28.11.2014 Views

Knelpunten in het management van acute pijn bij kinderen

Knelpunten in het management van acute pijn bij kinderen

Knelpunten in het management van acute pijn bij kinderen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Advertentie<br />

Nederlands tijdschrift voor<br />

anesthesiologie<br />

3<br />

volume 22,<br />

mei 2010<br />

Dr. M. Klimek, hoofdredacteur<br />

Prof. Dr. M.A.E. Marcus, plaatsver<strong>van</strong>gend hoofdredacteur<br />

Officiële uitgave <strong>van</strong><br />

de Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g<br />

voor Anesthesiologie<br />

Pijnspecial<br />

• Voorwoord<br />

F. Huygen<br />

• Genetische aspecten<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong><br />

D. Marcus-Soekarman,<br />

I. Becker, M. Schouten,<br />

A. Dahan, R. Deumensf,<br />

E.A.J. Joosten, M. <strong>van</strong> Kleef,<br />

M.A.E. Marcus<br />

• Voorlicht<strong>in</strong>g en medicatie:<br />

Een goed recept voor<br />

adequate postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g?<br />

M.M. <strong>van</strong> Bergen, R.T.M. <strong>van</strong><br />

Dongen, J. <strong>van</strong> Egmond,<br />

N.C. Bakker, G.J. Scheffer<br />

• Pa<strong>in</strong> <strong>management</strong> <strong>in</strong><br />

neonates: Animal models<br />

and their cl<strong>in</strong>ical rele<strong>van</strong>ce<br />

L. Knaepen, E.A.J. Joosten,<br />

J. Patijn, D. Tibboel<br />

• <strong>Knelpunten</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>management</strong> <strong>van</strong> <strong>acute</strong><br />

<strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren: Pijnmet<strong>in</strong>g<br />

en analgetica<br />

J.H.A.M. Megens,<br />

C.E. Jonkman,<br />

D.B.M. <strong>van</strong> der Werff<br />

• Management <strong>van</strong> <strong>acute</strong><br />

postoperatieve <strong>pijn</strong> na<br />

cardiothoracale chirurgie:<br />

Een overzicht<br />

V. Timmer, F.H. Tijssen,<br />

M. Marcus, M. Lancé


NU OOK ALS<br />

BRUISTABLET<br />

Zo vader, zo zoon<br />

• Effectieve <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g voor volwassenen <strong>van</strong> elke leeftijd 1<br />

• Geen specifieke cardiovasculaire & gastro-<strong>in</strong>test<strong>in</strong>ale complicaties 1<br />

• Uitstekend te comb<strong>in</strong>eren met lage doser<strong>in</strong>g NSAID 2,3,4


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 1<br />

|<br />

<strong>in</strong>houd<br />

Nederlands tijdschrift voor<br />

anesthesiologie<br />

volume 22<br />

Nummer 3<br />

mei 2010<br />

Cover:<br />

Shutterstock<br />

voorwoord 3<br />

Pijnspecial<br />

F. Huygen<br />

Genetische aspecten <strong>van</strong> <strong>pijn</strong><br />

D. Marcus-Soekarman, I. Becker, M. Schouten, A. Dahan, R. Deumensf,<br />

E.A.J. Joosten, M. <strong>van</strong> Kleef, M.A.E. Marcus<br />

4<br />

10<br />

Voorlicht<strong>in</strong>g en medicatie: Een goed recept voor adequate<br />

postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g?<br />

M.M. <strong>van</strong> Bergen, R.T.M. <strong>van</strong> Dongen, J. <strong>van</strong> Egmond, N.C. Bakker, G.J. Scheffer<br />

Pa<strong>in</strong> <strong>management</strong> <strong>in</strong> neonates: Animal models<br />

and their cl<strong>in</strong>ical rele<strong>van</strong>ce<br />

L. Knaepen, E.A.J. Joosten, J. Patijn, D. Tibboel<br />

<strong>Knelpunten</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>management</strong> <strong>van</strong> <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong><br />

k<strong>in</strong>deren: Pijnmet<strong>in</strong>g en analgetica<br />

J.H.A.M. Megens, C.E. Jonkman, D.B.M. <strong>van</strong> der Werff<br />

Management <strong>van</strong> <strong>acute</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong> na<br />

cardiothoracale chirurgie. Een overzicht<br />

V.Timmer, F.H. Tijssen, M. Marcus, M. Lancé<br />

16<br />

20<br />

26


PSSST!<br />

Bij doorbraak<strong>pijn</strong> heb je geen tijd<br />

voor omwegen en kies je liever<br />

de snelste weg. Daarom is er nu<br />

Instanyl®: de eerste <strong>in</strong>tranasale<br />

toedien<strong>in</strong>gsvorm <strong>van</strong> fentanyl.<br />

Instanyl maakt <strong>het</strong> mogelijk om doorbraak<strong>pijn</strong><br />

zelf <strong>in</strong> de hand te houden. Meer weten?<br />

NIEUW!<br />

Tegen doorbraak<strong>pijn</strong><br />

<strong>bij</strong> kanker<br />

www.doorbraak<strong>pijn</strong><strong>bij</strong>kanker.nl<br />

Snel 1-3<br />

Kortwerkend 2,3<br />

Eenvoudig 4<br />

HET NIEUWSTE SNUFJE<br />

TEGEN DOORBRAAKPIJN BIJ KANKER


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 3<br />

|<br />

colofon<br />

Het Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie<br />

is <strong>het</strong> officiële orgaan <strong>van</strong> de<br />

Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g voor Anesthesiologie.<br />

Het stelt zich ten doel om door<br />

middel <strong>van</strong> publicatie <strong>van</strong> overzichtsartikelen,<br />

kl<strong>in</strong>ische en laboratoriumstudies<br />

en casuïstiek, de verspreid<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> kennis betreffende de anesthesiologie<br />

en gerelateerde vakgebieden te<br />

bevorderen.<br />

Pijnspecial<br />

Voorwoord<br />

Frank Huygen<br />

Hoogleraar Anesthesiologie <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>bij</strong>zonder Pijn genees kunde<br />

Afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie Erasmus<br />

Medisch Centrum Rotterdam<br />

REDACTIE<br />

Kernredacteuren: Dr. C. Boer,<br />

Prof. Dr. A. Dahan, Dr. H. <strong>van</strong> Dongen,<br />

Dr. H.G.D. Hendriks, Prof. Dr. S. de Hert,<br />

Dr. M. Klimek, Prof. Dr. J. Knape,<br />

Prof. Dr. M.A.E. Marcus, Prof. Dr. G. Scheffer.<br />

Ondersteunend redacteuren:<br />

Drs. M. <strong>van</strong> der Beek, Drs. E. Bouman,<br />

Dr. P. Bru<strong>in</strong>s, Drs. G. Filipp<strong>in</strong>i, Dr. D. Gommers,<br />

Prof. Dr. M. Hollmann, Dr. W. Klei,<br />

Dr. A. Koopman, Prof. Dr. S.A. Loer,<br />

Dr. S. Schiere, Dr. B. <strong>in</strong> <strong>het</strong> Veld, Dr. K. Vissers,<br />

Dr. J.K.G. Wietasch, Drs. E. Wiewel.<br />

Secretaresse: mw. W. <strong>van</strong> Engelshoven<br />

Voor <strong>in</strong>formatie over adverteren en <strong>het</strong><br />

reserveren <strong>van</strong> advertentieruimte <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie:<br />

Mw W. <strong>van</strong> Engelshoven<br />

e-mail: ntva@mumc.nl<br />

REDACTIE-ADRES<br />

Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie,<br />

mw. W. <strong>van</strong> Engelshoven, Academisch<br />

Ziekenhuis Maastricht, Afdel<strong>in</strong>g<br />

Anesthesiologie, Postbus 5800,<br />

6202 AZ Maastricht; ntva@mumc.nl<br />

<strong>in</strong>ternet: www.anesthesiologie.nl<br />

INZENDEN VAN KOPIJ<br />

Richtlijnen voor <strong>het</strong> <strong>in</strong>zenden <strong>van</strong> kopij v<strong>in</strong>dt u<br />

op www.anesthesiologie.nl of kunt u opvragen<br />

<strong>bij</strong> de redactie of de uitgever.<br />

OPLAGE<br />

2.500 exemplaren, 5x per jaar<br />

Het NTvA wordt uitsluitend toegezonden<br />

aan leden <strong>van</strong> de NVA. Adreswijzig<strong>in</strong>gen:<br />

Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g voor Anesthesiologie,<br />

Postbus 20063, 3502 LB Utrecht,<br />

tel. 030-2823385, fax 030-2823856,<br />

e-mail nva@anesthesiologie.nl<br />

PRODUCTIE<br />

Bladcoörd<strong>in</strong>atie: Drs. Thomas Elder<strong>in</strong>g<br />

(023-5259332)<br />

Ontwerp: Dimitry de Bru<strong>in</strong><br />

E<strong>in</strong>dredactie: Monique de Mijttenaere<br />

AUTEURSRECHT EN<br />

AANSPRAKELIJKHEID<br />

© De Sticht<strong>in</strong>g tot Beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nederlands<br />

Tijdschrift voor Anesthesiologie 2009. Nederlands<br />

Tijdschrift voor Anesthesiologie® is een<br />

wettig gedeponeerd woordmerk <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

Verenig<strong>in</strong>g voor Anesthesiologie. Alle<br />

rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave<br />

mag worden verveelvoudigd, opgeslagen <strong>in</strong> een<br />

geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar<br />

gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm of op enige wijzen, <strong>het</strong>zij<br />

elektronisch, mechanisch, door foto kopieën,<br />

opnamen of enige andere manier, zonder<br />

voorafgaande schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g.<br />

Dames en heren,<br />

Pijngeneeskunde staat steeds meer <strong>in</strong><br />

de belangstell<strong>in</strong>g. Dat blijkt, <strong>bij</strong>voorbeeld, uit<br />

de rol <strong>van</strong> de overheid. Door f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>pijn</strong>kenniscentra heeft zij getracht de kennis<br />

en kunde op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>geneeskunde<br />

te bevorderen. Ziekenhuizen worden door de<br />

Inspectie voor de Gezondheidszorg verplicht<br />

systematisch <strong>bij</strong> te houden hoeveel patiënten<br />

ernstige <strong>pijn</strong> lijden na een operatie. In 2010<br />

is b<strong>in</strong>nen de Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g voor<br />

Anesthesiologie een register geopend voor<br />

anesthesiologen met aandachtsgebied <strong>pijn</strong>geneeskunde.<br />

Pijn wordt gedef<strong>in</strong>ieerd als een onplezierige<br />

sensorische en emotionele gewaarword<strong>in</strong>g<br />

geassocieerd met actuele of potentiële weefsel<br />

beschadig<strong>in</strong>g of beschreven <strong>in</strong> termen <strong>van</strong> beschadig<strong>in</strong>g.<br />

Onderscheid kan worden gemaakt<br />

<strong>in</strong> <strong>acute</strong>, chronisch benigne en oncologische<br />

<strong>pijn</strong>.<br />

Pijngeneeskunde is de medische discipl<strong>in</strong>e die<br />

zich bezig houdt met de diagnostiek en behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong> en zich richt op symptoomcontrole<br />

daar waar curatieve behandel<strong>in</strong>g niet<br />

meer mogelijk is.<br />

Kennis <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>geneeskunde moet <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe<br />

behoren tot de basisvaardigheid <strong>van</strong> alle<br />

geneeskundigen. Een aantal medische specialisten,<br />

zoals anesthesiologen, neurologen,<br />

revalidatieartsen en psychologen, houdt zich<br />

verdiepend bezig met onderdelen <strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>geneeskunde.<br />

In de jaren tachtig begon de anesthesioloog<br />

naast <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> zich ook bezig te houden met<br />

<strong>het</strong> op<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>in</strong> complexere en langduriger<br />

trajecten en later ook symptoomcontrole<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> palliatieve geneeskunde.<br />

De maatschappelijke rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>geneeskunde<br />

wordt <strong>in</strong>gegeven door <strong>het</strong> feit dat<br />

epidemiologische studies een hoge prevalentie<br />

<strong>van</strong> onbehandelde <strong>pijn</strong> <strong>in</strong> de algemene populatie<br />

laten zien. Acute <strong>pijn</strong> zoals postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> is nog steeds een belangrijk punt <strong>van</strong> zorg.<br />

Daarnaast lijdt een aanzienlijk deel <strong>van</strong> de bevolk<strong>in</strong>g<br />

onder chronische <strong>pijn</strong> met een grote<br />

variëteit <strong>van</strong> etiologie. Door vergrijz<strong>in</strong>g zal dit<br />

<strong>in</strong> de komende jaren nog duidelijk toenemen.<br />

Onbehandelde <strong>pijn</strong> vormt een belangrijk probleem<br />

voor <strong>het</strong> <strong>in</strong>dividu maar heeft ook sterke<br />

sociaal economische consequenties voor <strong>het</strong><br />

gezondheidszorgsysteem en de gemeenschap<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen. De behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> leidt<br />

aantoonbaar tot een verbeter<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de kwaliteit<br />

<strong>van</strong> leven en een verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g <strong>van</strong> sociaal<br />

economische schade.<br />

S<strong>in</strong>ds e<strong>in</strong>d jaren negentig heeft <strong>in</strong> de <strong>pijn</strong>geneeskunde<br />

een verschuiv<strong>in</strong>g plaatsgevonden<br />

<strong>van</strong> de empirische behandel<strong>in</strong>g naar <strong>het</strong> begrijpen<br />

<strong>van</strong> de mechanismen. De behandel<strong>in</strong>g<br />

wordt hierdoor veel rationeler. De implicatie<br />

hier<strong>van</strong> is dat <strong>het</strong> meten <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>, de diagnose<br />

en de behandel<strong>in</strong>g veranderen. Het doel zal<br />

zijn <strong>het</strong> identificeren <strong>in</strong> <strong>in</strong>dividuele patiënten<br />

welk mechanisme verantwoordelijk is voor<br />

de <strong>pijn</strong> en een specifieke behandel<strong>in</strong>g hier op<br />

afstemmen.<br />

In dit nummer <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nederlands Tijdschrift<br />

voor Anesthesiologie wordt <strong>in</strong> een aantal<br />

artikelen uit<strong>in</strong>g gegeven aan dit pr<strong>in</strong>cipe. Zo<br />

wordt de rol <strong>van</strong> genetica <strong>in</strong> <strong>pijn</strong> belicht. Er<br />

wordt <strong>in</strong>gegaan op de diagnostiek en de behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> neonaten, k<strong>in</strong>deren, patiënten<br />

<strong>in</strong> chirurgische dagbehandel<strong>in</strong>g en na<br />

cardiothoracale chirurgie. De anesthesioloog<br />

heeft <strong>in</strong> Nederland een voortrekkersrol op <strong>het</strong><br />

terre<strong>in</strong> <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>geneeskunde. Deze rol kunnen<br />

wij alleen behouden door goed onderzoek.<br />

Dit vormt immers de basis voor opleid<strong>in</strong>g en<br />

bepaalt uite<strong>in</strong>delijk <strong>het</strong> dome<strong>in</strong>.<br />

Frank Huygen


4 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

Genetische<br />

aspecten<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong><br />

1 Afdel<strong>in</strong>g Kl<strong>in</strong>ische Genetica,<br />

MUMC, Maastricht<br />

2 Afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie en <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g,<br />

and Mental Health and<br />

NeuroScience , MUMC, Maastricht<br />

3 Afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie en <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g,<br />

LUMC, Leiden<br />

contact<strong>in</strong>formatie<br />

mumc<br />

D. Marcus-Soekarman<br />

Afd. Kl<strong>in</strong>ische Genetica<br />

Postbus 5800<br />

6202 AZ Maastricht<br />

D. Marcus-Soekarman 1<br />

I. Becker 2<br />

M. Schouten 1<br />

A. Dahan 3<br />

R. Deumens 2<br />

E.A.J. Joosten 2<br />

M. <strong>van</strong> Kleef 2<br />

M.A.E. Marcus 2<br />

abstract The orig<strong>in</strong> of pa<strong>in</strong> is multifactorial and this phenomenon is <strong>in</strong>duced by<br />

a complex <strong>in</strong>teraction between <strong>in</strong>ternal factors such as genetic, endocr<strong>in</strong>ologic or<br />

immunologic <strong>in</strong>fluences and external factors such as heat/cold sensations or pressure [20].<br />

The past decades major developments <strong>in</strong> the field of molecular biology made it possible<br />

to study genetic factors that might play a role <strong>in</strong> multifactorial conditions. This review<br />

aims to highlight various genetically determ<strong>in</strong>ed components of the pathway of pa<strong>in</strong>,<br />

illustrat<strong>in</strong>g that the development of analgesia “made to measure” tak<strong>in</strong>g <strong>in</strong>to account<br />

somebody’s genetic constitution, might be a reality <strong>in</strong> the near future.<br />

Pijn is een complex fenomeen dat ontstaat op multifactoriële basis. Een samenspel <strong>van</strong><br />

<strong>in</strong>terne factoren zoals erfelijke aanleg, endocriene of immunologische factoren en externe<br />

factoren zoals sensitieve prikkels (temperatuur, druk), trauma of <strong>in</strong>fecties, leiden tot<br />

deze onaangename sensatie [20]. De laatste decaden heeft de moleculaire biologie een<br />

enorme vlucht genomen door <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> nieuwe technieken. Hierdoor werd<br />

<strong>het</strong> mogelijk ook multifactoriële aandoen<strong>in</strong>gen nader te bestuderen wat betreft hun<br />

genetische componenten. In dit overzicht wordt nader <strong>in</strong>gegaan op de genetisch bepaalde<br />

componenten <strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>baan waarover de laatste jaren vaker gepubliceerd werd. Deze<br />

meld<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>diceren dat ook met genetische factoren reken<strong>in</strong>g gehouden kan worden <strong>bij</strong><br />

<strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>therapie “die op maat gemaakt is” <strong>bij</strong> een <strong>in</strong>dividuele patiënt.


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 5<br />

|<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

Pijn is <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie een fysiologische<br />

reactie op een prikkel en<br />

bedoeld om een adequate reactie op<br />

te roepen (vermijd<strong>in</strong>g) om <strong>het</strong> organisme<br />

<strong>in</strong>tact te houden. In deze waarschuwende<br />

functie is <strong>het</strong> niet wenselijk<br />

om dit fenomeen te bestrijden<br />

behalve als onderdeel <strong>van</strong> medische/<br />

chirurgische <strong>in</strong>grepen of analgesie<br />

b<strong>in</strong>nen de obstetrische anesthesie.<br />

Onderzoek op dit gebied betreft<br />

vooral <strong>het</strong> ophelderen <strong>van</strong> genetische<br />

componenten <strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>baan en bestuder<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> genvariaties <strong>in</strong> grotere<br />

populaties die een <strong>bij</strong>drage kunnen<br />

leveren aan een farmacogenetisch<br />

profiel [29].<br />

Als <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> als fysiologische reactie<br />

overgaat <strong>in</strong> een chronische vorm,<br />

waar<strong>bij</strong> de <strong>pijn</strong>baan voortdurend<br />

<strong>in</strong> een staat <strong>van</strong> paraatheid is die<br />

autonoom geworden is en losgekoppeld<br />

is geraakt <strong>van</strong> een perifere<br />

prikkel, komt men op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong><br />

de “chronische <strong>pijn</strong> syndromen” of<br />

neuropathische <strong>pijn</strong>. Fenomenen die<br />

hier<strong>bij</strong> gaan optreden zijn hyperalgesie<br />

(versterkte reactie op schadelijke<br />

stimuli) en allodynie (onschuldige<br />

stimuli als <strong>pijn</strong>lijk ervaren). Onderzoek<br />

hier<strong>van</strong> probeert vooral <strong>het</strong> ontstaansmechanisme<br />

op te helderen om<br />

zo tot een causale therapie te komen<br />

die een (meestal) vicieuze cirkel zou<br />

kunnen doorbreken [38, 9].<br />

Historie<br />

Het vermoeden bestond al langer dat<br />

een bepaalde genetische aanleg <strong>van</strong><br />

<strong>in</strong>vloed kon zijn op de <strong>pijn</strong>belev<strong>in</strong>g.<br />

