<strong>en</strong><br />

wordt ook behandeld in deze paragraaf. Hoe het <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

wordt toegepast <strong>op</strong> de geselecteerde functie van productiemedewerker komt<br />

daarna aan bod. Productiemedewerkers kunn<strong>en</strong> in aanmerking kom<strong>en</strong> voor<br />

e<strong>en</strong> aantal toeslag<strong>en</strong>. Welke toeslag<strong>en</strong> dit zijn <strong>en</strong> wat de toeslag<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong><br />

wordt in het laatste deel van deze paragraaf uite<strong>en</strong>gezet.<br />

3.2.1 Het ORBA-functiewaarderingssysteem<br />

Met ingang van april 2001 is e<strong>en</strong> deel van de voorkom<strong>en</strong>de functies bij het<br />

bedrijf rechtstreeks gewaardeerd aan de hand van het ORBA-functiewaarderingssysteem.<br />

Voorafgaand daaraan, werd<strong>en</strong> deze functies ingedeeld <strong>op</strong><br />

basis van globale CAO-typering<strong>en</strong>. Het ORBA-systeem is het functiewaarderingssysteem<br />

van de Algem<strong>en</strong>e Werkgeversver<strong>en</strong>iging VNO-NCW (AWVN)<br />

<strong>en</strong> wordt over het algeme<strong>en</strong> aangemerkt als e<strong>en</strong> betrouwbaar systeem. We<br />

verricht<strong>en</strong> echter ge<strong>en</strong> apart onderzoek <strong>naar</strong> de wijze waar<strong>op</strong> het systeem in<br />

deze onderneming is toegepast (zie voor de red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor, paragraaf<br />

1.3). Tot nu toe heeft de onderneming alle<strong>en</strong> het directe <strong>en</strong> indirecte productiepersoneel<br />

gewaardeerd middels het ORBA-systeem. Het is de bedoeling<br />

dat ook het overige (kantoor)-personeel in het systeem meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> gaat<br />

word<strong>en</strong>.<br />

Van alle (productie)functies zijn binn<strong>en</strong> de organisatie functiebeschrijving<strong>en</strong><br />

gemaakt aan de hand van de derti<strong>en</strong> gezichtspunt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het ORBAsysteem.<br />

In bijlage 1 is de functiebeschrijving van de productiemedewerker<br />

integraal <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In onderstaande tabel 3.1 is de functierangorde van<br />

e<strong>en</strong> aantal directe productiefuncties weergegev<strong>en</strong> die bij de invoering van<br />

ORBA gewaardeerd zijn. Per functie is het aantal ORBA-punt<strong>en</strong> af te lez<strong>en</strong>


35<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

<strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de groepsindeling in ORBA. De functie van productiemedewerker<br />

krijgt 37 punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zit in ORBA-groep 2.<br />

Tabel 3.1 Functierangorde<br />

Functi<strong>en</strong>aam<br />

ORBApunterange<br />

ORBA-<br />

ORBAGROEP<br />

(Transporteur) 35 30 – 50 2<br />

Productiemedewerker 37 2<br />

(1e Productiemedewerker) 43 2<br />

Productie<strong>op</strong>erator 85 70 – 90 4<br />

1e Productie<strong>op</strong>erator 100 90 – 110 5<br />

Na het functiewaarderingsproces heeft de organisatie ervoor gekoz<strong>en</strong> de<br />

functies van 1e productiemedewerker <strong>en</strong> transporteur (beide ORBA-groep 2)<br />

niet langer te onderscheid<strong>en</strong> van de functie van productiemedewerker<br />

(ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ORBA-groep 2). In de gesprekk<strong>en</strong> met de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

manager P&O komt <strong>naar</strong> vor<strong>en</strong> dat er inmiddels weer plann<strong>en</strong> bestaan om<br />

wellicht de functie van 1e productiemedewerker <strong>op</strong>nieuw in te vo er<strong>en</strong>. Zowel<br />

de manager P&O als de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat daar behoefte aan<br />

is vanuit de productie. Er is e<strong>en</strong> te grote afstand tuss<strong>en</strong> de productiemedewerker<br />

<strong>en</strong> de productie<strong>op</strong>erator. Op het mom<strong>en</strong>t van onderzoek is de herinvoering<br />

van deze functie (nog) niet gerealiseerd.<br />

Nadat de productiefuncties zijn ingedeeld in ORBA-groep<strong>en</strong>, zijn deze groep<strong>en</strong><br />

gek<strong>op</strong>peld aan de CAO-salarisklass<strong>en</strong>. De conversie van de ORBAgroep<br />

<strong>naar</strong> de salarisklasse is te vind<strong>en</strong> in tabel 3.2.<br />

Tabel 3.2 Vertaling ORBA-groep <strong>naar</strong> schaalindeling<br />

Functie ORBA Schaal Min / Max<br />

Productiemedewerker 2 I <strong>en</strong> II I-0 / II-4<br />

Productie<strong>op</strong>erator 4 V V-0 / V-6<br />

1e Productie<strong>op</strong>erator 5 VI(b) VI(b)-0 / VI(b)-7<br />

De functie van productiemedewerker zit volg<strong>en</strong>s deze bov<strong>en</strong>staande schaalindeling<br />

<strong>op</strong> schaal I <strong>en</strong> II. Het maximaal haalbare schaalniveau is schaal II-4.<br />

In de salarisklass<strong>en</strong> III, IV <strong>en</strong> VI(a) komt ge<strong>en</strong> directe productiefunctie voor.<br />

In onderstaande tabel is het bruto functieloon per maand af te lez<strong>en</strong> per salarisklasse.<br />

Hierin is te zi<strong>en</strong> dat de salarisbedrag<strong>en</strong> in kleine stapjes to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

De verschill<strong>en</strong>de schal<strong>en</strong> overlapp<strong>en</strong> elkaar in grote mate.


Hoofdstuk 3 Case A 36<br />

Tabel 3.3<br />

Functieloon productiepersoneel per 30/12/2001 in euro’s<br />

Functiejar<strong>en</strong><br />

sch. maand<br />

salaris<br />

sch. maand<br />

salaris<br />

sch. maand<br />

salaris<br />

sch. maand<br />

salaris<br />

sch. maand<br />

salaris<br />

0 jaar I-0 1651,61 II-0 1679,60 III-0 1707,59 IV-0 1735,59 V-0 1773,46<br />

1 jaar I-1 1668,07 II-1 1697,71 III-1 1727,35 IV-1 1756,99 V-1 1796,51<br />

2 jaar I-2 1684,54 II-2 1714,18 III-2 1747,11 IV-2 1778,40 V-2 1819,57<br />

3 jaar I-3 1701,01 II-3 1733,94 III-3 1766,87 IV-3 1799,81 V-3 1842,62<br />

4 jaar I-4 1717,47 II-4 1753,70 III-4 1788,28 IV-4 1821,21 V-4 1867,32<br />

5 jaar IV-5 1844,27 V-5 1892,02<br />

6 jaar V-6 1915,07<br />

Productiemedewerkers in de leeftijd tot <strong>en</strong> met 21 jaar word<strong>en</strong> ingedeeld in<br />

salarisklasse I van de jeugdsalarisklass<strong>en</strong>. Zie hiervoor onderstaande tabel<br />

3.4. Per jaar krijg<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> schaaltrede erbij door de leeftijdverhoging. Vanaf<br />

hun 22e jaar stapp<strong>en</strong> zij, conform de CAO, over <strong>naar</strong> salarisklasse I-0 voor<br />

volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij anders overe<strong>en</strong> is gekom<strong>en</strong>.<br />

Tabel 3.4<br />

Functieloon productiepersoneel 16 t/m 21 jaar<br />

per 30/12-2001 in euro’s<br />

Leeftijd schaal maandsalaris<br />

16 jaar I-16 683,37<br />

17 jaar I-17 778,87<br />

18 jaar I-18 960,01<br />

19 jaar I-19 1238,29<br />

20 jaar I-20 1361,79<br />

21 jaar I-21 1508,35<br />

3.2.2 Toepassing van het <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

In de toepasselijke CAO is bepaald dat de <strong>beloning</strong> bestaat uit het functieloon<br />

<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele toeslag<strong>en</strong>. Aanvulling<strong>en</strong> <strong>op</strong> deze <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> basis van<br />

individuele afsprak<strong>en</strong> zijn mogelijk. Het functieloon komt overe<strong>en</strong> met het<br />

bedrag uit de salarisklasse, ook wel functieklasse g<strong>en</strong>oemd, waarin de medewerker<br />

<strong>op</strong> basis van zijn functie is ingedeeld. Dit functieloon wordt <strong>op</strong> 1<br />

januari van elk kal<strong>en</strong>derjaar, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> ander tijdstip is bepaald, met één<br />

functiejaar verhoogd tot het maximum van de salarisklasse is bereikt. Bij e<strong>en</strong><br />

overstap <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere salarisklasse wordt het functieloon ve rhoogd met<br />

50% van het salarisverschil tuss<strong>en</strong> de oude <strong>en</strong> nieuwe functieklasse bij func-


37<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

tiejaar 0. Indi<strong>en</strong> dit bedrag niet voorkomt in de nieuwe salarisklasse wordt<br />

het eerst hogere bedrag toegek<strong>en</strong>d. De toek<strong>en</strong>ningswijze van functiejar<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de inschalingswijze in e<strong>en</strong> hogere salarisklasse volg<strong>en</strong>s de CAO staan<br />

niet met zoveel woord<strong>en</strong> <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het personeelshandboek van de<br />

organisatie.<br />

Wanneer het bov<strong>en</strong>staande beleid wordt toegepast <strong>op</strong> de volwass<strong>en</strong> produc<br />

tiemedewerker, dan start deze in het reguliere geval in salarisschaal I-0.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t het loon jaarlijks met één functiejaar te word<strong>en</strong> verhoogd.<br />

Na 4 functiejar<strong>en</strong> wordt overgestapt <strong>naar</strong> schaal II. De loonsverhoging di<strong>en</strong>t<br />

hierbij t<strong>en</strong>minste € 14,- te bedrag<strong>en</strong> (50% van € 1679,60 - 1651,61). De productiemedewerker<br />

gaat dus van schaal I-4 (€ 1717,47) <strong>naar</strong> schaal II-3 (€<br />

1733,94). Schaal II-4 is het maximaal haalbare schaalniveau voor e<strong>en</strong> productiemedewerker.<br />

Binn<strong>en</strong> de organisatie wordt e<strong>en</strong> productiemedewerker incid<strong>en</strong>teel wel e<strong>en</strong>s<br />

hoger ingeschaald dan salarisschaal I-0. Dit kan bijvoorbeeld gebeur<strong>en</strong> als<br />

iemand van e<strong>en</strong> ander bakkersbedrijf komt <strong>en</strong> al veel ervaring heeft. Volg<strong>en</strong>s<br />

de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> komt dit echter zeld<strong>en</strong> voor. Bijna alle productiemedewerkers<br />

kom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> na eerst als uitz<strong>en</strong>dkracht gewerkt te hebb<strong>en</strong>.<br />

De salarisschal<strong>en</strong> van de uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> onder de salariss<strong>en</strong> van de<br />

vaste productiemedewerkers <strong>en</strong> daarom start iedere vaste produc tiemedewerker<br />

in principe in schaal I-0. De CAO noch het personeelshandboek gev<strong>en</strong><br />

regels over de wijze waar<strong>op</strong> ervaring gewaardeerd moet word<strong>en</strong> bij<br />

inschaling in de functieklasse.<br />

Uit de gesprekk<strong>en</strong> met de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> komt <strong>naar</strong> vor<strong>en</strong> dat de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> medewerker e<strong>en</strong> individuele salarisverhoging kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

als <strong>beloning</strong> voor goede prestaties. Het gaat om informeel beleid omdat het<br />

nerg<strong>en</strong>s is vastgelegd. Het eig<strong>en</strong> personeelshandboek vermeldt dan ook<br />

ge<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sbeleid bij goede of slechte prestaties. De CAO beperkt zich<br />

tot e<strong>en</strong> verplichte, jaarlijkse toek<strong>en</strong>ning van één functiejaar zolang het maximum<br />

van de salarisklasse niet is bereikt. Dit wordt niet afhankelijk gesteld<br />

van de prestatie van de werknemer.<br />

3.2.3 Toeslag<strong>en</strong> productiemedewerker<br />

Naast het functieloon kunn<strong>en</strong> er toeslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d aan het productiepersoneel.<br />

De toepasselijke CAO <strong>en</strong> het personeelshandboek onderscheid<strong>en</strong>:<br />

- toeslag voor het werk<strong>en</strong> <strong>op</strong> bepaalde ur<strong>en</strong><br />

- diplomatoeslag<br />

- koelceltoeslag<br />

- persoonlijke toeslag nieuw toeslag<strong>en</strong> systeem (p.t.n.t.s.)<br />

De g<strong>en</strong>oemde toeslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>d behandeld.


Hoofdstuk 3 Case A 38<br />

Toeslag<strong>en</strong> voor het werk<strong>en</strong> <strong>op</strong> bepaalde ur<strong>en</strong><br />

Voor het werk<strong>en</strong> <strong>op</strong> bepaalde tijd<strong>en</strong> zijn er extra toeslag<strong>en</strong>, bov<strong>en</strong><strong>op</strong> het<br />

normale uurloon, namelijk:<br />

Voor maandag tot <strong>en</strong> met vrijdag, voor 6.00 uur <strong>en</strong> na 18.00 uur: 33%<br />

Voor werk <strong>op</strong> zaterdag tot 18.00 uur: 33%<br />

Voor werk <strong>op</strong> zaterdag na 18.00 uur: 50%<br />

Voor werk <strong>op</strong> zondag: 100%<br />

Koelceltoeslag<br />

Voor het verricht<strong>en</strong> van arbeid in koel- <strong>en</strong> vriescell<strong>en</strong> waarin de temperatuur<br />

maximaal 7°C bedraagt ontvangt de werknemer, afhankelijk van het aantal<br />

ur<strong>en</strong> dat hij dat doet e<strong>en</strong> toeslag. Deze toeslag is conform de CAO Bakkersbedrijf<br />

<strong>en</strong> is afhankelijk van het aantal ur<strong>en</strong> dat de werknemer werkt.<br />

Koelceltoeslag 2001<br />

Minder dan 10 uur per week: ge<strong>en</strong> toeslag<br />

10 tot 20 uur per week (incid<strong>en</strong>teel): € 22,32<br />

Meer dan 20 uur per week (regelmatig): € 44,94<br />

Diplomatoeslag<br />

Werknemers, die in het bezit zijn van e<strong>en</strong> nader omschrev<strong>en</strong> vakdiploma,<br />

verklaring of testbewijs ontvang<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> dat diploma, verklaring of testbewijs<br />

relevant is voor de functie die zij vervull<strong>en</strong>, daarvoor e<strong>en</strong> toeslag, die<br />

afhankelijk is van het aantal ur<strong>en</strong> dat zij werkzaam zijn. In 2001 varieert de<br />

hoogte van de toeslag tuss<strong>en</strong> de € 13 <strong>en</strong> € 50 per maand, afhankelijk van<br />

het soort van vakdiploma. De toeslag die behoort bij e<strong>en</strong> zeker diploma<br />

wordt als volgt toegek<strong>en</strong>d:<br />

- bij e<strong>en</strong> werkweek tot 10 uur: ge<strong>en</strong> toeslag<br />

- bij e<strong>en</strong> werkweek van 10 tot 20 uur: 50% van de betreff<strong>en</strong>de<br />

diplomatoeslag<br />

- bij e<strong>en</strong> werkweek van 20 uur of meer: 100% van de betreff<strong>en</strong>de<br />

diplomatoeslag.<br />

Persoonlijke toeslag nieuw toeslag<strong>en</strong> systeem<br />

Tot 1 januari 1999 gold <strong>op</strong> basis van de CAO e<strong>en</strong> ander toeslag<strong>en</strong>systeem<br />

bij de organisatie. In het nieuwe toeslag<strong>en</strong>systeem zijn de oude ploeg<strong>en</strong>-,<br />

onregelmatigheids-, zaterdags- <strong>en</strong> zon- <strong>en</strong> feestdag<strong>en</strong>toeslag<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong><br />

door één toeslag, namelijk de toeslag voor het werk<strong>en</strong> <strong>op</strong> bepaalde ur<strong>en</strong>.<br />

Medewerkers, in di<strong>en</strong>st vóór 1 januari 1999, die als gevolg van het nieuwe<br />

toeslag<strong>en</strong>systeem e<strong>en</strong> lager loon ontvang<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> ter comp<strong>en</strong>satie vanaf


39<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

1 januari 1999 e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag nieuw toeslag<strong>en</strong> systeem. De hoogte<br />

van deze toeslag is conform de CAO gebaseerd <strong>op</strong> het verschil in loon<br />

berek<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong>s het oude <strong>en</strong> het nieuwe toeslag<strong>en</strong>systeem gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong><br />

zekere referteperiode in het najaar van 1998.<br />

Extra toeslag<strong>en</strong> die niet in het <strong>beloning</strong>sbeleid zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

Uit het door ons verrichte loononderzoek, waarbij de salarisstrok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

aantal productiemedewerkers zijn bestudeerd, blijkt dat er tev<strong>en</strong>s sprake is<br />

van toek<strong>en</strong>ning van twee soort<strong>en</strong> toeslag<strong>en</strong> die niet voorkom<strong>en</strong> in de CAO<br />

of het personeelshandboek. Dit zijn de ‘ploeg<strong>en</strong>vergoeding’ <strong>en</strong> de ‘ploeg<strong>en</strong>verg.’.<br />

De ploeg<strong>en</strong>vergoeding blijkt uit e<strong>en</strong> vast bedrag te bestaan van f 25,-<br />

netto per maand. De ploeg<strong>en</strong>verg. is e<strong>en</strong> brutobedrag dat per maand fluctueert.<br />

Waarvan dit afhankelijk is, is echter onbek<strong>en</strong>d. De beide toeslag<strong>en</strong><br />

stemm<strong>en</strong> niet overe<strong>en</strong> met de CAO-ploeg<strong>en</strong>toeslag zoals deze tot 1 januari<br />

1999 van kracht is geweest. De organisatie kan ge<strong>en</strong> duidelijke verklaring<br />

gev<strong>en</strong> voor de wijze van berek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de red<strong>en</strong> van de twee toeslag<strong>en</strong>.<br />

Wel is duidelijk dat het om oude regeling<strong>en</strong> gaat die in het verled<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s zijn<br />

ingevoerd <strong>en</strong> blijkbaar tot <strong>op</strong> hed<strong>en</strong> in de praktijk zijn gehandhaafd.<br />

Voor de volledigheid is er naast het functieloon <strong>en</strong> toeslag<strong>en</strong> nog te wijz<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> de <strong>beloning</strong>selem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overur<strong>en</strong>, reiskost<strong>en</strong>vergoeding <strong>en</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>. Alle<br />

productiemedewerkers zijn aangeslot<strong>en</strong> bij het bedrijfstakp<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>fonds. De<br />

reiskost<strong>en</strong>vergoeding wordt toegek<strong>en</strong>d indi<strong>en</strong> de woon-werkafstand 10 of<br />

meer kilometer bedraagt. Het mer<strong>en</strong>deel van de medewerkers woont dicht in<br />

de buurt <strong>en</strong> komt hiervoor niet in aanmerking. Voor overur<strong>en</strong> (ur<strong>en</strong> die de<br />

normale <strong>arbeidsduur</strong> te bov<strong>en</strong> gaan) kan e<strong>en</strong> toeslag word<strong>en</strong> betaald of is<br />

tijdscomp<strong>en</strong>satie mogelijk. De organisatie maakt in de meeste gevall<strong>en</strong> gebruik<br />

van het laatste. Het loononderzoek bij dit bedrijf zal beperkt zijn tot het<br />

functieloon <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele toeslag<strong>en</strong>.<br />

3.3 Selectie van par<strong>en</strong><br />

Opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> databestand<br />

In paragraaf 3.1 is al aangegev<strong>en</strong> dat er 155 productiemedewerkers bij A<br />

werk<strong>en</strong>. Aan A is gevraagd e<strong>en</strong> aantal gegev<strong>en</strong>s met betrekking tot de produc<br />

tiemedewerkers aan te lever<strong>en</strong>. Het gaat hierbij om de volg<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s<br />

die nodig zijn om de par<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> selecter<strong>en</strong>: schaalkode, schaaltrede<br />

(functiejaar), geslacht, etniciteit, <strong>arbeidsduur</strong> (contractur<strong>en</strong>), salaris,<br />

datum in di<strong>en</strong>st, geboortedatum (leeftijd). Het eerste overzicht van gegev<strong>en</strong>s<br />

dat ons wordt toegezond<strong>en</strong>, blijkt nogal onduidelijk te zijn. Codes zijn ongedefinieerd,<br />

het geslacht is niet in de overzicht<strong>en</strong> <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> de indeling<br />

in schal<strong>en</strong> is onduidelijk. Om aan de juiste gegev<strong>en</strong>s te kom<strong>en</strong>, assister<strong>en</strong><br />

wij de organisatie bij het uitdraai<strong>en</strong> van de b<strong>en</strong>odigde informatie met behulp<br />

van het Managem<strong>en</strong>t Informatie Systeem. Het blijkt uiteindelijk ge<strong>en</strong> pro-


Hoofdstuk 3 Case A 40<br />

bleem te zijn om de juiste gegev<strong>en</strong>s uit het systeem te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Word-<br />

Excel (spreadsheet) om te zett<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het format in onderstaande tabel<br />

3.5.<br />

Tabel 3.5<br />

Format databestand functiehouders<br />

Functie Schaalkode<br />

Schaal-trap<br />

(functiejaar)<br />

Man/<br />

Vrouw<br />

Allocht/<br />

Autocht<br />

Voltijder/<br />

deeltijder<br />

Aantal<br />

contractur<strong>en</strong><br />

Salaris Datum<br />

in<br />

di<strong>en</strong>st<br />

Geb.<br />

datum<br />

Bepaalde productiemedewerkers moet<strong>en</strong> afvall<strong>en</strong> omdat hiervan onvoldo<strong>en</strong>de<br />

gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d zijn. Dit geldt voor 35 van de 155 productiemedewerkers.<br />

Van deze groep is in de meeste gevall<strong>en</strong> niet na te gaan of zij allochtoon<br />

of autochtoon zijn, omdat zij in het kader van de Wet Sam<strong>en</strong> bezwaar<br />

hebb<strong>en</strong> aangetek<strong>en</strong>d. In e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> er gegev<strong>en</strong>s<br />

over de salarisschal<strong>en</strong>. Er blijv<strong>en</strong> uiteindelijk 120 productiemedewerkers<br />

over waaruit de par<strong>en</strong> te selecter<strong>en</strong> zijn.<br />

Sam<strong>en</strong>stelling par<strong>en</strong><br />

Om zo vergelijkbaar mogelijke par<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>, zijn achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> drietal selectiecriteria toegepast:<br />

?(1) Er is voor gekoz<strong>en</strong> om steeds twee productiemedewerkers te selecter<strong>en</strong><br />

die slechts verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> één van de nader te onderzoek<strong>en</strong> onderscheidsgrond<strong>en</strong><br />

(<strong>sekse</strong>, etnische herkomst of <strong>arbeidsduur</strong>). Wanneer bijvoorbeeld<br />

de onderscheidsgrond <strong>sekse</strong> wordt onderzocht, kom<strong>en</strong> de overige<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het paar overe<strong>en</strong>. Dat wil zegg<strong>en</strong> beide functiehouders zijn<br />

in dat geval allochtoon dan wel autochtoon <strong>en</strong> beid<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in deeltijd dan<br />

wel voltijd.<br />

Tabel 3.6 geeft e<strong>en</strong> overzicht van het aantal productiemedewerkers <strong>naar</strong><br />

k<strong>en</strong>merk (<strong>sekse</strong>, etniciteit <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>). Van deze 120 productiemedewerkers<br />

is 19% man <strong>en</strong> 81% vrouw. Het perc<strong>en</strong>tage allochton<strong>en</strong> onder deze<br />

groep van 120 productiemedewerkers is 63%. Het aandeel deeltijd werk<strong>en</strong>de<br />

productiemedewerkers is 28%, waarvan 94% vrouw is.<br />

Tabel 3.6<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van productiemedewerkers<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Vrouw, allochtoon, voltijd<br />

Vrouw, allochtoon, deeltijd<br />

Vrouw, autochtoon, voltijd<br />

Vrouw, autochtoon, deeltijd<br />

Aantal<br />

50<br />

13<br />

15<br />

19


41<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

Man, allochtoon, voltijd<br />

13<br />

Man, allochtoon, deeltijd<br />

0<br />

Man, autochtoon, voltijd<br />

8<br />

Man, autochtoon, deeltijd<br />

2<br />

Totaal 120<br />

Per onderscheidsgrond (geslacht, etniciteit, <strong>arbeidsduur</strong>) zijn nu in principe<br />

vier typ<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> wanneer de overige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong>.<br />

Wanneer bijvoorbeeld <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> geslacht wordt onderzocht,<br />

dan kan dit onder par<strong>en</strong> van:<br />

- allochtone voltijders (1 e type)<br />

- autochtone voltijders (2 e type)<br />

- autochtone deeltijders (3 e type)<br />

- allochtone deeltijders (4 e type).<br />

Zie hiervoor het format van tabel 3.7. Bij bedrijf A valt het vierde type vergelijking<br />

af omdat er ge<strong>en</strong> allochtone mann<strong>en</strong> in deeltijd werk<strong>en</strong> bij het bedrijf.<br />

Verder werk<strong>en</strong> er slechts twee in deeltijd werk<strong>en</strong>de autochtone mann<strong>en</strong>.<br />

Voor het derde type vergelijking di<strong>en</strong><strong>en</strong> deze twee productiemedewerkers in<br />

ieder geval in de selectie <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Per type vergelijking zijn<br />

steeds twee par<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Bij bedrijf A gaat het per onderscheidingsk<strong>en</strong>merk<br />

dus om twee maal drie typ<strong>en</strong> van vergelijking<strong>en</strong>. Omdat er drie<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (sek se, etniciteit <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>) word<strong>en</strong> onderzocht, levert dit in<br />

totaal 18 loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> bij bedrijf A.<br />

Tabel 3.7 Format sam<strong>en</strong>stelling van par<strong>en</strong>: type vergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> geslacht<br />

V/m<br />

all/<br />

aut<br />

Type 1<br />

Vrouw all V<br />

Man all V<br />

Vrouw all V<br />

Man all V<br />

Type 2<br />

Vrouw aut V<br />

Man aut V<br />

Vrouw aut V<br />

Man aut V<br />

Type 3<br />

Vrouw aut D<br />

Man aut D<br />

V/D In di<strong>en</strong>st geb. datum Contractur<strong>en</strong><br />

Schaalkode<br />

Salaris


Hoofdstuk 3 Case A 42<br />

Vrouw aut D<br />

Man aut D<br />

Type 4<br />

Vrouw all D<br />

Man all D<br />

Vrouw all D<br />

Man all D<br />

? (2) E<strong>en</strong> paar dat binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergelijkingstype valt <strong>en</strong> dus uitsluit<strong>en</strong>d verschilt<br />

<strong>op</strong> één van de relevante onderscheidsgrond<strong>en</strong>, is vervolg<strong>en</strong>s zoveel<br />

mogelijk sam<strong>en</strong>gesteld uit medewerkers met e<strong>en</strong> vergelijkbaar aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vergelijkbare leeftijd. Het daadwerkelijk aantal functiejar<strong>en</strong> van elke<br />

medewerker wordt niet apart geregistreerd in het personeelssysteem <strong>en</strong> is<br />

als zodanig niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Omdat de functie van productiemedewerker<br />

ev<strong>en</strong>wel de laagste productiefunctie is in het bedrijf, kom<strong>en</strong> het aantal<br />

di<strong>en</strong>st- <strong>en</strong> functiejar<strong>en</strong> veelal overe<strong>en</strong>.<br />

Functiehouders kunn<strong>en</strong> in meerdere par<strong>en</strong> funger<strong>en</strong> omdat zij ‘’schaarse’’<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> er is vastgehoud<strong>en</strong> aan het uitgangs punt om zoveel<br />

mogelijk vergelijkbare medewerkers per paar te selecter<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geeft<br />

deze onderzoekswijze de mogelijkheid meerdere vergelijking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

grond van e<strong>en</strong>malig salarisonderzoek. Elke geselecteerde functiehouder<br />

heeft e<strong>en</strong> vast nummer toegek<strong>en</strong>d gekreg<strong>en</strong>. De 18 par<strong>en</strong> zijn sam<strong>en</strong>gesteld<br />

uit e<strong>en</strong> groep van in totaal 10 mannelijke <strong>en</strong> 17 vrouwelijke functiehouders.<br />

? (3) T<strong>en</strong>slotte is bij de uiteindelijke sam<strong>en</strong>stelling van par<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong><br />

nadat alle bov<strong>en</strong>staande selectiecriteria zijn toegepast, de voorkeur<br />

gegev<strong>en</strong> aan het par<strong>en</strong> van functiehouders waartuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> salarisverschil<br />

voorkomt. Dit met oog <strong>op</strong> het doel van deze pilot, namelijk het verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> onderzoeksmethode om <strong>op</strong> microniveau loonverschill<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

toets<strong>en</strong> aan de wetgeving gelijke behandeling.<br />

3.4 Loonvergelijking<strong>en</strong>, analyse <strong>en</strong> juridische toetsing<br />

Uitvoering van het onderzoek<br />

Op grond van de 18 loonvergelijking<strong>en</strong> die gemaakt zijn bij bedrijf A, zijn er<br />

<strong>en</strong>kele <strong>beloning</strong>s verschill<strong>en</strong> geconstateerd. Om deze verschill<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

verklar<strong>en</strong> is inzicht nodig in de salarishistorie van de geselecteerde productiemedewerkers.<br />

Daarvoor is het noodzakelijk de personeelsdossiers van de<br />

medewerkers in te zi<strong>en</strong>. De organisatie werkte hier zonder problem<strong>en</strong> aan<br />

mee. Uit de personeelsdos siers kon word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemaakt wat het feitelijk salarisverlo<strong>op</strong><br />

is geweest vanaf de datum van indi<strong>en</strong>sttreding.<br />

Om ev<strong>en</strong>tuele verschill<strong>en</strong> in salarisverlo<strong>op</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergelijkingspaar te<br />

kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>, is echter tev<strong>en</strong>s informatie nodig over wat de red<strong>en</strong> is


43<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

geweest van de <strong>beloning</strong>sbeslissing<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong>. Deze informatie is<br />

niet <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de personeelsdossiers. In plaats daarvan zijn gesprekk<strong>en</strong><br />

gevoerd met de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>op</strong> de productieafdeling, te wet<strong>en</strong> het hoofd<br />

productievoorbereiding <strong>en</strong> e<strong>en</strong> afdelingshoofd. Beid<strong>en</strong> zijn al langere tijd<br />

werkzaam binn<strong>en</strong> de organisatie <strong>op</strong> de productievloer <strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> het grootste<br />

deel van de productiemedewerkers.<br />

Bij de gemaakte loonvergelijking<strong>en</strong> is gekek<strong>en</strong> <strong>naar</strong> het bruto functieloon bij<br />

e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele toeslag<strong>en</strong>. Het geautomatiseerde<br />

managem<strong>en</strong>tinformatiesysteem vermeldt slechts het functieloon. Ook de<br />

personeelsdossiers gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> informatie over toeslag<strong>en</strong>. Om toch inzicht<br />

te kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in de diverse toeslag<strong>en</strong> die de productiemedewerkers ontvang<strong>en</strong>,<br />

blijkt het noodzakelijk te zijn om inzage te krijg<strong>en</strong> in de salarisstrok<strong>en</strong><br />

van de geselecteerde productiemedewerkers. Wij ontvang<strong>en</strong> van alle<br />

geselec teerde productiemedewerkers de salarisstrookjes van januari 2002<br />

tot <strong>en</strong> met juni 2002. Per productiemedewerker is nu na te gaan welke toeslag<strong>en</strong><br />

dieg<strong>en</strong>e ontvangt. Het blijkt dat niet alle toeslag<strong>en</strong> die vermeld staan<br />

<strong>op</strong> de salarisstrookjes ev<strong>en</strong> duidelijk zijn. De toeslag<strong>en</strong> die vermeld word<strong>en</strong><br />

als ploeg<strong>en</strong>vergoeding <strong>en</strong> ploegverg. kom<strong>en</strong> in het <strong>beloning</strong>sbeleid niet voor<br />

(zie 3.2.3).<br />

Hieronder besprek<strong>en</strong> we de bevinding<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van de uitkomst<strong>en</strong> van de<br />

18 loonvergelijking<strong>en</strong>. De loonvergelijking<strong>en</strong> zelf, zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in bijlage<br />

2 (<strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>), bijlage 3 (<strong>naar</strong> etnische afkomst) <strong>en</strong> bijlage 4 (<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong>).<br />

Aldaar, is per paar aangegev<strong>en</strong> wat de salarishistorie van de functiehouders<br />

is geweest <strong>en</strong> of er hed<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> verschil in functieloon<br />

<strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> verschil in toeslag. In de daar<strong>op</strong>volg<strong>en</strong>de analyse is per paar bezi<strong>en</strong><br />

waardoor het ev<strong>en</strong>tuele verschil wordt veroorzaakt <strong>en</strong> welke verklaring<br />

of rechtvaardiging hiervoor te gev<strong>en</strong> is <strong>op</strong> basis van het gevoerde <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Tot slot is bij elke vergelijking het ev<strong>en</strong>tuele loonverschil <strong>en</strong> de daarvoor<br />

gebod<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> getoetst aan de toepasselijke wetgeving over<br />

gelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, etnische afkomst of <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

3.4.1 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>: bevinding<strong>en</strong><br />

In de onderstaande tabel 3.8 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de zes paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> weergegev<strong>en</strong>. Het verschil in functieloon<br />

per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband wordt weergegev<strong>en</strong> in geld <strong>en</strong><br />

proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke functiehoudster,<br />

e<strong>en</strong> positief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de mannelijke functiehouder.<br />

E<strong>en</strong> verschil in (het totaal aan) toeslag<strong>en</strong> is slechts aangegev<strong>en</strong> in geld.<br />

E<strong>en</strong> verschil in toeslag<strong>en</strong> is niet verdisconteerd in het aangegev<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele<br />

<strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Het blijkt dat de toek<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> hoogte van de toeslag<strong>en</strong> niet in alle gevall<strong>en</strong><br />

getoetst kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de hiervoor geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>scriteria. Met<br />

name de berek<strong>en</strong>ing van de persoonlijke toeslag vereist gegev<strong>en</strong>s over het<br />

arbeidspatroon <strong>en</strong> de daarvoor ontvang<strong>en</strong> toeslag<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van het oude


Hoofdstuk 3 Case A 44<br />

toeslag<strong>en</strong>systeem over de periode 1 september 1998 tot <strong>en</strong> met 3 ok tober<br />

1998. Deze gegev<strong>en</strong>s blijk<strong>en</strong> niet meer te achterhal<strong>en</strong>.<br />

Op grond van de wetgeving wordt het risico voor e<strong>en</strong> gebrek aan gegev<strong>en</strong>s<br />

om e<strong>en</strong> loonverschil te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> bij de werkgever gelegd <strong>en</strong> niet bij<br />

de werknemer. Het gebrek aan gegev<strong>en</strong>s wijst <strong>op</strong> de <strong>op</strong>portuniteit van separaat<br />

onderzoek <strong>naar</strong> de berek<strong>en</strong>ingswijze van de persoonlijke toeslag<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

deze onderneming (zie voor dit type van overstijg<strong>en</strong>d onderzoek, hoofdstuk<br />

1).<br />

Tabel 3.8<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> productiemedewerkers <strong>op</strong> grond<br />

van <strong>sekse</strong><br />

Paar Verschil in functieloon in € Verschil in toeslag in € Verschil in functieloon<br />

in %<br />

1. - 29,64 - - 1,7<br />

2. - 46,11 + 13,97 - 2,6<br />

3. - 46,73 - - 2,7<br />

4. - 21,18 - 0,06 - 1,2<br />

5. - 59,82 + 37,74 - 3,3<br />

6. - 34,58 - 9,54 - 1,9<br />

Bij toetsing van het <strong>beloning</strong>sverschil aan de toepasselijke wetgeving is bij<br />

alle zes paarsgewijze vergelijking<strong>en</strong> e<strong>en</strong> (vermoed<strong>en</strong> van) verbod<strong>en</strong> ongelijke<br />

<strong>beloning</strong> voor gelijkwaardige arbeid vastgesteld (zie bijlage 2). Dit heeft<br />

de volg<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong>.<br />

Het formele beleid<br />

Het toepasselijke <strong>beloning</strong>sbeleid volg<strong>en</strong>s de CAO <strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> personeelshandboek<br />

is gebaseerd <strong>op</strong> functieloon <strong>en</strong> anciënniteit (functiejar<strong>en</strong>). Aan<br />

elke voorkom<strong>en</strong>de functie zijn <strong>op</strong> grond van zwaarte één of twee salarisklass<strong>en</strong><br />

(of functieklass<strong>en</strong>) verbond<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de salarisklasse start m<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

trede/functiejaar 0, t<strong>en</strong>zij schriftelijk anders is overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

verkrijgt m<strong>en</strong> jaarlijks e<strong>en</strong> functiejaar erbij waardoor m<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de eerst hogere<br />

trede stijgt tot dat het maximumsalarisbedrag in de salarisklasse is<br />

bereikt. Bij promotie <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere functie volgt indeling in de daarbij behor<strong>en</strong>de<br />

salarisklasse. Op welke trede m<strong>en</strong> start in de nieuwe salarisklasse<br />

is nader geregeld.<br />

Rec<strong>en</strong>telijk heeft de organisatie de voorkom<strong>en</strong>de productiefuncties gewaardeerd<br />

<strong>op</strong> basis van het ORBA-systeem. Functies die qua zwaarte in e<strong>en</strong>zelfde<br />

ORBA-groep vall<strong>en</strong>, zijn aan e<strong>en</strong>zelfde CAO-salarisklasse verbond<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s het organisatiebeleid is de functie van produc tiemedewerker gewaardeerd<br />

in ORBA-groep 2, waaraan de CAO-salarisklasse I <strong>en</strong> II zijn ve r-<br />

bond<strong>en</strong>. Omdat de <strong>beloning</strong> vervolg<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> afhankelijk is van anciënniteit,


45<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

start de produc tiewerker normaal gesprok<strong>en</strong> <strong>op</strong> schaal I-0. Vervolg<strong>en</strong>s ontvangt<br />

m<strong>en</strong> jaarlijks e<strong>en</strong> salarisverhoging gelijk aan e<strong>en</strong> functiejaar/trede in<br />

de schaal. Bij het bereik<strong>en</strong> van het maximumsalaris in schaal I (I-4) volgt het<br />

jaar daar<strong>op</strong> promotie <strong>naar</strong> schaal II-3. Er kan dan nog één stap gemaakt<br />

word<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal II-4, het maximumsalaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker.<br />

Wanneer nu gekek<strong>en</strong> wordt <strong>naar</strong> de <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> per onderzocht<br />

paar <strong>en</strong> de verklaring<strong>en</strong> van het managem<strong>en</strong>t hiervoor, dan blijkt het bov<strong>en</strong>staande<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid in de praktijk niet te word<strong>en</strong> toegepast.<br />

Inschaling bij indi<strong>en</strong>sttreding in de praktijk<br />

In beginsel wordt e<strong>en</strong> productiemedewerker bij indi<strong>en</strong>sttreding wel ingeschaald<br />

<strong>op</strong> schaal I-0. In bepaalde gevall<strong>en</strong> wordt echter e<strong>en</strong> extra functiejaar<br />

toegek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> soms direct e<strong>en</strong> hogere schaal. In veel gevall<strong>en</strong> wordt<br />

hiervoor als verklaring gegev<strong>en</strong> dat de medewerker van e<strong>en</strong> ander soortgelijk<br />

bedrijf komt, e<strong>en</strong> hoger salaris verdi<strong>en</strong>de voor indi<strong>en</strong>sttreding of capaciteit<strong>en</strong><br />

heeft om snel door te strom<strong>en</strong> <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere functie.<br />

De leidinggev<strong>en</strong>de stelt zelf het aanvangssalaris vast. Er is ge<strong>en</strong> inschalingsbeleid<br />

ontwikkeld waardoor er ge<strong>en</strong> vaste <strong>en</strong> k<strong>en</strong>bare criteria word<strong>en</strong><br />

toegepast. In de praktijk blijk<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> groeimogelijkhed<strong>en</strong> als informele<br />

maatstav<strong>en</strong> te funger<strong>en</strong>. Er zijn echter ge<strong>en</strong> criteria om de omvang daarvan<br />

vast te stell<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als er ge<strong>en</strong> criteria zijn voor het verband tuss<strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />

mate van ervaring <strong>en</strong> hoogte van het aanvangssalaris. Hierdoor kan<br />

de inschalings wijze per medewerker, per leidinggev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> per jaar uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>.<br />

Zoals in het eerste hoofdstuk al is aangehaald, betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sbeslissing<br />

die in strijd is met de (afgesprok<strong>en</strong>) <strong>beloning</strong>s voorwaard<strong>en</strong> niet<br />

zonder meer dat er ook strijd is met de wetgeving gelijke behandeling. Deze<br />

toetst slechts of de gebruikte <strong>beloning</strong>smaatstaf objectief is <strong>en</strong> gelijk wordt<br />

toegepast, ook al gaat het om informele praktijk<strong>en</strong>. Hier ontstaat echter e<strong>en</strong><br />

probleem omdat de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verklaring kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, waarom<br />

<strong>en</strong> hoe de informele inschalingscriteria van <strong>op</strong>gedane ervaring <strong>en</strong> groeimogelijkhed<strong>en</strong><br />

in het <strong>en</strong>e geval tot e<strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra functiejaar leid<strong>en</strong> maar in<br />

het andere geval tot e<strong>en</strong> hogere salarisschaal. Daarmee kunn<strong>en</strong> we niet<br />

vaststell<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van welke (transparante) <strong>beloning</strong>scriteria de lon<strong>en</strong> zijn<br />

berek<strong>en</strong>d bij de inschaling, <strong>en</strong> of deze <strong>op</strong> dezelfde wijze zijn toegepast <strong>op</strong> de<br />

werknemers binn<strong>en</strong> de loonvergelijking<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de in de rechtspraak<br />

ontwikkelde toetsingsmethode, betek<strong>en</strong>t dit dat sprake is van e<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong><br />

onderscheid t<strong>en</strong>zij de werkgever de toegepaste <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> alsnog<br />

inzichtelijk kan mak<strong>en</strong> (zie toetsingskader in paragraaf 2.7.5).<br />

De informele praktijk van inschaling, hoewel <strong>op</strong> zichzelf toegestaan, vormt<br />

bij dit bedrijf ge<strong>en</strong> best<strong>en</strong>dige praktijk. Daardoor ontstaan per individu verschill<strong>en</strong><br />

in aanvangssalaris die het managem<strong>en</strong>t niet <strong>op</strong> sluit<strong>en</strong>de wijze weet


Hoofdstuk 3 Case A 46<br />

te verklar<strong>en</strong> door concrete verschill<strong>en</strong> in ervaring of groeimogelijkhed<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de medewerkers. Juist omdat het om informele praktijk<strong>en</strong> gaat die<br />

afwijk<strong>en</strong> van de rechtspositieregeling<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt het bedrijf zichzelf in e<strong>en</strong><br />

moeilijker positie dan nodig is. Bij het gevoelsmatig hanter<strong>en</strong> van te vage<br />

criteria is het voor de werkgever lastig om individuele verschill<strong>en</strong> in aanvangs<br />

salaris achteraf nog te verklar<strong>en</strong>. Het ontbreekt daarvoor aan heldere<br />

criteria, waardoor de individuele afweging die destijds gemaakt is, maar niet<br />

vastgelegd, niet langer onderbouwd kan word<strong>en</strong> met objectieve grond<strong>en</strong>.<br />

Vooral als de medewerkers al wat langer in di<strong>en</strong>st zijn <strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> andere<br />

direct leidinggev<strong>en</strong>de vall<strong>en</strong>, staat het bedrijf regelmatig voor e<strong>en</strong> raadsel als<br />

het gaat om de uitleg van e<strong>en</strong> verschil in aanvangssalaris tuss<strong>en</strong> werknemers<br />

die dezelfde functie uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Salarisverhoging<strong>en</strong> in de praktijk<br />

Naast de inschaling, lijkt de belangrijkste oorzaak voor de geconstateerde<br />

<strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> voort te vloei<strong>en</strong> uit de informele praktijk van salarisverhoging<strong>en</strong>.<br />

In afwijking van het formele <strong>beloning</strong>sbeleid wordt niet standaard<br />

<strong>naar</strong> anciënniteit beloond. In plaats daarvan beslist elke leidinggev<strong>en</strong>de zelf<br />

of, <strong>en</strong> zo ja hoeveel, salarisverhoging jaarlijks wordt toegek<strong>en</strong>d.<br />

Hierdoor komt het regelmatig voor dat ge<strong>en</strong> salarisverhoging gelijk aan één<br />

functiejaar wordt toegek<strong>en</strong>d, ook al is e<strong>en</strong> functiejaar doorl<strong>op</strong><strong>en</strong>. Wanneer<br />

wel e<strong>en</strong> salarisverhoging wordt toegek<strong>en</strong>d, dan bestaat dit in de regel uit<br />

e<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>ning van één functiejaar in de schaal conform het <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Desondanks, is ook regelmatig sprake van e<strong>en</strong> verhoging met meerdere<br />

functiejar<strong>en</strong> tegelijk, toek<strong>en</strong>ning van schaal II voordat schaal I is doorl<strong>op</strong><strong>en</strong>,<br />

toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> functiejaar te weinig of te veel bij overgang van<br />

schaal I <strong>naar</strong> II <strong>en</strong> toek<strong>en</strong>ning van hogere salarisschal<strong>en</strong> dan de functieschal<strong>en</strong><br />

I <strong>en</strong> II.<br />

De red<strong>en</strong><strong>en</strong> die gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor de uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de salarisverhoging<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> soms gerelateerd aan de prestatie van de betreff<strong>en</strong>de productiemedewerker<br />

(toegevoegde waarde, groeicapaciteit) <strong>en</strong> soms aan de zwaarte<br />

van de verrichte werkzaamhed<strong>en</strong> (extra tak<strong>en</strong>, werkzaamhed<strong>en</strong> als transporteur,<br />

ov<strong>en</strong>ist of 1 e productiemedewerker). Hoewel dit objectieve maatstav<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> zijn, breekt ook hier <strong>op</strong> dat de toepassing niet consist<strong>en</strong>t is.<br />

Toegevoegde waarde van de medewerker leidt bijvoorbeeld in de vergelijking<strong>en</strong><br />

soms tot e<strong>en</strong> extra functiejaar, soms tot e<strong>en</strong> hogere salarisschaal,<br />

<strong>en</strong>zovoort. Omdat het verband tuss<strong>en</strong> prestatie (dat niet systematisch beoordeeld<br />

wordt noch vastgelegd) <strong>en</strong> salarisverhoging (wat vele vorm<strong>en</strong> aan<br />

kan nem<strong>en</strong>) volstrekt ondoorzichtig is, kan de werknemer – maar <strong>naar</strong> blijkt<br />

ook de werkgever - e<strong>en</strong> loonverschil niet verklar<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>.<br />

De andere informele red<strong>en</strong> voor uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de salarisverhoging<strong>en</strong> is de<br />

zwaarte van de werkzaamhed<strong>en</strong>. Hieruit blijkt dat met name werkzaamhe-


47<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

d<strong>en</strong> als transporteur, ov<strong>en</strong>ist <strong>en</strong> wat 1 e productiemedewerker wordt g<strong>en</strong>oemd,<br />

zwaarder word<strong>en</strong> aangeslag<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s het formele beleid kunn<strong>en</strong><br />

verhoging<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de schaal niet <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> verschil in zwaarte van<br />

de werkzaamhed<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong> dezelfde functie met e<strong>en</strong><br />

gelijke waarde uitoef<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> andere salarisklasse zou wel kunn<strong>en</strong>, maar het<br />

blijkt dat soms salarisklass<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d die (ver) bov<strong>en</strong> de vastgestelde<br />

waarde van de functie ligg<strong>en</strong>.<br />

Individuele salarisverhoging<strong>en</strong> die gerechtvaardigd word<strong>en</strong> door de zwaarte<br />

van het werk, kom<strong>en</strong> dan ook niet overe<strong>en</strong> met de waarde van het werk die<br />

m<strong>en</strong> hieraan zelf volg<strong>en</strong>s het ORBA-systeem heeft gegev<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de productieafdeling<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> to<strong>en</strong> niet dusdanig dat hieruit relevante<br />

waarderingsverschill<strong>en</strong> voortvloei<strong>en</strong>. De transporteurwerkzaamhed<strong>en</strong> die<br />

over het algeme<strong>en</strong> zwaarder word<strong>en</strong> aangeslag<strong>en</strong>, blijk<strong>en</strong> zelfs volg<strong>en</strong>s<br />

ORBA wat lager te scor<strong>en</strong> dan de reguliere werkzaamhed<strong>en</strong> van de productiemedewerker.<br />

Wanneer we <strong>naar</strong> verklaring<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>, dan beloont het managem<strong>en</strong>t eerder<br />

<strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> normgevoel over de zwaarte van de functie. Deze<br />

norm ligt dichter aan ligt teg<strong>en</strong> de oude CAO-functietypering<strong>en</strong> dan het huidige<br />

ORBA. Separaat functiewaarderingsonderzoek zou hier <strong>op</strong> zijn plaats<br />

zijn, om definitieve uitsprak<strong>en</strong> over de waarde van de daadwerkelijke werkzaamhed<strong>en</strong><br />

te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 1). Binn<strong>en</strong> dit onderzoek volstaan<br />

we met te constater<strong>en</strong> dat ook als e<strong>en</strong> verschil in zwaarte van de<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de productiemedewerkers wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dit<br />

mom<strong>en</strong>teel niet tot e<strong>en</strong> gelijke toepassing van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> leidt.<br />

Het ontbreekt aan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig verband tuss<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> als bijvoorbeeld<br />

transporteur of het do<strong>en</strong> va n extra werkzaamhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zeer<br />

uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de salarisverhoging<strong>en</strong> die hieruit, volg<strong>en</strong>s <strong>op</strong>gave van de leidinggev<strong>en</strong>de,<br />

voortvloei<strong>en</strong>.<br />

De geconstateerde <strong>beloning</strong>songelijkheid lijkt voor e<strong>en</strong> deel verklaarbaar<br />

doordat binn<strong>en</strong> het bedrijf e<strong>en</strong> zeer onduidelijke situatie is ontstaan na de<br />

inschaling van functies volg<strong>en</strong>s ORBA. Omdat het lager managem<strong>en</strong>t deze<br />

inschaling blijkbaar niet altijd onderschrijft, is <strong>op</strong> eig<strong>en</strong> initiatief e<strong>en</strong> soort mix<br />

van het oude <strong>en</strong> nieuwe <strong>beloning</strong>sbeleid ontstaan dat per individu inconsist<strong>en</strong>t<br />

uitwerkt. Het zou voor het bedrijf aanbevel<strong>en</strong>swaardig zijn de gevolg<strong>en</strong><br />

van de functiewaarderings<strong>op</strong>eratie te evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo nodig te herzi<strong>en</strong>.<br />

Onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>?<br />

Hoewel het door de werkgever gepr<strong>op</strong>ageerde <strong>beloning</strong>s- <strong>en</strong> functiewaarderingsbeleid<br />

in zichzelf transparant is, wordt in de praktijk e<strong>en</strong> ander <strong>en</strong> vooral<br />

ondoorzichtig beleid gevoerd. Het laatste werkt onverklaarbare loonverschill<strong>en</strong><br />

in de hand.<br />

In de zes uitgevoerde paarsgewijze vergelijking<strong>en</strong> leidt dit tot ongelijke <strong>beloning</strong><br />

van vrouw<strong>en</strong> bij gelijkwaardige arbeid. Hier valt teg<strong>en</strong> in te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

dat met <strong>en</strong>ige goede wil ook par<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>d geslacht zijn sam<strong>en</strong> te<br />

stell<strong>en</strong>, waar het feitelijke <strong>beloning</strong>sbeleid juist tot nadelig onderscheid voor


Hoofdstuk 3 Case A 48<br />

mann<strong>en</strong> leidt. Hoewel dergelijke par<strong>en</strong> meer uite<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> l<strong>op</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van anciënniteit <strong>en</strong> leeftijd, valt zeker niet uit te sluit<strong>en</strong> dat hierdoor<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s strijd met de wet geving gelijke behandeling ontstaat. Het laatste is<br />

inher<strong>en</strong>t aan e<strong>en</strong> wetssystematiek gebaseerd <strong>op</strong> e<strong>en</strong> paarsgewijze loonvergelijking.<br />

Wel is meermaals de veronderstelling geuit dat e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sbeleid dat te<br />

veel afhankelijk is van ad-hoc beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet controleerbaar door gebrek<br />

aan e<strong>en</strong>duidige criteria, de kans <strong>op</strong> inconsist<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> willekeur ve r-<br />

groot. Dit zou vaker t<strong>en</strong> nadele van vrouw<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, bijvoorbeeld omdat<br />

vrouw<strong>en</strong> minder assertief neig<strong>en</strong> te zijn, minder <strong>op</strong>vall<strong>en</strong> of omdat de kans<br />

<strong>op</strong> vooroordel<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt.<br />

Vanuit bov<strong>en</strong>staand oogpunt zou het interessant zijn om te bezi<strong>en</strong> hoe de<br />

informele <strong>beloning</strong>spraktijk gemiddeld uitwerkt voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. In<br />

feite gaat hier om overstijg<strong>en</strong>d onderzoek <strong>naar</strong> mogelijke indirecte effect<strong>en</strong><br />

van de institutionele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 1). Dit valt buit<strong>en</strong><br />

de hier toegepaste methode omdat dit t<strong>en</strong> koste va n de praktische uitvoerbaarheid<br />

zou gaan. Het stapp<strong>en</strong>plan uit hoofdstuk k<strong>en</strong>t dan ook ge<strong>en</strong> specifieke<br />

verzameling van gegev<strong>en</strong>s die hiervoor noodzakelijk zijn.<br />

Bij dit bedrijf blijk<strong>en</strong> echter gemakkelijk cijfers voorhand<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> structureler<br />

effect kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> deze pilot mede tot doel heeft informatie<br />

over mogelijke <strong>beloning</strong>songelijkheid te vergar<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> ter illustratie<br />

hieronder de gemiddelde loonverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de productiemedewerkers<br />

weergegev<strong>en</strong>. Dit geeft in het kader van deze pilot slechts e<strong>en</strong> indicatie van<br />

wat het gebruik van andere typ<strong>en</strong> onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wel of niet zoud<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>lever<strong>en</strong> aan het <strong>op</strong>spor<strong>en</strong> van mogelijke <strong>beloning</strong>songelijkheid.<br />

Ter refer<strong>en</strong>tie geeft onderstaande tabel 3.9 allereerst de gemiddeld<strong>en</strong> voor<br />

het totaal aantal werknemers bij bedrijf A.<br />

Tabel 3.9 Gemiddeld<strong>en</strong> <strong>naar</strong> geslacht onder totaal aantal medewerkers<br />

Gemiddeld salaris<br />

Gemiddelde leeftijd<br />

Gemiddeld aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong><br />

Mann<strong>en</strong><br />

€ 2201,03<br />

41 jaar<br />

10 jaar<br />

vrouw<strong>en</strong><br />

€ 1839,68<br />

39 jaar<br />

8 jaar<br />

Het gemiddeld verschil in bruto maandsalaris onder totale personeelsbestand<br />

bedraagt € 361,35. Dit is e<strong>en</strong> verschil van 16% t<strong>en</strong> nadele van<br />

vrouw<strong>en</strong>. Behalve dat vrouw<strong>en</strong> gemiddeld twee di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> minder hebb<strong>en</strong>,<br />

is dit verschil ook niet gerelateerd aan gelijk functi<strong>en</strong>iveau. In de volg<strong>en</strong>de<br />

tabel 3.10 word<strong>en</strong> de gemiddeld<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> onder alle vrouwelijke <strong>en</strong>


49<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

mannelijke personeelsled<strong>en</strong> die dezelfde functie, namelijk die van productiemedewerker,<br />

uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Tabel 3.10 Gemiddeld<strong>en</strong> <strong>naar</strong> geslacht onder productiemedewerkers<br />

Gemiddeld salaris<br />

Gemiddelde leeftijd<br />

Gemiddeld aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong><br />

mann<strong>en</strong><br />

€ 1794,87<br />

42 jaar<br />

6 jaar<br />

vrouw<strong>en</strong><br />

€ 1718,76<br />

40 jaar<br />

9 jaar<br />

Onder de productiemedewerkers resteert e<strong>en</strong> nadelig verschil in bruto<br />

maansalaris voor vrouw<strong>en</strong> van 4%. Het gemiddeld aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> van<br />

vrouw<strong>en</strong> is echter 3 jaar hoger dan dat van mann<strong>en</strong>. Op grond van het formele<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid, dat afhankelijk is van de aard van de functie <strong>en</strong> het<br />

aantal jar<strong>en</strong> dat deze functie wordt geoef<strong>en</strong>d, zou eerder e<strong>en</strong> hogere <strong>beloning</strong><br />

voor vrouwelijke productiemedewerkers te verwacht<strong>en</strong> zijn. Dat geldt<br />

des te meer indi<strong>en</strong> gerealiseerd wordt dat volg<strong>en</strong>s het formele beleid e<strong>en</strong><br />

doorstroom <strong>naar</strong> het maximaal haalbare salaris van de productiemedewerker<br />

<strong>op</strong> zijn hoogst zev<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> kost. Het aantal di<strong>en</strong>st- <strong>en</strong> functiejar<strong>en</strong> mag<br />

hier aan elkaar gelijk gesteld word<strong>en</strong> omdat ge<strong>en</strong> instroom <strong>op</strong> e<strong>en</strong> lagere<br />

functie dan productiemedewerker mogelijk is.<br />

Op grond van de gemiddelde uitkomst<strong>en</strong> van het feitelijke <strong>beloning</strong>sbeleid,<br />

lijkt de ondoorzichtige praktijk van belon<strong>en</strong> <strong>op</strong> het eerste gezicht met name<br />

vrouw<strong>en</strong> nadelig te rak<strong>en</strong>. Deze cijfers zoud<strong>en</strong> verder statistisch onderzoek<br />

<strong>naar</strong> indirect <strong>sekse</strong>onderscheid binn<strong>en</strong> het gehele bedrijf rechtvaardig<strong>en</strong>.<br />

Op grond van alle<strong>en</strong> de voorgestelde methode van paarsgewijze loonvergelijking<br />

kunn<strong>en</strong> we vaststell<strong>en</strong> dat de gehanteerde <strong>beloning</strong>spraktijk leidt<br />

tot e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van verbod<strong>en</strong> onderscheid in de onderzochte individuele<br />

gevall<strong>en</strong>.<br />

3.4.2 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong>: bevinding<strong>en</strong><br />

De loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> etniciteit zijn <strong>op</strong> precies dezelfde wijze uitgevoerd<br />

als die <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>. De par<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s dezelfde selectiecriteria<br />

sam<strong>en</strong>gesteld. In bijlage 3 is per vergelijking de salarishistorie van beide<br />

functiehouders aangegev<strong>en</strong>, de hiervoor gebod<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> de juridische<br />

toetsing daarvan.<br />

In de onderstaande tabel 3.11 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de zes paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van etniciteit weergegev<strong>en</strong>. Het verschil in functieloon<br />

per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband wordt weergegev<strong>en</strong> in geld<br />

<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de allochtone functie-


Hoofdstuk 3 Case A 50<br />

houder, e<strong>en</strong> positief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de autochtone functiehouder.<br />

E<strong>en</strong> verschil in (het totaal aan) toeslag<strong>en</strong> is slechts aangegev<strong>en</strong> in geld. E<strong>en</strong><br />

verschil in toeslag<strong>en</strong> is niet verdisconteerd in het aangegev<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele<br />

<strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Tabel 3.11<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> productiemedewerkers <strong>op</strong> grond<br />

van etniciteit<br />

Paar Verschil in functieloon in<br />

€<br />

Verschil in toeslag in<br />

€<br />

Verschil in functieloon in<br />

%<br />

7. - 54,11 - 67,13 - 3<br />

8. - 29,65 - - 1,7<br />

9. - 13,17 + 4,22 - 0,7<br />

10. - 34,35 - 4,36 - 1,9<br />

11. 00,00 - 44,82 0<br />

12. - 19,09 - - 1,1<br />

Bij vijf van de zes loonvergelijking<strong>en</strong> is sprake van (e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van)<br />

wettelijk verbod<strong>en</strong> ongelijke <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> (zie bijlage 3). Bij<br />

loonvergelijking nr. 11, waar ge<strong>en</strong> onderscheid is aangetroff<strong>en</strong>, is wel sprake<br />

van toepassing van ongelijke <strong>beloning</strong>s maat stav<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> gelijke maatstav<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> toegepast zou de <strong>beloning</strong> van de allochtone medewerker in<br />

feite hoger moet<strong>en</strong> zijn dan dat van de maatman (zie echter de kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

bij dit toetsingskader ingeval van <strong>ras</strong>, paragraaf 2.7.3).<br />

De oorzak<strong>en</strong> van de ongelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>ras</strong> kom<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de<br />

geconstateerde ongelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>. In afwijking van het formele<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid gebaseerd <strong>op</strong> functieloon <strong>en</strong> anciënniteit, wordt e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>spraktijk<br />

uitgeoef<strong>en</strong>d waarbij de leidinggev<strong>en</strong>de per persoon bepaalt of,<br />

<strong>en</strong> zo ja hoeveel, loonsverhoging jaarlijks wordt toegek<strong>en</strong>d. Het gaat hier om<br />

e<strong>en</strong> niet gedocum<strong>en</strong>teerde <strong>en</strong> niet gesystematiseerde praktijk, wat de toepassing<br />

van ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> in de hand werkt. Dit wordt versterkt<br />

omdat de informele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, die uitgaan van de toegevoegde<br />

waarde van de medewerker <strong>en</strong> de aard van de verschill<strong>en</strong>de productietak<strong>en</strong>,<br />

ge<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar verband lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> met het type <strong>en</strong> de omvang<br />

van de loonsve rhoging die daaruit zou voortvloei<strong>en</strong>.<br />

Onderscheid <strong>op</strong> grond van etnische afkomst?<br />

Zoals om mover<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> ook voor <strong>sekse</strong> is gedaan, gev<strong>en</strong> we nog ter<br />

illustratie ook de gemiddelde <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> weer <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>. Het gaat<br />

hier wederom om e<strong>en</strong> signalering, of overstijg<strong>en</strong>d onderzoek <strong>naar</strong> de mogelijke<br />

indirecte effect<strong>en</strong> van het <strong>beloning</strong>s beleid binn<strong>en</strong> dit bedrijf (naast de<br />

paarsgewijze vergelijking<strong>en</strong>) zinvol zou kunn<strong>en</strong> zijn.


51<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

Ter refer<strong>en</strong>tie volgt in tabel 3.12 eerst het verschil in het gemiddeld bruto<br />

functieloon per maand onder het totaal aan allochtone <strong>en</strong> autochtone personeelsled<strong>en</strong><br />

bij het bedrijf.<br />

Tabel 3.12 Gemiddeld<strong>en</strong> <strong>naar</strong> etniciteit onder totaal aantal medewerkers<br />

Gemiddeld salaris<br />

Gemiddelde leeftijd<br />

Gemiddeld aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong><br />

autochton<strong>en</strong><br />

€ 2246,84<br />

40 jaar<br />

11 jaar<br />

allochton<strong>en</strong><br />

€ 1753,35<br />

39 jaar<br />

7 jaar<br />

Het gemiddelde salarisverschil tuss<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> autochton<strong>en</strong> bedraagt<br />

22% t<strong>en</strong> nadele van allochton<strong>en</strong> (€ 493,49). De allochtone medewerkers<br />

blijk<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel gemiddeld vier jaar korter in di<strong>en</strong>st te zijn. Wanneer wordt<br />

gekek<strong>en</strong> <strong>naar</strong> het gemiddeld loonverschil <strong>naar</strong> etniciteit onder dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

dezelfde functie uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, namelijk die van productiemedewerker, dan<br />

resteert e<strong>en</strong> gemiddeld loonverschil van 1% t<strong>en</strong> nadele van de allochtone<br />

productiemedewerkers, zo blijkt uit onderstaande tabel.<br />

Tabel 3.13<br />

Gemiddeld<strong>en</strong> <strong>naar</strong> etnische herkomst onder productiemedewerkers<br />

Gemiddeld salaris<br />

Gemiddelde leeftijd<br />

Gemiddeld aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong><br />

autochton<strong>en</strong><br />

€ 1735,30<br />

41 jaar<br />

11 jaar<br />

allochton<strong>en</strong><br />

€ 1716,95<br />

40 jaar<br />

7 jaar<br />

Autochtone productiemedewerkers zijn gemiddeld vier jaar langer werkzaam<br />

in hun functie dan allochtone productiemedewerkers. Dit kan het geheel of<br />

e<strong>en</strong> deel van het loonverschil van 1% verklar<strong>en</strong>. Wel geldt ook hier dat volg<strong>en</strong>s<br />

het formele beleid na maximaal zev<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> het maximumsalaris is<br />

bereikt, wat tot andere gemiddeld<strong>en</strong> zou moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Toets<strong>en</strong> we de effect<strong>en</strong><br />

van de informele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, dan is over het geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

sprake van e<strong>en</strong> minimaal verschil <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>. Deze (globale) cijfers zijn<br />

in zichzelf onvoldo<strong>en</strong>de om het signaal af te gev<strong>en</strong> dat de informele <strong>beloning</strong>spraktijk<br />

structureel t<strong>en</strong> nadele van allochton<strong>en</strong> zou uitwerk<strong>en</strong>.<br />

Op grond van alle<strong>en</strong> de methode van paarsgewijze vergelijking<strong>en</strong> komt wel<br />

<strong>naar</strong> vor<strong>en</strong> dat de informele <strong>beloning</strong>spraktijk aanleiding geeft tot e<strong>en</strong> ve r-


Hoofdstuk 3 Case A 52<br />

moed<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong> in bepaalde individuele gevall<strong>en</strong>.<br />

3.4.3 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong><br />

Ook de loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> (voltijd/deeltijd) zijn volg<strong>en</strong>s het<br />

onderzoeksformat in hoofdstuk 2 uitgevoerd. In bijlage 4 is per vergelijking<br />

de salarishistorie van beide functiehouders aangegev<strong>en</strong>, de hiervoor gebod<strong>en</strong><br />

verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> de juridische toetsing daarvan.<br />

In de onderstaande tabel 3.14 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de zes paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> weergegev<strong>en</strong>. Het verschil in<br />

functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband wordt weergegev<strong>en</strong> in<br />

geld <strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de functiehouder<br />

die in deeltijd werkt, e<strong>en</strong> positief verschil t<strong>en</strong> nadele van de voltijd werk<strong>en</strong>de<br />

functiehouder. E<strong>en</strong> verschil in (het totaal aan) toeslag<strong>en</strong> is slechts aangegev<strong>en</strong><br />

in geld. E<strong>en</strong> verschil in toeslag<strong>en</strong> is niet verdisconteerd in het aangegev<strong>en</strong><br />

perc<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Tabel 3.14<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> productiemedewerkers <strong>op</strong> grond<br />

van <strong>arbeidsduur</strong><br />

Paar Verschil in functieloon in<br />

€<br />

Verschil in toeslag in<br />

€<br />

Verschil in functieloon in<br />

%<br />

13. - 19,76 - 92,63 - 1,1<br />

14. - 16,01 - - 0,9<br />

15. - 35,06 - 86,76 - 2<br />

16. - 32,98 - 71,60 - 1,9<br />

17. - 85,66 - 62,84 - 4,9<br />

18. - 247,03 - - 12,9<br />

Hoewel in alle zes vergelijking<strong>en</strong> sprake is van <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong>, is ge<strong>en</strong><br />

vermoed<strong>en</strong> van nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> vastgesteld<br />

(zie bijlage 4). Het grote loonverschil bij paar 18 laat zich verklar<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

groot verschil in werkervaring <strong>op</strong> mom<strong>en</strong>t van inschaling. Wel wordt de voltijder<br />

<strong>op</strong> grond hiervan direct ingeschaald in schaal V, wat noch verklaarbaar<br />

is <strong>op</strong> basis van de CAO-typering<strong>en</strong> noch <strong>op</strong> basis van ORBA. In bepaalde<br />

gevall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de geconstateerd salarisverschill<strong>en</strong> dan ook niet herleid<br />

word<strong>en</strong> tot de toepassing van gelijke maat stav<strong>en</strong>, om dezelfde red<strong>en</strong><strong>en</strong> als<br />

voor <strong>ras</strong> <strong>en</strong> <strong>sekse</strong> het geval was. Hoewel er dus wel e<strong>en</strong> onderscheid is in<br />

bepaalde individuele gevall<strong>en</strong>, kan <strong>op</strong> grond van WOA niet word<strong>en</strong> aangetoond<br />

dat dit onderscheid ook tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil<br />

in <strong>arbeidsduur</strong> leidt. In de onderzochte individuele gevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>


53<br />

Hoofdstuk 3 Case A<br />

ongelijke maatstav<strong>en</strong> zowel t<strong>en</strong> voordele als t<strong>en</strong> nadele van deeltijders toegepast.<br />

Derhalve kan niet van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong><br />

in de (toegepaste) <strong>beloning</strong>svoorwaard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>.<br />

Ge<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>?<br />

Cijfers over de gemiddelde <strong>beloning</strong> onder vol- <strong>en</strong> deeltijders kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

zi<strong>en</strong> of via andere, overstijg<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van onderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> zou zijn te signaler<strong>en</strong>. Onderstaande tabel 3.15<br />

geeft het verschil in gemiddeld functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijdsdi<strong>en</strong>stverband<br />

weer onder in deeltijd werk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> in voltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerkers.<br />

Tabel 3.15 Gemiddeld<strong>en</strong> <strong>naar</strong> deeltijd/voltijd productiemedewerkers<br />

Gemiddeld salaris<br />

Gemiddelde leeftijd<br />

Gemiddeld aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong><br />

voltijders<br />

€ 1718,82<br />

40 jaar<br />

7 jaar<br />

deeltijders<br />

€ 1732,57<br />

40 jaar<br />

10 jaar<br />

De vergelijking tuss<strong>en</strong> de gemiddelde salariss<strong>en</strong> van deeltijd- <strong>en</strong> voltijdwerk<strong>en</strong>de<br />

productiemedewerkers levert e<strong>en</strong> loonverschil <strong>op</strong> van 1% in het<br />

voordeel van de deeltijders. Dit sluit aan bij het feit dat de deeltijders gemiddeld<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> drie jaar langer in di<strong>en</strong>st zijn in vergelijking met de voltijders.<br />

Zoals ook geldt voor de allochtone <strong>en</strong> autochtone productiemedewerkers,<br />

gaat er <strong>op</strong> het eerste gezicht ge<strong>en</strong> nadelig effect uit van de informele <strong>beloning</strong>spraktijk<br />

<strong>op</strong> voltijders <strong>en</strong> deeltijders. Alle<strong>en</strong> onder de groep<strong>en</strong> van vrouwelijke<br />

<strong>en</strong> mannelijke productiemedewerkers werd e<strong>en</strong> omgekeerd verband<br />

aangetroff<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> gemiddelde <strong>beloning</strong> (lager voor vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> gemiddeld<br />

aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> (hoger voor vrouw<strong>en</strong>).<br />

Behalve via de gemiddelde effect<strong>en</strong> van het <strong>beloning</strong>sbeleid, is het ook door<br />

kwalitatief onderzoek van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> zelf, mogelijk om onderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> in de (formele) <strong>beloning</strong>svoorwaard<strong>en</strong> <strong>op</strong> het spoor<br />

te kom<strong>en</strong>. De hier te beproev<strong>en</strong> methode van paarsgewijze vergelijking beperkt<br />

zich, om red<strong>en</strong><strong>en</strong> van uitvoerbaarheid, tot onderzoek van alle<strong>en</strong> die<br />

maatstav<strong>en</strong> die in de onderzochte, individuele gevall<strong>en</strong> relevant zijn.<br />

Zou m<strong>en</strong> echter het algem<strong>en</strong>e beleid <strong>op</strong> alle onderdel<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> met<br />

bijvoorbeeld de checklist gelijke <strong>beloning</strong> (zie hoofdstuk 1), dan vall<strong>en</strong> met<br />

name de koelcel- <strong>en</strong> diplomatoeslag<strong>en</strong> uit de CAO <strong>op</strong>.<br />

Bij e<strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong> van minder dan ti<strong>en</strong> uur wordt ge<strong>en</strong> diplomatoeslag<br />

toegek<strong>en</strong>d, tuss<strong>en</strong> de ti<strong>en</strong> <strong>en</strong> twintig uur e<strong>en</strong> halve toeslag <strong>en</strong> vanaf twintig<br />

uur e<strong>en</strong> gehele toeslag. Dezelfde systematiek wordt gebruikt bij de koelceltoeslag,<br />

afhankelijk van het aantal ur<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> arbeid verricht in e<strong>en</strong>


Hoofdstuk 3 Case A 54<br />

koel- of vriescel. Dit kan in beginsel betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de <strong>en</strong>e productiemedewerker<br />

bij neg<strong>en</strong> arbeidsur<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> toeslag ontvangt <strong>en</strong> de andere bij ti<strong>en</strong><br />

arbeidsur<strong>en</strong> e<strong>en</strong> halve toeslag. Dit kan wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> nadelig <strong>beloning</strong>sonderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> omdat volg<strong>en</strong>s het beleid niet pro-rata betaald<br />

wordt. Ook kan het gaan om indirect onderscheid <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong> omdat meer<br />

vrouw<strong>en</strong> in deeltijd werk<strong>en</strong>. Omdat het om e<strong>en</strong> bedrijfstak-CAO gaat treft dit<br />

per definitie meerdere bakkersbedrijv<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s is er pas strijd met de<br />

WOA, indi<strong>en</strong> werkgevers ge<strong>en</strong> objectieve rechtvaardigingsgrond wet<strong>en</strong> aan<br />

te ton<strong>en</strong> voor de berek<strong>en</strong>ingswijze van deze toeslag<strong>en</strong>.


