Klik hier - Stichting Pioneering
Klik hier - Stichting Pioneering
Klik hier - Stichting Pioneering
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
PILOT<br />
KLIMAATNEUTRAAL<br />
RENOVEREN OP<br />
MUTATIEBASIS<br />
Projectgegevens<br />
Naam<br />
Type<br />
Opdrachtgever<br />
Opdrachtnemer<br />
In opdracht van WBO Wonen is een<br />
haalbaarheidsonderzoek verricht naar de<br />
technische en economische haalbaarheid<br />
van het energetisch renoveren van<br />
een individuele woning gekoppeld aan<br />
mutatieonderhoud. Randvoorwaarde<br />
<strong>hier</strong>bij is dat de uitvoering ingepland moet<br />
Klimaatneutraal renoveren op mutatiebasis<br />
Jaren 60 – 70, grondgebonden woningen<br />
WBO Wonen<br />
Trebbe Oost & Noord B.V.<br />
worden bij het mutatieonderhoud. De<br />
totale uitvoering mag maximaal vier weken<br />
in beslag nemen. Ook is gerekend vanuit<br />
woonlasten. Zodra er woningen leegkomen<br />
kan deze aanpak worden uitgevoerd. De<br />
aanpak is eenvoudig geschikt te maken voor<br />
maatwerk voor de zittende huurder.<br />
20<br />
Onderzoek<br />
Klimaatneutraal renoveren<br />
op mutatiebasis<br />
In opdracht van WBO Wonen de<br />
haalbaarheidsonderzoek verricht naar de<br />
technische en economische haalbaarheid<br />
van het energetisch renoveren van een<br />
individuele woning onderzocht. Het doel<br />
was om woningen bij mutatie energetisch op<br />
te plussen. Met het standaardiseren van het<br />
proces en de uitvoering, wordt het mogelijk<br />
gemaakt om sneller tot opeenvolgende<br />
resultaten te komen. Dit onderzoek geeft<br />
antwoord op de volgende onderzoeksvraag:<br />
“Wat zijn de mogelijkheden voor het<br />
verbeteren van de energieprestatie van een<br />
sociale huurwoning op mutatiebasis?”<br />
Opzet<br />
Na vaststelling van een aantal<br />
selectiecriteria is de keuze op een rijwoning<br />
uit de bouwperiode 1946 – 1964 gevallen.<br />
Het gaat <strong>hier</strong>bij met name om woningen<br />
met een energie-index boven de 1,60<br />
(energielabel D en slechter).<br />
Voor de geselecteerde woning zijn drie<br />
besparingspakketten uitgewerkt en<br />
doorgerekend. Per pakket is de haalbaarheid<br />
op verschillende criteria onderzocht en<br />
geëvalueerd. Met name de technische<br />
maatregelen en de financiële haalbaarheid<br />
voor corporatie en bewoners hebben<br />
prioriteit. Per pakket zijn technische<br />
aspecten in de vorm van bouwkundige<br />
en installatietechnische mogelijkheden<br />
uitgezet.<br />
Financiële aspecten hebben betrekking<br />
op investeringen, onderhoudskosten,<br />
huurprijzen en besparing op energiekosten.<br />
Werkelijke besparingen moeten voor een<br />
huurder aansluiten bij de huurverhoging.<br />
Voor de corporatie moet de huurverhoging<br />
aansluiten bij de investering in besparende<br />
maatregelen. Het terugverdienmodel voor<br />
de besparingspakketten is afgestemd op een<br />
exploitatieperiode van dertig jaar. Hierin<br />
wordt rekening gehouden met bijkomende<br />
onderhoudskosten voor nieuwe installaties.<br />
Met het afsluiten van servicecontracten<br />
wordt een goede werking van de installaties<br />
gewaarborgd.<br />
De technische haalbaarheid is toe te spitsen<br />
op uitvoerbaarheid en toepasbaarheid. Alle<br />
pakketten kunnen in de praktijk worden<br />
uitgevoerd.<br />
Resultaten<br />
Uit de investeringsanalyse blijkt<br />
dat de werkelijke energiebesparing<br />
voor een huurder niet aansluit bij de<br />
mogelijkheden tot huurverhoging vanuit het<br />
woningwaarderingsstelsel. Door aansluiting<br />
te vinden bij de werkelijke energetische<br />
investering op basis van voorcalculatie, is<br />
huurverhoging op basis van het toegepaste<br />
pakket wel realistisch.<br />
Het uitgangspunt bij huurverhoging is<br />
dat de huurder geen financieel nadeel<br />
21<br />
mag ondervinden van de huurverhoging<br />
ten opzichte van de energiebesparing.<br />
Historische en toekomstige energielasten<br />
wijken af per type huishouden. De<br />
gezinssamenstelling en het bewonersgedrag<br />
hebben <strong>hier</strong> invloed op. Aanbevolen wordt<br />
om een aantal profielschetsen van diverse<br />
bewonersgroepen te maken (leefstijlen).<br />
Een toekomstige bewoner kan zich <strong>hier</strong>mee<br />
identificeren en inschatten wat de besparing<br />
ten opzichte van een onzuinige woning is.<br />
Afstudeeronderzoek<br />
Auteur: Martijn van der Veen<br />
Organisatie: WBO Wonen en Trebbe Oost<br />
& Noord BV.<br />
Type: Jaren 60 – 70, grondgebonden<br />
woningen<br />
Jaartal onderzoek: 2011