In muizenmodellen kon aangetoond<br />

worden dat genetisch verschillende<br />

soorten hun eigen reactiepatroon<br />

hadden op bepaalde sensitieve of<br />

<strong>pijn</strong>prikkels [16]. Studies <strong>bij</strong> menselijke<br />

tweel<strong>in</strong>gen toonden verschillen<br />

aan tussen een- en twee-eiige paren<br />

waar<strong>bij</strong> een-eiige tweel<strong>in</strong>gen meer<br />

overeenkomst vertoonden qua reactie<br />

op prikkels dan twee-eiige tweel<strong>in</strong>gen<br />

[26]. Dergelijke observaties wijzen er<br />

op dat genen belangrijk zijn omdat<br />

een-eiige tweel<strong>in</strong>gen (<strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g<br />

tot twee-eiige) identiek DNA bezitten,<br />

maar geven helaas geen specifieke<br />

factor aan als mogelijke oorzaak.<br />

Dit was wel <strong>het</strong> geval <strong>bij</strong> een groep<br />

<strong>van</strong> personen met dezelfde uiterlijke<br />

kenmerken (<strong>het</strong>zelfde fenotype). In<br />

de dagelijkse praktijk was <strong>het</strong> anesthesisten<br />

opgevallen dat roodharige<br />

vrouwen anders op <strong>pijn</strong>prikkels reageerden<br />

dan vrouwen met bru<strong>in</strong> of<br />

zwart haar. Werden deze twee groepen<br />

vergeleken, bleken roodharige<br />

vrouwen gevoeliger voor warmte- en<br />

koudeprikkels te zijn [20]. Uite<strong>in</strong>delijk<br />

zou dit terug te voeren zijn op <strong>het</strong><br />

genotype, namelijk mutaties <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

gen voor de melanocort<strong>in</strong> I receptor,<br />

betrokken <strong>bij</strong> zowel pigmentatie als<br />

modulatie <strong>van</strong> kappa-opioid receptoren<br />

en dus <strong>pijn</strong>perceptie.<br />

Monogenetische aandoen<strong>in</strong>gen waar<br />

<strong>pijn</strong> of juist de afwezigheid er<strong>van</strong> op<br />

de voorgrond staan en te herleiden<br />

zijn tot 1 genetische aanleg, zijn zeldzaam.<br />

Dergelijke aandoen<strong>in</strong>gen zijn<br />

belangrijk om <strong>het</strong> mechanisme op te<br />

helderen waardoor <strong>pijn</strong> ontstaat en<br />

welke <strong>bij</strong>drage een bepaalde erfelijke<br />

factor daar<strong>in</strong> heeft. Familiale rectale<br />

<strong>pijn</strong> (“paroxysmal extreme pa<strong>in</strong> disorder”<br />

of PEPD <strong>in</strong> de anglosaxische literatuur),<br />

een autosomaal dom<strong>in</strong>ante<br />

aandoen<strong>in</strong>g (OMIM 167400*) wordt<br />

veroorzaakt door een mutatie <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

SCN9A-gen dat codeert voor 1 <strong>van</strong><br />

de natriumkanalen [8]. Hoewel <strong>het</strong><br />

een zeldzame aandoen<strong>in</strong>g is, heeft <strong>het</strong><br />

v<strong>in</strong>den hier<strong>van</strong> wel betekenis voor<br />

de <strong>in</strong>dividuele familie waar meerdere<br />

personen door alle generaties heen<br />

aangedaan kunnen zijn.<br />

Een aandoen<strong>in</strong>g waar men juist ongevoelig<br />

is voor <strong>pijn</strong>prikkels is congenitale<br />

ongevoeligheid voor <strong>pijn</strong> met<br />

anhidrose (CIPA, OMIM 256800).<br />

Deze autosomaal recessieve aandoen<strong>in</strong>g<br />

wordt veroorzaakt door mutaties<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> NTRK1-gen, dat codeert voor<br />

een receptor voor een groeifactor voor<br />

zenuwcellen [11]. Hier<strong>bij</strong> zullen vooral<br />

sibs <strong>in</strong> één gez<strong>in</strong> aangedaan zijn en<br />

gaat <strong>het</strong> ook hier om zeer zeldzame<br />

gevallen [37]. Zowel ionkanalen als receptoren<br />

blijken een belangrijke plaats<br />

<strong>in</strong> te nemen <strong>in</strong> de <strong>pijn</strong>baan [1, 37].<br />

Bij multifactorieel bepaalde <strong>pijn</strong> blijken<br />

genvariaties (of polymorfismes)<br />

die vrij frequent voorkomen <strong>in</strong> de<br />

algemene bevolk<strong>in</strong>g, i.t.t. pathogene<br />

mutaties <strong>in</strong> zeldzame families, een <strong>bij</strong>drage<br />

te leveren. Hoewel polymorfismes<br />

dus <strong>in</strong> een <strong>in</strong>dividueel geval een<br />

beperkt aandeel <strong>bij</strong> de perceptie <strong>van</strong><br />

<strong>pijn</strong> hebben, ligt hun betekenis hier<strong>in</strong><br />

dat zij voorkomen <strong>bij</strong> een belangrijke<br />

subgroep <strong>in</strong> een populatie. Een voorbeeld<br />

hier<strong>van</strong> levert <strong>het</strong> werk <strong>van</strong><br />

Diatchenko et al (2005). Deze groep<br />

toonde aan dat 3 genetische varianten<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> catechol-O-methyltransferase<br />

(COMT)-gen aanwezig <strong>in</strong> 96% <strong>van</strong> de<br />

algemene populatie geassocieerd konden<br />

worden met een lage, gemiddelde<br />

of respectievelijk hoge <strong>pijn</strong>drempel.<br />

Genen, mutaties en<br />

polymorfismes<br />

Onze erfelijke eigenschappen bev<strong>in</strong>den<br />

zich <strong>in</strong> elke lichaamscel op 46<br />

erfelijkheidsdragers of chromosomen,<br />

die <strong>in</strong> 23 paren te rangschikken zijn.<br />

We hebben elke erfelijke eigenschap<br />

of gen <strong>in</strong> tweevoud: op beide chromosomen<br />

<strong>van</strong> een paar ligt er 1 gen dat<br />

codeert voor een bepaald eiwit. Een<br />

gen bestaat uit exonen en <strong>in</strong>tronen.<br />

De DNA-<strong>in</strong>formatie uit een exon<br />

komt uite<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> <strong>het</strong> eiwit terecht.<br />

DNA bestaat uit een snoer dat samengesteld<br />

is uit 4 basen: aden<strong>in</strong>e (A), guan<strong>in</strong>e<br />

(G), cytos<strong>in</strong>e (C) en thymid<strong>in</strong>e<br />

(T). Bepaalde genen hebben bepaalde<br />

basenvolgordes die <strong>bij</strong> de meerderheid<br />

<strong>van</strong> <strong>in</strong>dividuen <strong>in</strong> een populatie<br />

gevonden worden. Deze genetische<br />

coder<strong>in</strong>g wordt wildtype genoemd.<br />

Verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze codes kunnen<br />

gevolgen hebben voor de vorm<strong>in</strong>g en/<br />

of functie <strong>van</strong> een eiwit. Indien deze<br />

zo afwijkend zijn dat er een niet- of<br />

slecht functionerend eiwit ontstaat,<br />

worden dit mutaties genoemd. Mutaties<br />

spelen vooral een rol <strong>bij</strong> monogenetische<br />

aandoen<strong>in</strong>gen. Bij autosomaal<br />

dom<strong>in</strong>ante aandoen<strong>in</strong>gen is<br />

<strong>het</strong> hebben <strong>van</strong> 1 gemuteerd gen voldoende<br />

om kl<strong>in</strong>ische verschijnselen<br />

te vertonen <strong>van</strong> een bepaalde aandoen<strong>in</strong>g.<br />

Dit i.t.t. autosomaal recessieve<br />

aandoen<strong>in</strong>gen, waar<strong>bij</strong> een <strong>in</strong>dividu<br />

dan pas de aandoen<strong>in</strong>g kl<strong>in</strong>isch heeft<br />

als beide genen gemuteerd zijn.<br />

Er komen ook variaties voor <strong>in</strong> de<br />

genoomsequentie die frequenter zijn<br />

dan mutaties maar die niet zoveel<br />

consequenties hebben voor <strong>het</strong> uite<strong>in</strong>delijk<br />

functioneren <strong>van</strong> <strong>het</strong> eiwit.<br />

Dit worden polymorfismes genoemd<br />

[34]. Een voorbeeld hier<strong>van</strong> is de<br />

zogenaamde SNP (s<strong>in</strong>gle nucleotide<br />

polymorfism) waar<strong>bij</strong> één base ver<strong>van</strong>gen<br />

is door een ander.<br />

Genetisch onderzoek <strong>bij</strong> multifactoriele<br />

aandoen<strong>in</strong>gen was moeizaam <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> verleden, omdat, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g<br />

tot monogenetische aandoen<strong>in</strong>gen,<br />

meerdere genetische factoren geanalyseerd<br />

moesten worden <strong>in</strong> grotere


6 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

groepen <strong>in</strong>dividuen om te kunnen<br />

ontdekken welke rol een afzonderlijke<br />

factor speelde.<br />

Door ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> nieuwe moleculair-biologische<br />

technieken is dit<br />

nu wel mogelijk geworden. Een <strong>van</strong><br />

de belangrijkste ontdekk<strong>in</strong>gen hier<strong>bij</strong><br />

is de polymerase-kett<strong>in</strong>g-reactie<br />

(Polymerase cha<strong>in</strong> reaction of PCR)<br />

geweest waardoor <strong>het</strong> mogelijk werd<br />

m<strong>in</strong>ieme hoeveelheden DNA exponentieel<br />

en specifiek <strong>in</strong> de reageerbuis<br />

te vermeerderen zodat er voldoende<br />

materiaal ontstond om gewenste<br />

analyses op uit te voeren. Tussen complementaire<br />

stukken (of primers) kan<br />

DNA <strong>in</strong> de reageerbuis vermeerderd<br />

worden. Het enzym Taq-polymerase<br />

bouwt tussen de primers complementaire<br />

strengen DNA met toegevoegde<br />

A, C, T en G’s. Een specifieke<br />

basenvolgorde kan <strong>in</strong> <strong>het</strong> mengsel<br />

herkend worden door middel <strong>van</strong> een<br />

complementair stukje DNA of probe<br />

waaraan een fluorescerend molecule<br />

gekoppeld is. In een robot-gestuurde<br />

mach<strong>in</strong>e kunnen vele stalen tegelijk<br />

bewerkt en doorgemeten worden.<br />

Vervolgens valideren computerprogramma’s<br />

de gedane met<strong>in</strong>gen.<br />

Analyse <strong>van</strong> meerdere genen <strong>bij</strong> meerdere<br />

<strong>in</strong>dividuen kan d.m.v. de zogenaamde<br />

DNA-chip: op een matrix zijn<br />

diverse DNA-sequenties aangebracht.<br />

Brengt men hierop geisoleerd DNA<br />

<strong>van</strong> een <strong>in</strong>dividu aan, kan men nagaan<br />

of bepaalde basenvolgordes of sequenties<br />

voorkomen <strong>in</strong> diens DNA. D.m.v.<br />

computeranalyse en statistische bereken<strong>in</strong>gen<br />

kan geanalyseerd worden of<br />

bepaalde sequenties significant meer<br />

voorkomen <strong>bij</strong> een bepaalde persoon<br />

en mogelijk <strong>van</strong> betekenis zijn voor<br />

een bepaalde eigenschap. Mutatis<br />

mutandis kan men dergelijk onderzoek<br />

ook doen voor een aanleg <strong>in</strong> een<br />

groep <strong>in</strong>dividuen [28].<br />

Genetische factoren<br />

<strong>bij</strong> nociceptie<br />

Voor een behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> is een<br />

analyse <strong>van</strong> de afzonderlijke componenten<br />

waardoor deze ontstaat en<br />

hun eigen <strong>bij</strong>drage hieraan <strong>van</strong> belang<br />

om als uite<strong>in</strong>delijk doel een causale<br />

therapie te ontwikkelen die zo optimaal<br />

mogelijk is voor een <strong>in</strong>dividuele<br />

situatie. Om een beter <strong>in</strong>zicht hier<strong>in</strong><br />

te krijgen kan men een schematisch<br />

model <strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>baan gebruiken [9].<br />

De monogenetisch bepaalde componenten<br />

<strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>baan waar tot nu<br />

toe vaker over gerapporteerd wordt<br />

<strong>in</strong> de medische literatuur zijn onder te<br />

verdelen <strong>in</strong> 5 grote groepen: receptoren,<br />

metaboliserende enzymen, transporteurs,<br />

cytok<strong>in</strong>es en ion-kanalen<br />

[18, 35, 6]. Voorbeelden hier<strong>van</strong> zijn:<br />

1. Receptoren<br />

Opioid-receptoren<br />

Het OPRM1-gen codeert voor de muopioid<br />

receptor die een belangrijke<br />

rol speelt <strong>bij</strong> de reactie op morph<strong>in</strong>e<br />

en zijn afgeleide substanties [19]. 1 op<br />

6 personen <strong>in</strong> de Caucasische bevolk<strong>in</strong>g<br />

is drager <strong>van</strong> een verander<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> een adenos<strong>in</strong>e naar een guan<strong>in</strong>e<br />

op positie 118 <strong>in</strong> dit gen (A118G polymorfisme<br />

<strong>in</strong> exon 1). Onderzoek <strong>bij</strong><br />

patiënten met kanker die <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g<br />

door morf<strong>in</strong>e kregen toonde aan, dat<br />

personen die <strong>in</strong> beide genen dit polymorfisme<br />

droegen (hiervoor homozygoot<br />

waren) hogere doser<strong>in</strong>gen nodig<br />

hadden om net zoveel <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g te<br />

krijgen als personen die twee genen<br />

hadden met de normale sequentie<br />

(homozygoot wildtype) of personen<br />

die naast <strong>het</strong> wildtype gen ook <strong>het</strong><br />

gen met dit polymorfisme bezaten<br />

(<strong>het</strong>erozygoot waren) [13].<br />

Melanocort<strong>in</strong>-1 receptor<br />

Deze receptor wordt gecodeerd door<br />

<strong>het</strong> MC1R-gen en speelt een rol <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

kappa-opioide systeem zoals eerder<br />

vermeld. Zowel studies <strong>bij</strong> muizen als<br />

mensen toonden aan dat homozygote<br />

mutaties <strong>in</strong> dit gen een verm<strong>in</strong>derde<br />

<strong>pijn</strong>respons en betere reactie op <strong>het</strong><br />

analgeticum pentazoc<strong>in</strong>e toonden<br />

<strong>in</strong> een vrouwelijke populatie [22].<br />

Waarom er verschil is tussen mannen<br />

en vrouwen is nog onderwerp <strong>van</strong><br />

verder onderzoek.<br />

2. Enzymen<br />

Catechol-O-methyltransferase (COMT)<br />

Personen die op positie 158 <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gen voor COMT homozygoot <strong>het</strong><br />

am<strong>in</strong>ozuur methion<strong>in</strong>e hebben <strong>in</strong><br />

plaats <strong>van</strong> val<strong>in</strong>e hebben een m<strong>in</strong>der<br />

actief COMT-enzym waardoor<br />

catecholam<strong>in</strong>e m<strong>in</strong>der goed wordt<br />

gemetaboliseerd, <strong>het</strong> (nor)adrenerge<br />

systeem <strong>in</strong> een verhoogde staat <strong>van</strong><br />

paraatheid verkeert en <strong>het</strong> muopioide<br />

systeem (werkzaam o.a. <strong>in</strong> de<br />

thalamus) m<strong>in</strong>der adequaat op <strong>pijn</strong><br />

reageert dan <strong>bij</strong> personen met een<br />

val<strong>in</strong>e/val<strong>in</strong>e genotype [40, 24, 5]. In<br />

proefdiermodellen waar<strong>bij</strong> gekeken<br />

werd naar de reactie op mechanische<br />

of thermische <strong>pijn</strong>stimuli lijken<br />

er aanwijz<strong>in</strong>gen te bestaan dat een<br />

beta-blokker zoals propanolol effect<br />

heeft als analgeticum via beta2- en<br />

3-adrenerge receptoren [25]. Dit heeft<br />

consequenties voor de kl<strong>in</strong>iek aangezien<br />

verhoogde catecholam<strong>in</strong>es lijken<br />

te predisponeren tot <strong>het</strong> ontstaan<br />

<strong>van</strong> chronisch <strong>pijn</strong>syndromen zoals<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld <strong>van</strong> <strong>het</strong> beweg<strong>in</strong>gsapparaat.<br />

Cytochroom P450 (CYP2D6)<br />

Dit enzym is betrokken <strong>bij</strong> <strong>het</strong> metabolisme<br />

<strong>van</strong> diverse farmaca waaronder<br />

antidepressiva, neuroleptica,<br />

beta-blokkers en code<strong>in</strong>e. Het gen<br />

hiervoor ligt op chromosoom 22,<br />

band q13.1 (#22q13.1) en kent veel varianten<br />

of allelen. Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

type allel worden “snelle” tot “langzame”<br />

omzetters <strong>van</strong> bepaalde medicamenten<br />

herkend <strong>in</strong> de populatie. Men<br />

stelt zich voor dat <strong>in</strong> de toekomst<br />

ieder <strong>in</strong>dividu door genotyper<strong>in</strong>g een<br />

farmacogenetisch profiel gaat krijgen<br />

op basis waar<strong>van</strong> bepaalde medicamenten<br />

<strong>in</strong> een bepaalde doser<strong>in</strong>g toegediend<br />

gaan worden [31].<br />

3. Transporteurs<br />

Dopam<strong>in</strong>e is een neurotransmitter en<br />

speelt een belangrijke rol <strong>bij</strong> signaaltransductie.<br />

Het dopam<strong>in</strong>e tranportergen<br />

codeert voor een transporteur die<br />

zorgt voor heropname <strong>van</strong> dopam<strong>in</strong>e<br />

<strong>van</strong>uit de synaps terug <strong>in</strong> <strong>het</strong> presynaptisch<br />

neuron. In dit gen werd een<br />

polymorfisme gevonden dat geassocieerd<br />

kon worden met een vorm <strong>van</strong><br />

chronische hoofd<strong>pijn</strong> [2]. Bepaalde<br />

polymorfismes <strong>in</strong> ditzelfde DAT-1 gen<br />

lijken geassocieerd te zijn met de reactie<br />

op een koude prikkel <strong>in</strong> gezonde<br />

proefpersonen [36].<br />

4. Cytok<strong>in</strong>es<br />

Cytok<strong>in</strong>es spelen een rol <strong>bij</strong> ontstek<strong>in</strong>gen,<br />

maar blijken ook <strong>van</strong> belang<br />

te zijn <strong>bij</strong> <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>in</strong><br />

chronische toestand waar de <strong>acute</strong><br />

ontstek<strong>in</strong>g op zich op de achtergrond<br />

verdwenen is. Bij mannen met prostatitis<br />

die chronische <strong>pijn</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

kle<strong>in</strong>e bekken ontwikkelden, werd<br />

een associatie gevonden tussen een<br />

bepaald genotype met een hogere<br />

IL-10 productie en <strong>het</strong> m<strong>in</strong>der goed<br />

op ontstek<strong>in</strong>gsremmers reageren [33].<br />

Het “burn<strong>in</strong>g mouth syndrome” is een<br />

chronisch <strong>pijn</strong>syndroom dat vaker<br />

voorkomt <strong>bij</strong> vrouwen rond en na


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 7<br />

|<br />

de menopauze. Bij deze aandoen<strong>in</strong>g<br />

ervaart men een brandend gevoel <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> mondslijmvlies maar ziet dit er<br />

normaal uit. Het genotype met een<br />

hoge IL-1beta productie lijkt geassocieerd<br />

te zijn met deze aandoen<strong>in</strong>g<br />

[10]. Met name lijkt <strong>het</strong> uit balans<br />

raken <strong>van</strong> <strong>het</strong> cytok<strong>in</strong>e systeem chronische<br />

<strong>pijn</strong> te handhaven en geassocieerd<br />

te zijn met een bepaald genetisch<br />

profiel [23].<br />

5. Ion-kanalen<br />

Ion-kanalen spelen een belangrijke<br />

rol <strong>bij</strong> <strong>het</strong> doorgeven <strong>van</strong> signalen<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> lichaam. Op zoek naar<br />

de onderliggende oorzaak <strong>van</strong> de<br />

zeldzame aandoen<strong>in</strong>g waar<strong>bij</strong> men<br />

specifiek geen <strong>pijn</strong> voelt <strong>bij</strong> <strong>in</strong>tact<br />

zijn <strong>van</strong> de perceptie voor alle andere<br />

prikkels zoals temperatuur, druk<br />

en proprioceptie, vonden Cox en<br />

medewerkers koppel<strong>in</strong>g met een<br />

regio op chromosoom 2 [3]. In dit<br />

gebied bleek een gen te liggen dat<br />

codeert voor een onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Natrium-ionkanaal. De drie families<br />

die onderzocht werden hadden<br />

verschillende familieleden met deze<br />

autosomaal recessieve aandoen<strong>in</strong>g<br />

(congenital <strong>in</strong>difference to pa<strong>in</strong>, CIP,<br />

OMIM 243000). Bij de aangedane<br />

familieleden werden <strong>in</strong> beide SCN9Agenen<br />

mutaties gevonden waar<strong>van</strong> op<br />

eiwit-niveau voorspeld kon worden<br />

dat dit een niet-functionerend eiwit<br />

produceert. Inmiddels blijken ionkanalen<br />

een belangrijke rol te spelen<br />

<strong>bij</strong> <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> een breed scala<br />

<strong>van</strong> syndromen waaronder primaire<br />

erythermalgia (OMIM 133020) en<br />

referenties<br />

paroxysmale extreme <strong>pijn</strong> (OMIM<br />

167400). Het gaat hier om autosomaal<br />

dom<strong>in</strong>ante aandoen<strong>in</strong>gen, waar<strong>bij</strong> de<br />

voeten <strong>in</strong> aanvallen <strong>pijn</strong>lijk en rood<br />

zijn, respectievelijk <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong>aanvallen<br />