55<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

Hoofdstuk 4<br />

Gelijk-loononderzoek bij arbeidsorganisatie B<br />

4.1 Korte typering van de organisatie<br />

B is e<strong>en</strong> belangrijke tak van di<strong>en</strong>st binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote geme<strong>en</strong>te in Nederland.<br />

Bij deze geme<strong>en</strong>te zijn e<strong>en</strong> kleine 20.000 ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> werkzaam. Van h<strong>en</strong> is<br />

67 proc<strong>en</strong>t man <strong>en</strong> 33 proc<strong>en</strong>t vrouw. Volg<strong>en</strong>s de definitie van de Wet Sam<strong>en</strong><br />

is 19 proc<strong>en</strong>t van het pers oneelsbestand van allochtone herkomst. Van<br />

alle vrouw<strong>en</strong> werkzaam bij deze geme<strong>en</strong>te, heeft 49 proc<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> deeltijdbaan.<br />

Bij de mann<strong>en</strong> is dit 9 proc<strong>en</strong>t. Di<strong>en</strong>st B bestaat uit ongeveer 1050<br />

ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Het aandeel vrouw<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st B is 52 proc<strong>en</strong>t. Binn<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st B<br />

zijn er verschill<strong>en</strong>de directies, zoals Algem<strong>en</strong>e Zak<strong>en</strong>, Bedrijfs voering, Financiën,<br />

Juridische Zak<strong>en</strong>, Personeel <strong>en</strong> Organisatie, Economische Zak<strong>en</strong>,<br />

Sociale <strong>en</strong> Culturele Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing.<br />

Di<strong>en</strong>st B k<strong>en</strong>t vele soort<strong>en</strong> functies. Van medewerker schoonmaak <strong>en</strong> transport<br />

via bodes, bank werkers <strong>en</strong> administratieve medewerkers, <strong>naar</strong> teamassist<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

beleidsassist<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, beleidsadviseurs <strong>en</strong> hoofd<strong>en</strong> van afdeling<strong>en</strong>.<br />

Di<strong>en</strong>st B heeft primair e<strong>en</strong> adviser<strong>en</strong>de taak. Relatief veel functies binn<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st B vrag<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> hoog <strong>op</strong>leidingsniveau.<br />

Vanwege e<strong>en</strong> in vergelijking met andere functies hoge bezettingsgraad, zijn<br />

voor de vergelijking<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> dit onderzoek word<strong>en</strong> gemaakt de functies<br />

van beleidsadviseur A <strong>en</strong> B <strong>en</strong> die van teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> medewerker docum<strong>en</strong>tatie-<br />

<strong>en</strong> informatievoorzi<strong>en</strong>ing (medewerker DIV) gekoz<strong>en</strong>. De functies<br />

tezam<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> 157 functiehouders. Hiervan werkt 31% in deeltijd, is<br />

55% vrouw <strong>en</strong> 14% allochtoon. De functie van beleids adviseur A is gewaardeerd<br />

met de salarisklasse 13 <strong>en</strong> die van beleidsadviseur B zit <strong>op</strong> het functionele<br />

salarisniveau van schaal 12. De functies van teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong><br />

medewerker docum<strong>en</strong>tatie- <strong>en</strong> informatievoorzi<strong>en</strong>ing zijn gewaardeerd <strong>op</strong><br />

functieschaal 6. Deze functies kom<strong>en</strong> in het navolg<strong>en</strong>de stuk uitgebreider<br />

aan bod.<br />

De geme<strong>en</strong>te k<strong>en</strong>t twee salaristabell<strong>en</strong>, de nieuwe <strong>en</strong> de oude. Beide tabell<strong>en</strong><br />

bestaan uit 19 salarisschal<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>ummerd van 1 tot <strong>en</strong> met 19. Medewerkers<br />

die na 1 juli 1996 in di<strong>en</strong>st van de geme<strong>en</strong>te zijn gekom<strong>en</strong>, vall<strong>en</strong><br />

onder de nieuwe salarisstructuur t<strong>en</strong>zij ze via hun vorige functie reeds in de<br />

oude salarisstructuur werkzaam war<strong>en</strong>. Het is de bedoeling dat <strong>op</strong> termijn<br />

alle medewerkers onder de nieuwe structuur gaan vall<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor<br />

de nieuwe structuur is dat de zogehet<strong>en</strong> uitlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong>


Hoofdstuk 4 Case B 56<br />

schal<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de functionele schaal, zijn afgeschaft. In plaats<br />

daarvan kan, wanneer m<strong>en</strong> het maximumbedrag van de functieschaal heeft<br />

bereikt, onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonlijke toelage <strong>op</strong> het salaris<br />

word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d (zie verder 4.2.3).<br />

De arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te zijn geregeld in het zog<strong>en</strong>aamde<br />

CAR/UWO 2002 (Collectieve arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>regeling <strong>en</strong> de Uitwerkingsovere<strong>en</strong>komst),<br />

zoals die per 1 juli 2002 is vastgesteld. Het gaat om<br />

e<strong>en</strong> kadercao waarbinn<strong>en</strong>, via het lokaal overleg, uitvoeringsregeling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> vastgesteld per geme<strong>en</strong>te.<br />

4.2 Beloningsbeleid<br />

In deze paragraaf komt het geme<strong>en</strong>telijk <strong>beloning</strong>sbeleid volg<strong>en</strong>s de nieuwe<br />

salarisstructuur aan bod. Allereerst wordt ingegaan <strong>op</strong> het gehanteerde<br />

functiewaarderings systeem <strong>en</strong> de toepassing daarvan. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong><br />

de func ties die in de vergelijking<strong>en</strong> zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.<br />

4.2.1 Het geme<strong>en</strong>telijk functiewaarderingssysteem<br />

De geme<strong>en</strong>te k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> functiewaarderingssysteem dat is afgeleid van<br />

FUWASYS, het systeem van functiewaardering dat binn<strong>en</strong> de rijksdi<strong>en</strong>st<br />

wordt gebruikt. Iedere ambte<strong>naar</strong> is ingedeeld in één van de 19 schal<strong>en</strong> die<br />

het systeem k<strong>en</strong>t. In principe is elke functie direct of indirect gewaardeerd.<br />

Daarover zo meer.<br />

In 1993 zijn binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te het instrum<strong>en</strong>tarium <strong>en</strong> de procedures van<br />

het functiewaarderingssysteem aangepast. Dit heeft geleid tot het Procedurebesluit<br />

Functiewaardering 1993. E<strong>en</strong> belangrijke aanpassing betreft het<br />

onderscheid tuss<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde <strong>ras</strong>ter- of ijkfuncties <strong>en</strong> inslotfuncties. De<br />

<strong>ras</strong>terfuncties kom<strong>en</strong> tot uitdrukking in het functiewaarderings <strong>ras</strong>ter. Dit<br />

functiewaarderings<strong>ras</strong>ter geeft de relatie aan tuss<strong>en</strong> de bedrijfsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

totaal aan functies binn<strong>en</strong> de organisatie. Dit <strong>ras</strong>ter di<strong>en</strong>t in principe e<strong>en</strong>s in<br />

de vier jaar <strong>op</strong>nieuw te word<strong>en</strong> vastgesteld. Overig<strong>en</strong>s zal het <strong>ras</strong>ter van<br />

1998 dat in 2002 <strong>op</strong>nieuw zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld, nog <strong>en</strong>ige tijd<br />

geldig blijv<strong>en</strong>. Dit in verband met l<strong>op</strong><strong>en</strong>de reorganisaties.<br />

Rasterfuncties gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doorsnede van de organisatie weer. Rasterfuncties<br />

zijn die functies die <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> aantal criteria als k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d<br />

voor e<strong>en</strong> organisatie zijn te beschouw<strong>en</strong>. Inslotfuncties zijn dit in mindere<br />

mate. Dit onderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>ras</strong>ter- <strong>en</strong> inslotfuncties staat los van de<br />

zwaarte <strong>en</strong> het belang van e<strong>en</strong> bepaalde functie. Beide soort<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>d waarderingstraject. Rasterfuncties word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale<br />

waarderingscommissie met behulp van het functiewaarderings systeem gewaardeerd.<br />

De led<strong>en</strong> van deze commissie bestaan doorgaans uit verteg<strong>en</strong>woordigers<br />

van de afdeling personeelszak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ondernemingsraad. De


57<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

adviez<strong>en</strong> van deze commissie word<strong>en</strong> voorgelegd aan het hoofd van di<strong>en</strong>st.<br />

Als deze met het advies instemt, word<strong>en</strong> de waarderingsuitkomst<strong>en</strong> ter toetsing<br />

voorgelegd aan de directie Personeel <strong>en</strong> Organisatie. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong><br />

de waardering<strong>en</strong> door het college van B&W vastgesteld. Inslot functies<br />

word<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met de <strong>ras</strong>terfuncties. Op basis<br />

daarvan wordt beoordeeld of deze gelijk, lichter of zwaarder zijn dan de <strong>ras</strong>terfuncties<br />

waarmee is vergelek<strong>en</strong>. Deze beoordeling geschiedt ook door de<br />

dec<strong>en</strong>trale functiewaarderings commissie. Deze commissie adviseert over de<br />

waardering<strong>en</strong>. De waardering wordt vervolg<strong>en</strong>s vastgesteld door het hoofd<br />

van di<strong>en</strong>st.<br />

De vergelijking<strong>en</strong> van functiehouders die in dit hoofdstuk word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong><br />

zijn zodanig geselec teerd dat zij alle <strong>op</strong> <strong>ras</strong>terfuncties betrekking hebb<strong>en</strong>.<br />

Het geme<strong>en</strong>telijk functiewaarderingssysteem k<strong>en</strong>t zev<strong>en</strong> gezichtspunt<strong>en</strong> of<br />

functiekarakteristiek<strong>en</strong>: structuur; beslissingsruimte; verantwoordelijkheid;<br />

inbr<strong>en</strong>g; contact<strong>en</strong>; leidinggev<strong>en</strong>; vaardighed<strong>en</strong>. Elk gezichtspunt of waarderingsk<strong>en</strong>merk<br />

is onderverdeeld <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> aantal subk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Aan elk<br />

subk<strong>en</strong>merk zijn e<strong>en</strong> aantal graderingsband<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>, die als niveauaanduiding<strong>en</strong><br />

of aanduiding<strong>en</strong> van to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de complexiteit kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

geïnterpreteerd. Het aantal graderingsband<strong>en</strong> lo<strong>op</strong>t per subk<strong>en</strong>merk uite<strong>en</strong>.<br />

Het gezichtspunt structuur k<strong>en</strong>t bijvoorbeeld bij het subk<strong>en</strong>merk ‘’diepgang<br />

van het werk” ti<strong>en</strong> band<strong>en</strong>, terwijl het subk<strong>en</strong>merk “breedte van het werkterrein”<br />

slechts drie band<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. De band<strong>en</strong> zijn in de vorm van tekst<strong>en</strong> geformuleerd.<br />

Sommige tekst<strong>en</strong> van graderingsband<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> rechtstreeks <strong>op</strong><br />

e<strong>en</strong> bepaalde te waarder<strong>en</strong> functie van toepassing zijn. Is dat minder het<br />

geval, dan kan vergelijking met voorbeeldfuncties verder inzicht bied<strong>en</strong>.<br />

De conversietabel tuss<strong>en</strong> waarderingspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> salarisschal<strong>en</strong> lo<strong>op</strong>t van<br />

260 tot maximaal 2225 punt<strong>en</strong>. In tabel 4.1 is de bandbreedte in punt<strong>en</strong> per<br />

schaalniveau weergegev<strong>en</strong>. De bandbreedte kan per schaal nogal uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>.<br />

Tabel 4.1 Conversietabel<br />

Functieschaal<br />

Punt<strong>en</strong>scores<br />

1 260 – 270<br />

2 275 – 330<br />

3 335 – 395<br />

4 400 – 465<br />

5 470 – 565<br />

6 570 – 670<br />

7 675 – 770<br />

8 775 – 870<br />

9 875 – 960


Hoofdstuk 4 Case B 58<br />

10 965 – 1100<br />

11 1105 – 1250<br />

12 1255 – 1350<br />

13 1355 – 1475<br />

14 1480 – 1600<br />

15 1605 – 1725<br />

16 1730 – 1850<br />

17 1855 – 1975<br />

18 1980 - 2100<br />

19 2105 – 2225<br />

Het aantal punt<strong>en</strong> dat aan e<strong>en</strong> functie wordt toegek<strong>en</strong>d is bepal<strong>en</strong>d voor de<br />

indeling van de func tie in wat de functionele schaal wordt g<strong>en</strong>oemd. Op basis<br />

van de hier toegepaste methode verricht<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> overstijg<strong>en</strong>d functiewaarderingsonderzoek,<br />

maar nem<strong>en</strong> we de door de onderneming toegek<strong>en</strong>de<br />

functiewaard<strong>en</strong> tot uitgangspunt (zie hoofdstuk 1, paragraaf 1.3).<br />

Overig<strong>en</strong>s zou de toepassing van het instrum<strong>en</strong>t van <strong>sekse</strong>neutrale functiewaardering<br />

(zie hoofdstuk 1) binn<strong>en</strong> deze geme<strong>en</strong>te aanbevel<strong>en</strong>swaardig<br />

kunn<strong>en</strong> zijn, gezi<strong>en</strong> de mogelijke indirect onderscheid<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> van<br />

bijvoorbeeld het verschil in waarderingstechniek tuss<strong>en</strong> -<strong>ras</strong>ter <strong>en</strong> inslotfuncties<br />

<strong>en</strong> de sterk wissel<strong>en</strong>de bandbreedte in de conversietabel.<br />

Op basis van de geme<strong>en</strong>telijke functiewaarderingsprocedure zijn de volg<strong>en</strong>de<br />

definitieve waardering<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> aan de, in dit onderzoek te betrekk<strong>en</strong>,<br />

functies:<br />

Geselecteerde functies<br />

Punt<strong>en</strong>score<br />

Medewerker DIV (schaal 06)<br />

Teamassist<strong>en</strong>t A (schaal 06)<br />

Beleidsadviseur B (schaal 12)<br />

Beleidsadviseur A (schaal 13)<br />

605<br />

620<br />

1265<br />

1370<br />

De inschaling binn<strong>en</strong> de schaal is vervolg<strong>en</strong>s afhankelijk van het aantal toe<br />

te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> periodiek<strong>en</strong>. Elke schaal, met uitzondering van schaal 19, k<strong>en</strong>t in<br />

totaal elf periodieknummers.<br />

In de onderstaande salaristabel (tabel 4.2) word<strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de bedrag<strong>en</strong><br />

in euro’s weergegev<strong>en</strong> zoals deze geld<strong>en</strong> vanaf 1 februari 2002. Deze<br />

bedrag<strong>en</strong> zijn van toepassing <strong>op</strong> de gemaakte loonvergelijking<strong>en</strong> per 31 juli<br />

2002.


59<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

Tabel 4.2 Salaristabel nieuwe structuur per 1-2-2002<br />

SCHAAL<br />

PN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 PN<br />

0 1219 1249 1281 1319 1359 1452 1634 1877 2088 2255 0<br />

1 1249 1292 1336 1380 1426 1520 1705 1955 2178 2362 1<br />

2 1280 1336 1391 1441 1492 1588 1776 2032 2269 2469 2<br />

3 1312 1379 1446 1501 1559 1656 1846 2110 2360 2576 3<br />

4 1343 1422 1500 1562 1626 1725 1917 2188 2451 2683 4<br />

5 1375 1466 1555 1623 1693 1793 1988 2266 2541 2790 5<br />

6 1407 1509 1610 1684 1760 1860 2059 2344 2633 2897 6<br />

7 1438 1552 1664 1745 1827 1929 2129 2422 2724 3004 7<br />

8 1470 1595 1719 1806 1894 1997 2200 2500 2814 3111 8<br />

9 1501 1639 1774 1866 1961 2065 2271 2578 2905 3218 9<br />

10 1533 1682 1828 1927 2027 2133 2342 2655 2996 3325 10<br />

11 1564 1726 1883 1988 2094 2202 2412 2733 3087 3432 11<br />

SCHAAL<br />

PN 11 12 13 14 15 16 17 18 19 PN<br />

0 2710 3265 3650 3880 4176 4474 4956 5498 8330 0<br />

1 2824 3379 3762 4015 4332 4656 5152 5709 1<br />

2 2938 3491 3874 4150 4488 4837 5348 5919 2<br />

3 3052 3603 3985 4285 4643 5019 5543 6130 3<br />

4 3166 3715 4097 4420 4799 5201 5739 6340 4<br />

5 3279 3827 4208 4555 4955 5382 5935 6551 5<br />

6 3394 3938 4320 4690 5111 5564 6131 6761 6<br />

7 3506 4050 4432 4825 5267 5745 6327 6972 7<br />

8 3618 4161 4544 4960 5423 5927 6523 7182 8<br />

9 3730 4273 4655 5094 5579 6109 6718 7393 9<br />

10 3842 4385 4767 5229 5735 6290 6914 7603 10<br />

11 3953 4497 4878 5364 5891 6472 7110 7814 11<br />

4.2.2 Toepassing van <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

Indelings- <strong>en</strong> inschalingsregels<br />

De collectieve arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>regeling (CAR) bepaalt dat de <strong>beloning</strong><br />

van de geme<strong>en</strong>teambte<strong>naar</strong> wordt vastgesteld <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> in het lokaal<br />

overleg vast te stell<strong>en</strong> bezoldigingsregeling, met inachtneming van wat<br />

daarover in de CAR is bepaald. Deze schrijft het gebruik van de bov<strong>en</strong>staande<br />

salaristabel voor <strong>en</strong> voorts dat de bezoldiging wordt vastgesteld met<br />

inachtneming van de aard van de betrekking <strong>en</strong> de wijze van vervulling. Dit


Hoofdstuk 4 Case B 60<br />

alles is nader uitgewerkt in e<strong>en</strong> lokale bezoldigingsregeling. Deze lokale<br />

regeling bepaalt het volg<strong>en</strong>de:<br />

Wanneer nieuw personeel wordt aangesteld, geld<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de<br />

bezoldiging e<strong>en</strong> aantal indelings- <strong>en</strong> inschalingsregels. Indeling wil zegg<strong>en</strong><br />

dat e<strong>en</strong> salarisklasse of schaal wordt toegek<strong>en</strong>d aan de functie die de medewerker<br />

gaat vervull<strong>en</strong>. Inschaling heeft betrekking <strong>op</strong> de toek<strong>en</strong>ning van<br />

het schaalbedrag (de periodiek) binn<strong>en</strong> die salarisklasse. De richtlijn<strong>en</strong> of<br />

regels die in acht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> luid<strong>en</strong> als volgt:<br />

• De basis voor de bezoldiging is de functionele salarisklasse: dit is<br />

de salarisklasse die overe<strong>en</strong>komt met de waarde van de functie,<br />

zoals die na toepassing van de functiewaarderingsmethode of na<br />

het “inslott<strong>en</strong>” in e<strong>en</strong> door B&W vastgesteld functie<strong>ras</strong>ter formeel<br />

<strong>en</strong> definitief is bepaald.<br />

• Indeling in de functionele salarisklasse is mogelijk als <strong>op</strong> grond van<br />

eerder verkreg<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis, redelijkerwijze mag word<strong>en</strong><br />

aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de ambte<strong>naar</strong>, na e<strong>en</strong> inwerkperiode, de functie<br />

volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> zal ve rvull<strong>en</strong>.<br />

• Wordt de verkreg<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong>/of ervaring onvoldo<strong>en</strong>de geacht<br />

voor e<strong>en</strong> volledige <strong>en</strong> behoorlijke vervulling van de functie, dan<br />

wordt betrokk<strong>en</strong>e als regel in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>klasse ingedeeld. Dit is<br />

de salarisklasse die direct aan de functionele salarisklasse voorafgaat.<br />

Voor e<strong>en</strong> functie kunn<strong>en</strong> meer dan één aanlo<strong>op</strong>klass<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gehanteerd.<br />

• Indeling in e<strong>en</strong> hogere salarisklasse dan de functionele is nimmer<br />

toegestaan. Bij wervingsproblem<strong>en</strong> kan, onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong>,<br />

gebruik word<strong>en</strong> gemaakt van de ko<strong>op</strong>- <strong>en</strong> behoudtoelage-regeling.<br />

Voor de toek<strong>en</strong>ning van deze toelage, die in de regel 5<br />

tot maximaal 10 (in e<strong>en</strong> uitzonderingsgeval 15) proc<strong>en</strong>t van de toe<br />

te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bezoldiging beslaat, is toestemming van twee daartoe<br />

aangewez<strong>en</strong> wet houders noodzakelijk.<br />

• De inschaling vindt plaats afhankelijk van leeftijd, ervaring <strong>en</strong> onderlinge<br />

verhouding<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> afdeling.<br />

Periodieke verhoging<br />

Bij t<strong>en</strong>minste normaal of voldo<strong>en</strong>de functioner<strong>en</strong> wordt, zolang het maximumsalaris<br />

nog niet is bereikt, e<strong>en</strong>maal per jaar <strong>op</strong> de datum van indi<strong>en</strong>sttreding<br />

e<strong>en</strong> periodiek toegek<strong>en</strong>d, de zogehet<strong>en</strong> jaarlijkse periodieke verhoging.<br />

Bevordering<br />

Met e<strong>en</strong> bevordering wordt de overgang bedoeld van e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>klasse<br />

<strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hoger aanlo<strong>op</strong>klasse of <strong>naar</strong> de functionele salarisklasse. Bij e<strong>en</strong><br />

bevordering gaat het dus om e<strong>en</strong> hogere indeling in de schal<strong>en</strong>. Als voor-


61<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

waarde voor bevordering <strong>naar</strong> de functionele salarisklasse geldt dat m<strong>en</strong> de<br />

functie waarin m<strong>en</strong> is aangesteld, volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> vervult. Bij bevordering<br />

wordt m<strong>en</strong> als regel in de naast hogere schaal ingedeeld. In die<br />

hogere schaal ontvangt m<strong>en</strong> dan gewoonlijk het bedrag dat direct volgt <strong>op</strong><br />

het bedrag dat m<strong>en</strong> reeds ontvangt, de zogehet<strong>en</strong> bevorderingsperiodiek.<br />

Het kan voorkom<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> bij de overgang <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere functionele<br />

schaal in de nieuwe salarisstructuur e<strong>en</strong> voordeel heeft van <strong>en</strong>kele euro’s. In<br />

dat geval treedt de regel in werking dat de salarisverhoging t<strong>en</strong> minste 75%<br />

moet bedrag<strong>en</strong> van de verhoging die m<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, als m<strong>en</strong> in<br />

de oude schaal e<strong>en</strong> periodieke verhoging zou hebb<strong>en</strong> gehad. Zou m<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

het maximum van de schaal gestaan hebb<strong>en</strong>, dan neemt m<strong>en</strong> 75% van het<br />

verschil met de onderligg<strong>en</strong>de periodiek. M<strong>en</strong> wordt in de hogere schaal<br />

ingeschaald <strong>op</strong> het bedrag dat t<strong>en</strong>minste aan deze 75%-regel voldoet.<br />

Naast de bevorderingsperiodiek houdt m<strong>en</strong> recht <strong>op</strong> de jaarlijkse periodiek<br />

per datum van indi<strong>en</strong>sttreding indi<strong>en</strong> het maximum van de schaal nog niet<br />

bereikt is. Vall<strong>en</strong> de promotie <strong>en</strong> de jaarlijkse periodiek <strong>op</strong> dezelfde datum,<br />

dan wordt eerst de jaarlijkse periodiek toegek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> daarna de bevorderingsperiodiek.<br />

4.2.3 Toe(s)lag<strong>en</strong><br />

Het loon van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> kan, naast het schaalbedrag, ook nog uit e<strong>en</strong><br />

maandelijkse toelage <strong>en</strong>/of toeslag bestaan. Bij toelag<strong>en</strong> gaat het om loonbestanddel<strong>en</strong><br />

die tot de bezoldiging word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Toeslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

niet tot de bezoldiging gerek<strong>en</strong>d. Eerst e<strong>en</strong> kort woord over de verschill<strong>en</strong>de<br />

toelag<strong>en</strong> die er binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te bestaan.<br />

Toelag<strong>en</strong><br />

Vakantie- <strong>en</strong> eindejaarsuitkering<br />

De vakantietoelage bedraagt 8 proc<strong>en</strong>t van de bezoldiging. De eindejaarsuitkering<br />

bedraagt 2,75 proc<strong>en</strong>t van het jaarsalaris.<br />

Toelage minimumloon <strong>en</strong> minimumvakantietoelage<br />

Op grond van e<strong>en</strong> bepaling in de geme<strong>en</strong>telijke arbeidsvoorwaard<strong>en</strong> heeft<br />

ieder personeelslid recht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> salaris dat t<strong>en</strong> minste gelijk is aan het minimum(jeugd)loon.<br />

Dit betek<strong>en</strong>t dat, wanneer m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lager schaalbedrag<br />

ontvangt dan het minimum(jeugd)loon, m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toelage ontvangt ter hoogte<br />

van dit verschil. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> grond van het Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>reglem<strong>en</strong>t heeft<br />

ieder personeelslid recht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> minimumvakantietoelage. Deze bedraagt<br />

meer dan het wettelijk minimum.


Hoofdstuk 4 Case B 62<br />

Ko<strong>op</strong>- <strong>en</strong> behoudtoelage<br />

Hierover is bij de indelings- <strong>en</strong> inschalingsregels al het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander gezegd.<br />

Het gaat om toelag<strong>en</strong> bij functies die problem<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bij het werv<strong>en</strong><br />

of in di<strong>en</strong>st houd<strong>en</strong> van voldo<strong>en</strong>de gekwalificeerd personeel. De ko<strong>op</strong>- <strong>en</strong><br />

behoudtoelage is minimaal 5 <strong>en</strong> maximaal 10 proc<strong>en</strong>t van het loon. De toelage<br />

kan t<strong>en</strong> hoogste drie jaar word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d.<br />

Toelage onregelmatige di<strong>en</strong>st<br />

Hierbij gaat het om e<strong>en</strong> vergoeding voor het moet<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>op</strong> ur<strong>en</strong> die<br />

geleg<strong>en</strong> zijn buit<strong>en</strong> de tijdvakk<strong>en</strong> van maandag tot <strong>en</strong> met vrijdag van 6.00<br />

tot 18.00 uur. De vergoeding is aldus:<br />

Voor ur<strong>en</strong> gewerkt in de tijdvakk<strong>en</strong>:<br />

Vergoeding per uur:<br />

Zaterdag 22.00 uur tot maandag 6.00 uur <strong>en</strong> 36.5%<br />

<strong>op</strong> feestdag<strong>en</strong><br />

Maandag t/m vrijdag van 0.00-6.00 uur <strong>en</strong> 24.9%<br />

zaterdag 00.00-22.00 uur<br />

Maandag t/m vrijdag 18.00-22.00 uur 18.9%<br />

Toelage wacht- <strong>en</strong> waakdi<strong>en</strong>st<br />

Het komt voor dat m<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> werktijd bereikbaar <strong>en</strong> beschikbaar moet zijn<br />

om zo nodig onmiddellijk extra werkzaamhed<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong>. Er<br />

wordt dan gesprok<strong>en</strong> over het verricht<strong>en</strong> van thuiswerk. Dan is de regeling<br />

Vergoeding wacht- <strong>en</strong> waakdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van toepassing. Die regeling hanteert<br />

verschill<strong>en</strong>de perc<strong>en</strong>tages vergoeding (van 5.291% tot 20.525% per bepaalde<br />

tijdse<strong>en</strong>heid) al <strong>naar</strong> de zwaarte <strong>en</strong> omvang van de beschikbaarheidseis.<br />

De vergoeding<strong>en</strong> zijn vastgesteld in perc<strong>en</strong>tages van het maximumsalaris<br />

van salarisklasse 5.<br />

Toeslag<strong>en</strong><br />

Inconv<strong>en</strong>iënt<strong>en</strong>toeslag<br />

Hier is sprake van e<strong>en</strong> toeslag. Deze wordt niet tot de bezoldiging gerek<strong>en</strong>d.<br />

Het voorkom<strong>en</strong> van inconv<strong>en</strong>iënt<strong>en</strong> bij de uitoef<strong>en</strong>ing van de functie wordt<br />

waar mogelijk beperkt of wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Als dat niet mogelijk is, geldt e<strong>en</strong><br />

bepaalde vergoedingsregel. Het toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bedrag is afhankelijk van de<br />

aard, de int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> de duur van het inconv<strong>en</strong>iënt <strong>en</strong> van het aantal inconv<strong>en</strong>iënt<strong>en</strong><br />

waar de betrokk<strong>en</strong>e mee te mak<strong>en</strong> heeft. De vergoeding<strong>en</strong> zijn<br />

uitgedrukt in perc<strong>en</strong>tages van het maximumsalaris van salarisklasse<br />

(schaal) 5 (resp. 0.8599%; 1.7196%; 2.5791%). De vergoeding<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

maandelijks uitgekeerd.


63<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

Overige vergoeding<strong>en</strong><br />

Er bestaan vergoeding<strong>en</strong> voor overwerk. Overwerk zijn werkzaamhed<strong>en</strong> die<br />

door medewerkers in di<strong>en</strong>st<strong>op</strong>dracht buit<strong>en</strong> de feitelijke <strong>arbeidsduur</strong> word<strong>en</strong><br />

verricht. Overwerkvergoeding<strong>en</strong> zijn in de regel alle<strong>en</strong> beschikbaar voor<br />

medewerkers die zijn ingedeeld in de salarisklass<strong>en</strong> 10 <strong>en</strong> lager.<br />

Prestatie<strong>beloning</strong><br />

Om extra prestaties in het loon tot uitdrukking te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, beschikt de geme<strong>en</strong>te<br />

over vijf verschill<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Ze word<strong>en</strong> hieronder<br />

kort behandeld.<br />

Persoonlijke Prestatietoelage<br />

De PPT is bestemd voor medewerkers van wie de functie is ingedeeld in de<br />

schal<strong>en</strong> 1 tot <strong>en</strong> met 11. Aan h<strong>en</strong> die het maximum van de functionele<br />

schaal hebb<strong>en</strong> bereikt, kan na e<strong>en</strong> bepaalde wachttijd e<strong>en</strong> persoonlijke prestatietoelage<br />

word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Overig<strong>en</strong>s zijn er gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> gesteld aan het<br />

perc<strong>en</strong>tage medewerkers binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afdeling dat e<strong>en</strong> prestatietoelage kan<br />

krijg<strong>en</strong>. Voor het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de PPT geld<strong>en</strong> vanaf het bereik<strong>en</strong> van het<br />

maximum van de functionele schaal de volg<strong>en</strong>de wachttijd<strong>en</strong>:<br />

schaal 1:<br />

schaal 2:<br />

schaal 3:<br />

schaal 4 t/m 11:<br />

55-jarig<strong>en</strong>:<br />

t<strong>en</strong>minste 1 jaar<br />

t<strong>en</strong>minste 3 jaar<br />

t<strong>en</strong>minste 5 jaar<br />

t<strong>en</strong>minste 6 jaar<br />

t<strong>en</strong>minste 1 jaar<br />

De PPT bedraagt e<strong>en</strong> bepaald perc<strong>en</strong>tage van het maximum van de schaal.<br />

De PPT die voor de eerste keer wordt toegek<strong>en</strong>d, bedraagt 4%. Eén jaar<br />

later kan de PPT word<strong>en</strong> verhoogd tot 8% <strong>en</strong> weer één jaar later tot 12%.<br />

Persoonlijke Prestatie-Uitkering<br />

De PPU geldt voor medewerkers wier functies zijn ingedeeld in de schal<strong>en</strong><br />

12 <strong>en</strong> hoger. E<strong>en</strong> PPU is ge<strong>en</strong> verhoging van het maandelijks salaris, maar<br />

e<strong>en</strong> bruto bedrag ine<strong>en</strong>s ter grootte van anderhalf maal het schaalbedrag<br />

van het maximum van de functionele schaal. Jaarlijks vindt er e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde<br />

PPU-ronde plaats. Om de PPU voor de eerste maal te krijg<strong>en</strong>, moet<br />

de medewerker t<strong>en</strong>minste 2 jaar eerder het maximum van de functionele<br />

salarisklasse hebb<strong>en</strong> bereikt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geldt de eis van <strong>op</strong> zeer goede<br />

wijze functioner<strong>en</strong>. Per di<strong>en</strong>st kan maximaal 30 proc<strong>en</strong>t van dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

aan de eis van salarisklasse <strong>en</strong> wachttijd voldo<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> PPU word<strong>en</strong><br />

voorgedrag<strong>en</strong>. De bevoegdheid om PPU’s toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ligt bij B&W.<br />

Tijdelijke Persoonlijke Toelage<br />

Het hoofd van di<strong>en</strong>st kan e<strong>en</strong> medewerker e<strong>en</strong> TPT toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> voor het<br />

geval hij/zij tijdelijk belast is met extra werkzaamhed<strong>en</strong> die het niveau of de


Hoofdstuk 4 Case B 64<br />

omvang van de gebruikelijke werkzaamhed<strong>en</strong> te bov<strong>en</strong> gaan. Wanneer deze<br />

extra werkzaamhed<strong>en</strong> vervall<strong>en</strong>, wordt de TPT zonder toepassing van e<strong>en</strong><br />

afbouwregeling beëindigd.<br />

Extra periodieke verhoging<br />

Het hoofd van di<strong>en</strong>st kan e<strong>en</strong> medewerker die het maximumsalaris nog niet<br />

heeft bereikt, e<strong>en</strong> extra periodieke verhoging toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> zijn of haar<br />

functioner<strong>en</strong> zich meer dan gemiddeld ontwikkelt. Meer dan één extra periodieke<br />

verhoging tegelijk of gespreid over e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> is ook mogelijk.<br />

Gratificatie<br />

Bij bijzondere prestaties is toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> gratificatie mogelijk. De gratificatie<br />

wordt als bruto bedrag toegek<strong>en</strong>d. Er bestaat e<strong>en</strong> minimumbedrag<br />

van € 68 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maximumbedrag van € 3857. Per di<strong>en</strong>st is binn<strong>en</strong> deze<br />

kaders e<strong>en</strong> uitvoeringsregeling <strong>op</strong>gesteld.<br />

4.2.4 De in de vergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> functies<br />

Voor de loonvergelijking<strong>en</strong> in dit onderzoek zijn vier functies geselecteerd:<br />

beleidsadviseur A; beleidsadviseur B; teamassist<strong>en</strong>t A; medewerker docum<strong>en</strong>tatie-<br />

<strong>en</strong> informatievoorzi<strong>en</strong>ing. Alvor<strong>en</strong>s de vergelijking<strong>en</strong> te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> deze functies eerst kort beschrev<strong>en</strong>.<br />

De functie beleidsadviseur A<br />

Op mom<strong>en</strong>t van onderzoek bestaan er binn<strong>en</strong> B 41 functiehouders Beleidsadviseur<br />

A. De functionele salarisklasse (FSK) van deze functie is (schaal)<br />

13. De bezoldiging bij de maximale periodiek 11 is € 4.878,00 per maand.<br />

De vakantietoelage is 8 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de eindejaaruitkering 2.75 proc<strong>en</strong>t over<br />

de bezoldiging.<br />

Er bestaat niet één algem<strong>en</strong>e omschrijving van de functie van beleids -<br />

adviseur A. De bestaande beschrijving<strong>en</strong> van deze functie zijn gespecificeerd<br />

<strong>naar</strong> de verschill<strong>en</strong>de directies in di<strong>en</strong>st B. De beschrijving<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

tamelijk uitvoerig, namelijk gesplitst in resultaatgebied<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong>de<br />

eindresultat<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong>de kernactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordelings criteria<br />

per eindresultaat. In het kader van dit onderzoek is het niet zinvol <strong>en</strong> niet<br />

nodig om alle specifieke beschrijvingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de functies<br />

van beleidsadviseur A <strong>op</strong> te nem<strong>en</strong>. In algem<strong>en</strong>e zin staan in deze functie<br />

c<strong>en</strong>traal: het ontwikkel<strong>en</strong> van beleid binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beleidssector, met inbegrip<br />

van personele <strong>en</strong> financiële consequ<strong>en</strong>ties, zodanig dat directie <strong>en</strong> bestuur<br />

tot integrale afweging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>; het signaler<strong>en</strong> van relevante<br />

maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze in beleidsvoorstell<strong>en</strong>, dan wel<br />

beleidsconsequ<strong>en</strong>ties kunn<strong>en</strong> vertal<strong>en</strong>; het deelnem<strong>en</strong> aan stuur- <strong>en</strong> projectgroep<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> interdisciplinair karakter; het verzorg<strong>en</strong> van pres<strong>en</strong>taties<br />

<strong>en</strong> vervaardig<strong>en</strong> van voortgangsrapportages; het vorm<strong>en</strong> van relevante


65<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

netwerk<strong>en</strong>; het <strong>op</strong>stell<strong>en</strong> van bruikbare adviez<strong>en</strong>. Voor de functie geldt de<br />

noodzaak van e<strong>en</strong> academisch d<strong>en</strong>k- <strong>en</strong> werkniveau. M<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t minimaal 5<br />

jaar ervaring met beleidsadvisering te hebb<strong>en</strong>.<br />

De functie beleidsadviseur B<br />

Op mom<strong>en</strong>t van onderzoek bestaan er binn<strong>en</strong> Di<strong>en</strong>st B 29 functiehouders<br />

Beleidsadviseur B. De functionele salarisklasse (FSK) van deze functie is<br />

(schaal) 12. De bezoldiging bij de maximale periodiek 11 is € 4.497,00 per<br />

maand. De vakantietoelage is 8 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de eindejaarsuitkering bedraagt<br />

2.75 proc<strong>en</strong>t over de bezoldiging.<br />

Ook hier geldt dat ge<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e beschrijving van de aard van de functie<br />

beleidsadviseur B voorhand<strong>en</strong> is, maar dat deze beschrijving<strong>en</strong> zijn gespecificeerd<br />

<strong>naar</strong> de verschill<strong>en</strong>de directies in di<strong>en</strong>st B. De adviestak<strong>en</strong> van beleidsadviseur<br />

B hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> wat minder grote <strong>en</strong> wat minder zware of complexe<br />

beleidsaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> betrekking dan die van beleidsadviseur A.<br />

Beleidsadviseur B is e<strong>en</strong> professional, e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eralist. Van e<strong>en</strong> beleidsadviseur<br />

B wordt verwacht dat hij/zij k<strong>en</strong>nis heeft van e<strong>en</strong> specifiek beleidsterrein<br />

<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> daarbinn<strong>en</strong> kan interpreter<strong>en</strong>; integrale <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eralistische<br />

adviez<strong>en</strong> geeft; signal<strong>en</strong> tijdig ziet <strong>en</strong> doorgeeft; projectgroep<strong>en</strong> kan<br />

initiër<strong>en</strong>, pres<strong>en</strong>taties kan verzorg<strong>en</strong> als verteg<strong>en</strong>woordiger van de directie;<br />

het geme<strong>en</strong>telijk belang bij de diverse beleidsmatige ontwikkeling<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>t;<br />

contact<strong>en</strong> <strong>op</strong> kan bouw<strong>en</strong>; netwerk<strong>en</strong> formeert.<br />

De <strong>op</strong>leidingseis<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> academisch niveau. In term<strong>en</strong> van ervaring<br />

wordt voor deze functie 2 tot 3 jaar ervaring met betrekking tot beleidsadvisering<br />

noodzakelijk geacht.<br />

De functie teamassist<strong>en</strong>t A<br />

Op mom<strong>en</strong>t van onderzoek zijn er 55 functiehouders Teamassist<strong>en</strong>t A. De<br />

functionele salarisklasse (FSK) van deze functie is (schaal) 6. De bezoldiging<br />

bij de maximale periodiek 11 is € 2.202,00 per maand. De vakantietoelage<br />

is 8 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de eindejaarsuitkering bedraagt 2.75 proc<strong>en</strong>t over de<br />

bezoldiging.<br />

De teamassist<strong>en</strong>t A komt zowel in vakdirecties, in middel<strong>en</strong>directies als in<br />

stafafdeling<strong>en</strong> voor. De teamassist<strong>en</strong>t di<strong>en</strong>t primair voor administratieve<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> inzetbaar te zijn. De teamassist<strong>en</strong>t is bij de voorbereiding<br />

van bestuurlijke besluitvorming betrokk<strong>en</strong>. Dit kan tot piekdrukte leid<strong>en</strong>. De<br />

teamassist<strong>en</strong>t regelt de logistiek rond vergadering<strong>en</strong>, notuleert, bewaakt de<br />

voortgang van gemaakte afsprak<strong>en</strong>, houdt (geautomatiseerde) informatiebestand<strong>en</strong><br />

bij <strong>en</strong> beheert dossiers met vertrouwelijke informatie. De teamassist<strong>en</strong>t<br />

moet ondersteun<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>erer<strong>en</strong>, moet zelfstandig kunn<strong>en</strong><br />

werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t affiniteit te hebb<strong>en</strong> met moderne kantoor- <strong>en</strong> datacommunicatie-apparatuur.<br />

De functie vraagt e<strong>en</strong> MBO werk- <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kniveau. M<strong>en</strong><br />

moet twee tot drie jaar ervaring hebb<strong>en</strong>.


Hoofdstuk 4 Case B 66<br />

De functie Medewerker Docum<strong>en</strong>tatie- <strong>en</strong> Informatie Voorzi<strong>en</strong>ing<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t zijn er binn<strong>en</strong> de di<strong>en</strong>st 32 functiehouders medewerker docum<strong>en</strong>tatie-<br />

<strong>en</strong> informatie voorzi<strong>en</strong>ing (medewerker DIV). De functionele salarisklasse<br />

(FSK) van deze functie is (schaal) 6. De bezoldiging is maximale €<br />

2.2202, 00 per maand. De vakantietoelage is 8 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de eindejaarsuitkering<br />

2.75 proc<strong>en</strong>t over de bezoldiging.<br />

De medewerker DIV heeft als primaire taak het bied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>op</strong>timale<br />

ondersteuning van bedrijfsprocess<strong>en</strong>, gericht <strong>op</strong> het registrer<strong>en</strong>, distribuer<strong>en</strong>,<br />

verz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> archiver<strong>en</strong> van post <strong>en</strong> overige docum<strong>en</strong>tatie, alsmede<br />

het beheer van kantoormiddel<strong>en</strong>. Hij of zij di<strong>en</strong>t docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijdig beschikbaar<br />

te kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet gegev<strong>en</strong>s zorgvuldig <strong>en</strong> doelmatig beher<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van deze doelmatigheid is het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

overzichtelijke routing van gegev<strong>en</strong>s. De medewerker di<strong>en</strong>t daarbij oog te<br />

hebb<strong>en</strong> voor de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van gebruikers. Er geldt e<strong>en</strong> MBO werk- <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kniveau<br />

voor deze functie. Verder wordt <strong>en</strong>ige jar<strong>en</strong> ervaring <strong>op</strong> het gebied<br />

van overheidsdocum<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> registratie gevraagd.<br />

4.3 Selectie van par<strong>en</strong><br />

Opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> databestand<br />

Om na te kunn<strong>en</strong> gaan in welke functie de meeste medewerkers werkzaam<br />

zijn bij de di<strong>en</strong>st, is er door de organisatie e<strong>en</strong> lijst sam<strong>en</strong>gesteld van alle in<br />

de organisatie aanwezige functies. Volg<strong>en</strong>s onderstaand format is per functie<br />

aangegev<strong>en</strong> hoeveel allochtone mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeveel autoc h-<br />

tone mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> er werkzaam zijn. De organisatie heeft aangegev<strong>en</strong><br />

dat het uitdraai<strong>en</strong> van de gegev<strong>en</strong>s om te kom<strong>en</strong> tot dit overzicht h<strong>en</strong><br />

veel tijd heeft gekost.<br />

Tabel 4.3 Format overzicht functies<br />

Functieb<strong>en</strong>aming Functieschaal Allochtone<br />

mann<strong>en</strong><br />

beleidsmedewerker<br />

Autochtone<br />

mann<strong>en</strong><br />

Allochtone<br />

vrouw<strong>en</strong><br />

Autochtone<br />

mann<strong>en</strong><br />

Uit deze gegev<strong>en</strong>s blijkt dat er alle<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st B al 241 verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong><br />

functies voorkom<strong>en</strong>. Er is daardoor niet één grote functiegroep aanwijsbaar.<br />

Aan de hand van het functieoverzicht hebb<strong>en</strong> wij in sam<strong>en</strong>spraak<br />

met de organisatie e<strong>en</strong> achttal functies geselecteerd. Dit zijn de functies met<br />

relatief de hoogste hoge bezettingsgraad. Van deze acht geselecteerde


67<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

functies hebb<strong>en</strong> wij de organisatie gevraagd e<strong>en</strong> overzicht sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> aantal gegev<strong>en</strong>s per functiehouder. Wij hebb<strong>en</strong> h<strong>en</strong> gevraagd dit<br />

volg<strong>en</strong>s het format in tabel 4.4 te do<strong>en</strong>.<br />

Tabel 4.4<br />

Format databestand functiehouders<br />

Functie Schaalkode<br />

Schaaltrap Man/<br />

Vrouw<br />

Allocht/<br />

autocht<br />

Voltijd/<br />

deeltijd<br />

Aantal<br />

contractur<strong>en</strong><br />

Salaris Datum<br />

in<br />

di<strong>en</strong>st<br />

Geb.<br />

datum<br />

Ook het aanlever<strong>en</strong> van deze gegev<strong>en</strong>s kost de organisatie veel inspanning<br />

<strong>en</strong> tijd. Dit heeft mede te mak<strong>en</strong> met het oude informatiesysteem. Het is dan<br />

ook niet mogelijk om binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afzi<strong>en</strong>bare tijd de tabell<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> Word-<br />

Excel spreadsheet aangeleverd te krijg<strong>en</strong>. We ontvang<strong>en</strong> per functie e<strong>en</strong><br />

overzicht <strong>op</strong> papier waar per indivi duele functiehouder de b<strong>en</strong>odigde informatie<br />

staat vermeld. Bij deze selectie is het huidige salaris van de functiehouders<br />

echter niet vermeld. Dit di<strong>en</strong>t gecheckt te word<strong>en</strong> met behulp van<br />

de salarisstrok<strong>en</strong>. Deze wijze van aanlever<strong>en</strong> heeft wel tot gevolg dat het<br />

binn<strong>en</strong> deze pilot niet mogelijk is om, ter aanvulling <strong>op</strong> de paarsgewijze methode,<br />

ook gemiddelde <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> te registrer<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>stelling par<strong>en</strong><br />

Aan de hand van deze gedetailleerde overzicht<strong>en</strong> van acht verschill<strong>en</strong>de<br />

functies, selecter<strong>en</strong> wij uiteindelijk vier verschill<strong>en</strong>de functies waaruit de<br />

vergelijking<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld word<strong>en</strong>. De selectiecriteria hiervoor zijn allereerst<br />

dat we de vergelijking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> functies waar zowel<br />

mann<strong>en</strong> én vrouw<strong>en</strong> als allochton<strong>en</strong> én autochton<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd zijn.<br />

Ook de verteg<strong>en</strong>woordiging van deeltijders binn<strong>en</strong> de functies speelt hierbij<br />

e<strong>en</strong> rol. T<strong>en</strong> tweede will<strong>en</strong> we vergelijking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> func -<br />

tionariss<strong>en</strong> die in verschill<strong>en</strong>de, maar gelijkwaardige functies werkzaam zijn.<br />

T<strong>en</strong> derde will<strong>en</strong> we de vergelijking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> met zo min mogelijk<br />

verschill<strong>en</strong>de functies, t<strong>en</strong>einde het aantal betrokk<strong>en</strong> functiehouders beperkt<br />

te houd<strong>en</strong>.<br />

De functies beleidsadviseur A <strong>en</strong> B <strong>en</strong> de teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> medewerker<br />

DIV word<strong>en</strong> met inachtneming van de bov<strong>en</strong>staande criteria geselecteerd.<br />

De functies van teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> medewerker DIV zijn binn<strong>en</strong> de organisatie<br />

gelijk gewaardeerd. In totaal gaat het om e<strong>en</strong> groep van 157 medewerkers<br />

waaruit de par<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

? (1) Volg<strong>en</strong>s de methode uit hoofdstuk 2 is er voor gekoz<strong>en</strong> om steeds<br />

twee functionariss<strong>en</strong> met elkaar te ve rgelijk<strong>en</strong> die slechts verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> één<br />

van de nader te onderzoek<strong>en</strong> onderscheids grond<strong>en</strong>: <strong>sekse</strong>, etniciteit of ar-


Hoofdstuk 4 Case B 68<br />

beidsduur. Dus als e<strong>en</strong> paar <strong>op</strong> de onderscheids grond <strong>sekse</strong> wordt onderzocht,<br />

dan kom<strong>en</strong> de andere onderscheidsgrond<strong>en</strong> (<strong>arbeidsduur</strong> <strong>en</strong> etniciteit)<br />

met elkaar overe<strong>en</strong>. De tabell<strong>en</strong> 4.5.1 t/m 4.5.4 gev<strong>en</strong> overzicht<strong>en</strong> weer<br />

van het aantal beleidsadviseurs A <strong>en</strong> B, teamassist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> A <strong>en</strong> de medewerkers<br />

DIV <strong>naar</strong> k<strong>en</strong>merk (<strong>sekse</strong>, etniciteit <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>).<br />

Tabel 4.5.1 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van beleidsadviseur A<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Aantal<br />

Vrouw, allochtoon, voltijd<br />

0<br />

Vrouw, allochtoon, deeltijd<br />

0<br />

Vrouw, autochtoon, voltijd<br />

4<br />

Vrouw, autochtoon, deeltijd<br />

6<br />

Man, allochtoon, voltijd<br />

1<br />

Man, allochtoon, deeltijd<br />

0<br />

Man, autochtoon, voltijd<br />

27<br />

Man, autochtoon, deeltijd<br />

3<br />

Totaal 41<br />

Tabel 4.5.2 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van beleidsadviseur B<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Aantal<br />

Vrouw, allochtoon, voltijd<br />

0<br />

Vrouw, allochtoon, deeltijd<br />

1<br />

Vrouw, autochtoon, voltijd<br />

5<br />

Vrouw, autochtoon, deeltijd<br />

5<br />

Man, allochtoon, voltijd<br />

1<br />

Man, allochtoon, deeltijd<br />

0<br />

Man, autochtoon, voltijd<br />

15<br />

Man, autochtoon, deeltijd<br />

2<br />

Totaal 29<br />

Tabel 4.5.3 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van teamassist<strong>en</strong>t A<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Vrouw, allochtoon, voltijd<br />

Vrouw, allochtoon, deeltijd<br />

Vrouw, autochtoon, voltijd<br />

Vrouw, autochtoon, deeltijd<br />

Man, allochtoon, voltijd<br />

Man, allochtoon, deeltijd<br />

Man, autochtoon, voltijd<br />

Man, autochtoon, deeltijd<br />

Aantal<br />

9<br />

4<br />

22<br />

17<br />

0<br />

0<br />

2<br />

1


69<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

Totaal 55<br />

Tabel 4.5.4 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van medewerker DIV<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Aantal<br />

Vrouw, allochtoon, voltijd<br />

2<br />

Vrouw, allochtoon, deeltijd<br />

2<br />

Vrouw, autochtoon, voltijd<br />

7<br />

Vrouw, autochtoon, deeltijd<br />

8<br />

Man, allochtoon, voltijd<br />

2<br />

Man, allochtoon, deeltijd<br />

0<br />

Man, autochtoon, voltijd<br />

10<br />

Man, autochtoon, deeltijd<br />

1<br />

Totaal 32<br />

Per onderscheidsgrond (geslacht, etniciteit, <strong>arbeidsduur</strong>) zijn in principe vier<br />

typ<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> wanneer de overige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong>.<br />

Wanneer bijvoorbeeld <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> geslacht wordt onderzocht,<br />

dan kan dit onder par<strong>en</strong> van:<br />

- allochtone voltijders (1 e type)<br />

- autochtone voltijders (2 e type)<br />

- autochtone deeltijders (3 e type)<br />

- allochtone deeltijders (4 e type).<br />

Zie hiervoor ook het format in tabel 4.6. In de overzicht<strong>en</strong> in de tabell<strong>en</strong> 4.5<br />

is te zi<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> in deeltijd werk<strong>en</strong>de allochtone mann<strong>en</strong> werkzaam zijn<br />

binn<strong>en</strong> de vier geselecteerde functies. Ook bij de vier niet-geselecteerde<br />

functies is dit overig<strong>en</strong>s het geval. Het vierde type vergelijking valt dus af.<br />

Per type van vergelijking is getracht minimaal steeds twee par<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te<br />

stell<strong>en</strong>.<br />

Tabel 4.6 Format sam<strong>en</strong>stelling van par<strong>en</strong>: type vergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> geslacht<br />

V/m<br />

all/<br />

aut<br />

Type 1<br />

Vrouw all V<br />

Man all V<br />

Type 2<br />

Vrouw aut V<br />

Man aut V<br />

V/D In di<strong>en</strong>st geb. datum Contractur<strong>en</strong><br />

Schaalkode<br />

Salaris


Hoofdstuk 4 Case B 70<br />

Type 3<br />

Vrouw aut D<br />

Man aut D<br />

Van de 157 functionariss<strong>en</strong> in de vier geselecteerde functies zijn er 22 allochtoon,<br />

waarvan er vier man zijn. Dit betek<strong>en</strong>t dat we voor de sam<strong>en</strong>stelling<br />

van par<strong>en</strong> voor de onderscheidsgrond etniciteit weinig keuze hebb<strong>en</strong><br />

voor wat betreft de mannelijke allochtone medewerkers. Uiteindelijk mak<strong>en</strong><br />

we in totaal vijf vergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> de onderscheidsgrond etniciteit, waarvan<br />

één vergelijking met mannelijke functiehouders. Voor <strong>sekse</strong> zijn in totaal<br />

zev<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> te stell<strong>en</strong>. In totaal levert dit dan voor case B 15<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> <strong>op</strong>. Van deze 15 vergelijking<strong>en</strong> zijn er vier vergelijking<strong>en</strong><br />

gemaakt tuss<strong>en</strong> de gelijk gewaardeerde functies medewerker<br />

DIV <strong>en</strong> teamassist<strong>en</strong>t A (twee <strong>naar</strong> geslacht, één <strong>naar</strong> etniciteit <strong>en</strong> één <strong>naar</strong><br />

<strong>arbeidsduur</strong>). De overige vergelijking<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> steeds medewerkers<br />

werkzaam in dezelfde functie.<br />

? (2) Er zijn e<strong>en</strong> aantal functionariss<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de totale groep van 157<br />

functionariss<strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s functie nog indicatief is. Dit blijkt uit de overzicht<strong>en</strong><br />

van de individuele functiehouders. Dit houdt in dat deze medewerkers zijn<br />

ingedeeld in e<strong>en</strong> bepaalde functie, maar dat hun functie nog officieel gewaardeerd<br />

moet word<strong>en</strong>. Deze functionariss<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wij niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

in de vergelijking<strong>en</strong>. Ook is er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele functionaris in de vergelijking<strong>en</strong><br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die <strong>op</strong> het mom<strong>en</strong>t van onderzoek tijdelijk in di<strong>en</strong>st is.<br />

? (3) E<strong>en</strong> paar dat binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergelijkingstype valt <strong>en</strong> dus uitsluit<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

één onderscheidsgrond verschilt, is vervolg<strong>en</strong>s zoveel mogelijk sam<strong>en</strong>gesteld<br />

uit medewerkers die hetzelfde jaar in di<strong>en</strong>st zijn gekom<strong>en</strong> in de desbetreff<strong>en</strong>de<br />

functie. Daarna is geprobeerd om functiehouders met elkaar te<br />

vergelijk<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> vergelijkbare leeftijd hebb<strong>en</strong>. Ook van belang is het aantal<br />

jar<strong>en</strong> dat de functiehouders al in di<strong>en</strong>st zijn binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde functie.<br />

We hebb<strong>en</strong> getracht zoveel mogelijk functionariss<strong>en</strong> in de vergelijking<strong>en</strong> te<br />

betrekk<strong>en</strong> die niet langer dan zes jaar in di<strong>en</strong>st zijn. Hiervoor zijn e<strong>en</strong> tweetal<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong>. De eerste red<strong>en</strong> is dat deze functionariss<strong>en</strong> onder de nieuwe salarisstructuur<br />

vall<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede wordt het <strong>naar</strong>mate iemand langer in di<strong>en</strong>st<br />

is, steeds lastiger om zijn of haar salarishistorie na te gaan.<br />

? (4) T<strong>en</strong>slotte is bij de uiteindelijke sam<strong>en</strong>stelling van par<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong><br />

nadat alle bov<strong>en</strong>staande selectiecriteria zijn toegepast, de voorkeur<br />

gegev<strong>en</strong> aan het sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> van par<strong>en</strong> van functiehouders waartuss<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> salarisverschil voorkomt. Dit met oog <strong>op</strong> het doel van deze pilot, namelijk<br />

het verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderzoeksmethode om <strong>op</strong> microniveau loonverschill<strong>en</strong><br />

te kunn<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> aan de wetgeving gelijke behandeling.


71<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

Functiehouders kunn<strong>en</strong> in meerdere par<strong>en</strong> funger<strong>en</strong> omdat zij ‘’schaarse’’<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> er is vastgehoud<strong>en</strong> aan het uitgangs punt om zoveel<br />

mogelijk vergelijkbare medewerkers per paar te selecter<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geeft<br />

deze onderzoekswijze de mogelijkheid meerdere vergelijking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

grond van e<strong>en</strong>malig salarisonderzoek. Elke geselecteerde functiehouder<br />

heeft e<strong>en</strong> vast nummer toegek<strong>en</strong>d gekreg<strong>en</strong>. De 15 par<strong>en</strong> zijn sam<strong>en</strong>gesteld<br />

uit e<strong>en</strong> groep van in totaal 7 mannelijke <strong>en</strong> 13 vrouwelijke functiehouders.<br />

4.4 Loonvergelijking<strong>en</strong>, analyse <strong>en</strong> juridische toetsing<br />

Uitvoering van het onderzoek<br />

Bij de organisatie B zijn <strong>op</strong> grond van de 15 loonvergelijking<strong>en</strong> die er zijn<br />

gemaakt, <strong>en</strong>kele salarisverschill<strong>en</strong> geconstateerd. Om deze verschill<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>igs zins te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> is inzicht nodig in de salarishistorie van de<br />

verschill<strong>en</strong>de geselecteerde functionariss<strong>en</strong>. Hiervoor is het noodzakelijk de<br />

personeelsdossiers van de medewerkers in te zi<strong>en</strong>. De organisatie heeft hier<br />

zonder <strong>en</strong>ige problem<strong>en</strong> aan meegewerkt. Uit de personeelsdossiers is van<br />

het mer<strong>en</strong>deel van de geselecteerde medewerkers na te gaan wat het feitelijke<br />

salarisverlo<strong>op</strong> is geweest vanaf het mom<strong>en</strong>t van indi<strong>en</strong>sttreding. Salarisschal<strong>en</strong><br />

zijn meestal na te gaan, de bijbehor<strong>en</strong>de salarisbedrag<strong>en</strong> zijn<br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> niet altijd vastgelegd.<br />

In e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> is ook uit de dossiers na te gaan wat de red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn<br />

geweest van e<strong>en</strong> bepaalde promotie. Omdat de geselecteerde medewerkers<br />

verspreid zijn over vier verschill<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong> over nog veel meer verschill<strong>en</strong>de<br />

afdeling<strong>en</strong> valt het buit<strong>en</strong> het tijdsbestek van deze pilot om per<br />

functiehouder ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zijn directe leidinggev<strong>en</strong>de te kunn<strong>en</strong> interview<strong>en</strong>.<br />

De loonvergelijking<strong>en</strong> zijn derhalve gebaseerd <strong>op</strong> gegev<strong>en</strong>s die schriftelijk<br />

zijn vastgelegd in de organisatie. Daarmee is e<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>der toetsing<br />

vereist.<br />

De peildatum voor de loonvergelijking<strong>en</strong> is 31 juli 2002. Bij de gemaakte<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> is gekek<strong>en</strong> <strong>naar</strong> het brutoloon <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele toe(s)lag<strong>en</strong>.<br />

De organisatie werkte zonder <strong>en</strong>ig probleem mee aan de inzage in de salarisstrookjes<br />

van de maand juli 2002. Hieruit blijkt dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele medewerker<br />

e<strong>en</strong> bepaalde maandelijkse toelage of toeslag ontvangt. Uit de personeelsdossiers<br />

is wel <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> medewerker e<strong>en</strong> andere (jaarlijkse)<br />

toelage of toeslag ontvangt. Indi<strong>en</strong> dit het geval is, wordt dit in de vergelijking<strong>en</strong><br />

vermeld.<br />

Hieronder besprek<strong>en</strong> we de bevinding<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van de uitkomst<strong>en</strong> van de<br />

15 loonvergelijking<strong>en</strong>. De loonvergelijking<strong>en</strong> zelf zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in bijlage 5<br />

(<strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>), bijlage 6 (<strong>naar</strong> etniciteit) <strong>en</strong> bijlage 7 (<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong>). In<br />

deze bijlag<strong>en</strong> wordt steeds per paar de <strong>beloning</strong>s historie aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> of<br />

er sprake is van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil in functieloon. In de daar<strong>op</strong>volg<strong>en</strong>de


Hoofdstuk 4 Case B 72<br />

analyse wordt het ev<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschil per paar beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt<br />

er bekek<strong>en</strong> welke verklaring of rechtvaardiging hiervoor te gev<strong>en</strong> is <strong>op</strong> basis<br />

van het gevoerde <strong>beloning</strong>sbeleid. T<strong>en</strong>slotte is bij elke vergelijking het ev<strong>en</strong>tuele<br />

loonverschil <strong>en</strong> de daarvoor gebod<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> getoetst aan de<br />

toepas selijke wetgeving over gelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> of <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

4.4.1 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>: bevinding<strong>en</strong><br />

In de onderstaande tabel 4.7 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de zev<strong>en</strong> paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> weergegev<strong>en</strong>. Het verschil in bruto<br />

functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband wordt weergegev<strong>en</strong> in<br />

geld <strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke<br />

functiehoudster, e<strong>en</strong> positief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de mannelijke functiehouder.<br />

E<strong>en</strong> verschil in (het totaal aan) toe(s)lag<strong>en</strong> is slechts aangegev<strong>en</strong><br />

in geld. Het gaat veelal om e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele gratificatie. Deze wordt e<strong>en</strong>malig<br />

<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> geheel jaar verstrekt. E<strong>en</strong> verschil in gratificatie is niet verdisconteerd<br />

in het aangegev<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Tabel 4.7<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong><br />

Paar Verschil in functieloon in<br />

€<br />

Verschil in toeslag in<br />

€<br />

Verschil in functieloon in<br />

%<br />

1. - 381,- - 7,8<br />

2. - 112,- - 2,3<br />

3. - 223,- - 5,5<br />

4. - 158 - 3,4<br />

5. - 034,- - 500,- (gratificatie) - 1,9<br />

6. + 576,- + 680,67 (gratificatie) + 26,1<br />

7. + 375,- - 500,- (gratificatie) + 17,0<br />

In vijf vergelijking<strong>en</strong> is sprake van e<strong>en</strong> verschil in <strong>beloning</strong> voor gelijkwaardig<br />

werk t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke functiehouder. In twee vergelijking<strong>en</strong> is<br />

het aangetroff<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil t<strong>en</strong> nadele van de mannelijke functiehouder.<br />

Bij toetsing van deze <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> aan de toepasselijke wetgeving<br />

is bij vier van de zev<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van ongelijke<br />

<strong>beloning</strong> voor gelijkwaardige arbeid vastgesteld (zie bijlage 5). Van deze vier<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> betreft het drie maal e<strong>en</strong> onderscheid t<strong>en</strong> nadele van de<br />

vrouwelijke functiehouder <strong>en</strong> één maal e<strong>en</strong> onderscheid t<strong>en</strong> nadele van de<br />

mannelijke functiehouder. Wanneer we de vier loonvergelijking<strong>en</strong> - waarin<br />

e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van onderscheid wordt geconstateerd - nader bezi<strong>en</strong>, moet<br />

het volg<strong>en</strong>de gerealiseerd word<strong>en</strong>.


