case report - Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
case report - Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
case report - Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6 nederlands tijdschrift <strong>voor</strong> anesthesiologie maart '10<br />
|<br />
stabiel (RR 136/75, HF 78/ min ) (C=<br />
circulation). Bij globaal neurologisch<br />
onderzoek (D= disability) had de<br />
patiënt een Glasgow Coma Score van<br />
E= 4, M = 6, V = 5 ; EMV score 15 ( =<br />
maximaal) ( E = openen ogen, M motorische<br />
reactie, V = verbale reactie)<br />
en isocore pupillen met een normale<br />
lichtreactie. Bij verder lichamelijk<br />
onderzoek (E =Exsposure) bleek er<br />
sprake te zijn van een laceratie links<br />
occipitaal, weke delen letsel laterale<br />
zijde onderbeen rechts, welke wond<br />
nettoyage behoefte, en een gezwollen<br />
enkel, kuit en voet links. Op de<br />
volgens het ATLS protocol verrichte<br />
aanvullende onderzoeken werden<br />
op de X-thorax multiple ribfracturen<br />
(basis costa 2 t/m 4) rechts gezien en<br />
op de X-CWK fracturen van C2, C3<br />
en C4. Naar aanleiding van de aard<br />
van het hoog energetische trauma en<br />
de gevonden afwijkingen werd een<br />
CT brein en cervicale wervelkolom<br />
verricht.<br />
Op de CT brein/ cervicale wervelkolom<br />
werden de volgende afwijkingen<br />
geconstateerd; meerdere contusiehaarden<br />
craniaal links, hersenstam<br />
en hippocampus, klein subduraal<br />
hematoom links en een schedelfractuur<br />
links occipitaal doorlopend tot<br />
links pariëtaal. Van de fracturen van<br />
C2, C3 en C4 bleek C3 een instabiele<br />
fractuur. Naast deze cranio-cervicale<br />
afwijkingen werden metatarsale<br />
fracturen links (2-5), een trimalleolaire<br />
enkel fractuur links en een tibia<br />
plateau fractuur rechts lateraal met<br />
osteochondraal letsel van het femur<br />
lateraal geconstateerd, welke allen<br />
conservatief behandeld zijn. Daar<br />
wond nettoyage van het weke delen<br />
letsel van het rechter onderbeen<br />
geïndiceerd was, ontstond er op<br />
neurologisch en anesthesiologisch<br />
vakgebied een dilemma, met aan de<br />
ene kant de onmogelijkheid tot neurologische<br />
beoordeling gedurende<br />
algehele anesthesie en aan de andere<br />
kant de noodzaak <strong>voor</strong> anesthesie<br />
<strong>voor</strong> het verrichten van de ingreep.<br />
Na informed consent heeft de ingreep<br />
plaatsgevonden onder een<br />
zogenaamd “een-beens-blok”, met<br />
standaard monitoring bestaande uit<br />
ECG, NIBD, en pulse oximetrie. Een<br />
“een-beens-blok” bestaat uit twee<br />
verschillende zenuwblokkades; een<br />
nervus femoralis blokkade en een<br />
nervus ischiadicus blokkade.<br />
Met behulp van een zenuwstimulator<br />
en stimuplex D 50mm en 150mm<br />
naalden zijn respectievelijk de n.<br />
femoralis en de n. ischiadicus geïdentificeerd.<br />
Voor verdoving van<br />
de n. ischiadicus zijn verschillende<br />
benaderingen mogelijk. Gezien het<br />
trauma is gekozen <strong>voor</strong> de laterale<br />
subtrochantere benadering volgens<br />
Guardini [4]. Het <strong>voor</strong>deel hiervan is<br />
dat de patiënt in rugligging geprikt<br />
kan worden. Pijnlijk positionering<br />
wordt hierdoor vermeden en de wervelkolom<br />
blijft geïmmobiliseerd. De<br />
punctieplaats is ongeveer 2cm inferior<br />
en 4 cm distaal van de trochanter<br />
major. De prikrichting is horizontaal.<br />