<strong>in</strong> diverse delen <strong>van</strong> <strong>het</strong> lichaam<br />

zoals rectum, oog en kaak optreden<br />

met rood worden <strong>van</strong> de huid [4].<br />

Het v<strong>in</strong>den <strong>van</strong> 1 enkele factor die zo<br />

specifiek een rol lijkt te spelen <strong>bij</strong> de<br />

perceptie <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> brengt hoop voor<br />

de toekomst. Men verwacht ook een<br />

rol voor deze factor <strong>bij</strong> <strong>het</strong> ontstaan<br />

<strong>van</strong> multifactoriele <strong>pijn</strong> [39].<br />

Beschouw<strong>in</strong>g<br />

Monogenetisch bepaalde aandoen<strong>in</strong>gen<br />

met gestoorde <strong>pijn</strong>sensatie zijn<br />

zeer zeldzaam en onderzoek hier<strong>van</strong><br />

lijkt getalsmatig we<strong>in</strong>ig impact te<br />

hebben <strong>bij</strong> <strong>het</strong> bestrijden <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> algemeen. Klassiek werd hier<strong>bij</strong><br />

d.m.v. koppel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> bepaalde chromosomale<br />

regio’s aan de gestoorde<br />

<strong>pijn</strong>sensaties b<strong>in</strong>nen zeldzame families<br />

<strong>het</strong> verantwoordelijke gen<br />

opgespoord. Een hulpmiddel hier<strong>bij</strong><br />

zijn databases waar<strong>in</strong> diermodellen<br />

zijn opgenomen waarmee men genen,<br />

betrokken <strong>bij</strong> <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>,<br />

bestudeert [14]. Het belang <strong>van</strong> de ophelder<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de onderliggende genverander<strong>in</strong>g<br />

ligt daar<strong>in</strong>, dat lokalisatie<br />

b<strong>in</strong>nen de <strong>pijn</strong>baan en vervolgens<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een specifiek<br />

analgeticum dat hierop aangrijpt, de<br />

mogelijkheid schept gerichte <strong>pijn</strong>therapie<br />

te geven, ook <strong>bij</strong> bepaalde<br />

vormen <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> die frequenter voorkomen<br />

[12, 21].<br />

Onderzoek <strong>van</strong> multifactoriele bepaalde<br />

fenomenen zoals <strong>pijn</strong> verliep<br />

moeizaam omdat de <strong>bij</strong>drage <strong>van</strong> een<br />

bepaalde genetische factor beduidend<br />

kle<strong>in</strong>er was dan <strong>bij</strong> monogenetische<br />

aandoen<strong>in</strong>gen en derhalve <strong>in</strong> grote<br />

groepen onderzocht moest worden<br />

om statistisch significante associaties<br />

te v<strong>in</strong>den. Dit type onderzoek is <strong>in</strong><br />

een stroomversnell<strong>in</strong>g geraakt door<br />

de uitv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de PCR, de ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de DNA-chip en <strong>het</strong> humane<br />

genoom project (HUGO, [15]). Bij<br />

dit laatste project waaraan zeer veel<br />

onderzoeksgroepen <strong>in</strong> de hele wereld<br />

meedoen, werd de basenvolgorde <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> hele menselijke genoom <strong>in</strong> kaart<br />

gebracht. Hierdoor werd <strong>het</strong> mogelijk<br />

<strong>in</strong> associatie-studies b<strong>in</strong>nen grote<br />

populaties zelfs willekeurige gensequenties<br />

te koppelen aan bepaalde<br />

eigenschappen zoals respons op bepaalde<br />

medicatie [32]. Het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> een farmacogenetisch profiel<br />

voor <strong>in</strong>dividuele patiënten lijkt haalbaar<br />

te worden met als uite<strong>in</strong>delijk<br />

doel optimale <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g met zo m<strong>in</strong><br />

mogelijk <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen [30].<br />

*OMIM: Onl<strong>in</strong>e Mendelian Inheritance<br />

<strong>in</strong> Man. Dit is oorspronkelijk een<br />

catalogus <strong>van</strong> alle erfelijke aandoen<strong>in</strong>gen<br />

geweest, later een database, die<br />

begonnen is door Victor McKusick,<br />

een Amerikaanse geneticus. Door<br />

<strong>bij</strong>dragen <strong>van</strong> velen is dit uitgegroeid<br />

tot een standaardwerk b<strong>in</strong>nen de kl<strong>in</strong>ische<br />

genetica. Aandoen<strong>in</strong>gen beg<strong>in</strong>nend<br />

met <strong>het</strong> nummer 1 zijn autosomaal<br />

dom<strong>in</strong>ant, met 2: autosomaal<br />

recessief, met 3: X-gebonden.<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

Cater<strong>in</strong>a M.J., Julius D. (1999) Sense<br />

and specificity: a molecular identity<br />

for nociceptors. Current op<strong>in</strong>ion <strong>in</strong><br />

neurobiology;9:525-530.<br />

Cevoli S., Mochi M., Scapoli C.,<br />

Marzocchi N., Pierangeli G., P<strong>in</strong>i<br />

L.A., Cortelli P., Montagna P. (2006)<br />

A genetic association study of dopam<strong>in</strong>e<br />

metabolism-related genes and<br />

chronic headache with drug abuse.<br />

Eur J Neurol;13:1009-1013.<br />

Cox J.J., Reimann F., Nicholas A.K.,<br />

Thornton G., Roberts E., Spr<strong>in</strong>gell<br />

K., Karbani G., Jafri H., Mannan J.,<br />

Raashid Y., Al-Gazali L., Hamamy H.,<br />

Valente E.M., Gorman S., Williams<br />

R., McHale D.P., Wood J.N., Gribble<br />

F.M., Woods C.G. (2006) An SCN9A<br />

channelopathy causes congenital<br />

<strong>in</strong>ability to experience pa<strong>in</strong>. Nature;4444:894-898.<br />

4. Diatchenko L., Slade G.D., Nackley<br />

A.G., Bhalang K., Sigurdsson A., Belfer<br />

I., Goldman D., Xu K., Shabal<strong>in</strong>a<br />

S.A., Shag<strong>in</strong> D., Max M.B., Makarov<br />

S.S., Maixner W. (2005) Genetic<br />

basis for <strong>in</strong>dividual variations <strong>in</strong> pa<strong>in</strong><br />

perception and the development of<br />

a chronic pa<strong>in</strong> condition. Human<br />

molecular genetics;14:135-143.<br />

5. Diatchenko L., Nackley A.G., Slade<br />

G.D., Bhalang K., Belfer I., Max<br />

M.B., Goldman D., Maixner W.<br />

(2006) Catechol-O-methyltrasferase<br />

gene polymorphisms are associated<br />

with multiple pa<strong>in</strong>-evok<strong>in</strong>g stimuli.<br />

Pa<strong>in</strong>;125:216-224.<br />

6. Diatchenko L., Nackley A.G., Tchivileva<br />

I.E., Shabal<strong>in</strong>a S.A., Maixner<br />

W. (2007) Genetic architecture of<br />

human pa<strong>in</strong> perception. Trends <strong>in</strong><br />

Genetics;23:605-613.<br />

7. Drenth J.P., Waxman S.G. (2007)<br />

Mutations <strong>in</strong> sodium-channel gene<br />

SCN9A cause a spectrum of human<br />

genetic pa<strong>in</strong> disorders. J Cl<strong>in</strong> Invest;117:3603-3609.<br />

8. Fertleman C.R., Baker M.D., Parker<br />

K.A., Moffatt S., Elmslie F.V., Abrahamsen<br />

B., Ostman J., Klugbauer<br />

N., Wood J.N., Gard<strong>in</strong>er R.M., Rees<br />

M. (2006) SCN9A mutations <strong>in</strong><br />

paroxysmal extreme pa<strong>in</strong> disorder:<br />

allelic variants underlie dist<strong>in</strong>ct<br />

channel defects and phenotypes.<br />

Neuron;52:767-774.<br />

9. F<strong>in</strong>nerup N.B., S<strong>in</strong>drup S.H., Jensen<br />

T.S. (2007) Chronic neuropathic<br />

pa<strong>in</strong>: mechanisms, drug targets and<br />

measurements. Fundamental and<br />

cl<strong>in</strong>ical pharmacology; 21: 129-136.<br />

10. Guimaraes A.L., de Sa A.R., Victoria<br />

J.M., de Fatima Correia-Silva J.,<br />

Gomez M.V., Gomez R.S. (2006)<br />

Interleuk<strong>in</strong>-1beta and seroton<strong>in</strong><br />

transporter gene polymorphisms <strong>in</strong><br />

burn<strong>in</strong>g mouth syndrome patients. J<br />

Pa<strong>in</strong>;7:654-658.<br />

11. Indo Y., Tsuruta M., Hayashida Y.,<br />

Karim M.A., Ohta K., Kawano T.,<br />

Mitsubuchi H., Tonoki H., Awaya<br />

Y., Matsuda I. (1996) Mutations <strong>in</strong><br />

the TRKA/NGF receptor gene <strong>in</strong><br />

patients with congenital <strong>in</strong>sensivity<br />

to pa<strong>in</strong> with anhidrosis. Nature<br />

genetics;13:485-488.<br />

12. Jensen T.S. (2002) Anticonvulsants<br />

<strong>in</strong> neuropathic pa<strong>in</strong>: rationale and<br />

cl<strong>in</strong>ical evidence. European Journal<br />

of Pa<strong>in</strong>;6:61-68.


8 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

13. Klepstad P., Rakvag T.T., Kaasa S. et<br />

al (2004) The 118A>G polymorphism<br />

<strong>in</strong> the human mu-opoioid receptor<br />

gene may <strong>in</strong>crease morph<strong>in</strong>e requirements<br />

<strong>in</strong> patients with pa<strong>in</strong> caused<br />

by malignant diseases. Acta Anaesthesiol<br />

Scand;48:1232-1239.<br />

14. Lacroix-Fralih M.L., Ledoux J.B.,<br />

Mogil J.S. (2007) The Pa<strong>in</strong> Genes Database:<br />

An <strong>in</strong>teractive web browser<br />

of pa<strong>in</strong>-related transgenic knockout<br />

studies. Pa<strong>in</strong>;131:3.e1-3.e4.<br />

15. Lander E.S., L<strong>in</strong>ton L.M., Birren<br />

B., et al (2001) Initial sequenc<strong>in</strong>g<br />

and analysis of the human genome.<br />

Nature;409:860-921.<br />

16. Lariviere W.R., Wilson S.G., Laughl<strong>in</strong><br />

T.M., Kokayeff A., West E.E., Adhikari<br />

S.M., Wan Y., Mogil J.S. (2002)<br />

Heritability of nociception. III.<br />

Genetic relationships among commonly<br />

used assays of nociception<br />

and hypersensitivity. Pa<strong>in</strong>;97:75-86.<br />

17. Liem E.B., Jo<strong>in</strong>er T.V., Tsueda<br />

K., Sessler D.I. (2005) Increased<br />

sensitivity to thermal pa<strong>in</strong> and<br />

reduced subcutaneous lidoca<strong>in</strong>e<br />

efficacy <strong>in</strong> redheads. Anesthesiology;102(3):509-514.<br />

18. Lotsch J., Geissl<strong>in</strong>ger G. (2006) Current<br />

evidence for a genetic modulation<br />

of the response to analgesics.<br />

Pa<strong>in</strong>;121:1-5.<br />

19. Lotsch J., Stuck B., Hummel T.<br />

(2006) The human mu-opioid receptor<br />

gene polymorphism 118A>G decreases<br />

cortical activaton <strong>in</strong> response<br />

to specific nociceptive stimulation.<br />

Behav Neurosci;120:1218-1224.<br />

20. Melzack R. (1999) From the gate<br />

to the neuromatrix. Pa<strong>in</strong>; suppl. 6:<br />

121-126.<br />

21. Milligan E.D., Soderquist R.G.,<br />

Malone S.M., Mahoney J.H., Hughes<br />

T.S., Langer S.J., Sloane E.M., Maier<br />

S.F., Le<strong>in</strong>wand L.A., Watk<strong>in</strong>s L.R.,<br />

Mahoney M.J. (2006) Intrathecal<br />

polymer-based <strong>in</strong>terleuk<strong>in</strong>-10 gene<br />

delivery for neuropathic pa<strong>in</strong>. Neuron<br />

Glia Biology;2:293-308.<br />

22. Mogil J.S., Ritchie J., Smith S.B.,<br />

Strasburg K., Kaplan L., Wallace<br />

M.R., Romberg R.R., Bijl H., Sarton<br />

E.Y., Fill<strong>in</strong>gim R.B., Dahan A. (2005)<br />

Melanocort<strong>in</strong>-1 receptor gene<br />

variants affect pa<strong>in</strong> and mu-opoiod<br />

analgesia <strong>in</strong> mice and humans. J Med<br />

Genet;42:583-587.<br />

23. Mueller B. (2002) Cytok<strong>in</strong>e imbalance<br />

<strong>in</strong> non-immunological chronic<br />

disease. Cytok<strong>in</strong>e;18:334-339.<br />

24. Nackley A.G., Shabal<strong>in</strong>a S.A., Tchivileva<br />

I.E., Satterfield K., Korchynskyi<br />

O., Makarov S.S., Maixner W., Diatchenko<br />

L. (2006) Human catechol-<br />

O-methyltransferase haplotypes<br />

modulate prote<strong>in</strong> expression by<br />

alter<strong>in</strong>g mRNA secondary structure.<br />

Science;314:1930-1933.<br />

25. Nackley A.G., Tan K.S., Fecho K.,<br />

Flood P., Diatchenko L., Maixner<br />

W. (2007) Catechol-O-methyltransferase<br />

<strong>in</strong>hibition <strong>in</strong>creases pa<strong>in</strong><br />

sensitivity through activation of<br />

both beta2- and beta3-adrenergic<br />

receptors. Pa<strong>in</strong>;128:199-208.<br />

26. Norbury T.A., MacGregor A.J., Urw<strong>in</strong><br />

J., Spector T.D., McMahon S.B.<br />

(2007) Heritability of responses to<br />

pa<strong>in</strong>ful stimuli <strong>in</strong> women: a classical<br />

tw<strong>in</strong> study. Bra<strong>in</strong>;130:3041-3049.<br />

27. Pace MC, Mazzariello L, Passa<strong>van</strong>ti<br />

MB, Sansone P, Barbarisi M,<br />

Aurilio C. (2006) Neurobiology<br />

of pa<strong>in</strong>. Journal of cellular physiology;209:8-12<br />

28. v.d. Pouw Kraan CTM, Dijkstra<br />

CD, Verweij CL. (2005) Moleculaire<br />

ontrafel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ziekte met DNAmicroarrays;149:626-631.<br />

29. Roses AD. (2000) Pharmacogenetics<br />

and future drug development and<br />

delivery. The Lancet;355:1358-1361<br />

30. Roses AD. (2008) Pharmacogenetics<br />

<strong>in</strong> drug discovery and development:<br />

a translational perspective. Nature<br />

reviews;7:807-817.<br />

31. Sachse C, Brockmoller J, Bauer S,<br />

Rots I. (1997) Cytochrome P450 2D6<br />

variants <strong>in</strong> a Caucasian population:<br />

allele frequencies and phenotypic<br />

consequences. Am J Hum Genet;60:284-295.<br />

32. Schmith VD, Campbell DA, Sehgal<br />

S, Anderson WH, Burns DK, Middleton<br />

LT, Roses AD. (2003) Pharmacogenetics<br />

and disease genetics<br />

of complex diseases. Cellular and<br />

molecular life sciences;60:1636-1646.<br />

33. Shoskes DA, Albakri Q, Thomas K,<br />

Cook D. (2002) Cytok<strong>in</strong>e polymorphisms<br />

<strong>in</strong> men with chronic prostatitis/chronic<br />

pelvic pa<strong>in</strong> syndrome:<br />

association with diagnosis and treatment<br />

response. J Urol;168:331-335.<br />

34. Stamer U, Bayerer B, Stueber F.<br />

(2006) Genetik, schmerz, und analgesie.<br />

Anaesthesist;55:746-752.<br />

35. Stamer UM, Stuber F. (2007) Genetic<br />

factors <strong>in</strong> pa<strong>in</strong> and its treatment.<br />

Current op<strong>in</strong>ion <strong>in</strong> anaesthesiology;20:478-484.<br />

36. Treister R, Pud D, Ebste<strong>in</strong> RP, Laiba<br />

E, Gershon E, Haddad M, Eisenberg<br />

E. (2009) Associations between<br />

polymorphisms <strong>in</strong> dopam<strong>in</strong>e neurotransmitter<br />

pathway genes and pa<strong>in</strong><br />

response <strong>in</strong> healthy humans. Pa<strong>in</strong>,<br />

<strong>in</strong> press.<br />

VERKORTE PRODUCTINFORMATIE<br />

37. Tuyuz B, Bayrakli F, DiLuna ML,<br />

Bilguvar K, Bayri Y, Yalc<strong>in</strong>kaya C,<br />

Bursali A, Ozdamar E, Korkmaz B,<br />

Mason CE, Ozturk AK, Lifton RP,<br />

State MW, Gunel M. (2008) Novel<br />

NTRK1 mutations cause hereditary<br />

sensory and autonomic neuropathy<br />

type IV: demonstration of a founder<br />

mutation <strong>in</strong> the Turkish population.<br />

Neurogenetics;9:119-125.<br />

38. Ueda H. (2006) Molecular mechanisms<br />

of neuropathic pa<strong>in</strong>-phenotypic<br />

switch and <strong>in</strong>itiation mechanisms.<br />

Pharmacology and therapeutics;109:57-77.<br />

39. Waxman SG. (2006) A channel sets<br />

the ga<strong>in</strong> on pa<strong>in</strong>. Nature;444:831-832.<br />

40. Zubieta J, Heitzeg MM, Smith YR,<br />

Bueller JA, Xu K, Xu Y, Koeppe RA,<br />

Stohler CS, Goldman D. (2003)<br />

COMT val158met genotype affects<br />

mu-opioid neurotransmitter<br />

responses to a pa<strong>in</strong> stressor. Science;299:1240-1243.<br />

Advertentie<br />

Naam en farmaceutische vorm: CYMBALTA 30 mg harde maagsapresistente capsules en CYMBALTA 60 mg harde maagsapresistente capsules.<br />

Samenstell<strong>in</strong>g: Elke capsule bevat ofwel 30 mg ofwel 60 mg duloxet<strong>in</strong>e als duloxet<strong>in</strong>ehydrochloride. Indicaties: Behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ernstige depressieve<br />

stoornis. Behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> diabetische perifere neuropathische <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> volwassenen. Behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> gegeneraliseerde angststoornis. Doser<strong>in</strong>g:<br />

De startdosis en aanbevolen onderhoudsdosis voor ernstige depressieve stoornis en diabetische perifere neuropathische <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> volwassenen is<br />

60 mg eenmaal daags met of zonder voedsel. Doser<strong>in</strong>gen hoger dan 60 mg eenmaal daags, tot een maximale dosis <strong>van</strong> 120 mg per dag toegediend<br />

<strong>in</strong> gelijk verdeelde doses, zijn <strong>in</strong> kl<strong>in</strong>ische onderzoeken beoordeeld op veiligheid. Er is <strong>bij</strong> depressieve patiënten echter geen kl<strong>in</strong>isch bewijs dat erop<br />

wijst dat patiënten die niet reageren op de aanbevolen startdosis, baat zouden kunnen hebben <strong>bij</strong> optitreren <strong>van</strong> de dosis. Bij patiënten met respons op<br />

duloxet<strong>in</strong>e en met een voorgeschiedenis <strong>van</strong> herhaalde episoden <strong>van</strong> ernstige depressie kan een verdere langetermijn behandel<strong>in</strong>g met een dosis <strong>van</strong><br />

60 tot 120 mg overwogen worden. Bij patiënten met diabetische perifere neuropathische <strong>pijn</strong> vertoonde de plasmaconcentratie <strong>van</strong> duloxet<strong>in</strong>e grote<br />

<strong>in</strong>ter-<strong>in</strong>dividuele variabiliteit. Om die reden kunnen sommige patiënten, die onvoldoende reageren op 60 mg, baat hebben <strong>bij</strong> een hogere dosis. De<br />

aanbevolen startdosis voor gegeneraliseerde angststoornis is 30 mg eenmaal daags met of zonder voedsel. Bij onvoldoende respons kan verhoogd<br />

worden tot 60 mg. Bij comorbide depressie is de startdosis en onderhoudsdoser<strong>in</strong>g 60 mg eenmaal daags. Contra-<strong>in</strong>dicaties: Overgevoeligheid voor<br />

duloxet<strong>in</strong>e of voor één <strong>van</strong> de hulpstoffen. Gelijktijdig gebruik <strong>van</strong> CYMBALTA met niet-selectieve, irreversibele Monoam<strong>in</strong>e-Oxidaseremmers (MAOremmers).<br />

Een leveraandoen<strong>in</strong>g die leidt tot leverfunctiestoornis. Comb<strong>in</strong>atie met fl uvoxam<strong>in</strong>e, ciprofl oxac<strong>in</strong>e of enoxac<strong>in</strong>e (krachtige CYP1A2-remmers)<br />

aangezien de comb<strong>in</strong>atie leidt tot verhoogde plasmaconcentraties <strong>van</strong> duloxet<strong>in</strong>e. Ernstige nierfunctiestoornis (creat<strong>in</strong><strong>in</strong>eklar<strong>in</strong>g < 30 ml/m<strong>in</strong>).<br />