73<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

In vergelijking met case A zijn voor de juridische toetsing van de loonvergelijking<strong>en</strong><br />

van case B minder gegev<strong>en</strong>s beschikbaar. Dit heeft de volg<strong>en</strong>de<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong>. De belangrijkste oorzaak voor de geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong><br />

blijkt e<strong>en</strong> verschil in inschaling in het verled<strong>en</strong> te zijn. T<strong>en</strong> eerste<br />

gaat het dan om de vraag of de functiehouder, bij aanvang in de betreff<strong>en</strong>de<br />

functie, direct in de functieschaal wordt geplaatst of eerst in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal.<br />

T<strong>en</strong> tweede gaat het om de vraag hoeveel periodieknummers hierbij<br />

zijn toegek<strong>en</strong>d. Beide vrag<strong>en</strong> zijn onder andere afhankelijk van de ervaring<br />

waarover de functiehouder beschikte bij aanvang in de functie. Deze gegev<strong>en</strong>s<br />

zijn niet af te leid<strong>en</strong> uit beschikbare, schriftelijke docum<strong>en</strong>tatie.<br />

Dit alles betek<strong>en</strong>t dat ingeval van case B e<strong>en</strong> geconstateerd vermoed<strong>en</strong> van<br />

ongelijke <strong>beloning</strong> in het concrete geval weerlegd zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong><br />

als nog van gegev<strong>en</strong>s over het ervaringsniveau bij indi<strong>en</strong>sttreding zou<br />

blijk<strong>en</strong> die het gevond<strong>en</strong> verschil in <strong>beloning</strong> verklar<strong>en</strong>. Desondanks kunn<strong>en</strong><br />

de loonvergelijking<strong>en</strong>, waar e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>s onderscheid is<br />

vastgesteld, ons wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> mogelijke inconsist<strong>en</strong>ties, zij het <strong>op</strong> basis van de<br />

wel beschikbare gegev<strong>en</strong>s.<br />

Formeel <strong>en</strong> informeel inschalingsbeleid<br />

Zoals zojuist gezegd, vloei<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sgeschill<strong>en</strong> in bijna alle<br />

gevall<strong>en</strong> voort uit de wijze van inschaling bij de (di<strong>en</strong>st van de) betreff<strong>en</strong>de,<br />

geme<strong>en</strong>telijke organisatie. Volg<strong>en</strong>s het formele <strong>beloning</strong>sbeleid di<strong>en</strong>t de<br />

inschaling als volgt te geschied<strong>en</strong>.<br />

• De basis voor de bezoldiging is de functionele salarisklasse: dit is<br />

de salarisklasse die overe<strong>en</strong>komt met de waarde van de functie.<br />

• Indeling in de functionele salarisklasse is mogelijk als <strong>op</strong> grond van<br />

eerder verkreg<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis, redelijkerwijze mag word<strong>en</strong><br />

aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de ambte<strong>naar</strong>, na e<strong>en</strong> inwerkperiode, de functie<br />

volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> zal ve rvull<strong>en</strong>.<br />

• Wordt de verkreg<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong>/of ervaring onvoldo<strong>en</strong>de geacht<br />

voor e<strong>en</strong> volledige <strong>en</strong> behoorlijke vervulling van de functie, dan<br />

wordt betrokk<strong>en</strong>e als regel in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>klasse ingedeeld. Dit is<br />

de salarisklasse die direct aan de functionele salarisklasse voorafgaat.<br />

Voor e<strong>en</strong> functie kunn<strong>en</strong> meer dan één aanlo<strong>op</strong>klass<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gehanteerd.<br />

• De inschaling binn<strong>en</strong> de functie- of aanlo<strong>op</strong>schaal (toek<strong>en</strong>ning van<br />

aantal periodieknummers) vindt plaats afhankelijk van leeftijd, ervaring<br />

<strong>en</strong> onderlinge verhouding<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> afdeling.<br />

Wordt <strong>naar</strong> de informele <strong>beloning</strong>spraktijk gekek<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van alle gemaak<br />

te loonvergelijking<strong>en</strong> dan ontstaat de indruk dat inschaling in de eerst<br />

lagere aanlo<strong>op</strong>schaal, of nog e<strong>en</strong> schaal lager, eerder regel dan uitzondering<br />

is. Hiervoor bestaat ge<strong>en</strong> belemmering <strong>op</strong> grond van de gelijkebehandelingswetgeving,<br />

maar in e<strong>en</strong> tweetal gevall<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> de <strong>beloning</strong>scriteria on-


Hoofdstuk 4 Case B 74<br />

derling te wring<strong>en</strong> wat tot e<strong>en</strong> ongelijke toepassing van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

kan leid<strong>en</strong>.<br />

Het eerste geval betreft de situatie - welke meermal<strong>en</strong> is aangetroff<strong>en</strong> - dat<br />

de functiehouder langdurig in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal verblijft. Langdurig wil zegg<strong>en</strong><br />

dat het aantal ervaringsjar<strong>en</strong> dat de functiehouder inmiddels heeft <strong>op</strong>gebouwd<br />

in de betreff<strong>en</strong>de functie bij werkgever B, het voor de functie vereiste<br />

aantal ervaringsjar<strong>en</strong> overtreft. Dit is dus nog afgezi<strong>en</strong> van de mogelijke<br />

ervaring waarover de medewerker reeds beschikte <strong>op</strong> het mom<strong>en</strong>t dat hij<br />

in de betreff<strong>en</strong>de functie werd aangesteld. In deze gevall<strong>en</strong> is het bevreemd<strong>en</strong>d<br />

dat de functiehouder, soms na vier of vijf functiejar<strong>en</strong> reeds vervuld te<br />

hebb<strong>en</strong>, <strong>op</strong> grond van het geld<strong>en</strong>de beleid niet geacht wordt te beschikk<strong>en</strong><br />

over e<strong>en</strong> zodanige ervaring dat hij de functie die hem is <strong>op</strong>gedrag<strong>en</strong> volledig<br />

<strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> kan vervull<strong>en</strong>. Weliswaar wordt bij het laatste tev<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> verkreg<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding, maar in alle de onderzochte gevall<strong>en</strong> bleek de<br />

functiehouder bij indi<strong>en</strong>sttreding of bij aanvang in de functie reeds over de<br />

vereiste <strong>op</strong>leiding te beschikk<strong>en</strong>.<br />

Omdat in bepaalde gevall<strong>en</strong> functiehouders wel direct of na <strong>en</strong>ige functiejar<strong>en</strong><br />

in de functieschaal wordt geplaatst, terwijl dit in andere gevall<strong>en</strong>, ook na<br />

verlo<strong>op</strong> van vier of vijf jaar, achterwege blijft, ontstaan <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong><br />

die niet altijd herleidbaar zijn <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gelijke toepassing van de geld<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

In het verl<strong>en</strong>gde van het bov<strong>en</strong>staande moet ook <strong>op</strong> de situatie word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong><br />

dat bij aanvang van de functie ge<strong>en</strong> inschaling in de functieschaal<br />

volgt, maar dat in de eerst lagere aanlo<strong>op</strong>schaal wel e<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>ning van het<br />

maximum of bijna het maximum aantal periodiek<strong>en</strong> volgt. Voor elke schaal<br />

zijn elf periodiek nummers beschikbaar. Toek<strong>en</strong>ning van periodieknummers<br />

geschiedt volg<strong>en</strong>s het beleid <strong>op</strong> grond van ervaring, leeftijd <strong>en</strong> onderlinge<br />

verhouding<strong>en</strong> (<strong>op</strong> de afdeling).<br />

Daar waar ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardig leeftijdverschil bestaat tuss<strong>en</strong> de functiehouders<br />

<strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> loonvergelijking, bevreemdt het dat e<strong>en</strong> functiehouder<br />

over e<strong>en</strong> dusdanige ervaring (weliswaar binn<strong>en</strong> de aanlo<strong>op</strong>schaal)<br />

kan beschikk<strong>en</strong> dat toek<strong>en</strong>ning van het maximale salarisbedrag uit de<br />

schaal gerechtvaardigd is, maar deze ervaring tegelijkertijd als onvoldo<strong>en</strong>de<br />

moet word<strong>en</strong> aangemerkt om de <strong>op</strong>gedrag<strong>en</strong> functie volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong><br />

te kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> (waardoor ge<strong>en</strong> indeling in de functieschaal zelf<br />

mogelijk is). Dit klemt des te meer wanneer gerealiseerd wordt dat de schal<strong>en</strong><br />

met hogere periodieknummers overlapp<strong>en</strong> met de eerst hoger geleg<strong>en</strong><br />

schaal met lagere periodieknummers.<br />

De praktijk van belon<strong>en</strong> waarbij veelvuldig - <strong>en</strong> in bepaalde gevall<strong>en</strong> over<br />

langere tijd - met aanlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong> wordt gewerkt die één of meerdere schal<strong>en</strong><br />

onder de eig<strong>en</strong> functieschaal kunn<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>, lijkt verklaarbaar doordat de<br />

organisatie <strong>op</strong> deze wijze in meerdere mate wil belon<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van presta-


75<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

tie <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> van de individuele functiehouder. Door te werk<strong>en</strong> met<br />

aanlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> zeker lo<strong>op</strong>baanpad geschap<strong>en</strong>, waardoor de<br />

functiehouder - weliswaar binn<strong>en</strong> dezelfde functie - kan groei<strong>en</strong> door verschill<strong>en</strong>de<br />

loonschal<strong>en</strong> he<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van zijn individuele prestatie. Het<br />

laatste wordt ondersteund door e<strong>en</strong> interne notitie van de directie Personeel<br />

<strong>en</strong> Organisatie, waarin het huidige gebruik van aanlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong> mede <strong>op</strong><br />

grond van e<strong>en</strong> noodzakelijke prestatie<strong>beloning</strong> wordt gelegitimeerd <strong>en</strong> bevestigd.<br />

Vanuit het oogpunt van gelijke <strong>beloning</strong> kan m<strong>en</strong> bezwar<strong>en</strong> aanvoer<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> ver doorgevoerd gebruik van aanlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong>, omdat het in de praktijk<br />

tot ongelijke toepassing van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> aanleiding kan gev<strong>en</strong>. Dit<br />

is niet verwonderlijk omdat het formele criterium voor inschaling niet <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

prestatie<strong>beloning</strong>ssysteem is gebaseerd, maar <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gedachte die in de<br />

overheidssector niet ongebruikelijk is, namelijk dat e<strong>en</strong> functiehouder bij<br />

aanstelling in e<strong>en</strong> nieuwe functie niet per definitie reeds hoeft te beschikk<strong>en</strong><br />

over de ervaring <strong>en</strong>/<strong>op</strong>leiding om de functie vanaf de start volledig te kunn<strong>en</strong><br />

uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Deze <strong>beloning</strong>smaatstaf wordt echter <strong>op</strong>gerekt of voor andere<br />

doeleind<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d, wanneer e<strong>en</strong> functiehouder, vanuit de gedachte e<strong>en</strong><br />

salarisperspectief over meerdere schal<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>, langdurig in e<strong>en</strong><br />

eerst lagere of nog lagere aanlo<strong>op</strong>schaal verblijft. Dat e<strong>en</strong> functiehouder die<br />

over meer functie-ervaringsjar<strong>en</strong> beschikt dan vereist is, tegelijkertijd niet<br />

geacht wordt te beschikk<strong>en</strong> over voldo<strong>en</strong>de ervaring om de functie volledig<br />

<strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> te verricht<strong>en</strong>, wordt bij het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> van jar<strong>en</strong> steeds onaannemelijker.<br />

Dat geldt des te meer wanneer tijd<strong>en</strong>s het verblijf in de aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

wel extra periodiek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d vanwege bov<strong>en</strong>matige<br />

prestatie.<br />

Zoals gezegd, kan de bov<strong>en</strong>staande informele praktijk van inschal<strong>en</strong> de<br />

kans <strong>op</strong> ongelijke <strong>beloning</strong> verhog<strong>en</strong> omdat het criterium voor inschaling in<br />

de functieschaal, namelijk ‘de functie volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>’,<br />

uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>d blijkt te word<strong>en</strong> toegepast in het individuele geval. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

is het als criterium niet werkelijk geschikt om individuele prestatie te<br />

waarder<strong>en</strong>. Noodzakelijk lijkt het ook niet omdat het formele <strong>beloning</strong>s beleid<br />

daarvoor andere middel<strong>en</strong> aanbiedt. De conclusie die hieruit te trekk<strong>en</strong> is, is<br />

dat bij geme<strong>en</strong>te overstijg<strong>en</strong>d onderzoek <strong>naar</strong> de indirecte effect<strong>en</strong> van het<br />

inschalingsbeleid onder het gehele personeel geïndiceerd lijkt.<br />

Functiewaarderingsbeleid<br />

Het (on)eig<strong>en</strong>lijke gebruik van aanlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong> heeft ook gevolg<strong>en</strong> voor het<br />

functiewaarderingsbeleid. Voorzover de <strong>beloning</strong> mede is gestoeld <strong>op</strong> de<br />

zwaarte van de functie die wordt uitgeoef<strong>en</strong>d, zoals bepaald in de toepasselijke<br />

collectief arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>regeling, gaat deze relatie verlor<strong>en</strong><br />

wanneer gedur<strong>en</strong>de meerdere functiejar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> inschaling volgt die behoort<br />

bij functies van mindere zwaarte. Dit kan er toe leid<strong>en</strong> dat functiehouders die<br />

wel vlot doorstrom<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de functieschaal t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van die die lang-


Hoofdstuk 4 Case B 76<br />

durig in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal verblijv<strong>en</strong>, niet gelijk beloond word<strong>en</strong> voor arbeid<br />

van gelijke waarde.<br />

B<strong>en</strong>adrukt moet word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sbeleid waarbij <strong>op</strong> grond van individuele<br />

verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> e<strong>en</strong> salarisperspectief over meerdere loonschal<strong>en</strong> wordt<br />

gebod<strong>en</strong>, <strong>op</strong> zich niet in strijd is met de wetgeving gelijke <strong>beloning</strong>. Het door<br />

de organisatie gekoz<strong>en</strong> middel van de aanlo<strong>op</strong>schaal is daartoe echter ontoereik<strong>en</strong>d.<br />

Dit is het gevolg van het feit dat volg<strong>en</strong>s het eig<strong>en</strong> organisatiebeleid<br />

e<strong>en</strong> inschaling in de functieschaal de regel vormt, waar<strong>op</strong> de aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

de uitzondering is. Met andere woord<strong>en</strong>, het formele beleid <strong>en</strong> de<br />

informele invulling daarvan staan haaks <strong>op</strong> elkaar. Dit verhoogt onder leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

de inconsist<strong>en</strong>te toepassing van inschalings maatstav<strong>en</strong> in de<br />

onderzochte individuele gevall<strong>en</strong>.<br />

4.4.2 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong>: bevinding<strong>en</strong><br />

In de onderstaande tabel 4.8 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de vijf paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> weergegev<strong>en</strong>. Het verschil in bruto functieloon<br />

per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband wordt weergegev<strong>en</strong> in geld<br />

<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de allochtone functiehouder,<br />

e<strong>en</strong> positief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de autochtone functiehouder.<br />

E<strong>en</strong> verschil in (het totaal aan) toe(s)lag<strong>en</strong> is slechts aangegev<strong>en</strong> in geld.<br />

Het gaat veelal om e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele gratificatie. Deze wordt e<strong>en</strong>malig <strong>en</strong> over<br />

e<strong>en</strong> geheel jaar verstrekt. E<strong>en</strong> verschil in gratificatie is niet verdisconteerd in<br />

het aangegev<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Tabel 4.8<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong><br />

Paar Verschil in functieloon in<br />

€<br />

Verschil in toeslag in<br />

€<br />

Verschil in functieloon in<br />

%<br />

8. + 201,- + 500,- (gratificatie) + 11,0<br />

9. - 241,- + 145,44 (gratificatie) - 10,9<br />

10. - 409,- - 8% PPT - 18,6<br />

11. - 209,- + 226,89 (gratificatie) - 5,5<br />

12. - 241,- - 535,23 (gratificatie) - 10,9<br />

Op grond van de vijf loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> is in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel<br />

geval sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil in het nadeel van de autochtone<br />

medewerker. In de andere vier gevall<strong>en</strong> is sprake van e<strong>en</strong> verschil t<strong>en</strong> nadele<br />

van de allochtone medewerker. Bij toetsing van de <strong>beloning</strong>s verschill<strong>en</strong><br />

aan de toepasselijke wetgeving geldt dat bij één loonvergelijking e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong><br />

van verbod<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sonderscheid is vastgesteld.


77<br />

Hoofdstuk 4 Case B<br />

De oorzak<strong>en</strong> van de <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> zijn, ev<strong>en</strong>als bij<br />

<strong>sekse</strong>, in de meeste gevall<strong>en</strong> terug te voer<strong>en</strong> <strong>op</strong> het gehanteerde inschalingsbeleid.<br />

Dat hierbij sprake zou zijn van e<strong>en</strong> ongelijke toepassing van de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> is echter in mindere mate aantoonbaar dan bij de<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>. In e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval komt dit doordat, ondanks<br />

e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van inconsist<strong>en</strong>te toepassing, t<strong>en</strong>minste gelijk loon wordt<br />

ontvang<strong>en</strong> voor arbeid van gelijke waarde (zie echter paragraaf 2.7.3.). In<br />

veel andere gevall<strong>en</strong> is de salarishistorie van de functiehouders nog zo kort<br />

dat (nog) ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> mogelijk zijn over het feit of reeds over voldo<strong>en</strong>de<br />

ervaring wordt beschikt om inschaling in de functieschaal te rechtvaardig<strong>en</strong>.<br />

4.4.3 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>: bevinding<strong>en</strong><br />

In de onderstaande tabel 4.9 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de drie paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> weergegev<strong>en</strong>. Het verschil in<br />

bruto functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband wordt weergegev<strong>en</strong><br />

in geld <strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de in<br />

deeltijd werk<strong>en</strong>de functiehouder, e<strong>en</strong> positief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de<br />

voltijds werk<strong>en</strong>de functiehouder. E<strong>en</strong> verschil in (het totaal aan) toe(s)lag<strong>en</strong><br />

is slechts aangegev<strong>en</strong> in geld. Het gaat in casu om e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele gratificatie.<br />

Deze wordt e<strong>en</strong>malig <strong>en</strong> over e<strong>en</strong> geheel jaar verstrekt. E<strong>en</strong> verschil<br />

in gratificatie is niet verdisconteerd in het aangegev<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Tabel 4.9<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong><br />

Paar Verschil in functieloon in<br />

€<br />

Verschil in toeslag in<br />

€<br />

Verschil in functieloon in<br />

%<br />

13. - 158,- - 3,4<br />

14. + 544,- + 13,4<br />

15. + 238,- + 11,5<br />

Er is twee maal e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil voor arbeid van gelijke waarde aangetroff<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> nadele van de voltijdwerk<strong>en</strong>de functiehouder. E<strong>en</strong>maal is het<br />

loonverschil in het nadeel van de deeltijder. Bij toetsing aan de toepas selijke<br />

wetgeving kan ge<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van onderscheid vanwege <strong>arbeidsduur</strong><br />

word<strong>en</strong> vastgesteld. Hoewel in met name loonvergelijking 13 nog wel de<br />

vraag gesteld kan word<strong>en</strong> of het onthoud<strong>en</strong> van promotie <strong>naar</strong> de functieschaal<br />

in overe<strong>en</strong>stemming is met de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong>, is<br />

ge<strong>en</strong> sprake van b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Het inschalingsbeleid<br />

treft deeltijders in individuele gevall<strong>en</strong> zowel voordelig als nadelig t<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>zichte van voltijders. Structurele effect<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> <strong>op</strong> grond van


Hoofdstuk 4 Case B 78<br />

de gemiddelde lon<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de functiegroep kunn<strong>en</strong> bij di<strong>en</strong>st B niet word<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>d om red<strong>en</strong><strong>en</strong> die bov<strong>en</strong> reeds uite<strong>en</strong> zijn gezet.


79<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

Hoofdstuk 5<br />

Gelijk-loononderzoek bij arbeidsorganisatie C<br />

5.1 Korte typering van het bedrijf<br />

C is e<strong>en</strong> uitvaartonderneming met 37 medewerkers in 2002, waarvan 25%<br />

vrouwelijke <strong>en</strong> 75% mannelijke medewerkers. C heeft <strong>op</strong> dit mom<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong><br />

allochtone medewerkers in di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> slechts twee deeltijders. De grootste<br />

functiegroep is de functie van uitvaartverzorger. Er zijn bij C 13 uitvaartverzorgers<br />

in di<strong>en</strong>st. Dit is e<strong>en</strong> derde deel van het totale personeelsbestand.<br />

Onder de 13 uitvaartverzorgers zijn vijf vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> acht mann<strong>en</strong>, waarvan<br />

één vrouw in deeltijd werkt. De overige 24 personeelsled<strong>en</strong> zijn verdeeld<br />

over 15 verschill<strong>en</strong>de functies. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat elke functie gemiddeld<br />

maar één of twee functiehouders k<strong>en</strong>t.<br />

Omdat de functie van uitvaartverzorger - ondanks dat het de grootste functiegroep<br />

betreft - nog te klein is om alle soort<strong>en</strong> van vergelijking<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong>, wordt in eerste instantie ook de functie van ´medewerker uitvaartbureau´<br />

(drie functiehouders) in het onderzoek betrokk<strong>en</strong>. Nader onderzoek<br />

leert echter dat de drie functiehouders in het personeelssysteem geregistreerd<br />

zijn onder dezelfde functieb<strong>en</strong>aming, maar dat het om functies van<br />

verschill<strong>en</strong>d niveau (A <strong>en</strong> B) kan gaan. Hierdoor vall<strong>en</strong> uiteindelijk de toegevoegde<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> onder de medewerkers uitva artbureau weer af.<br />

Bov<strong>en</strong>staande ervaring wijst er<strong>op</strong>, onderzoekstechnisch gesprok<strong>en</strong>, dat<br />

diagnostische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het met<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>s gelijkheid <strong>op</strong> ondernemings<br />

niveau, zoals bijvoorbeeld checklists of quick scans, niet in alle<br />

gevall<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afgaan <strong>op</strong> het (geautomatiseerde) personeelsinformatiesysteem<br />

van het bedrijf zelf.<br />

In 1991 is bedrijf C omgezet van e<strong>en</strong> coöperatieve ver<strong>en</strong>iging <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong><br />

ve nnoot schap. Vanaf 1 januari 1993 is e<strong>en</strong> ondernemingscao van<br />

kracht. Binn<strong>en</strong> afzi<strong>en</strong>bare tijd zal het bedrijf overstapp<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de bedrijfstakcao<br />

die, nam<strong>en</strong>s werkgeverzijde, is afgeslot<strong>en</strong> door de Ver<strong>en</strong>iging van onderneming<strong>en</strong><br />

in de uitvaart verzorging. Op het mom<strong>en</strong>t van onderzoek is<br />

ev<strong>en</strong>wel de ondernemingscao nog van kracht.<br />

5.2 Beloningsbeleid<br />

In de navolg<strong>en</strong>de paragraaf besprek<strong>en</strong> we het <strong>beloning</strong>sbeleid, zoals dat in<br />

bedrijf C van kracht is. De gehanteerde vorm van functiewaardering komt<br />

aan bod in paragraaf 5.2.1. Het blijkt dat er binn<strong>en</strong> de organisatie ge<strong>en</strong> in-


Hoofdstuk 5 Case C 80<br />

formatie beschikbaar is over het functiewaarderings systeem dat gebruikt is<br />

om de verschill<strong>en</strong>de functies te waarder<strong>en</strong>. In paragraaf 5.2.2 wordt de toepassing<br />

van het <strong>beloning</strong>sbeleid onder de loep g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Voor de medewerkers<br />

kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal mogelijke toeslag<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. De inhoud van de<br />

verschill<strong>en</strong>de toeslag<strong>en</strong> wordt uitgelegd in paragraaf 5.2.3.<br />

Het <strong>beloning</strong>s beleid van de organisatie is (uitsluit<strong>en</strong>d) beschrev<strong>en</strong> in de geld<strong>en</strong>de<br />

ondernemingscao. Er zijn ge<strong>en</strong> interne personeelshandboek<strong>en</strong>, <strong>beloning</strong>srichtlijn<strong>en</strong><br />

of beleidsnotities. De CAO is afgeslot<strong>en</strong> <strong>op</strong> 1 januari 1993 <strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> lo<strong>op</strong>tijd die gek<strong>op</strong>peld is aan de lo<strong>op</strong>tijd van de CAO voor de Crematorium<br />

Ver<strong>en</strong>iging Nederland (CVN). De CAO is in de jar<strong>en</strong> daarna niet<br />

<strong>op</strong>gezegd door partij<strong>en</strong> waardoor zij, zoals in de CAO is bepaald, steeds<br />

verl<strong>en</strong>gd is met e<strong>en</strong> termijn gelijk aan die van de CNV -CAO. Het gevolg<br />

hiervan is dat het <strong>beloning</strong>sbeleid ge<strong>en</strong> wijziging heeft ondergaan sinds<br />

1993. De salariss<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, conform de CAO zelf bepaalt, de algem<strong>en</strong>e<br />

loonontwikkeling gevolgd zoals deze steeds is afgesprok<strong>en</strong> in het kader van<br />

de CNV-CAO.<br />

5.2.1 Functiewaardering<br />

De CAO bepaalt dat de functie van e<strong>en</strong> werknemer <strong>op</strong> basis van functiewaardering<br />

is ingedeeld in e<strong>en</strong> functiegroep, zoals deze staan vermeld in de<br />

CAO. De CAO onderscheidt ti<strong>en</strong> hiërarchisch geord<strong>en</strong>de functiegroep<strong>en</strong>,<br />

verdeeld over administratief <strong>en</strong> uitvaartverzorg<strong>en</strong>d personeel. Elke functiegroep<br />

noemt slechts de functieb<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> van die functies die tot de betreff<strong>en</strong>de<br />

groep word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Of, <strong>en</strong> zo ja welk functiewaarderingssysteem<br />

hieraan t<strong>en</strong> grondslag heeft geleg<strong>en</strong>, is niet af te leid<strong>en</strong> uit de CAO. Ook in<br />

de organisatie zelf is hierover ge<strong>en</strong> informatie bek<strong>en</strong>d. Wel blijkt dat de gekoz<strong>en</strong><br />

functie-indeling <strong>en</strong> de daaraan gek<strong>op</strong>pelde loonschal<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemt<br />

met de functie-indelingsystematiek uit de CNV-CAO, <strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels met die<br />

uit de VOU-CAO. Aan welk functiewaarderingssysteem deze CAO’s hun<br />

indeling ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, kon bij gebrek aan gegev<strong>en</strong>s niet word<strong>en</strong> achterhaald.<br />

E<strong>en</strong> overzicht van de in de CAO <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> functiegroep<strong>en</strong> is te vind<strong>en</strong> in<br />

onderstaande tabel 5.1. De ti<strong>en</strong> functiegroep<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />

zijn gek<strong>op</strong>peld aan ev<strong>en</strong> zoveel salarisschal<strong>en</strong> (schaal 1 tot <strong>en</strong> met 10). Elke<br />

salarisschaal is onderverdeeld <strong>naar</strong> functiejar<strong>en</strong>. De functiegroep die nader<br />

onderzocht zal word<strong>en</strong> (uitvaartverzorger) is ingedeeld in schaalniveau 6.<br />

Tabel 5.1<br />

CAO-functiegroep<strong>en</strong><br />

Groep/schaal Uitvaartverzorging<br />

1<br />

2 Drager<br />

Telefoniste<br />

Administratie


81<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

Medewerkster huishoudelijke di<strong>en</strong>st<br />

3 Uitvaartbedi<strong>en</strong>de Medewerker archief / postverzorging<br />

4 Medewerker bedrijfsbureau B Typist<br />

Uitvaartleider<br />

Aangever<br />

Rouwkamerbedi<strong>en</strong>de<br />

5 Medewerker buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<br />

Medewerker led<strong>en</strong>administratie<br />

Medewerker led<strong>en</strong>- <strong>en</strong> depositofonds<br />

Secretaresse<br />

6 Uitvaartverzorger<br />

Boekhouder / systeembeheerder<br />

Medewerker nazorg<br />

7 Medewerker bedrijfsbureau A Acquisitie / PR-medewerker<br />

8 Assist<strong>en</strong>t bedrijfsleider<br />

9 Hoofd administratie<br />

10 Bedrijfsleider<br />

In de ondernemingscao zijn ge<strong>en</strong> functieomschrijving<strong>en</strong> van de diverse functies<br />

<strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Er zijn ook ge<strong>en</strong> functie-omschrijving<strong>en</strong> elders binn<strong>en</strong> de<br />

organisatie beschikbaar. Van alle drie de case studies is de functiewaarderings<br />

praktijk bij dit kleine bedrijf daarmee het minst doorzichtig.<br />

De VOU-CAO die binn<strong>en</strong>kort van toepassing wordt <strong>en</strong> wel functiebeschrijving<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> (beperkte) niveautypering<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t, lijkt <strong>op</strong> hetzelfde systeem terug<br />

te gaan. Deze bedrijfstakcao onderscheidt echter twaalf salarisniveaus. Binn<strong>en</strong><br />

deze range zit de uitvaart verzorger <strong>op</strong> schaal 5 <strong>en</strong> 6. Voor diepgaand<br />

gelijk-loononderzoek zou de functiewaarderingssystematiek bij dit bedrijf<br />

onderworp<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> aan nader onderzoek, omdat het niet aanstonds<br />

voldoet aan algeme<strong>en</strong> aanvaarde principes van deugdelijke functiewaardering.Zoals<br />

uit de <strong>op</strong>zet van de hier toegepaste methode volgt (zie<br />

paragraaf 1.3), gaan we voor de te mak<strong>en</strong> loonvergelijking<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel uit<br />

van de functiewaard<strong>en</strong> die de werkgever zelf als pass<strong>en</strong>d zijn beoordeeld.<br />

De salaristabell<strong>en</strong> die in de ondernemingscao van 1993 zijn verouderd. De<br />

salariss<strong>en</strong> zijn ieder jaar immers verhoogd conform het perc<strong>en</strong>tage loonsverhoging<br />

in de CAO voor de crematoria. In tabel 5.2 volg<strong>en</strong> de huidige salarisschal<strong>en</strong><br />

per 1 januari 2002.<br />

Tabel 5.2<br />

Salarisschal<strong>en</strong> per 1 januari 2002 in euro’s<br />

Functiejar<strong>en</strong> I II III IV V VI VII VIII IX X<br />

0 1277 1372 1435 1498 1559 1685 1811 2121 2372 2620<br />

1 1342 1411 1479 1547 1613 1748 1875 2194 2465 2715<br />

2 1372 1447 1523 1598 1666 1811 1940 2265 2558 2808


Hoofdstuk 5 Case C 82<br />

3 1404 1485 1566 1647 1719 1872 2006 2337 2651 2901<br />

4 0 1523 1610 1698 1772 1935 2071 2409 2745 2995<br />

5 0 1560 1654 1748 1826 1996 2137 2480 2838 3088<br />

6 0 1598 1699 1797 1878 2060 2203 2552 2932 3181<br />

7 0 0 0 1848 1931 2121 2268 2624 3026 3275<br />

8 0 0 0 1897 1984 2185 2334 2696 3119 3370<br />

9 0 0 1784 0 0 0 0 0 0 0<br />

10 0 1635 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

11 0 0 0 1948 0 0 0 0 0 0<br />

12 0 0 0 0 2037 2247 2400 2761 3213 3463<br />

13 0 0 1828 0 0 0 0 0 0 0<br />

14 0 0 0 1997 0 0 0 0 0 0<br />

15 0 0 0 0 2091 2309 2466 2827 3306 3557<br />

5.2.2 Toepassing van het <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

Jaarlijkse toek<strong>en</strong>ning van functiejar<strong>en</strong><br />

De <strong>beloning</strong><strong>en</strong> van de medewerkers geschied<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> functiejar<strong>en</strong>schaal.<br />

De CAO bepaalt dat herzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ieder jaar <strong>op</strong> 1 januari plaats<br />

vind<strong>en</strong> door toek<strong>en</strong>ning van één functiejaar/periodiek totdat het maximum<br />

van de schaal is bereikt. Als uitzondering hier<strong>op</strong> vermeldt de CAO:<br />

´´Indi<strong>en</strong> bij de werknemer geleg<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> daartoe aanleiding gev<strong>en</strong>,<br />

kan de werkgever e<strong>en</strong> functiejaar niet toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De werkgever zal in<br />

dat geval al <strong>op</strong> e<strong>en</strong> eerder tijdstip de werknemer <strong>op</strong> de hoogte stell<strong>en</strong> van de<br />

ontstane situatie <strong>en</strong> met de werknemer hebb<strong>en</strong> overlegd <strong>op</strong> welke wijze<br />

verbetering in de situatie kan word<strong>en</strong> gebracht.´´<br />

Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medewerker na 30 juni van <strong>en</strong>ig jaar in di<strong>en</strong>st treedt, dan is er<br />

volg<strong>en</strong>s de CAO ge<strong>en</strong> recht <strong>op</strong> toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> functiejaar/periodiek per<br />

eerstvolg<strong>en</strong>de 1 januari.<br />

Prestatie<strong>beloning</strong><br />

Uit e<strong>en</strong> gesprek met e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de komt <strong>naar</strong> vor<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> medewerker<br />

meer dan één extra periodiek kan krijg<strong>en</strong> per jaar. Het is aan de manager<br />

van de medewerker om dit toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> of niet. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> manager het<br />

gerechtvaardigd vindt dat e<strong>en</strong> medewerker e<strong>en</strong> extra periodiek verdi<strong>en</strong>t, dan<br />

di<strong>en</strong>t de manager dit aan te vrag<strong>en</strong> bij de directie van C. De directie beslist<br />

dan uiteindelijk of de extra periodiek(<strong>en</strong>) toegek<strong>en</strong>d wordt. Beleid over het<br />

toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van extra periodiek<strong>en</strong> staat niet <strong>op</strong> papier beschrev<strong>en</strong>. De CAO<br />

k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> regels voor prestatie<strong>beloning</strong>. Ook maakt de CAO niet duidelijk of<br />

bov<strong>en</strong> de CAO-norm beloond mag word<strong>en</strong>.


83<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medewerker promotie krijgt <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere schaal, dan wordt<br />

deze ingedeeld in het functiejaar dat overe<strong>en</strong>stemt met het eerst hogere<br />

salarisbedrag t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van het vorige salarisniveau. Ook deze regel is in<br />

de praktijk ontwikkeld. De CAO k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> regels voor inschaling na promotie<br />

(of demotie).<br />

Inschaling bij indi<strong>en</strong>sttreding<br />

Bij de aanstelling ontvangt de medewerker in het algeme<strong>en</strong> het schaalsalaris<br />

bij nul functiejar<strong>en</strong>, aldus de CAO. E<strong>en</strong> uitvaartverzorger start dan volg<strong>en</strong>s<br />

dit beleid <strong>op</strong> schaal 6-0. De CAO vermeldt echter dat indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> medewerker<br />

in e<strong>en</strong> functie elders zoveel in de functie bruikbare ervaring heeft<br />

verkreg<strong>en</strong>, dat het <strong>op</strong> grond daarvan niet redelijk zou zijn hem <strong>op</strong> basis van<br />

nul functiejar<strong>en</strong> te belon<strong>en</strong>, dat extra functiejar<strong>en</strong> (in overe<strong>en</strong>stemming met<br />

die ervaring) kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d.<br />

Het kan ook zijn dat medewerkers bij indi<strong>en</strong>sttreding e<strong>en</strong> salarisschaal lager<br />

(aanlo<strong>op</strong>schaal) word<strong>en</strong> ingedeeld dan de functionele salarisschaal. In de<br />

CAO staat hierover het volg<strong>en</strong>de:<br />

“De werknemer die bij indi<strong>en</strong>sttreding of bij plaatsing in e<strong>en</strong> hogere functie<br />

nog niet over de kundighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring beschikt, welke voor vervulling<br />

van de functie zijn vereist, kan gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> beperkte tijd in e<strong>en</strong> lagere<br />

salarisschaal word<strong>en</strong> ingedeeld dan met zijn functie overe<strong>en</strong>komt.”<br />

Dit kan meer dan één lagere salarisschaal zijn, zo blijkt uit gesprekk<strong>en</strong>. Over<br />

de term ´´beperkte tijd´´ wordt door leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> dat dit om<br />

maximaal e<strong>en</strong> half jaar kan gaan. Binn<strong>en</strong> deze tijd is de interne <strong>op</strong>leiding tot<br />

uitvaartverzorger af te rond<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte vermeldt de CAO dat ingeval e<strong>en</strong> medewerker tijdelijk, maar langer<br />

dan e<strong>en</strong> maand, e<strong>en</strong> functie vervuld waarvan het salaris hoger is dan het<br />

eig<strong>en</strong> salaris, het voor die functie vastgestelde salaris wordt uitbetaald voor<br />

iedere dag dat de bedoelde functie wordt vervuld.<br />

5.2.3 Toeslag<strong>en</strong><br />

Op grond van de CAO kunn<strong>en</strong> medewerkers in aanmerking kom<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

drietal toeslag<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bereikbaarheidstoeslag, e<strong>en</strong> overwerktoeslag<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onregelmatigheidstoeslag.<br />

De CAO bepaalt t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de overwerktoeslag dat deze alle<strong>en</strong> wordt<br />

toegek<strong>en</strong>d wanneer comp<strong>en</strong>satie in tijd niet mogelijk is. In de <strong>beloning</strong>spraktijk<br />

bij C treff<strong>en</strong> wij ge<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>ning van overwerktoeslag aan.<br />

Naast de CAO blijkt de organisatie nog e<strong>en</strong> tweetal toeslag<strong>en</strong> te hanter<strong>en</strong>,<br />

namelijk e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag <strong>en</strong> e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag. Deze laats-


Hoofdstuk 5 Case C 84<br />

te toeslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oemd in de CAO <strong>en</strong> zijn ook niet binn<strong>en</strong> de<br />

organisatie zelf nader gedocum<strong>en</strong>teerd.<br />

Bereikbaarheidstoeslag<br />

De bereikbaarheidstoeslag staat als volgt omschrev<strong>en</strong> in de CAO:<br />

“De werknemer, die volg<strong>en</strong>s rooster <strong>op</strong> <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t door middel van e<strong>en</strong><br />

door het bedrijf verstrekte semafoon bereikbaar di<strong>en</strong>t te zijn, ontvangt e<strong>en</strong><br />

vergoeding van f 75,- per maand, indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> ook daadwerkelijk beschikbaar<br />

is geweest.”<br />

De bereikbaarheidstoeslag bedraagt in 2002 € 40,10 per maand.<br />

Onregelmatigheidstoeslag<br />

Volg<strong>en</strong>s de CAO ontvangt de werknemer voor ur<strong>en</strong>, waar<strong>op</strong> door hem werkzaamhed<strong>en</strong><br />

in <strong>op</strong>dracht van de werkgever zijn verricht:<br />

a. e<strong>en</strong> toeslag van 50% <strong>op</strong> het uurloon indi<strong>en</strong> de arbeid is verricht <strong>op</strong><br />

werkdag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 18.00 <strong>en</strong> 23.00 uur alsmede tuss<strong>en</strong> 07.00 <strong>en</strong><br />

08.00 uur <strong>en</strong> <strong>op</strong> zaterdag.<br />

b. e<strong>en</strong> toeslag van 100% van het uurloon indi<strong>en</strong> de arbeid is verricht <strong>op</strong><br />

werkdag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 23.00 <strong>en</strong> 07.00 uur <strong>en</strong> <strong>op</strong> zon- <strong>en</strong> feestdag<strong>en</strong>.<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag<br />

Het bestaan van deze regeling is pas geblek<strong>en</strong> uit het feit dat wij deze toeslag<br />

e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> vermeld hebb<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> staan <strong>op</strong> salarisstrookjes van<br />

medewerkers. Bij navraag in de organisatie blijkt dat iedere werknemer die<br />

e<strong>en</strong> functie uitoef<strong>en</strong>t waarbij week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> ingevuld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />

allemaal één week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st per maand draai<strong>en</strong>. Hiervoor ontvang<strong>en</strong> zij in<br />

2002 e<strong>en</strong> ´flate rate´ vergoeding van € 224,50,- per maand. De week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag<br />

blijkt in de praktijk in de plaats van de onregelmatigheidstoeslag<br />

uit de CAO te word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Het verschil tuss<strong>en</strong> beide is dat de<br />

CAO-toeslag bestaat uit e<strong>en</strong> verhoging van het uurloon met e<strong>en</strong> zeker perc<strong>en</strong>tage<br />

(50% <strong>op</strong> zaterdag <strong>en</strong> 100% <strong>op</strong> zondag). De week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag<br />

is echter voor elke werknemer gelijk, ongeacht zijn uurloon.<br />

Voorzover de CAO-toeslag tot e<strong>en</strong> hoger uurloon in het week<strong>en</strong>d aanleiding<br />

zou gev<strong>en</strong> dan de gehanteerde vaste week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag, is sprake van<br />

strijd met de CAO. Voor georganiseerde werk nemers zou dit volg<strong>en</strong>s de Wet<br />

CAO betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de afspraak over week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag in dat geval<br />

nietig is. Gezi<strong>en</strong> de hoogte van de week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag <strong>en</strong> het gemiddeld<br />

uurloon voor de uitvaartverzorger lijkt het laatste niet aannemelijk.<br />

Persoonlijke toeslag<br />

Uit de salarisstrok<strong>en</strong> blijkt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s dat er <strong>en</strong>kele medewerkers zijn die e<strong>en</strong><br />

persoonlijke toeslag ontvang<strong>en</strong>. Het gaat hier om <strong>en</strong>kele medewerkers die


85<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

vóór de overgang van de organisatie <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> v<strong>en</strong>nootschap (in<br />

1991) reeds bij C werkzaam war<strong>en</strong>. Het gaat om comp<strong>en</strong>satie voor e<strong>en</strong> achteruitgang<br />

in salaris die het gevolg was e<strong>en</strong> wijziging van het <strong>beloning</strong>ssysteem<br />

per 1991. De destijds vastgestelde toeslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nog steeds toegek<strong>en</strong>d,<br />

maar de organisatie kan ge<strong>en</strong> informatie verschaff<strong>en</strong> over hoe berek<strong>en</strong>ing<br />

van de toeslag to<strong>en</strong> tot stand is gekom<strong>en</strong>. De persoonlijke toeslag<br />

voor medewerkers in di<strong>en</strong>st voor 1991 kan hiermee niet onderzocht word<strong>en</strong>.<br />

5.3 Selectie van par<strong>en</strong><br />

Opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> databestand<br />

Bij ons eerste contact met bedrijf C blijkt dat de organisatie <strong>op</strong> dit mom<strong>en</strong>t<br />

ge<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st heeft. Omdat het niet makkelijk is om e<strong>en</strong> kleine<br />

organisatie met minder dan 50 medewerkers te vind<strong>en</strong> die én e<strong>en</strong> behoorlijk<br />

aandeel vrouw<strong>en</strong> én e<strong>en</strong> aantal allochton<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st heeft, besluit<strong>en</strong> we<br />

toch met deze organisatie verder te gaan. Hierbij di<strong>en</strong>t in aanmerking te<br />

word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat case A wel betrekking heeft <strong>op</strong> e<strong>en</strong> organisatie waar<br />

e<strong>en</strong> relatief groot aantal allochton<strong>en</strong> werkzaam zijn. Voor case C betek<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander dat er ge<strong>en</strong> loonvergelijking<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> <strong>op</strong> de onderscheidsgrond<br />

van <strong>ras</strong>/etniciteit.<br />

Voor de organisatie was het ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel probleem om e<strong>en</strong> totaaloverzicht in<br />

Word-Excel te gev<strong>en</strong> van alle medewerkers volg<strong>en</strong>s onderstaand format:<br />

Tabel 5.3<br />

Format databestand functiehouders<br />

Functie Schlkode<br />

Schl-trap<br />

(functiejaar)<br />

Man/<br />

Vrouw<br />

Allocht/<br />

autocht<br />

Voltijder/<br />

deeltijder<br />

Aantal<br />

contractur<strong>en</strong><br />

Salaris Datum<br />

in<br />

di<strong>en</strong>st<br />

Geb.<br />

datum<br />

In het overzicht wat C ons aangeleverd heeft, blijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal onduidelijke<br />

afkorting<strong>en</strong> <strong>en</strong> term<strong>en</strong> gebruikt te word<strong>en</strong>. Deze zijn al snel <strong>op</strong>gehelderd.<br />

Het blijkt bijvoorbeeld dat er e<strong>en</strong> aantal medewerkers zijn die e<strong>en</strong> garantieloon<br />

krijg<strong>en</strong>. Deze betreff<strong>en</strong>de medewerkers verdi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tijde van e<strong>en</strong><br />

schaalomzetting van jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> meer dan dat zij officieel <strong>op</strong> basis van de<br />

nieuwe inschaling zoud<strong>en</strong> gaan verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het gaat dan om medewerkers<br />

die in 2002 al tuss<strong>en</strong> de 20 <strong>en</strong> 35 jaar in di<strong>en</strong>st zijn bij C. Deze medewerkers<br />

hebb<strong>en</strong> wij niet in de vergelijking<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> (het gaat om zes medewerkers).


Hoofdstuk 5 Case C 86<br />

Sam<strong>en</strong>stelling par<strong>en</strong><br />

In totaal heeft C 37 medewerkers. Uit het overzicht blijkt dat de functie uitvaart<br />

verzorger de grootste functiegroep is. Er zijn 13 uitvaartverzorgers<br />

werkzaam bij C. Al deze 13 uitvaartverzorgers word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d bij het<br />

sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> van de loonvergelijking<strong>en</strong>. De functie van medewerker uitvaartbureau<br />

wordt door drie functiehouders bezet. In totaal hebb<strong>en</strong> we dus<br />

e<strong>en</strong> groep van 13 uitvaartverzorgers <strong>en</strong> drie medewerkers uitvaart bureau<br />

waaruit de par<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Omdat later duidelijk wordt<br />

dat de medewerkers uitvaartbureau <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>d niveaus functioner<strong>en</strong>,<br />

valt één van de gemaakte loonvergelijking<strong>en</strong> af omdat deze niet <strong>op</strong> gelijkwaardige<br />

functies betrekking heeft.<br />

? 1. Net als bij de vorige cases A <strong>en</strong> B is er ook bij deze case getracht om<br />

steeds twee functionariss<strong>en</strong> met elkaar te vergelijk<strong>en</strong> die slechts verschill<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> één van de nader te onderzoek<strong>en</strong> onderscheidsgrond<strong>en</strong>: in deze case<br />

<strong>sekse</strong> of <strong>arbeidsduur</strong>. Dit blijkt gezi<strong>en</strong> de kleine groep functionariss<strong>en</strong> waar<br />

we de par<strong>en</strong> uit moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>, lastig te realiser<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> dit<br />

handhav<strong>en</strong> in zes ve rgelijking<strong>en</strong>. We kiez<strong>en</strong> ervoor om nog twee extra par<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> waarbij de functionariss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> twee onderscheidsgrond<strong>en</strong><br />

in plaats van <strong>op</strong> één onderscheidsgrond.<br />

Tabel 5.4 geeft e<strong>en</strong> overzicht van het aantal uitvaartverzorgers <strong>naar</strong> k<strong>en</strong>merk<br />

(<strong>sekse</strong> <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>). In de functiegroep uitvaartverzorgers zijn vijf<br />

van de derti<strong>en</strong> functionariss<strong>en</strong> vrouw.<br />

Tabel 5.4 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van uitvaartverzorger<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Aantal<br />

Man, autochtoon, voltijd<br />

8<br />

Man, autochtoon, deeltijd<br />

0<br />

Vrouw, autochtoon, voltijd<br />

4<br />

Vrouw, autochtoon, deeltijd<br />

1<br />

Totaal 13<br />

Per onderscheidsgrond (geslacht <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong>) zijn in deze case in principe<br />

twee typ<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, wanneer de overige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> (zie tabel 5.5). Wanneer bijvoorbeeld <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> geslacht<br />

wordt onderzocht, dan kan dit onder par<strong>en</strong> van autochtone voltijders<br />

(1 e type) <strong>en</strong> autochtone deeltijders (2 e type).


87<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

Tabel 5.5 Format sam<strong>en</strong>stelling van par<strong>en</strong>: type vergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> geslacht<br />

V/m<br />

all/<br />

aut<br />

Type 1<br />

Vrouw aut V<br />

Man aut V<br />

Type 2<br />

Vrouw aut D<br />

Man aut D<br />

V/D In di<strong>en</strong>st geb. datum Contractur<strong>en</strong><br />

Schaalkode<br />

Salaris<br />

Uit het overzicht<strong>en</strong> van tabell<strong>en</strong> 5.4 blijkt dat er weinig medewerkers in deeltijd<br />

werk<strong>en</strong>: slechts één uitvaartverzorger. Daarmee zijn slechts twee vergelijking<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> mogelijk, waarin dezelfde in deeltijd werk<strong>en</strong>de<br />

uitvaartverzorger fungeert in combinatie met twee verschill<strong>en</strong>de maat mann<strong>en</strong><br />

die in voltijd werk<strong>en</strong>. Van de loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong> zijn zes vergelijking<strong>en</strong><br />

gemaakt. In totaal levert dit voor case C acht loonvergelijking<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>.<br />

? 2. Ook in deze case hebb<strong>en</strong> we geprobeerd om e<strong>en</strong> paar zoveel mogelijk<br />

sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> uit medewerkers die ongeveer hetzelfde jaar in di<strong>en</strong>st zijn<br />

gekom<strong>en</strong> in de desbetreff<strong>en</strong>de functie. Omdat we in deze case te mak<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zeer kleine groep functionariss<strong>en</strong> waaruit de par<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, is dit maar in beperkte mate gelukt. Binn<strong>en</strong> de<br />

groep van uitvaartverzorgers verschill<strong>en</strong> de jar<strong>en</strong> dat zij in di<strong>en</strong>st zijn gekom<strong>en</strong><br />

van 1974 tot 1999. Hierna is getracht om functiehouders met elkaar te<br />

vergelijk<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> vergelijkbare leeftijd hebb<strong>en</strong>. Ook dit blijkt maar tot <strong>op</strong><br />

zekere hoogte uitvoerbaar, gezi<strong>en</strong> de kleine groep functionariss<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> ander punt waar we in de andere cases rek<strong>en</strong>ing mee hebb<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />

is het totaal aantal di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> van de functionariss<strong>en</strong> in 2002. Om het<br />

(arbeidsint<strong>en</strong>sieve) onderzoek <strong>naar</strong> de individuele salarisgeschied<strong>en</strong>is van<br />

functiehouders beperkt te kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, bestaat e<strong>en</strong> voorkeur voor medewerkers<br />

die minder dan zev<strong>en</strong> jaar in di<strong>en</strong>st zijn.<br />

Bij bedrijf C blijkt de gemiddelde di<strong>en</strong>sttijd hier echter ruim bov<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong>.<br />

In de selectie moet<strong>en</strong> daarom ook medewerkers betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> die veel<br />

langer, soms zelfs meer dan 20 jaar, in di<strong>en</strong>st zijn. Zoals in dat geval te ve r-<br />

wacht<strong>en</strong>, kan de individuele salarishistorie niet verder getraceerd word<strong>en</strong><br />

dan tot ongeveer ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong>.<br />

? 3. T<strong>en</strong>slotte is ook in deze case bij de uiteindelijke sam<strong>en</strong>stelling van<br />

par<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> nadat alle bov<strong>en</strong>staande selectiecriteria zijn toegepast,<br />

de voorkeur gegev<strong>en</strong> aan het sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> van par<strong>en</strong> van functiehouders<br />

waartuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> salarisverschil voorkomt. Dit met oog <strong>op</strong> het doel


Hoofdstuk 5 Case C 88<br />

van deze pilot, namelijk het verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderzoeksmethode om<br />

loonverschill<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> aan de wetgeving gelijke behandeling.<br />

Zeker in deze case waar we maar e<strong>en</strong> beperkte keuze hebb<strong>en</strong> uit functionariss<strong>en</strong>,<br />

kunn<strong>en</strong> functionariss<strong>en</strong> in meerdere par<strong>en</strong> funger<strong>en</strong>. Verder is er<br />

vastgehoud<strong>en</strong> aan het uitgangspunt om zoveel mogelijk vergelijkbare medewerkers<br />

per paar te selecter<strong>en</strong>. Elke geselecteerde functiehouder heeft<br />

e<strong>en</strong> vast nummer toegek<strong>en</strong>d gekreg<strong>en</strong>. De acht par<strong>en</strong> zijn sam<strong>en</strong>gesteld uit<br />

e<strong>en</strong> groep van in totaal vijf mannelijke <strong>en</strong> zes vrouwelijke functiehouders.<br />

5.4 Loonvergelijking<strong>en</strong>, analyse <strong>en</strong> juridische toetsing<br />

Uitvoering van het onderzoek<br />

Er zijn <strong>op</strong> grond van de acht loonvergelijking<strong>en</strong> bij organisatie C e<strong>en</strong> aantal<br />

<strong>beloning</strong>s verschill<strong>en</strong> geconstateerd. Om deze <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> nader te<br />

kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> is inzage nodig in de salarishistorie van de in de vergelijking<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> functiehouders. De organisatie heeft zonder <strong>en</strong>ig probleem<br />

meegewerkt aan de inzage in de personeelsdossiers van de verschill<strong>en</strong>de<br />

functiehouders. Door middel van dossieronderzoek is de <strong>beloning</strong>shistorie<br />

van de desbetreff<strong>en</strong>de medewerkers nagegaan. Per jaar is voor het<br />

mer<strong>en</strong>deel van de functionariss<strong>en</strong> in de vergelijking<strong>en</strong> wel na te gaan <strong>op</strong><br />

welke salarisschaal m<strong>en</strong> zat. E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer ontbrek<strong>en</strong> deze gegev<strong>en</strong>s. De<br />

daarbij behor<strong>en</strong>de salarisbedrag<strong>en</strong> zijn echter niet altijd vermeld in de dossiers.<br />

De salarisgeschied<strong>en</strong>is van vóór 1990 is niet altijd bek<strong>en</strong>d. De startsalariss<strong>en</strong><br />

van medewerkers die vóór 1990 in di<strong>en</strong>st zijn gekom<strong>en</strong> zijn daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />

wel altijd na te gaan.<br />

E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer zijn in de dossiers red<strong>en</strong><strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>s beslissing<strong>en</strong>,<br />

maar meestal zijn de red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor bijvoorbeeld e<strong>en</strong> promotie niet in<br />

de personeelsdossiers vastgelegd. Om de geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong><br />

te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> is daarom e<strong>en</strong> gesprek noodzakelijk met de<br />

leidinggev<strong>en</strong>de over de uitvaartverzorgers, het hoofd bedrijfsbureau. Het<br />

hoofd bedrijfsbureau is al langere tijd werkzaam bij C <strong>en</strong> kan ons, zo blijkt,<br />

meer informatie verschaff<strong>en</strong> over bepaalde <strong>beloning</strong>sbeslissing<strong>en</strong>.<br />

In de loonvergelijking<strong>en</strong> is het bruto functieloon <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> er is gekek<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> ev<strong>en</strong>tuele toeslag<strong>en</strong>. In de personeelsdossiers blijk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s<br />

te zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over ev<strong>en</strong>tuele toeslag<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> medewerker ontvangt.<br />

Hiervoor is het nodig om inzage te krijg<strong>en</strong> in de salarisstrookjes van<br />

de in de vergelijking<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> functiehouders. Ook hier werkt de organisatie<br />

zonder problem<strong>en</strong> aan mee. We kunn<strong>en</strong> alle salarisstrookjes vanaf<br />

januari 2002 tot <strong>en</strong> met juli 2002 inzi<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong>de toeslag<strong>en</strong> die de<br />

medewerkers kunn<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>, zijn hier<strong>op</strong> duidelijk aangegev<strong>en</strong>.


89<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

Hierna besprek<strong>en</strong> we de bevinding<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van de acht loonvergelijking<strong>en</strong>.<br />

De vergelijking<strong>en</strong> zelf zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in bijlage 8 (geslacht) <strong>en</strong> bijlage<br />

9 (<strong>arbeidsduur</strong>). Per paar is in deze bijlag<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> wat de salarishistorie<br />

van de functionariss<strong>en</strong> is geweest <strong>en</strong> of er sprake is van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>s<br />

verschil in het functieloon <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> verschil in toeslag.<br />

In de analyse die daar<strong>op</strong> volgt is per paar bekek<strong>en</strong> waardoor het ev<strong>en</strong>tuele<br />

verschil wordt veroorzaakt <strong>en</strong> welke verklaring of rechtvaardiging hiervoor te<br />

gev<strong>en</strong> is <strong>op</strong> basis van het gevoerde <strong>beloning</strong>sbeleid. T<strong>en</strong>slotte is bij elke<br />

vergelijking het ev<strong>en</strong>tuele loonverschil <strong>en</strong> de daarvoor gebod<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong><br />

getoetst aan de toepas selijke wetgeving over gelijke <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong> of<br />

<strong>arbeidsduur</strong>.<br />

5.4.1 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>: bevinding<strong>en</strong><br />

In onderstaande tabel 5.6 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de zes paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> weergegev<strong>en</strong> (zie bijlage 8). Het verschil<br />

in bruto functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband wordt weergegev<strong>en</strong><br />

in geld <strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele van de<br />

vrouwelijke functiehoudster. E<strong>en</strong> verschil in het totaal aan ontvang<strong>en</strong> toeslag<strong>en</strong><br />

is slechts aangegev<strong>en</strong> in geld. De toeslag<strong>en</strong> waar het in de vergelijking<strong>en</strong><br />

om gaat zijn de persoonlijke toeslag, de bereikbaarheids- <strong>en</strong> de<br />

week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag. E<strong>en</strong> verschil in toeslag<strong>en</strong> is niet verdisconteerd in<br />

het aangegev<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Tabel 5.6<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong><br />

Paar Verschil in functieloon in<br />

€<br />

Verschil in toeslag in<br />

€<br />

Verschil in functieloon in<br />

%<br />

1. - 157,- + 343,60 - 6,4<br />

2. - 91,- 0,00 - 3,8<br />

3. + 254,- + 40,10 + 11,6<br />

4. - 249,29 + 40,10 - 10,8<br />

5. - 281,- + 213,30 - 11,4<br />

6. - - -<br />

Loonvergelijking 6, die betrekking heeft <strong>op</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke<br />

medewerker uitvaartbureau, geeft ge<strong>en</strong> uitslag te zi<strong>en</strong>. Beide medewerkers<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> arbeid van gelijke waarde uit. Onder de vijf rester<strong>en</strong>de loonvergelijking<strong>en</strong>,<br />

die alle betrekking hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> dezelfde functie van uitvaart -<br />

verzorger, is in drie gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van ongelijke <strong>beloning</strong> <strong>op</strong><br />

grond van <strong>sekse</strong> vastgesteld. In twee gevall<strong>en</strong> is dit t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke<br />

uitvaartverzorger binn<strong>en</strong> de vergelijking, in één geval t<strong>en</strong> nadele van<br />

de mannelijke uitvaartverzorger binn<strong>en</strong> de vergelijking (zie verder bijlage 8).


Hoofdstuk 5 Case C 90<br />

Hieronder wordt nader stil gestaan bij de oorzak<strong>en</strong> van de gevond<strong>en</strong> loonverschill<strong>en</strong>.<br />

Het formele beleid<br />

Het reguliere <strong>beloning</strong>sbeleid is e<strong>en</strong>voudig van <strong>op</strong>zet <strong>en</strong> gaat uit van differ<strong>en</strong>tiatie<br />

<strong>op</strong> basis van de zwaarte van de verrichte functie <strong>en</strong> anciënniteit.<br />

Alle voorkom<strong>en</strong>de functies zijn <strong>op</strong> grond van de CAO-functie-indeling ingedeeld<br />

in één van de ti<strong>en</strong> beschikbare loonschal<strong>en</strong>. Voor de uitvaartverzorger<br />

betreft dit schaal 6. Het is mogelijk om de medewerker voor beperkte tijd in<br />

e<strong>en</strong> lagere aanlo<strong>op</strong>schaal te plaats<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> nog niet over de voor de<br />

functie vereiste kundighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> beschikt. Binn<strong>en</strong> het bedrijf<br />

staat hiervoor e<strong>en</strong> maximum van zes maand<strong>en</strong>, waarbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> interne<br />

<strong>op</strong>leiding tot uitvaartverzorger is te voltooi<strong>en</strong>.<br />

Bij inschaling start de uitvaartverzorger met 0 functiejar<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij zijn verkreg<strong>en</strong><br />

ervaring dusdanig is dat dit onredelijk zou zijn. Vervolg<strong>en</strong>s vindt jaarlijks<br />

e<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> functiejaar plaats, t<strong>en</strong>zij sprake is van onvoldo<strong>en</strong>de<br />

functioner<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke situatie moet de werknemer van tevor<strong>en</strong> zijn<br />

voorgelegd met het oog <strong>op</strong> e<strong>en</strong> verbetering van zijn functioner<strong>en</strong>.<br />

Op grond van de gemaakte loonvergelijking<strong>en</strong> blijkt dat zowel <strong>op</strong> het onderdeel<br />

van de inschaling, de toek<strong>en</strong>ning van functiejar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toeslag<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

<strong>beloning</strong>spraktijk bestaat die in individuele gevall<strong>en</strong> afwijkt van het formele<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Inschaling in de praktijk<br />

De gevond<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> in bepaalde gevall<strong>en</strong> voort uit e<strong>en</strong><br />

verschil in inschaling. Hoewel de uitvaartverzorger conform het formele beleid<br />

doorgaans in de eig<strong>en</strong> functieschaal is geplaatst, of hier volg<strong>en</strong>s het<br />

informele beleid binn<strong>en</strong> zes maand<strong>en</strong> na indi<strong>en</strong>sttreding alsnog in wordt<br />

geplaatst, is dit in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> niet het geval. Zo komt het voor dat e<strong>en</strong><br />

uitvaartverzorger na vier functiejar<strong>en</strong> nog steeds in de aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

(schaal 5) verblijft, zonder dat dit <strong>op</strong> formele of informele maatstav<strong>en</strong> is terug<br />

te voer<strong>en</strong>.<br />

Ook komt het voor dat het verschil in salaris tuss<strong>en</strong> de aanlo<strong>op</strong>schaal <strong>en</strong> de<br />

functieschaal wordt gecomp<strong>en</strong>seerd met e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag. Afgezi<strong>en</strong><br />

van het feit dat de red<strong>en</strong> waarom inschaling in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal plaats<br />

vindt (nog niet voldo<strong>en</strong> aan de functievereist<strong>en</strong>) hiermee weer te niet wordt<br />

gedaan, is de persoonlijke toeslag e<strong>en</strong> middel dat ge<strong>en</strong> onderdeel uitmaakt<br />

van het formele <strong>beloning</strong>sbeleid. Op basis van informele praktijk<strong>en</strong> komt wel<br />

e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag voor ingeval van medewerkers in di<strong>en</strong>st voor 1991<br />

(zie paragraaf 5.2.3). De toeslag waar het hier om gaat is echter e<strong>en</strong> andere<br />

<strong>en</strong> <strong>op</strong> ad-hoc basis toegek<strong>en</strong>d.<br />

In bepaalde gevall<strong>en</strong> komt het ook voor dat de uitvaartverzorger in e<strong>en</strong> eerst<br />

hogere schaal dan de functieschaal is geplaatst. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor blijk<strong>en</strong>


91<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>d. In e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval was de betreff<strong>en</strong>de medewerker in het<br />

verled<strong>en</strong> zeer kortstondig in e<strong>en</strong> hogere functie aangesteld. To<strong>en</strong> dit niet<br />

haalbaar bleek - <strong>en</strong> na e<strong>en</strong> periode van ziekte - is de medewerker teruggeplaatst<br />

in zijn oude functie met behoud van het salarisperspectief binn<strong>en</strong><br />

de hogere schaal. De CAO k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sregels ingeval van demotie<br />

<strong>en</strong> hiervoor zijn ook ge<strong>en</strong> interne richtlijn<strong>en</strong> beschikbaar. Omdat er ge<strong>en</strong><br />

vergelijkbaar geval werd aangetroff<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de loonvergelijking<strong>en</strong>, bleek<br />

het niet mogelijk te onderzoek<strong>en</strong> of bij demotie gelijkwaardige <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> toegepast.<br />

De pilot geeft wel aanleiding om de uitwerking van het (gebrek aan) demotiebeleid<br />

via andere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nader te onderzoek<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> de kleine<br />

getall<strong>en</strong> bij dit bedrijf (37 werknemers met, <strong>naar</strong> aan te nem<strong>en</strong> valt, slechts<br />

<strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> van demotie), zull<strong>en</strong> betrouwbaar cijfers over ev<strong>en</strong>tuele<br />

indirect onderscheid<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> echter niet e<strong>en</strong>voudig vast te stell<strong>en</strong> zijn.<br />

Het gebruik van dergelijk statistisch onderzoek, zo blijkt ook hier, k<strong>en</strong>t met<br />

name zijn beperking<strong>en</strong> met betrekking tot kleine bedrijv<strong>en</strong>. In dat geval resteert<br />

vaak alle<strong>en</strong> nalevingsonderzoek <strong>naar</strong> de gelijke behandeling van gelijke,<br />

individuele gevall<strong>en</strong> (paarsgewijze vergelijking).<br />

E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> die het bedrijf <strong>naar</strong> vor<strong>en</strong> bracht voor plaatsing van e<strong>en</strong><br />

uitvaart verzorger in e<strong>en</strong> hogere schaal dan de functieschaal, is het bied<strong>en</strong><br />

van comp<strong>en</strong>satie voor het werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander filiaal waar extra week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> bereikbaarheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. Deze <strong>beloning</strong>swijze komt in<br />

strijd met het CAO-beleid dat gebaseerd is <strong>op</strong> e<strong>en</strong> inschaling conform de<br />

zwaarte van de functie <strong>en</strong> waar voor onregelmatige di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> bereikbaarheids<br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aparte toeslag<strong>en</strong> beschikbaar zijn.<br />

Naar alle waarschijnlijkheid bood dit de organisatie te weinig mogelijkhed<strong>en</strong>,<br />

aangezi<strong>en</strong> de CAO-onregelmatigheidstoeslag aan de kant is geschov<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger systeem van e<strong>en</strong> ´flat rate´ week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag <strong>op</strong><br />

het maandloon. Dit kan tot ongelijke behandeling leid<strong>en</strong>. Zodra de premisse<br />

die aan de week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag t<strong>en</strong> grondslag ligt, namelijk alle medewerkers<br />

verricht<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, niet vervuld wordt, grijpt het managem<strong>en</strong>t<br />

<strong>naar</strong> ad-hoc <strong>op</strong>lossing<strong>en</strong> die per geval kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>.<br />

Periodieke salarisverhoging<strong>en</strong> in de praktijk<br />

De overige loonverschill<strong>en</strong> die zijn aangetroff<strong>en</strong> zonder dat daarvoor e<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de<br />

verklaring is te vind<strong>en</strong>, vloei<strong>en</strong> voort uit e<strong>en</strong> willekeurige prak tijk van<br />

salarisverhoging<strong>en</strong>. Het CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid k<strong>en</strong>t <strong>op</strong> basis van anciënniteit<br />

één functiejaar of periodiek per jaar toe, t<strong>en</strong>zij sprake is van onvoldo<strong>en</strong>de<br />

functioner<strong>en</strong>.<br />

In praktijk blijkt dat in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval e<strong>en</strong> jaarlijks periodiek achterwege blijft<br />

zonder <strong>en</strong>ige afdo<strong>en</strong>de verklaring. Het gaat hier om willekeurig gedrag. Met<br />

andere woord<strong>en</strong>, er blijkt niet van de ontwikkeling van e<strong>en</strong> andere, informele<br />

maatstaf dan die uit de CAO. Gebruikelijker is echter om, afhankelijk van de


Hoofdstuk 5 Case C 92<br />

prestatie van de uitvaartve rzorger, extra periodiek<strong>en</strong> toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, wat kan<br />

<strong>op</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong> tot vier periodiek<strong>en</strong> over één functiejaar. Ook dit lijkt strijdig aan de<br />

CAO-bepaling<strong>en</strong>, maar zou als informele <strong>beloning</strong>spraktijk kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangeduid. In dat geval zull<strong>en</strong> de informele maatstav<strong>en</strong> wel objectief moet<strong>en</strong><br />

zijn <strong>en</strong> in gelijke gevall<strong>en</strong> gelijk toegepast moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Wat de maatstaf is voor beoordeling van prestatie blijkt echter per individuele<br />

situatie vastgesteld te word<strong>en</strong>. Zou speelde in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geval mee dat de<br />

toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> periodiek aan de betreff<strong>en</strong>de medewerker ge<strong>en</strong> daadwerkelijke<br />

salarisverhoging bracht, gezi<strong>en</strong> de <strong>op</strong>bouw van de schal<strong>en</strong> (zie<br />

salaristabel 5.2). Voor andere uitvaartverzorgers speelt dit weer ge<strong>en</strong> rol bij<br />

<strong>beloning</strong> van prestatie. Dat kan wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> ongelijke toepassing van deze<br />

(informele) <strong>beloning</strong>smaatstaf.<br />

Ook is er ge<strong>en</strong> lijn te ontdekk<strong>en</strong> in het verband tuss<strong>en</strong> mate van prestatie <strong>en</strong><br />

het aantal toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> periodiek<strong>en</strong>. Het gaat om ad-hoc beleid. Daarmee<br />

is voor wat betreft de prestatie<strong>beloning</strong> sprake van e<strong>en</strong> ondoorzichtig <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

dat de kans <strong>op</strong> onregelmatige <strong>beloning</strong>sbeslissing<strong>en</strong> kan verhog<strong>en</strong>.<br />

Onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>?<br />

Hoewel het formele <strong>beloning</strong>sbeleid transparant is, is in de praktijk <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

aantal <strong>beloning</strong>sonderdel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ondoorzichtig stelsel ontstaan (voor wat<br />

betreft inschaling, periodiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> toeslag<strong>en</strong>). Het laatste leidt tot ongelijkheid<br />

in bepaalde van de onderzochte, individuele gevall<strong>en</strong>.<br />

Hoe structureel deze <strong>beloning</strong>songelijkheid voor alle mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> dezelfde functie zou zijn, vergt ander type van onderzoek (zie hoofdstuk<br />

1). Of daarvoor aanleiding zou kunn<strong>en</strong> zijn, is tot zekere hoogte af te<br />

leid<strong>en</strong> uit de gemiddelde lon<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong> in de functie van uitvaartverzorger.<br />

Dit wordt afgezet teg<strong>en</strong> het gemiddeld aantal functiejar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gemiddelde<br />

leeftijd van vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> mann<strong>en</strong> (zie tabel 5.7).<br />

Tabel 5.7<br />

Gemiddeld bruto maandloon <strong>naar</strong> geslacht binn<strong>en</strong> de<br />

functiegroep van uitvaartverzorgers (n=13)<br />

Gemiddeld salaris<br />

Gemiddelde leeftijd<br />

Gemiddeld aantal functiejar<strong>en</strong><br />

Mann<strong>en</strong><br />

€ 2245,50<br />

49 jaar<br />

13 jaar<br />

Vrouw<strong>en</strong><br />

€ 2209,40<br />

52 jaar<br />

9 jaar<br />

De mannelijke uitvaartverzorgers verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> € 36<br />

(1,6%) meer dan de vrouwelijke uitvaartverzorgers. Dit loonverschil lijkt in<br />

overe<strong>en</strong>stemming met het feit dat het gemiddeld aantal functiejar<strong>en</strong> voor de<br />

mann<strong>en</strong> hoger ligt dan voor de vrouw<strong>en</strong>. Deze beperkte gegev<strong>en</strong>s die<br />

slechts <strong>op</strong> derti<strong>en</strong> werknemers betrekking hebb<strong>en</strong>, lever<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> indicatie <strong>op</strong>


93<br />

Hoofdstuk 5 Case C<br />

van e<strong>en</strong> vermoedelijk structureel nadelig effect voor <strong>sekse</strong>. Ook hier geldt<br />

dat het binn<strong>en</strong> kleine bedrijv<strong>en</strong> met zeer kleine functiegroep<strong>en</strong>, zoals deze,<br />

moeilijk zal zijn om überhaupt betrouwbare gegev<strong>en</strong>s over structurele effect<strong>en</strong><br />

van <strong>beloning</strong>sbeleid te verzamel<strong>en</strong>.<br />

5.4.2 Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>: bevinding<strong>en</strong><br />

In onderstaande tabel 5.8 zijn de uitkomst<strong>en</strong> van de twee paarsgewijze<br />

loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> weergegev<strong>en</strong> (zie bijlage 9).<br />

Het verschil in bruto functieloon per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband<br />

wordt weergegev<strong>en</strong> in geld <strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> negatief verschil is t<strong>en</strong> nadele<br />

van de deeltijd werk<strong>en</strong>de functiehouder, e<strong>en</strong> positief verschil is t<strong>en</strong> nadele<br />

van de voltijd werk<strong>en</strong>de functiehouder. E<strong>en</strong> verschil in het totaal aan ontvang<strong>en</strong><br />

toeslag<strong>en</strong> is slechts aangegev<strong>en</strong> in geld. De toeslag<strong>en</strong> waar het in de<br />

vergelijking<strong>en</strong> om gaat zijn de persoonlijke toeslag, de bereikbaarheids- <strong>en</strong><br />

de week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>sttoeslag. E<strong>en</strong> verschil in toeslag<strong>en</strong> is niet verdisconteerd in<br />

het aangegev<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>sverschil.<br />

Tabel 5.8<br />

Loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong><br />

Paar Verschil in functieloon in € Verschil in toeslag in € Verschil in functieloon<br />

in %<br />

7. - 124,- - 130,30 - 5,4<br />

8. - 124,- - 130,30 - 5,4<br />

Voor de grond van <strong>arbeidsduur</strong> hebb<strong>en</strong> we slechts twee loonvergelijking<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> omdat er bij bedrijf C één deeltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger<br />

(80%) in di<strong>en</strong>st is. Deze is vervolg<strong>en</strong>s vergelek<strong>en</strong> met twee verschill<strong>en</strong>de<br />

maatmann<strong>en</strong>. Het gevond<strong>en</strong> loonverschil is voor beide loonvergelijking<strong>en</strong><br />

gelijk omdat beide maatmann<strong>en</strong> aan het maximumbedrag van de functieschaal<br />

zitt<strong>en</strong>. Ook het verschil in toeslag is gelijk omdat beide maatmann<strong>en</strong><br />

reeds als uitvaartverzorger in di<strong>en</strong>st war<strong>en</strong> vóór 1991, <strong>en</strong> als gevolg van het<br />

destijds gewijzigd toeslag<strong>en</strong>systeem e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie ontvang<strong>en</strong> in de vorm<br />

van e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag. De deeltijder in de twee vergelijking<strong>en</strong> is vanaf<br />

1989 in di<strong>en</strong>st maar oef<strong>en</strong>t de functie van uitvaartverzorger, die gepaard<br />

gaat aan onregelmatige di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, pas uit vanaf 1997.<br />

In ge<strong>en</strong> van de loonvergelijking<strong>en</strong> is tot e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>arbeidsduur</strong> geconcludeerd (zie bijlage 9). Er zijn <strong>en</strong>kele onregelmatighed<strong>en</strong>,<br />

maar deze blijk<strong>en</strong> niet te leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong><br />

grond van <strong>arbeidsduur</strong>. De deeltijder die in beide vergelijking<strong>en</strong> fungeert<br />

heeft langer dan e<strong>en</strong> beperkte tijd in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal gezet<strong>en</strong>, wat niet<br />

overe<strong>en</strong>stemt met de informele praktijk ter zake. Het ontstane nadeel wordt


Hoofdstuk 5 Case C 94<br />

in het jaar daar<strong>op</strong> omgezet in e<strong>en</strong> voordeel door toek<strong>en</strong>ning van de functieschaal<br />

met extra periodiek<strong>en</strong>. De deeltijdmedewerker ontvangt nu e<strong>en</strong> loon<br />

dat hoger is dan voortvloeit uit zowel het formele als informele beleid. Tot<br />

aanwijsbare b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van het verschil in <strong>arbeidsduur</strong> lijkt deze<br />

onregelmatigheid niet te leid<strong>en</strong>, te meer omdat binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele andere vergelijking<strong>en</strong><br />

dezelfde soort van onregelmatigheid wordt aangetroff<strong>en</strong> t<strong>en</strong> nadele<br />

van de functiehouder die voltijd werkt.<br />

Ge<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong>?<br />

E<strong>en</strong> indicatie van de noodzaak tot ander type van onderzoek om zo mogelijke<br />

structureel onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> <strong>op</strong> te spor<strong>en</strong>, is in deze casus<br />

niet te gev<strong>en</strong>. Kwalitatief onderzoek van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, zoals<br />

beschrev<strong>en</strong> in de paragraf<strong>en</strong> 5.2.2 <strong>en</strong> 5.2.3, roept ge<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> <strong>op</strong> van<br />

onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong>. Kwantitatief onderzoek <strong>op</strong> basis van de gemiddelde<br />

effect<strong>en</strong> van het <strong>beloning</strong>sbeleid stuit af <strong>op</strong> het feit dat slechts<br />

twee werknemers bij het dit bedrijf in deeltijd werk<strong>en</strong>.


