30.11.2014 Views

Klik hier - Stichting Pioneering

Klik hier - Stichting Pioneering

Klik hier - Stichting Pioneering

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ZELFSTANDIG ONDERZOEK<br />

WERKELIJK VERSUS THEORETISCH<br />

ENERGIEVERBRUIK<br />

ZELFSTANDIG ONDERZOEK<br />

SUCCESFACTOREN<br />

PARTICULIEREN<br />

Door middel van dit onderzoek is<br />

geprobeerd antwoord te krijgen op de<br />

volgende hoofdvraag:<br />

“Komen de berekende en werkelijke<br />

energieverbruikscijfers van woningen van<br />

de leden van WoON overeen of wijken ze bij<br />

bepaalde energielabels significant af? Wat zijn<br />

<strong>hier</strong>door de financiële gevolgen voor bewoners<br />

en corporaties?”<br />

Resultaten<br />

Uit dit onderzoek naar het energieverbruik<br />

van 558 woningen van verschillende<br />

Afstudeeronderzoek<br />

Auteur: Michiel Bosch<br />

Studierichting: Vastgoed & Makelaardij,<br />

Saxion<br />

Organisatie: <strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong>,<br />

Werkplaats KNR<br />

Jaartal onderzoek: 2011<br />

woningcorporaties in Twente is gebleken<br />

dat het werkelijke energieverbruik niet<br />

overeenkomt met het theoretisch berekende<br />

energieverbruik.<br />

Vooral in het gasverbruik is het onderlinge<br />

verschil tussen de energielabels kleiner<br />

dan vooraf berekend. Uit dit onderzoek is<br />

gebleken dat woningen met energielabel<br />

A gemiddeld 38% meer gas verbruiken dan<br />

vooraf berekend. Terwijl woningen met<br />

energielabel F 20% minder gas verbruiken.<br />

Ook in het energieverbruik per energielabel<br />

blijken grote verschillen te zitten. Bij de<br />

onderzochte woningen met energielabel B<br />

is een spreiding vastgesteld van 9 m 3 gas per<br />

m 2 woonoppervlak.<br />

Bij energielabel C is dit zelfs 19 m 3<br />

per m 2 . Dit verschil laat zien dat het<br />

bewonersgedrag meer invloed heeft op<br />

het gasverbruik bij energetisch mindere<br />

woningen. Bij de energetisch betere<br />

woningen wordt het onzuinige gedrag<br />

grotendeels gecompenseerd door de<br />

energetische kwaliteit van de woning.<br />

Ook het werkelijke elektriciteitsverbruik<br />

komt niet overeen met het vooraf berekende<br />

verbruik. Voor alle energielabels blijkt het<br />

werkelijke, gemeten elektriciteitsverbruik<br />

fors hoger dan vooraf berekend omdat<br />

bij het berekenen van het energielabel<br />

geen rekening wordt gehouden met<br />

persoonsgebonden elektriciteitsverbruik.<br />

Het gebruik van persoonlijke elektrische<br />

apparatuur zorgt dat het werkelijke<br />

elektraverbruik hoger is dan berekend.<br />

Het verschil tussen het theoretische en<br />

werkelijke energieverbruik heeft gevolgen<br />

voor bewoners en corporaties. Door bij<br />

de berekening van de reductie van de CO 2<br />

uitstoot gebruik te maken van het werkelijke<br />

energieverbruik, wordt duidelijk dat de<br />

besparing door het ‘oplabelen’ niet gehaald<br />

wordt. (38.4 in plaats van de gestelde 60<br />

kiloton CO 2<br />

) Naast het ‘oplabelen’ zou<br />

er ook aandacht moeten zijn voor het<br />

bewonersgedrag.<br />

Het ‘oplabelen’ van de woningen heeft<br />

ook gevolgen voor de bewoners. Dit<br />

onderzoek laat zien dat een aan de<br />

renovatie gekoppelde huurverhoging geen<br />

negatieve invloed hoeft te hebben op de<br />

netto woonlasten. Zo wordt de maximaal<br />

mogelijke huurverhoging, op basis van het<br />

WWS, grotendeels opgevangen door een<br />

daling in de energielasten. Wanneer ook de<br />

te ontvangen huurtoeslag meegenomen<br />

wordt, blijkt dat de netto woonlasten voor<br />

bewoners kunnen dalen. Door dit inzichtelijk<br />

te maken voor bewoners kan een groot<br />

deel van de weerstand, die een renovatie<br />

en huurverhoging oproept, weggenomen<br />

worden. Uit dit onderzoek blijkt dat er<br />

noodzaak is tot energetisch verbeteren van<br />

woningen voor bewoners.<br />

32 33<br />

Dertig procent van de totale CO2-uitstoot<br />

komt van de bestaande woningvoorraad en<br />

het overgrote deel daarvan is in particulier<br />

eigendom. Terwijl woningcorporaties<br />

maatregelen treffen om hun woningvoorraad<br />

energetisch te verbeteren, lijkt de grootste<br />

groep particuliere woningeigenaren <strong>hier</strong> nog<br />

onvoldoende mee bezig. Twee studenten van<br />

de opleiding Vastgoed en makelaardij aan<br />

Saxion, Nardy Hensen en Silke Westerhoff,<br />

richten daarom hun afstudeeronderzoek<br />

op deze particuliere woningeigenaren. Hoe<br />

kunnen zij enthousiast gemaakt worden om<br />

hun woning te verbeteren?<br />

Nardy en Silke voeren dit onderzoek uit op<br />

initiatief van de werkplaats Klimaatneutraal<br />

Renoveren en de Stuurgroep Experimenten<br />

Volkshuisvesting. Nardy richt zich op het<br />

energieneutraal maken van particuliere<br />

woningen, Silke op een sprong van twee of<br />

drie energielabels. In hun onderzoek staat de<br />

klantbenadering centraal.<br />

Succes- en faalfactoren<br />

Voordat de studenten marktonderzoek kunnen<br />

doen, hebben ze zich verdiept in de theorie over<br />

energetische maatregelen en klantbenadering.<br />

In veertien interviews, die ze kunnen plannen<br />

met behulp van SEV Energiesprong, hopen<br />

ze de succes- en faalfactoren te ontdekken<br />

in de klantbenadering om woningeigenaren<br />

te bewegen hun woning energieneutraal te<br />

maken of hen een labelsprong te laten maken.<br />

“We onderzoeken of er verschillen zijn in de<br />

benadering voor energieneutraal maken en een<br />

labelsprong maken, we kijken wat de successen<br />

zijn en wat je beter kunt laten”, legt Nardy uit.<br />

Een van de verwachtingen is dat geld een grote<br />

rol speelt. Wellicht dat bijvoorbeeld het afgeven<br />

van garanties over afnemende energiekosten<br />

mensen eerder over de streep zal trekken. Ook<br />

dat wordt meegenomen in het onderzoek.<br />

Houvast<br />

De geïnterviewden zijn met name<br />

projectleiders en energieadviseurs van<br />

gemeenten. Silke: “Met ons onderzoek willen<br />

we hen een houvast geven. De gemeente is<br />

namelijk vaak initiatiefnemer en zij kunnen<br />

de randvoorwaarden schetsen voor de<br />

woningeigenaren.”<br />

Naar verwachting kunnen de studenten half<br />

februari hun resultaten presenteren.<br />

Interview <strong>Pioneering</strong> nieuwsbrief<br />

januari 2013 met studentonderzoekers<br />

Nardy Hensen en Silke Westerhoff:<br />

Wanneer willen particulieren hun<br />

woning energetisch verbeteren?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!