Start <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g met CYMBALTA <strong>bij</strong> patiënten met ongecontroleerde hypertensie. Waarschuw<strong>in</strong>gen: Met voorzichtigheid gebruiken <strong>bij</strong> patiënten<br />

met een voorgeschiedenis <strong>van</strong> manie of met bipolaire stoornis en/of convulsies. Voorzichtigheid is geboden wanneer CYMBALTA wordt voorgeschreven<br />

aan patiënten met verhoogde <strong>in</strong>traoculaire druk of met een risico <strong>van</strong> acuut nauwe kamerhoekglaucoom. Bij patiënten met bekende hypertensie<br />

en/of andere hartziekte wordt geëigende controle <strong>van</strong> de bloeddruk aanbevolen, vooral <strong>in</strong> <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g. Duloxet<strong>in</strong>e dient<br />

voorzichtig gebruikt te worden <strong>bij</strong> patiënten <strong>bij</strong> wie de conditie gepaard kan gaan met een versnelde hartslag of verhoogde bloeddruk. Voorzichtigheid<br />

is geboden <strong>bij</strong> gebruik <strong>van</strong> CYMBALTA <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met antidepressiva, met name gebruik met selectieve reversibele MAO-remmers wordt niet<br />

aanbevolen. Ongewenste effecten kunnen vaker optreden tijdens gelijktijdig gebruik <strong>van</strong> CYMBALTA en kruidenpreparaten met s<strong>in</strong>t-janskruid (Hypericum<br />

perforatum). Gevallen <strong>van</strong> suïcidale gedachten en suïcidale gedrag<strong>in</strong>gen zijn gemeld tijdens therapie met duloxet<strong>in</strong>e of vlak na <strong>het</strong> staken <strong>van</strong> de<br />

behandel<strong>in</strong>g. Intensief toezicht op patiënten met een hoog suïciderisico is noodzakelijk. Patiënten (en verzorgers <strong>van</strong> patiënten) dienen bewust te<br />

worden gemaakt <strong>van</strong> de noodzaak om toezicht te houden op <strong>het</strong> optreden <strong>van</strong> elke kl<strong>in</strong>ische verslechter<strong>in</strong>g, suïcidale gedachten/gedrag en ongebruikelijke<br />

verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gedrag en om onmiddellijk medisch advies te zoeken <strong>in</strong>dien deze symptomen zich voordoen. CYMBALTA dient niet te worden<br />

gebruikt <strong>bij</strong> de behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> k<strong>in</strong>deren en adolescenten jonger dan 18 jaar. Voorzichtigheid is geboden <strong>bij</strong> patiënten die gebruik maken <strong>van</strong> anticoagulantia<br />

en/of geneesmiddelen waar<strong>van</strong> bekend is dat ze de bloedplaatjesfunctie beïnvloeden en <strong>bij</strong> patiënten <strong>van</strong> wie bekend is dat ze bloed<strong>in</strong>gsneig<strong>in</strong>gen<br />

hebben. Voorzichtigheid is geboden <strong>bij</strong> patiënten met een verhoogd risico op hyponatriëmie, zoals ouderen, cirrotische- of gedehydrateerde<br />

patiënten of patiënten behandeld met diuretica. Onthoud<strong>in</strong>gsverschijnselen <strong>bij</strong> stopzett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g zijn gebruikelijk, vooral wanneer abrupt<br />

wordt gestopt. Er zijn beperkte gegevens over <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> 120 mg CYMBALTA <strong>bij</strong> ouderen met depressieve stoornissen en over <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

CYMBALTA <strong>bij</strong> ouderen met gegeneraliseerde angststoornis. Het gebruik <strong>van</strong> duloxet<strong>in</strong>e wordt geassocieerd met <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> acathisie, gekarakteriseerd<br />

door een subjectieve onprettige, verontrustende rusteloosheid en de behoefte veel te bewegen, gepaard gaand met <strong>het</strong> niet <strong>in</strong> staat zijn<br />

om stil te zitten of stil te staan. Bij patiënten die deze symptomen ontwikkelen kan verhogen <strong>van</strong> de doser<strong>in</strong>g schadelijk zijn. Duloxet<strong>in</strong>e wordt toegepast<br />

onder verschillende handelsmerken <strong>bij</strong> verscheidene <strong>in</strong>dicaties (CYMBALTA <strong>bij</strong> zowel diabetische neuropatische <strong>pijn</strong>, ernstige depressieve<br />

stoornis, gegeneraliseerde angststoornis en YENTREVE <strong>bij</strong> stress-ur<strong>in</strong>e-<strong>in</strong>cont<strong>in</strong>entie). Het gelijktijdige gebruik <strong>van</strong> meer dan één <strong>van</strong> deze producten<br />

dient te worden vermeden. Gevallen <strong>van</strong> leverbeschadig<strong>in</strong>g waaronder ernstige verhog<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> leverenzymen (> 10 maal de normale bovengrens),<br />

hepatitis en geelzucht zijn gerapporteerd met duloxet<strong>in</strong>e. De meeste gevallen vonden plaats tijdens de eerste maanden <strong>van</strong> behandel<strong>in</strong>g. Duloxet<strong>in</strong>e<br />

moet met voorzichtigheid worden gebruikt <strong>bij</strong> patiënten die behandeld worden met andere geneesmiddelen geassocieerd met leverbeschadig<strong>in</strong>g.<br />

CYMBALTA capsules bevatten sacharose. Patiënten met de zeldzame erfelijke problemen fructose-<strong>in</strong>tolerantie, glucose-galactosemalabsorptie of sacharose-isomaltase-<strong>in</strong>suffi<br />

ciëntie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. Bijwerk<strong>in</strong>gen: zeer vaak (≥ 1/10): hoofd<strong>pijn</strong>, slaperigheid, duizeligheid,<br />

misselijkheid, droge mond; vaak (≥ 1/100 en < 1/10): gewichtsafname, palpitaties, tremor, paresthesie, wazig zien, t<strong>in</strong>nitus, geeuwen, obstipatie,<br />

diarree, overgeven, dyspepsie, fl atulentie, overmatig zweten, uitslag, skeletspier<strong>pijn</strong>, spierstijfheid, spierspasme, verm<strong>in</strong>derde eetlust, blozen,<br />

vermoeidheid, abdom<strong>in</strong>ale <strong>pijn</strong>, erectiele disfunctie, slapeloosheid, agitatie, verm<strong>in</strong>derd libido, angstgevoelens, abnormaal orgasme, abnormale<br />

dromen; soms (≥ 1/1000 en < 1/100): gewichtstoename, verhoogd creat<strong>in</strong><strong>in</strong>e fosfok<strong>in</strong>ase, tachycardie, supraventriculaire aritmie, hoofdzakelijk<br />

atriumfi brileren, myoclonus, nervositeit, stoornis <strong>in</strong> oplettendheid, lethargie, verm<strong>in</strong>derde smaak, dysk<strong>in</strong>esie, restless legs syndroom, slechte kwaliteit<br />

<strong>van</strong> slaap, mydriasis, visuele stoornissen, duizel<strong>in</strong>g, oor<strong>pijn</strong>, strak gevoel <strong>bij</strong> de keel, neusbloed<strong>in</strong>gen, gastro-enteritis, oprisp<strong>in</strong>g, gastritis, ur<strong>in</strong>eretentie,<br />

disurie, aarzel<strong>in</strong>g om te plassen, nachtelijk plassen, polyurie, verm<strong>in</strong>derde ur<strong>in</strong>estroom, nachtelijk zweten, urticaria, contactdermatitis, koud<br />

zweet, fotosensitiviteitsreacties, verhoogde neig<strong>in</strong>g tot blauwe plekken, spiertrekk<strong>in</strong>gen, hyperglykemie (vnl. <strong>bij</strong> diabetische patiënten), laryngitis,<br />

bloeddrukverhog<strong>in</strong>g, perifere kou, orthostatische hypotensie, fl auwvallen, abnormaal gevoel, koud aanvoelen, dorst, rill<strong>in</strong>gen, malaise, warm aanvoelen,<br />

verstor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> lopen, verhoogde leverenzymen, hepatitis, <strong>acute</strong> leverbeschadig<strong>in</strong>g, ejaculatiestoornis, vertraagde ejaculatie, sexuele disfunctie,<br />

gynaecologische bloed<strong>in</strong>gen, slaapstoornis, tandenknarsen, desoriëntatie, apathie; zelden (≥ 1/10.000 en < 1/1000): verhoogd bloedcholesterol,<br />

convulsies, glaucoom, stomatitis, ademgeur, bloed <strong>in</strong> ontlast<strong>in</strong>g, abnormale ur<strong>in</strong>egeur, trismus, hypothyroïdisme, dehydratatie, hyponatriëmie, overgevoeligheidsstoornis,<br />

anafylactische reactie, menopausale symptomen, manie, halluc<strong>in</strong>aties, agressie en boosheid; onbekende frequentie: seroton<strong>in</strong>esyndroom,<br />

extrapyramidale symptomen, acathisie, psychomotorische onrust, maagdarmbloed<strong>in</strong>gen, angioneurotisch oedeem, Stevens-Johnson<br />

syndroom, SIADH, hypertensie, hypertensieve crisis, <strong>pijn</strong> op de borst, geelzucht, leverfalen, suïcidale gedachten, suïcidaal gedrag. Afleverstatus:<br />

UR. Prijs: Zie Z-<strong>in</strong>dex (taxe). Meer <strong>in</strong>formatie: zie de geregistreerde IB-tekst. Raadpleeg voor gebruik de <strong>bij</strong>sluitertekst. Informatie is op aanvraag<br />

verkrijgbaar <strong>bij</strong> Eli Lilly Nederland BV, Grootslag 1-5, 3991 RA Houten, tel. 030-6025800. Datum revisie: december 2009. Referenties: [1] 1B<br />

tekst Cymbalta, augustus 2009 [2] Pritc<strong>het</strong>t YL et al., Pa<strong>in</strong> Med 2007; 8(5):397-409 [3] Wernicke JF et al.,Neurology 2006; 67:1411-1420 [4]<br />

Rask<strong>in</strong> J et al., Pa<strong>in</strong> Med 2006; 7(5):373-385 [5] Wernicke JF et al., Curr Ther Res Cl<strong>in</strong> Exp 2006; 67(5):283-304 [6] Rask<strong>in</strong> J et al., J Palliative<br />

Med 2006; 9(1):29-40 [7] Wernicke JF et al., Pa<strong>in</strong> Med 2007; 8(6):503-513 [8] Skljarevski et al., Diab Metab Res Rev 2009;25:623-631.


ARCOXIA HEEFT EEN BREED INDICATIEGEBIED<br />

ARCOXIA is geïndiceerd voor de symptomatische verlicht<strong>in</strong>g <strong>van</strong>:<br />

• ARTROSE<br />

NIEUWE DOSERING<br />

• REUMATOÏDE ARTRITIS<br />

• ZIEKTE VAN BECHTEREW<br />

NIEUWE INDICATIE<br />

30 mg<br />

90 mg<br />

• ARTROSE<br />

60 mg<br />

• ACUTE JICHTARTRITIS<br />

120 mg a<br />

1 TABLET, ÉÉNMAAL DAAGS.<br />

De dosis voor elke <strong>in</strong>dicatie is de maximale aanbevolen dagelijkse dosis,<br />

behalve voor artrose, waarvoor de maximale aanbevolen dagelijkse dosis 60 mg is.<br />

a.<br />

Arcoxia 120 mg moet alleen voor de <strong>acute</strong> symptomatische periode worden gebruikt<br />

(maximaal 8 dagen).<br />

THE POWER TO MOVE YOU<br />

ARCOXIA is een geregistreerd handelsmerk <strong>van</strong> Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA<br />

Postbus 581, 2003 PC Haarlem, Telefoon 023 - 5153153, www.msd.nl<br />

Raadpleeg de product<strong>in</strong>formatie elders <strong>in</strong> dit blad<br />

alvorens <strong>het</strong> product voor te schrijven<br />

1109ACX08NL884J1108


10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

Voorlicht<strong>in</strong>g en medicatie<br />

Een goed recept voor<br />

adequate postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>bij</strong><br />

dagbehandel<strong>in</strong>g?<br />

1 Master Physician Assistant Anesthesiologie,<br />

UMC St Radboud<br />

2 Anesthesioloog, UMC St Radboud<br />

3 Kl<strong>in</strong>isch fysicus, UMC St Radboud<br />

contact<strong>in</strong>formatie<br />

UMC St Radboud<br />

Afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie, Pijn- en<br />

Palliatieve Geneeskunde<br />

Mw. MPA M.M. <strong>van</strong> Bergen<br />

Postbus 9101<br />

6500 HB Nijmegen<br />

the Netherlands<br />

E-mail: m.<strong>van</strong>bergen@anes.umcn.nl<br />

M.M. <strong>van</strong> Bergen, MPA 1<br />

R.T.M. <strong>van</strong> Dongen, Dr. 2<br />

J. <strong>van</strong> Egmond, Dr. 3<br />

N.C. Bakker, Drs. 2<br />

G.J. Scheffer, Prof. Dr. 2<br />

samenvatt<strong>in</strong>g Persoonlijke verwacht<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> artsen betreffende postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> na dagbehandel<strong>in</strong>g zorgen soms voor aanpass<strong>in</strong>gen aan <strong>het</strong><br />

<strong>pijn</strong>protocol <strong>van</strong> <strong>het</strong> UMC St Radboud <strong>bij</strong> dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënten. Het<br />

doel <strong>van</strong> dit onderzoek is om de performance <strong>van</strong> de huidige postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g na dagbehandel<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zichtelijk te maken en, <strong>in</strong>dien mogelijk,<br />

te verbeteren. Methode: Cross-sectioneel onderzoek, met een steekproef<br />

<strong>van</strong> 462 volwassen patiënten waar<strong>bij</strong> na gynaecologische-, heelkundige- en<br />

KNO-<strong>in</strong>grepen <strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g gegevens werden verzameld via telefonische<br />

<strong>in</strong>terviews de werkdag na de operatie. De <strong>pijn</strong>belev<strong>in</strong>g werd gemeten<br />

met de NRS-<strong>pijn</strong>schaal (Numeric Rat<strong>in</strong>g Scale). Data werden geanalyseerd<br />

door middel <strong>van</strong> kruistabellen met de <strong>bij</strong>behorende chikwadraattoets.<br />

Resultaten: Totaal werden 656 patiënten telefonisch benaderd waar<strong>van</strong> 194<br />

patiënten niet bereikbaar waren. Bij 89% <strong>van</strong> de onderzochte patiënten<br />

blijkt <strong>het</strong> huidige <strong>pijn</strong>protocol toereikend: <strong>bij</strong> 410 <strong>van</strong> de 462 ondervraagde<br />

patiënten was de <strong>pijn</strong>score acceptabel (NRS 0-3), waar<strong>bij</strong> een <strong>pijn</strong>score <strong>van</strong><br />

‘0’ door 263 patiënten werd aangegeven. In totaal gaven 48 (10,4%) patiënten<br />

een matige <strong>pijn</strong>score aan (NRS 4-7) en <strong>bij</strong> 4 (0,6%) was er sprake <strong>van</strong> ernstige<br />

<strong>pijn</strong> (NRS > 7). Er waren geen significante verschillen door demografische-,<br />

specialisme- en anesthesiegerelateerde factoren. Bij een substantieel deel<br />

<strong>van</strong> de patiënten werd <strong>het</strong> <strong>pijn</strong>protocol niet adequaat nageleefd. Als gevolg<br />

<strong>van</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong> en misselijkheid waren er naast de 656 benaderde<br />

patiënten 27 ongeplande opnames (4% <strong>van</strong> de dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënten).<br />

Conclusie: Voor een belangrijke meerderheid (89% <strong>van</strong> de benaderde patiënten)<br />

werkt <strong>het</strong> huidige protocol goed en wordt adequate <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g bereikt.<br />

Van de patiënten met een matige of ernstige <strong>pijn</strong>score gebruikte 60% niet de<br />

maximale toegestane <strong>pijn</strong>medicatie volgens <strong>het</strong> protocol. Bij de resterende<br />

40% bleek de maximaal toegestane medicatie onvoldoende.<br />

Trefwoorden: dagbehandel<strong>in</strong>g, effectiviteit postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g; <strong>pijn</strong>protocol.


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 11<br />

|<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

Hoewel postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

veel aandacht krijgt <strong>in</strong> vrijwel ieder<br />

chirurgisch centrum wijst de praktijk<br />

toch uit dat veel patiënten na een operatie<br />

aanzienlijke <strong>pijn</strong> ervaren. Uit de<br />

literatuur blijkt dat 30% <strong>van</strong> de patiënten<br />

na een operatieve <strong>in</strong>greep <strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g<br />

te veel <strong>pijn</strong> ervaart tijdens<br />

de eerste 24 uur na deze <strong>in</strong>greep doordat<br />

zij een NRS (Numeric Rat<strong>in</strong>g Scale,<br />

een subjectieve <strong>pijn</strong>aanduid<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

de patiënt op een schaal <strong>van</strong> 0 tot 10)<br />

<strong>pijn</strong>score <strong>van</strong> 4 of hoger rapporteren,<br />

waar<strong>bij</strong> dan als maatstaf gehanteerd<br />

wordt dat een <strong>pijn</strong>score op deze schaal<br />

<strong>van</strong> 0-3 aanvaardbaar is [1, 2].<br />

Dagbehandel<strong>in</strong>g wordt de laatste jaren<br />

door diverse operatieve specialismen<br />

steeds vaker toegepast en vormde<br />

<strong>in</strong> 2004 <strong>bij</strong>na de helft (49%) <strong>van</strong> alle<br />

opnamen [3]. Voor dagbehandel<strong>in</strong>g<br />

komen patiënten <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g als<br />

er geen sprake is <strong>van</strong> ernstig onderliggend<br />

lijden of wanneer niet wordt<br />

verwacht dat zich tijdens of direct na<br />

de <strong>in</strong>greep ernstige complicaties zullen<br />

voordoen. Ook moet de postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> goed te controleren zijn.<br />

Het gaat om relatief kortdurende en<br />

<strong>van</strong> tevoren geplande <strong>in</strong>grepen. Door<br />

de verbeterde medische technologie,<br />

zoals de m<strong>in</strong>imaal <strong>in</strong>vasieve chirurgie<br />

en kortwerkende anest<strong>het</strong>ica, kunnen<br />

opnames door <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de<br />

anesthesie en chirurgische complicaties<br />

tot een m<strong>in</strong>imum beperkt worden<br />

[3]. Bovendien treden <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsgerelateerde<br />

risico’s, zoals ziekenhuis<strong>in</strong>fecties,<br />

niet of m<strong>in</strong>der vaak op [4].<br />

Een verschil tussen chirurgie <strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g<br />

en die <strong>bij</strong> een kl<strong>in</strong>ische<br />

opname ligt <strong>in</strong> de verplaats<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

de herstelfase naar de thuissituatie,<br />

waardoor deze zich voor een groot gedeelte<br />

buiten <strong>het</strong> gezichtsveld <strong>van</strong> de<br />

behandelend arts afspeelt [5]. Onvoldoende<br />

<strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g kan mede hierdoor<br />

optreden. Postoperatieve <strong>pijn</strong> is voor<br />

de patiënt een <strong>van</strong> de belangrijkste<br />

redenen om <strong>het</strong> werk niet te hervatten<br />

na dagchirurgie, wat op zijn beurt socio-economische<br />

consequenties heeft<br />

[3]. Postoperatieve <strong>pijn</strong> kan de kans<br />

op chronische <strong>pijn</strong> vergroten [6]. Niet<br />

alleen is postoperatieve <strong>pijn</strong> onwenselijk,<br />

maar ook blijkt dat <strong>pijn</strong> een spoedig<br />

herstel belemmert [7, 8]. Postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> is de hoofdoorzaak <strong>van</strong> een<br />

ongeplande opname of heropname na<br />

ambulante chirurgie. Hierdoor kan <strong>het</strong><br />

kostenbesparend effect <strong>van</strong> ambulante<br />

chirurgie weer verloren gaan [9, 10].<br />

De patiënttevredenheid <strong>bij</strong> <strong>in</strong>grepen<br />

<strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g wordt naast <strong>het</strong><br />

chirurgisch resultaat <strong>in</strong> belangrijke<br />

mate bepaald door de postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>belev<strong>in</strong>g [3, 11].<br />

Naast <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> de <strong>in</strong>dividuele<br />

patiënt is er ook de maatschappelijke<br />

rele<strong>van</strong>tie waar<strong>bij</strong> verbeter<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g kunnen <strong>bij</strong>dragen aan<br />

een toename <strong>van</strong> de patiënttevredenheid<br />

en <strong>in</strong> <strong>het</strong> verlengde daar<strong>van</strong> de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> de zorg [12]. In <strong>het</strong> kader<br />

<strong>van</strong> de Kwaliteitswet Zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

leggen zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en zorgverleners<br />

verantwoord<strong>in</strong>g af over de kwaliteit<br />

die zij leveren. De prevalentie<br />

<strong>van</strong> (geen tot matige) postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> is een kwaliteits<strong>in</strong>dicator voor<br />

ziekenhuizen <strong>in</strong>zake de <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g.<br />

Patiënten die behandeld zijn <strong>in</strong><br />

dagbehandel<strong>in</strong>g worden daar<strong>bij</strong> geëxcludeerd<br />

omdat een follow-up moeilijk<br />

uitvoerbaar is [13]. Het algemene<br />

multidiscipl<strong>in</strong>air behandeldoel <strong>van</strong><br />

postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

UMC St Radboud is <strong>het</strong> bewerkstelligen<br />

<strong>van</strong> acceptabele <strong>pijn</strong>scores. (De<br />

criteria hiervoor zijn: patiënt heeft een<br />

<strong>pijn</strong>score < 4; patiënt onderv<strong>in</strong>dt geen<br />

belemmer<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> doorademen, ophoesten<br />

en bewegen; patiënt v<strong>in</strong>dt de<br />

<strong>pijn</strong> acceptabel). Het verbeteren <strong>van</strong><br />

de effectiviteit <strong>van</strong> de postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> verm<strong>in</strong>deren<br />