95<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

Hoofdstuk 6<br />

Sam<strong>en</strong>vatting <strong>en</strong> conclusies<br />

6.1 Sam<strong>en</strong>vatting van het uitgevoerde onderzoek<br />

Doel van het onderzoek<br />

Op 8 mei 2002 is het Plan van Aanpak <strong>Gelijke</strong> Beloning versch<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hierover<br />

is vervolg<strong>en</strong>s advies gevraagd aan de Stichting van de Arbeid, de Raad<br />

voor het Overheids personeel <strong>en</strong> de Commissie <strong>Gelijke</strong> Behandeling (CGB).<br />

Hoewel uit statistisch macro-onderzoek, gebaseerd <strong>op</strong> geaggregeerde arbeids<br />

marktgegev<strong>en</strong>s, onverklaarbare <strong>beloning</strong>sverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>, wijz<strong>en</strong> de sociale partners <strong>en</strong> de CGB <strong>op</strong><br />

de noodzaak van <strong>beloning</strong>sonderzoek <strong>op</strong> microniveau. Alle<strong>en</strong> bij onderzoek<br />

<strong>naar</strong> individuele gevall<strong>en</strong> <strong>op</strong> ondernemingsniveau zal kunn<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> of er<br />

ook sprake is van <strong>beloning</strong>songelijkheid in strijd met de wet. E<strong>en</strong> ongerechtvaardigd<br />

<strong>beloning</strong>s verschil zal verder word<strong>en</strong> aangeduid als <strong>beloning</strong>s ongelijkheid.<br />

Naar aanleiding van het bov<strong>en</strong>staande, is beslot<strong>en</strong> tot het, in <strong>op</strong>dracht van<br />

het Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Werkgeleg<strong>en</strong>heid, lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van<br />

het onderhavige <strong>beloning</strong>sonderzoek. Doel hiervan is de analyse van <strong>beloning</strong>s<br />

verschill<strong>en</strong> in individuele gevall<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> reële arbeidsorganisatie, om<br />

zo meer informatie te verkrijg<strong>en</strong> over ev<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>songelijkheid in<br />

strijd met de gelijkebehandelingswetgeving.<br />

Aangezi<strong>en</strong> met micro-onderzoek nog weinig tot ge<strong>en</strong> ervaring bestaat, <strong>en</strong><br />

onderzoek <strong>op</strong> grond van de analyses van individuele situaties zeer arbeidsint<strong>en</strong>sief<br />

is, is gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> pilot. Het tweeledig doel van de pilot is om<br />

de eerder g<strong>en</strong>oemde informatie te verzamel<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> nader te<br />

ontwikkel<strong>en</strong> - praktisch uitvoerbare - onderzoeksmethode.<br />

Afbak<strong>en</strong>ing van het onderzoek<br />

Ter uitvoering van het pilot -onderzoek zijn eerst de diverse typ<strong>en</strong> van microonderzoek<br />

doorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Naast (1) functiewaarderingsonderzoek binn<strong>en</strong> de<br />

onderneming <strong>en</strong> (2) statistisch onderzoek <strong>naar</strong> de effect<strong>en</strong> van institutionele<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> <strong>op</strong> diverse sociale groep<strong>en</strong> in de onderneming, is (3)<br />

de methode van de paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee of meer<br />

vergelijkbare, individuele werknemers te onderscheid<strong>en</strong>.<br />

De drie typ<strong>en</strong> van micro-onderzoek sluit<strong>en</strong> in beginsel aan bij de toepas selijke<br />

wetgeving <strong>en</strong> zijn onderling te combiner<strong>en</strong>. De eerste twee method<strong>en</strong>


Hoofdstuk 6 Conclusies 96<br />

kunn<strong>en</strong> daarbij structurele loonverschill<strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong>, maar verg<strong>en</strong> (aanvull<strong>en</strong>d)<br />

ander type van onderzoek om in het individuele geval tot ev<strong>en</strong>tuele<br />

<strong>beloning</strong>s ongelijkheid te kunn<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong>. Omgekeerd, maakt de derde<br />

methode wel uitsprak<strong>en</strong> in individuele gevall<strong>en</strong> mogelijk maar geeft zonder<br />

(aanvull<strong>en</strong>d) ander type van onderzoek ge<strong>en</strong> zicht <strong>op</strong> structurele verschill<strong>en</strong>.<br />

De CGB past in haar klachtonderzoek <strong>naar</strong> gelijk loon veelal e<strong>en</strong> combinatie<br />

van de g<strong>en</strong>oemde method<strong>en</strong> toe, die in uitvoeringstechniek weer kunn<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong> per discriminatiegrond omdat hiervoor niet precies dezelfde norm<strong>en</strong><br />

geld<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.7). Hoewel het klachtonderzoek<br />

borg staat voor e<strong>en</strong> zo groot mogelijke volledigheid, is deze aanpak vanwege<br />

de b<strong>en</strong>odigde tijds investering (meer dan e<strong>en</strong> jaar voor e<strong>en</strong> oordeel <strong>op</strong><br />

basis van één gelijk-loonklacht) niet bruikbaar voor micro-onderzoek <strong>op</strong> grotere<br />

schaal.<br />

Paarsgewijze loonvergelijking<br />

Om individuele gevall<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>, is gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> uitwerking<br />

van de methode van paarsgewijze loonvergelijking. Om red<strong>en</strong> van uitvoerbaarheid<br />

gaat het om de ontwikkeling van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vormige methode<br />

voor meerdere discriminatiegrond<strong>en</strong> die in case studies beproefd zal word<strong>en</strong>.<br />

De <strong>op</strong>zet van deze methode is in hoofdstuk 2 uite<strong>en</strong>gezet in de vorm van<br />

e<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong>plan. Dit laat zonder te veel aanpassing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> omzetting mogelijk<br />

<strong>naar</strong> e<strong>en</strong> handleiding voor het gebruik van dit onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t door<br />

andere actor<strong>en</strong>.<br />

De methode conc<strong>en</strong>treert zich <strong>op</strong> de toepas sing van de in het bedrijf funger<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> (primaire <strong>en</strong> secundaire <strong>beloning</strong>s voorwaard<strong>en</strong>)<br />

in concrete gevall<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat onderzoek <strong>naar</strong> de systematiek van<br />

functiewaardering, ev<strong>en</strong>als (statistisch) onderzoek <strong>naar</strong> de structurele effect<strong>en</strong><br />

van de <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de onderneming, ge<strong>en</strong> deel uitmak<strong>en</strong><br />

van de methode. Hierbij heeft e<strong>en</strong> rol gespeeld dat hiervoor reeds<br />

eerder aparte onderzoeksinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn ontwikkeld (Ministerie van SZW,<br />

De weegschaal gewog<strong>en</strong>: handleiding <strong>sekse</strong>neutrale functiewaardering,<br />

2001; Stichting van de Arbeid, Checklist gelijke <strong>beloning</strong>). T<strong>en</strong> behoeve van<br />

uitsluit<strong>en</strong>d deze pilot wordt per onderzochte arbeidsorganisatie wel gesignaleerd<br />

wanneer de inzet van deze andere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geïndiceerd lijkt (zie<br />

de afzonderlijke verslaglegging van de casestudies).<br />

Case studies van arbeidsorganisaties<br />

Na e<strong>en</strong> bespreking van de <strong>op</strong>zet met e<strong>en</strong> klankbordgroep bestaande uit<br />

verteg<strong>en</strong>woordigers van de sociale partners <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de CGB, is de<br />

methode toegepast binn<strong>en</strong> drie uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de arbeidsorganisaties. De keuze<br />

viel hierbij <strong>op</strong> e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st (1050 ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>) van e<strong>en</strong> grote dec<strong>en</strong>trale


97<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

overheidsorganisatie, e<strong>en</strong> middel groot productiebedrijf (430 werknemers)<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleine uitvaart onderneming (37 werknemers).<br />

In totaal zijn er 41 paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong> uitgevoerd. Het overgrote<br />

deel van de vergelijking<strong>en</strong> heeft betrekking <strong>op</strong> de <strong>beloning</strong> van par<strong>en</strong> van<br />

werknemers die dezelfde functie uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Enkele vergelijking<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de maar door de werkgever gelijk gewaardeerde functies.<br />

Onderzochte discriminatiegrond<strong>en</strong><br />

De discriminatiegrond<strong>en</strong> die in de vergelijking<strong>en</strong> zijn onderzocht, betreff<strong>en</strong><br />

die van <strong>sekse</strong>, <strong>ras</strong> of etnische herkomst <strong>en</strong> <strong>arbeidsduur</strong> (beperkt tot het onderscheid<br />

voltijd/deeltijd). E<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil in e<strong>en</strong> individueel<br />

geval is, afhankelijk van de onderscheidsgrond die het betreft, getoetst aan<br />

de relevante wetgeving. Voor <strong>sekse</strong> gaat het dan om de Wet gelijke behandeling<br />

van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (WGB), voor <strong>ras</strong> om de Algem<strong>en</strong>e wet gelijke<br />

behandeling (AWGB) <strong>en</strong> voor <strong>arbeidsduur</strong> om de Wet verbod <strong>op</strong> onderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> (WOA).<br />

De keuze van de onderzochte par<strong>en</strong> van werknemers is gestuurd door de<br />

volg<strong>en</strong>de selectiecriteria, in afnem<strong>en</strong>de belangrijkheid:<br />

- de functiehouders verschill<strong>en</strong> slechts <strong>op</strong> één van de discriminatiegrond<strong>en</strong><br />

- de functiehouders hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergelijkbare leeftijd <strong>en</strong> di<strong>en</strong>sttijd<br />

- de lon<strong>en</strong> van de functiehouders lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschil zi<strong>en</strong><br />

De onderzochte individuele gevall<strong>en</strong> zijn daarmee niet noodzakelijkerwijs<br />

repres<strong>en</strong>tatief voor de betreff<strong>en</strong>de functiegroep of onderneming.<br />

Beantwoording van de vraagstelling van het onderzoek<br />

In het rapport is per onderzochte arbeidsorganisatie verslag gedaan van de<br />

concrete uitvoering van de methode <strong>en</strong> van de bevinding<strong>en</strong> over gelijke <strong>beloning</strong><br />

in de onderzochte individuele gevall<strong>en</strong> (zie de vraagstelling in hoofdstuk<br />

1). De resultat<strong>en</strong> zijn <strong>op</strong>nieuw met de klankbordgroep (zie bov<strong>en</strong>) besprok<strong>en</strong>.<br />

In dit laatste hoofdstuk volgt e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de resultat<strong>en</strong><br />

van de cases studies (paragraaf 6.1). Hierna gaan we in <strong>op</strong> de vraag in hoeverre<br />

de toegepaste methode informatie <strong>op</strong>levert over mogelijke <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

in individuele gevall<strong>en</strong> (paragraaf 6.2). T<strong>en</strong>slotte evaluer<strong>en</strong> we<br />

de methode <strong>op</strong> praktische uitvoerbaarheid <strong>en</strong> nut (paragraaf 6.3).<br />

6.2 Sam<strong>en</strong>vatting van de onderzoeksresultat<strong>en</strong><br />

De onderzoeksmethode <strong>op</strong> basis van paarsgewijze loonvergelijking is afgeleid<br />

uit, <strong>en</strong> sluit nauw aan bij, de toepasselijke wettelijke norm<strong>en</strong>.<br />

Wettelijke norm<strong>en</strong>


Hoofdstuk 6 Conclusies 98<br />

Ingeval van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>sekse</strong> <strong>en</strong> <strong>ras</strong> bepaalt de wet <strong>en</strong> de rechtspraktijk<br />

dat de werk gever ge<strong>en</strong> onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers van<br />

verschill<strong>en</strong>d geslacht of <strong>ras</strong>, wanneer zij binn<strong>en</strong> dezelfde onderneming arbeid<br />

van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. De lon<strong>en</strong> van deze<br />

werknemers zijn gelijk indi<strong>en</strong> ze berek<strong>en</strong>d zijn <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Het laatste betek<strong>en</strong>t dat de maatstav<strong>en</strong> niet direct of indirect<br />

mog<strong>en</strong> discriminer<strong>en</strong> <strong>en</strong> in gelijke gevall<strong>en</strong> gelijk toegepast moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>.<br />

Voor het k<strong>en</strong>merk <strong>arbeidsduur</strong> geldt e<strong>en</strong> iets andere norm. De WOA verbiedt<br />

onderscheid <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de <strong>beloning</strong>s voorwaard<strong>en</strong>.<br />

Het gaat volg<strong>en</strong>s de wetsgeschied<strong>en</strong>is om de vraag of de door<br />

e<strong>en</strong> werkgever toegepaste <strong>beloning</strong>svoorwaard<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong><br />

grond van e<strong>en</strong> verschil <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> leid<strong>en</strong>. De wet maakt daarbij ge<strong>en</strong><br />

uitsplitsing <strong>naar</strong> direct of indirect onderscheid, zoals wel het geval is voor<br />

<strong>sekse</strong> <strong>en</strong> <strong>ras</strong>. E<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> is verbod<strong>en</strong> als<br />

het ge<strong>en</strong> objectief doel di<strong>en</strong>t, of als het middel niet ev<strong>en</strong>redig is aan dat doel.<br />

Het juridisch toetsingscriterium dat in dit onderzoek is toegepast, betreft de<br />

vraag of sprake is van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid in<br />

de <strong>beloning</strong> in het onderzochte individuele geval. Dit wijst er<strong>op</strong> dat het oordeel<br />

in het individuele geval stoelt <strong>op</strong> de gegev<strong>en</strong>s die beschikbaar blek<strong>en</strong>.<br />

Definitieve oordel<strong>en</strong> over de naleving van de wetgeving gelijke behandeling<br />

in individuele gevall<strong>en</strong>, zijn bij wet voorbehoud<strong>en</strong> aan de rechter of CGB.<br />

6.2.1 Aangetroff<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil<br />

Hieronder gaan we eerst in <strong>op</strong> de vraag of er loonverschill<strong>en</strong> zijn aangetroff<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> functiehouders die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Daarna<br />

wordt stil gestaan bij de vraag of het loonverschil e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>s<br />

ongelijkheid <strong>op</strong>roept in strijd met de wetgeving gelijke behandeling.<br />

Met loon wordt in de navolg<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> het bruto functieloon per maand<br />

bedoeld. Lon<strong>en</strong> van deeltijders zijn hierbij omgerek<strong>en</strong>d <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> voltijdsdi<strong>en</strong>stverband.<br />

Hoewel hiernaast ook verschill<strong>en</strong> in toeslag<strong>en</strong> zijn onderzocht,<br />

bleek het niet mogelijk de toek<strong>en</strong>ning daarvan in alle gevall<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>.<br />

Dit betrof in de regel persoonlijke toeslag<strong>en</strong> die tuss<strong>en</strong> de vier <strong>en</strong><br />

twintig jaar geled<strong>en</strong> zijn ingevoerd <strong>en</strong> tot de dag van vandaag word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d<br />

aan zitt<strong>en</strong>de werknemers bij wijze van overgangsmaatregel. De<br />

werkgever bleek in deze gevall<strong>en</strong> niet in staat de berek<strong>en</strong>ingswijze van de<br />

toeslag, soms gestoeld <strong>op</strong> feitelijke gegev<strong>en</strong>s van jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong>, te reproducer<strong>en</strong>.<br />

Van de 41 gemaakte loonvergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> par<strong>en</strong> van vergelijkbare<br />

werk nemers die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, is gedur<strong>en</strong>de het onderzoek<br />

één loonvergelijking afgevall<strong>en</strong> omdat de werkgever dezelfde func-


99<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

tieb<strong>en</strong>aming hanteerde voor functies van ongelijke waarde. In 39 van de<br />

overige 40 loonvergelijking<strong>en</strong> bleek in alle gevall<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> verschil<br />

in het bruto functieloon tuss<strong>en</strong> de beide werknemers. Gezi<strong>en</strong> de selectiecriteria<br />

was dit te verwacht<strong>en</strong>. De onderstaande tabel maakt ev<strong>en</strong>wel duidelijk<br />

hoe vaak dit loonverschil t<strong>en</strong> nadele uitviel van de één of de andere<br />

werk nemer binn<strong>en</strong> het onderzochte paar, uitgesplitst <strong>naar</strong> de onderzochte<br />

discriminatiegrond<strong>en</strong>.<br />

Tabel 6.1<br />

Mate van <strong>beloning</strong>sverschil uitgedrukt in de frequ<strong>en</strong>tie van<br />

par<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> loonverschil<br />

aantal<br />

par<strong>en</strong><br />

waarbinn<strong>en</strong><br />

loonverschil<br />

totaal<br />

onderzocht<br />

nadeel<br />

v<br />

<strong>sekse</strong> <strong>ras</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

nadeel<br />

m<br />

nadeel<br />

alloch<br />

nadeel<br />

autoch<br />

nadeel<br />

deeltijd<br />

nadeel<br />

voltijd<br />

totaal<br />

15 3 9 1 9 2 39<br />

18 11 11 40<br />

De hoogte van het verschil in functieloon tuss<strong>en</strong> de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke<br />

werk nemers binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar, liep uite<strong>en</strong> van 1.2% tot 26.1%. Tuss<strong>en</strong><br />

de allochtone <strong>en</strong> autochtone werknemers binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar bedroeg het verschil<br />

tuss<strong>en</strong> 0.7% <strong>en</strong> 18.6%. Tuss<strong>en</strong> de deeltijders <strong>en</strong> voltijders ging om het<br />

verschill<strong>en</strong> van 0.9% <strong>op</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>d tot 13.4%. Afgezi<strong>en</strong> van het feit dat het hier<br />

gaat om <strong>beloning</strong>sverschil <strong>en</strong> niet om <strong>beloning</strong>songelijkheid, is de betek<strong>en</strong>is<br />

die aan perc<strong>en</strong>tuele loonverschill<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> gehecht echter tamelijk<br />

beperkt bij de methode van paarsgewijze vergelijking.<br />

Hoewel de sam<strong>en</strong>gestelde par<strong>en</strong> bestaan uit werknemers die zoveel mogelijk<br />

vergelijkbaar zijn qua di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> <strong>en</strong> leeftijd, zijn deze eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> per<br />

paar niet per definitie constant. Zo kan binn<strong>en</strong> het <strong>en</strong>e paar het aantal<br />

di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> gelijk zijn, maar de leeftijd meer of minder verschill<strong>en</strong> of anders -<br />

om. Dit zal van invloed kunn<strong>en</strong> zijn <strong>op</strong> de omvang van het loonverschil.<br />

Belangrijker nog, is dat de omvang van het perc<strong>en</strong>tuele loonverschil binn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> paar ook voor e<strong>en</strong> deel bepaald wordt door het toepasselijke functi<strong>en</strong>iveau<br />

<strong>en</strong> de fijnmazigheid van de salarisschal<strong>en</strong>. Over het algeme<strong>en</strong> geldt<br />

hoe lager het functi<strong>en</strong>iveau, des te kleiner het perc<strong>en</strong>tuele loonverschil. Dit<br />

heeft te mak<strong>en</strong> met het feit dat de loonschal<strong>en</strong> <strong>op</strong> lager niveau doorgaans<br />

kleinere salarisstapp<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dan <strong>op</strong> hoger niveau. Wel is het zo dat dit<br />

mechanisme juist ook aanleiding kan zijn voor structureel onderzoek <strong>naar</strong><br />

indirecte discriminatie, omdat vrouw<strong>en</strong>, allochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> deeltijders niet gelijk<br />

gespreid zijn over alle functi<strong>en</strong>iveaus.


Hoofdstuk 6 Conclusies 100<br />

T<strong>en</strong>slotte moet er<strong>op</strong> gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de mogelijke salarisstapp<strong>en</strong> per<br />

onderzochte arbeidsorganisatie uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>. Ook dit kan invloed hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

de omvang van loonverschil, hoewel de bedrijv<strong>en</strong>, vanuit het oogpunt van de<br />

toepassing van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, niet anders gehandeld hoev<strong>en</strong> te<br />

hebb<strong>en</strong>.<br />

Het bov<strong>en</strong>staande is red<strong>en</strong> om de mate van <strong>beloning</strong>sverschil <strong>en</strong> <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

bij micro-onderzoek verder niet in perc<strong>en</strong>tuele salarisverschill<strong>en</strong><br />

aan te duid<strong>en</strong>, maar in de frequ<strong>en</strong>tie van paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong><br />

waarbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil dan wel <strong>beloning</strong>songelijkheid wordt aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Daarbij di<strong>en</strong>t <strong>op</strong>nieuw gerealiseerd te word<strong>en</strong> dat alle gepres<strong>en</strong>teerde<br />

gegev<strong>en</strong>s uitsluit<strong>en</strong>d betrekking hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> onderzoek <strong>naar</strong> veertig<br />

indivi duele gevall<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> drie onderneming<strong>en</strong>.<br />

6.2.2 Aangetroff<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

De loonverschill<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> 39 van de veertig relevante loonvergelijking<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>, zijn getoetst aan de toepasselijke wettelijke norm<strong>en</strong>. In<br />

de onderstaande tabel wordt e<strong>en</strong> overzicht gegev<strong>en</strong> van de resultat<strong>en</strong>. De<br />

tabel geeft aan in hoeveel vergelijking<strong>en</strong> is geconcludeerd tot e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong><br />

van wettelijk verbod<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>songelijkheid. Ook wordt aangeduid hoe<br />

vaak de <strong>beloning</strong>songelijkheid t<strong>en</strong> nadele uitvalt van de <strong>en</strong>e of de andere<br />

werknemer binn<strong>en</strong> het paar, uitgesplitst <strong>naar</strong> discriminatiegrond.<br />

Tabel 6.2<br />

Mate van <strong>beloning</strong>songelijkheid uitgedrukt in de frequ<strong>en</strong>tie<br />

van par<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van verbod<strong>en</strong> onderscheid<br />

aantal par<strong>en</strong><br />

waarbinn<strong>en</strong><br />

<strong>beloning</strong>s -<br />

ongelijkheid<br />

totaal onderzocht<br />

nadeel<br />

v<br />

<strong>sekse</strong> <strong>ras</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

nadeel<br />

m<br />

nadeel<br />

alloch<br />

nadeel<br />

autoch<br />

nadeel<br />

deeltijd<br />

nadeel<br />

voltijd<br />

totaal<br />

11 2 6 - - - 19<br />

18 11 11 40<br />

Wanneer de loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> <strong>en</strong> <strong>ras</strong> tezam<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> omdat ze aan dezelfde wettelijke norm zijn getoetst, dan blijkt dat<br />

in tweederde van de onderzochte, individuele gevall<strong>en</strong> (in 19 van de 29<br />

loonvergelijking<strong>en</strong>) sprake is van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong><br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid. Belonings ongelijkheid <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> komt hierbij<br />

het zwaarste gewicht toe (in 13 van de 18 loonvergelijking<strong>en</strong>).


101<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

Op basis van de 11 loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> werd<strong>en</strong> wel loonverschill<strong>en</strong><br />

aangetroff<strong>en</strong> die niet verklaarbaar war<strong>en</strong> door de toegepaste <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>,<br />

maar het was niet aantoonbaar dat dit onderscheid tot e<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> leidde. Binn<strong>en</strong> de onderzochte gevall<strong>en</strong><br />

althans, pakte de geconstateerde onregelmatighed<strong>en</strong> zowel t<strong>en</strong> nadele<br />

als t<strong>en</strong> voordele van deeltijders uit.<br />

Hieronder gaan we in <strong>op</strong> de aangetroff<strong>en</strong> oorzak<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

binn<strong>en</strong> de uitgevoerde case studies.<br />

6.2.3 Oorzak<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid per onderzocht bedrijf<br />

Beloningsongelijkheid per arbeidsorganisatie<br />

De navolg<strong>en</strong>de tabel geeft e<strong>en</strong> indicatie van de spreiding van aangetroff<strong>en</strong><br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid in individuele gevall<strong>en</strong> over de onderzochte organisaties.<br />

Gezi<strong>en</strong> de uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>stelling van het personeelsbestand <strong>en</strong><br />

de omvang van de onderzochte functiegroep<strong>en</strong> per bedrijf, verschilt ook het<br />

aantal vergelijking<strong>en</strong> per bedrijf. Bij het kleinste bedrijf zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

vergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>ras</strong> gemaakt omdat er ge<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> werkzaam zijn.<br />

Tabel 6.3<br />

Spreiding van aangetroff<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>songelijkheid over de<br />

drie organisaties uitgedrukt in de frequ<strong>en</strong>tie van par<strong>en</strong><br />

aantal par<strong>en</strong> productiebedrijf geme<strong>en</strong>te uitvaartbedrijf totaal<br />

waarbinn<strong>en</strong> Sekse 6 4 3 13<br />

<strong>beloning</strong>s - Ras 5 1 n.v.t. 6<br />

ongelijkheid <strong>arbeidsduur</strong> - - - -<br />

totaal ongelijkheid 11 5 3 19<br />

totaal onderzocht 18 15 7 40<br />

Hoewel het aantal loonvergelijking<strong>en</strong> per organisatie niet repres<strong>en</strong>tatief is,<br />

blijk<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> te strok<strong>en</strong> met de kwaliteit <strong>en</strong> uitvoering van het <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

zoals dat per bedrijf werd aangetroff<strong>en</strong>. Hieronder volgt e<strong>en</strong><br />

korte impressie van de resultat<strong>en</strong> per bedrijf.<br />

De toepassing van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> bij het productiebedrijf<br />

Voor dit bedrijf geldt <strong>op</strong> grond van de CAO e<strong>en</strong> doorzichtig <strong>beloning</strong>ssysteem<br />

voor wat betreft het functieloon. Op basis van functiewaardering is<br />

de onderzochte functiegroep gek<strong>op</strong>peld aan schaal I met uitlo<strong>op</strong>schaal II.<br />

Volg<strong>en</strong>s het beleid word<strong>en</strong> de schal<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van ervaringsjar<strong>en</strong> doorl<strong>op</strong><strong>en</strong><br />

tot het maximumbedrag is bereikt.<br />

Er blijkt ge<strong>en</strong> inschalingsbeleid te zijn. Dit betek<strong>en</strong>t dat het aanvangssalaris<br />

door de direct leidinggev<strong>en</strong>de wordt bepaald. Regelmatig begint m<strong>en</strong> in tre-


Hoofdstuk 6 Conclusies 102<br />

de 0 van de schaal I, soms <strong>en</strong>kele tredes hoger <strong>en</strong> soms direct in e<strong>en</strong> hogere<br />

schaal. Als verklaring noemt m<strong>en</strong> de ervaring <strong>en</strong> de ingeschatte groeimogelijkhed<strong>en</strong><br />

van de medewerker bij indi<strong>en</strong>sttreding. De inschalingspraktijk<br />

is echter ondoorzichtig omdat het verband tuss<strong>en</strong> ervaring/groeimogelijkhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de feitelijke inschaling gevoelsmatig <strong>en</strong> ad hoc tot stand komt <strong>en</strong><br />

daarom willekeur blijkt te verton<strong>en</strong>. Dat verbaast niet, omdat er ge<strong>en</strong> gedocum<strong>en</strong>teerde<br />

criteria zijn ontwikkeld.<br />

Voorts beloont m<strong>en</strong> in de praktijk niet <strong>naar</strong> anciënniteit zoals dwing<strong>en</strong>d is<br />

voorgeschrev<strong>en</strong> in de CAO. De leidinggev<strong>en</strong>de beslist zelf - nadat e<strong>en</strong> functiejaar<br />

is doorl<strong>op</strong><strong>en</strong> - of, <strong>en</strong> zo ja hoeveel, salarisverhoging per persoon<br />

wordt toegek<strong>en</strong>d. De vorm van de verhoging kan alle d<strong>en</strong>kbare variant<strong>en</strong><br />

aannem<strong>en</strong>: wel of ge<strong>en</strong> periodiek, meerdere periodiek<strong>en</strong> tegelijk, toek<strong>en</strong>ning<br />

van teveel of te weinig periodiek<strong>en</strong> bij de overgang <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> nieuwe schaal,<br />

voortijdige toek<strong>en</strong>ning van de uitlo<strong>op</strong>schaal of toek<strong>en</strong>ning van salarisschal<strong>en</strong><br />

die het gewicht van de functie te bov<strong>en</strong> gaan.<br />

De red<strong>en</strong><strong>en</strong> die hiervoor word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> zijn, <strong>op</strong>nieuw, de toegevoegde<br />

waarde <strong>en</strong> de groeicapaciteit van de medewerker <strong>en</strong> verder de zwaarte van<br />

de verrichte werk zaamhed<strong>en</strong>. Er is echter ge<strong>en</strong> systematisch verband tuss<strong>en</strong><br />

deze informele criteria <strong>en</strong> het daaruit voortvloei<strong>en</strong>d loon te vi nd<strong>en</strong>. Prestatie<br />

zowel als de verrichte werkzaamhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wederom gevoelsmatig<br />

ingeschat per geval. Er zijn hiervoor ge<strong>en</strong> beoordelings procedures, noch<br />

vaste criteria. Dit leidt tot inconsist<strong>en</strong>te loonsverhoging<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de onderzochte<br />

par<strong>en</strong> van werknemers.<br />

De conclusie voor dit bedrijf moet zijn dat het formele <strong>beloning</strong>sbeleid, gebaseerd<br />

<strong>op</strong> anciënniteit, door het managem<strong>en</strong>t in de praktijk <strong>op</strong>zij is gezet voor<br />

e<strong>en</strong> informele vorm van prestatie<strong>beloning</strong>. Dat is in zichzelf niet in strijd met<br />

de wetgeving gelijke behandeling (zie hoofdstuk 1), maar door gebrek aan<br />

<strong>en</strong>ig beleidscriteria leidt dit tot e<strong>en</strong> willekeurige toepas sing van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

Dit heeft tot gevolg dat vergelijkbare werknemers ge<strong>en</strong> loon<br />

ontvang<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>.<br />

Voorzover het <strong>beloning</strong> <strong>naar</strong> zwaarte van de werkzaamhed<strong>en</strong> aangaat,<br />

breekt het dit bedrijf <strong>op</strong> dat e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>telijke uitgevoerde functiewaarderings<strong>op</strong>eratie,<br />

met als gevolg e<strong>en</strong> nieuwe indeling van functies, niet wordt onderschrev<strong>en</strong><br />

door het lager managem<strong>en</strong>t. Direct leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> daarom<br />

uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> van salarisverhoging<strong>en</strong> toe ter comp<strong>en</strong>satie van<br />

persoonlijk ervar<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in zwaarte van de werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

dezelfde functie. Omdat hiervoor uiteraard ge<strong>en</strong> criteria bestaan, leidt dit<br />

mede tot promoties <strong>naar</strong> hogere salarisschal<strong>en</strong> die zelfs <strong>op</strong> grond van het de<br />

oude functie-indeling niet mogelijk war<strong>en</strong>.<br />

Ook het toeslag<strong>en</strong>systeem bij dit bedrijf roept vraagtek<strong>en</strong>s <strong>op</strong>. Naast de<br />

CAO die de diverse toeslag<strong>en</strong> helder regelt, funger<strong>en</strong> ongedocum<strong>en</strong>teerde<br />

soort<strong>en</strong> van toeslag<strong>en</strong> die deels overlapp<strong>en</strong> met die uit de CAO. Veelal gaat


103<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

het om restant<strong>en</strong> uit het verled<strong>en</strong> die voor de werkgever blijkbaar e<strong>en</strong> fait<br />

accompli zijn, maar waarvan m<strong>en</strong> niet langer de ratio noch de berek<strong>en</strong>ingswijze<br />

kan achterhal<strong>en</strong> omdat deze niet zijn vastgelegd <strong>en</strong> omdat het collectief<br />

geheug<strong>en</strong> van het bedrijf, door het verlo<strong>op</strong> van personeel, afneemt.<br />

Beloningsmaatstav<strong>en</strong> bij de geme<strong>en</strong>te<br />

De onderzochte geme<strong>en</strong>tedi<strong>en</strong>st k<strong>en</strong>merkt zich door e<strong>en</strong> nauwkeurig <strong>en</strong><br />

zeer gedetailleerd <strong>beloning</strong>sbeleid. Voorkom<strong>en</strong>de functiegroep<strong>en</strong> zijn hierbij<br />

<strong>op</strong> basis van functiewaardering gek<strong>op</strong>peld aan e<strong>en</strong> functieschaal. De medewerker<br />

wordt in de regel aangesteld in deze functieschaal, t<strong>en</strong>zij hij over<br />

onvoldo<strong>en</strong>de ervaring of <strong>op</strong>leiding beschikt om de functie volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong><br />

behor<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> in dat geval is e<strong>en</strong> lagere inschaling <strong>op</strong><br />

één of meerdere salarisniveaus mogelijk. Hiernaast k<strong>en</strong>t de organisatie e<strong>en</strong><br />

keur aan toe(s)lag<strong>en</strong> voor <strong>beloning</strong> van prestatie, arbeidsmarkttekort, tijdelijke<br />

werkzaamhed<strong>en</strong>, het bereik<strong>en</strong> van het maximale salaris, etc.<br />

In de onderzochte individuele gevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van de waaier aan toeslag<strong>en</strong><br />

slechts zeer weinige aangew<strong>en</strong>d, ook al zou daartoe red<strong>en</strong> bestaan. Prestatie<br />

<strong>en</strong> doorgroeimogelijkhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de praktijk met name beloond<br />

door oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van de aanlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong>. Inschaling in de eerst lagere<br />

aanlo<strong>op</strong>schaal, of nog e<strong>en</strong> schaal lager, is eerder regel dan uitzondering.<br />

Dat geldt ook wanneer de betreff<strong>en</strong>de functiehouder beschikt over de voor<br />

de functie vereiste <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong> ervaring. Dit informele beleid, dat niet in de<br />

formele rechtspositieregeling<strong>en</strong> terugkeert, wordt ondersteund door de t<strong>op</strong><br />

van de organisatie, zo blijkt uit interne beleidsnotities.<br />

Wederom geldt dat deze overtreding van de CAO niet noodzakelijkerwijs tot<br />

strijd met de wetgeving gelijke behandeling hoeft te leid<strong>en</strong>. Deze wetgeving<br />

stelt ge<strong>en</strong> eis<strong>en</strong> aan de inhoud van het beleid, maar vereist slechts dat hiervan<br />

ge<strong>en</strong> discriminatie uitgaat. De kans <strong>op</strong> het laatste wordt echter verhoogd<br />

doordat het daadwerkelijk toegepaste <strong>beloning</strong>sbeleid ge<strong>en</strong> criteria k<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

niet gedocum<strong>en</strong>teerd is. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de onderzochte gevall<strong>en</strong> functiehouders<br />

soms volg<strong>en</strong>s het formele beleid ingeschaald <strong>en</strong> soms volg<strong>en</strong>s<br />

het informele beleid, waardoor ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>beloning</strong>s verschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan<br />

die niet door de toepassing van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> verklaarbaar<br />

zijn.<br />

Beloningsmaatstav<strong>en</strong> bij het uitvaartbedrijf<br />

Bij het kleine bedrijf is het formele <strong>beloning</strong>sbeleid vastgelegd in e<strong>en</strong> nog<br />

steeds geldige ondernemingscao uit 1993. Voor de algem<strong>en</strong>e salarisontwikkeling<br />

volgt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere bedrijfstakcao. Het <strong>beloning</strong>sbeleid is<br />

e<strong>en</strong>voudig van <strong>op</strong>zet <strong>en</strong> gaat slechts uit van differ<strong>en</strong>tiatie <strong>op</strong> basis van de<br />

zwaarte van de verrichte werkzaamhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> anciënniteit. Per functie bepaalt<br />

de CAO de toepasselijke functieschaal. Plaatsing in e<strong>en</strong> lagere aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

is voor e<strong>en</strong> beperkte tijd (half jaar) mogelijk. Binn<strong>en</strong> de schaal<br />

schrijft de CAO e<strong>en</strong> jaarlijkse toek<strong>en</strong>ning van één periodiek voor, t<strong>en</strong>zij


Hoofdstuk 6 Conclusies 104<br />

sprake zou zijn van onvoldo<strong>en</strong>de functioner<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke situatie moet<br />

de werknemer van te vor<strong>en</strong> zijn voorgelegd met het oog <strong>op</strong> e<strong>en</strong> verbetering<br />

van zijn functioner<strong>en</strong>.<br />

In realiteit past het bedrijf e<strong>en</strong> prak tijk van salarisverhoging<strong>en</strong> toe <strong>op</strong> grond<br />

van e<strong>en</strong> persoonlijke indruk van de inzet van de medewerker. E<strong>en</strong> periodiek<br />

kan na e<strong>en</strong> ervaringsjaar achterwege blijv<strong>en</strong> zonder dat dat de medewerker<br />

eerder is voorgelegd, maar ook word<strong>en</strong> over één functiejaar soms meerdere<br />

periodiek<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Dit kan <strong>op</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong> tot vier extra periodiek<strong>en</strong> over één<br />

functiejaar. Er is in de onderzochte gevall<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig verband te vi n-<br />

d<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de aanleiding voor minder of extra periodiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aantal dat<br />

over e<strong>en</strong> functiejaar wordt toegek<strong>en</strong>d. Het formele beleid gaat slechts uit van<br />

e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> salaris<strong>op</strong>slag <strong>en</strong> informele criteria voor de<br />

<strong>beloning</strong> van inzet zijn niet ontwikkeld. Dit leidt tot e<strong>en</strong> ondoorzichtig <strong>beloning</strong>spraktijk.<br />

Soortgelijke conclusies geld<strong>en</strong> voor de inschalingspraktijk. Hoewel in de<br />

meeste onderzochte gevall<strong>en</strong> het formele beleid gevolgd wordt, komt het<br />

toch voor dat e<strong>en</strong> functiehouder meerdere jar<strong>en</strong> in plaats van e<strong>en</strong> half jaar in<br />

e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal verblijft. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> daarvan zijn onduidelijk. Merkwaardig<br />

g<strong>en</strong>oeg treff<strong>en</strong> we ook aan, dat het loonverschil tuss<strong>en</strong> de aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

<strong>en</strong> de functieschaal <strong>en</strong>ige tijd gecomp<strong>en</strong>seerd wordt met e<strong>en</strong> persoonlijke<br />

toeslag. Afgezi<strong>en</strong> van het feit dat dit systematiek van aanlo<strong>op</strong>schal<strong>en</strong> te niet<br />

doet, zijn er ge<strong>en</strong> criteria te vind<strong>en</strong> voor persoonlijke toeslag<strong>en</strong>. Het gaat<br />

hier om e<strong>en</strong> ad hoc beslissing uit het verled<strong>en</strong>, waardoor willekeur kan ontstaan<br />

t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong> vergelijkbare maatman die hetzelfde werk doet.<br />

T<strong>en</strong>slotte moet er<strong>op</strong> gewez<strong>en</strong> dat in de onderzochte gevall<strong>en</strong> sommige medewerkers<br />

in hogere schal<strong>en</strong> zijn geplaatst dan de aard van de functie toelaat<br />

volg<strong>en</strong>s de CAO-indelingsstructuur. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor zijn <strong>op</strong>nieuw<br />

sterk individueel bepaald <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daardoor tot inconsist<strong>en</strong>t <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

aanleiding gev<strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> voorbeeld te gev<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> medewerker is in<br />

e<strong>en</strong> hogere schaal geplaatst ter comp<strong>en</strong>satie voor extra week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />

Dit zou echter volg<strong>en</strong>s de CAO beloond moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tuele<br />

<strong>op</strong>slag <strong>op</strong> de extra verrichte ur<strong>en</strong> in het week<strong>en</strong>d (onregelmatigheidstoeslag).<br />

Maar dit biedt ge<strong>en</strong> uitkomst want het bedrijf k<strong>en</strong>t deze CAO-toeslag<br />

niet toe. In plaats daarvan beloont de werkgever e<strong>en</strong> week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<br />

met e<strong>en</strong> vast bruto maandbedrag omdat de medewerkers over het algeme<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> gelijk aantal di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> per maand draai<strong>en</strong>. Omdat de betreff<strong>en</strong>de<br />

medewerker inmiddels weer ev<strong>en</strong>veel week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> draait als zijn collega´s,<br />

ontvangt hij nu e<strong>en</strong> relatief hoger loon omdat hij naast de hogere inschaling<br />

uit het verled<strong>en</strong> ook het vaste maandbedrag is gaan ontvang<strong>en</strong>.<br />

6.2.4 Aangetroff<strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid


105<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

Gezi<strong>en</strong> het feit dat zo’n veertig par<strong>en</strong> van werknemers zijn onderzocht, is het<br />

<strong>op</strong>vall<strong>en</strong>d te noem<strong>en</strong> dat de aangetroff<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

in veel gevall<strong>en</strong> te herleid<strong>en</strong> zijn tot overe<strong>en</strong>komstige mechanism<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> deze mechanism<strong>en</strong> in alledrie arbeidsorganisaties<br />

voor, hoewel de organisaties behor<strong>en</strong> tot zeer verschill<strong>en</strong>de<br />

sector<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de omvang k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Overe<strong>en</strong>komstige oorzak<strong>en</strong> van <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

Uit de case studies blijkt dat, <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele uitzondering ingeval van arbeids<br />

duur na, de afgesprok<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>smaat stav<strong>en</strong> uit de CAO, personeelshandboek<br />

of interne bedrijfs regeling in zichzelf niet discriminer<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>,<br />

<strong>ras</strong> of <strong>arbeidsduur</strong>. Toch word<strong>en</strong> in zes van de elf gevall<strong>en</strong> (<strong>ras</strong>) <strong>en</strong> in 13<br />

van de 18 gevall<strong>en</strong> (<strong>sekse</strong>) ge<strong>en</strong> gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> toegepast <strong>op</strong><br />

functiehouders die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>.<br />

In bijna alle gevall<strong>en</strong> vloeit dit voort uit het feit dat duidelijke maatstav<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van de inschaling bij indi<strong>en</strong>sttreding ontbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> omdat het (lager)<br />

managem<strong>en</strong>t de medewerker wil motiver<strong>en</strong> door middel van (het achterwege<br />

lat<strong>en</strong> van) alle mogelijke typ<strong>en</strong> van salarisverhoging<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het gangbare<br />

beleid om. Bij de geme<strong>en</strong>te is dit als het ware tot e<strong>en</strong> formeel beleid verhev<strong>en</strong>,<br />

zonder dat de formele maatstav<strong>en</strong> hier<strong>op</strong> zijn aangepast. Bij de andere<br />

organisaties is het uitgegroeid tot e<strong>en</strong> informele praktijk.<br />

Hoewel de directe aanleiding voor het hanter<strong>en</strong> van andere maatstav<strong>en</strong> dan<br />

uit de collectieve arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>regeling volgt, niet door (bewuste)<br />

discriminatie is ingegev<strong>en</strong>, moet wel gevreesd word<strong>en</strong> voor indirecte discriminer<strong>en</strong>de<br />

effect<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> alle onderzochte organisaties blijkt afwijking van<br />

het formele beleid willekeur <strong>en</strong> ondoorzichtigheid in de hand te werk<strong>en</strong>. Dit,<br />

bij gebrek aan de ont wikkeling <strong>en</strong> docum<strong>en</strong>tatie van (vervang<strong>en</strong>de) criteria.<br />

De effect<strong>en</strong> hiervan word<strong>en</strong> vaak versterkt omdat m<strong>en</strong> per geval afwissel<strong>en</strong>d<br />

formeel beleid <strong>en</strong> informele praktijk volgt. Hierdoor neemt <strong>naar</strong> mate dat de<br />

werknemer langer in di<strong>en</strong>st is, de kloof tuss<strong>en</strong> de <strong>beloning</strong>s maat stav<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het feitelijk salaris steeds meer toe, omdat <strong>beloning</strong>sbeslissing<strong>en</strong> uit het<br />

verled<strong>en</strong> onbeperkt doorwerk<strong>en</strong> in de toekomst.<br />

T<strong>en</strong>slotte moet ook gesignaleerd word<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> ´vervuiling´ binn<strong>en</strong> het<br />

formele <strong>beloning</strong>sbeleid kan <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste, wordt het <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

onvoldo<strong>en</strong>de geactualiseerd waardoor <strong>beloning</strong>selem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> (ver)<br />

verled<strong>en</strong> soms ongewijzigd toegepast blijv<strong>en</strong> <strong>op</strong> het deel van het personeel<br />

dat destijds al di<strong>en</strong>st was. Niet alle<strong>en</strong> blijkt vaak dat de informatie over de<br />

achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> criteria van deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inmiddels verlor<strong>en</strong> is gegaan<br />

in de organisatie, ook is het regelmatig zo dat nieuwe <strong>beloning</strong>scriteria voor<br />

het zelfde loonbestanddeel zijn ingevoerd zonder dat de oude zijn afgeschaft.<br />

T<strong>en</strong> tweede zi<strong>en</strong> we binn<strong>en</strong> dit onderzoek dat de arbeidsorganisatie de collectief<br />

afgesprok<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>s maatstav<strong>en</strong> vervangt door wat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger<br />

systeem acht, of aanw<strong>en</strong>dt voor andere doeleind<strong>en</strong> dan waarvoor


Hoofdstuk 6 Conclusies 106<br />

zij zijn ontworp<strong>en</strong>. Omdat <strong>op</strong>nieuw actualisering van het <strong>beloning</strong>sbeleid <strong>op</strong><br />

dit punt achterwege blijft, kan dit bij gebrek aan transparantie tot willekeur of<br />

inconsist<strong>en</strong>tie in gelijkwaardige gevall<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

Bij bov<strong>en</strong>staande conclusies over de toepassingspraktijk van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele onderneming<strong>en</strong>, moet in og<strong>en</strong>schouw word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de overige aangrijpingspunt<strong>en</strong> voor onderzoek <strong>naar</strong> ev<strong>en</strong>tuele<br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid, niet zijn b<strong>en</strong>ut. Gedoeld wordt dan <strong>op</strong> functiewaarderingonderzoek<br />

<strong>en</strong> statistisch onderzoek <strong>naar</strong> de ev<strong>en</strong>tuele, indirect onderscheid<strong>en</strong>de<br />

effect<strong>en</strong> van de geformaliseerde <strong>beloning</strong>smaat stav<strong>en</strong>.<br />

Indirect onderscheid binn<strong>en</strong> de formele maatstav<strong>en</strong> is binn<strong>en</strong> de case studies<br />

<strong>op</strong> basis van louter kwalitatief onderzoek overig<strong>en</strong>s niet aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Het uitgevoerde functiewaarderingsproces riep binn<strong>en</strong> alle onderzochte organisaties<br />

echter wel <strong>en</strong>ige bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> <strong>op</strong>. Ook dit kan niet rechtstreeks<br />

herleid word<strong>en</strong> tot directe discriminatie. Het gaat erom dat het proces van<br />

functiewaardering of functie-indeling <strong>op</strong> het eerste gezicht niet voldoet aan<br />

de gangbare maatstav<strong>en</strong> <strong>op</strong> dit terrein. Omdat vrouw<strong>en</strong>, allochton<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

deeltijders ongelijk gespreid zijn over de verschill<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveaus, kunn<strong>en</strong><br />

hier mogelijkerwijs wel indirect onderscheid<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> vanuit gaan.<br />

6.3 Informatie over <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

Dit onderzoek is voortgekom<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> behoefte <strong>naar</strong> informatie over de<br />

mate van (on)gelijke <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> de Nederlandse arbeidsmarkt of in sector<strong>en</strong><br />

van die markt. Omdat het om e<strong>en</strong> pilot gaat, betreft het onderzoek hier<br />

slechts case studies. Binn<strong>en</strong> deze case studies, die zich beperk<strong>en</strong> tot de<br />

toepassing van de in het bedrijf geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, wordt wel<br />

degelijk <strong>beloning</strong>songelijkheid in individuele gevall<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. De oorzak<strong>en</strong><br />

daarvan verton<strong>en</strong> <strong>op</strong>vall<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de drie onderzochte<br />

arbeidsorganisaties die - vanuit het oogpunt van de mate van<br />

(on)gelijke <strong>beloning</strong> althans - willekeurig gekoz<strong>en</strong> zijn.<br />

Hoewel dit niet met zekerheid te zegg<strong>en</strong> valt, is e<strong>en</strong> verband met de eerder<br />

uitgevoerde macrostudies niet uit te sluit<strong>en</strong>. Op basis van gevalsstudies is in<br />

ieder geval te constater<strong>en</strong> dat de aangetroff<strong>en</strong> lon<strong>en</strong> met <strong>en</strong>ige regelmaat<br />

niet <strong>op</strong> objectieve maatstav<strong>en</strong> die verband houd<strong>en</strong> met de persoon, baan of<br />

organisatie, zijn terug te voer<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de lon<strong>en</strong> van de hier onderzochte<br />

werknemers deel uitmak<strong>en</strong> van macro-onderzoek, zal dit toevoeg<strong>en</strong> aan<br />

onverklaarbaar <strong>beloning</strong>sverschil. Desondanks valt e<strong>en</strong> precieze relatie<br />

moeilijk te legg<strong>en</strong>. Aan de <strong>en</strong>e kant nem<strong>en</strong> de macrostudies t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte<br />

van microstudies, als het ware, te veel objectieve persoons- <strong>en</strong> baank<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

mee, omdat organisaties slechts e<strong>en</strong> (wissel<strong>en</strong>de) selectie daarvan<br />

daadwerkelijk belon<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn niet al deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> legitiem (bijvoorbeeld<br />

functiesoort in plaats van gelijkwaardige arbeid). Aan de andere


107<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

kant nem<strong>en</strong> de macrostudies ook ‘’te weinig’’ k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> mee omdat de<br />

institutionele dynamiek van de <strong>beloning</strong> binn<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> deel van<br />

uitmaakt (zoals de wissel<strong>en</strong>de vormgeving van salarisschal<strong>en</strong>, invloed<strong>en</strong><br />

van arbeids markttekort<strong>en</strong>, overgangsmaat regel<strong>en</strong>, bevorderings<strong>op</strong>slag<strong>en</strong>,<br />

demotiegevall<strong>en</strong>, etcetera).<br />

Al met al geeft het macro-onderzoek, gezi<strong>en</strong> zijn schaal, wel goed zicht <strong>op</strong><br />

bestaande <strong>beloning</strong>s verschill<strong>en</strong> in Nederland <strong>en</strong> <strong>op</strong> de diverse, sociale factor<strong>en</strong><br />

die hieraan t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>. Het geeft echter ge<strong>en</strong> uitsluitsel over<br />

de vraag of hiermee in strijd met de geld<strong>en</strong>de gelijkebehandelingswetgeving<br />

wordt gehandeld. Micro-onderzoek <strong>op</strong> ondernemingsniveau kan dat tot <strong>op</strong><br />

grote hoogte wel, maar is slecht uitvoerbaar <strong>op</strong> grote <strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve<br />

schaal. Ook micro-onderzoek lijkt daarom ge<strong>en</strong> panacee om de mate van<br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid in Nederland te met<strong>en</strong>.<br />

Controle <strong>op</strong> de naleving van wetgeving, want daar gaat het dan om, betreft<br />

altijd onderzoek in indivi duele gevall<strong>en</strong>. Als het gaat om e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige<br />

norm - zoals bijvoorbeeld het wel of niet met licht rijd<strong>en</strong> <strong>op</strong> de fiets - dan kan<br />

m<strong>en</strong> met <strong>en</strong>ige inspanning e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef uitvoer<strong>en</strong>. Maar<br />

bij gelijke <strong>beloning</strong> is de controle <strong>op</strong> de norm dermate complex dat e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve<br />

steekproef voor de gehele arbeidsmarkt of voor e<strong>en</strong> gehele<br />

sector zeer veel onderzoekstijd kost. Normconformiteit is bij gelijke <strong>beloning</strong><br />

immers afhankelijk van de inhoud <strong>en</strong> toepassing van <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

die per onderneming verschill<strong>en</strong>. Om dat <strong>op</strong> te spor<strong>en</strong> moet m<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

nem<strong>en</strong> van niet alle<strong>en</strong> het formele <strong>beloning</strong>sbeleid binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf, maar<br />

ook van alle informele praktijk<strong>en</strong> die in de lo<strong>op</strong> der tijd zijn ontstaan. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> per individueel geval alle <strong>beloning</strong>stransities die e<strong>en</strong> werk -<br />

nemer gedur<strong>en</strong>de zijn hele lo<strong>op</strong>baan bij e<strong>en</strong> bedrijf heeft doorgemaakt, hieraan<br />

getoetst te word<strong>en</strong>.<br />

Daarmee dringt zich de vraag <strong>op</strong> hoe zinvol het is om de micromethode van<br />

paarsgewijze vergelijking <strong>op</strong> e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve wijze uit te voer<strong>en</strong>. Hiermee<br />

is ge<strong>en</strong>szins gezegd dat de methode zich hiervoor niet zou l<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het<br />

gaat om de noodzakelijke tijds investering. Mede omdat gegev<strong>en</strong>s nodig zijn<br />

die niet zomaar beschikbaar zijn in e<strong>en</strong> onderneming <strong>en</strong> externe onderzoekers<br />

hiervoor de medewerking nodig hebb<strong>en</strong> van uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de functionariss<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> bedrijf, staat voor niet-repres<strong>en</strong>tatief onderzoek <strong>naar</strong> ongelijke<br />

<strong>beloning</strong> binn<strong>en</strong> één functiegroep in e<strong>en</strong> bedrijf ongeveer twee maand<strong>en</strong>.<br />

Trekk<strong>en</strong> we dit door <strong>naar</strong> repres<strong>en</strong>tatief onderzoek, dan moet het volg<strong>en</strong>de<br />

gerealiseerd word<strong>en</strong>.<br />

Wanneer gelijkwaardige functiegroep<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf qua omvang klein<br />

zijn - wat doorgaans het geval is - dan is het moeilijk om e<strong>en</strong> betrouwbare,<br />

repres<strong>en</strong>tatieve steekproef te trek k<strong>en</strong> onder de werknemers die in het onderzoek<br />

betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Neemt m<strong>en</strong> <strong>op</strong> repres<strong>en</strong>tatieve wijze slechts<br />

<strong>en</strong>kele werknemers per functiegroep mee in het onderzoek, dan levert dit in<br />

totaal al snel ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> of soms e<strong>en</strong> honderdtal loonvergelijking<strong>en</strong> per bedrijf


Hoofdstuk 6 Conclusies 108<br />

<strong>op</strong>. Deze moet<strong>en</strong> alle indivi dueel beoordeeld word<strong>en</strong>. Dergelijk onderzoek<br />

zal tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> half <strong>en</strong> anderhalf m<strong>en</strong>sjaar in beslag kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s moet dit onderzoek dan herhaald word<strong>en</strong> onder e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve<br />

steek proef onder de bedrijv<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde sector of zelfs <strong>op</strong> de<br />

gehele arbeidsmarkt. Neemt m<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van de huidige wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

norm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steekproef van minimaal 5 tot 10 proc<strong>en</strong>t van alle bedrijv<strong>en</strong><br />

in de sector of markt, dan zal het tijdsbeslag van circa e<strong>en</strong> half tot anderhalf<br />

m<strong>en</strong>s jaar met e<strong>en</strong> factor = 100 respectievelijk = 1000 to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

6.4 Het nut <strong>en</strong> de uitvoerbaarheid van de micromethode<br />

6.4.1 Praktische uitvoerbaarheid<br />

De ontwikkelde methode blijkt in de case studies in de regel tot goede resultat<strong>en</strong><br />

te leid<strong>en</strong>. Principiële belemmering<strong>en</strong> zijn we niet teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>, al zal<br />

elk onderzoek binn<strong>en</strong> zeer kleine bedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte waarde hebb<strong>en</strong>.<br />

Er zijn slechts twee belangrijke mits<strong>en</strong> <strong>en</strong> mar<strong>en</strong> bij de methode van paarsgewijze<br />

vergelijking. Het kost t<strong>en</strong> eerste veel tijd per bedrijf vanwege de<br />

b<strong>en</strong>odigde medewerking, het feit dat de gehele salarishistorie per individueel<br />

geval doorgrond moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> omdat personeelsinformatiesystem<strong>en</strong> per<br />

bedrijf niet altijd ev<strong>en</strong> betrouwbaar of flexibel zijn of de k<strong>en</strong>nis ontbreekt over<br />

(niet vaak) gebruikte <strong>op</strong>ties van het systeem. T<strong>en</strong> tweede, beperkt de methode<br />

zich tot de toepassing van <strong>beloning</strong>s maat stav<strong>en</strong>. Wil m<strong>en</strong> andere oorzak<strong>en</strong><br />

van mogelijke <strong>beloning</strong>songelijkheid <strong>op</strong>spor<strong>en</strong> dan is de toepassing<br />

nodig van aanvull<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals het eerder g<strong>en</strong>oemde instrum<strong>en</strong>t<br />

voor <strong>sekse</strong>neutrale functiewaardering of de checklist gelijke <strong>beloning</strong>.<br />

Het laatste geldt het sterkste voor de discriminatiegrond van <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

Omdat de WOA het aanton<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> e<strong>en</strong> grond van e<strong>en</strong><br />

verschil in arbeids duur vraagt, <strong>en</strong> juist de formele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> (zoals<br />

in cao´s) uit efficiëntie nog wel e<strong>en</strong>s van pro-rata betaling<strong>en</strong> afzi<strong>en</strong>, lijkt<br />

statistisch onderzoek <strong>naar</strong> ev<strong>en</strong>tuele, b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> van (vooral<br />

secundaire) <strong>beloning</strong>svoorwaard<strong>en</strong> <strong>op</strong> deeltijders binn<strong>en</strong> de onderneming<br />

het meest zinvol.<br />

6.4.2 Het nut van de micromethode: aanbeveling<strong>en</strong><br />

Inmiddels is stil gestaan bij de beperking<strong>en</strong> van de methode van paarsgewijze<br />

loonvergelijking, voorzover het gaat om repres<strong>en</strong>tatief onderzoek <strong>op</strong><br />

grotere schaal. Daarnaast constater<strong>en</strong> we ook dat de methode binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

concrete onderneming praktisch goed is uit te voer<strong>en</strong>. De laatste vraag die<br />

zich dan <strong>op</strong>dringt is wat het nut van het gebruik van deze methode kan zijn.


109<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies<br />

Oplossing<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> afgestemd te word<strong>en</strong> <strong>op</strong> de onderneming<br />

De paarsgewijze loonvergelijking<strong>en</strong> zoals ze hier zijn uitgevoerd, kunn<strong>en</strong><br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid in individuele gevall<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong>. De meerwaarde is<br />

dat door de analyse van het <strong>beloning</strong>sbeleid in theorie <strong>en</strong> praktijk vaak structurele<br />

knelpunt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesignaleerd. Door dit inzicht zijn relatief<br />

e<strong>en</strong>voudig maat regel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong> om deze knelpunt<strong>en</strong> te verhelp<strong>en</strong>. Toch<br />

blijkt dat de b<strong>en</strong>odigde <strong>op</strong>lossing<strong>en</strong> voor ev<strong>en</strong>tuele <strong>beloning</strong>songelijkheid<br />

voornamelijk <strong>op</strong> ondernemingsniveau gezocht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Weliswaar is,<br />

<strong>op</strong> basis va n cases studie sprake van overe<strong>en</strong>komstige mechanism<strong>en</strong>, maar<br />

de maatregel<strong>en</strong> om deze mechanism<strong>en</strong> te bestrijd<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> wel <strong>op</strong> de concrete<br />

ondernemingssituatie afgestemd te word<strong>en</strong>.<br />

Instrum<strong>en</strong>t voor zelfstudie<br />

E<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong>de rol voor de ontwikkelde onderzoeksmethode is<br />

e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de. Als instrum<strong>en</strong>t voor zelfstudie biedt het e<strong>en</strong> goede<br />

mogelijkheid voor de signalering van oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong>lossing<strong>en</strong> voor ev<strong>en</strong>tuele<br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid <strong>op</strong> ondernemingsniveau. Met behulp van e<strong>en</strong> toegankelijke<br />

handleiding, kan dit bijvoorbeeld <strong>op</strong> initiatief van sociale partners,<br />

ondernemingsrad<strong>en</strong> of individuele werkgevers geschied<strong>en</strong>. Als instrum<strong>en</strong>t<br />

dat vooral de toepassingspraktijk van belon<strong>en</strong> bestudeert, vormt het dan als<br />

het ware e<strong>en</strong> drieluik met de eerder g<strong>en</strong>oemde instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor functiewaardering<br />

<strong>en</strong> de checklist.<br />

Nadeel van dit type van instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is wel dat <strong>naar</strong> mate m<strong>en</strong> minder k<strong>en</strong>nis<br />

heeft van de gelijke<strong>beloning</strong>snorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze vooral associeert met <strong>op</strong>zettelijke<br />

discriminatie, de noodzaak voor zelfstudie vaak niet gevoeld wordt.<br />

Hoe minder k<strong>en</strong>nis m<strong>en</strong> heeft van de indirecte <strong>en</strong> structurele oorzak<strong>en</strong> van<br />

<strong>beloning</strong>songelijkheid, des te minder er behoefte is aan nader onderzoek.<br />

Het instrum<strong>en</strong>t dat juist ontwikkeld is om dit gebrek aan k<strong>en</strong>nis te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>,<br />

kan zo zijn doel misl<strong>op</strong><strong>en</strong>.<br />

Flanker<strong>en</strong>d beleid?<br />

Zou m<strong>en</strong> daarom (mede) aan flanker<strong>en</strong>d beleid will<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> – t<strong>en</strong>einde de<br />

verschill<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong> de <strong>beloning</strong>spraktijk binn<strong>en</strong> de onderneming<br />

onder de loep te nem<strong>en</strong> - dan zal het grosso modo om de ontwikkeling<br />

van of inc<strong>en</strong>tives voor bedrijv<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gaan of de <strong>op</strong>voering van controle<br />

door systematisch nalevingsonderzoek van de wetgeving gelijke behandeling.<br />

Bij inc<strong>en</strong>tives gaat het om maatregel<strong>en</strong> in de trant van bijvoorbeeld e<strong>en</strong> rapportage<br />

van loonverschill<strong>en</strong> in sociale jaarverslag<strong>en</strong>, het ‘belon<strong>en</strong>’ van bedrijv<strong>en</strong><br />

die maatregel<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> <strong>naar</strong> aanleiding van zelfstudie (bijvoorbeeld<br />

door e<strong>en</strong> keurmerk) of het schepp<strong>en</strong> van bepaalde informatieverplichting<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> werknemer of overheid over de mate van <strong>beloning</strong>sverschil <strong>en</strong> de objectieve<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> daarvan.<br />

Daarnaast zou de alertheid binn<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>, des gew<strong>en</strong>st, zijn aan te scherp<strong>en</strong><br />

door meer nalevings onderzoek van overheids wege. Dat kan bijvoor-


Hoofdstuk 6 Conclusies 110<br />

beeld door de hier ontwikkelde methode toe te pass<strong>en</strong> in meerdere casestudies<br />

verspreid over meer sector<strong>en</strong>. Dat kan ook stelselmatig, door bijvoorbeeld<br />

jaarlijks wissel<strong>en</strong>de cases uit verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> aan nalevings<br />

onderzoek te onderwerp<strong>en</strong>. Met name waar de toepassing van collectieve<br />

<strong>beloning</strong>s voorwaard<strong>en</strong> (cao’s) onderzocht wordt, kan dit e<strong>en</strong> bredere<br />

uitstraling hebb<strong>en</strong> <strong>naar</strong> bijvoorbeeld cao-partij<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte zou ook aansluiting<br />

mogelijk zijn bij de door de CGB te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong><br />

‘quick scan’, waarin de hier ontwikkelde methode geïntegreerd kan word<strong>en</strong>.


111<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

Overzicht van bijlag<strong>en</strong><br />

Bijlage 1<br />

Bijlage 2<br />

Bijlage 3<br />

Bijlage 4<br />

Bijlage 5<br />

Bijlage 6<br />

Bijlage 7<br />

Bijlage 8<br />

Bijlage 9<br />

Case A: functiebeschrijving productiemedewerker<br />

Case A: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong><br />

Case A: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>ras</strong><br />

Case A: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

Case B: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong><br />

Case B: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>ras</strong><br />

Case B: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

Case C: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong><br />

Case C: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

Bijlage 10<br />

Bijlage 11<br />

Sam<strong>en</strong>stelling van de Klankbordgroep<br />

Uitleg van de Eur<strong>op</strong>ese gelijke<strong>beloning</strong>snorm <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong>


Bijlage 1 Case A 112<br />

Bijlage 1 Case A: functiebeschrijving productiemedewerker<br />

Functiebeschrijving productiemedewerker<br />

Functieb<strong>en</strong>aming : productiemedewerker<br />

Bedrijfsonderdeel : productie<br />

Rapporteert aan : productiecoördinator<br />

? Doel van de functie<br />

Realiser<strong>en</strong> van de productie van e<strong>en</strong> assortim<strong>en</strong>t gebak, zodanig dat wordt voldaan aan de<br />

gesteld eis<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van kwaliteit, kwantiteit <strong>en</strong> kost<strong>en</strong>aspect.<br />

? Functiecontext<br />

De functiecontext wordt voor e<strong>en</strong> deel bepaald door werkinstructies. Voor de specifieke inhoud<br />

van de relevante functiecontext, wordt verwez<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de betreff<strong>en</strong>de werkinstructies.<br />

Deze werkinstructies zijn <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het ISO-9001 systeem waartoe het bedrijf is gecertificeerd.<br />

De werkinstructies word<strong>en</strong> geacht door iedere medewerker gek<strong>en</strong>d te word<strong>en</strong>.<br />

? Kerntak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

Uitvoer<strong>en</strong> van alle voorkom<strong>en</strong>de werkzaamhed<strong>en</strong> zoals onder andere omschrev<strong>en</strong> in relevante<br />

werkinstructies, zodanig dat wordt voldaan aan de norm<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van kwaliteit <strong>en</strong><br />

kwantiteit. Hiertoe onder andere:<br />

- controler<strong>en</strong>de <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>de functie van de proceslijn<strong>en</strong> of process<strong>en</strong><br />

- lat<strong>en</strong> bijstur<strong>en</strong> van het proces bij geconstateerde afwijking<strong>en</strong><br />

- mede ingrijp<strong>en</strong> bij storing<strong>en</strong> <strong>en</strong> calamiteit<strong>en</strong><br />

Toezi<strong>en</strong> <strong>op</strong> het juist functioner<strong>en</strong> van de beschikbaar gestelde apparatuur, hiertoe onder<br />

andere:<br />

- beoordel<strong>en</strong> van functioner<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van proces/productbeschrijving <strong>en</strong> waarneming<strong>en</strong><br />

(visueel/geluid)<br />

- do<strong>en</strong> van voorstell<strong>en</strong> tot verbetering (kritisch zijn <strong>op</strong> eig<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong>)<br />

Nalev<strong>en</strong> van bedrijfs-, veiligheid-, kwaliteits- <strong>en</strong> milieuvoorschrift<strong>en</strong>.<br />

Schoonhoud<strong>en</strong> van hulpmiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkomgeving.