De nervus ischiadicus wordt op een<br />
diepte van 8-12cm bereikt. Indien het<br />
femur geraakt wordt moet de naald<br />
iets naar caudaal gericht worden.<br />
Na toediening van scandicaine 1,5%<br />
(n. femoralis 10 ml en n. ischiadicus<br />
30 ml) ontstond een volledig sensorisch<br />
en motorisch blok van het<br />
onderbeen, met goede chirurgische<br />
omstandigheden en de mogelijkheid<br />
patiënt neurologisch te beoordelen .<br />
De operatie is ongecompliceerd verlopen.<br />
Patiënt werd enige maanden<br />
behandeld met een Haloframe maar<br />
ontwikkelde ondanks dit een progressieve<br />
anteropositie van C3 t.o.v.<br />
C4. Er werd besloten een posterieure<br />
spondylodese te verrichten. Bij controle<br />
werd er een goede consolidatie<br />
van de fractuur gezien en een goede<br />
onderlinge stand van de wervels<br />
en het ingebrachte osteosynthese<br />
materiaal. De halskraag kon daarom<br />
worden verwijderd en de neurochirurgische<br />
controle beëindigd.<br />
Discussie<br />
Het moeten toedienen van algehele<br />
anesthesie bij een traumapatiënt<br />
brengt meerdere risico’s met zich<br />
mee, zoals het maskeren van symptomen,<br />
risico op aspiratie en/of ruggenmergschade.<br />
Door het gebruik<br />
van locoregionale technieken blijft<br />
observatie mogelijk en wordt intubatie<br />
vermeden. Tevens vermijdt men<br />
de bijwerkingen van systemische<br />
analgetica en wordt de stressrespons<br />
op trauma gemodificeerd waarbij<br />
mogelijk de incidentie van cardiorespiratoire<br />
complicaties daalt [5]. Ondanks<br />
dat het gebruik van regionale<br />
anesthesie in deze setting logisch<br />
lijkt, wordt deze techniek in ons<br />
ziekenhuis maar weinig toegepast.<br />
Puntsgewijs bespreken wij de risico’s<br />
van dergelijke trauma patiënten en<br />
de <strong>voor</strong>delen van locoregionale technieken.<br />
ATLS bij traumatisch ruggenmergletsel<br />
De opvang van (neuro)traumapatiënten<br />
gebeurt systematische volgens<br />
het ATLS principe (ABCDE) en richt<br />
zich primair op een inventarisatie<br />
van de vitale functies. Immobilisatie<br />
van de wervelkolom bemoeilijkt een<br />
optimale beoordeling van de patiënt.<br />
Bij stomp letsel is deze preventieve<br />
immobilisatie de ‘gouden standaard’,<br />
vanwege mogelijk iatrogeen letsel en<br />
het potentiële risico op een dwarslaesie<br />
[6]. Hypotensie bij een (neuro)<br />
traumapatiënt kan multifactorieel<br />
zijn; hypovolemie en/ of neurogeen.<br />
Cervicale en thoracale dwarslaesies<br />
kunnen in verschillende gradaties<br />
autonome dysfunctie veroorzaken,<br />
door verlies van sympathicus tonus<br />
kan hypotensie ontstaan en ten gevolge<br />
van overheersing van vagus<br />
activiteit bij hoge dwarslaesies kan<br />
bradycardie ontstaan. De mate van<br />
neurogene shock correleert direct<br />
met de hoogte en ernst van de dwarslaesie.<br />
Onder het niveau van T5 blijft<br />
de sympathische en parasympatische<br />
innervatie van hart en longen<br />
intact. Vooral cervicaal letsel, zoals<br />
in onze casus, kan gepaard gaan met<br />
ernstige cardiovasculaire dysfunctie<br />
resulterend in ernstige hypotensie<br />
en bradycardie [7]. In een grote database<br />
study in Engeland en Wales<br />
vond Guly et al. een incidentie van<br />
neurogene shock bij cervicale ruggenmerg<br />
letsels van 19.3%, bij thoracale<br />
en lumbale ruggenmerg letsels<br />
was dit respectievelijke 7% en 3% [8].<br />
Er bestaat consensus met betrekking