<strong>van</strong> de <strong>in</strong>cidentie ernstige postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> zijn hiermee samenhangende<br />

doelen. Dat geldt dan <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>bij</strong>zonder<br />

ook voor de dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënt,<br />

juist omdat <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g zich<br />

buiten <strong>het</strong> directe gezichtsveld <strong>van</strong> de<br />

<strong>pijn</strong>behandelaar afspeelt.<br />

Het <strong>in</strong> dit artikel beschreven onderzoek<br />

richt zich op de relatie tussen de<br />

ervaren <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënten<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> UMC St Radboud en <strong>het</strong><br />

gebruik <strong>van</strong> de verschillende analgetica<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> huidige <strong>pijn</strong>protocol voor<br />

dagbehandel<strong>in</strong>g.<br />

Het <strong>pijn</strong>protocol voor dagbehandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> UMC St Radboud is<br />

gebaseerd op de nationale richtlijnen<br />

zoals o.a. <strong>het</strong> protocol <strong>van</strong> de NVA-<br />

CBO, waar<strong>bij</strong> als basisanalgesie paracetamol<br />

en diclofenac (<strong>in</strong>dien niet<br />

gecontraïndiceerd) worden voorgeschreven<br />

[14]. Tramadol kan worden<br />

toegevoegd als extra <strong>pijn</strong>medicatie<br />

<strong>in</strong>dien de <strong>pijn</strong><strong>in</strong>tensiteit ondanks de<br />

basisanalgesie matig of ernstig is. Op<br />

683 patiënten<br />

gynaecologie,<br />

heelkunde, KNO<br />

656 patiënten<br />

telefonisch<br />

benaderd<br />

462 patiënten<br />

telefonisch<br />

geïnterviewd<br />

27 patiënten<br />

ongepland<br />

opgenomen<br />

194 patiënten<br />

onbereikbaar<br />

Figuur 1. Indel<strong>in</strong>g totaal aantal geopereerde patiënten op de<br />

dagbehandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> geselecteerde specialismen<br />

de preoperatieve polikl<strong>in</strong>iek wordt<br />

voorlicht<strong>in</strong>g gegeven over <strong>het</strong> gebruik<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong>stillers en wordt de medicatie<br />

<strong>van</strong> dit protocol aan dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënten<br />

voorgeschreven door artsen.<br />

Deze voorschriften worden soms door<br />

de voorschrijvende artsen naar eigen<br />

goeddunken aangepast op basis <strong>van</strong><br />

hun persoonlijke verwacht<strong>in</strong>gen <strong>van</strong><br />

te ervaren <strong>pijn</strong> na de <strong>in</strong>greep. Ook om<br />

de objectiviteit <strong>van</strong> deze verwacht<strong>in</strong>gen<br />

en de relatie tot de effectiviteit <strong>van</strong><br />

de postoperatieve <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g te kunnen<br />

beoordelen is <strong>het</strong> hier beschreven<br />

onderzoek <strong>van</strong> essentieel belang.<br />

Methoden<br />

In de periode juni 2008 tot en met<br />

februari 2009 werden volwassen<br />

dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënten <strong>van</strong> de<br />

specialismen Gynaecologie, KNO en<br />

Heelkunde bestudeerd m.b.t. de effectiviteit<br />

<strong>van</strong> de gebruikte <strong>pijn</strong>medicatie<br />

een dag na de operatie. Alle patiënten<br />

waren ASA-I en ASA-II met een perioperatief<br />

ongecompliceerd verloop,<br />

waar<strong>bij</strong> sp<strong>in</strong>ale-, of algehele anesthesie<br />

en/of sedatie werd gegeven.<br />

In <strong>het</strong> UMC St Radboud werd op<br />

de preoperatieve polikl<strong>in</strong>iek enkele<br />

weken voor de geplande <strong>in</strong>greep de<br />

<strong>in</strong>dicatie gesteld voor postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de thuissituatie.<br />

De arts/physician assistant gaf mondel<strong>in</strong>ge<br />

en schriftelijke <strong>in</strong>formatie aan de<br />

patiënt over de pre-, per- en postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> belang<br />

hier<strong>van</strong> <strong>in</strong> relatie tot <strong>het</strong> postoperatief<br />

herstel en complicaties.<br />

Deze <strong>in</strong>formatie werd door de verpleegkundige<br />

op de dag <strong>van</strong> de


12 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

n = 462<br />

V = 287 M = 175<br />

NRS < 4 (n = 410) NRS ≥ 4 (n = 52)<br />

V<br />

n = 253<br />

M<br />

n = 157<br />

V<br />

n = 34<br />

M<br />

n = 18<br />

paracetamol 33,8% 95 49 9 3<br />

paracetamol 35,9% 94 57 8 7<br />

+ diclofenac<br />

paracetamol 8,1% 13 8 12 4<br />

+ diclofenac<br />

+ tramadol<br />

paracetamol 3,1% 6 3 2 3<br />

+ tramadol<br />

geen medicatie<br />

18,1% 43 38 2 1<br />

diclofenac 0,6% 1 1 1 0<br />

+ tramadol<br />

tramadol 0,4% 1 1 0 0<br />

Tabel 1. Pijnscore <strong>in</strong> relatie tot geslacht en comb<strong>in</strong>aties <strong>van</strong> gebruikte medicatie<br />

postoperatief<br />

NRS = Numeric Rat<strong>in</strong>g Scale, M = man, V = vrouw<br />

De covariant leeftijd en de factor geslacht leverden beiden geen duidelijke correlatie<br />

op met de aangegeven <strong>pijn</strong>score (p-waarden > 0.5).<br />

n = 462<br />

NRS < 4 (n = 410) NRS ≥ 4 (n = 52)<br />

Gynaecologie<br />

n = 122<br />

Heelkunde<br />

n = 169<br />

KNO<br />

n = 119<br />

Gynaecologie<br />

n = 11<br />

Heelkunde<br />

n = 29<br />

KNO<br />

n = 12<br />

paracetamol 52 36 56 3 4 5<br />

paracetamol 46 81 24 3 10 2<br />

+ diclofenac<br />

paracetamol 4 14 3 3 10 3<br />

+ diclofenac<br />

+ tramadol<br />

paracetamol 1 6 2 1 2 2<br />

+ tramadol<br />

geen medicatie<br />

19 28 34 1 2 0<br />

diclofenac 0 2 0 0 1 0<br />

+ tramadol<br />

tramadol 0 2 0 0 0 0<br />

Tabel 2. Pijnscores en medicijn<strong>in</strong>name <strong>van</strong> alle patiënten per specialisme<br />

behandel<strong>in</strong>g mondel<strong>in</strong>g herhaald en<br />

de patiënt kreeg hierover schriftelijk<br />

<strong>in</strong>formatie mee naar huis.<br />

Alle patiënten kregen 1.000 mg paracetamol<br />

oraal als premedicatie 1<br />

uur voor de operatie. Voor de sp<strong>in</strong>ale<br />

anesthesie werd lidocaïne 2% <strong>in</strong>trathecaal<br />

gebruikt. De algehele anesthesie<br />

werd verzorgd met TIVA (propofol<br />

en remifentanil), ofwel <strong>in</strong>geleid met<br />

toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> propofol, fentanyl en<br />

zo nodig rocuronium <strong>in</strong>traveneus om<br />

daarna de anesthesie te vervolgen met<br />

<strong>het</strong> dampvormige anest<strong>het</strong>icum sevoflurane<br />

<strong>in</strong> een mengsel <strong>van</strong> zuurstof/<br />

lucht, danwel zuurstof/lachgas [15].<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de <strong>in</strong>greep kregen<br />

patiënten met algehele anesthesie<br />

een larynxmasker of werden geïntubeerd.<br />

Bij sedatie werd propofol<br />

cont<strong>in</strong>u en werden bolusdoser<strong>in</strong>gen<br />

alfentanil <strong>in</strong>traveneus toegediend naar<br />

<strong>in</strong>zicht <strong>van</strong> de physician assistant (-<strong>in</strong><br />

opleid<strong>in</strong>g) onder supervisie <strong>van</strong> een<br />

anesthesioloog. Er werd gestreefd naar<br />

een bewustzijnsniveau passend <strong>bij</strong> een<br />

matige sedatie (‘conscious sedation’).<br />

Iedere patiënt kreeg hier<strong>bij</strong> via een<br />

neuscanule zuurstof toegediend.<br />

Diclofenac 50-75 mg werd langzaam<br />

<strong>in</strong>traveneus peroperatief toegediend<br />

<strong>in</strong>dien hiervoor geen contra-<strong>in</strong>dicatie<br />

bestond. Patiënten bekend met postoperatieve<br />

misselijkheid en braken <strong>in</strong><br />

de voorgeschiedenis kregen profylactisch<br />

dexamethason 5 mg <strong>in</strong>traveneus<br />

<strong>in</strong> de eerste 15 m<strong>in</strong>uten na de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g<br />

en ondansetron 4 mg <strong>in</strong>traveneus <strong>in</strong> de<br />

laatste 15 m<strong>in</strong>uten voor de uitleid<strong>in</strong>g.<br />

Deze medicijnen werden ook profylactisch<br />

toegediend <strong>bij</strong> laparoscopieën<br />

en sommige ooroperaties. Zo mogelijk<br />

werden wondopen<strong>in</strong>gen postoperatief<br />

lokaal geïnfiltreerd met narop<strong>in</strong> 0,75%<br />

(maximaal 75 mg) [16].<br />

Bij postoperatieve misselijkheid werd<br />

op de verkoeverkamer een- tot tweemalig<br />

ondansetron 4 mg <strong>in</strong>traveneus<br />

gegeven. Bij aanhoudende <strong>pijn</strong>klachten<br />

postoperatief kon tramadol 50<br />

mg <strong>in</strong>traveneus gegeven worden. Een<br />

acceptabele <strong>pijn</strong>score <strong>van</strong> de patiënt<br />

was voor de verkoeverafdel<strong>in</strong>g een<br />

criterium aan de hand waar<strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

ontslag naar de verpleegzaal werd<br />

bepaald. Paracetamol en diclofenac<br />

(<strong>in</strong>dien niet gecontraïndiceerd) kon<br />

de patiënt volgens <strong>het</strong> <strong>pijn</strong>protocol<br />

<strong>van</strong> de dagbehandel<strong>in</strong>g thuis <strong>in</strong>nemen.<br />

Als hiervoor door de arts op de preoperatieve<br />

polikl<strong>in</strong>iek een recept was<br />

uitgeschreven kon tramadol worden<br />

toegevoegd als extra <strong>pijn</strong>medicatie<br />

<strong>in</strong>dien de <strong>pijn</strong><strong>in</strong>tensiteit ondanks de<br />

basisanalgesie matig of ernstig was.<br />

Door middel <strong>van</strong> een gestructureerd<br />

telefonisch <strong>in</strong>terview werd <strong>bij</strong> alle<br />

patiënten de dag na de operatie door<br />

een verpleegkundige gevraagd naar<br />

hun <strong>pijn</strong>score en de <strong>in</strong>genomen medicamenten<br />

(<strong>bij</strong>lage 1). De antwoorden<br />

werden digitaal opgeslagen (Compurecord<br />

data<strong>management</strong>systeem,<br />

Philips ). De <strong>pijn</strong>scores werden gemeten<br />

volgens de NRS. Een <strong>pijn</strong>score<br />

<strong>van</strong> lager dan 4 werd beschouwd als<br />

acceptabel, 4 tot en met 7 gaf matige<br />

<strong>pijn</strong> aan en een <strong>pijn</strong>score boven de 7<br />

gaf ernstige <strong>pijn</strong> aan [13].<br />

Data-analyse vond plaats aan de hand<br />

<strong>van</strong> kruistabellen. Alle gegevens werden<br />

via een Query uit <strong>het</strong> databasesysteem<br />

gefilterd en via Excel <strong>in</strong>gevoerd<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> statistisch pakket SAS (SAS<br />

<strong>in</strong>c, Cary, NC, USA). Na controle op<br />

mogelijke <strong>in</strong>voerfouten werd met <strong>het</strong><br />

gecorrigeerde pakket (kruis/frequentie)<br />

tabellen gemaakt. Statistische<br />

significantie werd met een chikwadraattoets<br />

geanalyseerd (Fisher’s exact<br />

test voor 2x2 tabellen). De <strong>in</strong>vloed <strong>van</strong><br />

diverse factoren en covarianten op de<br />

<strong>pijn</strong> werd getoetst via een “analysis of<br />

variance and covariance” <strong>in</strong> de GLM<br />

(general l<strong>in</strong>ear models) procedure<br />

b<strong>in</strong>nen SAS. Bij alle toetsen werd een<br />

betrouwbaarheidsniveau gehanteerd<br />

<strong>van</strong> 95% (a = 0,05).<br />

Resultaten<br />

Van de 656 patiënten die de volgende<br />

werkdag benaderd werden waren 194<br />

patiënten niet bereikbaar (30%). De<br />

steekproef bestaat derhalve uit 462<br />

patiënten (175 mannen, 287 vrouwen)<br />

<strong>in</strong> leeftijd variërend <strong>van</strong> 18 tot 82 jaar.<br />

(Figuur 1)<br />

Een acceptabele <strong>pijn</strong>score (NRS < 4)<br />

werd door 410 patiënten (89%) <strong>van</strong><br />

de responders aangegeven, 277 <strong>van</strong><br />

hen gaven een NRS <strong>van</strong> ‘0’ aan. Een<br />

matige <strong>pijn</strong>score werd door 48 patiënten<br />

(10,4%) ervaren en <strong>bij</strong> 4 patiënten


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 13<br />

|<br />

n = 462 NRS < 4 (n = 410) NRS ≥ 4 (n = 52)<br />

< 30 m<strong>in</strong>uten<br />

n = 214<br />

30 - 90 m<strong>in</strong>uten<br />

n = 167<br />

> 90 m<strong>in</strong>uten<br />

n = 29<br />

< 30 m<strong>in</strong>uten<br />

n = 18<br />

30 - 90 m<strong>in</strong>uten<br />

n = 29<br />

> 90 m<strong>in</strong>uten<br />

n = 5<br />

paracetamol 96 41 7 6 6 0<br />

paracetamol<br />

58 80 13 4 8 3<br />

+ diclofenac<br />

paracetamol<br />

7 11 3 5 9 2<br />

+ diclofenac<br />

+ tramadol<br />

paracetamol<br />

2 6 1 1 4 0<br />

+ tramadol<br />

geen medicatie 49 28 4 2 1 0<br />

diclofenac<br />

1 0 1 0 1 0<br />

+ tramadol<br />

tramadol 1 1 0 0 0 0<br />

Tabel 3. Pijnscores en medicijn<strong>in</strong>name <strong>van</strong> alle patiënten per tijdsduur operatie (gemeten tijd <strong>in</strong>cisie tot aan laatste handel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de chirurg)<br />

(0,6%) was er sprake <strong>van</strong> een ernstige<br />

<strong>pijn</strong>score. Bij 52 patiënten (11%) was<br />

er sprake <strong>van</strong> een matige of ernstige<br />

<strong>pijn</strong>score, volgens de gestelde norm een<br />

onacceptabele <strong>pijn</strong>.<br />

De 4 patiënten met een ernstige <strong>pijn</strong>score<br />

werden voor de analyse <strong>van</strong>wege<br />

<strong>het</strong> kle<strong>in</strong>e aantal <strong>bij</strong> de patiënten met<br />

een matige <strong>pijn</strong>score gevoegd.<br />

De meest voorkomende gynaecologische<br />

<strong>in</strong>grepen <strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g waren<br />

diagnostische- en therapeutische hysteroscopiëen,<br />

diagnostische- en therapeutische<br />

laparoscopiëen en onderzoek<br />

onder algehele anesthesie. Bij de KNO<strong>in</strong>grepen<br />

waren dit microlarynxchirurgie<br />

en endonasale operaties (septumcorrecties,<br />

verwijderen neuspoliepen).<br />

Tenslotte waren <strong>bij</strong> de heelkundige<br />

operaties de laparoscopische cholecystectomie,<br />

<strong>het</strong> strippen <strong>van</strong> de<br />

vena saphena magna, hersteloperaties<br />

voor hernia <strong>in</strong>guïnalis (l<strong>in</strong>ks, rechts<br />

en beiderzijds) en <strong>het</strong> verwijderen<br />

<strong>van</strong> schroeven en platen de operaties<br />

welke <strong>het</strong> meest voorkwamen.<br />

Om de effectiviteit <strong>van</strong> de genomen<br />

<strong>pijn</strong>medicatie te evalueren werd eerst<br />

gekeken naar <strong>pijn</strong>scores <strong>van</strong> de gehele<br />

groep en de gebruikte analgetica, opgesplitst<br />

naar de verdel<strong>in</strong>g mannen/<br />

vrouwen (tabel 1). Vervolgens werden<br />

de resultaten gerelateerd aan de afhankelijke<br />

en onafhankelijke variabelen<br />

die mogelijk <strong>in</strong>vloed hadden op de<br />

<strong>pijn</strong>belev<strong>in</strong>g, te weten de covarianten<br />

leeftijd en operatieduur en de factoren<br />

specialisme en anesthesietechniek.<br />

Hier<strong>bij</strong> moet men zich onmiddellijk<br />

de directe koppel<strong>in</strong>g realiseren tussen<br />

specialisme/<strong>in</strong>greep en de operatieduur.<br />

In de tabellen 2-4 worden deze<br />

resultaten gepresenteerd.<br />

Aan alle patiënten werd per gebruikt<br />

medicament (paracetamol, diclofenac,<br />

tramadol) gevraagd of dit geholpen<br />

had en <strong>in</strong>dien niet, wat hiervoor de reden<br />

was. Het antwoord op <strong>het</strong> tweede<br />

gedeelte <strong>van</strong> deze vraag is helaas niet<br />

goed vastgelegd.<br />

Bij patiënten met een hogere <strong>pijn</strong>score<br />

is er een significante verschuiv<strong>in</strong>g<br />

zichtbaar naar meer medicatiegebruik<br />

(p-waarden < 0.001).<br />

In tabel 2 wordt de verdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

categorieën NRS <strong>pijn</strong>scores gepresenteerd<br />

verdeeld over de drie betrokken<br />

specialismen.<br />

Meer dan de helft <strong>van</strong> alle operaties <strong>in</strong><br />

dagbehandel<strong>in</strong>g duurden korter dan<br />

een half uur. Bij deze groep was <strong>het</strong><br />

percentage voor matige en ernstige<br />

<strong>pijn</strong>scores lager dan <strong>bij</strong> de groep waar<strong>bij</strong><br />

de operatieduur langer dan 30 m<strong>in</strong>uten<br />

was. De ooroperaties behoorden<br />

tot de chirurgische <strong>in</strong>grepen met een<br />

operatieduur <strong>van</strong> meer dan 90 m<strong>in</strong>uten.<br />

(tabel 3)<br />

Naast algehele anesthesie werden op de<br />

dagbehandel<strong>in</strong>g plaatselijke of regionale<br />

verdov<strong>in</strong>gen toegepast, soms aangevuld<br />

met sedatie. Sedatie werd verder<br />

toegepast <strong>bij</strong> coloscopieën en enkele<br />

KNO-<strong>in</strong>grepen zoals <strong>het</strong> verwijderen<br />

<strong>van</strong> neuspoliepen en <strong>het</strong> uitvoeren <strong>van</strong><br />

ooglidcorrecties. De verdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

<strong>pijn</strong>scores over de diverse typen anesthesie/sedatie<br />

worden gepresenteerd<br />

<strong>in</strong> tabel 4.<br />

De overige technieken waren Biersblok,<br />

popliteablok en lokaal anesthesie.<br />

Alleen bewak<strong>in</strong>g of geen vermelde anesthesietechniek<br />

vallen onder ‘overig’.<br />

De variabelen geslacht, leeftijd, specialisme,<br />

anesthesietechniek en operatieduur<br />

leverden geen significant verband<br />

op met de <strong>pijn</strong>score (p- waarden<br />

> 0.5).<br />

Er werden 27 patiënten (4% <strong>van</strong> alle<br />

geopereerde patiënten) ongepland opgenomen<br />

<strong>in</strong> verband met postoperatieve<br />

aanhoudende <strong>pijn</strong>- en misselijkheidklachten.<br />

Zij werden niet betrokken<br />

<strong>bij</strong> de belronde en zijn daarom<br />

niet <strong>in</strong> dit onderzoek opgenomen. Bij<br />

nadere analyse <strong>van</strong> deze groep zijn<br />

geen significante verschillen gevonden<br />

ten aanzien <strong>van</strong> eerder genoemde<br />

variabelen <strong>van</strong> dit onderzoek. Opvallend<br />

was dat 21 <strong>van</strong> deze opgenomen<br />

patiënten al eens eerder geopereerd<br />

waren. Het tijdstip waarop de operatie<br />

plaatsvond toonde geen duidelijk verband<br />

met deze opnames.<br />

Discussie<br />

Uit dit onderzoek blijkt dat de behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> volwassen<br />

patiënten <strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de specialismen Gynaecologie,<br />

Heelkunde en KNO gedurende de<br />

eerste dag postoperatief voor <strong>het</strong> overgrote<br />

deel adequaat verloopt.<br />

Bij 40% <strong>van</strong> de patiënten met een NRSscore<br />

boven of gelijk aan 4 is maximaal<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> de mogelijkheden<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> protocol maar bleek<br />