113<br />

Bijlage 1 Case A<br />

? Sociale interactie<br />

- besprek<strong>en</strong> van de werkuitvoering met de directe chef <strong>en</strong> collega’s<br />

- signaler<strong>en</strong> van bijzonderhed<strong>en</strong><br />

- do<strong>en</strong> van (verbetering)voorstell<strong>en</strong> (kritisch zijn <strong>op</strong> eig<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong>)<br />

? Specifieke handelingsvereist<strong>en</strong><br />

- bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van bepaalde apparatuur<br />

- hanter<strong>en</strong> van gereedschapp<strong>en</strong> nodig bij de vervaardiging van gebak.<br />

- nauwgezet zijn bij het uitvoer<strong>en</strong> van proceshandeling<strong>en</strong><br />

? Bezwar<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong><br />

- krachtinspanning bij het (incid<strong>en</strong>teel) till<strong>en</strong><br />

- inspann<strong>en</strong>de houding bij het uitvoer<strong>en</strong> van werkzaamhed<strong>en</strong> <strong>op</strong> moeilijke toegankelijke<br />

plaats<strong>en</strong><br />

- kans <strong>op</strong> letsel bij schoonmaak- <strong>en</strong> onderhoudswerkzaamhed<strong>en</strong> door uitglijd<strong>en</strong><br />

- kans <strong>op</strong> onregelmatige werktijd<strong>en</strong><br />

? Werk- <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kniveau<br />

- LBO of gelijkwaardig niveau<br />

? Opleidings- <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisvereist<strong>en</strong> / ervaring<br />

- LBO / MAVO<br />

- bijvoorkeur ervaring in soortgelijke procestak


115<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

Bijlage 2<br />

Case A: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 1<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Giet (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 28-9-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1969<br />

Productiemedewerker<br />

Ov<strong>en</strong><br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 1-3-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1968<br />

2000: € 1417,43 I-0<br />

2001: € 1487,09 I-1<br />

2002: € 1684,54 I-2<br />

2000: € 1417,43 I-0<br />

2001: € 1487,09 I-1<br />

2002: € 1714,18 II-2<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek.<br />

Beloningsverschil 2002: € 29,64 per maand (1,7%)<br />

Analyse loonvergelijking 1<br />

Er is hier sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 29,64 per maand t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke<br />

productiemedewerker. De vrouwelijke productiemedewerker is conform de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

van de organisatie beloond. De mannelijke productiemedewerker heeft in 2002<br />

e<strong>en</strong> promotie gekreg<strong>en</strong> van zijn leidinggev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> is voortijdig van schaalniveau I <strong>naar</strong><br />

schaalniveau II gegaan. In het personeelsdossier is hier ge<strong>en</strong> verklaring voor te vind<strong>en</strong>. Aan<br />

de leidinggev<strong>en</strong>de is gevraagd wat de red<strong>en</strong> van deze promotie is. Deze geeft aan dat de<br />

productiemedewerker goed presteert <strong>en</strong> dat hij pot<strong>en</strong>tie heeft om door te groei<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de<br />

functie van productie<strong>op</strong>erator:<br />

‘Ik heb hem overgeheveld <strong>naar</strong> schaal II. Hij kan goed achter de machine staan. Hij toont<br />

inzet <strong>en</strong> bereidheid. Ik wil kijk<strong>en</strong> wat hij verder nog meer kan, zodat hij misschi<strong>en</strong> kan doorgroei<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> productie<strong>op</strong>erator.’ ‘Er zit niets tuss<strong>en</strong> productiemedewerker <strong>en</strong> productie<strong>op</strong>erator,<br />

dus verhoog ik het salaris. Ik bepaal of iemand e<strong>en</strong> hoger salaris krijgt.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 116<br />

Juridische toets loonvergelijking 1<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 1 <strong>en</strong> man 1 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie van productiemedewerker uit,<br />

welke functie volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> geaccepteerd functiewaarderingssyteem (ORBA) is<br />

gewaardeerd. Beide verricht<strong>en</strong> derhalve arbeid van gelijke waarde.<br />

Het geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschil vloeit daaruit voort dat man 1 is gepromoveerd <strong>naar</strong><br />

schaal II voordat het maximum van vier functiejar<strong>en</strong> in schaal I is bereikt. Dit stemt niet overe<strong>en</strong><br />

met de <strong>beloning</strong>smaatstaf uit de toepasselijke CAO waarbij jaarlijks één functiejaar di<strong>en</strong>t<br />

te word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Voorts vloeit het verschil voort uit het feit dat man 1 bij overgang <strong>naar</strong><br />

de hogere salarisschaal is ingeschaal <strong>op</strong> functiejaar/trede 2. Volg<strong>en</strong>s de <strong>beloning</strong>smaatstaf<br />

uit de CAO di<strong>en</strong>t bij inschaling in e<strong>en</strong> hogere salarisklasse het loon verhoogd te word<strong>en</strong> met<br />

50% van het loonverschil tuss<strong>en</strong> de oude <strong>en</strong> nieuwe klasse bij functiejaar 0. Indi<strong>en</strong> dit bedrag<br />

niet voorkomt in de nieuwe klasse wordt het eerst hogere bedrag toegek<strong>en</strong>d. In dit geval di<strong>en</strong>t<br />

de verhoging t<strong>en</strong>minste 50% x (1679,60-1651,61) = 14 € te bedrag<strong>en</strong>. Man 1 verdi<strong>en</strong>de in<br />

schaal I-1 € 1668,07 (niveau december 2001) <strong>en</strong> zou derhalve bij overgang van <strong>naar</strong> e<strong>en</strong><br />

hogere klasse ingedeeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in schaal II-1 (1697,71 €). Hij is ev<strong>en</strong>wel ingeschaald<br />

<strong>op</strong> trede II-2. Ook dit stemt niet overe<strong>en</strong> met de <strong>beloning</strong>smaatstaf uit de CAO.<br />

De CAO staat ev<strong>en</strong>wel aanvulling<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van individuele afsprak<strong>en</strong> <strong>op</strong> het CAO-loon toe.<br />

Dergelijke aanvulling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> aan de wet, met andere word<strong>en</strong> de werkgever<br />

di<strong>en</strong>t deze aanvulling<strong>en</strong> te berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze maatstav<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> dezelfde wijze toe te pass<strong>en</strong> <strong>op</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke functiehouders die<br />

arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. De werkgever stelt dat de toek<strong>en</strong>ning van de extra<br />

salarisverhoging aan man 1, die de <strong>beloning</strong>smaatstaf van de CAO te bov<strong>en</strong> gaat, is gebaseerd<br />

<strong>op</strong> de individuele prestatie <strong>en</strong> doorgroeimogelijkhed<strong>en</strong> van de medewerker. Deze<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> deel uit van het gedocum<strong>en</strong>teerde <strong>beloning</strong>sbeleid in de<br />

organisatie. Hierdoor is niet inzichtelijk welke criteria zijn aangelegd bij de beoordeling van de<br />

individuele prestatie, noch wat voor salarisverhoging <strong>op</strong> basis van dit oordeel di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong><br />

toegek<strong>en</strong>d. Als gevolg hiervan is mede niet na te gaan of de werkgever dezelfde maatstav<strong>en</strong><br />

heeft toegepast <strong>op</strong> vrouw 1.<br />

Omdat de werkgever niet kan aangev<strong>en</strong> hoe de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> van individuele prestatie<br />

<strong>en</strong> doorgroeimogelijkhed<strong>en</strong> zijn toegepast <strong>en</strong> daarom ook niet of deze <strong>op</strong> dezelfde wijze<br />

zijn toegepast <strong>op</strong> man 1 <strong>en</strong> vrouw 1, moet geconcludeerd word<strong>en</strong> dat het vermoed<strong>en</strong> bestaat<br />

dat de werkgever e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid maakt <strong>op</strong> grond van geslacht door<br />

vrouw 1 in vergelijking met haar maatman lager te belon<strong>en</strong> voor gelijkwaardige arbeid.


117<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 2<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 9-7-<br />

1992<br />

Geb.jaar: 1962<br />

Productiemedewerker<br />

Giet (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 31-8-<br />

1992<br />

Geb.jaar: 1961<br />

1992: € 1164,40 I-0<br />

1993: € 1200,03 I-1<br />

1994: € 1224,12 I-1<br />

1995: € 1270,32 I-2<br />

1996: € 1302,37 I-3<br />

1997: € 1335,34 I-4<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1416,08 II-3<br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1753,70 II-4<br />

Pers. toeslag € 75,23<br />

Ploeg<strong>en</strong>vergoeding<br />

€ 11,34<br />

1992: € 1164,40 I-0<br />

1993: € 1200,03 I-1<br />

1994: € 1236,10 I-2<br />

1995: € 1283,12 I-3<br />

1996: € 1315,61I-4<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker<br />

(laagste functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging. Salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met<br />

maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker<br />

(laagste functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 118<br />

1997: € 1347,59 II-3<br />

1998: € 1403,23 II-4<br />

1999: € 1443,- III-3<br />

2000: € 1512,71 III-4<br />

2001: € 1594,- III-4<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging. Salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Krijgt promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III.<br />

Salaris bov<strong>en</strong> maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Periodieke verhoging. Zit aan maximum<br />

schaal III.<br />

Krijgt promotie <strong>naar</strong> schaalniveau IV.<br />

2002: € 1799,81 IV-3<br />

Pers. Toeslag:<br />

€ 61,26<br />

Ploeg<strong>en</strong>vergoeding:<br />

€ 11,34<br />

Beloningsverschil 2002: € 46,11 per maand (2,6%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 13,97 (voordeel vrouw)<br />

Ploeg<strong>en</strong>vergoeding: € 0,-<br />

Analyse loonvergelijking 2<br />

Uit bov<strong>en</strong>staande vergelijking komt e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 46,11 per maand <strong>naar</strong> vor<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke productiemedewerker. Beide productiemedewerkers ontvang<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> ploeg<strong>en</strong>vergoeding van € 11,34 per maand <strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag nieuw toeslag<strong>en</strong><br />

systeem (verder: persoonlijke toeslag). Het verschil van € 13,97 in de persoonlijke<br />

toeslag is t<strong>en</strong> voordele van de vrouwelijke productiemedewerker. De vrouwelijke productiemedewerker<br />

zit <strong>op</strong> dit mom<strong>en</strong>t <strong>op</strong> haar maximumsalaris dat zij kan ontvang<strong>en</strong> als productiemedewerker.<br />

In haar <strong>beloning</strong>shistorie van de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 10 jaar die zij bij de organisatie als<br />

productiemedewerker heeft gewerkt, is te zi<strong>en</strong> dat zij in 1994 <strong>en</strong> 1998 ge<strong>en</strong> periodieke verhoging<br />

heeft gehad. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor zijn niet in haar personeelsdossier terug te vind<strong>en</strong>.<br />

De mannelijke productiemedewerker waar zij mee vergelek<strong>en</strong> wordt, heeft ieder jaar e<strong>en</strong><br />

periodieke verhoging ontvang<strong>en</strong>. In 1999 heeft hij e<strong>en</strong> verhoging van salaris gehad <strong>en</strong> is van<br />

schaalniveau II <strong>naar</strong> schaalniveau III gegaan, waarna hij in 2002 doorgegroeid is <strong>naar</strong> schaalniveau<br />

IV. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor deze promoties zijn niet terug te vind<strong>en</strong> in zijn personeelsdossier.<br />

Aan de leidinggev<strong>en</strong>de is gevraagd wat de red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervan zijn. Deze geeft aan dat deze<br />

productiemedewerker, man 2, eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> 1e productiemedewerker zou moet<strong>en</strong> zijn, omdat


119<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

hij af <strong>en</strong> toe ook meer <strong>en</strong> zwaarder werk doet dan e<strong>en</strong> productiemedewerker normaal gesprok<strong>en</strong><br />

doet:<br />

‘Hij is e<strong>en</strong> verkapte machinebedi<strong>en</strong>de. Hij doet dit werk ook. Die functie is zwaarder dan<br />

productiemedewerker. Hij zou eig<strong>en</strong>lijk 1e productiemedewerker moet<strong>en</strong> zijn.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loonvergelijking 2<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van gelijke<br />

of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van gelijke<br />

waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>.<br />

Vrouw 2 <strong>en</strong> man 2 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie van productiemedewerker uit. De leidinggev<strong>en</strong>de<br />

stelt echter dat het werk van man 2 zwaarder is <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komt met de voormalig gebruikelijke<br />

functie van 1 e productiemedewerker. Op basis van het huidige functiebeleid wordt<br />

deze functie niet meer apart onderscheid<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> behoeve van de invoering van ORBA is de<br />

functie echter wel gewaardeerd. De 1e productiemedewerker scoort daarbij 6 punt<strong>en</strong> hoger<br />

dan de productiemedewerker (zie 3.2.1). Dit verschil is ev<strong>en</strong>wel niet g<strong>en</strong>oeg om hieraan e<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de ORBA-groep te verbind<strong>en</strong>. Beide functie zijn gewaardeerd in ORBA-groep 2,<br />

waaraan de salarisklass<strong>en</strong> I <strong>en</strong> II verbond<strong>en</strong> zijn. Omdat de 1 e productiemedewerker ge<strong>en</strong><br />

bestaande functie is bij het bedrijf - <strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s in zwaarte te weinig verschilt van de functie<br />

van productiemedewerker om hieraan e<strong>en</strong> hogere ORBA-groep <strong>en</strong> salarisklasse te verbind<strong>en</strong><br />

– di<strong>en</strong>t geconcludeerd te word<strong>en</strong> dat de functie van productiemedewerker die zowel vrouw 2<br />

als man 2 uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />

Het <strong>beloning</strong>sverschil vloeit <strong>en</strong>erzijds voort uit het feit dat ge<strong>en</strong> functiejar<strong>en</strong>/periodiek<strong>en</strong> zijn<br />

toegek<strong>en</strong>d aan vrouw 2 in 1994 <strong>en</strong> 1998. Dit is in strijd met de <strong>beloning</strong>smaatstaf uit de CAO<br />

die verplicht tot jaarlijkse toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> functiejaar. Uit onderzoek <strong>naar</strong> de CAO komt<br />

<strong>naar</strong> vor<strong>en</strong> dat het <strong>beloning</strong>sbeleid ge<strong>en</strong> verandering heeft ondergaan sinds in ieder geval<br />

april 1996. CAO-gegev<strong>en</strong>s vóór deze datum ontbrek<strong>en</strong>. Anderzijds vloeit het verschil voort uit<br />

het feit dat man 1 bij het bereik<strong>en</strong> van het maximumsalaris dat verbond<strong>en</strong> is aan de functie<br />

van productiemedewerker (schaal II-4), is gepromo veerd <strong>naar</strong> schal<strong>en</strong> III <strong>en</strong> IV die het maximumloon<br />

van e<strong>en</strong> productiemedewerker te bov<strong>en</strong> gaan. De leidinggev<strong>en</strong>de verklaart dit<br />

doordat man 2 mede het werk van e<strong>en</strong> 1 e productiemedewerker doet. De CAO bepaalt terzake<br />

dat als over e<strong>en</strong> periode van vier wek<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de meer dan 10 uur per week meer dan<br />

één functie wordt uitgeoef<strong>en</strong>d, het loon verbond<strong>en</strong> aan de hoogst gekwalificeerde functie<br />

wordt toegek<strong>en</strong>d. De functie van 1 e productiemedewerker wordt echter niet langer onderscheid<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t dan ook ge<strong>en</strong> aparte salarisklasse.<br />

Er bestaan wel plann<strong>en</strong> tot herinvoering van deze functie in de organisatie. Zolang dit niet is<br />

gerealiseerd <strong>en</strong> de betreff<strong>en</strong>de medewerker deze functie niet toegek<strong>en</strong>d heeft gekreg<strong>en</strong>, kan<br />

dit echter ge<strong>en</strong> rechtvaardiging bied<strong>en</strong> voor het toepass<strong>en</strong> van afwijk<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> man 2. Daarnaast is er<strong>op</strong> te wijz<strong>en</strong> dat – hoewel onbek<strong>en</strong>d is welke salarisklasse<br />

aan de her in te voer<strong>en</strong> functie van 1 e productiemedewerker zou word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> - de toewijzing<br />

van schaal IV in strijd zou kom<strong>en</strong> met het gehanteerde functiewaarderingssysteem.


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 120<br />

Op basis daarvan is schaal IV verbond<strong>en</strong> aan ORBA-groep 3, terwijl de functie van 1 e productiemedewerker<br />

volg<strong>en</strong>s datzelfde systeem gewaardeerd wordt in ORBA-groep 2.<br />

Wat betreft het verschil in persoonlijke toeslag t<strong>en</strong> voordele van vrouw 2 is ge<strong>en</strong> oordeel te<br />

gev<strong>en</strong>. De juiste toek<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing van de persoonlijke toeslag in verband met de<br />

invoering van e<strong>en</strong> nieuw toeslag<strong>en</strong>systeem in het verled<strong>en</strong>, is niet meer na te gaan omdat de<br />

hiervoor noodzakelijke gegev<strong>en</strong>s over het arbeidspatroon gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> zekere referteperiode<br />

in 1998 niet meer beschikbaar zijn (zie 3.2.3).<br />

Omdat onvoldo<strong>en</strong>de functiejar<strong>en</strong> zijn toegek<strong>en</strong>d aan vrouw 2 <strong>en</strong> man 2 is gepromoveerd <strong>naar</strong><br />

salarisklass<strong>en</strong> die het maximumsalaris verbond<strong>en</strong> aan de uitgeoef<strong>en</strong>de functie te bov<strong>en</strong><br />

gaan, zijn <strong>op</strong> beide functiehouders ge<strong>en</strong> gelijkwaardige <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> toegepast.<br />

Hierdoor bestaat het vermoed<strong>en</strong> dat de werkgever e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid maakt<br />

<strong>op</strong> grond van geslacht door vrouw 2 in vergelijking met maatman 2 lager te belon<strong>en</strong> voor<br />

gelijkwaardige arbeid.


121<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 3<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 12-1-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1956<br />

Productiemedewerker<br />

Ov<strong>en</strong><br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 13-7-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1954<br />

2000: €1417,23 I-0<br />

2001: € 1494,68 I-1<br />

2002: € 1668,07 I-1<br />

2000: € 1417,43 I-0<br />

2001: € 1487,- I-1<br />

2002: € 1714,80 II-2<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek.<br />

Beloningsverschil 2002: € 46,73 per maand (2,7%)<br />

Analyse loonvergelijking 3<br />

Het geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschil bedraagt € 46,73 per maand t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke<br />

productiemedewerker. De vrouwelijke productiemedewerker heeft in 2002 ge<strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging gekreg<strong>en</strong> zoals dat volg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid in de organisatie zou moet<strong>en</strong>.<br />

De red<strong>en</strong> hiervoor is onbek<strong>en</strong>d. De mannelijke productiemedewerker waarmee vrouw 3<br />

wordt vergelek<strong>en</strong> heeft in 2002 juist e<strong>en</strong> bevordering van schaalniveau I <strong>naar</strong> schaalniveau II<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra periodiek gekreg<strong>en</strong>. De leidinggev<strong>en</strong>de geeft als red<strong>en</strong> voor deze promotie aan<br />

dat man 3 <strong>op</strong> de ov<strong>en</strong> staat <strong>en</strong> dat dit verantwoordelijk werk is:<br />

‘ Iemand moet zelfstandig kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>op</strong> de ov<strong>en</strong> <strong>en</strong> is daarom moeilijker vervangbaar.’<br />

(leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loonvergelijking 3<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 122<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>.<br />

Beide functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit. De leidinggev<strong>en</strong>de stelt dat man<br />

3 echter meer verantwoordelijkhed<strong>en</strong> heeft als ov<strong>en</strong>ist. Uit de waardering van de functie van<br />

productiemedewerker volg<strong>en</strong>s de ORBA-methode vloeit ge<strong>en</strong> onderscheid voort afhankelijk<br />

van de afdeling waar<strong>op</strong> de productiemedewerker werkzaam is (giet, ov<strong>en</strong>, inpak of kapsel).<br />

De productiemedewerkers <strong>op</strong> alle soort<strong>en</strong> afdeling<strong>en</strong> zijn gelijk gewaardeerd. Derhalve verricht<strong>en</strong><br />

vrouw 3 <strong>en</strong> man 3 arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

Het <strong>beloning</strong>sverschil vloeit voort uit de niet-toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> functiejaar in 2002 aan<br />

vrouw 3. Dit stemt niet overe<strong>en</strong> met de <strong>beloning</strong>smaatstaf uit de toepasselijke CAO waarbij<br />

jaarlijks één functiejaar di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Verder wordt het verschil veroorzaakt<br />

door de voortijdig promotie van man 3 <strong>naar</strong> schaal II, wat ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet overe<strong>en</strong>stemt met de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> uit de CAO. T<strong>en</strong>slotte vloeit e<strong>en</strong> deel van het verschil voort uit het feit<br />

dat man 3 bij overgang <strong>naar</strong> de hogere salarisschaal één functiejaar hoger is ingeschaald<br />

dan volg<strong>en</strong>s de <strong>beloning</strong>smaatstaf uit de CAO in e<strong>en</strong> dergelijk geval zou moet<strong>en</strong> (zie bij<br />

loonvergelijking 1). De CAO staat ev<strong>en</strong>wel aanvulling<strong>en</strong> <strong>op</strong> het loon <strong>op</strong> basis van individuele<br />

afsprak<strong>en</strong> toe. Dergelijke aanvulling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> wel te voldo<strong>en</strong> aan de wet. De leidinggev<strong>en</strong>de<br />

rechtvaardigt de extra salarisverhoging voor man 3 <strong>op</strong> grond van het feit dat het werk als<br />

ov<strong>en</strong>ist meer verantwoordelijkheid vergt. Het laatste di<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

tot uitdrukking te kom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> hogere waardering van het werk <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge<br />

e<strong>en</strong> indeling in e<strong>en</strong> hogere salarisklasse dan behor<strong>en</strong>d bij de functie van productiemedewerker.<br />

Dit is niet geschied. Voor het niet-toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> functiejaar aan vrouw 3 wordt ge<strong>en</strong><br />

verklaring gebod<strong>en</strong>.<br />

Omdat aan vrouw 3 ge<strong>en</strong> functiejaar is toegek<strong>en</strong>d zijn er ge<strong>en</strong> gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong><br />

toegepast <strong>op</strong> man 3 <strong>en</strong> vrouw 3. Deze conclusie geldt ook de extra salarisverhoging voor<br />

man 3 die bov<strong>en</strong> de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> uitgaat. Hoewel de CAO aanvulling<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

het functieloon toestaat, moet<strong>en</strong> deze aanvulling<strong>en</strong> wel <strong>naar</strong> gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>d zijn. Het laatste is niet het geval, omdat het verricht<strong>en</strong> van andersoortig maar gelijk<br />

gewaardeerd werk ge<strong>en</strong> rechtvaardiging <strong>op</strong>levert voor e<strong>en</strong> aanvulling <strong>op</strong> het loon van alle<strong>en</strong><br />

man 3. Op grond hiervan bestaat het vermoed<strong>en</strong> dat de werkgever e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong><br />

onderscheid maakt <strong>op</strong> grond van geslacht door vrouw 3 in vergelijking met maatman 3 lager<br />

te belon<strong>en</strong> voor gelijkwaardige arbeid.


123<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 4<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker 1993: € 1194,80 I-0<br />

Giet (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 4<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

In di<strong>en</strong>st: 5-6-1993<br />

Geb.jaar: 1956<br />

1995: € 1258,01 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1341,73 I-3<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1416,08 II-3<br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximum salaris productiemedewerker.<br />

Productiemedewerker<br />

Giet (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 1-4-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1958<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1766,87 III-3<br />

Pers. Toeslag €<br />

92,63<br />

1993: € 1206,03 I-1<br />

1994: € 1224,12 I-1<br />

1995: € 1270,32 I-2<br />

1996: € 1302,37 I-3<br />

1997: € 1347,59 II-3<br />

1998: € 1403,23 II-4<br />

1999: € 1431,30 II-4<br />

Krijgt promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III.<br />

Salaris bov<strong>en</strong><br />

maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Aanvangsalaris één extra functiejaar<br />

hoger<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 124<br />

19/07/1999: € 1443,-<br />

III-3<br />

2000: € 1512,71 III-4<br />

Krijgt promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III.<br />

Salaris bov<strong>en</strong> maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Periodieke verhoging. Zit aan maximum<br />

van schaal III.<br />

2001: € 1594,- III-4<br />

2002: € 1788,05 III-4<br />

Pers toeslag € 92,69<br />

Beloningsverschil 2002: € 21,18 per maand (1,2%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>:<br />

persoonlijke toeslag: € 0,06 (voordeel man)<br />

Analyse loonvergelijking 4<br />

Er is sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 21,18 per maand t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke<br />

productiemedewerker. Er is nag<strong>en</strong>oeg ge<strong>en</strong> verschil in de persoonlijke toeslag die beide<br />

productiemedewerkers ontvang<strong>en</strong>. Zowel de vrouwelijke als de mannelijke productiemedewerker<br />

in deze vergelijking zitt<strong>en</strong> met hun huidige salaris bov<strong>en</strong> het maximumsalaris van wat<br />

e<strong>en</strong> productiemedewerker zou kunn<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>. De mannelijke productiemedewerker zit<br />

alle<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> schaaltrede hoger dan de vrouwelijke productiemedewerker. Door onduidelijke<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> krijgt vrouw 4 in 1994 ge<strong>en</strong> periodieke verhoging. In 2002 krijgt wordt zij<br />

bevorderd <strong>naar</strong> schaal III, terwijl zij al aan het maximumsalaris van productiemedewerker zit.<br />

Ook man 4 ontvangt in 1994 ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, maar zijn aanvangssalaris in 1993 is<br />

niet conform het startsalaris van e<strong>en</strong> productiemedewerker: hij start één schaalniveau daarbov<strong>en</strong>,<br />

namelijk <strong>op</strong> schaal I-1. In 1997 slaat hij schaal I-4 over <strong>en</strong> gaat direct van schaal I-3<br />

<strong>naar</strong> schaal II-3. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor zijn onbek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> niet uit de dossiers. Halverwege<br />

1999, in plaats van per 1 januari, krijgt man 4 e<strong>en</strong> promotie van II-4 <strong>naar</strong> III-3 <strong>en</strong> zit dan<br />

dus bov<strong>en</strong> het maximumsalaris van e<strong>en</strong> productiemedewerker. In 2000 ontvangt hij nog e<strong>en</strong><br />

periodieke verhoging <strong>en</strong> <strong>op</strong> dit schaalniveau zit hij in 2002 nog steeds, namelijk <strong>op</strong> III-4.<br />

Als we kijk<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de uitsprak<strong>en</strong> van de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> over deze twee productiemedewerkers<br />

dan is het <strong>beloning</strong>sverschil niet te verklar<strong>en</strong>. Van beide productiemedewerkers<br />

wordt gezegd dat zij extra tak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de tak<strong>en</strong> van productiemedewerker <strong>en</strong> dat zij<br />

daarom <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t meer salaris hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>.<br />

Juridische toets loonvergelijking 4<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaar-


125<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

dige maatstav<strong>en</strong>. Beide functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit <strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> derhalve<br />

arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

Het achterwege lat<strong>en</strong> van de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> functiejaar in 1994 bij beide functiehouders<br />

lijkt niet overe<strong>en</strong>stemming met de <strong>beloning</strong>smaatstaf uit de CAO. Hierover is echter ge<strong>en</strong><br />

definitieve uitspraak te do<strong>en</strong> bij gebrek aan CAO-gegev<strong>en</strong>s vóór april 1996. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor<br />

de hogere inschaling bij indi<strong>en</strong>sttreding van man 4 zijn niet te achterhal<strong>en</strong>. Het geld<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid geeft hiervoor overig<strong>en</strong>s ook ge<strong>en</strong> regels aan. Wel is het praktijk hoger in te<br />

schal<strong>en</strong> bij voor de functie relevante ervaring. Het verband tuss<strong>en</strong> mate van ervaring <strong>en</strong> wijze<br />

van inschaling is bij gebrek aan beleid terzake, ondoorzichtig.<br />

De promotie van vrouw 4 <strong>naar</strong> schaal III is niet conform de <strong>beloning</strong>smaatstaf, waarbij salarisklasse<br />

II het maximum is voor e<strong>en</strong> productiemedewerker. Dit geldt ook voor de promotie<br />

van man 4 <strong>naar</strong> schaal III. Man 4 heeft, in afwijking van vrouw 4, bij promotie in één kal<strong>en</strong>derjaar<br />

e<strong>en</strong> overstap gemaakt van II-4 <strong>naar</strong> III-4. Vrouw 4 is bij promotie van schaal II-4 <strong>naar</strong><br />

schaal III-3 gegaan. De CAO staat aanvulling<strong>en</strong> <strong>op</strong> het functieloon toe. Deze aanvulling<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> door de werkgever voor beide functiehouders gerechtvaardigd doordat zij extra tak<strong>en</strong><br />

verricht<strong>en</strong>. Het laatste biedt ge<strong>en</strong> verklaring voor het toepass<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstaf<br />

<strong>op</strong> beide functiehouders bij de promotie <strong>naar</strong> schaal III.<br />

De werkgever kan ge<strong>en</strong> verklaring bied<strong>en</strong> voor het hogere aanvangssalaris van de maatman.<br />

Met de promotie van de functiehouders <strong>naar</strong> schaal III is <strong>op</strong> beide e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>smaatstaf<br />

toegepast die in zichzelf niet overe<strong>en</strong>stemt met het <strong>beloning</strong>sbeleid volg<strong>en</strong>s de CAO. Door bij<br />

deze promotie vervolg<strong>en</strong>s één extra functiejaar toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan maatman 4 is deze afwijk<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>smaatstaf bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet gelijkelijk <strong>op</strong> beide functiehouders toegepast. De<br />

werkgever biedt hiervoor ge<strong>en</strong> verklaring. Op grond van het voorafgaande bestaat het vermoed<strong>en</strong><br />

dat de werkgever e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid maakt <strong>op</strong> grond van geslacht<br />

door vrouw 4 in vergelijking met maatman 4 lager te belon<strong>en</strong> voor gelijkwaardige arbeid.


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 126<br />

Loonvergelijking 5<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 80%<br />

Vrouw 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 30-1-<br />

1989<br />

Geb.jaar: 1960<br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

Maatman 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 6-1-<br />

1989: € 1007,41 I-0<br />

1990: € 1060,80 II-1<br />

1991: € 1118,66 II-2<br />

1992: € 1182,31 II-2<br />

1993: € 1247,77 II-3<br />

1994: € 1272,82 II-3<br />

1995: € 1322,11 II-4<br />

1996: € 1341,94 II-4<br />

1997: € 1362,07 II-4<br />

1998: € 1403,23 II-4<br />

1999: € 1431,30 II-4<br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1728,42 II-4<br />

Pers tslg. € 60,06<br />

1989: € 1024,80 II-0<br />

1990: € 1060,80 II-1<br />

1991: € 1118,66 II-2<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximum salaris productiemedewerker.<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> salarisschaal II.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.


127<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

1989<br />

Geb.jaar: 1959<br />

1992: € 1182,23 II-2<br />

1993: € 1247,77 II-3<br />

1994: € 1286,56 II-4<br />

1995: € 1332,92 III-3<br />

1996: € 1368,44 III-4<br />

1997: € 1388,97 III-4<br />

1998: € 1430,95 III-4<br />

1999: € 1459,57 III-4<br />

2000: € 1512,71 III-4<br />

2001: € 1594,- III-4<br />

2002: € 1788,24 III-4<br />

Vriescel tsl. € 22,32<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III. Salaris<br />

bov<strong>en</strong> maximum salaris productiemedewerker.<br />

Periodieke verhoging. Zit aan maximum<br />

schaal III.<br />

Beloningsverschil 2002: € 59,82 per maand (3,3%) bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 60,06 (voordeel vrouw)<br />

Koelceltoeslag: € 22,32 (voordeel man)<br />

Analyse loonvergelijking 5<br />

Er is sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 59,82 per maand t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke<br />

productiemedewerker. De vrouw in deze vergelijking ontvangt wel e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag<br />

<strong>en</strong> de man in deze vergelijking niet. De man ontvangt e<strong>en</strong> koelceltoeslag conform de CAO.<br />

Het startsalaris van beid<strong>en</strong> verschilt. Man 5 start in II-0. Dit is in strijd met het startsalaris I-0<br />

dat e<strong>en</strong> productiemedewerker normaal gesprok<strong>en</strong> krijgt. De verklaring die hiervoor gegev<strong>en</strong><br />

wordt door e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de is dat man 5 in 1989 niet gestart is als productiemedewerker,<br />

maar in e<strong>en</strong> andere functie. Uit zijn personeelsdossier blijkt dit echter niet het geval te zijn. Hij<br />

is destijds volg<strong>en</strong>s het dossier gestart <strong>op</strong> de afwerk als productiemedewerker. In 1990 krijgt


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 128<br />

vrouw 5 promotie <strong>naar</strong> schaal II-1 <strong>en</strong> dan is het salaris van beid<strong>en</strong> weer gelijk. Vanaf 1994<br />

gaan de salariss<strong>en</strong> scheef l<strong>op</strong><strong>en</strong> omdat man 5 wel e<strong>en</strong> periodieke verhoging krijgt <strong>en</strong> vrouw 5<br />

niet. Het jaar daar<strong>op</strong> ontvangt vrouw 5 wel e<strong>en</strong> periodieke verhoging <strong>en</strong> gaat <strong>naar</strong> schaal II-4,<br />

de eindschaal voor e<strong>en</strong> productiemedewerker. Man 5 krijgt in 1995 nog e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong><br />

schaal III <strong>en</strong> groeit nog door tot III-4, het schaalniveau waar hij in 2002 <strong>op</strong> zit. In e<strong>en</strong> verklaring<br />

van de leidinggev<strong>en</strong>de voor het hogere salaris van man 5 wordt gezegd dat deze man<br />

van e<strong>en</strong> ander bedrijf is overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> hoger salaris heeft. Ook wordt gezegd<br />

dat hij transporteur is <strong>en</strong> dat dit de red<strong>en</strong> is van de hogere <strong>beloning</strong>: ‘Hij komt van e<strong>en</strong> ander<br />

bedrijf <strong>en</strong> is transporteur. Dat wordt hoger beloond.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loon vergelijking 5<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever<br />

ge<strong>en</strong> onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid<br />

van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid<br />

van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Beide functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit. De leidinggev<strong>en</strong>de<br />

suggereert dat de werkzaamhed<strong>en</strong> van man 5 zwaarder zijn omdat deze transporteur is. De<br />

functie van transporteur wordt sinds de door de organisatie uitgevoerde functiewaarderings<strong>op</strong>eratie<br />

niet langer onderscheid<strong>en</strong> van de functie van productiemedewerker. Wel is de functie<br />

destijds nog apart gewaardeerd <strong>op</strong> grond van de ORBA-methode. Hieruit blijkt dat de<br />

transporteur twee ORBA-punt<strong>en</strong> lager scoort dan de productiemedewerker. Dit verschil te<br />

klein om e<strong>en</strong> indeling in e<strong>en</strong> lagere ORBA-groep te rechtvaardig<strong>en</strong>. Derhalve verricht<strong>en</strong><br />

vrouw 5 <strong>en</strong> man 5 arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

Het salarisverschil in het eerste di<strong>en</strong>stjaar vloeit voort uit e<strong>en</strong> hogere inschaling van<br />

man 5, wat de werkgever rechtvaardigt doordat man 5 in e<strong>en</strong> andere functie is begonn<strong>en</strong>.<br />

Het laatste blijkt niet uit de personeelsgegev<strong>en</strong>s van man 5. Tev<strong>en</strong>s wordt gesteld<br />

dat deze functiehouder van e<strong>en</strong> ander bakkersbedrijf komt. Indi<strong>en</strong> dit met zich meebr<strong>en</strong>gt<br />

dat <strong>op</strong> grond van relevante ervaring e<strong>en</strong> hogere inschaling gerechtvaardigd<br />

was, dan is ondoorzichtig welke verband hiertuss<strong>en</strong> precies bestaat. Noch de CAO, het<br />

personeelshandboek of het managem<strong>en</strong>t verklar<strong>en</strong> het verband tuss<strong>en</strong> de mate van<br />

ervaring <strong>en</strong> de hoogte van de inschaling.<br />

In het tweede di<strong>en</strong>stjaar is het loonverschil weer <strong>op</strong>hev<strong>en</strong> door voortijdige promotie<br />

van vrouw 5 <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere schaal <strong>en</strong> de gelijktijdige toek<strong>en</strong>ning van trede II-1, in<br />

plaats van trede I-0 waar<strong>op</strong> de CAO-maatstaf bij inschaling in e<strong>en</strong> hogere klasse recht<br />

geeft (beoordeeld <strong>naar</strong> salarisbedrag<strong>en</strong> 2001, zie uitleg bij loonvergelijking 1). Zowel<br />

voor de voortijdige promotie als de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> extra functiejaar aan vrouw 5,<br />

wordt ge<strong>en</strong> verklaring gebod<strong>en</strong>. In 1994 wordt ge<strong>en</strong> functiejaar toegek<strong>en</strong>d aan vrouw 5.<br />

Bij gebrek aan CAO-gegev<strong>en</strong>s over deze periode is niet met zekerheid te stell<strong>en</strong> of dit<br />

conform het beleid is. Met de promotie van man 5 <strong>naar</strong> schaal III in 1995 is e<strong>en</strong> functieschaal<br />

toegek<strong>en</strong>d die de maximumschaal van e<strong>en</strong> productiemedewerker te bov<strong>en</strong> gaat.<br />

Ter rechtvaardiging hiervan wordt gesteld dat de functiehouder van e<strong>en</strong> ander bedrijf<br />

komt <strong>en</strong> transporteur is. Indi<strong>en</strong> het eerste <strong>op</strong> meer ervaring wijst, dan is dit reeds verdisconteerd<br />

in e<strong>en</strong> hoger aanvangssalaris bij indi<strong>en</strong>sttreding. Het kan daarmee niet<br />

<strong>op</strong>nieuw e<strong>en</strong> rechtvaardiging bied<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere salarisklasse,


129<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

waar dit bij vrouw 5 die e<strong>en</strong> gelijk aantal functiejar<strong>en</strong> heeft doorl<strong>op</strong><strong>en</strong> achterwege blijft.<br />

Hiermee zijn ongelijke maatstav<strong>en</strong> toegepast <strong>op</strong> beide functiehouders. Hoewel de CAO<br />

individuele loonaanvulling<strong>en</strong> toestaat, is de toek<strong>en</strong>ning van schaal III volg<strong>en</strong>s de CAO<br />

<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> functiewaarderingsbeleid bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet mogelijk, omdat hiermee de<br />

maximumsalarisklasse voor e<strong>en</strong> productiemedewerker wordt overschred<strong>en</strong>. Het feit<br />

dat de man 5 transporteurwerkzaamhed<strong>en</strong> vervult, doet hier niet aan af omdat dit ge<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>de productiefunctie betreft <strong>en</strong> de transporteurwerkzaamhed<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s<br />

van nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde zijn bevond<strong>en</strong> als die van productiemedewerker.<br />

De toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag in het voordeel van vrouw 5 is bij gebrek aan<br />

gegev<strong>en</strong>s niet te controler<strong>en</strong>. De toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> koelceltoeslag in het voordeel van man<br />

5 stemt overe<strong>en</strong> met het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid volg<strong>en</strong>s de CAO. Op grond hiervan wordt<br />

bij arbeid in de koelcel gedur<strong>en</strong>de 10 tot 20 uur per week e<strong>en</strong> halve toeslag toegek<strong>en</strong>d.<br />

Door vrouw 5 voortijdig te promover<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal II, met inbegrip van e<strong>en</strong> extra functiejaar,<br />

zonder dat hiervoor e<strong>en</strong> verklaring wordt gebod<strong>en</strong>, past de werkgever ge<strong>en</strong> gelijkwaardige<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> toe t<strong>en</strong> nadele van man 5. Door man 5 bij indi<strong>en</strong>sttreding e<strong>en</strong> aanvangssalaris<br />

in schaal II te bied<strong>en</strong> zonder hiervoor e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de verklaring te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

deze functiehouder later te promover<strong>en</strong> <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> salarisklasse bov<strong>en</strong> de maximumschaal van<br />

productiemedewerker, zijn ge<strong>en</strong> gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> toegepast t<strong>en</strong> nadele van vrouw<br />

5. Op grond hiervan bestaat het vermoed<strong>en</strong> dat de werkgever e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid<br />

maakt <strong>op</strong> grond van geslacht door vrouw 5 in vergelijking met maatman 5 lager te<br />

belon<strong>en</strong> voor (nag<strong>en</strong>oeg) gelijkwaardige arbeid.


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 130<br />

Loonvergelijking 6<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

Vrouw 6<br />

In di<strong>en</strong>st: 8-12-<br />

1991<br />

Geb.jaar: 1964<br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

Maatman 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 6-1-<br />

1989<br />

Geb.jaar: 1959<br />

1991: 1098,06 I-0<br />

1992: € 1149,43 I-1<br />

1993: € 1208,28 II-0<br />

1994: € 1245,78 II-1<br />

1995: € 1308,06 II-3<br />

1996: € 1341,94 II-4<br />

1997: € 1382,50 II-4<br />

1998: € 1403,23 II-4<br />

1999: € 1431,30 II-4<br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1753,66 II-4<br />

Pers tslg. € 12,78<br />

1989: € 1024,80 II-0<br />

1990: € 1060,80 II-1<br />

1991: € 1118,66 II-2<br />

1992: € 1182,23 II-2<br />

1993: € 1247,77 II-3<br />

1994: € 1286,50 II-4<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

stap terug in functiejar<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie van twee periodiek<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Aanvangsalaris <strong>op</strong> salarisschaal II.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt


131<br />

Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong><br />

overe<strong>en</strong> met maximum salaris productiemedewerker.<br />

1995: € 1332,92 III-3<br />

1996: € 1368,44 III-4<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III. Salaris<br />

bov<strong>en</strong> maximum salaris productiemedewerker.<br />

Periodieke verhoging. Zit aan maximum<br />

schaal III.<br />

1997: € 1388,97 III-4<br />

1998: € 1430,95 III-4<br />

1999: € 1459,57 III-4<br />

2000: € 1512,71 III-4<br />

2001: € 1594,- III-4<br />

2002: € 1788,24 III-4<br />

Vriescel tsl. € 22,32<br />

Beloningsverschil 2002: € 34,58 per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband (1,9%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 12,78 (voordeel vrouw)<br />

Koelcel toeslag: € 22,32 (voordeel man)<br />

Analyse loonvergelijking 6<br />

Uit bov<strong>en</strong>staande vergelijking blijkt e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 34,58 per maand t<strong>en</strong> nadele<br />

van de vrouwelijke productiemedewerker. De koelceltoeslag die man 5 ontvangt is conform<br />

de CAO <strong>en</strong> het personeelshandboek. Het verschil in persoonlijke toeslag van € 12,78 is in het<br />

voordeel van de vrouwelijke productiemedewerker. In deze vergelijking is er e<strong>en</strong> verschil in<br />

het jaar dat beid<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st zijn gekom<strong>en</strong>. Man 5 is in 1989 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw 6<br />

twee jaar later in 1991. Indi<strong>en</strong> de salarishistorie van beide productiemedewerkers zou zijn<br />

verl<strong>op</strong><strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid zoud<strong>en</strong> zij in 2002 <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gelijk salarisniveau moet<strong>en</strong><br />

zitt<strong>en</strong>. Het blijkt dat man 5 in 2002 in e<strong>en</strong> hogere salarisschaal zit dan vrouw 6. In de vorige<br />

vergelijking (vergelijking 5) was al te zi<strong>en</strong> dat man 5 in II-0 start in teg<strong>en</strong>stelling tot het normale<br />

startsalaris van e<strong>en</strong> productiemedewerker (I-0). De verklaring die hiervoor gegev<strong>en</strong> wordt<br />

door e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de is dat man 5 in 1989 niet gestart is als productiemedewerker, maar<br />

in e<strong>en</strong> andere functie. Uit zijn personeelsdossier blijkt dit echter niet het geval te zijn. Hij is<br />

destijds volg<strong>en</strong>s het dossier gestart <strong>op</strong> de afwerk als productiemedewerker. Vrouw 6 krijgt in<br />

1993 e<strong>en</strong> promotie van schaal I <strong>naar</strong> schaal II (wel e<strong>en</strong> stap terug in functiejar<strong>en</strong>) <strong>en</strong> krijgt in


Bijlage 2 Case A / <strong>sekse</strong> 132<br />

1995 in één keer twee periodiek<strong>en</strong> erbij. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervan zijn onbek<strong>en</strong>d. Verder heeft zij<br />

vanaf 1996 het maximumsalaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker (schaalniveau II-4) conform<br />

het <strong>beloning</strong>sbeleid van de organisatie. Zie vergelijking 5 voor e<strong>en</strong> verklaring van de hogere<br />

<strong>beloning</strong> voor maatman 5.<br />

Juridische toets loonvergelijking 6<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Beide functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit <strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> derhalve<br />

arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde. (zie hiervoor bij vergelijking 5).<br />

Vrouw 6 maakt in 1993 promotie <strong>naar</strong> schaal II voordat schaal I geheel is doorl<strong>op</strong><strong>en</strong>. De<br />

toek<strong>en</strong>ning van functiejar<strong>en</strong> in de nieuwe schaal wijkt t<strong>en</strong> nadele af van de hiervoor geld<strong>en</strong>de<br />

CAO-maatstaf (beoordeeld <strong>naar</strong> salarisniveau december 2001, zie uitleg bij loonvergelijking<br />

1). Het hierdoor gemiste functiejaar in 1993 wordt twee jaar later alsnog toegek<strong>en</strong>d. Voor het<br />

hogere aanvangssalaris van man 5 bestaat ge<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de verklaring (zie bij vergelijking 5).<br />

De aan man 5 toegek<strong>en</strong>de promotie <strong>naar</strong> schaal III nadat het maximum in schaal II is bereikt,<br />

wijst <strong>op</strong> de toepassing van ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. Toek<strong>en</strong>ning van schaal III aan<br />

e<strong>en</strong> productiemedewerker is volg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid uitgeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij vrouw 6 dan ook<br />

achterwege geblev<strong>en</strong> na 1996 to<strong>en</strong> zij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s het maximum van schaal II had bereikt. Het<br />

niet toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag aan man 5 is bij gebrek aan gegev<strong>en</strong>s niet te<br />

controler<strong>en</strong>. De koelceltoeslag is conform de CAO.<br />

Bij de schaalovergang van vrouw 6 in 1993 lijk<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> toegepast<br />

te zijn. Bij gebrek aan CAO-gegev<strong>en</strong>s over deze periode is niet met zekerheid te stell<strong>en</strong> of<br />

hiervoor e<strong>en</strong> rechtvaardiging bestaat. Door man 5 te promover<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal III bij het bereik<strong>en</strong><br />

van het maximumsalaris in schaal II terwijl dit voor vrouw 6 in gelijke omstandighed<strong>en</strong><br />

niet is geschied, is e<strong>en</strong> ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstaf toegepast. Hiervoor bied<strong>en</strong> de transporteurwerkzaamhed<strong>en</strong><br />

van man 5 ge<strong>en</strong> rechtvaardiging (zie loonvergelijking 5). Op grond hiervan<br />

bestaat het vermoed<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> geslacht wordt<br />

gemaakt door vrouw 6 in vergelijking met maatman 5 lager te belon<strong>en</strong> voor gelijkwaardige<br />

arbeid.


133<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

Bijlage 3<br />

Case A: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van etniciteit<br />

Loonvergelijking 7<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Man 6<br />

In di<strong>en</strong>st: 20-9-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1959<br />

Productiemedewerker<br />

Giet (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 1-4-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1958<br />

1993: € 1194,80 I-0<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

1995: € 1258,01 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1321,90 I-3<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1403,22 I-4<br />

2000: € 1454,02 I-4<br />

2001: € 1532,75 I-4<br />

2002: € 1733,94 II-3<br />

Pers tslg € 25,56<br />

1993: € 1206,03 I-1<br />

1994: € 1224,12 I-1<br />

1995: € 1270,32 I-2<br />

1996: € 1302,37 I-3<br />

1997: € 1347,59 II-3<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Promotie <strong>naar</strong> hogere schaal.<br />

Aanvangssalaris met toek<strong>en</strong>ning van<br />

één extra functiejaar<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 134<br />

1998: 1403,23 II-4<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

1999: € 1431,30 II-4<br />

19/07/1999: € 1443,-<br />

III-3<br />

2000: € 1512,71 III-4<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III. Salaris<br />

bov<strong>en</strong> maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Periodieke verhoging. Salaris bov<strong>en</strong><br />

maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Zit <strong>op</strong> maximum van schaal III.<br />

2001: € 1594,- III-4<br />

2002: € 1788,05 III-4<br />

Pers toeslag € 92,69<br />

Beloningsverschil 2002: € 54,11 per maand (3%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 67,13 (voordeel autochtoon)<br />

Analyse loonvergelijking 7<br />

Uit de vergelijking blijkt e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 54,11 per maand t<strong>en</strong> nadele van de<br />

allochtone productiemedewerker. Het verschil in persoonlijke toeslag is ook in het nadeel van<br />

de allochtone medewerker. Er is e<strong>en</strong> verschil in het startsalaris van beide productiemedewerkers.<br />

De autochtone productiemedewerker (man 4) is gestart <strong>op</strong> schaalniveau I-1 in plaats<br />

van I-0. De red<strong>en</strong> hiervoor is onbek<strong>en</strong>d. De zelfde medewerker gaat in 1997 voortijdig over<br />

van schaalniveau I-3 <strong>naar</strong> schaalniveau II-3. Half 1999 gaat hij vervolg<strong>en</strong>s <strong>naar</strong> schaal III-3<br />

om <strong>op</strong> III-4 te eindig<strong>en</strong> in 2002.<br />

De allochtone medewerker (man 6) heeft tuss<strong>en</strong> 1998 <strong>en</strong> 2001 driemaal e<strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging gemist <strong>en</strong> is daardoor niet <strong>naar</strong> schaal II gepromoveerd. Red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor zijn<br />

onbek<strong>en</strong>d. In 2002 volgt alsnog inschaling in klasse II. De red<strong>en</strong> dat man 4, de autochtone<br />

productiemedewerker, bov<strong>en</strong> het maximale salaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker zit, is<br />

volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de dat hij extra tak<strong>en</strong> heeft:<br />

‘Hij doet extra tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft daarom <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t meer salaris gekreg<strong>en</strong>.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loonvergelijking 7


135<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. De wettelijke<br />

bepaling van de AWGB ter zake van ongelijke <strong>beloning</strong> geeft niet aan <strong>op</strong> welke wijze e<strong>en</strong><br />

toetsing van het verme<strong>en</strong>de onderscheid di<strong>en</strong>t plaats te vind<strong>en</strong>. Dit wordt, indi<strong>en</strong> onderscheid<br />

is gemaakt <strong>op</strong> grond van geslacht, in de Wet gelijke behandeling van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

(WGB) wel geregeld. Volg<strong>en</strong>s vaste jurisprud<strong>en</strong>tie van de CGB (o.a. oordel<strong>en</strong> 2000-03 <strong>en</strong><br />

2000-09) wordt bij de beoordeling van mogelijk onderscheid bij de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong><br />

<strong>en</strong> nationaliteit uitgaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de<br />

WGB.<br />

De allochtone <strong>en</strong> autochtone productiemedewerker oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit.<br />

Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de verricht de autochtone medewerker extra tak<strong>en</strong> wat vanaf 1999<br />

e<strong>en</strong> inschaling in III rechtvaardigt. Volg<strong>en</strong>s de CAO di<strong>en</strong>t bij e<strong>en</strong> gecombineerde functie het<br />

salaris berek<strong>en</strong>d te word<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de hoogst toepasselijke functieklasse. De eerst hogere<br />

productiefunctie in het bedrijf is die van productie<strong>op</strong>erator waaraan functieklasse V is verbond<strong>en</strong>.<br />

Er is ge<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de productiefunctie in schaal III. De extra tak<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> derhalve<br />

ge<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de productiefunctie die hoger gewaardeerd<br />

is dan de door de medewerker uitgeoef<strong>en</strong>de functie van productiemedewerker. Beide<br />

functiehouders verricht<strong>en</strong> derhalve arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

De juiste hoogte van de persoonlijke toeslag voor beide functiehouders is bij gebrek aan<br />

gegev<strong>en</strong>s niet te controler<strong>en</strong>. Wel blijkt dat in de periode 1999-2001 de verplichte jaarlijkse<br />

toek<strong>en</strong>ning van functiejar<strong>en</strong> achterwege is geblev<strong>en</strong> bij de allochtone medewerker 6. In dezelfde<br />

periode is de autochtone medewerker 4 gepromoveerd <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> salarisklasse die<br />

bov<strong>en</strong> de maximumklasse van productiemedewerker ligt. Hierdoor is sprake van toepassing<br />

van ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. De CAO staat ev<strong>en</strong>wel individuele aanvulling<strong>en</strong> <strong>op</strong> het<br />

functieloon toe. Voorzover medewerker 4 als gevolg van het verricht<strong>en</strong> van extra tak<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

individuele loonaanvulling ontvangt, biedt dit onvoldo<strong>en</strong>de rechtvaardiging. Zowel de CAO als<br />

het functiewaarderingsbeleid van de organisatie staat ge<strong>en</strong> aanvulling toe in de vorm van de<br />

toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> salarisklasse die de bijbehor<strong>en</strong>de functie te bov<strong>en</strong> gaat.<br />

Het voorafgaande roept het vermoed<strong>en</strong> <strong>op</strong> dat e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>ras</strong>, nationaliteit dan wel etnische afkomst wordt gemaakt door allochtone medewerker<br />

6 in vergelijking met de autochtone maatman 4 lager te belon<strong>en</strong> voor arbeid van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 136<br />

Loonvergelijking 8<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Man 7<br />

In di<strong>en</strong>st: 22-9-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1956<br />

Productiemedewerker<br />

Ov<strong>en</strong><br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 13-7-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1954<br />

2000: € 1417,43 I-0<br />

2001: € 1487,09 I-1<br />

2002: € 1685,15 I-2<br />

2000: € 1417,43 I-0<br />

2001: € 1487,09 I-1<br />

2002: € 1714,80 II-2<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek.<br />

Beloningsverschil 2002: € 29,65 per maand (1,7%)<br />

Analyse loonvergelijking 8<br />

Er is sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 29,65 per maand t<strong>en</strong> nadele van de allochtone<br />

medewerker (man 7). Deze laatste medewerker wordt conform het <strong>beloning</strong>sbeleid van de<br />

organisatie beloond. Hij start <strong>op</strong> I-0 <strong>en</strong> ontvangt ieder jaar e<strong>en</strong> periodiek erbij. De autochtone<br />

maatman 3 heeft in 2002 e<strong>en</strong> bevordering van schaalniveau I <strong>naar</strong> schaalniveau II gekreg<strong>en</strong>.<br />

De red<strong>en</strong> die hiervoor aangegev<strong>en</strong> wordt door leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> is dat hij <strong>op</strong> de ov<strong>en</strong> staat <strong>en</strong><br />

dat dit verantwoordelijk werk is. Hij is daarom moeilijker vervangbaar dan e<strong>en</strong> andere productiemedewerker<br />

(zie ook loonvergelijking 3).<br />

Juridische toets loonvergelijking 8<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB.<br />

Beide functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit. De leidinggev<strong>en</strong>de stelt dat de<br />

autochtone maatman meer verantwoordelijkhed<strong>en</strong> heeft als ov<strong>en</strong>ist. Uit de waardering van de<br />

functie van productiemedewerker volg<strong>en</strong>s de ORBA-methode vloeit ge<strong>en</strong> onderscheid voort<br />

afhankelijk van de afdeling waar<strong>op</strong> de productiemedewerker werkzaam is (giet, ov<strong>en</strong>, inpak of


137<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

kapsel). De productiemedewerkers <strong>op</strong> alle soort<strong>en</strong> afdeling<strong>en</strong> zijn gelijk gewaardeerd. Derhalve<br />

verricht<strong>en</strong> de betreff<strong>en</strong>de functiehouders arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

De allochtone medewerker is beloond conform de CAO-maatstav<strong>en</strong>. Door de autochtone<br />

medewerker te bevorder<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal II voordat schaal I geheel is doorl<strong>op</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijkertijd<br />

e<strong>en</strong> hogere trede toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dan uit de CAO voortvloeit bij overgang <strong>naar</strong> e<strong>en</strong><br />

hogere salarisklasse (zie uitleg loonvergelijking 1), is het loon van beide functiehouders niet<br />

<strong>naar</strong> gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d. De CAO staat individuele loonaanvulling<strong>en</strong> toe.<br />

Ook deze di<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d te word<strong>en</strong>. De aard van<br />

de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van ov<strong>en</strong>ist, of de mate van vervangbaarheid die volg<strong>en</strong>s de<br />

leidinggev<strong>en</strong>de hiervan het rechtstreekse gevolg is, bied<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de rechtvaardiging voor<br />

de toegek<strong>en</strong>de aanvulling omdat deze aard van productiewerkzaamhed<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het gangbare<br />

functiewaarderingssysteem ORBA gelijk gewaardeerd is aan (de aard van) productiewerkzaamhed<strong>en</strong><br />

die <strong>op</strong> de andere afdeling<strong>en</strong> wordt verricht.<br />

Het voorafgaande roept het vermoed<strong>en</strong> <strong>op</strong> dat e<strong>en</strong> wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid<br />

<strong>naar</strong> <strong>ras</strong>, nationaliteit dan wel etnische afkomst wordt gemaakt door de allochtone man<br />

7 in vergelijking met de autochtone maatman 3 lager te belon<strong>en</strong> voor arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg)<br />

gelijke waarde.


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 138<br />

Loonvergelijking 9<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker 1993: € 1188,85 I-0<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 7<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

In di<strong>en</strong>st: 2-1-1993<br />

Geb.jaar: 1951<br />

1995: € 1258,01 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1321,90 I-3<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1403,22 I-4<br />

2000: € 1474,68 I-4<br />

2001: € 1545,72 II-3<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Productiemedewerker<br />

Giet (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatvrouw 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 9-6-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1956<br />

2002: € 1753,70 II-4<br />

Pers tslg € 96,85<br />

1993: € 1194,80 I-0<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

1995: € 1258,01 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1341,73 I-3<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximum salaris productiemedewerker.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.


139<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

1999: € 1416,08 II-3<br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1766,87 III-3<br />

Pers. Toeslag €<br />

92,63<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III. Salaris<br />

bov<strong>en</strong> maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Beloningsverschil 2002: € 13,17 per maand (0,7%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 4,22 (voordeel allochtoon)<br />

Analyse loonvergelijking 9<br />

In de vergelijking is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil te constater<strong>en</strong> van € 13,17 per maand. Dit verschil<br />

is t<strong>en</strong> nadele van de allochtone productiemedewerkster 7. Het verschil van € 4,22 in persoonlijke<br />

toeslag is juist in haar voordeel. Tot <strong>en</strong> met 1998 l<strong>op</strong><strong>en</strong> de <strong>beloning</strong><strong>en</strong> van vrouw 7 <strong>en</strong><br />

maatvrouw 4 gelijk <strong>op</strong>. Hierna promoveert de autochtone maatvrouw conform het <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

<strong>naar</strong> schaal II <strong>en</strong> groeit door na het maximumsalarisniveau van e<strong>en</strong> productiemedewerker.<br />

Over dezelfde periode ontvangt de allochtone vrouw ge<strong>en</strong> periodiek<strong>en</strong>/functiejar<strong>en</strong>. In<br />

2001 verkrijgt zij alsnog bevordering <strong>naar</strong> schaal II. In 2002 groeit zij vervolg<strong>en</strong>s door <strong>naar</strong><br />

het maximumsalaris van productiemedewerker. De autochtone medewerkster blijft in 2001 <strong>op</strong><br />

het reeds behaalde maximumsalaris zitt<strong>en</strong>, maar wordt in 2002 bevorderd <strong>naar</strong> schaal III. De<br />

leidinggev<strong>en</strong>de verklaart de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> hogere functieklasse dan die behor<strong>en</strong>d bij<br />

e<strong>en</strong> productiemedewerker doordat de autochtone productiemedewerkster transporteur is <strong>en</strong><br />

extra tak<strong>en</strong> heeft. De leidinggev<strong>en</strong>de zegt hierover:<br />

‘Zij is transporteur <strong>en</strong> heeft ook extra tak<strong>en</strong>. Ze heeft pot<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> werkt goed. Ze heeft e<strong>en</strong><br />

extra toegevoegde waarde <strong>en</strong> dat is zeldzaam.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loonvergelijking 9<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB.<br />

Beide functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit. De leidinggev<strong>en</strong>de stelt dat de<br />

autochtone medewerkster extra tak<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong>t als transporteur. De functie van transporteur<br />

wordt sinds de door de organisatie uitgevoerde functiewaarderings<strong>op</strong>eratie niet langer onderscheid<strong>en</strong><br />

van de functie van productiemedewerker. Wel is de functie destijds nog apart ge-


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 140<br />

waardeerd <strong>op</strong> grond van de ORBA-me thode. Hieruit blijkt dat de transporteur twee ORBApunt<strong>en</strong><br />

lager scoort dan de productiemedewerker. Dit verschil te klein om e<strong>en</strong> indeling in e<strong>en</strong><br />

lagere ORBA-groep te rechtvaardig<strong>en</strong>. Derhalve verricht<strong>en</strong> de betreff<strong>en</strong>de autochtone <strong>en</strong><br />

allochtone productiemedewerksters arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

Door over 1999 <strong>en</strong> 2000 ge<strong>en</strong> functiejar<strong>en</strong> toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan allochtone medewerkster<br />

7 is afgewek<strong>en</strong> van de destijds geld<strong>en</strong>de CAO die hiertoe verplicht. Aangezi<strong>en</strong> de<br />

autochtone medewerkster wel salarisverhoging<strong>en</strong> heeft ontvang<strong>en</strong> over dezelfde jar<strong>en</strong>, zijn<br />

ge<strong>en</strong> gelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> toegepast. Voorzover het laatste zijn verklaring vindt in de<br />

toegevoegde waarde, prestaties of pot<strong>en</strong>tie van de betreff<strong>en</strong>de medewerkster stemt dit niet<br />

overe<strong>en</strong> met de CAO-<strong>beloning</strong>smaatstaf voor jaarlijkse salarisverhoging<strong>en</strong>. Deze is niet<br />

afhankelijk gesteld van de waarde of prestatie van de medewerkster maar van anciënniteit,<br />

aangeduid door het aantal jar<strong>en</strong> dat de functie is uitgeoef<strong>en</strong>d. Het vervolg<strong>en</strong>s toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in<br />

2002 van e<strong>en</strong> salarisklasse die bov<strong>en</strong> het uitgeoef<strong>en</strong>de functi<strong>en</strong>iveau uitgaat, komt in strijd<br />

met het geld<strong>en</strong>de functieloon in de CAO <strong>en</strong> het door de organisatie toegepaste functiewaarderingsbeleid<br />

waarbij aan de voorkom<strong>en</strong>de productiefuncties vooraf bepaalde maximumsalarisklass<strong>en</strong><br />

zijn gek<strong>op</strong>peld.<br />

De berek<strong>en</strong>ing van het loon van de betreff<strong>en</strong>de productiemedewerksters is niet gebaseerd<br />

<strong>op</strong> de toepassing van gelijkwaardige <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. Hierdoor is sprake<br />

van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>, nationaliteit dan wel<br />

etnische afkomst door de allochtone vrouw 7 in vergelijking met de autochtone maatvrouw<br />

4 lager te belon<strong>en</strong> voor arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.


141<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

Loonvergelijking 10<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker Ge<strong>en</strong> dossier aanwezig.<br />

Giet (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 8<br />

In di<strong>en</strong>st: 3-1-1993 2002: € 1753,70 II-4<br />

Geb.jaar: 1970<br />

Productiemedewerker<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatvrouw 9<br />

In di<strong>en</strong>st: 23-8-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1971<br />

Pers tslg € 92,63<br />

1993: € 1194,80 I-0<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

1995: € 1258,72 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1321,90 I-3<br />

1998: € 1382,72 III-1<br />

1999: € 1426,56 III-2<br />

2000: € 1495,25 III-3<br />

2001: € 1594,- III-4<br />

Salaris komt overe<strong>en</strong> met maximumsalaris<br />

productiemedewerker.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie van twee schaalniveau’s <strong>en</strong><br />

één ex tra periodiek. Salaris bov<strong>en</strong><br />

maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging. Zit aan maximum<br />

schaal III.<br />

2002: € 1788,05 III-4<br />

Pers tslg € 96,99<br />

Beloningsverschil 2002: € 34,35 per maand (1,9%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 4,36 (voordeel autochtoon)


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 142<br />

Analyse loonvergelijking 10<br />

Er is sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 34,35 per maand t<strong>en</strong> nadele van de allochtone<br />

productiemedewerker. Vrouw 8, de allochtone productiemedewerker in deze vergelijking, zit<br />

<strong>op</strong> het maximaal haalbare salarisniveau van e<strong>en</strong> productiemedewerker. Hoewel er ge<strong>en</strong><br />

personeelsdossier van haar voor hand<strong>en</strong> is waardoor haar salarishistorie hieruit niet bek<strong>en</strong>d<br />

is, zou zij bij e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong> conform de formele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> in 1999 het maximums a-<br />

laris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker behaald moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Haar <strong>beloning</strong> in dezelfde<br />

schaaltrede in 2002 wijst, voorzover verdere gegev<strong>en</strong>s ontbrek<strong>en</strong>, niet <strong>op</strong> e<strong>en</strong> breuk met het<br />

geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid. Voor maatvrouw 9 ligt dat anders. Deze autochtone<br />

productiemedewerkster heeft vanaf 1998 e<strong>en</strong> salaris bov<strong>en</strong> het maximumsalaris behor<strong>en</strong>d bij<br />

haar functie. Zij is in dat jaar van schaal I-3 <strong>naar</strong> III-1 gepromoveerd waardoor schaal II is<br />

overgeslag<strong>en</strong>. Hierover is niets te vind<strong>en</strong> in haar personeelsdossier. E<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de<br />

geeft aan dat zij meer salaris heeft gekreg<strong>en</strong> omdat zij e<strong>en</strong> hulpmachinevrouw is. Zij wordt<br />

daar mede voor ingezet, hoewel zij productiemedewerker is. Die taak heeft zij in tijd<strong>en</strong> van<br />

krapte gekreg<strong>en</strong>:<br />

‘In tijd van krapte heeft zij extra tak<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>. Zij is e<strong>en</strong> hulpmachinevrouw. Zij wordt daar<br />

wel ingezet terwijl zij gewoon productiemedewerker is. E<strong>en</strong> machinebedi<strong>en</strong>de zit in e<strong>en</strong> hogere<br />

schaal <strong>en</strong> begint bij schaal V.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loonvergelijking 10<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB.<br />

Beide functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit. De leidinggev<strong>en</strong>de stelt dat de autochtone<br />

maatvrouw extra tak<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong>t als hulpmachinevrouw, wat inschaling in III rechtvaardigt.<br />

Volg<strong>en</strong>s de CAO di<strong>en</strong>t bij e<strong>en</strong> gecombineerde functie het salaris berek<strong>en</strong>d te word<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de<br />

hoogst toepasselijke functieklasse. De eerst hogere productiefunctie in het bedrijf is die van<br />

productie<strong>op</strong>erator (machinebedi<strong>en</strong>de) die gewaardeerd is in ORBA-groep 4 waaraan functi e-<br />

klasse V is verbond<strong>en</strong>. Hulpmachinebedi<strong>en</strong>de is ge<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de functie in het bedrijf <strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>t dan ook ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> functieklasse. Schaal III wordt binn<strong>en</strong> de organisatie voor ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele directe productiefunctie aangew<strong>en</strong>d. De hoogst toepasselijke functieklasse volg<strong>en</strong>s de<br />

CAO <strong>en</strong> het functiewaarderingsbeleid van de organisatie is voor maatvrouw 9 dan ook schaal<br />

II behor<strong>en</strong>d bij productiemedewerker. Beide functiehouders verricht<strong>en</strong> derhalve arbeid van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

De berek<strong>en</strong>ing van het (kleine) verschil in persoonlijke toeslag is door gebrek aan gegev<strong>en</strong>s<br />

niet meer te controler<strong>en</strong>. Door promotie van de vrouwelijke productiemedewerkster 9 van<br />

salarisklasse I <strong>naar</strong> III, waar de allochtone productiemedewerkster beloond wordt <strong>naar</strong> maximumsalarisklasse<br />

II, is e<strong>en</strong> ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstaf toegepast. Voorzover aan maatvrouw<br />

9 e<strong>en</strong> door de CAO toegestane individuele loonsaanvulling is gegev<strong>en</strong> doordat zij<br />

extra tak<strong>en</strong> verricht <strong>en</strong> hiervoor e<strong>en</strong> arbeidsmarkttekort bestaat dat zich tot in 2002 heeft<br />

doorgezet, verdraagt de vorm daarvan, namelijk toek<strong>en</strong>ning van functieschaal III, zich niet<br />

met de functie<strong>beloning</strong> van de CAO <strong>en</strong> de functiewaarderingsmaatstav<strong>en</strong> van de organisatie.


143<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

In deze vorm kunn<strong>en</strong> de extra tak<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de rechtvaardiging bied<strong>en</strong> voor het bestaande<br />

loonverschil.<br />

Hiermee is sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>,<br />

nationaliteit dan wel etnische afkomst door de allochtone medewerkster 8 in vergelijking<br />

met de autochtone maatvrouw 9 lager te belon<strong>en</strong> voor arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg)<br />

gelijke waarde.


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 144<br />

Loonvergelijking 11<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker 1993: € 691,15 I-18<br />

Giet (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

1994: € 908,72 I-19<br />

Vrouw 10<br />

In di<strong>en</strong>st: 2-1-1993 1995: € 1028,16 I-20<br />

Geb.jaar: 1974<br />

1996: € 1154,59 I-21<br />

1997: € 1296,04 I-1<br />

1998: € 1348,29 I-2<br />

1999: € 1361,16 I-3<br />

2000: € 1454,02 I-4<br />

2001: € 1532,75 I-4<br />

2002: € 1733,94 II-3<br />

Startsalaris vastgesteld <strong>op</strong> schaalbedrag<br />

voor e<strong>en</strong> 18-jarige.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging, indeling in salarisschaal<br />

voor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 80%<br />

Maatvrouw 11<br />

In di<strong>en</strong>st: 24-5-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1975<br />

1993: € 560,88 I-17<br />

1994: € 705,02 I-18<br />

1995: € 933,86 I-19<br />

1996: € 1043,59 I-20<br />

1997: € 1171,91 I-21<br />

1998: € 1335,22 I-1<br />

1999: € 1375,24 I-2<br />

2000: € 1439,35 I-3<br />

Startsalaris vastgesteld <strong>op</strong> schaalbedrag<br />

voor e<strong>en</strong> 17-jarige.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging, indeling in salarisschaal<br />

voor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.


