Arbeidsreglement INBO - Bestuurszaken

Voor nadere inlichtingen en de nodige formulieren en attesten kan het personeelslid
terecht bij de bevoegde personeelsfunctie.
Artikel 19: Nadere regelingen m.b.t. de aanvraag van verloven
Het verlof voor deeltijdse prestaties en het onbetaald verlof (uitgezonderd de 20
werkdagen onbetaald verlof) worden tenminste één maand vóór de aanvang van het
verlof aangevraagd aan de hiërarchische chef en het afdelingshoofd of
wetenschappelijk directeur die hierover binnen de 14 dagen beslissen.
Het verlof voor loopbaanonderbreking (uitgezonderd het verlof voor bijstand aan of
verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid en het palliatief verlof) worden
tenminste zes weken vóór de aanvang van het verlof aangevraagd aan de
hiërarchische chef en het afdelingshoofd of wetenschappelijk directeur die hierover
binnen de 3 weken beslissen.
Van deze termijnen kan enkel om echt dwingende redenen door de administrateurgeneraal
of het afdelingshoofd/wetenschappelijk directeur afgeweken worden.
Onverminderd het voorgaande wordt vakantieverlof van 5 werkdagen of meer
minstens 10 werkdagen voor de aanvang van de verlofperiode aangevraagd aan de
hiërarchische chef, die hierover binnen de 5 werkdagen beslist.
Verloven van minder dan 5 werkdagen worden minstens één dag voor de verlofdag
aangevraagd.
De administrateur-generaal, het afdelingshoofd of de wetenschappelijk directeur
kunnen afwijkingen op deze termijnen toestaan.
Artikel 20: Nadere regelingen m.b.t. de voortijdige beëindiging van en de
opzeggingstermijnen voor verloven.
Een personeelslid kan een aangevraagd, respectievelijk begonnen verlofstelsel enkel
opzeggen om echt dwingende redenen en na overleg met de hiërarchische chef en
de personeelsdienst.
De opzeggingstermijnen die gelden bij voortijdige beëindiging van het verlof door de
overheid, en in voorkomend geval, bij beëindiging van het verlof op vraag van het
personeelslid, worden bepaald door de lijnmanager.
Artikel 21: Dienstvrijstellingen en vereiste attesten voor dienstvrijstelling.
Voor de hierna vermelde dienstvrijstellingen moeten de volgende attesten worden
ingediend/voorgelegd:
Dienstvrijstellingen uit het Vlaams
Personeelsstatuut
- vakbondsactiviteiten
• deelname aan de werkzaamheden van
een onderhandelings- of een
overlegcomité
Vereist attest
persoonlijke oproeping of doorlopende
opdracht ondertekend door de
vakbondssecretaris
25