<strong>het</strong> <strong>pijn</strong>protocol ontoereikend. Bij<br />

60% <strong>van</strong> alle patiënten met matige<br />

of ernstige <strong>pijn</strong>scores echter werd<br />

niet de door <strong>het</strong> protocol maximaal<br />

toegestane <strong>pijn</strong>medicatie gebruikt.<br />

Het is <strong>van</strong> belang te beoordelen wat<br />

de redenen zijn <strong>van</strong> hogere <strong>pijn</strong>scores<br />

om de effectiviteit <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g


14 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

n = 462 NRS < 4 (n = 410) NRS ≥ 4 (n = 52)<br />

algeheel<br />

n = 306<br />

sp<strong>in</strong>aal<br />

n = 61<br />

sedatie<br />

n = 22<br />

overig<br />

n = 21<br />

algeheel<br />

n = 40<br />

sp<strong>in</strong>aal<br />

n = 8<br />

sedatie<br />

n = 3<br />

paracetamol 109 19 13 3 8 2 2 0<br />

paracetamol<br />

111 28 2 10 11 3 0 1<br />

+ diclofenac<br />

paracetamol<br />

12 6 1 2 13 3 0 0<br />

+ diclofenac<br />

+ tramadol<br />

paracetamol<br />

6 2 1 0 4 0 1 0<br />

+ tramadol<br />

geen medicatie 65 6 5 5 3 0 0 0<br />

diclofenac<br />

2 0 0 0 1 0 0 0<br />

+ tramadol<br />

Tramadol 1 0 0 1 0 0 0 0<br />

overig<br />

n = 1<br />

Tabel 4. Pijnscores en medicijn<strong>in</strong>name <strong>van</strong> alle patiënten per anesthesietechniek<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen te verbeteren. Wel<br />

moet daar<strong>bij</strong> aangetekend worden,<br />

dat diverse patiënten voor zichzelf<br />

een hogere NRS <strong>pijn</strong>score acceptabel<br />

v<strong>in</strong>den en zich bewust beperken <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

medicijngebruik. Het opstellen <strong>van</strong><br />

een behandelprotocol gebeurt o.a. aan<br />

de hand <strong>van</strong> de farmacologische kenmerken<br />

<strong>van</strong> een analgeticum <strong>in</strong> relatie<br />

tot de voorgenomen <strong>in</strong>greep. Pijn is<br />

een subjectief fenomeen dat onder andere<br />

wordt beïnvloed door ervar<strong>in</strong>g en<br />

verwacht<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de patiënt [17]. De<br />

opvatt<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de behandelaar speelt<br />

een rol <strong>bij</strong> <strong>het</strong> voorschrijfgedrag. Uit<br />

dit onderzoek blijkt dat tramadol <strong>bij</strong><br />

allerlei verschillende chirurgische <strong>in</strong>grepen<br />

gebruikt werd, variërend <strong>van</strong><br />

gynaecologisch onderzoek onder algehele<br />

anesthesie tot oor- en neusoperaties.<br />

Tramadol zou daarom standaard<br />

kunnen worden voorgeschreven <strong>bij</strong><br />

operaties <strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g. Op <strong>het</strong><br />

moment <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek werd dit<br />

niet altijd gedaan.<br />

Ook de medicijn<strong>in</strong>name <strong>in</strong> de thuissituatie<br />

blijkt variatie te vertonen<br />

welke enerzijds kan voortkomen uit<br />

<strong>het</strong> niet voorschrijven <strong>van</strong> medicatie<br />

volgens <strong>het</strong> <strong>pijn</strong>protocol, maar anderzijds<br />

ook kan optreden doordat de<br />

voorgeschreven medicatie ongewenste<br />

<strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen heeft. Zo kan de hoeveelheid<br />

tabletten welke moeten worden<br />

<strong>in</strong>genomen ook de therapietrouw<br />

negatief beïnvloeden [18]. Het gaat<br />

<strong>in</strong> dit onderzoek om een aanzienlijk<br />

aantal patienten die de medicijn<strong>in</strong>name<br />

niet volgens <strong>het</strong> <strong>pijn</strong>protocol<br />

gebruiken en dit verdient nader onderzoek.<br />

Een belangrijke zwakte <strong>van</strong><br />

ons onderzoek is dat <strong>bij</strong>na een derde<br />

<strong>van</strong> de onderzoekspopulatie telefonisch<br />

niet bereikbaar was. Dit kan een<br />

bedreig<strong>in</strong>g zijn <strong>van</strong> de <strong>in</strong>terne onderzoeksvaliditeit.<br />

Naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> onder andere dit<br />

onderzoek zijn de afgelopen periode<br />

een aantal aanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ons <strong>pijn</strong>protocol<br />

ter verbeter<strong>in</strong>g gerealiseerd.<br />

S<strong>in</strong>ds 1 maart 2009 krijgen alle postoperatieve<br />

dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënten,<br />

<strong>in</strong>dien geen contra-<strong>in</strong>dicaties aanwezig<br />

zijn, naast een mondel<strong>in</strong>ge en<br />

schriftelijke gebruiksaanwijz<strong>in</strong>g, een<br />

voorgevulde medicatietray mee naar<br />

huis waar<strong>in</strong> alle <strong>pijn</strong>medicatie voor 3<br />

dagen, <strong>in</strong>clusief de behandeldag, op<br />

geordende wijze is gerangschikt: Panadol<br />

® 4x daags 1 gr, diclofenac retard 2x<br />

daags 75 mg en tramadol 4x daags 50<br />

mg. De patiënt wordt er nadrukkelijk<br />

op gewezen dat <strong>het</strong> heel belangrijk is<br />

om de eerste dagen na de operatie op<br />

vaste momenten de basismedicatie<br />

voor <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te nemen.<br />

Door <strong>het</strong> ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> twee tabletten<br />

paracetamol <strong>van</strong> 500 mg door<br />

Panadol ® 1.000 mg is <strong>het</strong> aantal <strong>in</strong> te<br />

nemen tabletten gehalveerd. S<strong>in</strong>ds<br />

april 2009 wordt parecoxib peroperatief<br />

<strong>in</strong>traveneus gegeven en diclofenac<br />

rectaal of oraal.<br />

Alle dagbehandel<strong>in</strong>gpatiënten zouden<br />

volgens deze nieuwe behandelopzet<br />

<strong>in</strong> kaart gebracht moeten worden<br />

om tot ziekenhuisbrede afspraken te<br />

kunnen komen. Daar<strong>bij</strong> zouden de<br />

uitkomsten <strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>met<strong>in</strong>gen en<br />

<strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>gen op de verkoeverkamer,<br />

de verpleegzaal en <strong>pijn</strong>met<strong>in</strong>gen<br />

tot 72 uur na thuiskomst ook <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

onderzoek betrokken kunnen worden<br />

[11]. Verder verdient <strong>het</strong> aandacht om<br />

de ongepland opgenomen patiënten<br />

te onderzoeken en vervolgen om een<br />

verkle<strong>in</strong><strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze groep te kunnen<br />

bewerkstelligen, want wellicht bieden<br />

juist deze patiënten mogelijkheden<br />

om de postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

te verbeteren. Tenslotte is een juiste<br />

dataregistratie een absolute voorwaarde.<br />

Het regelmatig onder de aandacht<br />

brengen <strong>van</strong> <strong>het</strong> belang hier<strong>van</strong> <strong>bij</strong><br />

verpleegkundigen en andere data <strong>in</strong>voerende<br />

gebruikers is aan te bevelen.<br />

Om een betere telefonische bereikbaarheid<br />

<strong>van</strong> een groter deel <strong>van</strong> de<br />

patiënten te realiseren zouden de mobiele<br />

nummers <strong>van</strong> patiënten kunnen<br />

worden genoteerd.<br />

Het opstellen en naleven <strong>van</strong> een <strong>pijn</strong>protocol<br />

<strong>bij</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g, goede<br />

<strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g aan patiënt en<br />

cont<strong>in</strong>ue schol<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de betrokken<br />

hulpverleners zijn essentiële onderdelen<br />

<strong>van</strong> een gepaste <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g.<br />

Concluderend kunnen we stellen dat<br />

een goede <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g na dagbehandel<strong>in</strong>g<br />

realiseerbaar is.<br />

Dit onderzoek is uitgevoerd ter afsluit<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de opleid<strong>in</strong>g tot Master Physician-<br />

Assistant aan de Hogeschool <strong>van</strong> Arnhem<br />

en Nijmegen te Nijmegen.


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 15<br />

|<br />

Bijlage 1. Vragenlijst postoperatieve evaluatie chirurgische dagbehandel<strong>in</strong>g 1 dag na de <strong>in</strong>greep<br />

Naam verpleegkundige:..........................................................................................................................................................................................<br />

Tijdstip bellen: .......................................................................................................................................................................................................<br />

Geen contact gehad <strong>van</strong>wege: ■ niet bereikbaar ■ onverwachte opname ■ kl<strong>in</strong>ische patiënt<br />

Hoe is <strong>het</strong> gegaan <strong>van</strong>af <strong>het</strong> ontslag? ....................................................................................................................................................................<br />

Heeft u nog contact opgenomen met <strong>het</strong> specialist, SEH, huisarts? .....................................................................................................................<br />

Heeft u nog <strong>pijn</strong> gehad? NRSscore..........................................................................................................................................................................<br />

Heeft u <strong>pijn</strong>stillers gebruikt? Welke,hoeveelheid, frequentie: .............................................................................................................................<br />

Hebben ze geholpen? (Navraag per gebruikt medicijn)<br />

Nee: ■ geen voorschriften meegekregen op de preoperatieve polikl<strong>in</strong>iek ■ preoperatieve voorschriften waren niet duidelijk<br />

■ voorschriften niet nageleefd ■ andere reden...................................................................................................................................................<br />

Heeft u last <strong>van</strong> misselijkheid gehad? Zo ja, hoe lang? ........................................................................................................................................<br />

Specifieke vragen <strong>in</strong>greep. Wondlekkage, duizeligheid, zwell<strong>in</strong>g, nabloed<strong>in</strong>g, anders .........................................................................................<br />

Hoe is de anesthesie bevallen en waarom? ...........................................................................................................................................................<br />

Is <strong>het</strong> gegaan zoals u dacht dat <strong>het</strong> zou gaan op de dagbehandel<strong>in</strong>g? ..................................................................................................................<br />

Heeft u nog op en/of aanmerk<strong>in</strong>gen? .....................................................................................................................................................................<br />

referenties<br />

1. McGrath B., Elgendy H., Chung F.,<br />

et al. Thirty percent of patients have<br />

moderate to severe pa<strong>in</strong> 24 hr after<br />

ambulatory surgery: a survey of 5,703<br />

patients. Can J Anaesth. 2004 Nov;<br />

51(9): 886-91.<br />

2. Gramke H.F., de Rijke J.M., <strong>van</strong><br />

Kleef M., Raps F., Kessels A.G.,<br />

Peters M.L., Sommer M., Marcus<br />

M.A., The prevalence of postoperative<br />

pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> a cross-sectional group<br />

of patients after day-case surgery <strong>in</strong> a<br />

university hospital. Cl<strong>in</strong> J Pa<strong>in</strong>. 2007<br />

Jul-Aug; 23(6): 543-8.<br />

3. Wasowicz-Kemps D., Proefschrift:<br />

Trends <strong>in</strong> day surgery <strong>in</strong> the Netherlands.<br />

Utrecht, juni 2008.<br />

4. Hollestelle M.L., Hilbers E.S.M., <strong>van</strong><br />

Tienhoven E.A.E., Geertsma R.E.<br />

Gea<strong>van</strong>ceerde medische technologie<br />

<strong>in</strong> de thuissituatie: <strong>in</strong>ventarisatie, gebruikersaantallen<br />

en risico’s. RIVM<br />

rapport 265011004,2005.<br />

5. Forsdahl B.A., Ambulatory surgery<br />

and patients’ experiences<br />

6. Tidsskr Nor Laegeforen. 1997 Apr<br />

10;117(9): 1308-10. Norwegian.<br />

7. Persyn A.H.I.G., S<strong>in</strong>dhunata P.B.<br />

POP: Postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de thuissituatie na dagbehandel<strong>in</strong>g.<br />

NtvA 2008; 6-11.<br />

8. Centraal Begeleid<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stituut voor<br />

de Intercollegiale Toets<strong>in</strong>g/NVA;<br />

Richtlijn postoperatieve <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g;<br />

Utrecht; CBO, 2003.<br />

9. International Association for the<br />

Study of Pa<strong>in</strong> (IASP). Pijn term<strong>in</strong>ologie.<br />

10. Kyoto, november 2007.<br />

11. Coley K.C., Williams B.A., DaPos<br />

S.V., Chen C., Smith R.B., Retrospective<br />

evaluation of unanticipated admissions<br />

and readmissions after same<br />

day surgery and associated costs. J<br />

Cl<strong>in</strong> Anesth 2002; 14: 349-353.<br />

12. Chauv<strong>in</strong> M. State of the art of pa<strong>in</strong><br />

treatment follow<strong>in</strong>g ambulatory<br />

surgery. EurJ Anaest Suppl. 2003<br />

28: 3-6.<br />

13. http://www.snellerbeter.nl/fileadm<strong>in</strong>/snellerbeter/documenten/<br />

Indicatoren/<br />

14. NVA_leeswijzer_<strong>pijn</strong>score_lager_<br />

dan_4.pdf.<br />

15. Nahuis R. De strijd tegen <strong>pijn</strong>. Universiteit<br />

Twente, faculteit Wijsbegeerte<br />

en Maatschappijwetenschappen.<br />

Twente, maart 1997.<br />

16. Inspectie voor de Volksgezondheid:<br />

http://www.igz.nl/ Prestatie- <strong>in</strong>dicatoren<br />

ziekenhuizen basisset 2009.<br />

17. Richtlijn Postoperatieve <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g<br />

ISBN: 90-76906-66-1© Copyright<br />

2003, Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g<br />

voor Anesthesiologie (NVA).<br />

18. Sasaki S., Okuyama A., Ideuchi N.,<br />

Morimoto Y., Kemmotsu O.<br />

19. propofol anesthesia for ambulatory<br />

surgery <strong>in</strong> adults. Masui. 2000 Oct;<br />

49(10):1161-4.<br />

20. Fong S.Y., Pavy T.J., Yeo S.T., Paech<br />

M.J., Gurr<strong>in</strong> L.C., Assessment of<br />

wound <strong>in</strong>filtration with bupivacaïne<br />

<strong>in</strong> women undergo<strong>in</strong>g day-case<br />

gynecological laparoscopy. Reg<br />

Anesth Pa<strong>in</strong> Med. 2001 Mar-Apr;<br />

26(2): 131-6.<br />

21. Broekmans S., Verpleegkundig<br />

Pijnspecialist, Wetenschappelijk<br />

medewerker Centrum voor Ziekenhuis-<br />

en Verpleg<strong>in</strong>gswetenschap,<br />

KUL Leuven, Meten is weten:<br />

<strong>pijn</strong>registratie = belangrijk! “Verpleegkundige<br />

en <strong>pijn</strong>” Nieuwsbrief<br />

December, 2004.<br />

22. Kelder A.J., Therapietrouw: gehoorzaam<br />

of gemotiveerd? Pharmacy<br />

World & Science, Volume 2, Number<br />

1 / December, 1980.


16 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

1 Pa<strong>in</strong> Management and Research Center,<br />

Pa<strong>in</strong> <strong>management</strong> <strong>in</strong> neonates:<br />

Animal models and<br />

contact<strong>in</strong>formation<br />

L. Knaepen<br />

Tel.: +31 43 388 4114<br />

their cl<strong>in</strong>ical rele<strong>van</strong>ce<br />

Fax: +31 43 367 1096<br />

Email l.knaepen@maastrichtuniversity.nl<br />

L. Knaepen 1<br />

E.A.J. Joosten 1<br />

J. Patijn 1<br />

D. Tibboel 2<br />

Department of Anesthesiology, Academic<br />

Hospital Maastricht, Maastricht, The<br />

Netherlands<br />

2 Department of Pediatric Surgery, Erasmus-<br />

MC/Sophia Children’s Hospital, Rotterdam,<br />

The Netherlands<br />

summary It has been suggested that neonatal pa<strong>in</strong> exposure<br />

has a long-term impact on pa<strong>in</strong> sensitivity later <strong>in</strong> life.<br />

Newborns are often exposed to noxious stimuli <strong>in</strong> the neonatal<br />

<strong>in</strong>tensive care unit (NICU). The impact of this pa<strong>in</strong> exposure<br />

is <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>g due to high preterm birth rates and medical<br />

ad<strong>van</strong>ces which decrease the gestational age at which preterm<br />

born neonates survive. Besides major surgery, neonates<br />

undergo many noxious stimuli for monitor<strong>in</strong>g of their health<br />

status <strong>in</strong> the NICU for which analgesia is often <strong>in</strong>adequately<br />

adm<strong>in</strong>istered. Cl<strong>in</strong>ically rele<strong>van</strong>t animal models are of vital<br />

importance to overcome the limitations of cl<strong>in</strong>ical research<br />

<strong>in</strong>to neonatal analgesia. This article describes these models<br />

and its importance.


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 17<br />

|<br />

1. Neonatal pa<strong>in</strong> exposure and<br />

its long-term consequences<br />

Newborns are often exposed to noxious<br />

stimuli <strong>in</strong> the neonatal <strong>in</strong>tensive<br />

care unit (NICU). The impact of this<br />

pa<strong>in</strong> exposure is <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>g due to high<br />

preterm birth rates and medical ad<strong>van</strong>ces<br />

which decrease the gestational<br />

age at which preterm born neonates<br />

survive. Besides major surgery, neonates<br />

undergo many noxious stimuli<br />

for monitor<strong>in</strong>g of their health status <strong>in</strong><br />

the NICU for which analgesia is often<br />

<strong>in</strong>adequately adm<strong>in</strong>istered. In a Dutch<br />

NICU, neonates received up to 14 daily<br />

repetitive noxious rout<strong>in</strong>e procedures,<br />

such as heel pricks, <strong>in</strong>jections and <strong>in</strong>tubations<br />

[1].<br />

It has been suggested that neonatal<br />

pa<strong>in</strong> exposure has a long-term impact<br />

on pa<strong>in</strong> sensitivity later <strong>in</strong> life.<br />

Sensory neuronal circuits with<strong>in</strong> the<br />

CNS are still undergo<strong>in</strong>g development<br />

after birth and this development is<br />

activity-dependent, i.e. the formation<br />

and extension of the pa<strong>in</strong> network is<br />

based on the amount of nociceptive<br />

stimuli neonates receive [2]. Excessive<br />

noxious stimulation of the pa<strong>in</strong><br />

network via either major surgery or<br />

repetitive pa<strong>in</strong> exposure <strong>in</strong> the NICU<br />

may result <strong>in</strong> different pa<strong>in</strong> response<br />

later <strong>in</strong> life. For <strong>in</strong>stance, children who<br />

had experienced neonatal surgery,<br />

showed an <strong>in</strong>creased need of <strong>in</strong>tra- and<br />

post-operative analgesia follow<strong>in</strong>g<br />

surgery <strong>in</strong> the same dermatome later<br />

<strong>in</strong> life[3]. Also, neonatal circumcision<br />

<strong>in</strong>creased the pa<strong>in</strong> response to a future<br />

pa<strong>in</strong> stimulus, i.e. rout<strong>in</strong>e vacc<strong>in</strong>ation,<br />

three months later [4]. Not only<br />

neonatal surgery, but also a history of<br />

NICU-stay has been l<strong>in</strong>ked with longterm<br />

changes <strong>in</strong> pa<strong>in</strong> sensitivity. Preterm<br />

and full-term school-aged (9-11<br />

years) children previously exposed to<br />

pa<strong>in</strong>ful NICU procedures were found<br />

to be less sensitive to <strong>acute</strong> heat stimulation<br />

than children which were not<br />

exposed to NICU <strong>in</strong>terventions, which<br />

reflects a decreased basel<strong>in</strong>e pa<strong>in</strong> sensitivity<br />