145<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

2001: € 1532,75 I-4<br />

2002: € 1733,94 II-3<br />

Pers tslg. € 44,82<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 0,- per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband (0%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 44,82 (voordeel autochtoon)<br />

Analyse loonvergelijking 11<br />

Wanneer we vrouw 10 <strong>en</strong> maatvrouw 11 vergelijk<strong>en</strong> dan is er ge<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil in het<br />

functieloon te constater<strong>en</strong>. Vrouw 10 is in 1993 gestart in de leeftijdsschaal voor 18-jarig<strong>en</strong>.<br />

Vrouw 11 is in 1993 gestart in de leeftijdsschaal voor 17-jarig<strong>en</strong>. Als we kijk<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de <strong>beloning</strong>shistorie<br />

van beide vrouw<strong>en</strong> dan is te zi<strong>en</strong> dat de <strong>beloning</strong>shistorie van maatvrouw 11, de<br />

autochtone vrouw, volg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid van de organisatie verlo<strong>op</strong>t. In de <strong>beloning</strong>shistorie<br />

van de allochtone vrouw is te zi<strong>en</strong> dat zij in 2001 ge<strong>en</strong> periodieke verhoging heeft<br />

ontvang<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong> hiervoor is onbek<strong>en</strong>d.<br />

Juridische toets loonvergelijking 11<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB. Beide<br />

functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit. Er is derhalve sprake van arbeid van gelijke<br />

waarde.<br />

Volg<strong>en</strong>s de CAO-maatstav<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t bij de overgang van de jeugdschal<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de schal<strong>en</strong><br />

voor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> indeling in de functieklasse trede 0 plaats te vind<strong>en</strong>. Op beide functiehoudsters<br />

is gelijkelijk e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de maatstaf toegepast. Vervolg<strong>en</strong>s is in 2001 - in afwijking<br />

van de geld<strong>en</strong>de CAO-voorschrift<strong>en</strong> - ge<strong>en</strong> functiejaar toegek<strong>en</strong>d aan de allochtone medewerkster,<br />

waar deze in hetzelfde jaar wel is toegek<strong>en</strong>d aan de maatvrouw. De werkgever kan<br />

hiervoor ge<strong>en</strong> verklaring bied<strong>en</strong>. Hoewel derhalve in het verled<strong>en</strong> ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

zijn toegepast, is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil in het functieloon van 2002.<br />

Het loonverschil als gevolg van de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag aan maatvrouw<br />

11 valt bij gebrek aan gegev<strong>en</strong>s niet meer te onderzoek<strong>en</strong>.<br />

Op grond van de WGB geldt dat het loon voor beide geslacht<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste gelijk di<strong>en</strong>t te zijn<br />

bij gelijkwaardige arbeid (verdragsconforme interpretatie o.g.v. artikel 141 EG). Aangezi<strong>en</strong> bij<br />

de uitleg van de AWGB bij deze onderzoekscriteria wordt aangeslot<strong>en</strong>, is derhalve ge<strong>en</strong><br />

sprake van (e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van) onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong>, nationaliteit of etnische<br />

afkomst.


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 146<br />

Loonvergelijking 12<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Allochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

Vrouw 12<br />

In di<strong>en</strong>st: 9-10-<br />

1990<br />

Geb.jaar: 1965<br />

1990: € 414,92 I-0<br />

(60 uur p.m.)<br />

1991: € 1087,57 I-1<br />

1992: € 1149,43 I-1<br />

1993: € 1211,78 I-2<br />

1994: € 1236,10 I-2<br />

1995: € 1283,12 I-3<br />

1996: € 1315,61 I-4<br />

1997: € 1335,34 I-4<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1403,22 I-4<br />

2000: € 1454,02 I-4<br />

2001: € 1532,75 I-4<br />

2002: € 1733,90 II-3<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.


147<br />

Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

Maatvrouw 13<br />

In di<strong>en</strong>st: 12-3-<br />

1990<br />

Geb.jaar: 1967<br />

1990: € 1051,14 I-0<br />

1991: € 1077,27 I-0<br />

1992: € 1157,31 II-0<br />

1993: € 1221,27 II-1<br />

1994: € 1259,17 II-1<br />

1995: € 1294,03 II-3<br />

1996: € 1341,94 II-4<br />

1997: € 1362,07 II-4<br />

1998: € 1403,23 II-4<br />

1999: € 1431,30 II-4<br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1752,99 II-4<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging.<br />

Twee periodiek<strong>en</strong>.<br />

Peridieke verhoging. Salaris komt overe<strong>en</strong><br />

met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Beloningsverschil 2002: € 19,09 per maand (1,1%)<br />

Analyse loonvergelijking 12<br />

In deze vergelijking is e<strong>en</strong> verschil geconstateerd van € 19,09 per maand. Dit verschil is t<strong>en</strong><br />

nadele van de allochtone productiemedewerker. Beide productiemedewerkers start<strong>en</strong> in 1990<br />

<strong>op</strong> het startsalaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker. In 1991 ontvangt de allochtone medewerkster,<br />

in teg<strong>en</strong>stelling tot haar maatvrouw, e<strong>en</strong> salarisverhoging met één functiejaar. In<br />

1992 verkrijgt de autochtone productiemedewerker echter e<strong>en</strong> voortijdige promotie <strong>naar</strong><br />

schaal II, terwijl de allochtone productiemedewerker in 1992 in schaal I-1 blijft hang<strong>en</strong>. Ook<br />

over 1997 tot <strong>en</strong> met 2001 blijft voor haar de toek<strong>en</strong>ning van functiejar<strong>en</strong> achterwege. Hierdoor<br />

eindigt de allochtone medewerkster in 2002 in schaal II-3. De autochtone medewerker<br />

ontvangt na 1991 elke jaar e<strong>en</strong> verhoging met één functiejaar tot het mom<strong>en</strong>t dat het maxi-


Bijlage 3 Case A / <strong>ras</strong> 148<br />

mumsalaris van productiemedewerker is bereikt. De periodieke verhoging blijft weliswaar in<br />

1995 achterwege, maar dat wordt ingehaald in 1996. Verklaring<strong>en</strong> voor deze feit<strong>en</strong> zijn niet te<br />

vind<strong>en</strong> in personeelsdossiers <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ook niet in de gesprekk<strong>en</strong> met de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

<strong>naar</strong> bov<strong>en</strong>.<br />

Juridische toets loonvergelijking 12<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB. Beide<br />

functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit. Er is derhalve sprake van arbeid van gelijke<br />

waarde.<br />

Voorzover uit de beschikbare CAO-gegev<strong>en</strong>s blijkt, di<strong>en</strong>t in ieder geval vanaf april 1996 <strong>op</strong><br />

basis van anciënniteit jaarlijks e<strong>en</strong> verplichte salarisverhoging te word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d in de<br />

vorm van e<strong>en</strong> functi ejaar/salaristrede, tot dat het maximumsalaris behor<strong>en</strong>d bij de functie is<br />

bereikt. Deze <strong>beloning</strong>smaatstaf is vijf jaar lang niet toegepast <strong>op</strong> de allochtone medewerkster<br />

gedur<strong>en</strong>de 1997 tot <strong>en</strong> met 2001, waar deze over dezelfde periode wel is toegepast<br />

<strong>op</strong> haar autochtone maatvrouw. Het verschil in <strong>beloning</strong> is derhalve niet verklaarbaar door<br />

berek<strong>en</strong>ing van het loon volg<strong>en</strong>s gelijkwaardige <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

Hiermee is sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>,<br />

nationaliteit dan wel etnische afkomst doordat de allochtone medewerkster 12, in vergelijking<br />

met de autochtone maatvrouw 13, lager wordt beloond voor arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg)<br />

gelijke waarde.


149<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Bijlage 4 Case A: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond<br />

van <strong>arbeidsduur</strong><br />

Loonvergelijking 13<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker Ge<strong>en</strong> dossier aanwezig.<br />

Giet (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 8<br />

In di<strong>en</strong>st: 3-1-1993 2002: € 1753,70 II-4<br />

Geb.jaar: 1970<br />

Productiemedewerker<br />

Giet (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

Vrouw 10<br />

In di<strong>en</strong>st: 2-1-1993<br />

Geb.jaar: 1974<br />

Pers tslg € 92,63<br />

1993: € 691,15 I-18<br />

1994: € 908,72 I-19<br />

1995: € 1028,16 I-20<br />

1996: € 1154,59 I-21<br />

1997: € 1296,04 I-1<br />

1998: € 1348,29 I-2<br />

1999: € 1361,16 I-3<br />

2000: € 1454,02 I-4<br />

2001: € 1532,75 I-4<br />

2002: € 1733,94 II-3<br />

Salaris komt overe<strong>en</strong> met maximumsalaris<br />

productiemedewerker.<br />

Startsalaris vastgesteld <strong>op</strong> schaalbedrag<br />

voor e<strong>en</strong> 18-jarige.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging.<br />

Leeftijdverhoging, indeling in salarisschaal<br />

voor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 19,76 per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband (1,1%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 92,63 (voordeel voltijder)


Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong> 150<br />

Analyse loonvergelijking 13<br />

Er is sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 19,76 per maand bij e<strong>en</strong> voltijdse werkweek t<strong>en</strong><br />

nadele van de deeltijder. Het verschil in persoonlijke toeslag is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in het nadeel van<br />

de deeltijder. Hoewel er ge<strong>en</strong> personeelsdossier van de voltijds werk<strong>en</strong>de productiemedewerker<br />

voor hand<strong>en</strong> is, kan wel word<strong>en</strong> vastgesteld dat haar <strong>beloning</strong> volg<strong>en</strong>s het<br />

maximu msalaris van productiemedewerkster in 2002 bij ti<strong>en</strong> vervulde functiejar<strong>en</strong> conform<br />

het CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid is. Als we de <strong>beloning</strong>shistorie van de deeltijder nader bestuder<strong>en</strong>,<br />

dan blijkt dat deze zo goed als volg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid van de organisatie verlo<strong>op</strong>t.<br />

Alle<strong>en</strong> heeft deze in deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerker in 2001 ge<strong>en</strong> periodieke verhoging<br />

ontvang<strong>en</strong>. Als dit wel het geval was geweest dan zou zij nu <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gelijk salarisniveau<br />

met de voltijder in deze vergelijking zitt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verklaring die e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de geeft voor<br />

de hogere <strong>beloning</strong> van de voltijder is dat zij binn<strong>en</strong> zou zijn gekom<strong>en</strong> bij de organisatie<br />

vanuit de overname van e<strong>en</strong> ander bedrijf:<br />

‘Zij is binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> na overname van e<strong>en</strong> bedrijf. Bij dat bedrijf war<strong>en</strong> de salariss<strong>en</strong> hoger.’<br />

(leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loonvergelijking 13<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel<br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De systematiek die<br />

volg<strong>en</strong>s de Memorie van Toelichting (MvT) gevolgd moet word<strong>en</strong> bij toetsing of e<strong>en</strong> regeling<br />

in strijd is met de WOA, is als volgt (Kamerstukk<strong>en</strong> II 1995-1996, 24 498, nr. 3, p. 9). Eerst<br />

moet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> sprake is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd<br />

is. Omdat binn<strong>en</strong> het bedrijf het overgrote deel van de in deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerkers<br />

vrouw is (zie paragraaf 3.3), zal e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd onderscheid <strong>naar</strong><br />

<strong>arbeidsduur</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>naar</strong> geslacht <strong>op</strong> grond van artikel 7:646 BW<br />

kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>lever<strong>en</strong>. Vanuit dat oogpunt is van belang dat het Eur<strong>op</strong>ese Hof van Justitie in de<br />

zaak Helmig heeft bepaald dat van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers -<br />

bij arbeid van gelijke waarde - sprake is, indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers<br />

wordt betaald, bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers<br />

wordt betaald.<br />

Deeltijder vrouw 8 verricht dezelfde functie als voltijder vrouw 10. Er is derhalve sprake van<br />

arbeid van gelijke waarde. De deeltijder ontvangt e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de voltijder bij e<strong>en</strong><br />

gelijk aantal ur<strong>en</strong> als gevolg van de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag aan de voltijder.<br />

Door gebrek aan gegev<strong>en</strong>s is niet langer na te gaan of het niet-toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijke<br />

toeslag aan de deeltijder berust <strong>op</strong> e<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong>. Voorts heeft de deeltijder<br />

e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> omdat in strijd met het geld<strong>en</strong>de CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid in 2001<br />

ge<strong>en</strong> salarisverhoging is ontvang<strong>en</strong>. Omdat niet is na te gaan of de voltijder in <strong>en</strong>ig kal<strong>en</strong>derjaar<br />

in haar salarishistorie ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> salarisverhoging heeft ontvang<strong>en</strong>, kan ge<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld. De verklaring van het <strong>beloning</strong>s-


151<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

verschil door de leidingev<strong>en</strong>de geeft ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele uitkomst hieromtr<strong>en</strong>t. Het suggereert<br />

slechts dat de voltijder e<strong>en</strong> hoger aanvangssalaris heeft ontvang<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van haar laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

salaris.<br />

Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.


Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong> 152<br />

Loonvergelijking 14<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 14<br />

In di<strong>en</strong>st: 22-2-<br />

1999<br />

Geb.jaar: 1973<br />

Productiemedewerker<br />

Giet (afwerk)<br />

Allochtoon<br />

Deeltijd, 60%<br />

Vrouw 15<br />

In di<strong>en</strong>st: 12-6-<br />

1999<br />

Geb.jaar: 1965<br />

1999: € 1349,22 I-0<br />

2000: € 1411,40 I-1<br />

2001: € 1502,27 I-2<br />

2002: € 1701,16 I-3<br />

1999: € 1380,18 I-0<br />

2000: € 1411,40 I-1<br />

2001: € 1487,09 I-1<br />

2002: € 1685,15 I-2<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 16,01 per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband (0,9%)<br />

Analyse loonvergelijking 14<br />

Er is sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 16,01 per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband<br />

t<strong>en</strong> nadele van de deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerker. Het verschil in <strong>beloning</strong>sgeschied<strong>en</strong>is<br />

is dat vrouw 15, de deeltijder, in 2001 ge<strong>en</strong> periodieke verhoging heeft gekreg<strong>en</strong>. De<br />

red<strong>en</strong> hiervoor blijft ook na inzage in dossiers <strong>en</strong> gesprekk<strong>en</strong> met leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> onduidelijk.<br />

Juridische toets loonvergelijking 14<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel<br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Eerst moet gekek<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake<br />

is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is.<br />

Omdat binn<strong>en</strong> het bedrijf het overgrote deel van de in deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemede-


153<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

werkers vrouw is (zie paragraaf 3.3), zal e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>naar</strong> geslacht <strong>op</strong> grond van artikel 7:646 BW kunn<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>lever<strong>en</strong>. Vanuit dat oogpunt is van belang dat het Eur<strong>op</strong>ese Hof van Justitie in de zaak<br />

Helmig heeft bepaald dat van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers - bij<br />

arbeid van gelijke waarde - sprake is, indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers wordt<br />

betaald, bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers<br />

wordt betaald.<br />

Deeltijder vrouw 15 verricht dezelfde functie als voltijder vrouw 14. Er is derhalve sprake van<br />

arbeid van gelijke waarde De deeltijder ontvangt e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de volti jder bij e<strong>en</strong><br />

gelijk aantal ur<strong>en</strong>, omdat in strijd met het geld<strong>en</strong>de CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid in 2001 ge<strong>en</strong> jaarlijkse<br />

salarisverhoging is ontvang<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>wel kan niet gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nadelig<br />

onderscheid vanwege <strong>arbeidsduur</strong> (zie o.a. CGB oordeel 2000-68). Uit het feitelijk <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

bij de organisatie blijkt dat ook voltijders die in vergelijking met vrouw 15 arbeid van<br />

gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, in afwijking van de CAO, niet altijd e<strong>en</strong> periodieke salarisverhoging<br />

ontvang<strong>en</strong> (zie bijvoorbeeld loonvergelijking<strong>en</strong> 2 tot <strong>en</strong> met 4; 7; 9 tot <strong>en</strong> met 10 <strong>en</strong> 15).<br />

Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.


Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong> 154<br />

Loonvergelijking 15<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 9<br />

In di<strong>en</strong>st: 23-8-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1971<br />

Productiemedewerker<br />

Inpak<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 80%<br />

Vrouw 16<br />

In di<strong>en</strong>st: 8-9-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1972<br />

1993: € 1194,80 I-0<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

1995: € 1258,72 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1321,90 I-3<br />

1998: € 1382,72 III-1<br />

1999: € 1426,56 III-2<br />

2000: € 1495,25 III-3<br />

2001: € 1594,- III-4<br />

2002: € 1788,05 III-4<br />

Pers tslg € 96,99<br />

1993: € 1090,52 I-21<br />

1994: € 1106,87 I-21<br />

1995: € 1258,01 I-1<br />

1996: € 1289,01 I-2<br />

1997: € 1321,90 I-3<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1416,08 II-3<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie van twee schaalniveau’s <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> extra periodiek. Salaris bov<strong>en</strong><br />

maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging. Zit aan maximum<br />

schaal III.<br />

Startsalaris vastgesteld <strong>op</strong> schaalbedrag<br />

voor e<strong>en</strong> 21-jarige.<br />

Salaris conform salaris 21-jarige.<br />

Leeftijdverhoging, indeling in salarisschaal<br />

voor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.


155<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1752,99 II-4<br />

Pers tslg € 10,23<br />

Beloningsverschil 2002: € 35,06 per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband (2%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 86,76 (voordeel voltijder)<br />

Analyse loonvergelijking 15<br />

In bov<strong>en</strong>staande vergelijking 15 is te zi<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil is van € 35,06 per<br />

maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband t<strong>en</strong> nadele van de deeltijder. Ook het verschil in persoonlijke<br />

toeslag is in het nadeel van de deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerker. Er is sprake<br />

van e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d schaalniveau waarin beide productiemedewerkers zitt<strong>en</strong>. De <strong>beloning</strong>sgeschied<strong>en</strong>is<br />

van de deeltijder verlo<strong>op</strong>t conform het <strong>beloning</strong>sbeleid van de organisatie <strong>en</strong> zit<br />

in 2002 <strong>op</strong> het maximum haalbare salaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker. Het salaris van<br />

maatvrouw 9, de voltijds werk<strong>en</strong>de productiemedewerker, zit vanaf 1998 bov<strong>en</strong> het maximum<br />

salaris van e<strong>en</strong> productiemedewerker. Red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn hiervoor niet te vind<strong>en</strong> in haar personeelsdossier.<br />

Als leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hier<strong>naar</strong> gevraagd wordt, dan blijkt dat vrouw 9 in tijd van<br />

krapte extra tak<strong>en</strong> heeft gekreg<strong>en</strong> (zie ook loonvergelijking 10). Zij wordt af <strong>en</strong> toe ingezet als<br />

hulpmachinevrouw. Over de deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerker wordt gezegd dat haar<br />

salaris gewoon volg<strong>en</strong>s de regels groeit <strong>en</strong> dat zij vaak ziek is:<br />

‘Zij is vaak ziek. Ze heeft verder ge<strong>en</strong> toegevoegde waarde.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

Juridische toets loonvergelijking 15<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel<br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Eerst moet gekek<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake<br />

is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is.<br />

Omdat binn<strong>en</strong> het bedrijf het overgrote deel van de in deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerkers<br />

vrouw is (zie paragraaf 3.3), zal e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>naar</strong> geslacht <strong>op</strong> grond van artikel 7:646 BW kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>lever<strong>en</strong>.<br />

Vanuit dat oogpunt is van belang dat het Eur<strong>op</strong>ese Hof van Justitie in de zaak Helmig<br />

heeft bepaald dat van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers - bij arbeid<br />

van gelijke waarde - sprake is, indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers wordt betaald,


Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong> 156<br />

bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers wordt betaald.<br />

Deeltijder vrouw 16 verricht dezelfde functie als voltijder vrouw 9. Er is derhalve sprake van<br />

arbeid van gelijke waarde. De extra tak<strong>en</strong> van de voltijder do<strong>en</strong> hier niet aan af (zie hiervoor<br />

loonvergelijking 10). De deeltijder ontvangt e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de voltijder bij e<strong>en</strong> gelijk<br />

aantal ur<strong>en</strong> als gevolg van de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> lagere persoonlijke toeslag. Door gebrek<br />

aan gegev<strong>en</strong>s is niet langer na te gaan of de berek<strong>en</strong>ing van de hoogte van deze toeslag<strong>en</strong><br />

juist is. De deeltijder ontvangt voorts e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de voltijder bij e<strong>en</strong> gelijk aantal<br />

ur<strong>en</strong>, omdat, in afwijking van de CAO-voorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> organisatiebeleid, de voltijder<br />

in 1998 is gepromoveerd <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> salarisklasse die de maximumklasse voor e<strong>en</strong> productiemedewerker<br />

overschrijdt. Toch kan niet gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>spraktijk<br />

voor vol- <strong>en</strong> deeltijders bij gelijkwaardige arbeid. In loonvergelijking 5 wordt e<strong>en</strong><br />

deeltijder (50%) gepromoveerd <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> salarisklasse die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de maximumklasse voor<br />

e<strong>en</strong> productiemedewerker overschrijdt. De maatvrouw, ook e<strong>en</strong> deeltijder (80%), zit dan al<br />

zes jaar <strong>op</strong> het maximumsalaris van productiemedewerker. Andersom, ton<strong>en</strong> loonvergelijking<strong>en</strong><br />

7 <strong>en</strong> 9 aan dat ook de voltijders (man 6 <strong>en</strong> vrouw 7) ge<strong>en</strong> promotie ontvang<strong>en</strong> <strong>naar</strong> e<strong>en</strong><br />

salarisklasse die het maximumsalaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker overschrijdt. Deze<br />

voltijders zijn ev<strong>en</strong>als de deeltijder uit bov<strong>en</strong>staande loonvergelijking 15 in 1993 in di<strong>en</strong>st<br />

getred<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> all<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijk aantal functiejar<strong>en</strong> doorl<strong>op</strong><strong>en</strong>.<br />

Het vooafrgaande betek<strong>en</strong>t dat ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van<br />

<strong>arbeidsduur</strong>.


157<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Loonvergelijking 16<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker 1993: € 1194,80 I-0<br />

Giet (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

Vrouw 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 5-6-1993<br />

Geb.jaar: 1956<br />

1995: € 1258,01 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1341,73 I-3<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1416,08 II-3<br />

2000: € 1483,37 II-4<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging, salaris komt<br />

overe<strong>en</strong> met maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Productiemedewerker<br />

Kapsel (afwerk)<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 20%<br />

Vrouw 17<br />

In di<strong>en</strong>st: 30-8-<br />

1993<br />

Geb.jaar: 1950<br />

2001: € 1562,96 II-4<br />

2002: € 1766,87 III-3<br />

Pers. Toeslag €<br />

92,63<br />

1993: € 1194,86 I-0<br />

1994: € 1212,72 I-0<br />

1995: € 1258,01 I-1<br />

1996: € 1289,38 I-2<br />

1997: € 1321,90 I-3<br />

1998: € 1375,70 I-4<br />

1999: € 1403,22 I-4<br />

Krijgt promotie <strong>naar</strong> schaalniveau III.<br />

Salaris bov<strong>en</strong> maximumsalaris productiemedewerker.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.


Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong> 158<br />

2000: € 1454,02 I-4<br />

2001: € 1532,75 I-4<br />

2002: € 1733,89 II-3<br />

Pers tslg. € 21,03<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 32,98 per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband (1,9%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 71,60 (voordeel voltijder)<br />

Analyse loonvergelijking 16<br />

In de vergelijking is e<strong>en</strong> verschil te constater<strong>en</strong> t<strong>en</strong> nadele van de deeltijder van € 32,98 per<br />

maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband. Het verschil in persoonlijke toeslag is in het voordeel<br />

van de voltijder. De <strong>beloning</strong>sgeschied<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van de twee productiemedewerkers l<strong>op</strong><strong>en</strong> tot<br />

1999 gelijk. In dat jaar blijft de deeltijder, vrouw 17, ‘hang<strong>en</strong>’ in schaal I-4 <strong>en</strong> gaat pas in 2002<br />

<strong>naar</strong> II-3. De red<strong>en</strong> hiervan is niet uit het personeelsdossier te hal<strong>en</strong>, maar door e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de<br />

wordt aangehaald dat zij voor e<strong>en</strong> bepaald gedeelte in de WAO zit. Dit zou e<strong>en</strong><br />

red<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn, volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de. De voltijder, vrouw 4, gaat in 1999 <strong>naar</strong> II-3 <strong>en</strong><br />

in 2000 <strong>en</strong> 2001 zit zij in maximumschaal II-4. In 2002 volgt promotie <strong>naar</strong> salarisschaal III-3<br />

waarmee de functiehouder bov<strong>en</strong> het maximumsalaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker zit. De<br />

door het managem<strong>en</strong>t gegev<strong>en</strong> verklaring hiervoor is dat vrouw 4 extra tak<strong>en</strong> doet, werkt als<br />

transporteur <strong>en</strong> veel pot<strong>en</strong>tie heeft (zie ook loonvergelijking 9).<br />

Juridische toets loonvergelijking 16<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel<br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Eerst moet gekek<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake<br />

is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is.<br />

Omdat binn<strong>en</strong> het bedrijf het overgrote deel van de in deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerkers<br />

vrouw is (zie paragraaf 3.3), zal e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong><br />

tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>naar</strong> geslacht <strong>op</strong> grond van artikel 7:646 BW kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>lever<strong>en</strong>.<br />

Vanuit dat oogpunt is van belang dat het Eur<strong>op</strong>ese Hof van Justitie in de zaak Helmig<br />

heeft bepaald dat van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers - bij arbeid<br />

van gelijke waarde - sprake is, indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers wordt betaald,<br />

bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers wordt betaald.


159<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Deeltijder vrouw 17 verricht dezelfde functie als voltijder vrouw 4. Er is derhalve sprake van<br />

arbeid van gelijke waarde. De extra tak<strong>en</strong> van de voltijder do<strong>en</strong> hier niet aan af (zie hiervoor<br />

loonvergelijking 9). De deeltijder ontvangt e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de voltijder bij e<strong>en</strong> gelijk<br />

aantal ur<strong>en</strong> als gevolg van de toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> lagere persoonlijke toeslag. Door gebrek<br />

aan gegev<strong>en</strong>s is niet langer na te gaan of de berek<strong>en</strong>ing van de hoogte van deze toeslag<strong>en</strong><br />

juist is. De deeltijder ontvangt voorts e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de voltijder bij e<strong>en</strong> gelijk aantal<br />

ur<strong>en</strong>, omdat, in afwijking van de CAO-voorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> organisatiebeleid, de voltijder<br />

in 2002 is gepromoveerd <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> salarisklasse die de maximumklasse voor e<strong>en</strong> productiemedewerker<br />

overschrijdt. De deeltijder heeft door het achterwege lat<strong>en</strong> van periodieke<br />

verhoging<strong>en</strong> over de jar<strong>en</strong> 1999-2001 het maximumsalaris van schaal II nog niet bereikt.<br />

Ev<strong>en</strong>wel kan niet gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nadelig onderscheid vanwege <strong>arbeidsduur</strong>. Uit het<br />

feitelijk <strong>beloning</strong>sbeleid bij de organisatie blijkt dat ook voltijders die in vergelijking met vrouw<br />

17 arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, in afwijking van de CAO, niet altijd e<strong>en</strong> periodieke<br />

salarisverhoging ontvang<strong>en</strong> (zie bij loonvergelijking 14). De verklaring van de leidinggev<strong>en</strong>de<br />

dat de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van vrouw 17 e<strong>en</strong> mogelijke red<strong>en</strong> vormt voor de<br />

lagere <strong>beloning</strong>, zou wellicht deeltijders kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> wanneer de door het bedrijf gebod<strong>en</strong><br />

pass<strong>en</strong>de arbeid bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid in overgrote mate uit deeltijdfuncties<br />

zou bestaan. Hierover zijn ge<strong>en</strong> verdere gegev<strong>en</strong>s beschikbaar.<br />

Het voorgaande betek<strong>en</strong>t dat ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> aantoonbaar, nadelig onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>arbeidsduur</strong>.


Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong> 160<br />

Loonvergelijking 17<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker 2001: € 1494,68 I-0<br />

Inpak<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Man 8<br />

2002: € 1753,70 II-4<br />

In di<strong>en</strong>st: 9-3-2001 Vriescel tslg. € 22,32<br />

Geb.jaar: 1968<br />

Diploma tslg. € 40,52<br />

Productiemedewerker 2001: € 1494,68 I-0<br />

Ov<strong>en</strong><br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 60%<br />

2002: € 1668,04 I-1<br />

Man 9<br />

In di<strong>en</strong>st: 27-8-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1938<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker (laagste<br />

functiegroep).<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaalniveau II <strong>en</strong> vier<br />

extra periodiek<strong>en</strong>.<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker<br />

Periodieke verhoging<br />

Beloningsverschil 2002: € 85,66 per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband (4,9%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Koelcel toeslag: € 22,32 (voordeel voltijder)<br />

Diploma toeslag: € 40,52 (voordeel voltijder)<br />

Analyse loonvergelijking 17<br />

Vergelijking 17 laat e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil zi<strong>en</strong> van € 85,66 per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband<br />

t<strong>en</strong> nadele van de deeltijder. De vriesceltoeslag <strong>en</strong> de diplomatoeslag die de voltijder<br />

ontvang<strong>en</strong> zijn beide volg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid van de organisatie toegepast. De deeltijder,<br />

man 9, wordt beloond volg<strong>en</strong>s het toepasselijk <strong>beloning</strong>sbeleid. Man 8, de voltijder, start met<br />

het startsalaris voor e<strong>en</strong> productiemedewerker <strong>en</strong> groeit na één jaar door <strong>naar</strong> schaalniveau<br />

II-4. De red<strong>en</strong> hiervoor is niet in zijn dossier terug te vind<strong>en</strong>. Door zijn leidinggev<strong>en</strong>de wordt<br />

gezegd dat man 8 bij aanname e<strong>en</strong> hoge pot<strong>en</strong>tie had om machinebedi<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong>. Hij is<br />

to<strong>en</strong>dertijd ook gestart <strong>op</strong> e<strong>en</strong> nieuwe afdeling. Deze afdeling is er nu niet meer. Op dit mom<strong>en</strong>t<br />

is hij transporteur. Dit kunn<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn dat hij hoger beloond wordt. Ook de deeltijder<br />

in deze vergelijking is bij de organisatie gestart als transporteur. Dit bleek volg<strong>en</strong>s de<br />

leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te zware taak voor hem gezi<strong>en</strong> zijn leeftijd. Nu werkt hij drie dag<strong>en</strong> per<br />

week <strong>op</strong> e<strong>en</strong> andere productie-afdeling.<br />

Juridische toets loonvergelijking 17<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel


161<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Eerst moet gekek<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake<br />

is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is.<br />

Deeltijder man 9 verricht dezelfde functie als voltijder man 8. Er is derhalve sprake van arbeid<br />

van gelijke waarde. De soort van productiewerkzaamhed<strong>en</strong>, afhankelijk of <strong>op</strong> de afdeling<br />

inpak (o.a. transporteur) of ov<strong>en</strong> wordt gewerkt, leidt volg<strong>en</strong>s het toegepaste functiewaarderingsysteem<br />

ORBA niet tot e<strong>en</strong> verschil in functiezwaarte.<br />

De deeltijder ontvangt e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de voltijder bij e<strong>en</strong> gelijk aantal ur<strong>en</strong> omdat<br />

ge<strong>en</strong> toeslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> in 2002. Dit is conform de CAO omdat de betreff<strong>en</strong>de<br />

functiehouder ge<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> verricht in de koelcel <strong>en</strong> niet over relevante vakdiploma´s<br />

beschikt. Voorts wordt e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> ontvang<strong>en</strong> omdat de voltijder in teg<strong>en</strong>stelling<br />

tot de deeltijder in afwijking van de CAO over één kal<strong>en</strong>derjaar vier functiejar<strong>en</strong> krijgt toegek<strong>en</strong>d.<br />

De CAO staat individuele aanvulling<strong>en</strong> <strong>op</strong> het loon toe. De extra functiejar<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verklaard omdat de voltijder zou doorgroei<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de functie van productie<strong>op</strong>erator, welk<br />

voornem<strong>en</strong> inmiddels niet langer bestaat. Ondanks dat deze rechtvaardiging voor e<strong>en</strong> loonverschil<br />

voor arbeid van gelijke waarde in de toekomst bij ongewijzigde omstandighed<strong>en</strong><br />

wellicht ge<strong>en</strong> stand zal houd<strong>en</strong>, is het niet terug te voer<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> nadelig onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Ook andere productiemedewerkers in deeltijd ontv ang<strong>en</strong> soms extra<br />

salarisverhoging<strong>en</strong> (zie bijvoorbeeld loonvergelijking 6, vrouw 6), terwijl dit voor sommige<br />

voltijds werk<strong>en</strong>de productiemedewerkers juist achterwege blijft (zie bijvoorbeeld loonvergelijking<br />

7, man 6).<br />

Het voorgaande betek<strong>en</strong>t dat ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van<br />

<strong>arbeidsduur</strong>.


Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong> 162<br />

Loonvergelijking 18<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Productiemedewerker<br />

Ov<strong>en</strong><br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Man 10<br />

In di<strong>en</strong>st: 5-6-2002<br />

Geb.jaar: 1955<br />

Productiemedewerker<br />

Ov<strong>en</strong><br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 60%<br />

Man 9<br />

In di<strong>en</strong>st: 27-8-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1938<br />

2002: € 1915,07 V-6 Aanvangsalaris gelijk aan maximumsalaris<br />

schaal V. Beloning bov<strong>en</strong> het<br />

schaalmaximum van productiemedewerker.<br />

2001: € 1494,68 I-0<br />

2002: € 1668,04 I-1<br />

Aanvangssalaris komt overe<strong>en</strong> met<br />

startsalaris productiemedewerker<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 247,03 per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband (12,9%)<br />

Analyse loonvergelijking 18<br />

Er is sprake van e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 247,03 per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband<br />

t<strong>en</strong> nadele van de deeltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerker. De deeltijder is één jaar eerder<br />

dan de voltijder in di<strong>en</strong>st getred<strong>en</strong>. De deeltijder wordt conform de <strong>beloning</strong>svoorschrift<strong>en</strong> van<br />

de organisatie beloond. Het relatief grote <strong>beloning</strong>sverschil wordt veroorzaakt doordat de<br />

voltijder in deze vergelijking, man 10, e<strong>en</strong> <strong>op</strong>vall<strong>en</strong>d hoger startsalaris ontvangt. Bij navraag<br />

bij leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> blijkt dat deze man overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is van e<strong>en</strong> andere organisatie. Deze<br />

man heeft meer dan 25 jaar relevante werkervaring. Hij krijgt e<strong>en</strong> hoger salaris omdat hij bij<br />

zijn oude bedrijf e<strong>en</strong> hoog salaris had.<br />

‘We kond<strong>en</strong> hem niet direct e<strong>en</strong> hoge functie gev<strong>en</strong>, vandaar dat hij officieel nog productiemedewerker<br />

is. Hij is eig<strong>en</strong>lijk ov<strong>en</strong>ist. Gaat ook dat werk do<strong>en</strong> bij onze organisatie. Hij moet<br />

zich wel net als ieder ander eerst bewijz<strong>en</strong>.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)<br />

De andere leidinggev<strong>en</strong>de met wie wij gesprok<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> iets andere verklaring<br />

voor de hogere <strong>beloning</strong> van man 10:<br />

‘Hier werkt hij eig<strong>en</strong>lijk als proces<strong>op</strong>erator, maar moet zich toch eerst bewijz<strong>en</strong>. Het blijkt nu<br />

al wel dat hij veel kan. Dus einde van dit jaar zal hij officieel proces<strong>op</strong>erator word<strong>en</strong>.’ (leidinggev<strong>en</strong>de)


163<br />

Bijlage 4 Case A / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Juridische toets loonvergelijking 18<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel<br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Eerst moet gekek<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake<br />

is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is.<br />

Deeltijder man 9 verricht dezelfde functie als voltijder man 10. Hoewel het voornem<strong>en</strong><br />

bestaat deze functiehouder <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere functie te promover<strong>en</strong>, verricht hij vooralsnog<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> als productiemedewerker. Er is derhalve sprake van arbeid van gelijke<br />

waarde. De deeltijder ontvangt in dezelfde functie e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> als de voltijder bij<br />

e<strong>en</strong> gelijk aantal ur<strong>en</strong> omdat de voltijder, in afwijking van de CAO, is ingeschaald <strong>op</strong> e<strong>en</strong> aanvangssalaris<br />

dat (ver) bov<strong>en</strong> het maximumsalaris van productiemedewerker ligt. De verklaring<br />

hiervoor lo<strong>op</strong>t uite<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>beloning</strong> van ervaring <strong>en</strong> het bied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>d aanvangssalaris<br />

met het oog <strong>op</strong> e<strong>en</strong> snelle doorgroei <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere functie. Wat hiervan ook<br />

zij, de red<strong>en</strong> lijkt niet terug te voer<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> van deeltijders in vergelijking<br />

met voltijders bij e<strong>en</strong> gelijk aantal ur<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij arbeid van gelijke waarde. Ook deeltijders ontvang<strong>en</strong><br />

soms e<strong>en</strong> inschaling bij indi<strong>en</strong>sttreding, geleg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het startsalaris van productiemedewerker<br />

(zie loonvergelijking 5). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de meeste in voltijd werk<strong>en</strong>de productiemedewerkers<br />

bij indi<strong>en</strong>streding wel <strong>op</strong> het startsalaris ingeschaald.<br />

Het voorgaande betek<strong>en</strong>t dat ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van<br />

<strong>arbeidsduur</strong>.


165<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Bijlage 5 Case B: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond<br />

van <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 1<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-09-2001<br />

Geb.jaar: 1947<br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-08-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1960<br />

2001: € 4366.- 12-11<br />

2002: € 4497.- 12-11<br />

2001: € 4736,10 13-<br />

11<br />

2002: € 4878,- 13-11<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 13.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> functionele schaal<br />

13. Vorig salaris € 4673,94.<br />

Beloningsverschil 2002: € 381,- per maand (7,8 %)<br />

Analyse loonvergelijking 1<br />

Er is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 381,- t<strong>en</strong> nadele van de vrouwelijke beleidsadviseur A. De<br />

functionele schaal van deze functie is schaal 13. Het <strong>beloning</strong>sverschil is te verklar<strong>en</strong> vanuit<br />

het verschil in inschaling bij de indi<strong>en</strong>sttreding van beide functionariss<strong>en</strong>. De beleidsadviseurs<br />

zijn beid<strong>en</strong> in 2001 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong>. Vrouw 1 is 13 jaar ouder dan de maatman in deze<br />

vergelijking. Het aanvangssalaris van de vrouw zit één salarisschaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele<br />

schaal 13. De mannelijke beleidsadviseur start wel in de functionele schaal 13. Zij zijn niet<br />

werkzaam <strong>op</strong> dezelfde afdeling. Uit de personeelsdossiers van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> blijkt dat<br />

beid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> universitaire <strong>op</strong>leiding afgerond hebb<strong>en</strong>. Maatman 1 heeft daarnaast nog e<strong>en</strong><br />

MBA-<strong>op</strong>leiding <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Vak<strong>op</strong>leiding voor Op<strong>en</strong>bare Financiën Hoge Ambte nar<strong>en</strong> afgerond.<br />

Het laatsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>salaris van maatman 1 was € 4673,94. Zijn aanvangssalaris in de functie<br />

van beleidsadviseur A is € 4736,10. Het vorige salaris van de vrouwelijke beleidsadviseur in<br />

de vergelijking is onbek<strong>en</strong>d.


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 166<br />

Juridische toets loonvergelijking 1<br />

De artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat het bevoegd gezag (verder: werkgever) ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemer in de <strong>beloning</strong><br />

wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt<br />

dat loon voor arbeid van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 1 <strong>en</strong> maatman 1 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie<br />

van Beleidsadviseur A uit, welke functie <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> geaccepteerd functiewaarderingssysteem<br />

e<strong>en</strong> punt<strong>en</strong>sore heeft gekreg<strong>en</strong> van 1370. Dit rechtvaardigt <strong>op</strong> basis van<br />

de ´punt<strong>en</strong>loonlijn´ behor<strong>en</strong>d bij het systeem e<strong>en</strong> indeling in functieschaal 13. Beide verricht<strong>en</strong><br />

derhalve arbeid van gelijke waarde.<br />

Het geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschil te nadele van vrouw 1 vloeit daaruit voort dat maatman<br />

1 bij indi<strong>en</strong>streding is ingeschaald <strong>op</strong> het maximumbedrag van functieschaal 13. Vrouw 1 is<br />

bij indi<strong>en</strong>sttreding ingeschaald <strong>op</strong> het maximumbedrag van de eerst lager geleg<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

12. Volg<strong>en</strong>s de geld<strong>en</strong>de bezoldigingsregeling di<strong>en</strong><strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de richtlijn<strong>en</strong> in acht<br />

te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> salarisklasse voor nieuw personeel. Indeling in de<br />

functieklasse is mogelijk wanneer <strong>op</strong> grond van verkreg<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis redelijkerwijs<br />

mag word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de functie, na e<strong>en</strong> inwerkperiode, volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> zal<br />

word<strong>en</strong> vervuld. Is de <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong>/of ervaring hiertoe onvoldo<strong>en</strong>de, dan volgt in de regel<br />

indeling in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>klasse. De inschaling binn<strong>en</strong> de salarisklasse vindt plaats afhankelijk<br />

van leeftijd, ervaring <strong>en</strong> onderlinge verhouding<strong>en</strong> (zie hiervoor hoofdstuk 4, paragraaf 2).<br />

Voor de functie van Beleidsadviseur A is e<strong>en</strong> academisch d<strong>en</strong>k- <strong>en</strong> werkniveau vereist <strong>en</strong><br />

minimaal vijf jaar ervaring in beleidsadvisering.<br />

Van de maatman is bek<strong>en</strong>d dat hij naast e<strong>en</strong> universitaire <strong>op</strong>leiding over aanvull<strong>en</strong>de vak<strong>op</strong>leiding<strong>en</strong><br />

beschikt <strong>en</strong> dat zijn laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris (als indicatie van verkreg<strong>en</strong> ervaring) net<br />

onder het maximumbedrag van schaal 13 ligt. Op grond hiervan lijk<strong>en</strong> de gehanteerde <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

correct te zijn toegepast. Ook vrouw 1 beschikt over de voor de functie vereiste<br />

<strong>op</strong>leiding. Over haar voorafgaande ervaring of laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris zijn echter ge<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d. Haar leeftijd (55 jaar) zou mede e<strong>en</strong> verklaring kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> voor inschaling<br />

<strong>op</strong> het maximumbedrag van de (aanlo<strong>op</strong>)schaal. Aangezi<strong>en</strong> voor inschaling <strong>op</strong> het<br />

maximumbedrag echter mede over ruime ervaring beschikt di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>, lijkt dit <strong>en</strong>igszins<br />

haaks te staan <strong>op</strong> het gegev<strong>en</strong> dat de werkgever me<strong>en</strong>t dat <strong>op</strong> hetzelfde mom<strong>en</strong>t van onvoldo<strong>en</strong>de<br />

ervaring sprake is om de betreff<strong>en</strong>de functie volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

vervull<strong>en</strong>. Bij gebrek aan voldo<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s is hierover echter ge<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>d oordeel te<br />

gev<strong>en</strong>.<br />

De waardering van voorafgaande ervaring bij respectievelijk de schaalindeling (toek<strong>en</strong>ning<br />

salarisklasse) <strong>en</strong> inschaling (toek<strong>en</strong>ning periodieknummer) lijkt onderling inconsist<strong>en</strong>t ingeval<br />

van vrouw 1. Hierdoor is niet uit te te sluit<strong>en</strong> dat de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> niet gelijkelijk<br />

zijn toegepast <strong>op</strong> beide functiehouders die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Dit zou<br />

weerlegd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> blijkt dat vrouw 1 niet beschikt over de voor de functie vereiste<br />

ervaring.


167<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 2<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-09-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1966<br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 15-05-2000<br />

Geb.jaar: 1969<br />

2000: € 4086,74 13-<br />

8<br />

2001: 13-9<br />

2002: € 4655,- 13-9<br />

2000: 12-10<br />

2001: 13-9<br />

2002: € 4767,- 13-10<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> functionele schaal<br />

13.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 13.<br />

Vorig salaris € 3483,22.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Op basis van e<strong>en</strong> positi e-<br />

ve beoordeling kwam bevordering <strong>naar</strong><br />

schaal 13, de functionele schaal, tot<br />

stand. Hij is to<strong>en</strong> ook aangemeld voor<br />

Managem<strong>en</strong>t Devel<strong>op</strong>m<strong>en</strong>t.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 112,- per maand ( 2,3%)<br />

Analyse loonvergelijking 2<br />

Het <strong>beloning</strong>sverschil in loonvergelijking 2 is € 112,- in het nadeel van de vrouwelijke beleidsadviseur<br />

A. Beide functionariss<strong>en</strong> zijn in hetzelfde jaar in di<strong>en</strong>st getred<strong>en</strong>, vrouw 2 in de<br />

tweede helft van 2000 <strong>en</strong> maatman 2 in de eerste helft van 2000. Vrouw 2 is drie jaar ouder<br />

dan de maatman 2. In de vergelijking is te zi<strong>en</strong> dat vrouw 2 gestart is in de functionele salarisschaal,<br />

in teg<strong>en</strong>stelling tot de maatman. De vrouwelijke beleidsadviseur wordt verder beloond<br />

conform het <strong>beloning</strong>sbeleid in de organisatie. De mannelijke beleidsadviseur krijgt in<br />

2001 e<strong>en</strong> bevordering <strong>naar</strong> de functionele schaal <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de bevorderingsperiodiek.<br />

Uit zijn personeelsdossier blijkt dat hij dit heeft gekreg<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> zeer positieve<br />

beoordeling. Naast dat beide beleidsadviseurs e<strong>en</strong> universitaire <strong>op</strong>leiding hebb<strong>en</strong> afgerond,<br />

is de mannelijke beleidsadviseur ook aan de universiteit gepromoveerd.


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 168<br />

Juridische toets loonvergelijking 2<br />

De artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat het bevoegd gezag (verder: werkgever) ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>.<br />

Vrouw 2 <strong>en</strong> maatman 2 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> beid<strong>en</strong> dezelfde functie van beleidsadviseur A uit, waaraan<br />

de functieklasse 13 is verbond<strong>en</strong>. Zij verricht<strong>en</strong> daarmee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke<br />

waarde. Het geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschil t<strong>en</strong> nadele van vrouw 2, hoewel zij aanvankelijk<br />

hoger was ingeschaald, vloeit voort uit de snelle doorstroming van maatman 2 <strong>naar</strong> de<br />

functieschaal, wat e<strong>en</strong> extra bevorderingsperiodiek <strong>op</strong>levert. Overig<strong>en</strong>s is de periodiekdatum<br />

van vrouw 1 nog niet aangebrok<strong>en</strong>. Bij toek<strong>en</strong>ning van de jaarlijkse periodiek <strong>op</strong> 1 september<br />

aan vrouw 1 zal er ge<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil rester<strong>en</strong>. De oorspronkelijke inschaling van vrouw<br />

1 in schaal 13-8 <strong>en</strong> van maatman 2 in schaal 12-10 lijkt gezi<strong>en</strong> hun beider laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

salaris (als indicatie van <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong> ervaring) conform het <strong>beloning</strong>sbeleid. Na één ervaringsjaar<br />

wordt maatman 2 bevorderd <strong>naar</strong> de functieschaal <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> positieve<br />

beoordeling van zijn functioner<strong>en</strong>. Conform het geld<strong>en</strong>de beleid ontvangt hij e<strong>en</strong> bevorderingsperiodiek<br />

naast zijn jaarlijkse periodiek in 2001 <strong>en</strong> komt hierdoor ‘’<strong>op</strong> gelijke hoogte’’<br />

als vrouw 1.<br />

Na toek<strong>en</strong>ning van de jaarlijkse periodiek <strong>op</strong> de periodiekdatum ontvangt vrouw 1 hetzelfde<br />

loon als maatman 2 voor arbeid van gelijke waarde. Ook in het (hypothetisch) geval dat de<br />

ervaring, <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong> leeftijd van vrouw 1 e<strong>en</strong> hoger loon zoud<strong>en</strong> rechtvaardig<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong>t zij<br />

t<strong>en</strong>minste gelijk loon voor gelijkwaardige arbeid. Op grond hiervan is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong><br />

vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van geslacht.


169<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 3<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Beleidsadviseur B<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 90%<br />

Vrouw 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-08-<br />

1997<br />

Geb.jaar: 1963<br />

Beleidsadviseur B<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 85%<br />

Maatman 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 16-04-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1969<br />

1997: € 2321,74 11-4<br />

functie beleidsadviseur<br />

1998: € 2609,74 12-1<br />

1999: 12-2<br />

2000: € 3010,31 12-3<br />

2001: € 3302,35 12-5<br />

per 1/04/2001 beleidsadviseur<br />

B<br />

2002: € 3827,- 12-5<br />

2001: € 3610,- 11-10<br />

2002: € 4050,- 12-7<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 12.<br />

Vorig salaris € 2454,04.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek. Functieverandering. Start in<br />

functie beleidsadviseur B <strong>op</strong> functionele<br />

schaal 12.<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 12. De afspraak is<br />

dat hij bij goed functioner<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal<br />

12 promoveert.<br />

Vorig salaris € 3259,96.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 223,- per maand (5,5%)<br />

Analyse loonvergelijking 3<br />

In vergelijking 3 is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd van € 223,- per maand t<strong>en</strong> nadele<br />

van de vrouwelijke beleidsadviseur B. De functionele salarisschaal van deze functie is schaal<br />

12. Beide beleidsadviseurs B hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> academische <strong>op</strong>leiding afgerond. De vrouwelijke<br />

beleidsadviseur is zes jaar ouder dan de mannelijke beleidsadviseur in de vergelijking. Vrouw<br />

3 is in 1997 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> als beleidsadviseur. Ook deze functie wordt gewaardeerd <strong>op</strong><br />

schaal 12. Zij start één schaal onder het functionele schaalniveau <strong>en</strong> in 1998 krijgt zij e<strong>en</strong><br />

bevordering <strong>naar</strong> schaal 12. In 2001 start zij per 1 april in de functie van beleidsadviseur B <strong>en</strong><br />

krijgt daarom twee periodiek<strong>en</strong> erbij dat jaar. In 2001 komt maatman 3 in di<strong>en</strong>st als beleids-


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 170<br />

adviseur B <strong>en</strong> start <strong>op</strong> schaal 11-10. Uit het dossier blijkt dat er e<strong>en</strong> afspraak wordt gemaakt<br />

dat hij bij goed functioner<strong>en</strong> promoveert <strong>naar</strong> de functionele schaal 12. Dit gebeurt ook in<br />

2002. De beleidsadviseurs zijn binn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong> werkzaam.<br />

Juridische toets loonvergelijking 3<br />

De artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat het bevoegd gezag (verder: werkgever) ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 3 <strong>en</strong> maatman 3 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> beid<strong>en</strong> dezelfde functie van beleidsadviseur<br />

B uit, waaraan functieklasse 12 is verbond<strong>en</strong>. Zij verricht<strong>en</strong> daarmee arbeid van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

Na het verstrijk<strong>en</strong> van de periodiekdatum voor vrouw 3, vloeit het loonverschil met maatman<br />

3 voort uit het fe it dat zij in dezelfde schaal één periodieknummer lager is ingeschaald. Beide<br />

functiehouders zijn in 2001 in de functie van beleidsadviseur B aangesteld. Vrouw 3 is in dat<br />

jaar ingeschaald <strong>op</strong> functieschaal 12 met 5 periodiek<strong>en</strong>, maatman 3 <strong>op</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal 11 met<br />

10 periodiek<strong>en</strong>. Het laatste impliceert e<strong>en</strong> iets hoger loon. Vrouw 3 beschikt <strong>op</strong> dat mom<strong>en</strong>t<br />

over t<strong>en</strong>minste vier jaar ervaring met beleidsadvisering <strong>op</strong> basis van haar vorige functie bij<br />

dezelfde werkgever, waardoor toek<strong>en</strong>ning van de functieschaal <strong>op</strong> basis van het geld<strong>en</strong>de<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid gerechtvaardigd is. Hoewel maatman 3 aanvankelijk in de aanlo<strong>op</strong>schaal is<br />

ingedeeld, wat wijst <strong>op</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ervaring <strong>en</strong>/of <strong>op</strong>leiding voor de functie, zorgt de toek<strong>en</strong>ning<br />

van 10 periodiek<strong>en</strong> in die schaal, gevolgd door e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> de functieschaal<br />

het jaar daar<strong>op</strong>, dat hij inmiddels één periodieknummer hoger is ingeschaald dan vrouw 3.<br />

Zijn aanvangssalaris <strong>en</strong> promo tie één jaar na indi<strong>en</strong>sttreding voer<strong>en</strong> terug <strong>op</strong> individuele<br />

onderhandelingsgesprekk<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> promotietoezegging is gedaan bij goed functioner<strong>en</strong>.<br />

Bij inschaling van nieuw personeel geld<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding als richtlijn<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> deze gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> wordt echter ruimte gelat<strong>en</strong> voor onderhandeling.<br />

Het loon van beide functiehouders die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong> is, voorzover blijkt<br />

uit de beschikbare gegev<strong>en</strong>s, <strong>op</strong> grond van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d. Hiermee<br />

kan ge<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van geslacht word<strong>en</strong><br />

vastgesteld.


171<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 4<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 70%<br />

Vrouw 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-2001<br />

Geb.jaar: 1963<br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 90%<br />

Maatman 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 08-01-2001<br />

Geb.jaar: 1964<br />

2001: € 4366,- 12-11<br />

2002: € 4497,- 12-11<br />

2001: € 4366,- 12-11<br />

2002: € 4655,- 13-9<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 13.<br />

Vorig salaris € 4164,79<br />

Zit aan maximum schaal 12.<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 13.<br />

Vorig salaris € 3804,27<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 158,- per maand (3,4%)<br />

Analyse loonvergelijking 4<br />

Wanneer vrouw 4 met maatman 4 vergelek<strong>en</strong> wordt, blijkt er e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil te zijn van<br />

€ 158,- per maand. Beide beleidsadviseurs tred<strong>en</strong> in 2001 in di<strong>en</strong>st als beleidsadviseur A <strong>op</strong><br />

schaal 12-11. Zij hebb<strong>en</strong> ook beid<strong>en</strong> conform het functievereiste e<strong>en</strong> universitaire <strong>op</strong>leiding<br />

afgerond. De mannelijke beleidsadviseur is in 2002 bevorderd <strong>naar</strong> de functionele schaal 13,<br />

in teg<strong>en</strong>stelling tot de vrouwelijke beleidsadviseur. Omdat zij aan het maximum van schaal 12<br />

zit, gaat zij ge<strong>en</strong> periodiek omhoog in 2002.<br />

Juridische toets loonvergelijking 4<br />

De artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat het bevoegd gezag (verder: werkgever) ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 4 <strong>en</strong> maatman 4 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> beide dezelfde functie van beleidsadviseur<br />

A uit, waaraan functieklasse 13 is verbond<strong>en</strong>. Zij verricht<strong>en</strong> daarmee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg)<br />

gelijke waarde.<br />

Beide functiehouders hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijna gelijke leeftijd <strong>en</strong> zijn in hetzelfde jaar in di<strong>en</strong>st getred<strong>en</strong><br />

als beleidsaviseur A. Bij indi<strong>en</strong>sttreding zijn zij beid<strong>en</strong> gelijk ingeschaald <strong>op</strong> het maximumbedrag<br />

van aanlo<strong>op</strong>schaal 12. Het laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris van de maatman, als indicatie<br />

van verkreg<strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding, was daarbij lager dan dat van vrouw 4. Gezi<strong>en</strong> het


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 172<br />

inschalingsbeleid di<strong>en</strong>t aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> dat beid<strong>en</strong> over (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke ervaring<br />

beschikt<strong>en</strong> bij indi<strong>en</strong>sttreding.<br />

Voor beid<strong>en</strong> geldt dat er e<strong>en</strong> zekere spanning bestaat tuss<strong>en</strong> het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van het maximale<br />

salarisbedrag uit de aanlo<strong>op</strong>schaal, gebaseerd <strong>op</strong> onder andere het criterium van de<br />

groots mogelijke ervaring binn<strong>en</strong> die schaal, <strong>en</strong> het niet-toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de functieschaal wat<br />

wijst <strong>op</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ervaring <strong>en</strong>/of <strong>op</strong>leiding voor de betreff<strong>en</strong>de functie. Voor maatman 4<br />

wordt deze spanning na één jaar di<strong>en</strong>stverband <strong>op</strong>gehev<strong>en</strong> door promotie <strong>naar</strong> de functieschaal.<br />

Conform het beleid ontvangt de maatman e<strong>en</strong> bevorderingsperiodiek. Bij vrouw 4 blijft<br />

promotie achterwege. Doordat zij aan het maximum van de aanlo<strong>op</strong>schaal zit, ontvangt zij<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> jaarlijkse periodiek. Het niet-toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de functieschaal nadat het<br />

maximumbedrag is bereikt in de aanlo<strong>op</strong>schaal, is in zoverre conform het beleid dat hiervoor<br />

e<strong>en</strong> expliciet bevorderingsbesluit noodzakelijk is. Het achterwege lat<strong>en</strong> van dit besluit lijkt<br />

inhoudelijk ev<strong>en</strong>wel niet te strok<strong>en</strong> met het <strong>beloning</strong>sbeleid, voorzover dit indeling in de functieschaal<br />

vereist wanneer over voldo<strong>en</strong>de <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong> ervaring wordt beschikt om de functie<br />

volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> te vervull<strong>en</strong>. Het beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> zodanige ervaring <strong>en</strong> leeftijd<br />

dat toek<strong>en</strong>ning van het maximum aantal periodiek<strong>en</strong> in de aanlo<strong>op</strong>schaal gerechtvaardigd is,<br />

terwijl tegelijkertijd deze ervaring onvoldo<strong>en</strong>de is om de betreff<strong>en</strong>de functie <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> te<br />

kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>, roept het vermoed<strong>en</strong> <strong>op</strong> dat de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> niet consist<strong>en</strong>t<br />

zijn toegepast.<br />

Op grond van het bov<strong>en</strong>staande bestaat het vermoed<strong>en</strong> dat het loon van vrouw 4 <strong>en</strong> maatman<br />

4, die beid<strong>en</strong> arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, niet is gebaseerd <strong>op</strong> e<strong>en</strong> gelijke<br />

toepassing van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Hiermee bestaat e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk<br />

verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van geslacht, dat weerlegt zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> blijkt<br />

dat vrouw 4, in teg<strong>en</strong>stelling tot maatman 4, niet zou beschikk<strong>en</strong> over de voor de functie<br />

vereiste ervaring.


173<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 5<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Medewerker DIV<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 12<br />

In di<strong>en</strong>st: 08-01-1996<br />

Geb.jaar: 1976<br />

Medewerker DIV<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 6<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-<br />

1997<br />

Geb.jaar: 1973<br />

1996: € 239,60 per<br />

week<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

1997: € 1088,62 4-0<br />

1998:?<br />

01/03/1999: €<br />

1238,82 5-1 (vast<br />

di<strong>en</strong>stverband)<br />

2000: € 1396,28 5-3<br />

01/07/2000: €<br />

1505,19 6-3<br />

2001: 6-4<br />

2002: € 1793,- 6-5<br />

1997: € 1188,90 4-2<br />

1998: € 1304,62 4-3<br />

1999: 5-4<br />

2000: 5-5<br />

01/08/00 € 1773,37<br />

5-7<br />

Aanvangssalaris per week, schaal<br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Salarisschaal twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Salarisgegev<strong>en</strong>s onbek<strong>en</strong>d<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Promotie <strong>naar</strong> schaal 5, één<br />

schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> functionele schaal.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek.<br />

Bevorderingsperiodiek.<br />

N.a.v. functioneringsgesprek voorstel<br />

tot promotie <strong>naar</strong> functionele schaal 6.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Promotie <strong>naar</strong> schaal 5, één<br />

schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> functionele schaal.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie van 2 periodiek<strong>en</strong>. In het<br />

dossier is <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat hij extra<br />

periodieke verhoging krijgt want: “Hij is<br />

afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jaar in zijn functie gegroeid;


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 174<br />

goede bov<strong>en</strong>gemiddelde inzet: <strong>beloning</strong>sverhouding<br />

t.o.v. collega’s niet in<br />

balans. Dit alles rechtvaardigt extra<br />

periodieke verhoging ter stimulering <strong>en</strong><br />

ter bevordering bezoldigingsverhouding<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> afdeling”.<br />

2001: 5-7<br />

2002: € 1827,- 5-7<br />

Per 01/06/02 e<strong>en</strong><br />

gratificatie € 500,<br />

weg<strong>en</strong>s extra werkzaamhed<strong>en</strong><br />

i.v.m.<br />

ziekte collega<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Beloningsverschil 2002: € 34,- per maand (1,9%)<br />

Analyse loonvergelijking 5<br />

In loonvergelijking 5 wordt e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd van € 34,- in het nadeel van<br />

de vrouwelijke medewerker DIV. De functie van medewerker DIV wordt gewaardeerd met<br />

functieschaal 6. De twee medewerkers DIV in deze vergelijking zijn <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong><br />

werkzaam. Vrouw 12 heeft de <strong>op</strong>leiding MEAO <strong>en</strong> SOD 1 (Stichting Opleiding Docum<strong>en</strong>taire<br />

Informatievoorzi<strong>en</strong>ing) gedaan. Maatman 6 heeft e<strong>en</strong> MBO-<strong>op</strong>leiding afgerond. De vrouwelijke<br />

medewerker DIV is 3 jaar jonger dan de mannelijke medewerker DIV. Vrouw 12 is van<br />

1996 tot 1999 in tijdelijke di<strong>en</strong>st bij B. Gedur<strong>en</strong>de haar tijdelijke di<strong>en</strong>stverband is zij twee<br />

schal<strong>en</strong> lager ingeschaald dan de functionele salarisschaal. De salarisgegev<strong>en</strong>s van 1998<br />

zijn niet uit haar personeelsdossier te achterhal<strong>en</strong>. Het lijkt er<strong>op</strong> dat zij rond die tijd e<strong>en</strong> periodiek<br />

achterblijft. In januari 2000 zit zij echter wel <strong>op</strong> het salarisniveau dat zij conform beleid<br />

zou moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Bij de overgang van het tijdelijke <strong>naar</strong> het vaste di<strong>en</strong>stverband krijgt zij<br />

e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> schaal 5, nog steeds één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele schaal 6. In 2000<br />

wordt zij <strong>naar</strong> aanleiding van e<strong>en</strong> positief functioneringsgesprek bevorderd <strong>naar</strong> de functionele<br />

schaal 6. In 2001 <strong>en</strong> 2002 ontvangt zij e<strong>en</strong> periodiek conform <strong>beloning</strong>sbeleid <strong>en</strong> zit zij <strong>op</strong><br />

schaal 6-5. Maatman 6 komt e<strong>en</strong> jaar later dan vrouw 12 in di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> start ook twee schal<strong>en</strong><br />

lager dan de functionele salarisschaal 6. In 1999 krijgt hij promotie <strong>naar</strong> schaalniveau 5. In<br />

2000 krijgt hij e<strong>en</strong> extra promotie van twee periodiek<strong>en</strong> vanwege bov<strong>en</strong>gemiddelde inzet <strong>en</strong><br />

komt <strong>op</strong> schaal 5-7. In 2002 eindigt hij ook <strong>op</strong> deze schaal. De red<strong>en</strong> waarom hij in 2001 <strong>en</strong><br />

2002 ge<strong>en</strong> periodieke verhoging krijgt, is onbek<strong>en</strong>d. Wel ontvangt hij in 2002 e<strong>en</strong> gratificatie<br />

van € 500,- weg<strong>en</strong>s extra werkzaamhed<strong>en</strong> in verband met de ziekte van e<strong>en</strong> collega.


175<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Juridische toets loonvergelijking 5<br />

De artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat het bevoegd gezag (verder: werkgever) ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 12 <strong>en</strong> maatman 6 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> beide dezelfde functie van medewerker<br />

DIV uit, waaraan functieklasse 6 is verbond<strong>en</strong>. Zij verricht<strong>en</strong> daarmee arbeid van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

Hoewel vrouw 12 in de functieschaal is ingedeeld <strong>en</strong> haar maatman in de aanlo<strong>op</strong>schaal,<br />

verdi<strong>en</strong>t de laatste meer omdat hij twee periodieknummers hoger is ingeschaald Dit, ondanks<br />

het feit dat hij één jaar minder ervaring heeft in dezelfde functie. Beide functiehouders<br />

word<strong>en</strong> bij aanvang ingedeeld in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal die twee schal<strong>en</strong> lager ligt dan de functieschaal.<br />

Dit is conform het beleid dat dit mogelijk maakt. Wel is de vraag te stell<strong>en</strong> in hoeverre<br />

deze <strong>beloning</strong>smaatstaf in zichzelf consist<strong>en</strong>t is. Op basis van de indelingscriteria <strong>op</strong>leiding<br />

<strong>en</strong> ervaring suggereert dit dat beide functiehouders bij lange na niet voldo<strong>en</strong> aan de<br />

functievereist<strong>en</strong>, ondanks dat zij wel met deze werkzaamhed<strong>en</strong> belast word<strong>en</strong>. Vrouw 12<br />

wordt na ruim drie ervaringsjar<strong>en</strong> gepromoveerd <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> eerst hogere aanlo<strong>op</strong>schaal. Pas<br />

na vier<strong>en</strong>half ervaringsjar<strong>en</strong> volgt de functieschaal. Als functievereiste geldt e<strong>en</strong> ervaring<br />

‘’van <strong>en</strong>ige jar<strong>en</strong>’’ <strong>op</strong> het gebied van overheidsdocum<strong>en</strong>tatie. De maatman gaat <strong>naar</strong> de eerst<br />

hogere aanlo<strong>op</strong>schaal na twee ervaringsjar<strong>en</strong>. Na vijf ervaringsjar<strong>en</strong> zit hij nog steeds in de<br />

aanlo<strong>op</strong>schaal. Hij wordt dus nog steeds geacht over onvoldo<strong>en</strong>de ervaring <strong>en</strong>/of <strong>op</strong>leiding te<br />

beschikk<strong>en</strong> voor de betreff<strong>en</strong>de functie, hoewel hij over meer ervaringsjar<strong>en</strong> beschikt dan<br />

vereist voor de functie.<br />

De salarishistorie van beide functiehouders k<strong>en</strong>merkt zich door verschill<strong>en</strong>de onregelmatighed<strong>en</strong>.<br />

De achterblijv<strong>en</strong>de salarisontwikkeling van vrouw 12 over de jar<strong>en</strong> 1996-1998<br />

wordt <strong>en</strong>igszins gecomp<strong>en</strong>seerd door toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> jaarlijks periodiek in 1999, gevolgd<br />

door e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> schaal 5 twee maand<strong>en</strong> later. Het jaar daar<strong>op</strong> word<strong>en</strong> twee periodiek<strong>en</strong><br />

toegek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> functieschaal 6. Vanwege de bov<strong>en</strong>gemiddelde<br />

inzet van maatman 6 <strong>en</strong> de scheve <strong>beloning</strong>sverhouding<strong>en</strong> met collega’s, ontvangt<br />

deze functiehouder over 2000 in totaal drie periodiek<strong>en</strong>. De volg<strong>en</strong>de twee jaar blijft de<br />

jaarlijkse periodiek echter achterwege. Toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> jaarlijkse periodiek geschiedt<br />

volg<strong>en</strong>s beleid zolang het maximum van de schaal niet is bereikt. De autorisatie door of<br />

nam<strong>en</strong>s het hoofd van di<strong>en</strong>st van de salarismutatie in het geauto ma tiseerd personeelsbestand<br />

is hiervoor voldo<strong>en</strong>de. Weigering van deze autorisatie is mogelijk indi<strong>en</strong> de functie<br />

niet <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> wordt vervuld. De bov<strong>en</strong>gemiddelde inzet van de maatman over 2000,<br />

resulter<strong>en</strong>d in drie periodiek<strong>en</strong>, staat in cont<strong>ras</strong>t met het feit dat in de twee volg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong><br />

deze functiehouder blijkbaar niet <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> zou functioner<strong>en</strong>. De mogelijkheid bestaat<br />

dan ook dat t<strong>en</strong> onrechte periodiek<strong>en</strong> achterwege zijn geblev<strong>en</strong>. Dat geldt des te meer nu<br />

over 2002 wel e<strong>en</strong> bijzondere gratificatie weg<strong>en</strong>s extra werkzaamhed<strong>en</strong> wordt toegek<strong>en</strong>d.<br />

Voor beide functiehouders in deze loonvergelijking geldt dat de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong><br />

niet gelijkelijk zijn toegepast. Aangezi<strong>en</strong> vrouw 12, in vergelijking met maatman 6, lager<br />

beloond wordt voor arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde, is hierdoor sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong><br />

van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> geslacht.