[5]. In contrast, when exposed to<br />

a prolonged noxious thermal stimulus,<br />

the ex-NICU children showed lower<br />

pa<strong>in</strong> thresholds than control children<br />

[5]. In conclusion, cl<strong>in</strong>ical evidence is<br />

accumulat<strong>in</strong>g on the impact of early<br />

life pa<strong>in</strong> exposure and its long-term<br />

consequences on pa<strong>in</strong> sensitivity.<br />

2. Analgesia <strong>in</strong> newborns<br />

and <strong>in</strong>fants: An evidence<br />

based approach<br />

Pa<strong>in</strong> and anxiety have been recognized<br />

as significant problems <strong>in</strong> hospitalized<br />

children. Especially <strong>in</strong> the very young<br />

and under specific conditions (postoperative;<br />

critically ill children), there<br />

is a lack of evidence-based selection<br />

and dos<strong>in</strong>g of analgesics, while longterm<br />

consequences of prolonged use<br />

of these drugs are unknown. Eighty<br />

percent of drugs are used off-label<br />

and/or unlicensed. This has raised<br />

public awareness <strong>in</strong> both the USA<br />

and EU (Best Pharmaceuticals for<br />

Children Act <strong>in</strong> 2002, NIH/FDA meet<strong>in</strong>g<br />

2004, European law dedicated<br />

to Medic<strong>in</strong>es and Children, 2007).<br />

The European Medic<strong>in</strong>es Agency<br />

(EMEA) has identified a number of<br />

analgesics and sedatives as research<br />

focus for pa<strong>in</strong> and anxiety <strong>in</strong> l<strong>in</strong>e with<br />

the recently released Medic<strong>in</strong>es for<br />

Children Research Network (MCRN)<br />

and the ERA-NET PRIOMEDCHILD<br />

(2008). These priorities <strong>in</strong>clude<br />

morph<strong>in</strong>e and paracetamol <strong>in</strong> the<br />

newborn, peri-operative paracetamol<br />

and midazolam. The EPIPAIN study<br />

(Epidemiology of Procedural Pa<strong>in</strong> <strong>in</strong><br />

neonates) revealed that each neonate<br />

was found to experience a median of<br />

115 procedures dur<strong>in</strong>g a study period<br />

of 14 days while the majority (79,2%)<br />

of these procedures was not accompanied<br />

by analgesia [6]. It is thought<br />

that adequate analgesic therapy for<br />

neonates receiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong>tensive care may<br />

be beneficial with respect to shortterm<br />

and perhaps long-term outcomes<br />

[7-9]. However, two studies on shortterm<br />

effects of opioids <strong>in</strong> premature<br />

neonates showed m<strong>in</strong>imal to no effects<br />

on the behavioural pa<strong>in</strong> scores and<br />

slightly reduced stress hormone levels<br />

follow<strong>in</strong>g cont<strong>in</strong>uous morph<strong>in</strong>e treatment<br />

<strong>in</strong> ventilated newborns [10, 11].<br />

None of the studies provided enough<br />

evidence to recommend cont<strong>in</strong>uous<br />

morph<strong>in</strong>e as a standard of care for<br />

preterm ventilated newborns. A recent<br />

Cochrane review [12] came to the same<br />

conclusion. Nowadays paracetamol is<br />

the most common used analgesic and<br />

antipyretic drug <strong>in</strong> children and even<br />

prescribed <strong>in</strong> neonates to treat mild<br />

to moderate pa<strong>in</strong> or comb<strong>in</strong>ed with<br />

opioids. Paracetamol is less potent<br />

than opioids and with probably less<br />

side effects, although hepatotoxicity is<br />

described [13-16]. Limited studies are<br />

published on the use of <strong>in</strong>travenous<br />

paracetamol <strong>in</strong> preterm neonates,<br />

especially those under the gestational<br />

age of 28 weeks. To provide evidence<br />

for the most effective and safe drug<br />

for newborns and <strong>in</strong>fants, studies are<br />

needed on the effects and safety of<br />

paracetamol and morph<strong>in</strong>e <strong>in</strong> young<br />

<strong>in</strong>fants. As evidence for morph<strong>in</strong>e <strong>in</strong><br />

neonates is subject to debate, studies<br />

on (opioid sav<strong>in</strong>g properties of )<br />

paracetamol are needed. In particular,<br />

<strong>in</strong> post-operative conditions and after<br />

prolonged use <strong>in</strong> critically ill children.<br />

With<strong>in</strong> these studies, emphasis should<br />

be put upon the characterization<br />

of the optimal dose based on body<br />

weight, post-menstrual and post-natal<br />

age. Therefore the <strong>in</strong>fluence of age<br />

on the pharmacok<strong>in</strong>etic (PK) and<br />

pharmacodynamic (PD) parameters<br />

of these drugs should be <strong>in</strong>vestigated.<br />

Ad<strong>van</strong>ced statistical techniques such<br />

as non-l<strong>in</strong>ear mixed effects modell<strong>in</strong>g<br />

are applied. Us<strong>in</strong>g these modell<strong>in</strong>g<br />

techniques, <strong>in</strong>frequently obta<strong>in</strong>ed<br />

samples and observations <strong>in</strong> the real<br />

life cl<strong>in</strong>ical situation can be utilized to<br />

analyze population PK (drug concentrations)<br />

and PD (efficacy and safety<br />

endpo<strong>in</strong>ts) as well as determ<strong>in</strong>ants<br />

of variability <strong>in</strong> drug response. Ultimately<br />

this results <strong>in</strong> rational <strong>in</strong>dividualized<br />

dos<strong>in</strong>g regimens for neonates<br />

and <strong>in</strong>fants.<br />

3. The development of<br />

experimental neonatal<br />

pa<strong>in</strong> animal models<br />

Three important research questions<br />

arise from the abovementioned cl<strong>in</strong>ical<br />

evidence for long-term changes<br />

<strong>in</strong> pa<strong>in</strong> sensitivity after early-life pa<strong>in</strong><br />

exposure <strong>in</strong> the NICU and use of analgesia<br />

<strong>in</strong> neonates and <strong>in</strong>fants:<br />

1. What are the underly<strong>in</strong>g mechanisms<br />

of long-term consequences of<br />

repetitive neonatal pa<strong>in</strong> exposure?<br />

2. Which analgesic drugs are effective<br />

for pa<strong>in</strong> <strong>management</strong> <strong>in</strong> neonates<br />

and <strong>in</strong>fants and can they affect the<br />

long-term pa<strong>in</strong> sensitivity changes?<br />

3. PK and PD parameter characteristics<br />

of analgesic drugs <strong>in</strong> neonates<br />

and <strong>in</strong>fants?<br />

Due to several important limitations<br />

<strong>in</strong> cl<strong>in</strong>ical research, experimental<br />

neonatal pa<strong>in</strong> models have been developed.<br />

To study the underly<strong>in</strong>g mechanisms<br />

of the long-term changes <strong>in</strong> pa<strong>in</strong><br />

sensitivity follow<strong>in</strong>g neonatal pa<strong>in</strong>


18 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

exposure and the work<strong>in</strong>g mechanism<br />

of analgesics, tissue needs to be collected<br />

for histological, molecular and<br />

biochemical analysis. Obviously this<br />

is not possible <strong>in</strong> human neonates. An<br />

additional problem <strong>in</strong> cl<strong>in</strong>ical studies<br />

is the correct comparison between<br />

experimental and control groups, e.g.<br />

the experimental group of preterm<br />

born children can only be compared<br />

to a healthy control group of children<br />

with a different age, i.e. term born<br />

children. Animal experimental studies<br />

on the other hand, do allow the comparison<br />

between a neonatal pa<strong>in</strong> group<br />

and a non-pa<strong>in</strong> group of the same age.<br />

Additionally, dose f<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g and safety<br />

test<strong>in</strong>g of analgesics can be more easily<br />

carried out <strong>in</strong> an animal model. To this<br />

end, the neonatal rat is used, which<br />

developmental stage <strong>in</strong> the first week<br />

of life corresponds to a human foetus<br />

<strong>in</strong> the third pregnancy trimester or to<br />

a preterm born child <strong>in</strong> the NICU.<br />

Several cl<strong>in</strong>ically rele<strong>van</strong>t animal models<br />

for neonatal surgery, which show<br />

long-term changes <strong>in</strong> pa<strong>in</strong> sensitivity,<br />

have been developed dur<strong>in</strong>g the<br />

past few decades. Incision of the h<strong>in</strong>d<br />

paw sk<strong>in</strong> of a neonatal rat aged 3 days<br />

old (P3) or P6, for <strong>in</strong>stance, has been<br />

shown to result <strong>in</strong> hyperalgesia follow<strong>in</strong>g<br />

repeated <strong>in</strong>cision of the ipsilateral<br />

paw, performed two weeks later [17].<br />

Experimental modell<strong>in</strong>g of repetitive<br />

noxious rout<strong>in</strong>e <strong>in</strong>terventions <strong>in</strong> the<br />

NICU faced many difficulties or lacked<br />

cl<strong>in</strong>ical rele<strong>van</strong>ce.<br />

Figure 1. Experimental rat model to mimic repetitive pa<strong>in</strong> exposure <strong>in</strong> preterm born children <strong>in</strong><br />

the NICU and its long-term consequences on pa<strong>in</strong> sensitivity. Neonatal rat pups were noxiously<br />

stimulated with a needle prick 4x/day dur<strong>in</strong>g the first week of life (A). Control animals received a<br />

fourfold daily tactile stimulus (B). When the rats reached the adult age of eight weeks, they were<br />

<strong>in</strong>jected with a noxious substance, caus<strong>in</strong>g pa<strong>in</strong>ful <strong>in</strong>flammation, <strong>in</strong> the ipsilateral h<strong>in</strong>d paw (C)<br />

and 24h later, their pa<strong>in</strong> sensitivity towards mechanical stimuli was tested with a set of calibrated<br />

von Frey filaments with <strong>in</strong>creas<strong>in</strong>g stiffness (D).<br />

Research conducted at the Pa<strong>in</strong> Management and Research Centre (Maastricht, the Netherlands).<br />

Noxious <strong>in</strong>flammatory substances,<br />

such as complete Freund’s adju<strong>van</strong>t<br />

(CFA), an <strong>in</strong>flammatory booster, or<br />

carrageenan (CAR), a polysaccharide,<br />

were used via a s<strong>in</strong>gle <strong>in</strong>traplantar <strong>in</strong>jection<br />

to <strong>in</strong>duce pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> neonatal rats<br />

of several days old (P0-P3) [18-22]. As<br />

a consequence, these animals showed<br />

long-term changes <strong>in</strong> pa<strong>in</strong> sensitivity,<br />

e.g. hypoalgesia to tactile and thermal<br />

stimulation from the young adult age<br />

of P34 up to at least P120 (adult) [9].<br />

In contrast, when these adult rats received<br />

an ipsilateral (neonatal CAR or<br />

CFA exposed) re-<strong>in</strong>flammation of the<br />

paw with CFA, they showed a higher<br />

degree of mechanical allodynia and<br />

thermal hyperalgesia [19, 20]. The f<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gs<br />

of the s<strong>in</strong>gle-<strong>in</strong>jection neonatal<br />

<strong>in</strong>flammation models already showed<br />

some similarity with the cl<strong>in</strong>ical situation<br />

of long-term pa<strong>in</strong> sensitivity<br />

changes after neonatal pa<strong>in</strong> exposure.<br />

However, the nature of the neonatal<br />

pa<strong>in</strong> stimulus used, has a low cl<strong>in</strong>ical<br />

rele<strong>van</strong>ce s<strong>in</strong>ce <strong>in</strong>ject<strong>in</strong>g these <strong>in</strong>flammatory<br />

substances does not occur <strong>in</strong><br />

neonates <strong>in</strong> the NICU. Moreover, a<br />

s<strong>in</strong>gle <strong>in</strong>jection with a high dose of<br />

CFA [18, 20, 21] results <strong>in</strong> chronic <strong>in</strong>flammation,<br />

last<strong>in</strong>g for at least 8 weeks<br />

after <strong>in</strong>jection, and a low dose of CFA<br />

or CAR [19, 22] results <strong>in</strong> a local <strong>in</strong>flammation<br />

last<strong>in</strong>g for about 24 hours.<br />

Next, researchers tried to develop<br />

animal models which mimicked the<br />

situation of neonatal pa<strong>in</strong> exposure <strong>in</strong><br />

the NICU more closely. To this end,<br />

neonatal rat pups were repetitively<br />

(daily from P0-P14) <strong>in</strong>jected with formal<strong>in</strong>,<br />

a milder <strong>in</strong>flammatory agent,<br />

<strong>in</strong>to all four paws, result<strong>in</strong>g <strong>in</strong> longterm<br />

<strong>in</strong>creased pa<strong>in</strong> sensitivity [23, 24].<br />

The ma<strong>in</strong> limitation of us<strong>in</strong>g formal<strong>in</strong><br />

is the fact that it causes fixation of tissue,<br />

s<strong>in</strong>ce it is a derivative of the tissue<br />

preservative formaldehyde. This could<br />

change the morphology of peripheral<br />

nerve end<strong>in</strong>gs.<br />

The use of needle pricks as a neonatal<br />

pa<strong>in</strong> stimulus was considered as a good<br />

model for repetitive pa<strong>in</strong> stimulation<br />

as it occurs <strong>in</strong> the NICU [25]. These<br />

researchers only found m<strong>in</strong>or effects<br />

on long-term sensitivity to thermal<br />

stimulation [25]. The nature of the<br />

neonatal stimulus used here, is highly<br />

cl<strong>in</strong>ically rele<strong>van</strong>t s<strong>in</strong>ce sk<strong>in</strong> break<strong>in</strong>g<br />

procedures are prevalent <strong>in</strong> the<br />

NICU. Unfortunately the researchers


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 19<br />

|<br />

did not <strong>in</strong>clude an adult pa<strong>in</strong>ful stimulus,<br />

which could have shown the<br />

long-term pa<strong>in</strong> sensitivity to noxious<br />

stimuli after neonatal pa<strong>in</strong> exposure.<br />

Therefore, the neonatal needle prick<br />

animal model is used <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>ation<br />

with an adult pa<strong>in</strong>ful <strong>in</strong>flammatory<br />

pa<strong>in</strong> stimulus to model neonatal repetitive<br />

pa<strong>in</strong> exposure and its impacts on<br />

pa<strong>in</strong> sensitivity later <strong>in</strong> life at the Pa<strong>in</strong><br />

Management and Research Centre<br />

(Maastricht, the Netherlands). To this<br />

end, neonatal rats are noxiously stimulated<br />

dur<strong>in</strong>g the first week of life with<br />

a needle prick <strong>in</strong>to the plantar surface<br />

of the h<strong>in</strong>d paw (Fig. 1A). Control animals<br />

receive only a tactile non-noxious<br />

stimulus (Fig. 1B). Pa<strong>in</strong> sensitivity<br />

later <strong>in</strong> life is tested eight weeks later,<br />

literature<br />

by <strong>in</strong>ject<strong>in</strong>g CFA <strong>in</strong>to the ipsilateral<br />

h<strong>in</strong>d paw (Fig. 1C). The sensitivity for<br />

mechanical stimulation is tested with<br />

calibrated von Frey filaments elicit<strong>in</strong>g<br />

paw withdrawal 24 hours after CFA<br />

<strong>in</strong>jection (Fig. 1D).<br />

4. Conclusion<br />

Repetitive pa<strong>in</strong> exposure occurs frequently<br />

<strong>in</strong> neonates admitted to the<br />

NICU and has been shown <strong>in</strong> both<br />

cl<strong>in</strong>ical and animal experimental studies<br />

to result <strong>in</strong> long-term changes <strong>in</strong><br />

pa<strong>in</strong> sensitivity. Adequate analgesic<br />

<strong>management</strong> for this early-life pa<strong>in</strong><br />

exposure is still under <strong>in</strong>vestigation.<br />

Cl<strong>in</strong>ically rele<strong>van</strong>t animal models are<br />

of vital importance to overcome the<br />

limitations of cl<strong>in</strong>ical research <strong>in</strong>to<br />

neonatal analgesia. Currently, we have<br />

validated the neonatal needle prick<br />

model <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>ation with an adult<br />

pa<strong>in</strong>ful <strong>in</strong>flammatory pa<strong>in</strong> stimulus.<br />

Now this model serves as a cl<strong>in</strong>ically<br />

rele<strong>van</strong>t tool mimick<strong>in</strong>g the repetitive<br />

noxious stimulation <strong>in</strong> the NICU, and<br />

allows us to <strong>in</strong>vestigate the three ma<strong>in</strong><br />

research questions <strong>in</strong> neonatal pa<strong>in</strong><br />

research: 1. Investigat<strong>in</strong>g molecular<br />

and structural changes <strong>in</strong> the pa<strong>in</strong> network;<br />

2. Test<strong>in</strong>g the efficacy of different<br />

analgesic drugs on the long-term<br />

pa<strong>in</strong> sensitivity effects and 3. The PK<br />

and PD characteristics of the various<br />

analgesic drugs used.<br />

1. Simons S.H., <strong>van</strong> Dijk M., Anand<br />

K.S., Roofthooft D., <strong>van</strong> L<strong>in</strong>gen R.A.,<br />

Tibboel D. Do we still hurt newborn<br />

babies? A prospective study of procedural<br />

pa<strong>in</strong> and analgesia <strong>in</strong> neonates.<br />

Arch Pediatr Adolesc Med. 2003<br />

Nov;157(11):1058-64.<br />

2. Beggs S., Torsney C., Drew L.J.,<br />

Fitzgerald M. The postnatal reorganization<br />

of primary afferent <strong>in</strong>put<br />

and dorsal horn cell receptive fields<br />

<strong>in</strong> the rat sp<strong>in</strong>al cord is an activitydependent<br />

process. Eur J Neurosci.<br />

2002 Oct;16(7):1249-58.<br />

3. Peters J.W., Schouw R., Anand K.J.,<br />

<strong>van</strong> Dijk M., Duivenvoorden H.J.,<br />

Tibboel D. Does neonatal surgery lead<br />

to <strong>in</strong>creased pa<strong>in</strong> sensitivity <strong>in</strong> later<br />

childhood? Pa<strong>in</strong>. 2005 Apr;114(3):444-<br />

54.<br />

4. Taddio A., Katz J., Ilersich A.L., Koren<br />

G. Effect of neonatal circumcision<br />

on pa<strong>in</strong> response dur<strong>in</strong>g subsequent<br />

rout<strong>in</strong>e vacc<strong>in</strong>ation. Lancet. 1997 Mar<br />

1;349(9052):599-603.<br />

5. Hermann C., Hohmeister J., Demirakca<br />

S., Zohsel K., Flor H. Long-term<br />

alteration of pa<strong>in</strong> sensitivity <strong>in</strong> schoolaged<br />

children with early pa<strong>in</strong> experiences.<br />

Pa<strong>in</strong>. 2006 Dec 5;125(3):278-85.<br />

6. Carbajal R., Rousset A., Danan C.,<br />

Coquery S., Nolent P., Ducrocq S.,<br />

et al. Epidemiology and treatment<br />

of pa<strong>in</strong>ful procedures <strong>in</strong> neonates <strong>in</strong><br />

<strong>in</strong>tensive care units. Jama. 2008 Jul<br />

2;300(1):60-70.<br />

7. Anand K.J. Effects of per<strong>in</strong>atal<br />

pa<strong>in</strong> and stress. Prog Bra<strong>in</strong> Res.<br />

2000;122:117-29.<br />

8. Anand K.J. Consensus statement for<br />

the prevention and <strong>management</strong> of<br />

pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> the newborn. Arch Pediatr<br />

Adolesc Med. 2001 Feb;155(2):173-80.<br />

9. Anand K.J. Pa<strong>in</strong> assessment <strong>in</strong><br />

preterm neonates. Pediatrics. 2007<br />

Mar;119(3):605-7.<br />

10. Anand K.J., Hall R.W., Desai N., Shephard<br />

B., Bergqvist L.L., Young T.E.,<br />

et al. Effects of morph<strong>in</strong>e analgesia<br />

<strong>in</strong> ventilated preterm neonates: primary<br />

outcomes from the NEOPAIN<br />

randomised trial. Lancet. 2004 May<br />

22;363(9422):1673-82.<br />

11. Simons S.H., <strong>van</strong> Dijk M., <strong>van</strong> L<strong>in</strong>gen<br />

R.A., Roofthooft D., Duivenvoorden<br />

H.J., Jongeneel N., et al. Rout<strong>in</strong>e morph<strong>in</strong>e<br />

<strong>in</strong>fusion <strong>in</strong> preterm newborns<br />

who received ventilatory support: a<br />

randomized controlled trial. JAMA.<br />

2003 Nov 12;290(18):2419-27.<br />

12. Bellu R., de Waal K.A., Zan<strong>in</strong>i R. Opioids<br />

for neonates receiv<strong>in</strong>g mechanical<br />

ventilation. Cochrane Database<br />

Syst Rev. 2008(1):CD004212.<br />

13. Anderson B.J., Holford N.H., Woollard<br />

G.A., Chan P.L. Paracetamol<br />

plasma and cerebrosp<strong>in</strong>al fluid pharmacok<strong>in</strong>etics<br />

<strong>in</strong> children. Br J Cl<strong>in</strong><br />

Pharmacol. 1998 Sep;46(3):237-43.<br />

14. James L.P., Simpson P.M., Farrar H.C.,<br />

Kearns G.L., Wasserman G.S., Blumer<br />

J.L., et al. Cytok<strong>in</strong>es and toxicity<br />

<strong>in</strong> acetam<strong>in</strong>ophen overdose. J Cl<strong>in</strong><br />