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 176


177<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 6<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Teamassist<strong>en</strong>t A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-01-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1968<br />

Medewerker DIV<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-01-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1970<br />

2000: € 1755,22 5-9<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

2001: 5-10<br />

(vast di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/12/2001: €<br />

2071,05 6-10<br />

2002: € 2202,- 6-11<br />

Gratificatie per<br />

06/12/01 € 680,67<br />

2001: € 1402,63 5-2<br />

Docum<strong>en</strong>talist<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/07/01: € 1513,81<br />

5-3<br />

Medewerker DIV<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

2002: € 1626,- 5-4<br />

(vast di<strong>en</strong>stverband)<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Bevorderingsperiodiek. Promotie <strong>naar</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris. Functionele schaal<br />

voor de functie docum<strong>en</strong>talist is onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging. Start in functie<br />

medewerker DIV één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 576,- per maand (26,1%)<br />

Analyse loonvergelijking 6<br />

De functies teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> medewerker DIV zijn beide gewaardeerd <strong>op</strong> schaal 6. In deze<br />

vergelijking van vrouwelijke teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> mannelijke medewerker DIV is er e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil<br />

te constater<strong>en</strong> van € 576,- per maand t<strong>en</strong> nadele van de mannelijke medewerker<br />

DIV. De mannelijke medewerker DIV is twee jaar jonger dan de vrouwelijke teamassist<strong>en</strong>t<br />

A. Maatman 5 heeft e<strong>en</strong> MBO-<strong>op</strong>leiding gedaan. Van vrouw 5 zijn ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsgegev<strong>en</strong>s


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 178<br />

bek<strong>en</strong>d. Zij zijn werkzaam <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatie. Vrouw 5 is in<br />

2000 in tijdelijke di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> als teamassist<strong>en</strong>t <strong>en</strong> start dan <strong>op</strong> schaal 5-9, één schaal<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele salarisschaal 6. In 2001 krijgt zij e<strong>en</strong> vast di<strong>en</strong>stverband. Eind 2001<br />

ontvangt zij e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> de functionele schaal 6. In 2002 krijgt zij e<strong>en</strong> periodieke verhoging<br />

<strong>en</strong> eindigt dan <strong>op</strong> de maximum haalbare schaal in deze functie, schaal 6-11.<br />

Maatman 5 komt in 2001 in tijdelijke di<strong>en</strong>st als docum<strong>en</strong>talist <strong>en</strong> start <strong>op</strong> schaal 5-2. De functionele<br />

schaal voor deze functie is onbek<strong>en</strong>d. Per 1 juli 2001 stapt hij over <strong>naar</strong> de functie<br />

medewerker DIV, nog steeds in e<strong>en</strong> tijdelijk di<strong>en</strong>stverband, <strong>en</strong> ontvangt tegelijkertijd e<strong>en</strong><br />

periodieke verhoging. In 2002 ontvangt hij e<strong>en</strong> periodieke verhoging <strong>en</strong> gaat over <strong>naar</strong> e<strong>en</strong><br />

vast di<strong>en</strong>stverband. Maatman 5 zit dan nog onder het functionele schaalniveau 6.<br />

Juridische toets loonvergelijking 6<br />

De artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat het bevoegd gezag (verder: werkgever) ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 5 <strong>en</strong> maatman 5 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de functies uit, te wet<strong>en</strong> die<br />

van teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> medewerker DIV. Op basis van het functiewaarderingssysteem dat in<br />

de organisatie gebruikelijk is, <strong>en</strong> dat als e<strong>en</strong> deugdelijke methode van functiewaardering mag<br />

word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gevat (zie hoofdstuk 4, paragraaf 2), scoort de functie van teamassist<strong>en</strong>t A 620<br />

punt<strong>en</strong>. De functie van medewerker DIV scoort <strong>op</strong> basis van hetzelfde functiewaarderingssysteem<br />

605 punt<strong>en</strong>. Hiermee vall<strong>en</strong> beide functies binn<strong>en</strong> dezelfde band van de punt<strong>en</strong>loonlijn<br />

die bij het systeem behoort. Deze band, die lo<strong>op</strong>t van 570 tot <strong>en</strong> met 670 punt<strong>en</strong>, rechtvaardigt<br />

voor beide functies e<strong>en</strong> indeling in functieschaal 6. De functies van teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong><br />

medewerker DIV verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond hiervan arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

Het salarisverlo<strong>op</strong> van vrouw 5 lijkt conform het <strong>beloning</strong>sbeleid. In 2000 begint zij als teamassist<strong>en</strong>t<br />

in aanlo<strong>op</strong>schaal 5-9. Na de jaarlijkse periodieke verhoging promoveert zij aan het<br />

einde van het jaar na de functieschaal <strong>en</strong> ontvangt vervolg<strong>en</strong>s <strong>op</strong> de periodiekdatum de<br />

reguliere periodieke verhoging<strong>en</strong>. Maatman 5 start in e<strong>en</strong> gelijkwaardige functie in 2001 <strong>en</strong><br />

wordt dan ingedeeld in aanlo<strong>op</strong>schaal 5-3. Dit sluit aan <strong>op</strong> zijn laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris. In het<br />

volg<strong>en</strong>de jaar ontvangt hij e<strong>en</strong> jaarlijkse periodieke verhoging. Het huidige salarisverschil t<strong>en</strong><br />

nadele van de maatman vloeit voort uit de toek<strong>en</strong>ning van minder periodiek<strong>en</strong> bij aanvang in<br />

de betreff<strong>en</strong>de functie.<br />

Op grond van de beschikbare gegev<strong>en</strong>s is het loon van beide functiehouders die arbeid van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, berek<strong>en</strong>d <strong>naar</strong> gelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. Er is<br />

daarmee ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> geslacht.


179<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 7<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Teamassist<strong>en</strong>t A<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 6<br />

In di<strong>en</strong>st: 03-07-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1971<br />

Medewerker DIV<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 6<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-<br />

1997<br />

Geb.jaar: 1973<br />

2000: € 1875,02 5-<br />

11 (tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/07/2001 €<br />

2137,30 6-11<br />

(vast di<strong>en</strong>stverband)<br />

2002: € 2202,- 6-11<br />

1997: € 1188,90 4-2<br />

1998: € 1304,62 4-3<br />

1999: 5-4<br />

2000: 5-5<br />

01/08/00 € 1773,37<br />

5-7<br />

2001: 5-7<br />

2002: € 1827,- 5-7<br />

Per 01/06/02 e<strong>en</strong><br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Promotie <strong>naar</strong> functionele<br />

schaal 6<br />

Zit aan maximumsalaris teamassist<strong>en</strong>t<br />

A.<br />

Aanvangssalaris twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Promotie <strong>naar</strong> schaal 5, één<br />

schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> functionele schaal.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie van 2 periodiek<strong>en</strong>. In het<br />

dossier is <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat hij extra<br />

periodieke verhoging krijgt want: “Hij is<br />

afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jaar in zijn functie gegroeid;<br />

goede bov<strong>en</strong>gemiddelde inzet: <strong>beloning</strong>sverhouding<br />

t.o.v. collega’s niet in<br />

balans. Dit alles rechtvaardigt extra<br />

periodieke verhoging ter stimulering <strong>en</strong><br />

ter bevordering bezoldigingsverhouding<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> afdeling”.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong><br />

onbek<strong>en</strong>d.


Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong> 180<br />

gratificatie € 500,<br />

weg<strong>en</strong>s extra werkzaamhed<strong>en</strong><br />

i.v.m.<br />

ziekte collega<br />

Beloningsverschil 2002: € 375 ,- per maand (17,0 %)<br />

Analyse loonvergelijking 7<br />

In loonvergelijking 7 is er e<strong>en</strong> negatief <strong>beloning</strong>sverschil van € 375,- per maand voor de<br />

mannelijke medewerker DIV. De vrouwelijke teamassist<strong>en</strong>t A is twee jaar ouder dan de mannelijke<br />

medewerker DIV <strong>en</strong> is in 2000 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong>. Zij heeft e<strong>en</strong> MBO-<strong>op</strong>leiding gedaan.<br />

De mannelijke medewerker DIV is in 1997 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> MBO<strong>op</strong>leiding<br />

afgerond. Vrouw 6 begint in 2000 tijdelijk als teamassist<strong>en</strong>t in schaal 5-11. Vanaf 1<br />

juli 2001 wordt zij vast in di<strong>en</strong>st g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt bevorderd <strong>naar</strong> schaal 6-11, het maximum<br />

haalbare schaalniveau voor de functie teamassist<strong>en</strong>t A. Maatman 6 komt in 1997 in di<strong>en</strong>st als<br />

medewerker DIV <strong>en</strong> start in schaal 4, twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele schaalniveau 6.<br />

In 1999 wordt hij bevorderd <strong>naar</strong> schaal 5, één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele schaalniveau.<br />

Per 1 augustus 2000 ontvangt hij e<strong>en</strong> promotie van twee periodiek<strong>en</strong> vanwege e<strong>en</strong> goede<br />

bov<strong>en</strong>gemiddelde inzet. In 2001 <strong>en</strong> 2002 ontvangt hij ge<strong>en</strong> periodieke verhoging. De red<strong>en</strong><br />

hiervan is onbek<strong>en</strong>d. Wel ontvangt hij in 2002 e<strong>en</strong> gratificatie van € 500,- weg<strong>en</strong>s extra werkzaamhed<strong>en</strong><br />

in verband met de ziekte van e<strong>en</strong> collega.<br />

Juridische toets loonvergelijking 7<br />

De artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat het bevoegd gezag (verder: werkgever) ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de <strong>beloning</strong>, wanneer zij arbeid van<br />

gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt dat loon voor arbeid van<br />

gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige<br />

maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 6 <strong>en</strong> maatman 6 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de functies uit, te wet<strong>en</strong> die<br />

van teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> medewerker DIV. Op basis van het functiewaarderingssysteem dat in<br />

de organisatie gebruikelijk is, zijn beide functies ingedeeld in functieschaal 6. De functies van<br />

teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> medewerker DIV verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> hiermee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg)<br />

gelijke waarde (zie ook loonvergelijking 6).<br />

Voorzover de gegev<strong>en</strong>s strekk<strong>en</strong>, is de <strong>beloning</strong> van vrouw 6 conform het beleid. Na indeling<br />

in aanlo<strong>op</strong>schaal 5 promoveert zij e<strong>en</strong> jaar later <strong>naar</strong> functieschaal 6. Als gevolg van de<br />

bevorderingsperiodiek, in overe<strong>en</strong>stemming met het beleid, zit zij aan het maximumbedrag<br />

van deze schaal. Hierdoor is ge<strong>en</strong> jaarlijkse verhoging meer mogelijk in het jaar daar<strong>op</strong>.<br />

Maatman 6, die drie jaar eerder in di<strong>en</strong>st is getred<strong>en</strong>, wordt bij aanvang twee schal<strong>en</strong> onder<br />

zijn functieschaal ingedeeld. Twee jaar later promoveert hij <strong>naar</strong> de eerst hogere aanlo<strong>op</strong>schaal.<br />

Na vijf ervaringsjar<strong>en</strong> zit hij nog steeds in deze schaal. Hij wordt derhalve geacht over<br />

onvoldo<strong>en</strong>de ervaring te beschikk<strong>en</strong> om de functie volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>,<br />

ondanks het feit dat de functiebeschrijving ´twee á drie jaar ervaring´ vereist. Binn<strong>en</strong> de


181<br />

Bijlage 5 Case B / <strong>sekse</strong><br />

aanlo<strong>op</strong>schaal blijkt dat over 2000 in totaal drie periodiek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s bov<strong>en</strong>matige<br />

prestatie. In de twee volg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> blijft de jaarlijkse periodiek echter achterwege.<br />

Zowel de indeling als inschaling zijn inconsist<strong>en</strong>t ingeval van maatman 6.<br />

In vergelijking met vrouw 6 is het loon van maatman 6, die arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke<br />

waarde verricht, niet berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> gelijke toepassing van (gelijkwaardige)<br />

<strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. Hiermee is sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid<br />

<strong>naar</strong> geslacht.


183<br />

Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong><br />

Bijlage 6 Case B: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond<br />

van etniciteit<br />

Loonvergelijking 8<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Medewerker DIV<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Man 6<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-<br />

1997<br />

Geb.jaar: 1973<br />

1997: € 1188,90 4-2<br />

1998: € 1304,62 4-3<br />

1999: 5-4<br />

2000: 5-5<br />

01/08/00 € 1773,37<br />

5-7<br />

2001: 5-7<br />

2002: € 1827,- 5-7<br />

Per 01/06/02 e<strong>en</strong><br />

gratificatie € 500,<br />

weg<strong>en</strong>s extra werkzaamhed<strong>en</strong><br />

i.v.m.<br />

ziekte collega<br />

Aanvangssalaris twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Promotie <strong>naar</strong> schaal 5, één<br />

schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> functionele schaal.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie van 2 periodiek<strong>en</strong>. In het dossier<br />

is <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat hij extra periodieke<br />

verhoging krijgt want: “Hij is afgel<strong>op</strong><strong>en</strong><br />

jaar in zijn functie gegroeid; goede<br />

bov<strong>en</strong>gemiddelde inzet: <strong>beloning</strong>sverhouding<br />

t.o.v. collega’s niet in balans.<br />

Dit alles rechtvaardigt extra periodieke<br />

verhoging ter stimulering <strong>en</strong> ter bevordering<br />

bezoldigingsverhouding<strong>en</strong> <strong>op</strong> afdeling”.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging, red<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d.


Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong> 184<br />

Medewerker DIV<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-01-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1970<br />

2001: € 1402,63 5-2<br />

Docum<strong>en</strong>talist<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/07/01: € 1513,81<br />

5-3<br />

Medewerker DIV<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

2002: € 1626,- 5-4<br />

(vast di<strong>en</strong>stverband)<br />

Aanvangssalaris. Functionele schaal<br />

voor de functie docum<strong>en</strong>talist is onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging. Start in functie<br />

medewerker DIV één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 201,- per maand (11,0%)<br />

Analyse loonvergelijking 8<br />

In deze loonvergelijking is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd van € 201,- per maand in het<br />

voordeel van de allochtone medewerker DIV. De medewerkers DIV in deze vergelijking zijn<br />

werkzaam <strong>op</strong> dezelfde afdeling <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> MBO-<strong>op</strong>leiding afgerond. De allochtone<br />

medewerker DIV is drie jaar jonger dan de autochtone medewerker DIV, maar drieëne<strong>en</strong>half<br />

jaar langer in di<strong>en</strong>st. Maatman 5, de autochtone medewerker DIV, treedt in 2001 in tijdelijke<br />

di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> start <strong>op</strong> schaal 5-2. Man 6, de allochtone medewerker DIV, heeft in 2000 net<br />

e<strong>en</strong> promotie van twee periodiek<strong>en</strong> gehad vanwege goed functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaat dan <strong>naar</strong><br />

schaal 5-7. Hij zit ook in 2001 <strong>en</strong> 2002 <strong>op</strong> schaal 5-7. Waarom hij in deze jar<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging<strong>en</strong> heeft ontvang<strong>en</strong> is niet <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> uit zijn dossier. De autochtone medewerker<br />

is vanaf 2002 vast in di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> zit conform het <strong>beloning</strong>sbeleid van de organisatie<br />

<strong>op</strong> schaal 5-4.<br />

Juridische toets loonvergelijking 8<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. De wettelijke<br />

bepaling van de AWGB ter zake van ongelijke <strong>beloning</strong> geeft niet aan <strong>op</strong> welke wijze e<strong>en</strong><br />

toetsing van het verme<strong>en</strong>de onderscheid di<strong>en</strong>t plaats te vind<strong>en</strong>. Dit wordt, indi<strong>en</strong> onderscheid<br />

is gemaakt <strong>op</strong> grond van geslacht, in de Wet gelijke behandeling van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

(WGB) wel geregeld. Volg<strong>en</strong>s vaste jurisprud<strong>en</strong>tie van de CGB (o.a. oordel<strong>en</strong> 2000-03 <strong>en</strong><br />

2000-09) wordt bij de beoordeling van mogelijk onderscheid bij de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong><br />

<strong>en</strong> nationaliteit uitgegaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de<br />

WGB.


185<br />

Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong><br />

Man 6 <strong>en</strong> maatman 5 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> beide dezelfde functie van medewerker DIV uit, waaraan<br />

functieklasse 6 is verbond<strong>en</strong>. Zij verricht<strong>en</strong> daarmee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde.<br />

De autochtone maatman 5 start in 2001 in de functie van medewerker DIV <strong>op</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

5-3. Dit sluit aan <strong>op</strong> zijn laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris. In 2002 ontvangt hij e<strong>en</strong> jaarlijks periodiek. Zijn<br />

loon is berek<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong>s de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. Zowel de indeling bij indi<strong>en</strong>sttreding<br />

van de allochtone overheidswerknemer 6, als de zeer onregelmatige toek<strong>en</strong>ning van<br />

periodiek<strong>en</strong> lijkt niet conform het beleid (zie ook loonvergelijking 7). De allochtone medewerker<br />

beschikt over vier di<strong>en</strong>stjar<strong>en</strong> meer in de functie van medewerker DIV dan de autochtone<br />

maatman.<br />

Hoewel mogelijkerwijs de geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong> niet gelijkelijk zijn toegepast <strong>op</strong><br />

man 6, verdi<strong>en</strong>t hij in vergelijking met autochtone maatman 5 t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> gelijk loon voor<br />

arbeid van gelijke waarde. Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong><br />

onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong>.


Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong> 186<br />

Loonvergelijking 9<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Medewerker DIV<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 7<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-08-2001<br />

Geb.jaar: 1969<br />

Medewerker DIV<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatvrouw 8<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-2001<br />

Geb.jaar: 1960<br />

2001: € 1903,61 5-9<br />

2002: € 1961,- 5-9<br />

per 5/12/2001: brutogratificatie<br />

€ 145,44<br />

2001: € 2137,30 6-11<br />

2002: € 2202,- 6-11<br />

Aanvangssalaris één salaris b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig nettosalaris: € 1148,06<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> functionele schaal<br />

6.<br />

Vorig salarisschaal 6-10 (€ 2112,35).<br />

To<strong>en</strong> ook werkzaam bij de geme<strong>en</strong>te,<br />

maar binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere di<strong>en</strong>st.<br />

Zit aan maximumsalaris medewerker<br />

DIV.<br />

Beloningsverschil 2002: € 241,- per maand (10,9%)<br />

Analyse loonvergelijking 9<br />

Er is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 241,- in het nadeel van de allochtone medewerker DIV. De<br />

medewerkers DIV in deze vergelijking zijn beid<strong>en</strong> in 2001 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> bij de organisatie.<br />

Vrouw 7, de allochtone medewerker DIV, start met e<strong>en</strong> salaris <strong>op</strong> schaal 5-9 <strong>en</strong> is verder<br />

beloond conform het in de organisatie geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid. Zij heeft e<strong>en</strong> Schoevers<strong>op</strong>leiding<br />

tot kantoo<strong>ras</strong>sist<strong>en</strong>te 1 gedaan. Maatvrouw 8, de autochtone medewerker DIV, start<br />

<strong>op</strong> de hoogst mogelijke schaal voor e<strong>en</strong> medewerker DIV: schaal 6-11. Maatvrouw 8 is neg<strong>en</strong><br />

jaar ouder dan vrouw 7 <strong>en</strong> zat in haar vorige baan <strong>op</strong> schaal 6-10. Zij was to<strong>en</strong> ook werkzaam<br />

bij de geme<strong>en</strong>te. Haar voor<strong>op</strong>leiding is niet uit haar personeelsdossier te hal<strong>en</strong>.<br />

Juridische toets loonvergelijking 9<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgegaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB. Beide<br />

functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie van medewerker DIV uit. Er is derhalve sprake van<br />

arbeid van gelijke waarde.


187<br />

Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong><br />

Het salarisverschil tuss<strong>en</strong> vrouw 7 <strong>en</strong> maatvrouw 8 vloeit voort uit het verschil in inschaling bij<br />

indi<strong>en</strong>sttreding. Voor beid<strong>en</strong> geldt dat de inschaling aansluit bij het laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris.<br />

Vrouw 7 di<strong>en</strong>t bij het verstrijk<strong>en</strong> van haar periodiekdatum nog e<strong>en</strong> jaarlijkse periodiek te<br />

ontvang<strong>en</strong>, mits niet onvoldo<strong>en</strong>de gepresteerd wordt.<br />

Het loon van beide functiehouders die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong> is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk<br />

verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong>.


Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong> 188<br />

Loonvergelijking 10<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Medewerker DIV<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 12<br />

In di<strong>en</strong>st: 08-01-1996<br />

Geb.jaar: 1976<br />

Medewerker DIV<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatvrouw 13<br />

In di<strong>en</strong>st: 15-10-<br />

1995<br />

Geb.jaar: 1946<br />

1996: € 239,60 per<br />

week<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

1997: € 1088,62 4-0<br />

1998:<br />

01/03/1999: €<br />

1238,82 5-1 (vast<br />

di<strong>en</strong>stverband)<br />

2000: € 1396,28 5-3<br />

01/07/2000: €<br />

1505,19 6-3<br />

2001: 6-4<br />

2002: € 1793,- 6-5<br />

1995: € 1629,52 6-7<br />

functie dossiervormer/registrator<br />

1996: € 1713,47 6-8<br />

1997: 6-9<br />

functie medewerker<br />

DIV<br />

1998: 6-11<br />

1999: 6-11<br />

Aanvangssalaris per week, schaal<br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Salarisschaal twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Salarisgegev<strong>en</strong>s onbek<strong>en</strong>d<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Promotie <strong>naar</strong> schaal 5, één<br />

schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> functionele schaal.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek.<br />

Bevorderingsperiodiek.<br />

N.a.v. functioneringsgesprek voorstel<br />

tot promotie <strong>naar</strong> functionele schaal 6.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris. Functionele schaal<br />

voor de functie dossiervormer/registrator<br />

is onbek<strong>en</strong>d.<br />

Vorig salaris € 1588,23<br />

Periodieke verhoging<br />

Periodieke verhoging. Start in functie<br />

medewerker DIV <strong>op</strong> functionele schaal<br />

6.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek.<br />

Zit aan maximumsalaris medewerker<br />

DIV.


189<br />

Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong><br />

2000: 6-11<br />

2001: 6-11<br />

2002: € 2202,- 6-11<br />

F: perc<strong>en</strong>tage PPT<br />

4% 01-01-2001<br />

F: perc<strong>en</strong>tage PPT<br />

8% 01-01-2002<br />

Beloningsverschil 2002: € 409,- per maand (18,6%)<br />

Analyse loonvergelijking 10<br />

Het <strong>beloning</strong>sverschil in deze vergelijking is € 409,- t<strong>en</strong> nadele van de allochtone medewerker<br />

DIV. De allochtone medewerker DIV is 30 jaar jonger dan de autochtone medewerker<br />

DIV. Zowel de allochtone als de autochtone medewerker DIV hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> S.O.D.1 <strong>op</strong>leiding<br />

afgerond. De autochtone medewerker DIV startte eind 1995 als dossiervormer/registrator met<br />

e<strong>en</strong> aanvangssalaris van € 1629,52, schaal 6-7. Het salaris dat zij bij haar vorige werkgever<br />

ontving was € 1588,23. In 1997 wordt haar functie veranderd <strong>naar</strong> medewerker DIV. Hierin<br />

start zij in schaal 6-8. In 1998 ontvangt zij twee periodiek<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong> hiervoor is niet uit haar<br />

personeelsdossier <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong>. Vanaf 1998 zit zij <strong>op</strong> het maximumsalaris voor e<strong>en</strong> medewerker<br />

DIV. Na drie jaar <strong>op</strong> de maximale salarisschaal 6-11 gezet<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>, ontvangt de<br />

autochtone medewerker DIV e<strong>en</strong> Persoonlijke Prestatietoelage in 2001 van 4% <strong>en</strong> in 2002<br />

van 8%.<br />

De allochtone vrouw 12 is van 1996 tot 1999 in tijdelijke di<strong>en</strong>st bij B. Gedur<strong>en</strong>de haar tijdelijke<br />

di<strong>en</strong>stverband is zij twee schal<strong>en</strong> lager ingeschaald dan de functionele salarisschaal. De<br />

salarisgegev<strong>en</strong>s van 1998 zijn niet uit haar personeelsdossier te achterhal<strong>en</strong>. Het lijkt er<strong>op</strong><br />

dat zij rond die tijd e<strong>en</strong> periodiek achterblijft. In januari 2000 zit zij echter wel <strong>op</strong> het salarisniveau<br />

dat zij conform het beleid zou moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Bij de overgang van het tijdelijke <strong>naar</strong><br />

het vaste di<strong>en</strong>stverband krijgt zij e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> schaal 5, nog steeds één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

de functionele schaal 6. In 2000 wordt zij <strong>naar</strong> aanleiding van e<strong>en</strong> positief functioneringsgesprek<br />

bevorderd <strong>naar</strong> de functionele schaal 6. In 2001 <strong>en</strong> 2002 ontvangt zij e<strong>en</strong> periodiek<br />

conform het <strong>beloning</strong>sbeleid <strong>en</strong> zit zij <strong>op</strong> schaal 6-5.<br />

Juridische toets loonvergelijking 10<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgegaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB. Beide


Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong> 190<br />

functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie van medewerker DIV uit. Er is derhalve sprake van<br />

arbeid van gelijke waarde.<br />

De allochtone medewerkster 12 is drie maand<strong>en</strong> later in di<strong>en</strong>st getred<strong>en</strong> als maatvrouw 13.<br />

De inschaling van vrouw 12 bij indi<strong>en</strong>sttreding is onduidelijk. Na vier<strong>en</strong>half jaar ervaring vindt<br />

indeling <strong>op</strong> de functieschaal plaats, waarna het salaris zich volg<strong>en</strong>s het beleid ontwikkelt.<br />

Inschaling in de functieschaal is laat geschied gezi<strong>en</strong> de voor de functie vereiste ervaring van<br />

´<strong>en</strong>ige jar<strong>en</strong>´. De functiehoudster beschikte bij aanvang al wel over het juiste <strong>op</strong>leidingsniveau.<br />

Het hogere salaris van maatvrouw 3 is verklaarbaar <strong>op</strong> grond van haar hogere inschaling<br />

bij aanvang. Over de laatste twee jar<strong>en</strong> ontvangt zij e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag omdat zij <strong>op</strong><br />

het maximumbedrag van de functieschaal zit. De hoogte van de toeslag is conform het beleid.<br />

Volg<strong>en</strong>s het geld<strong>en</strong>de beleid di<strong>en</strong>t ingeval van 55-plussers echter wel één wachtjaar in<br />

acht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> (zie hoofdstuk 4). De toek<strong>en</strong>ning van de PPT lijkt derhalve één jaar<br />

te vroeg te zijn toegek<strong>en</strong>d.<br />

De late doorstroming <strong>naar</strong> de functieschaal bij vrouw 12 lijkt niet in overe<strong>en</strong>stemming met het<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid. Hiermee lijk<strong>en</strong> de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, in vergelijking met maatvrouw 13,<br />

niet gelijkelijk te zijn toegepast <strong>op</strong> vrouw 12. Op grond hiervan bestaat e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van<br />

wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong>, dat weerlegd kan word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> vrouw 12,<br />

gedur<strong>en</strong>de de eerste vier<strong>en</strong>half jaar dat zij haar functie uitoef<strong>en</strong>de, over onvoldo<strong>en</strong>de ervaring<br />

beschikte om deze functie volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> te vervull<strong>en</strong>.


191<br />

Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong><br />

Loonvergelijking 11<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Beleidsadviseur B<br />

Allochtoon<br />

Deeltijd, 90%<br />

Vrouw 9<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-11-<br />

1996<br />

Geb.jaar: 1969<br />

1996: € 1392,92 8-3<br />

P&O assist<strong>en</strong>t<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

1997: 8-4<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/11/1998: €<br />

1822,81 9-3<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/03/1999: €<br />

1963,15 9-5<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/08/1999: €<br />

2114,01 10-4<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/03/2000: €<br />

2220,52 10-5<br />

P&O adviseur<br />

(vast di<strong>en</strong>stverband)<br />

Aanvangssalaris. Functionele schaal<br />

voor de functie P&O assist<strong>en</strong>t is onbek<strong>en</strong>d.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging. Promotie <strong>naar</strong> schaal 9.<br />

2 extra periodiek<strong>en</strong>.<br />

Bevorderingsperiodiek. Promotie <strong>naar</strong><br />

schaal 10.<br />

Extra periodiek. Promotie <strong>naar</strong> P&O<br />

adviseur (functionele schaal 11). Zit nu<br />

dus één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele<br />

schaal.<br />

01/11/2000: €<br />

2250,44 10-8<br />

Overplaatsing <strong>naar</strong><br />

P&O Adviseurs,<br />

DBV/Team P&O<br />

adviseurs.<br />

01/04/2001: €<br />

2739,34 11-5<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> twee extra 2<br />

periodiek<strong>en</strong>.<br />

Bevorderingsperiodiek. Promotie <strong>naar</strong><br />

schaal 11. Vermoedelijk nu functieverandering<br />

<strong>naar</strong> beleidsadviseur B. Zit<br />

één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> functionele schaal.


Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong> 192<br />

01/11/2001: €<br />

3222,67 11-8<br />

Overplaatsing <strong>naar</strong><br />

directie Personeel <strong>en</strong><br />

Organisatie<br />

E<strong>en</strong> periodieke verhoging <strong>en</strong> 2 extra<br />

periodiek<strong>en</strong>.<br />

Beleidsadviseur B<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 90%<br />

Maatvrouw 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-08-<br />

1997<br />

Geb.jaar: 1963<br />

2002: € 3618,- 11-8<br />

In maart 2001 gratificatie<br />

€ 226,89<br />

1997: € 2321,74 11-4<br />

functie beleidsadviseur<br />

1998: € 2609,74 12-1<br />

1999: 12-2<br />

2000: € 3010,31 12-3<br />

2001: € 3302,35 12-5<br />

per 1/04/2001 beleidsadviseur<br />

B<br />

2002: € 3827,- 12-5<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 12.<br />

Vorig salaris € 2454,04.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek. Functieverandering. Start in<br />

functie beleidsadviseur B <strong>op</strong> functionele<br />

schaal 12.<br />

Beloningsverschil 2002: € 209,- per maand (5,5%)<br />

Analyse loonvergelijking 11<br />

Wanneer vrouw 9 <strong>en</strong> maatvrouw 3 met elkaar vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, dan kan er e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil<br />

van € 209,- per maand geconstateerd word<strong>en</strong> in het nadeel van vrouw 9, de allochtone<br />

beleidsadviseur B. De beleidsadviseurs zijn werkzaam <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong>. De<br />

autochtone beleidsadviseur heeft e<strong>en</strong> academische <strong>op</strong>leiding afgerond. De allochtone beleidsadviseur<br />

komt e<strong>en</strong> jaar eerder in di<strong>en</strong>st bij de organisatie, in de functie van P&O assist<strong>en</strong>t.<br />

Op dat mom<strong>en</strong>t is de hoogst g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding van de allochtone beleidsadviseur e<strong>en</strong><br />

HBO-<strong>op</strong>leiding. Zij is tev<strong>en</strong>s zes jaar jonger dan de autochtone maatvrouw in de vergelijking.<br />

Van 1996 tot 2000 heeft de allochtone medewerkster e<strong>en</strong> tijdelijk di<strong>en</strong>stverband. In 1999


193<br />

Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong><br />

behaalt zij haar academische studie arbeids- <strong>en</strong> organisatiesociologie. In 2000 promoveert<br />

vrouw 9 <strong>naar</strong> de functie van P&O adviseur (FSK 11). Zij wordt ingedeeld in aanlo<strong>op</strong>schaal 10<br />

<strong>en</strong> ontvangt e<strong>en</strong> extra periodiek. Op haar periodiekdatum later in dat jaar ontvangt zij in totaal<br />

drie periodiek<strong>en</strong>. In 2001 volgt promotie van schaal 10 <strong>naar</strong> schaal 11. Vermoedelijk is dat<br />

het mom<strong>en</strong>t dat zij de functie van beleidsadviseur B krijgt. Schaal 11 is e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

voor de beleidsadviseur B. In november 2001 ontvangt zij naast de jaarlijkse periodiek nog<br />

twee extra periodiek<strong>en</strong>, zodat zij in 2002 eindigt <strong>op</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal 11-8.<br />

De autochtone vrouw 3 in deze vergelijking start als beleidsadviseur in 1997 één schaal<br />

onder het functionele schaalniveau, maar in 1998 krijgt zij promotie <strong>naar</strong> schaal 12. In 2001<br />

start zij per 1 april in de functie van beleidsadviseur B <strong>en</strong> gaat daarom in 2001 e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek omhoog. Ook de autochtone maatvrouw 3 beschikt over e<strong>en</strong> HBO-<strong>op</strong>leiding <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

academische <strong>op</strong>leiding.<br />

Juridische toets loonvergelijking 11<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgegaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB. Beide<br />

functiehouders oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie van beleidsadviseur B uit. Er is derhalve sprake van<br />

arbeid van gelijke waarde.<br />

Ervan uitgaande dat beide functiehoudsters per 1 april 2001 gestart zijn als beleidsadviseur<br />

B, valt te constater<strong>en</strong> dat de autochtone maatvrouw bij aanvang is ingedeeld in functieschaal<br />

12-5. Dit sluit aan <strong>op</strong> haar vorige ervaring <strong>en</strong> <strong>beloning</strong> <strong>en</strong> is conform het beleid. De allochtone<br />

vrouw wordt ingedeeld <strong>op</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal 11-5, wat aansluit <strong>op</strong> haar vorige salaris. Zij heeft<br />

daarvoor ruim één jaar ervaring als P&O adviseur (FSK 11). De indeling is derhalve ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

conform het beleid. In hetzelfde jaar nog ontvangt de allochtone medewerkster twee<br />

extra periodiek<strong>en</strong> bij overplaatsing <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> andere directie. Beid<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> jaarlijkse<br />

periodieke verhoging te ontvang<strong>en</strong> in 2002 bij normaal functioner<strong>en</strong>.<br />

Het loon van beide functiehouders, die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk<br />

verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>.


Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong> 194<br />

Loonvergelijking 12<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Medewerker DIV<br />

Allochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 7<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-08-2001<br />

Geb.jaar: 1969<br />

Teamassist<strong>en</strong>t A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatvrouw 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-01-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1968<br />

2001: € 1903,61 5-9<br />

2002: € 1961,- 5-9<br />

per 5/12/2001:<br />

gratificatie € 145,44<br />

2000: € 1755,22 5-9<br />

(tijdelijk di<strong>en</strong>stverband)<br />

2001: 5-10<br />

(vast di<strong>en</strong>stverband)<br />

01/12/2001: €<br />

2071,05<br />

6-10<br />

2002: € 2202,- 6-11<br />

Gratificatie per<br />

06/12/01 € 680,67<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig nettosalaris: € 1148,06<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Bevorderingsperiodiek. Promotie <strong>naar</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 241,- per maand (10,9%)<br />

Analyse loonvergelijking 12<br />

In vergelijking 12 is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil te constater<strong>en</strong> van € 241,- per maand t<strong>en</strong> nadele<br />

van de allochtone medewerker DIV, vrouw 7, in vergelijking met de autochtone teamassist<strong>en</strong>t<br />

A, maatvrouw 5. Zij zijn <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong> werkzaam. De autochtone teamassist<strong>en</strong>t<br />

A is één jaar ouder dan de allochtone medewerker DIV. De autochtone teamassist<strong>en</strong>t A start<br />

in 2000 met e<strong>en</strong> tijdelijk di<strong>en</strong>stverband <strong>op</strong> schaal 5-9, één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele<br />

schaal 6. De allochtone medewerker DIV start in 2001 <strong>op</strong> hetzelfde schaalniveau als de<br />

autochtone teamassist<strong>en</strong>t destijds startte. Eind 2001 krijgt vrouw 5, de autochtone teamassist<strong>en</strong>t,<br />

promotie <strong>naar</strong> de functionele schaal 6 <strong>en</strong> ontvangt tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> gratificatie. In 2002 volgt<br />

er e<strong>en</strong> periodieke verhoging, zodat zij in 2002 <strong>op</strong> schaal 6-11 zit. T<strong>en</strong> tijde van de loonvergelijking<br />

is de allochtone medewerkster nog ge<strong>en</strong> jaar in di<strong>en</strong>st. Wel heeft zij in december 2001<br />

e<strong>en</strong> gratificatie ontvang<strong>en</strong>.


195<br />

Bijlage 6 Case B / <strong>ras</strong><br />

Juridische toets loonvergelijking 12<br />

Artikel 5 lid 1 sub d AWGB, in sam<strong>en</strong>hang met artikel 1 AWGB, verbiedt onderscheid <strong>op</strong><br />

grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit bij de arbeidsvoorwaard<strong>en</strong>, waaronder de <strong>beloning</strong>. Bij de<br />

beoordeling van mogelijk onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong> grond van <strong>ras</strong> <strong>en</strong> nationaliteit wordt<br />

uitgegaan van de onderzoekscriteria zoals weergegev<strong>en</strong> in artikel 7 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de WGB. Allochtone<br />

vrouw 2 <strong>en</strong> maatvrouw 4 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de functies uit, te wet<strong>en</strong> die van medewerker<br />

DIV <strong>en</strong> teamassist<strong>en</strong>t A. Op basis van het functiewaarderingssysteem dat in de organisatie<br />

gebruikelijk is, zijn beide functies ingedeeld in functieschaal 6. De functies van teamassist<strong>en</strong>t<br />

A <strong>en</strong> medewerker DIV verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> hiermee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke<br />

waarde (zie ook loonvergelijking 6 <strong>en</strong> 7). Voorzover de gegev<strong>en</strong>s strekk<strong>en</strong>, is de salarisontwikkeling<br />

van beide functiehouders tot zoverre conform het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Het loon van beide functiehouders, die arbeid van gelijke waarde verricht<strong>en</strong>, is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk<br />

verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>ras</strong>.


197<br />

Bijlage 7 Case B / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Bijlage 7 Case B: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond<br />

van <strong>arbeidsduur</strong><br />

Loonvergelijking 13<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-09-<br />

2000<br />

Geb.jaar: 1966<br />

Beleidsadviseur A<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 70%<br />

Maatvrouw 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-2001<br />

Geb.jaar: 1963<br />

2000: € 4086,74 13-8<br />

2001: 13-9<br />

2002: € 4655,- 13-9<br />

2001: € 4366,- 12-11<br />

2002: € 4497,- 12-11<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> functionele schaal<br />

13. Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 13. Vorig salaris €<br />

4164,79<br />

Zit aan maximum schaal 12.<br />

Beloningsverschil 2002: € 158,- per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband (3,4%)<br />

Analyse loonvergelijking 13<br />

Het <strong>beloning</strong>sverschil van € 158,- per maand dat in deze vergelijking wordt geconstateerd is<br />

t<strong>en</strong> nadele van de deeltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur A. De beleidsadviseurs A in deze vergelijking<br />

zijn <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong> werkzaam. De deeltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur is<br />

drie jaar ouder dan de voltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur. Zowel de voltijder als de deeltijder in<br />

de vergelijking hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> academische graad behaald. De voltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur<br />

is in 2000 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong>. De periodieke verhoging<strong>en</strong> van de voltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur<br />

verl<strong>op</strong><strong>en</strong> conform het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid. Zij start met e<strong>en</strong> salaris <strong>op</strong> schaal 13-<br />

8. De deeltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur start in 2001 in de functie van beleidsadviseur A <strong>op</strong><br />

schaal 12-11, dit is één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele niveau 13. Haar salaris in haar vorige<br />

baan was € 4164,79 <strong>en</strong> zij start in deze functie met e<strong>en</strong> salaris van € 4365,82. In 2002 zit zij<br />

nog <strong>op</strong> het maximum van schaal 12 <strong>en</strong> heeft zij nog ge<strong>en</strong> promotie gekreg<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de functionele<br />

schaal 13. Volg<strong>en</strong>s het <strong>beloning</strong>sbeleid is het aan haar leidinggev<strong>en</strong>de wanneer dit gaat<br />

gebeur<strong>en</strong>.


Bijlage 7 Case B / <strong>arbeidsduur</strong> 198<br />

Juridische toets loonvergelijking 13<br />

Artikel 125g Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>wet bepaalt onder andere dat het bevoegd gezag ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de voorwaard<strong>en</strong><br />

waaronder e<strong>en</strong> aanstelling wordt verle<strong>en</strong>d, verl<strong>en</strong>gd dan wel beëindigd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk<br />

onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De systematiek die volg<strong>en</strong>s de Memorie van Toelichting<br />

(MvT) gevolgd moet word<strong>en</strong> bij toetsing of e<strong>en</strong> regeling in strijd is met de WOA, is als<br />

volgt (Kamerstukk<strong>en</strong> II 1995-1996, 24 498, nr. 3, p. 9). Eerst moet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of sprake<br />

is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake is van b<strong>en</strong>adeling,<br />

moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Omdat binn<strong>en</strong> de<br />

di<strong>en</strong>st zes van de ti<strong>en</strong> vrouwelijke beleidsadviseurs A in deeltijd werk<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong>over drie van<br />

de e<strong>en</strong><strong>en</strong>dertig mannelijke beleidsadviseurs A, zal e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd onderscheid <strong>naar</strong><br />

<strong>arbeidsduur</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>naar</strong> geslacht <strong>op</strong> grond van de WGB kunn<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>lever<strong>en</strong>. Vanuit dat oogpunt is het van belang dat het Eur<strong>op</strong>ese Hof van Justitie in de zaak<br />

Helmig heeft bepaald dat van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers - bij<br />

arbeid van gelijke waarde - sprake is, indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers wordt<br />

betaald, bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers<br />

wordt betaald.<br />

De deeltijder <strong>en</strong> volti jder in deze vergelijking oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit van beleidsadviseur<br />

A <strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> daarmee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde. Het salarisverschil t<strong>en</strong> nadele<br />

van de deeltijder bij e<strong>en</strong> gelijk aantal ur<strong>en</strong> vloeit voort uit e<strong>en</strong> lagere indeling bij indi<strong>en</strong>sttreding<br />

<strong>en</strong> het achterwege blijv<strong>en</strong> van promotie <strong>naar</strong> de functieschaal <strong>op</strong> het mom<strong>en</strong>t dat zij e<strong>en</strong><br />

jaar <strong>op</strong> het maximale bedrag van de aanlo<strong>op</strong>schaal zit.<br />

De indeling bij indi<strong>en</strong>streding sluit voor de deeltijder aan bij het vorige salaris (als indicator<br />

van <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong> ervaring) <strong>en</strong> is conform het beleid. Het achterwege blijv<strong>en</strong> van promotie <strong>naar</strong><br />

de functionele schaal, wat wijst <strong>op</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ervaring voor de functie, levert e<strong>en</strong> zekere<br />

spanning <strong>op</strong> met het feit dat haar ervaring <strong>en</strong> leeftijd dusdanig word<strong>en</strong> beoordeeld dat toek<strong>en</strong>ning<br />

van het maximum aantal periodieknummers in de aanlo<strong>op</strong>schaal gerechtvaardigd is<br />

(zie ook loonvergelijking 4). Ev<strong>en</strong>wel kan niet gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid<br />

vanwege <strong>arbeidsduur</strong> (zie o.a. CGB oordeel 2000-68). Op grond van het gevoerde<br />

<strong>beloning</strong>sbeleid is ook de doorstroming van voltijders <strong>naar</strong> de functionele schaal afhankelijk<br />

van de beslissing van het managem<strong>en</strong>t of de functiehouder, gezi<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding <strong>en</strong><br />

ervaring, de functie volledig <strong>en</strong> <strong>naar</strong> behor<strong>en</strong> zal kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>.<br />

Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.


199<br />

Bijlage 7 Case B / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Loonvergelijking 14<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Beleidsadviseur B<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Man 7<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-06-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1970<br />

Beleidsadviseur B<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 85%<br />

Maatman 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 16-04-<br />

2001<br />

Geb.jaar: 1969<br />

2001: € 3294,90 11-6<br />

2002: € 3506,- 11-7<br />

2001: € 3610,- 11-10<br />

2002: € 4050,- 12-7<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 12.<br />

Vorig salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 12. De afspraak is<br />

dat hij bij goed functioner<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal<br />

12 promoveert. Vorig salaris € 3259,96.<br />

Bevorderingsperiodiek <strong>en</strong> periodieke<br />

verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 544,- per maand bij e<strong>en</strong> voltijds di<strong>en</strong>stverband (13,4%)<br />

Analyse loonvergelijking 14<br />

In deze loonvergelijking is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd van € 544,- per maand in het<br />

nadeel van de voltijder. De in deeltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur is één jaar ouder. De beide<br />

beleidsadviseurs zijn werkzaam <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de afdeling<strong>en</strong>. Zij zijn in de eerste helft van<br />

2001 in di<strong>en</strong>st getred<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> academische <strong>op</strong>leiding afgerond. De voltijd werk<strong>en</strong>de<br />

beleidsadviseur start in 2001 in schaal 11-6, één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele schaal 12.<br />

Zijn vorige salaris is onbek<strong>en</strong>d. Conform het <strong>beloning</strong>sbeleid krijgt hij e<strong>en</strong> periodieke verhoging<br />

in 2002. Maatman 3, de in deeltijd werk<strong>en</strong>de beleidsadviseur, start in 2001 <strong>op</strong> schaal 11-<br />

10, € 3610,-. Zijn vorige salaris was € 3259,96. Er wordt bij de aanstelling afgesprok<strong>en</strong> dat hij<br />

bij goed functioner<strong>en</strong> in 2002 <strong>naar</strong> schaal 12 promoveert. In 2002 ontvangt hij dan ook e<strong>en</strong><br />

promotie <strong>naar</strong> de functionele schaal.<br />

Juridische toets loonvergelijking 14<br />

Artikel 125g Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>wet bepaalt onder andere dat het bevoegd gezag ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de voorwaard<strong>en</strong><br />

waaronder e<strong>en</strong> aanstelling wordt verle<strong>en</strong>d, verl<strong>en</strong>gd dan wel beëindigd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk<br />

onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De systematiek die volg<strong>en</strong>s de Memorie van Toelichting<br />

(MvT) gevolgd moet word<strong>en</strong> bij toetsing of e<strong>en</strong> regeling in strijd is met de WOA, is als<br />

volgt (Kamerstukk<strong>en</strong> II 1995-1996, 24 498, nr. 3, p. 9). Eerst moet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of sprake<br />

is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake is van b<strong>en</strong>adeling,<br />

moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Omdat binn<strong>en</strong> de


Bijlage 7 Case B / <strong>arbeidsduur</strong> 200<br />

di<strong>en</strong>st zes van de elf vrouwelijke beleidsadviseurs B in deeltijd werk<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong>over twee van<br />

de achtti<strong>en</strong> mannelijke beleidsadviseurs B, zal e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd onderscheid <strong>naar</strong><br />

<strong>arbeidsduur</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>naar</strong> geslacht <strong>op</strong> grond van de WGB kunn<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>lever<strong>en</strong>. Vanuit dat oogpunt is het van belang dat het Eur<strong>op</strong>ese Hof van Justitie in de zaak<br />

Helmig heeft bepaald dat van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers - bij<br />

arbeid van gelijke waarde - sprake is, indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers wordt<br />

betaald, bij hetzelfde aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers<br />

wordt betaald.<br />

De deeltijder <strong>en</strong> voltijder in deze vergelijking oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit van beleidsadviseur<br />

B <strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> daarmee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde. Het salarisverschil t<strong>en</strong> nadele<br />

van de voltijder vloeit voort uit e<strong>en</strong> lagere inschaling bij indi<strong>en</strong>sttreding. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> promoveert<br />

de deeltijder, in teg<strong>en</strong>stelling tot de voltijder, na één jaar di<strong>en</strong>stverband <strong>naar</strong> de functieschaal<br />

zoals afgesprok<strong>en</strong> bij indi<strong>en</strong>sttreding. Het laatste is conform het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Op grond van de beschikbare gegev<strong>en</strong>s kan dan ook niet van gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> nadelig onderscheid vanwege <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.


201<br />

Bijlage 7 Case B / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Loonvergelijking 15<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Teamassist<strong>en</strong>t A<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 10<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-09-2001<br />

Geb.jaar: 1975<br />

Medewerker DIV<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd, 50%<br />

Maatvrouw 11<br />

In di<strong>en</strong>st: 14-05-2001<br />

Geb.jaar: 1957<br />

2001: € 1773,37 5-7<br />

2002: € 1827,- 5-7<br />

14/5/2001: € 1937,47<br />

6-8<br />

2002: € 2065,- 6-9<br />

Aanvangssalaris één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

functionele schaal 6.<br />

Vorig salaris € 1457,54 (schaal 4-3).<br />

To<strong>en</strong> ook werkzaam bij de geme<strong>en</strong>te,<br />

echter binn<strong>en</strong> andere di<strong>en</strong>st<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> functionele schaal<br />

6. Vorig salaris € 1805,04 (schaal 6-<br />

6). To<strong>en</strong> ook werkzaam bij de geme<strong>en</strong>te,<br />

echter binn<strong>en</strong> andere di<strong>en</strong>st<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 238,- per maand bij e<strong>en</strong> voltijd di<strong>en</strong>stverband (11,5%)<br />

Analyse loonvergelijking 15<br />

In loonvergelijking 15 is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil van € 238,- per maand in het nadeel van de<br />

voltijd werk<strong>en</strong>de teamassist<strong>en</strong>t A <strong>en</strong> in het voordeel van de deeltijd werk<strong>en</strong>de medewerker<br />

DIV. De voltijd werk<strong>en</strong>de teamassist<strong>en</strong>t A start in de tweede helft van 2001met haar baan <strong>en</strong><br />

de deeltijd werk<strong>en</strong>de medewerker DIV start in de eerste helft van 2001 met haar baan. Zij<br />

hebb<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> daarvoor ook e<strong>en</strong> functie gehad binn<strong>en</strong> B, maar bij e<strong>en</strong> andere tak van di<strong>en</strong>st.<br />

Beide functionariss<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> hun periodieke verhoging<strong>en</strong> conform het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Het <strong>beloning</strong>sverschil is te verklar<strong>en</strong> door het verschil in aanvangssalariss<strong>en</strong>. De<br />

voltijd werk<strong>en</strong>de teamassist<strong>en</strong>t start in schaal 5-7, één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele<br />

schaalniveau. Haar vorige salaris zat <strong>op</strong> schaal 4-3. De deeltijd werk<strong>en</strong>de medewerker DIV<br />

start met e<strong>en</strong> salaris <strong>op</strong> schaalniveau 6-8. Haar vorige salaris zat <strong>op</strong> schaal 6-6. De deeltijd<br />

werk<strong>en</strong>de medewerker DIV is tev<strong>en</strong>s 18 jaar ouder dan de voltijd werk<strong>en</strong>de teamassist<strong>en</strong>t A.<br />

Maatvrouw 11, de deeltijd werk<strong>en</strong>de medewerker DIV heeft e<strong>en</strong> S.O.D.1 <strong>op</strong>leiding gevolgd.<br />

Vrouw 10, de voltijd werk<strong>en</strong>de teamassist<strong>en</strong>t A, heeft e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding directie-secretaresse<br />

gedaan.<br />

Juridische toets loonvergelijking 15<br />

Artikel 125g Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>wet bepaalt onder andere dat het bevoegd gezag ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de voorwaard<strong>en</strong><br />

waaronder e<strong>en</strong> aanstelling wordt verle<strong>en</strong>d, verl<strong>en</strong>gd dan wel beëindigd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk


Bijlage 7 Case B / <strong>arbeidsduur</strong> 202<br />

onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De systematiek die volg<strong>en</strong>s de Memorie van Toelichting<br />

(MvT) gevolgd moet word<strong>en</strong> bij toetsing of e<strong>en</strong> regeling in strijd is met de WOA, is als<br />

volgt (Kamerstukk<strong>en</strong> II 1995-1996, 24 498, nr. 3, p. 9). Eerst moet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of sprake<br />

is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>. Indi<strong>en</strong> sprake is van b<strong>en</strong>adeling,<br />

moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Omdat binn<strong>en</strong> de<br />

di<strong>en</strong>st het aantal vrouwelijke deeltijders in de functies van teamassist<strong>en</strong>t <strong>en</strong> medewerker DIV<br />

oververteg<strong>en</strong>woordigd zijn, zal e<strong>en</strong> ongerechtvaardigd onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> tev<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> indirect onderscheid <strong>naar</strong> geslacht <strong>op</strong> grond van de WGB kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>lever<strong>en</strong>. Vanuit dat<br />

oogpunt is het van belang dat het Eur<strong>op</strong>ese Hof van Justitie in de zaak Helmig heeft bepaald<br />

dat van gelijke behandeling van voltijdwerkers <strong>en</strong> deeltijdwerkers - bij arbeid van gelijke<br />

waarde - sprake is, indi<strong>en</strong> de totale <strong>beloning</strong> die aan voltijdwerkers wordt betaald, bij hetzelfde<br />

aantal ur<strong>en</strong>, gelijk is aan de totale <strong>beloning</strong> die aan deeltijdwerkers wordt betaald.<br />

De voltijder <strong>en</strong> deeltijder oef<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de functies uit, te wet<strong>en</strong> die van teamassist<strong>en</strong>t A<br />

<strong>en</strong> van medewerker DIV. Op basis van het functiewaarderingssysteem dat in de organisatie<br />

gebruikelijk is, zijn beide functies ingedeeld in functieschaal 6. De functies van teamassist<strong>en</strong>t<br />

A <strong>en</strong> medewerker DIV verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> hiermee arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde (zie<br />

ook loonvergelijking 6, 7 <strong>en</strong> 12). De voltijder ontvangt bij e<strong>en</strong> gelijk aantal ur<strong>en</strong> minder loon<br />

dan de deeltijder. Dit als gevolg van e<strong>en</strong> lagere inschaling bij indi<strong>en</strong>sttreding. Gezi<strong>en</strong> het<br />

verschil in leeftijd <strong>en</strong> verschil in laatstg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> salaris lijkt de inschaling van beid<strong>en</strong> conform<br />

het <strong>beloning</strong>sbeleid. Op grond van de beschikbare gegev<strong>en</strong>s kan dan ook niet van gesprok<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid vanwege <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van nadelig onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.


203<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

Bijlage 8 Case C: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond<br />

van <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 1<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07<br />

1990<br />

Geb.jaar: 1940<br />

01/07/1990: €1270,58 5-3<br />

met terugwerk<strong>en</strong>de kracht 6-<br />

1<br />

1991: € 1350,90 5-5<br />

met terugwerk<strong>en</strong>de kracht 6-<br />

3<br />

Aanvangssalaris met<br />

terugwerk<strong>en</strong>de kracht <strong>op</strong> schaal<br />

6-1.<br />

Promotie van twee periodiek<strong>en</strong>.<br />

1992: 6-5<br />

1993: 6-7<br />

1994: 6-8<br />

1995: 6-9<br />

1996: 6-10<br />

1997: € 1826,92 6-11<br />

1998: € 1925,84 6-12<br />

1999: € 2027,94 6-13<br />

2000: € 2084,67 6-15<br />

2001: 6-15<br />

2002: € 2309,- 6-15<br />

Bereikbaarheidstoeslag €<br />

40,10<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek vanwege buit<strong>en</strong>gewoon<br />

goed functioner<strong>en</strong>.<br />

Zit aan maximumsalaris uitvaartverzorger.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 204<br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-<br />

03-1984<br />

Geb.jaar: 1941<br />

Persoonlijke toeslag €<br />

130,30<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 224,50<br />

01/03/1984: € 1367,24<br />

groep 45-9<br />

functie uitvaartregelaar/uitvaartleider<br />

1985-1989: onbek<strong>en</strong>d<br />

1990: 6-7<br />

1991: 6-8<br />

1992: 7-8 € 1756,58<br />

1993-1994: onbek<strong>en</strong>d<br />

1995: € 1971,22 7-15<br />

functie medewerker<br />

bedrijfsbureau<br />

1996: 7-15<br />

1997: 7-15<br />

1998: 7-15<br />

1999: € 2225,79 7-15<br />

2000: 7-15<br />

2001: 7-15<br />

2002: € 2466,- 7-15<br />

Persoonlijke toeslag € 51,30<br />

Aanvangssalaris in de functie uitvaartregelaar/uitvaartleider.<br />

De<br />

functie uitvaartregelaar/uitvaartleider<br />

is gelijk aan de functie uitvaartverzorger.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ingedeeld <strong>op</strong> schaalniveau 6-7.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 7 <strong>en</strong> twee<br />

extra periodiek<strong>en</strong>, omdat hij tijdelijk<br />

medewerker bedrijfsbureau is. Deze<br />

functie is ingedeeld <strong>op</strong> schaal 7. De<br />

verhoging is ook ter comp<strong>en</strong>satie<br />

van de autokost<strong>en</strong>vergoeding die hij<br />

hiervoor had.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ingedeeld <strong>op</strong> schaal 7-15. Conform<br />

het <strong>beloning</strong>sbeleid zou hij <strong>op</strong><br />

schaal 7-11 moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Hij heeft<br />

dus in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 3 jaar e<strong>en</strong><br />

promotie gehad van 4 periodiek<strong>en</strong>.<br />

Zit aan maximum schaal 7.


205<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

Beloningsverschil 2002: € 157,- per maand ( 6,4%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 79,- (voordeel vrouw)<br />

Bereikbaarheidstoeslag € 40,10 (voordeel vrouw)<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 224,50 (voordeel vrouw)<br />

Analyse loonvergelijking 1<br />

In bov<strong>en</strong>staande vergelijking is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd van € 157,- per maand<br />

in het nadeel van de vrouwelijke uitvaartverzorger. De verschill<strong>en</strong> in de toeslag<strong>en</strong> zijn allemaal<br />

in het voordeel van vrouw 1. Het totale voordeel voor de vrouwelijke uitvaartverzorger in<br />

toeslag<strong>en</strong> bedraagt € 343,60 per maand. De twee functiehouders in deze vergelijking verschill<strong>en</strong><br />

één jaar in leeftijd.<br />

De <strong>beloning</strong>shistorie van vrouw 1 lijkt conform het beleid te verl<strong>op</strong><strong>en</strong>. Zij komt in 1990 in<br />

di<strong>en</strong>st bij C als uitvaartverzorger <strong>en</strong> start <strong>op</strong> schaal 6-1. Over 1991, 1992 <strong>en</strong> 1993 ontvangt zij<br />

e<strong>en</strong> verhoging van twee periodiek<strong>en</strong> per jaar. We hebb<strong>en</strong> bij de leidinggev<strong>en</strong>de navraag<br />

gedaan <strong>naar</strong> de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van deze promoties, maar voor hem gaat dit te ver terug in het<br />

verled<strong>en</strong>. Hij k<strong>en</strong>t de red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor niet. In 2000 ontvangt zij wederom e<strong>en</strong> extra periodiek.<br />

Uit haar dossier is <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> dat zij deze gekreg<strong>en</strong> heeft vanwege buit<strong>en</strong>gewoon<br />

goed functioner<strong>en</strong>.<br />

Maatman 1 komt zes jaar eerder in di<strong>en</strong>st dan vrouw 1. De salarisschaal waar hij in 1984<br />

start is e<strong>en</strong> andere schaalindeling dan nu toegepast wordt. Gegev<strong>en</strong>s over deze schaalindeling<br />

zijn er niet. Zijn salarisgegev<strong>en</strong>s van 1985 tot <strong>en</strong> met 1989 zijn niet uit zijn personeelsdossier<br />

te hal<strong>en</strong>. In 1990 is maatman 1 ingedeeld in schaal 6-7. In 1992 krijgt hij promotie<br />

<strong>naar</strong> schaal 7 <strong>en</strong> twee extra periodiek<strong>en</strong>. Uit zijn dossier is <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> dat hij dan tijdelijk<br />

e<strong>en</strong> andere functie heeft, namelijk medewerker bedrijfsbureau. Deze functie is ingedeeld <strong>op</strong><br />

schaal 7. De salarisgegev<strong>en</strong>s van 1993 <strong>en</strong> 1994 zijn onbek<strong>en</strong>d. In 1995 zit hij <strong>op</strong> <strong>op</strong> het<br />

maximum van de schaal (7-15). Als we terugrek<strong>en</strong><strong>en</strong> zou hij conform het <strong>beloning</strong>sbeleid <strong>op</strong><br />

schaal 7-11 moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in 1995. Dit betek<strong>en</strong>t dat hij dus in die jar<strong>en</strong> in totaal vier periodiek<strong>en</strong><br />

extra heeft gekreg<strong>en</strong>. Bij navraag aan de leidinggev<strong>en</strong>de blijkt dat hij in 1995 e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de<br />

functie heeft gekreg<strong>en</strong>. Dit is de red<strong>en</strong> van de promotie van vier periodiek<strong>en</strong>. Vrij<br />

snel daarna blijkt dat maatman 1 deze leidinggev<strong>en</strong>de functie niet meer kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

uiteindelijk is hij (na e<strong>en</strong> lange periode thuis te zijn geweest) weer terug gekom<strong>en</strong> in de functie<br />

van uitvaartverzorger. Hij is echter nooit meer terug gegaan in salaris <strong>en</strong> zit dus vanaf<br />

1995 <strong>op</strong> schaal 7-15.<br />

Juridische toets loonvergelijking 1<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemer in de <strong>beloning</strong><br />

wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt<br />

dat loon voor arbeid van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 1 <strong>en</strong> maatman 1 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> vanaf 1996 dezelfde<br />

functie uit van uitvaartverzorger. Op grond van de functie-indeling in de CAO is deze


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 206<br />

functie ingedeeld <strong>op</strong> schaal 6. Hoewel het proces van functiewaarder<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> grondslag<br />

heeft geleg<strong>en</strong> aan deze CAO-functieschal<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d is binn<strong>en</strong> de organisatie, mag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> dat beid<strong>en</strong> arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong> omdat zij in dezelfde<br />

functie werkzaam zijn.<br />

De <strong>beloning</strong> van vrouw 1 lijkt conform het beleid verl<strong>op</strong><strong>en</strong> te zijn, hoewel de toek<strong>en</strong>ning van<br />

extra periodiek<strong>en</strong> bij goed functioner<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> deel uitmaakt van het formele cao<strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Er is hier sprake van e<strong>en</strong> in de tijd gegroeide praktijk. Voorzover de CAO<strong>beloning</strong>snorm<br />

e<strong>en</strong> minimumnorm vormt, is e<strong>en</strong> hogere <strong>beloning</strong> geoorloofd. Wel di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

hierbij gelijke maatstav<strong>en</strong> toegepast te word<strong>en</strong> <strong>op</strong> functiehouders die arbeid van gelijke waarde<br />

verricht<strong>en</strong>.<br />

Het salarisverschil met maatman 1 is t<strong>en</strong> dele verklaarbaar omdat hij zes jaar eerder in di<strong>en</strong>st<br />

is getred<strong>en</strong>. Voorts vloeit het verschil voort uit het feit dat maatman 1 na e<strong>en</strong> tijdelijke vervulling<br />

van e<strong>en</strong> functie <strong>op</strong> hoger niveau, zijn hogere schaal heeft behoud<strong>en</strong>. De leidinggev<strong>en</strong>de<br />

stelt dat maatman 1, naast deze tijdelijke functievervulling, in 1995 korte tijd als leidinggev<strong>en</strong>de<br />

heeft gewerkt. Dit heeft tot e<strong>en</strong> structurele toek<strong>en</strong>ning van schaal 7 geleid <strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige<br />

toek<strong>en</strong>ning van vier extra periodiek<strong>en</strong>. Bij terugkeer na de eig<strong>en</strong> functie is het salaris niet<br />

bevror<strong>en</strong>. Het CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sregels ingeval van demotie. Zowel<br />

de praktijk van extra periodiek<strong>en</strong> bij goed functioner<strong>en</strong> als van salarisbehoud (<strong>en</strong> groei) bij<br />

demotie wijst bij gebrek aan geformaliseerde criteria <strong>op</strong> e<strong>en</strong> ondoorzichtig <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Hoewel dit aanleiding kan gev<strong>en</strong> tot toepassing van ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, is dit <strong>op</strong><br />

grond van deze loonvergelijking niet aantoonbaar. Beide functiehouders hebb<strong>en</strong> extra periodiek<strong>en</strong><br />

ontvang<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun di<strong>en</strong>stverband, terwijl voor vrouw 1 ge<strong>en</strong> demotie heeft plaats<br />

gehad. Hierdoor kan niet kan word<strong>en</strong> nagaan of zij in dat geval ook zou profiter<strong>en</strong> van salarisbehoud<br />

<strong>en</strong> –groei.<br />

Voorzover de gegev<strong>en</strong>s strekk<strong>en</strong>, is de <strong>beloning</strong> van beide functiehouders die arbeid van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d.<br />

Hoewel del<strong>en</strong> van het <strong>beloning</strong>sbeleid ondoorzichtig zijn, blijkt in deze loonvergelijking niet<br />

van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>.


207<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 2<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-<br />

1990<br />

Geb.jaar: 1942<br />

1/07/1990: € 1517,44 5<br />

met terugwerk<strong>en</strong>de kracht 6-7<br />

1991: 6-8<br />

1992: 6-9<br />

1993: 6-10<br />

1994: 6-11<br />

1995: 6-12<br />

1996: 6-13<br />

1997: € 1878,65 6-14<br />

1998: € 1979,39 6-15<br />

1999: € 2084,67 6-15<br />

2000: 6-15<br />

Aanvangssalaris met terugwerk<strong>en</strong>de<br />

kracht <strong>op</strong> schaal<br />

6-7.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Zit aan maximumsalaris uitvaartverzorger.<br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-<br />

06-1981<br />

Geb.jaar: 1957<br />

2001: 6-15<br />

2002: € 2309,- 6-15<br />

Bereikbaarheidstoeslag: €<br />

40,10<br />

Persoonlijke toeslag:€ 130,30<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

01/06/1981: € 950,67 groep<br />

III-10<br />

functie uitvaartbedi<strong>en</strong>de<br />

1982-1983: onbek<strong>en</strong>d<br />

Aanvangssalaris in de functie<br />

uitvaartbedi<strong>en</strong>de. De functie<br />

uitvaartbedi<strong>en</strong>de wordt volg<strong>en</strong>s<br />

de huidige CAO ingedeeld <strong>op</strong><br />

schaalniveau 3. Waar de functie<br />

ingedeeld was in 1981 is niet<br />

meer te achterhal<strong>en</strong>.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 208<br />

01/06/1984: € 1255,16<br />

functie assist<strong>en</strong>t uitvaartleider<br />

1985-1989: onbek<strong>en</strong>d<br />

functie uitvaartverzorger per<br />

1987<br />

1990: 6-7<br />

1991: 6-8<br />

1992: 6-9<br />

1993: 6-10<br />

1994: 6-11<br />

1995: 6-12<br />

1996: 6-13<br />

1997: € 1878,65 6-14<br />

1998: € 1979,39 6-15<br />

1999: € 2106,90 7-8<br />

2000: 7-12<br />

Functie wordt assist<strong>en</strong>t uitvaartleider.<br />

Deze functie is niet <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

in de CAO. Schaalniveau<br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ingedeeld <strong>op</strong> schaalniveau 6-7.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Krijgt promotie <strong>naar</strong> schaal 7<br />

omdat hij wordt aangesteld als<br />

uitvaartverzorger in e<strong>en</strong> ander<br />

filiaal. In het verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

uitvaartverzorgers hier schaal 7<br />

gekreg<strong>en</strong> ter comp<strong>en</strong>satie van<br />

twee week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> telefonisch<br />

bereikbaar zijn voor meerdere<br />

ur<strong>en</strong> per dag. Er wordt<br />

verzocht hem in te del<strong>en</strong> per<br />

1/1/1999 in schaal 7-8 € 2106,90.<br />

Dit wordt gehonoreerd.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

promotie van 3 periodiek<strong>en</strong>. Er<br />

wordt verzocht om hem per<br />

1/1/2000 in te del<strong>en</strong> in schaal 7-


209<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

12 omdat toek<strong>en</strong>ning van één<br />

periodiek ge<strong>en</strong> vooruitgang in<br />

salaris betek<strong>en</strong>t. Door e<strong>en</strong> aantal<br />

loze jar<strong>en</strong> krijgt m<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

periodiek ge<strong>en</strong> salarisverhoging.<br />

Ook heeft hij e<strong>en</strong> goede inzet<br />

getoond. Dit wordt gehonoreerd.<br />

2001: 7-13<br />

2002: € 2400,- 7-14<br />

Bereikbaarheidstoeslag €<br />

40,10<br />

Persoonlijke toeslag € 130,30<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 91,- per maand (3,8%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 0,-<br />

Bereikbaarheidstoeslag € 0,-<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 0,-<br />

Analyse loonvergelijking 2<br />

In loonvergelijking 2 is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd van € 91,- per maand t<strong>en</strong> nadele<br />

van de vrouwelijke uitvaartverzorger. Er is ge<strong>en</strong> verschil geconstateerd in de toeslag<strong>en</strong> die de<br />

twee functionariss<strong>en</strong> in deze vergelijking ontvang<strong>en</strong>. De vrouwelijke uitvaartverzorger in deze<br />

vergelijking is 15 jaar ouder dan de maatman 2. Vrouw 2 start in 1990 in de functie uitvaartverzorger<br />

<strong>op</strong> schaal 6-7. Haar <strong>beloning</strong>sgeschied<strong>en</strong>is verlo<strong>op</strong>t dan conform het <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Vanaf 1998 zit zij <strong>op</strong> het maximumsalaris van e<strong>en</strong> uitvaartverzorger.<br />

Maatman 2 komt neg<strong>en</strong> jaar eerder in di<strong>en</strong>st dan vrouw 2. Hij start in de functie van uitvaartbedi<strong>en</strong>de.<br />

De salarisschaal waar hij dan in start is e<strong>en</strong> andere schaalindeling dan nu toegepast<br />

wordt. Nu wordt de functie van uitvaartb edi<strong>en</strong>de gewaardeerd met schaalniveau 3. Tot<br />

1990 is het schaalniveau van maatman 2 onbek<strong>en</strong>d. In 1984 wordt hij uitvaartleider <strong>en</strong> in<br />

1987 krijgt hij de functie uitvaartverzorger (drie jaar eerder dan dat vrouw 2 in deze functie<br />

begint bij C). In 1990 is de mannelijke uitvaartverzorger ingedeeld in schaal 6-7. Uit zijn <strong>beloning</strong>shistorie<br />

is te concluder<strong>en</strong> dat zijn <strong>beloning</strong> tot 1998 conform het binn<strong>en</strong> de organisatie<br />

geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid verlo<strong>op</strong>t. In 1999 krijgt maatman 2 promotie <strong>naar</strong> schaal 7, volg<strong>en</strong>s<br />

zijn dossier omdat hij wordt aangesteld als uitvaartverzorger in e<strong>en</strong> ander filiaal. De red<strong>en</strong><br />

hiervan is dat de uitvaartverzorgers in dit filiaal twee week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> per maand draai<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dat zij telefonisch bereikbaar di<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn voor e<strong>en</strong> aantal ur<strong>en</strong> per dag. In zijn dossier zit<br />

e<strong>en</strong> schriftelijk verzoek om maatman 2 om deze red<strong>en</strong> te promover<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal 7. Hier<strong>op</strong><br />

volgt e<strong>en</strong> extra promotie van drie periodiek<strong>en</strong> in 2000. Uit het dossier blijkt dat deze promotie<br />

is aangevraagd omdat de toek<strong>en</strong>ning van de jaarlijkse periodiek ge<strong>en</strong> vooruitgang in salaris<br />

zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hij heeft daarnaast ook e<strong>en</strong> goede inzet getoond het afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jaar.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 210<br />

Juridische toets loonvergelijking 2<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemer in de <strong>beloning</strong><br />

wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt<br />

dat loon voor arbeid van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 2 <strong>en</strong> maatman 2 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie<br />

uit van uitvaartverzorger. Op grond van de functie-indeling in de CAO is deze functie ingedeeld<br />

<strong>op</strong> schaal 6. Hoewel het proces van functiewaarder<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> grondslag heeft geleg<strong>en</strong><br />

aan deze CAO-functieschal<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d is binn<strong>en</strong> de organisatie, mag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

dat beid<strong>en</strong> arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong> omdat zij in dezelfde functie<br />

werkzaam zijn.<br />

Maatman 2 is drie jaar eerder aangevang<strong>en</strong> in de functie van uitvaartverzorger dan vrouw 2.<br />

Na eerder andere functies verricht te hebb<strong>en</strong>, lo<strong>op</strong>t het salaris van maatman 2 vanaf 1990<br />

gelijk met vrouw 2. In 1999 komt daar verandering in omdat maatman 2 <strong>naar</strong> schaal 7 promoveert<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> jaar later drie extra periodiek<strong>en</strong> ontvangt. Dit verklaart het loonverschil met<br />

vrouw 2. Toek<strong>en</strong>ning van schaal 7 is in strijd met het CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid. Dit beleid gaat uit<br />

van indeling in de functieschaal, in dit geval schaal 6. Het indelingsbeleid in schal<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tieert<br />

niet <strong>naar</strong> filiaal, maar slecht <strong>naar</strong> de zwaarte van de arbeid. Ook (extra) week<strong>en</strong>d- <strong>en</strong><br />

bereikbaarheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> rechtvaardig<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hogere inschaling. Hiervoor zijn aparte toeslag<strong>en</strong><br />

beschikbaar die maatman 2 ook blijkt te ontvang<strong>en</strong>. Door maatman 2 bij het bereik<strong>en</strong> van<br />

het maximum van zijn functieschaal te promover<strong>en</strong> <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> hogere schaal, waar dit bij<br />

vrouw 2 die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan het maximum van haar schaal is achterwege blijft, wijst <strong>op</strong> de<br />

toepassing van ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>.<br />

Het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van drie extra periodiek<strong>en</strong> aan maatman 2 over het jaar 2000 mede vanwege<br />

het feit dat anders ge<strong>en</strong> de facto salarisverhoging volgt, lijkt te wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> individuele<br />

afwijking van de <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>. Alle salarisschal<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele functiejar<strong>en</strong> waarbij<br />

ge<strong>en</strong> salarisverhoging volgt. Bij vrouw 2 gaf in ieder geval de red<strong>en</strong> dat bij toek<strong>en</strong>ning van<br />

e<strong>en</strong> functiejaar ge<strong>en</strong> salarisverhoging hoeft te volg<strong>en</strong>, in het verled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aanleiding om<br />

extra functiejar<strong>en</strong> toe te wijz<strong>en</strong>.<br />

Door het loon van vrouw 2, in vergelijking met maatman 2 die arbeid van gelijke waarde<br />

verricht, niet <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, is sprake van e<strong>en</strong><br />

vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong> in de <strong>beloning</strong>.


211<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 3<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-03-<br />

1994<br />

Geb.jaar: 1965<br />

1/03/1994: € 1317,32 4-3<br />

1/06/1994: 6-1<br />

1995: 6-2<br />

1996: € 1527,42 6-3<br />

1997: € 1618,18 6-4<br />

1998: € 1711,66 6-5<br />

1999: € 1859,59 6-6<br />

2000: 6-7<br />

2001: 6-8<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> schaal 4-3,<br />

twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het<br />

functionele schaalniveau 6.<br />

Promotie <strong>naar</strong> functionele<br />

schaalniveau 6 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra<br />

periodiek.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 3<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-<br />

04-1997<br />

Geb.jaar: 1966<br />

2002: € 2185,- 6-9<br />

Bereikbaarheidstoeslag: €<br />

40,10<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

1/04/1997: € 1273,31 2-4<br />

functie uitvaartbedi<strong>en</strong>de<br />

1/12/1998: € 1382,67 3-3<br />

functie uitvaartverzorger<br />

1999: € 1453,- 3-4<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris in de functie<br />

uitvaartbedi<strong>en</strong>de. De functie<br />

uitvaartbedi<strong>en</strong>de wordt volg<strong>en</strong>s<br />

de huidige CAO ingedeeld <strong>op</strong><br />

schaalniveau 3. Hij is dus één<br />

schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele<br />

schaal ingedeeld.<br />

Functie wordt uitvaartverzorger.<br />

Ingedeeld in schaal 3-3, drie<br />

schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele<br />

schaalniveau.<br />

Periodieke verhoging. Tijd<strong>en</strong>s de<br />

functionele inwerktijd van 6


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 212<br />

maand<strong>en</strong> ontvangt hij e<strong>en</strong> persoonlijke<br />

toeslag tot schaal 6-0.<br />

Dat is in december 1998: €<br />

104,37 <strong>en</strong> van jan. t/m mei 1999<br />

€ 106,64<br />

01/06/1999: € 1577,79 4-5<br />

2000: € 1622,26 4-6<br />

2001: 5-6<br />

2002: € 1931,- 5-7<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 4 <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek. Zijn functionele<br />

inwerktijd van 6 maand<strong>en</strong> is<br />

voorbij. Zit nog wel 2 schal<strong>en</strong><br />

onder het functionele schaalniveau.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 5 <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek. Zit nog één<br />

schaal onder het functionele<br />

schaalniveau.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 254,- per maand (11,6%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Bereikbaarheidstoeslag € 40,10 (voordeel vrouw)<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 0,-<br />

Analyse loonvergelijking 3<br />

In de bov<strong>en</strong>staande vergelijking is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil gevond<strong>en</strong> van € 254,- per maand in<br />

het nadeel van de mannelijke uitvaartverzorger. Ook het verschil in toeslag<strong>en</strong> van € 40,10 per<br />

maand is in het nadeel van de maatman 3. Het leeftijdsverschil van de twee functiehouders<br />

in deze vergelijking is e<strong>en</strong> jaar. Vrouw 3 komt in 1994 in di<strong>en</strong>st als uitvaartverzorger <strong>en</strong> start<br />

dan <strong>op</strong> schaal 4-3, twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele schaalniveau 6. Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de<br />

is zij destijds twee schal<strong>en</strong> lager ingedeeld omdat zij to<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong> is als<br />

aankom<strong>en</strong>d uitvaartverzorger. Zij zat nog in e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingstraject tot uitvaartverzorger. Volg<strong>en</strong>s<br />

de leidinggev<strong>en</strong>de zat er destijds e<strong>en</strong> manager die vond dat nieuwe uitvaartverzorgers<br />

eerst e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding moest<strong>en</strong> doorl<strong>op</strong><strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s zij in de functionele schaal ingedeeld kond<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Vanaf 1 juni 1994 wordt vrouw 3 volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de formeel uitvaartverzorger.<br />

Dan ontvangt zij ook promotie <strong>naar</strong> de functionele schaal 6 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra periodiek.<br />

In de jar<strong>en</strong> daarna verl<strong>op</strong><strong>en</strong> haar <strong>beloning</strong><strong>en</strong> conform het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid in de<br />

organisatie.<br />

Maatman 3 komt in 1997 in di<strong>en</strong>st bij C als uitvaartbedi<strong>en</strong>de. Deze functie wordt volg<strong>en</strong>s de<br />

cao ingedeeld <strong>op</strong> schaal 3. Hij is dus één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de functionele schaal ingedeeld.


213<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

Eind 1998 wordt maatman 3 uitvaartverzorger (vrouw 3 start haar functie als uitvaartverzorger<br />

bij C vier jaar eerder) <strong>en</strong> krijgt promotie <strong>naar</strong> schaal 3-3. Dit betek<strong>en</strong>t dat hij dan drie schal<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele schaalniveau ingedeeld is dat voor e<strong>en</strong> uitvaartverzorger geldt,<br />

namelijk schaal 6. Ook hier geeft de leidinggev<strong>en</strong>de aan dat maatman 3 destijds nog in <strong>op</strong>leiding<br />

was voor de functie van uitvaartverzorger. Uit zijn personeelsdossier blijkt dat hij tijd<strong>en</strong>s<br />

zijn functionele inwerktijd van zes maand<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag ontvangt tot schaal 6-0<br />

(het functionele schaalniveau). Per juni 1999, als zijn inwerktijd voorbij is, krijgt hij promotie<br />

<strong>naar</strong> schaal 4-5 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra periodiek. Nog steeds zit maatman 3 dan twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

het functionele schaalniveau. In 2001 krijgt hij promotie <strong>naar</strong> schaal 5 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra periodiek,<br />

dus zit hij nog steeds onder het functionele schaalniveau. Aan de leidinggev<strong>en</strong>de van<br />

de uitvaartverzorgers hebb<strong>en</strong> wij gevraagd waarom maatman 3 nog steeds b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het<br />

functionele schaalniveau is ingedeeld. Hij zegt hier<strong>op</strong>:<br />

‘Als je kijkt <strong>naar</strong> het daadwerkelijke salaris dat maatman 3 ontvangt, maakt het niet uit in geld<br />

in welke schaal hij nu ingedeeld is. Straks bij de overgang <strong>naar</strong> de VOU-CAO wordt iedere<strong>en</strong><br />

toch ingedeeld in VOU-schaal 5.’<br />

Juridische toets loonvergelijking 3<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemer in de <strong>beloning</strong><br />

wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt<br />

dat loon voor arbeid van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 3 <strong>en</strong> maatman 3 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie<br />

uit van uitvaartverzorger. Op grond van de functie-indeling in de CAO is deze functie ingedeeld<br />

<strong>op</strong> schaal 6. Hoewel het proces van functiewaarder<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> grondslag heeft geleg<strong>en</strong><br />

aan deze CAO-functieschal<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d is binn<strong>en</strong> de organisatie, mag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

dat beid<strong>en</strong> arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong> omdat zij in dezelfde functie<br />

werkzaam zijn.<br />

Vrouw 3 wordt in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal geplaats bij indi<strong>en</strong>sttreding. Dit is volg<strong>en</strong>s het CAO<strong>beloning</strong>sbeleid<br />

toegestaan voor ‘’beperkte tijd’’ wanneer de functiehouder nog niet over de<br />

vaardighed<strong>en</strong> beschikt voor e<strong>en</strong> goede functievervulling. Het managem<strong>en</strong>t geeft aan dat<br />

onder ‘’beperkte tijd’’ doorgaans maximaal zes maand<strong>en</strong> wordt verstaan. Drie maand<strong>en</strong> na<br />

indi<strong>en</strong>sttreding promoveert vrouw 3 <strong>naar</strong> de functieschaal wat derhalve in overe<strong>en</strong>stemming<br />

is met het beleid. Haar verdere salarisverlo<strong>op</strong> voldoet ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan het beleid. Maatman 3<br />

verdi<strong>en</strong>t minder voor arbeid van gelijke waarde. Hoewel hij ruim vier jaar later aanvangt in de<br />

functie van uitvaartverzorger, verklaart dit niet het gehele loonverschil. E<strong>en</strong> deel van het<br />

verschil vloeit voort uit het feit dat na bijna vier functiejar<strong>en</strong> nog steeds ge<strong>en</strong> indeling in de<br />

functieschaal heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Dit is in strijd met het CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid dat aanstelling<br />

in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal slechts voor beperkte tijd mogelijk maakt. De door de werkgever<br />

aangevoerde rechtvaardiging<strong>en</strong> hiervoor overtuig<strong>en</strong> niet. Met aanstelling in de functieschaal<br />

wordt e<strong>en</strong> gunstiger salarisperspectief gebod<strong>en</strong> dan in de aanlo<strong>op</strong>schaal. Het feit dat onder<br />

de nieuwe cao wel e<strong>en</strong> indeling in de functieschaal zal plaats vind<strong>en</strong>, doet bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet af<br />

aan mogelijk onderscheid in het verled<strong>en</strong>.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 214<br />

Door het loon van maatman 3, in vergelijking met vrouw 3 die arbeid van gelijke waarde<br />

verricht, niet <strong>op</strong> grondslag van gelijke maatstav<strong>en</strong> te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, is sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong><br />

van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> geslacht in de <strong>beloning</strong>.


215<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

Loonvergelijking 4<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Vrouw 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-11-<br />

1995<br />

Geb.jaar: 1952<br />

01/11/1995: € 1384,94 4-4<br />

01/04/1996: € 1425,78 6-1<br />

1997: € 1513,81 6-2<br />

1998: € 1605,02 6-3<br />

1999: € 1747,05 6-4<br />

2000: € 1802,42 6-5<br />

2001: onbek<strong>en</strong>d<br />

2002: € 2059,71 6-6<br />

Bereikbaarheidstoeslag: €<br />

40,10<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> schaal 4-4,<br />

twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het<br />

functionele schaalniveau 6.<br />

Promotie <strong>naar</strong> het functionele<br />

schaalniveau.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging, heeft dus<br />

één jaar ge<strong>en</strong> periodieke verhoging<br />

gehad.<br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 4<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-<br />

12-1998<br />

Geb.jaar: 1950<br />

1/12/1998: € 1983,47 6-12<br />

1999: € 2000,72 6-12<br />

2000: € 2027,94 6-13<br />

2001: 6-14<br />

2002: € 2309,- 6-15<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

Aanvangssalaris <strong>op</strong> schaal 6-12.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Beloningsverschil 2002: € 249,29 per maand (10,8%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Bereikbaarheidstoeslag € 40,10 (voordeel vrouw)<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 0,-


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 216<br />

Analyse loonvergelijking 4<br />

Het geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschil in loonvergelijking 4 is € 249,29 per maand in het<br />

nadeel van de vrouwelijke uitvaartverzorger. Het verschil in toeslag<strong>en</strong> is € 40,10 per maand in<br />

het voordeel van de vrouwelijke uitvaartverzorger. De mannelijke uitvaartverzorger in deze<br />

vergelijking is twee jaar ouder dan de vrouwelijke uitvaartverzorger. Als we kijk<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de<br />

<strong>beloning</strong>shistorie van vrouw 4, dan zi<strong>en</strong> we dat zij gestart is in 1995 als uitvaartverzorger in<br />

schaal 4-4. Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de is zij to<strong>en</strong> twee schal<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele<br />

schaalniveau begonn<strong>en</strong> omdat zij nog in het <strong>op</strong>leidingstraject tot uitvaartverzorger zat. E<strong>en</strong><br />

half jaar later heeft zij inderdaad promotie gekreg<strong>en</strong> <strong>naar</strong> schaal 6-1, het functionele schaalniveau.<br />

Tot 2000 ontvangt zij de standaard periodieke verhoging<strong>en</strong>. Haar salarisgegev<strong>en</strong>s<br />

van 2001 zijn niet <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> uit haar dossier. In 2002 zit zij <strong>op</strong> schaalniveau 6-6 <strong>en</strong> heeft zij<br />

dus één periodieke verhoging gemist. De red<strong>en</strong> hiervan blijkt ook bij de leidinggev<strong>en</strong>de onbek<strong>en</strong>d<br />

te zijn.<br />

De mannelijke uitvaartverzorger begint eind 1998 met zijn baan als uitvaartverzorger. Zijn<br />

aanvangssalaris is schaal 6-12. Zowel uit zijn personeelsdossier <strong>en</strong> uit het gesprek met de<br />

leidinggev<strong>en</strong>de blijkt dat de red<strong>en</strong> van deze hoge inschaling is dat maatman 4 e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong><br />

uitvaartonderneming heeft gehad <strong>en</strong> dus veel ervaring heeft in deze functie. Zijn <strong>beloning</strong>shistorie<br />

verlo<strong>op</strong>t verder conform <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Juridische toets loonvergelijking 4<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemer in de <strong>beloning</strong><br />

wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt<br />

dat loon voor arbeid van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 4 <strong>en</strong> maatman 4 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie<br />

uit van uitvaartverzorger. Op grond van de functie-indeling in de CAO is deze functie ingedeeld<br />

<strong>op</strong> schaal 6. Hoewel het proces van functiewaarder<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> grondslag heeft geleg<strong>en</strong><br />

aan deze CAO-functieschal<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d is binn<strong>en</strong> de organisatie, mag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

dat beid<strong>en</strong> arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong> omdat zij in dezelfde functie<br />

werkzaam zijn.<br />

Het salarisverschil in deze loonvergelijking vloeit voort uit de hogere inschaling van maatman<br />

4 bij aanvang in de betreff<strong>en</strong>de functie. Het cao-<strong>beloning</strong>sbeleid bepaalt terzake: ´´indi<strong>en</strong> bij<br />

aanstelling e<strong>en</strong> werknemer elders zoveel in de functie bruikbare ervaring heeft verkreg<strong>en</strong> dat<br />

inschaling <strong>op</strong> 0 functiejar<strong>en</strong> niet redelijk is, kunn<strong>en</strong> hem in overe<strong>en</strong>stemming met die ervaring<br />

extra functiejar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d´´. Gezi<strong>en</strong> de elders verkreg<strong>en</strong> ervaring van maatman 4<br />

lijkt zijn inschaling destijds gerechtvaardigd <strong>op</strong> grond van het <strong>beloning</strong>sbeleid.<br />

Hoewel het grootste deel van het loonverschil verklaarbaar is door toepassing van gelijke<br />

maatstav<strong>en</strong>, resteert e<strong>en</strong> klein verschil dat niet is terug te voer<strong>en</strong> <strong>op</strong> de toepassing van gelijke<br />

maatstav<strong>en</strong>. Waar volg<strong>en</strong>s het cao-<strong>beloning</strong>sbeleid ieder jaar e<strong>en</strong> functiejaar moet word<strong>en</strong><br />

toegek<strong>en</strong>d totdat het maximum van de schaal is bereikt, is dit in 2001 zonder nadere verklaring<br />

achterwege geblev<strong>en</strong> bij vrouw 4.


217<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

E<strong>en</strong> klein deel van de <strong>beloning</strong> van beide functiehouders, die arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke<br />

waarde verricht<strong>en</strong>, is niet <strong>op</strong> grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d. Er is<br />

daarmee sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid in de <strong>beloning</strong> <strong>op</strong><br />

grond van <strong>sekse</strong>.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 218<br />

Loonvergelijking 5<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Uitvaartverzorger 1/03/1989: € 1270,58 3-4<br />

Autochtoon<br />

werkt 20 uur als administratief<br />

medewerker<br />

Deeltijd 80%<br />

Vrouw 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-03<br />

1989<br />

Geb.jaar: 1949 1990: € 1311,88 3-5<br />

1991: 4-7<br />

functie medewerker<br />

bedrijfsbureau B<br />

1992: 4-8<br />

1993: 4-9<br />

1994: 4-10<br />

m.i.v. 01/04/1994 gaat zij 32<br />

uur werk<strong>en</strong><br />

1995: 4-11<br />

1996: 4-12<br />

m.i.v. 01/09/1996 gaat zij 40<br />

uur werk<strong>en</strong><br />

m.i.v. 01/11/1996 gaat zij<br />

weer 32 uur werk<strong>en</strong><br />

1997: € 1628,62 4-13<br />

01/11/1997: € 1669,46 5-5<br />

functie uitvaartregelaar/uitvaartleider<br />

Aanvangssalaris in de functie administratief<br />

medewerker. Deze functie<br />

is niet <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de CAO. Bij<br />

navraag blijkt deze functie <strong>op</strong><br />

schaalniveau 3 te zitt<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 4 <strong>en</strong> drie<br />

extra periodieke verhoging<strong>en</strong>.<br />

Nieuwe functie medewerker bedrijfsbureau<br />

B is ingedeeld in schaal<br />

4.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 5. Functie<br />

wordt uitvaartregelaar/uitvaartleider.<br />

De functie uitvaartregelaar/uitvaartleider<br />

is gelijk aan de<br />

functie uitvaartverzorger. Zij zit nu<br />

dus één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele<br />

niveau.<br />

1998: € 1711,66 5-6


219<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-<br />

03-1984<br />

Geb.jaar: 1941<br />

1999: € 2015,92 6-7<br />

2000: € 2076,61 6-8<br />

2001: 6-9<br />

2002: € 2185,- 6-10<br />

Bereikbaarheidstoeslag: €<br />

40,10<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

01/03/1984: € 1367,24 groep<br />

45-9<br />

functie uitvaartregelaar/uitvaartleider<br />

1985-1989: onbek<strong>en</strong>d<br />

1990: 6-7<br />

1991: 6-8<br />

1992: 7-8 € 1756,58<br />

1993-1994: onbek<strong>en</strong>d<br />

1995: € 1971,22 7-15<br />

functie medewerker<br />

bedrijfsbureau<br />

1996: 7-15<br />

1997: 7-15<br />

1998: 7-15<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> functionele schaal 6<br />

<strong>en</strong> drie extra periodieke verhoging<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris in de functie uitvaartregelaar/uitvaartleider.<br />

De<br />

functie uitvaartregelaar/uitvaartleider<br />

is gelijk aan de<br />

functie uitvaartverzorger.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ingedeeld <strong>op</strong> schaalniveau 6-7.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 7 <strong>en</strong> twee<br />

extra periodiek<strong>en</strong>, omdat hij tijdelijk<br />

medewerker bedrijfsbureau is. Deze<br />

functie is ingedeeld <strong>op</strong> schaal 7. De<br />

verhoging is ook ter comp<strong>en</strong>satie<br />

van de autokost<strong>en</strong>vergoeding die hij<br />

hiervoor had.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Ingedeeld <strong>op</strong> schaal 7-15. Conform<br />

het <strong>beloning</strong>sbeleid zou hij <strong>op</strong><br />

schaal 7-11 moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Hij heeft<br />

dus in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 3 jaar e<strong>en</strong><br />

promotie gehad van 4 periodiek<strong>en</strong>.<br />

Zit aan maximum schaal 7.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 220<br />

1999: € 2225,79 7-15<br />

2000: 7-15<br />

2001: 7-15<br />

2002: € 2466,- 7-15<br />

Persoonlijke toeslag € 51,30<br />

Beloningsverschil 2002: € 281,- per maand (11,4%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 51,30 (voordeel man)<br />

Bereikbaarheidstoeslag € 40,10 (voordeel vrouw)<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 224,50 (voordeel vrouw)<br />

Analyse loonvergelijking 5<br />

In bov<strong>en</strong>staande loonvergelijking is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd t<strong>en</strong> nadele van de<br />

vrouwelijke uitvaartverzorger van € 281,- per maand. Het totale verschil in de toeslag<strong>en</strong> is €<br />

213,30 in het voordeel van de vrouwelijke uitvaartv erzorger. De vrouw in deze vergelijking<br />

ontvangt ge<strong>en</strong> persoonlijke toeslag, hoewel zij vóór 1991 in di<strong>en</strong>st is gekom<strong>en</strong> bij C. De<br />

mannelijke uitvaartverzorger is acht jaar ouder dan de vrouwelijke uitvaartverzorger in deze<br />

loonvergelijking. Vrouw 5 is in 1989 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> als administratief medewerker <strong>op</strong><br />

schaal 3-4. Deze functie wordt gewaardeerd <strong>op</strong> schaal 3. In 1991 stapt zij over <strong>naar</strong> de functie<br />

medewerker bedrijfsbureau B. E<strong>en</strong> functie die volg<strong>en</strong>s de cao ingedeeld wordt <strong>op</strong> schaal<br />

4. Zij wordt dan ook bevorderd <strong>naar</strong> schaal 4 <strong>en</strong> krijgt tev<strong>en</strong>s drie extra periodiek<strong>en</strong> erbij. Tot<br />

1997 ontvangt zij de periodieke verhoging<strong>en</strong> conform het <strong>beloning</strong>sbeleid. In november 1997<br />

krijgt vrouw 5 de functie uitvaartregelaar/uitvaartleider <strong>en</strong> e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong> schaal 5. Deze<br />

functie is gelijk aan de functie uitvaartverzorger. Zij zit nu dus één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele<br />

niveau. Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de omdat zij dan nog in <strong>op</strong>leiding is als uitvaartverzorger.<br />

In 1999 krijgt zij promotie <strong>naar</strong> de functionele schaal 6 <strong>en</strong> drie extra periodiek<strong>en</strong> erbij. De<br />

red<strong>en</strong> van deze extra periodiek<strong>en</strong> is niet uit haar personeelsdossier te hal<strong>en</strong>. Als wij de red<strong>en</strong><br />

hiervan vrag<strong>en</strong> aan de leidinggev<strong>en</strong>de, dan me<strong>en</strong>t hij dat de red<strong>en</strong> is dat zij <strong>op</strong> die manier<br />

e<strong>en</strong> tegemoetkoming krijgt voor de lagere inschaling in de voorgaande jar<strong>en</strong>. Daarna verlo<strong>op</strong>t<br />

haar <strong>beloning</strong> conform het <strong>beloning</strong>sbeleid <strong>en</strong> ontvangt zij jaarlijks de standaard periodieke<br />

verhoging<strong>en</strong>.<br />

Maatman 1 komt in 1984 in di<strong>en</strong>st als uitvaartverzorger, vijf jaar eerder dan de vrouwelijke<br />

uitvaartverzorger in deze loonvergelijking. Vrouw 5 start bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in 1997, 13 jaar later dan<br />

maatman 1, in de functie van uitvaartverzorger. De salarisschaal waar maatman 1 in 1984<br />

start is e<strong>en</strong> andere schaalindeling dan nu toegepast wordt. Gegev<strong>en</strong>s over deze schaalindeling<br />

zijn er niet. Zijn salarisgegev<strong>en</strong>s van 1985 tot <strong>en</strong> met 1989 zijn niet uit zijn personeelsdossier<br />

te hal<strong>en</strong>. In 1990 is maatman 1 ingedeeld in schaal 6-7. In 1992 krijgt hij promotie<br />

<strong>naar</strong> schaal 7 <strong>en</strong> twee extra periodiek<strong>en</strong>. Uit zijn dossier is <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> dat hij dan tijdelijk<br />

e<strong>en</strong> andere functie heeft, namelijk medewerker bedrijfsbureau. Deze functie is ingedeeld <strong>op</strong>


221<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

schaal 7. De salarisgegev<strong>en</strong>s van 1993 <strong>en</strong> 1994 zijn onbek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> dan zit hij in 1995 <strong>op</strong> het<br />

maximum van schaal 7, 7-15. Als we terugrek<strong>en</strong><strong>en</strong> zou hij conform het <strong>beloning</strong>sbeleid <strong>op</strong><br />

schaal 7-11 moet<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in 1995. Dit betek<strong>en</strong>t dat hij dus in die jar<strong>en</strong> in totaal vier periodiek<strong>en</strong><br />

extra heeft gekreg<strong>en</strong>. Bij navraag aan de leidinggev<strong>en</strong>de blijkt dat hij in 1995 e<strong>en</strong> leidinggev<strong>en</strong>de<br />

functie heeft gekreg<strong>en</strong>. Dit is de red<strong>en</strong> van de promotie van vier periodiek<strong>en</strong>. Vrij<br />

snel daarna blijkt dat maatman 1 deze leidinggev<strong>en</strong>de functie niet meer kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

uiteindelijk is hij (na e<strong>en</strong> lange periode thuis te zijn geweest) weer terug gekom<strong>en</strong> in de functie<br />

van uitvaartverzorger. Hij is echter nooit meer terug gegaan in salaris <strong>en</strong> zit dus vanaf<br />

1995 <strong>op</strong> schaal 7-15.<br />

Juridische toets loonvergelijking 5<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemer in de <strong>beloning</strong><br />

wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt<br />

dat loon voor arbeid van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>. Vrouw 5 <strong>en</strong> maatman 1 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie<br />

uit van uitvaartverzorger. Op grond van de functie-indeling in de CAO is deze functie ingedeeld<br />

<strong>op</strong> schaal 6. Hoewel het proces van functiewaarder<strong>en</strong> dat t<strong>en</strong> grondslag heeft geleg<strong>en</strong><br />

aan deze CAO-functieschal<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d is binn<strong>en</strong> de organisatie, mag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

dat beid<strong>en</strong> arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong> omdat zij in dezelfde functie<br />

werkzaam zijn.<br />

Het geconstateerde salarisverschil tuss<strong>en</strong> vrouw 5 <strong>en</strong> maatman 1 k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong>.<br />

Vrouw 5 is later aangevang<strong>en</strong> in de functie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> heeft zij ruim e<strong>en</strong> jaar in e<strong>en</strong><br />

aanlo<strong>op</strong>schaal gezet<strong>en</strong>, wat in strijd is met het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid. Indeling in e<strong>en</strong><br />

aanlo<strong>op</strong>schaal is voor beperkte tijd mogelijk, wat in de organisatie wordt uitgelegd als maximaal<br />

zes maand<strong>en</strong>. Door promotie <strong>naar</strong> de functieschaal <strong>en</strong> toek<strong>en</strong>ning van extra periodiek<strong>en</strong><br />

in 1999 is deze <strong>beloning</strong>sachterstand echter ruimschoots goed gemaakt. Volg<strong>en</strong>s de cao<br />

had in 1998 inschaling in schaal 6-3 moet volg<strong>en</strong>, waar<strong>op</strong> in 1999 schaal 6-4 bereikt zou zijn.<br />

In 1999 volgt echter indeling in schaal 6-7.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk deel van het loonverschil vloeit niet alle<strong>en</strong> voort uit het feit dat de maatman<br />

over meer functiejar<strong>en</strong> beschikt, ook blijkt dat hij is ingedeeld <strong>op</strong> e<strong>en</strong> hogere schaal dan de<br />

functieschaal. De leidinggev<strong>en</strong>de verklaart dit uit e<strong>en</strong> demotie waarbij het salaris niet bevror<strong>en</strong><br />

is (zie ook loonvergelijking 1). Het CAO-<strong>beloning</strong>sbeleid k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sregels ingeval<br />

van demotie. De praktijk van salarisbehoud (<strong>en</strong> groei) bij demotie wijst bij gebrek aan<br />

geformaliseerde criteria <strong>op</strong> e<strong>en</strong> ondoorzichtig <strong>beloning</strong>sbeleid. Hoewel dit aanleiding kan<br />

gev<strong>en</strong> tot toepassing van ongelijke <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, is dit <strong>op</strong> grond van deze loonvergelijking<br />

niet aantoonbaar. Beide functiehouders verker<strong>en</strong> vanuit dit oogpunt niet in gelijke<br />

omstandighed<strong>en</strong> omdat voor vrouw 5 ge<strong>en</strong> demotie heeft plaats gehad.<br />

Voorzover de gegev<strong>en</strong>s strekk<strong>en</strong>, is de <strong>beloning</strong> van beide functiehouders die arbeid van<br />

(nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d.<br />

Hoewel del<strong>en</strong> van het <strong>beloning</strong>sbeleid ondoorzichtig zijn, blijkt in deze loonvergelijking niet<br />

van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van <strong>sekse</strong>.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 222<br />

Loonvergelijking 6<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Medewerker Uitvaartbureau<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd 60%<br />

Vrouw 6<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-02-<br />

1994<br />

Geb.jaar: 1960<br />

Medewerker Uitvaartbureau<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatman 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-<br />

1997<br />

Geb.jaar: 1966<br />

01/02/1994: 4-4<br />

functie receptioniste, tev<strong>en</strong>s<br />

uitvaartleider werkt<br />

32 uur<br />

1995: 4-5<br />

1996: 4-5<br />

1997: € 1502,47 4-6<br />

1998: € 1666,89 4-7<br />

werkt 24 uur<br />

1999: € 1802,26 4-8<br />

01/02/1999: € 1802,07 4-9<br />

functie per 01/02/1999<br />

uitvaartverzorger voor 32<br />

uur<br />

2000: € 1802,07 4-9<br />

2001: 4-10<br />

2002: € 1948,- 4-11<br />

01/07/1997: € 1896,80 7-7<br />

functie medewerker bedrijfsbureau<br />

A<br />

1998: onbek<strong>en</strong>d<br />

1999: € 2106,90 7-8<br />

functie medewerker uitvaartbureau<br />

Aanvangssalaris in de functie receptioniste.<br />

Deze functie is niet<br />

<strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de CAO. Schaalniveau<br />

onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging toegek<strong>en</strong>d<br />

i.v.m. de weinige werkdag<strong>en</strong><br />

die gemaakt zijn in het afgel<strong>op</strong><strong>en</strong><br />

jaar.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Extra periodieke verhoging omdat<br />

zij de functie van uitvaartverzorger<br />

krijgt.<br />

Ge<strong>en</strong> periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris in de functie medewerker<br />

bedrijfsbureau. Deze<br />

functie wordt volg<strong>en</strong>s de CAO<br />

ingedeeld in schaal 7.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Periodieke verhoging. Zijn functie<br />

wordt medewerker uitvaartbureau.<br />

Deze functie blijkt bij navraag ingedeeld<br />

te zijn in schaal 7.


223<br />

Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong><br />

2000-2001: onbek<strong>en</strong>d<br />

2002: € 2883,88 8-9<br />

functie directie-assist<strong>en</strong>t.<br />

Schaalniveau <strong>en</strong> salaris onbek<strong>en</strong>d.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 8. Uit zijn<br />

salarisstrook blijkt hij nu de functie<br />

directie-assist<strong>en</strong>t te hebb<strong>en</strong>. Deze<br />

functie is niet <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

CAO. Schaalniveau onbek<strong>en</strong>d.<br />

Verkeerde functie is <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />

het door de organisatie aangeleverde<br />

bestand.<br />

Beloningsverschil 2002: € 935,88 per maand (32,5%)<br />

Analyse loonvergelijking 6<br />

In loonvergelijking 6 blijkt er e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil geconstateerd te zijn van € 935,88 per<br />

maand in het nadeel van de vrouwelijke medewerker uitvaartbureau. Dit grote <strong>beloning</strong>sverschil<br />

is te verklar<strong>en</strong> vanuit het feit dat beide functiehouders in het door de organisatie aangeleverde<br />

bestand dezelfde functieb<strong>en</strong>aming hebb<strong>en</strong> (medewerker uitvaartbureau), maar dit bij<br />

nader onderzoek niet blijkt te kl<strong>op</strong>p<strong>en</strong>. Maatman 5 komt binn<strong>en</strong> <strong>op</strong> schaal 7-7 in de functie<br />

medewerker bedrijfsbureau A (functionele schaal 7). In 1999 wordt hij medewerker uitvaartbureau.<br />

Deze functie zit <strong>op</strong> functioneel niveau 7. De salarisgegev<strong>en</strong>s van maatman 5 over<br />

2000 <strong>en</strong> 2001 zijn niet uit zijn personeelsdossier te hal<strong>en</strong>. Uit zijn salarisstrook blijkt dat hij in<br />

2002 de functie van directie-assist<strong>en</strong>t heeft <strong>en</strong> ingedeeld is <strong>op</strong> schaal 8-9 van de VOU-cao.<br />

Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de is hij zelfs al sinds 2001 directie-assist<strong>en</strong>t. Maatman 5 is dus<br />

ge<strong>en</strong> medewerker uitvaartbureau zoals vermeld in de aangeleverde gegev<strong>en</strong>s, maar directieassist<strong>en</strong>t.<br />

Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de is hij alvast ingedeeld in e<strong>en</strong> salarisschaal van de VOUcao,<br />

omdat de organisatie hier binn<strong>en</strong>kort toch <strong>naar</strong> overstapt.<br />

Vrouw 6 heeft volg<strong>en</strong>s de overzicht<strong>en</strong> die wij aangeleverd hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> van de organisatie<br />

de functie medewerker uitvaartbureau. Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de werkt zij ter ondersteuning<br />

van het uitvaartbureau <strong>en</strong> dit is gewaardeerd met functieschaal 4 (medewerker B) <strong>en</strong><br />

niet zoals de functie medewerker uitvaartbureau A <strong>op</strong> schaal 7. In 1994 start vrouw 6 als<br />

receptioniste in schaal 4-4. De functie van receptioniste is niet <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de geld<strong>en</strong>de<br />

cao. Het schaalniveau van de functie is onbek<strong>en</strong>d. In 1996 wordt er ge<strong>en</strong> periodieke verhoging<br />

aan haar toegek<strong>en</strong>d in verband met de weinige ur<strong>en</strong> die zij in het afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jaar heeft<br />

gedraaid. Uit haar dossier is niet <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> per wanneer zij de functie van medewerker<br />

uitvaartbureau krijgt. In februari 1999 krijgt zij in ieder geval de functie van uitvaartverzorger<br />

<strong>en</strong> ontvangt e<strong>en</strong> extra periodiek. In 2000 ontvangt zij ge<strong>en</strong> standaard periodiek. Volg<strong>en</strong>s de<br />

leidinggev<strong>en</strong>de is dit omdat zij sinds 1999 ziek is. ‘Op dit mom<strong>en</strong>t is zij eig<strong>en</strong>lijk voor 100%<br />

afgekeurd’, aldus de leidinggev<strong>en</strong>de. Waarom zij in de overzicht<strong>en</strong> van de organisatie de<br />

functie van medewerker uitvaartbureau heeft, is onbek<strong>en</strong>d.


Bijlage 8 Case C / <strong>sekse</strong> 224<br />

Juridische toets loonvergelijking 6<br />

Artikel 7:646 BW <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 10 WGB bepal<strong>en</strong> dat de werkgever ge<strong>en</strong> onderscheid<br />

mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemer in de <strong>beloning</strong><br />

wanneer zij arbeid van gelijke of nag<strong>en</strong>oeg gelijke waarde verricht<strong>en</strong>. Artikel 9 WGB bepaalt<br />

dat loon voor arbeid van gelijke waarde wordt geacht gelijk te zijn indi<strong>en</strong> het is berek<strong>en</strong>d <strong>op</strong><br />

grondslag van gelijkwaardige maatstav<strong>en</strong>.<br />

Vrouw 6 <strong>en</strong> maatman 5 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> bij nader onderzoek niet dezelfde functie uit, ondanks dat<br />

aan h<strong>en</strong> in het personeelssysteem dezelfde functieb<strong>en</strong>aming is toegek<strong>en</strong>d. De functies die zij<br />

wel uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> – respectievelijk ondersteun<strong>en</strong>d medewerker uitvaartbureau <strong>en</strong> directieassist<strong>en</strong>t<br />

– kunn<strong>en</strong> niet als gelijkwaardige arbeid word<strong>en</strong> aangemerkt.<br />

Maatman 5 blijkt bij nader inzi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> geschikte maatman voor vrouw 6 omdat zij beid<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> arbeid van (nag<strong>en</strong>oeg) gelijke waarde verricht<strong>en</strong>.


225<br />

Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Bijlage 9<br />

Case C: loonvergelijking<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van<br />

<strong>arbeidsduur</strong><br />

Loonvergelijking 7<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd 80%<br />

Vrouw 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-03-<br />

1989<br />

Geb.jaar: 1949<br />

1/03/1989: € 1270,58 3-4<br />

werkt 20 uur als administratief<br />

medewerker<br />

1990: € 1311,88 3-5<br />

1991: 4-7<br />

functie medewerker bedrijfsbureau<br />

B<br />

1992: 4-8<br />

1993: 4-9<br />

1994: 4-10<br />

m.i.v. 01/04/1994 gaat zij 32<br />

uur werk<strong>en</strong><br />

1995: 4-11<br />

1996: 4-12<br />

m.i.v. 01/09/1996 gaat zij 40<br />

uur werk<strong>en</strong><br />

m.i.v. 01/11/1996 gaat zij<br />

weer 32 uur werk<strong>en</strong><br />

1997: € 1628,62 4-13<br />

01/11/1997: € 1669,46 5-5<br />

functie uitvaartregelaar/uitvaartleider<br />

Aanvangssalaris in de functie<br />

administratief medewerker. Deze<br />

functie is niet <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

CAO. Bij navraag blijkt deze<br />

functie <strong>op</strong> schaalniveau 3 te<br />

zitt<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 4 <strong>en</strong> drie<br />

extra periodieke verhoging<strong>en</strong>.<br />

Nieuwe functie medewerker<br />

bedrijfsbureau B is ingedeeld in<br />

schaal 4.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 5. Functie<br />

wordt uitvaartregelaar/ uitvaartleider.<br />

De functie uitvaartrege-


Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong> 226<br />

laar/ uitvaartleider is gelijk aan de<br />

functie uitvaartverzorger. Zij zit<br />

nu dus één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het<br />

functionele niveau.<br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatvrouw 1<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-<br />

1990<br />

Geb.jaar: 1940<br />

1998: € 1711,66 5-6<br />

1999: € 2015,92 6-7<br />

2000: € 2076,61 6-8<br />

2001: 6-9<br />

2002: € 2185,- 6-10<br />

Bereikbaarheidstoeslag: €<br />

40,10<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

01/07/1990: €1270,58 5-3<br />

met terugwerk<strong>en</strong>de kracht 6-1<br />

1991: € 1350,90 5-5<br />

met terugwerk<strong>en</strong>de kracht 6-3<br />

1992: 6-5<br />

1993: 6-7<br />

1994: 6-8<br />

1995: 6-9<br />

1996: 6-10<br />

1997: € 1826,92 6-11<br />

1998: € 1925,84 6-12<br />

1999: € 2027,94 6-13<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> functionele schaal<br />

6 <strong>en</strong> drie extra periodieke verhoging<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris met terugwerk<strong>en</strong>de<br />

kracht <strong>op</strong> schaal<br />

6-1.<br />

Promotie van twee periodiek<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek.<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.


227<br />

Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong><br />

2000: € 2084,67 6-15<br />

2001: 6-15<br />

Periodieke verhoging <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

extra periodiek.<br />

E<strong>en</strong> extra periodiek gekreg<strong>en</strong><br />

vanwege buit<strong>en</strong>gewoon goed<br />

functioner<strong>en</strong>.<br />

Zit aan maximumsalaris uitvaartverzorger.<br />

2002: € 2309,- 6-15<br />

Bereikbaarheidstoeslag €<br />

40,10<br />

Persoonlijke toeslag € 130,30<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 224,50<br />

Beloningsverschil 2002: € 124,- per maand (5,4%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 130,30 (voordeel voltijder)<br />

Bereikbaarheidstoeslag € 0,-<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 0,-<br />

Analyse loonvergelijking 7<br />

Het geconstateerde <strong>beloning</strong>sverschil in de bov<strong>en</strong>staande loonvergelijking is € 124,- per<br />

maand in het nadeel van de deeltijdwerk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger (vrouw 5). Ook het verschil in<br />

toeslag<strong>en</strong> is € 130,30 per maand in het nadeel van de deelti jder. Hoewel beide medewerkers<br />

in de vergelijking vóór 1991 in di<strong>en</strong>st zijn gekom<strong>en</strong> bij C, ontvangt alle<strong>en</strong> de voltijd werk<strong>en</strong>de<br />

uitvaartverzorger e<strong>en</strong> persoonlijke toeslag. De voltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger is neg<strong>en</strong><br />

jaar ouder dan de deeltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger. De deeltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger<br />

is één jaar voor de voltijder in deze vergelijking in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> van de organisatie. Vrouw<br />

5, de deeltijder in deze vergelijking is in 1989 in di<strong>en</strong>st gekom<strong>en</strong> als administratief medewerker<br />

<strong>op</strong> schaal 3-4. Deze functie wordt gewaardeerd <strong>op</strong> schaal 3. In 1991 stapt zij over <strong>naar</strong> de<br />

functie medewerker bedrijfsbureau B. E<strong>en</strong> functie die volg<strong>en</strong>s de cao ingedeeld wordt <strong>op</strong><br />

schaal 4. Zij wordt dan ook bevorderd <strong>naar</strong> schaal 4 <strong>en</strong> krijgt tev<strong>en</strong>s drie extra periodiek<strong>en</strong><br />

erbij. Tot 1997 ontvangt zij de periodieke verhoging<strong>en</strong> conform het <strong>beloning</strong>sbeleid. In november<br />

1997 krijgt vrouw 5 de functie uitvaartregelaar/uitvaartleider <strong>en</strong> e<strong>en</strong> promotie <strong>naar</strong><br />

schaal 5. Deze functie is gelijk aan de functie uitvaartverzorger. Zij zit nu dus één schaal<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het functionele niveau. Volg<strong>en</strong>s de leidinggev<strong>en</strong>de is de red<strong>en</strong> hiervoor dat zij dan<br />

nog in <strong>op</strong>leiding is als uitvaartverzorger. In 1999 krijgt zij promotie <strong>naar</strong> de functionele schaal<br />

6 <strong>en</strong> drie extra periodiek<strong>en</strong> erbij. De red<strong>en</strong> van deze extra periodiek<strong>en</strong> is niet uit haar personeelsdossier<br />

te hal<strong>en</strong>. Als wij de red<strong>en</strong> hiervan vrag<strong>en</strong> aan de leidinggev<strong>en</strong>de, dan me<strong>en</strong>t hij<br />

dat de red<strong>en</strong> is dat zij <strong>op</strong> die manier e<strong>en</strong> tegemoetkoming krijgt voor de lagere inschaling in<br />

de voorgaande jar<strong>en</strong>. Daarna verlo<strong>op</strong>t de <strong>beloning</strong> van de deeltijder conform <strong>beloning</strong>sbeleid<br />

<strong>en</strong> ontvangt zij jaarlijks de standaard periodieke verhoging<strong>en</strong>.


Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong> 228<br />

In de <strong>beloning</strong>shistorie van de voltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger, vrouw 1, is te zi<strong>en</strong> dat haar<br />

<strong>beloning</strong> vanaf 1993 conform beleid verlo<strong>op</strong>t. Zij komt in 1990 in di<strong>en</strong>st bij C als uitvaartverzorger<br />

(de deeltijder, vrouw 5, start in 1997 in de functie van uitvaartverzorger) <strong>en</strong> start <strong>op</strong><br />

schaal 6-1. In 1991 ontvangt zij e<strong>en</strong> promotie van twee periodiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> in 1992 <strong>en</strong> 1993 volg<strong>en</strong><br />

ook twee promoties van één ex tra periodiek. We hebb<strong>en</strong> bij de leidinggev<strong>en</strong>de navraag<br />

gedaan <strong>naar</strong> de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van deze promoties, maar voor hem gaat dit te ver terug in het<br />

verled<strong>en</strong>. Hij k<strong>en</strong>t de red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor niet. In 2000 ontvangt zij dan weer e<strong>en</strong> extra periodiek<br />

<strong>en</strong> uit haar dossier is <strong>op</strong> te mak<strong>en</strong> dat zij deze gekreg<strong>en</strong> heeft vanwege buit<strong>en</strong>gewoon goed<br />

functioner<strong>en</strong>.<br />

Juridische toets loonvergelijking 7<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel<br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De systematiek die<br />

volg<strong>en</strong>s de Memorie van Toelichting (MvT) gevolgd moet word<strong>en</strong> bij toetsing of e<strong>en</strong> regeling<br />

in strijd is met de WOA, is als volgt (Kamerstukk<strong>en</strong> II 1995-1996, 24 498, nr. 3, p. 9). Eerst<br />

moet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> sprake is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd<br />

is.<br />

Beide functiehoudsters oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit van uitvaartverzorger <strong>en</strong> verker<strong>en</strong> in dat<br />

<strong>op</strong>zicht in gelijke omstandighed<strong>en</strong>. Het loon van de deeltijd werk<strong>en</strong>de functiehouder <strong>en</strong> dat<br />

van de voltijd werk<strong>en</strong>de functiehouder is conform het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid berek<strong>en</strong>d. De<br />

<strong>beloning</strong>sachterstand van vrouw 5 als gevolg van (te lange) indeling in e<strong>en</strong> aanlo<strong>op</strong>schaal<br />

wordt over 1999 ruimschoots ingehaald (zie ook loonvergelijking 5). Aan beide zijn extra<br />

periodieke verhoging<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d in het verled<strong>en</strong>. Deze verhoging<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> deel uit<br />

van het formele <strong>beloning</strong>sbeleid in de cao, maar blijk<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> informele praktijk te berust<strong>en</strong>.<br />

Doordat beid<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van deze praktijk is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> nadelig onderscheid<br />

vanwege <strong>arbeidsduur</strong>. De deeltijder ontvangt weliswaar ge<strong>en</strong> persoonlijke toeslag, maar dit<br />

lijkt verklaarbaar omdat deze toeslag e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie is voor zitt<strong>en</strong>de werknemers die minder<br />

toeslag ontving<strong>en</strong> als gevolg van de overgang <strong>naar</strong> e<strong>en</strong> nieuwe toeslag<strong>en</strong>systeem voor<br />

onregelmatige di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in 1991. De deeltijder werkt ev<strong>en</strong>wel pas vanaf 1997 in de functie van<br />

uitvaartverzorger welke gepaard gaat aan onregelmatige di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />

Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van<br />

<strong>arbeidsduur</strong>.


229<br />

Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Loonvergelijking 8<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> Salarishistorie Opmerking<strong>en</strong><br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Deeltijd 80%<br />

Vrouw 5<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-03-<br />

1989<br />

Geb.jaar: 1949<br />

1/03/1989: € 1270,58 3-4<br />

werkt 20 uur als administratief<br />

medewerker<br />

1990: € 1311,88 3-5<br />

1991: 4-7<br />

functie medewerker bedrijfsbureau<br />

B<br />

1992: 4-8<br />

1993: 4-9<br />

1994: 4-10<br />

m.i.v. 01/04/1994 gaat zij 32<br />

uur werk<strong>en</strong><br />

1995: 4-11<br />

1996: 4-12<br />

m.i.v. 01/09/1996 gaat zij 40<br />

uur werk<strong>en</strong> m.i.v. 01/11/1996<br />

gaat zij weer 32 uur werk<strong>en</strong><br />

1997: € 1628,62 4-13<br />

01/11/1997: € 1669,46 5-5<br />

functie uitvaartregelaar/ uitvaartleider<br />

Aanvangssalaris in de functie<br />

administratief medewerker. Deze<br />

functie is niet <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

CAO. Bij navraag blijkt deze<br />

functie <strong>op</strong> schaalniveau 3 te<br />

zitt<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 4 <strong>en</strong> drie<br />

extra periodieke verhoging<strong>en</strong>.<br />

Nieuwe functie medewerker<br />

bedrijfsbureau B is ingedeeld in<br />

schaal 4.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Promotie <strong>naar</strong> schaal 5. Functie<br />

wordt uitvaartregelaar/ uitvaartleider.<br />

De functie uitvaartregelaar/<br />

uitvaartleider is gelijk aan de<br />

functie uitvaartverzorger. Zij zit<br />

nu dus één schaal b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het<br />

functionele niveau.<br />

Periodieke verhoging.


Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong> 230<br />

Uitvaartverzorger<br />

Autochtoon<br />

Voltijd<br />

Maatvrouw 2<br />

In di<strong>en</strong>st: 01-07-<br />

1990<br />

Geb.jaar: 1942<br />

1998: € 1711,66 5-6<br />

1999: € 2015,92 6-7<br />

2000: € 2076,61 6-8<br />

2001: 6-9<br />

2002: € 2185,- 6-10<br />

Bereikbaarheidstoeslag: €<br />

40,10<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

1/07/1990: € 1517,44 5<br />

met terugwerk<strong>en</strong>de kracht 6-7<br />

1991: 6-8<br />

1992: 6-9<br />

1993: 6-10<br />

1994: 6-11<br />

1995: 6-12<br />

1996: 6-13<br />

1997: € 1878,65 6-14<br />

1998: € 1979,39 6-15<br />

1999: € 2084,67 6-15<br />

Promotie <strong>naar</strong> functionele schaal<br />

6 <strong>en</strong> drie extra periodieke verhoging<strong>en</strong>.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Aanvangssalaris met terugwerk<strong>en</strong>de<br />

kracht <strong>op</strong> schaal<br />

6-7.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Periodieke verhoging.<br />

Zit aan maximumsalaris uitvaartverzorger.<br />

2000: 6-15<br />

2001: 6-15<br />

2002: € 2309,- 6-15<br />

Bereikbaarheidstoeslag: €<br />

40,10<br />

Persoonlijke toeslag:€ 130,30


231<br />

Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong><br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st: € 224,50<br />

Beloningsverschil 2002: € 124,- per maand (5,37%)<br />

Verschil in toeslag<strong>en</strong>: Persoonlijke toeslag: € 130,30 (voordeel voltijder)<br />

Bereikbaarheidstoeslag € 0,-<br />

Week<strong>en</strong>ddi<strong>en</strong>st € 0,-<br />

Analyse loonvergelijking 8<br />

In loonvergelijking 8 is e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil te constater<strong>en</strong> van € 124,- per maand in het<br />

nadeel van de deeltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger. Ook het verschil in toeslag van € 130,30<br />

per maand is t<strong>en</strong> nadele van de deeltijder. De deeltijder in deze vergelijking ontvangt ge<strong>en</strong><br />

persoonlijke toeslag terwijl zij wel vóór 1991 in di<strong>en</strong>st is gekom<strong>en</strong> van de organisatie. De<br />

voltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger is zev<strong>en</strong> jaar ouder dan de deeltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger<br />

in de vergelijking. De voltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger, vrouw 2, start in 1990 in de<br />

functie uitvaartverzorger <strong>op</strong> schaal 6-7. De deeltijder in de vergelijking, vrouw 5 start in 1989<br />

bij C, maar begint pas in 1997 in de functie uitvaartverzorger, zev<strong>en</strong> jaar later dan de voltijder.<br />

De <strong>beloning</strong>sgeschied<strong>en</strong>is van de voltijder verlo<strong>op</strong>t dan conform het <strong>beloning</strong>sbeleid. Vanaf<br />

1998 zit zij <strong>op</strong> het maximumsalaris van e<strong>en</strong> uitvaartverzorger. Voor de <strong>beloning</strong>shistorie van<br />

de deelti jder in deze vergelijking, vrouw 5: zie loonvergelijking 7.<br />

Juridische toets loonvergelijking 8<br />

Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt onder andere dat de werkgever ge<strong>en</strong><br />

onderscheid mag mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werknemers <strong>op</strong> grond van e<strong>en</strong> verschil in <strong>arbeidsduur</strong> in de<br />

voorwaard<strong>en</strong> waaronder e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst wordt aangegaan, voortgezet dan wel<br />

<strong>op</strong>gezegd, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De systematiek die<br />

volg<strong>en</strong>s de Memorie van Toelichting (MvT) gevolgd moet word<strong>en</strong> bij toetsing of e<strong>en</strong> regeling<br />

in strijd is met de WOA, is als volgt (Kamerstukk<strong>en</strong> II 1995-1996, 24 498, nr. 3, p. 9). Eerst<br />

moet gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of sprake is van bevoordeling of b<strong>en</strong>adeling <strong>op</strong> grond van <strong>arbeidsduur</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> sprake is van b<strong>en</strong>adeling, moet bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het onderscheid objectief gerechtvaardigd<br />

is.<br />

Beide functiehoudsters oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dezelfde functie uit van uitvaartverzorger <strong>en</strong> verker<strong>en</strong> in dat<br />

<strong>op</strong>zicht in gelijke omstandighed<strong>en</strong>. Het loon van de deeltijd werk<strong>en</strong>de functiehouder <strong>en</strong> dat<br />

van de voltijd werk<strong>en</strong>de functiehouder is conform het geld<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>sbeleid berek<strong>en</strong>d.<br />

Voor vrouw 5 (de <strong>en</strong>ige in deeltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger bij dit bedrijf) geldt hetzelfde<br />

als is <strong>op</strong>gemerkt bij loonvergelijking 7. De berek<strong>en</strong>ing van het loon van maatvrouw 2 wijkt niet<br />

af van de formele <strong>beloning</strong>smaatstav<strong>en</strong>, met uitzondering van de toek<strong>en</strong>ning van extra functiejar<strong>en</strong><br />

in het verled<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> zowel de voltijd werk<strong>en</strong>de uitvaartverzorgers als de (<strong>en</strong>ig)<br />

deeltijdwerk<strong>en</strong>de uitvaartverzorger <strong>op</strong> <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t extra functiejar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>, kan<br />

ge<strong>en</strong> onderscheid <strong>naar</strong> <strong>arbeidsduur</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld.


Bijlage 9 Case C / <strong>arbeidsduur</strong> 232<br />

Er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> van wettelijk verbod<strong>en</strong> onderscheid <strong>op</strong> grond van<br />

<strong>arbeidsduur</strong>.


233<br />

Bijlage 10 Klankbordgroep<br />

Bijlage 10 Sam<strong>en</strong>stelling Klankbordgroep<br />

S. Bissch<strong>op</strong> (Commissie <strong>Gelijke</strong> Behandeling)<br />

R. Blinker (Verbond Sectorwerkgevers Overheid)<br />

M. Dalgliesh (FNV)<br />

J. Dierx (Commissie <strong>Gelijke</strong> Behandeling)<br />

G. Dolsma (VNO-NCW)<br />

A. de Klerck (CNV bedrijv<strong>en</strong>bond)<br />

M. van Weel (Ver<strong>en</strong>iging van Nederlandse Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)<br />

Nam<strong>en</strong>s de <strong>op</strong>drachtgever:<br />

M. Keizer (Ministerie SZW)<br />

M. Raquet (Ministerie SZW)<br />

L. Lousberg (Ministerie SZW)


235<br />

Bijlage 11 Eur<strong>op</strong>ees recht<br />

Bijlage 11 Uitleg van de Eur<strong>op</strong>ese<br />

gelijke<strong>beloning</strong>snorm <strong>naar</strong> <strong>sekse</strong><br />

In e<strong>en</strong> tweetal rec<strong>en</strong>te arrest<strong>en</strong> geeft het Hof van Justitie van de EG in uitgebreide<br />

zin aan wat nu precies onder de Eur<strong>op</strong>ese gelijke<strong>beloning</strong>snorm<br />

<strong>naar</strong> <strong>sekse</strong> verstaan moet word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>op</strong> welke wijze e<strong>en</strong> mogelijke <strong>beloning</strong>s<br />

ongelijkheid vastgesteld moet word<strong>en</strong>. Voor alle duidelijkheid word<strong>en</strong><br />

hieronder de relevante passages uit deze arrest<strong>en</strong> in ext<strong>en</strong>so weergegev<strong>en</strong>.<br />

(HvJ EG 26 juni 2001, C-381/99 inzake Susanna Brunnhofer v. Bank der<br />

Osterreichisch<strong>en</strong> Postsparkasse AG) 4<br />

29. Het Hof heeft ook steeds geoordeeld dat de gelijke<strong>beloning</strong>srichtlijn<br />

75/117 hoofdzakelijk is bedoeld om de toepassing van het in artikel<br />

119 van het Verdrag (nu: artikel 141 EG) <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beginsel<br />

van gelijke <strong>beloning</strong> te vergemakkelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> g<strong>en</strong>erlei wijze afdoet<br />

aan de strekking <strong>en</strong> de inhoud van dit beginsel zoals het in<br />

laatstg<strong>en</strong>oemde bepaling is omschrev<strong>en</strong>, zodat zowel de in deze<br />

bepaling als de in de richtlijn gebruikte begripp<strong>en</strong> dezelfde betek<strong>en</strong>is<br />

hebb<strong>en</strong>.<br />

30. Aldus verstaan, verzet het fundam<strong>en</strong>tele beginsel dat in artikel 119<br />

van het Verdrag is geformuleerd <strong>en</strong> in de richtlijn nader is uitgewerkt,<br />

zich teg<strong>en</strong> iedere ongelijkheid in <strong>beloning</strong> tuss<strong>en</strong> vrouwelijke<br />

<strong>en</strong> mannelijke werknemers voor e<strong>en</strong>zelfde functie of gelijkwaardige<br />

arbeid, ongeacht het stelsel waarvan deze ongelijkheid het gevolg<br />

is, t<strong>en</strong>zij het verschil in <strong>beloning</strong> zijn rechtvaardiging vindt in<br />

objectieve factor<strong>en</strong> die niets van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met discriminatie <strong>op</strong><br />

grond van geslacht.<br />

32. Volg<strong>en</strong>s de rechtspraak van het Hof geldt het verbod van discriminatie<br />

tuss<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke werknemers, gezi<strong>en</strong> het<br />

dwing<strong>en</strong>de karakter van artikel 119 van het Verdrag, niet alle<strong>en</strong><br />

voor overheidshandeling<strong>en</strong>, maar ook, zoals overig<strong>en</strong>s uit de bewoording<strong>en</strong><br />

van artikel 4 van de richtlijn blijkt, voor alle overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> collectieve regeling van arbeid in loondi<strong>en</strong>st inhoud<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> voor overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> particulier<strong>en</strong>.<br />

33. Het begrip <strong>beloning</strong> in de zin van artikel 119 van het Verdrag <strong>en</strong><br />

artikel 1 van de richtlijn omvat volg<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaste rechtspraak<br />

alle huidige of toekomstige voordel<strong>en</strong> in geld of in natura, mits de-<br />

4 De nummers in de kantlijn verwijz<strong>en</strong> <strong>naar</strong> de nummers van de rechtsoverweging<strong>en</strong> in het<br />

betreff<strong>en</strong>de arrest.


Bijlage 11 Eur<strong>op</strong>es recht 236<br />

ze, zij het ook indirect, door de werkgever aan de werknemer uit<br />

hoofde van di<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>stbetrekking word<strong>en</strong> betaald.<br />

35. Wat de methode betreft om de naleving van het beginsel van gelijke<br />

<strong>beloning</strong> bij vergelijking van de door de betrokk<strong>en</strong> werknemers ontvang<strong>en</strong><br />

<strong>beloning</strong> te controler<strong>en</strong>, is volg<strong>en</strong>s de rechtspraak werkelijke<br />

doorzichtigheid die doeltreff<strong>en</strong>de controle mogelijk maakt,<br />

slechts verzekerd wanneer het beginsel van gelijke <strong>beloning</strong> wordt<br />

toegepast t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van elk onderdeel van de aan mannelijke <strong>en</strong><br />

vrouwelijke werknemers toegek<strong>en</strong>de <strong>beloning</strong>, in plaats van alle<strong>en</strong><br />

te lett<strong>en</strong> <strong>op</strong> de aan de werknemers toegek<strong>en</strong>de voordel<strong>en</strong> in hun totaliteit.<br />

36. (Er) zij herinnerd aan de rechtspraak van het Hof, dat de begripp<strong>en</strong><br />

gelijke arbeid, zelfde functie <strong>en</strong> gelijkwaardige arbeid als bedoeld in<br />

artikel 119 van het Verdrag <strong>en</strong> artikel 1 van de richtlijn zuiver kwalitatieve<br />

begripp<strong>en</strong> zijn, aangezi<strong>en</strong> zij uitsluit<strong>en</strong>d betrekking hebb<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> de aard van de door betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> daadwerkelijk verrichte arbeid.<br />

(..)<br />

43. Het Hof heeft ook meermaals geoordeeld dat om uit te mak<strong>en</strong> of werknemers<br />

gelijke arbeid verricht<strong>en</strong> of arbeid waaraan gelijke waarde kan<br />

word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d, moet word<strong>en</strong> nagegaan of deze werknemers, gelet<br />

<strong>op</strong> e<strong>en</strong> reeks van factor<strong>en</strong> zoals de aard van het werk, de <strong>op</strong>leidingsvereist<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de arbeidsomstandighed<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geacht<br />

zich in e<strong>en</strong> vergelijkbare situatie te bevind<strong>en</strong>. (..)<br />

De bewijslast<br />

52. In de regel staat het aan deg<strong>en</strong>e die ter ondersteuning van e<strong>en</strong> vordering<br />

feit<strong>en</strong> aanvoert, die feit<strong>en</strong> te bewijz<strong>en</strong>. De bewijslast voor e<strong>en</strong> loondiscriminatie<br />

<strong>op</strong> grond van geslacht rust derhalve in beginsel <strong>op</strong> de<br />

werknemer die, m<strong>en</strong><strong>en</strong>de dat hij in dat <strong>op</strong>zicht wordt gediscrimineerd,<br />

zijn werkgever voor de rechter daagt t<strong>en</strong>einde die discriminatie te do<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>heff<strong>en</strong>.<br />

53. Blijk<strong>en</strong>s de rechtspraak van het Hof kan de bewijslast ev<strong>en</strong>wel word<strong>en</strong><br />

verlegd wanneer dat noodzakelijk is om de k<strong>en</strong>nelijk gediscrimineerde<br />

werknemers niet elk doeltreff<strong>en</strong>d middel te ontnem<strong>en</strong> om het beginsel<br />

van gelijke <strong>beloning</strong> te do<strong>en</strong> eerbiedig<strong>en</strong>.<br />

54. Wanneer e<strong>en</strong> onderneming e<strong>en</strong> stelsel van <strong>beloning</strong> toepast dat bestaat<br />

uit e<strong>en</strong> systeem van individuele toeslag<strong>en</strong> <strong>op</strong> de basissalariss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wordt gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> volstrekt gebrek aan doorzichtigheid, di<strong>en</strong>t<br />

de werkgever te bewijz<strong>en</strong> dat zijn <strong>beloning</strong>spraktijk niet discriminer<strong>en</strong>d<br />

is, wanneer e<strong>en</strong> vrouwelijke werknemer met betrekking tot e<strong>en</strong> relatief<br />

groot aantal loontrekk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> aantoont dat de gemiddelde <strong>beloning</strong> voor<br />

vrouwelijke werknemers lager is dan die voor mannelijke werknemers.<br />

55. Bij e<strong>en</strong> dergelijk stelsel is het voor vrouwelijke werknemers immers onmogelijk<br />

om de verschill<strong>en</strong>de bestanddel<strong>en</strong> van hun salaris te vergelij-


237<br />

Bijlage 11 Eur<strong>op</strong>ees recht<br />

k<strong>en</strong> met die van de <strong>beloning</strong> van hun mannelijke collega's die tot dezelfde<br />

loongroep behor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> de gemiddelde<br />

lon<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong>, zodat zij in de praktijk iedere mogelijkheid<br />

zoud<strong>en</strong> miss<strong>en</strong> om de naleving van het beginsel van gelijke <strong>beloning</strong><br />

daadwerkelijk te controler<strong>en</strong>, wanneer het niet aan de werkgever stond<br />

om aan te gev<strong>en</strong> hoe hij de criteria voor die toelag<strong>en</strong> heeft toegepast.<br />

56. Dergelijke bijzondere omstandighed<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich in het hoofdgeding<br />

ev<strong>en</strong>wel niet voor; daar gaat het om e<strong>en</strong> geval waar sprake is van e<strong>en</strong> -<br />

overig<strong>en</strong>s niet-weersprok<strong>en</strong> -ongelijkheid in e<strong>en</strong> bepaald bestanddeel<br />

van de totale <strong>beloning</strong> die de werkgever aan twee <strong>op</strong> zichzelf staande<br />

werknemers van verschill<strong>en</strong>d geslacht uitbetaalt. (..)<br />

57. Het staat derhalve aan verzoekster in het hoofdgeding om met alle middel<strong>en</strong><br />

recht<strong>en</strong>s aan te ton<strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> lagere <strong>beloning</strong> ontvangt dan de<br />

Bank aan de met haar vergelek<strong>en</strong> mannelijke collega betaalt, <strong>en</strong> dat zij<br />

in werkelijkheid gelijke of gelijkwaardige arbeid verricht, vergelijkbaar<br />

met de arbeid die bedoelde collega verricht, zodat zij <strong>op</strong> het eerste gezicht<br />

slachtoffer is van e<strong>en</strong> discriminatie die zich slechts door het verschil<br />

in geslacht laat verklar<strong>en</strong>. Wanneer verzoekster in het hoofdgeding<br />

zou bewijz<strong>en</strong> dat in casu is voldaan aan de criteria om te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> verschil in <strong>beloning</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouwelijke <strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijke<br />

werknemer <strong>en</strong> van vergelijkbare arbeid, is er e<strong>en</strong> schijn van discriminatie<br />

<strong>en</strong> staat het aan de werk gever te bewijz<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> inbreuk is<br />

gemaakt <strong>op</strong> het beginsel van gelijke <strong>beloning</strong>.<br />

61. De werkgever zou daartoe kunn<strong>en</strong> betwist<strong>en</strong> dat de voorwaard<strong>en</strong> voor<br />

toepassing van dit beginsel zijn vervuld, door bijvoorbeeld met alle middel<strong>en</strong><br />

recht<strong>en</strong>s aan te ton<strong>en</strong> dat de door beide betrokk<strong>en</strong> werk nemers<br />

werkelijk verrichte werkzaamhed<strong>en</strong> feitelijk niet vergelijkbaar zijn.<br />

62. Voorts zou de werkgever het geblek<strong>en</strong> verschil in <strong>beloning</strong> kunn<strong>en</strong><br />

rechtvaardig<strong>en</strong> met objectieve factor<strong>en</strong> die niets van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met<br />

discriminatie <strong>op</strong> grond van geslacht, door aan te ton<strong>en</strong> dat de betaling<br />

van e<strong>en</strong> hogere maandelijkse toelage aan e<strong>en</strong> vergelijkbare mannelijke<br />

collega van de betrokk<strong>en</strong> werkneemster wordt verklaard door e<strong>en</strong> verschil<br />

dat losstaat van het geslacht.<br />

66. Volg<strong>en</strong>s de rechtspraak moet e<strong>en</strong> verschil in de <strong>beloning</strong> van vrouwelijke<br />

werknemers t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van mannelijke werknemers voor gelijke<br />

of gelijkwaardige arbeid in beginsel word<strong>en</strong> geacht in strijd te zijn met artikel<br />

119 van het Verdrag <strong>en</strong> dus met de richtlijn. Dit is slechts anders<br />

wanneer het verschil in behandeling wordt gerechtvaardigd door objectieve<br />

factor<strong>en</strong> die niets van do<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met discriminatie <strong>op</strong> grond van<br />

geslacht.<br />

67. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet de door de werkgever aangevoerde grond ter verklaring<br />

van de ongelijkheid beantwoord<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> werkelijke behoefte van de<br />

onderneming, geschikt zijn om het beoogde doel te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarvoor<br />

ook noodzakelijk zijn.


Bijlage 11 Eur<strong>op</strong>es recht 238<br />

Ook de vraag of het aanton<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> loondiscriminatie <strong>op</strong> grond van artikel<br />

141 EG (voorhe<strong>en</strong> artikel 119) altijd betrekking moet hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> werknemers<br />

die in dezelfde onderneming werkzaam zijn, heeft het HvJ EG beant woord.<br />

In de onderstaande zaak ging het om e<strong>en</strong> <strong>beloning</strong>sverschil tuss<strong>en</strong> werk -<br />

nemers die gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de werkgevers,<br />

terwijl het <strong>beloning</strong>sverschil niet voortvloeide uit e<strong>en</strong> wettelijke bepaling of<br />

e<strong>en</strong> CAO-bepaling die <strong>op</strong> beide werkgevers van toepassing was.<br />

(HvJ EG 17 september 2002, C-320/00 inzake A.G. Lawr<strong>en</strong>ce e.a. v. Reg<strong>en</strong>t<br />

Office Care Ltd.)<br />

17. Di<strong>en</strong>aangaande zij <strong>op</strong>gemerkt dat niets in de bewoording<strong>en</strong> van artikel<br />

141, lid 1, EG er<strong>op</strong> wijst dat deze bepaling <strong>en</strong>kel toepasselijk is in situaties<br />

waarin mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>zelfde werkgever werk<strong>en</strong>. Het<br />

Hof heeft geoordeeld dat <strong>op</strong> het in dit artikel vervatte beginsel voor de<br />

nationale rechterlijke instanties onder meer e<strong>en</strong> beroep kan word<strong>en</strong> gedaan<br />

bij discriminaties die rechtstreeks hun oorsprong vind<strong>en</strong> in wettelijke<br />

bepaling<strong>en</strong> of collectieve arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, alsmede ingeval<br />

de arbeid in e<strong>en</strong>zelfde - particuliere of <strong>op</strong><strong>en</strong>bare - onderneming of di<strong>en</strong>st<br />

wordt verricht.<br />

18. Wanneer ev<strong>en</strong>wel, zoals in de hoofdgeding<strong>en</strong>, de vastgestelde verschill<strong>en</strong><br />

in <strong>beloning</strong> van werknemers die gelijke of gelijkwaardige arbeid verricht<strong>en</strong>,<br />

niet zijn toe te schrijv<strong>en</strong> aan één bron, ontbreekt e<strong>en</strong> <strong>en</strong>titeit die<br />

verantwoordelijk is voor de ongelijkheid <strong>en</strong> die de gelijke behandeling<br />

zou kunn<strong>en</strong> herstell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke situatie valt niet onder artikel 141,<br />

lid 1, EG, zodat de arbeid <strong>en</strong> de <strong>beloning</strong> van die werknemers niet <strong>op</strong><br />

grond van dit artikel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!