Pharmacol. 2005 Oct;45(10):1165-71.<br />

15. James L.P., Wilson J.T., Simar R., Farrar<br />

H.C., Kearns G.L., Simpson P.M.,<br />

et al. Evaluation of occult acetam<strong>in</strong>ophen<br />

hepatotoxicity <strong>in</strong> hospitalized<br />

children receiv<strong>in</strong>g acetam<strong>in</strong>ophen.<br />

Pediatric Pharmacology Research<br />

Unit Network. Cl<strong>in</strong> Pediatr (Phila).<br />

2001 May;40(5):243-8.<br />

16. Wilson-Smith E.M., Morton N.S.<br />

Survey of i.v. paracetamol (acetam<strong>in</strong>ophen)<br />

use <strong>in</strong> neonates and <strong>in</strong>fants under<br />

1 year of age by UK anest<strong>het</strong>ists.<br />

Paediatr Anaesth. 2009 Apr;19(4):329-<br />

37.<br />

17. Walker S.M., Tochiki K.K., Fitzgerald<br />

M. H<strong>in</strong>dpaw <strong>in</strong>cision <strong>in</strong> early life<br />

<strong>in</strong>creases the hyperalgesic response to<br />

repeat surgical <strong>in</strong>jury: critical period<br />

and dependence on <strong>in</strong>itial afferent<br />

activity. Pa<strong>in</strong>. 2009 Dec 15;147(1-3):99-<br />

106.<br />

18. Hohmann A.G., Neely M.H., P<strong>in</strong>a J.,<br />

Nackley A.G. Neonatal chronic h<strong>in</strong>d<br />

paw <strong>in</strong>flammation alters sensitization<br />

to <strong>in</strong>tradermal capsaic<strong>in</strong> <strong>in</strong> adult rats:<br />

a behavioral and immunocytochemical<br />

study. J Pa<strong>in</strong>. 2005 Dec;6(12):798-<br />

808.<br />

19. Ren K., Anseloni V., Zou S.P., Wade<br />

E.B., Novikova S.I., Ennis M., et<br />

al. Characterization of basal and<br />

re-<strong>in</strong>flammation-associated longterm<br />

alteration <strong>in</strong> pa<strong>in</strong> responsivity<br />

follow<strong>in</strong>g short-last<strong>in</strong>g neonatal<br />

local <strong>in</strong>flammatory <strong>in</strong>sult. Pa<strong>in</strong>. 2004<br />

Aug;110(3):588-96.<br />

20. Ruda M.A., L<strong>in</strong>g Q.D., Hohmann<br />

A.G., Peng Y.B., Tachibana T. Altered<br />

nociceptive neuronal circuits after<br />

neonatal peripheral <strong>in</strong>flammation.<br />

Science. 2000 Jul 28;289(5479):628-31.<br />

21. Walker S.M., Meredith-Middleton J.,<br />

Cooke-Yarborough C., Fitzgerald M.<br />

Neonatal <strong>in</strong>flammation and primary<br />

afferent term<strong>in</strong>al plasticity <strong>in</strong> the rat<br />

dorsal horn. Pa<strong>in</strong>. 2003 Sep;105(1-<br />

2):185-95.<br />

22. Lidow M.S., Song Z.M., Ren K. Longterm<br />

effects of short-last<strong>in</strong>g early local<br />

<strong>in</strong>flammatory <strong>in</strong>sult. Neuroreport.<br />

2001 Feb 12;12(2):399-403.<br />

23. Bhutta A.T., Rovnaghi C., Simpson<br />

P.M., Gossett J.M., Scalzo F.M., Anand<br />

K.J. Interactions of <strong>in</strong>flammatory<br />

pa<strong>in</strong> and morph<strong>in</strong>e <strong>in</strong> <strong>in</strong>fant rats:<br />

long-term behavioral effects. Physiol<br />

Behav. 2001 May;73(1-2):51-8.<br />

24. Walker C.D., Xu Z., Rochford J.,<br />

Johnston C.C. Naturally occurr<strong>in</strong>g<br />

variations <strong>in</strong> maternal care modulate<br />

the effects of repeated neonatal pa<strong>in</strong><br />

on behavioral sensitivity to thermal<br />

pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> the adult offspr<strong>in</strong>g. Pa<strong>in</strong>. 2008<br />

Nov 15;140(1):167-76.<br />

25. Anand K.J., Coskun V., Thrivikraman<br />

KV, Nemeroff CB, Plotsky PM. Longterm<br />

behavioral effects of repetitive<br />

pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> neonatal rat pups. Physiol<br />

Behav. 1999 Jun;66(4):627-37.


20 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

<strong>Knelpunten</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>management</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren<br />

Pijnmet<strong>in</strong>g en analgetica<br />

1 Divisie Perioperatieve Zorg en Spoed­<br />

contact<strong>in</strong>formatie<br />

J.H.A.M. Megens, Drs., anesthesioloog<br />

Divisie Perioperatieve Zorg en Spoed ­<br />

eisende Hulp<br />

Universitair Medisch Centrum Utrecht,<br />

Wilhelm<strong>in</strong>a K<strong>in</strong>derziekenhuis<br />

Huispost KE 02.143.2<br />

Postbus 85090, 3508 AB Utrecht<br />

J.H.A.M. Megens, Drs., anesthesioloog 1<br />

T 088 75 55555, se<strong>in</strong> 5322<br />

Email j.h.a.m.megens@umcutrecht.nl<br />

C.E. Jonkman, gespecialiseerd k<strong>in</strong>derverpleegkundige voor <strong>pijn</strong> 2<br />

D.B.M. <strong>van</strong> der Werff, Drs., anesthesioloog 1<br />

eisende Hulp, Universitair Medisch<br />

Centrum Utrecht, Wilhelm<strong>in</strong>a K<strong>in</strong>derziekenhuis<br />

2 Jonkman Pijnzorg,www.jonkman<strong>pijn</strong>zorg.<br />

nl, Berkenlaan 15, 3951 XW Maarn<br />

samenvatt<strong>in</strong>g De kennis op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> <strong>management</strong> <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren is de<br />

afgelopen jaren toegenomen. Desondanks verloopt <strong>het</strong> toepassen <strong>van</strong> de verworven kennis<br />

<strong>in</strong> de praktijk vaak moeizaam. <strong>Knelpunten</strong> daar<strong>bij</strong> zijn de <strong>pijn</strong>met<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren en<br />

<strong>het</strong> off-label voorschrijven <strong>van</strong> analgetica. Het <strong>pijn</strong>kaartje, een uitgave <strong>van</strong> <strong>het</strong> Wilhelm<strong>in</strong>a<br />

K<strong>in</strong>derziekenhuis (WKZ), voorziet <strong>in</strong> de behoefte aan vooral praktische aanbevel<strong>in</strong>gen,<br />

b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> WKZ maar ook daarbuiten.<br />

summary The knowledge regard<strong>in</strong>g <strong>management</strong> of pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> children has <strong>in</strong>creased<br />

over the years. However, apply<strong>in</strong>g the acquired knowledge <strong>in</strong> everyday practice rema<strong>in</strong>s<br />

problematic. Two important obstacles are assessment of pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> children and off label<br />

prescription of analgesics. The pa<strong>in</strong> <strong>management</strong> policy of the Wilhelm<strong>in</strong>a Children’s<br />

Hospital is pr<strong>in</strong>ted as a pocket-sized document and provides ma<strong>in</strong>ly practical recommendations,<br />

which could be useful <strong>in</strong> other hospitals.


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 21<br />

|<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

De laatste jaren zijn er <strong>in</strong>itiatieven ontplooid<br />

door medische professionals<br />

op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g [1].<br />

Belangrijkste gemeenschappelijk doel<br />

is de kwaliteit <strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g<br />

te verbeteren. Op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> de<br />

beoordel<strong>in</strong>g en <strong>management</strong> <strong>van</strong> <strong>pijn</strong><br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren zijn er diverse <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strumenten<br />

ontwikkeld. Ook de<br />

kennis over farmacok<strong>in</strong>etiek <strong>van</strong> analgetica<br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren is toegenomen [2].<br />

Dit heeft tot gevolg dat er steeds meer<br />

evidence­based gegevens beschikbaar<br />

komen over <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren.<br />

Ondanks de geboekte vooruitgang<br />

verloopt <strong>het</strong> toepassen <strong>van</strong> deze kennis<br />

<strong>in</strong> de dagelijkse praktijk moeizaam.<br />

Hierdoor wordt nog onnodig veel <strong>pijn</strong><br />

geleden door k<strong>in</strong>deren. In 2001 werd<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> WKZ de k<strong>in</strong>der<strong>pijn</strong>groep opgericht<br />

met als voornaamste opdracht<br />

bestaande protocollen, richtlijnen en<br />

werkafspraken te ontwikkelen tot een<br />

<strong>in</strong>tegraal, wetenschappelijk gefundeerd<br />

en multidiscipl<strong>in</strong>air gedragen<br />

<strong>pijn</strong>beleid, om diagnostiek en behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren te verbeteren.<br />

In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de implementatie<br />

<strong>van</strong> dit <strong>pijn</strong>beleid verscheen <strong>in</strong> 2008<br />

alweer de derde druk <strong>van</strong> ‘Het <strong>pijn</strong>kaartje,<br />

<strong>management</strong> <strong>van</strong> <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong><br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren’. Het <strong>pijn</strong>kaartje voorziet<br />

<strong>in</strong> de behoefte aan vooral praktische<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen, b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> WKZ maar<br />

ook daarbuiten (figuur 1).<br />

Bij <strong>het</strong> opstellen en uitvoeren <strong>van</strong> dit<br />

<strong>pijn</strong>beleid voor k<strong>in</strong>deren bleek <strong>het</strong><br />

toepassen <strong>van</strong> <strong>het</strong> juiste <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strument<br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren <strong>van</strong> verschillende<br />

leeftijden en <strong>het</strong> uniform voorschrijven<br />

<strong>van</strong> analgetica een knelpunt<br />

te zijn. Deze knelpunten en de oploss<strong>in</strong>gen<br />

hiervoor worden hier besproken<br />

tegen de achtergrond <strong>van</strong> enkele<br />

nationale <strong>in</strong>itiatieven.<br />

Knelpunt 1: <strong>pijn</strong>met<strong>in</strong>g<br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren?<br />

De Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g voor Anesthesiologie<br />

bracht <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />

met <strong>het</strong> Kwaliteits<strong>in</strong>stituut voor de<br />

Gezondheidszorg (CBO) <strong>in</strong> 2003 de<br />

‘Richtlijn postoperatieve <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g’<br />

uit [3]. In 2007 volgde de Nederlandse<br />

Verenig<strong>in</strong>g voor K<strong>in</strong>dergeneeskunde<br />

met de ‘Richtlijn <strong>pijn</strong>met<strong>in</strong>g<br />

en behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren’.<br />

Figuur 1. Het Pijnkaartje.<br />

Deze richtlijn richt zich behalve op<br />

postoperatieve <strong>pijn</strong>, ook op andere<br />

vormen <strong>van</strong> <strong>acute</strong> en chronische <strong>pijn</strong>.<br />

Beide richtlijnen benadrukken <strong>het</strong><br />

belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strumenten<br />

<strong>bij</strong> <strong>het</strong> <strong>management</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren. Het meten <strong>van</strong><br />

<strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> postoperatieve patiënten is<br />

ook één <strong>van</strong> de <strong>in</strong>dicatoren uit de<br />

Basisset Prestatie­<strong>in</strong>dicatoren Ziekenhuizen;<br />

deze werd <strong>in</strong> 2008 voor de<br />

zevende maal gepresenteerd door de<br />

Inspectie voor de Gezondheidszorg<br />

[4]. Het meten <strong>van</strong> kwaliteit <strong>van</strong> zorg<br />

met behulp <strong>van</strong> prestatie­<strong>in</strong>dicatoren<br />

is een vast onderdeel geworden <strong>van</strong><br />

de huidige kwaliteitszorg. Pijnmet<strong>in</strong>g<br />

is een voorwaarde voor optimaal<br />

<strong>pijn</strong><strong>management</strong>: <strong>het</strong> leidt tot meer<br />

<strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> een effectieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g.<br />

Dit is <strong>van</strong> belang voor <strong>het</strong><br />

welbev<strong>in</strong>den <strong>van</strong> de patiënt en voor<br />

<strong>het</strong> genez<strong>in</strong>gsproces. In deze basisset<br />

zijn de volgende exclusiecriteria vastgesteld:<br />

patiënten die <strong>in</strong> dagopname<br />

worden geopereerd en k<strong>in</strong>deren jonger<br />

dan 7 jaar.<br />

Dit geldt ook voor de door de Nederlandse<br />

Verenig<strong>in</strong>g voor Anesthesiologie<br />

ontwikkelde <strong>in</strong>dicator postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> [5]. Deze <strong>in</strong>dicator concentreert<br />

zich meer op <strong>het</strong> voorkomen<br />

<strong>van</strong> ernstige <strong>pijn</strong> op enig moment <strong>in</strong><br />

de eerste 72 uur na een operatie. Ook<br />

hier worden kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong>deren die geen<br />

score kunnen aangeven (jonger dan 6<br />

jaar); patiënten <strong>in</strong> dagbehandel<strong>in</strong>g en<br />

(gesedeerde) patiënten die niet zelf de<br />

score kunnen aangeven uitgesloten.<br />

In <strong>het</strong> Wilhelm<strong>in</strong>a K<strong>in</strong>derziekenhuis,<br />

komen jaarlijks ongeveer 6.000 k<strong>in</strong>deren<br />

voor diagnostische en/of operatieve<br />

<strong>in</strong>grepen naar de operatieafdel<strong>in</strong>g;<br />

60% <strong>van</strong> patiënten wordt behandeld<br />

<strong>in</strong> dagopname, 60% <strong>van</strong> de patiënten<br />

is jonger dan 7 jaar oud. Bij een evenredige<br />

verdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de diverse leeftijdscategorieën<br />

over dagbehandel<strong>in</strong>g<br />

en kl<strong>in</strong>ische behandel<strong>in</strong>g, zou <strong>bij</strong> ruim<br />

80% <strong>van</strong> de k<strong>in</strong>deren die een bezoek<br />

hebben gebracht aan de operatieafdel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> WKZ, post operatieve<br />

<strong>pijn</strong>met<strong>in</strong>g gemist worden.


22 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

Zelfrapportage geldt nog steeds als<br />

de gouden standaard. Een aangepaste<br />

Visuele Analoge Schaal (VAS), met<br />

gezichtjes, kan worden toegepast<br />

<strong>van</strong>af de leeftijd <strong>van</strong> 4 jaar. Pijnmet<strong>in</strong>g<br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren die niet <strong>in</strong> staat zijn zelf<br />

<strong>pijn</strong> aan te geven is niet eenvoudig.<br />

Er zijn talrijke <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strumenten<br />

ontwikkeld voor gebruik <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren<br />

<strong>van</strong> verschillende leeftijden of ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia<br />

en voor gebruik onder<br />

diverse omstandigheden. Er wordt onderscheid<br />

gemaakt <strong>in</strong> <strong>het</strong> meten met<br />

behulp <strong>van</strong> fysiologische parameters,<br />

gedragsmatige parameters of een comb<strong>in</strong>atie<br />

<strong>van</strong> beide. In <strong>het</strong> WKZ werd<br />

aan<strong>van</strong>kelijk gekozen voor de COM­<br />

FORT: een <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strument dat de<br />

mate <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> beoordeeld aan de hand<br />

<strong>van</strong> observatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> gedrag <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

k<strong>in</strong>d. De COMFORT is een betrouwbaar<br />

en valide <strong>in</strong>strument voor postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>met<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren tot 3<br />

jaar en is bovendien <strong>in</strong> de Nederlandse<br />

taal beschikbaar [6] ( figuur 2). In de<br />

praktijk bleek de implementatie <strong>van</strong><br />

de COMFORT moeizaam te verlopen,<br />

mogelijk ten gevolge <strong>van</strong> de complexiteit<br />

<strong>van</strong> dit <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strument.(7)<br />

Recent is een eenvoudiger <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strument<br />

de FLACC (faces, legs, activity,<br />

cry and consolability) geïntroduceerd [8]<br />

(figuur 3). De FLACC is gevalideerd<br />

voor gebruik <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren <strong>van</strong> 0 tot 7<br />

jaar, maar kan ook <strong>bij</strong> ernstig geretardeerde<br />

en <strong>bij</strong> oudere k<strong>in</strong>deren worden<br />

gebruikt. De FLACC bestaat uit 5 gedragsmatige<br />

onderdelen en er kunnen<br />

m<strong>in</strong>imaal nul en maximaal 10 punten<br />

gescoord worden, <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g<br />

met de m<strong>in</strong>imale en maximale<br />

score <strong>van</strong> de VAS. Ook de FLACC is <strong>in</strong><br />

de Nederlandse taal beschikbaar.<br />

Knelpunt 2: analgetica<br />

voorschrijven <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren<br />

In de dagelijkse praktijk bestaat vaak<br />

een noodzaak voor <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

een geneesmiddel voor een andere<br />

<strong>in</strong>dicatie of voor een andere patiëntencategorie<br />

dan waarvoor <strong>het</strong> geneesmiddel<br />

is geregistreerd. Men spreekt<br />

dan <strong>van</strong> off-label geneesmiddel gebruik.<br />

40% tot 80% <strong>van</strong> de geneesmiddelen<br />

die dagelijks <strong>in</strong> de k<strong>in</strong>derkl<strong>in</strong>iek<br />

worden voorgeschreven betreft een<br />

off-label voorschrift. Dit is ongewenst<br />

omdat <strong>het</strong> betekent dat er meestal een<br />

beperkte wetenschappelijke onderbouw<strong>in</strong>g<br />

voor <strong>het</strong> voorschrift bestaat.<br />

COMFORT gedrag © schaal<br />

Datum<br />

Tijdstip<br />

Observator<br />

Alertheid<br />

Kalmte/agitatie<br />

Ademhal<strong>in</strong>gsreactie<br />

(scoren <strong>bij</strong> beademde<br />

k<strong>in</strong>deren)<br />

Huilen<br />

(scoren <strong>bij</strong> nietbeademde<br />

k<strong>in</strong>deren)<br />

Lichaamsbeweg<strong>in</strong>g<br />

Spierspann<strong>in</strong>g<br />

Gelaatsspann<strong>in</strong>g<br />

geen<br />

<strong>pijn</strong><br />

De Geneesmiddelenwet, die op 1 juli<br />

2007 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g is getreden, stelt dat<br />

<strong>het</strong> buiten de door <strong>het</strong> College ter<br />

Beoordel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Geneesmiddelen<br />

(CBG) geregistreerde <strong>in</strong>dicaties voorschrijven<br />

<strong>van</strong> geneesmiddelen alleen<br />

geoorloofd is wanneer daarover b<strong>in</strong>nen<br />

de beroepsgroep protocollen of<br />

standaarden zijn ontwikkeld [9]. Als<br />

de protocollen en standaarden nog <strong>in</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g zijn, is overleg tussen<br />

de behandelende arts en apotheker<br />

noodzakelijk. Het Nederlandse Kenniscentrum<br />

voor Farmacotherapie<br />

<strong>bij</strong> K<strong>in</strong>deren (NKFK) publiceerde <strong>in</strong><br />

2008 <strong>het</strong> eerste landelijk formularium<br />

voor geneesmiddelen <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren<br />

[10]. Met dit K<strong>in</strong>derformularium heeft<br />

Diep <strong>in</strong> slaap (ogen dicht, geen reactie op omgev<strong>in</strong>g)<br />

Licht <strong>in</strong> slaap (ogen grotendeels gesloten, af en toe reactie)<br />

Slaperig (k<strong>in</strong>d sluit vaak zijn ogen, reageert m<strong>in</strong>der op omgev<strong>in</strong>g)<br />

Wakker en alert (k<strong>in</strong>d reageert op omgev<strong>in</strong>g)<br />

Wakker en hyper-alert (overdreven reactie op verander<strong>in</strong>gen)<br />

Kalm (k<strong>in</strong>d lijkt helder en rustig)<br />

Licht angstig (k<strong>in</strong>d toont lichte onrust)<br />

Angstig (k<strong>in</strong>d lijkt onrustig maar kan zich beheersen)<br />

Zeer angstig (k<strong>in</strong>d lijkt zeer onrustig, kan zich nog net beheersen)<br />

Paniekerig (ernstige onrust met verlies <strong>van</strong> beheers<strong>in</strong>g)<br />

Geen spontane ademhal<strong>in</strong>g<br />

Spontane ademhal<strong>in</strong>g aan de beadem<strong>in</strong>g<br />

Onrust of verzet tegen de beadem<strong>in</strong>g<br />

Ademt actief tegen de beadem<strong>in</strong>g <strong>in</strong> of hoest regelmatig<br />

Vecht tegen de beadem<strong>in</strong>g<br />

Geen huilgeluiden<br />

Af en toe snikken of kreunen (nasnikken)<br />

Jengelen of dre<strong>in</strong>en (monotoon geluid)<br />

Huilen<br />

Schreeuwen of krijsen<br />

Geen beweg<strong>in</strong>g<br />

Incidentele (3 of m<strong>in</strong>der) kle<strong>in</strong>e beweg<strong>in</strong>gen<br />

Frequente (meer dan 3) kle<strong>in</strong>e beweg<strong>in</strong>gen<br />

Heftige beweg<strong>in</strong>gen met armen en benen<br />

Heftige beweg<strong>in</strong>gen ook met romp en hoofd<br />

Spieren volledig ontspannen; geen spierspann<strong>in</strong>g<br />

Verm<strong>in</strong>derde spierspann<strong>in</strong>g; m<strong>in</strong>der weerstand dan normaal<br />

Normale spierspann<strong>in</strong>g<br />

Toegenomen spierspann<strong>in</strong>g en buig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> v<strong>in</strong>gers en tenen<br />

Extreme spierstijfheid en buig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> v<strong>in</strong>gers en tenen<br />

Gezichtsspieren volkomen ontspannen<br />

Normale spann<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> gelaat<br />

Spann<strong>in</strong>g duidelijk <strong>in</strong> sommige gelaatsspieren (niet aanhoudend)<br />

Spann<strong>in</strong>g duidelijk <strong>in</strong> alle gelaatsspieren (aanhoudend)<br />

Gelaatsspieren verwrongen en <strong>in</strong> een grimas<br />

allerergste<br />

<strong>pijn</strong><br />

Totaalscore<br />

VAS (Visueel Analoge Schaal)<br />

Zet een streepje op de lijn om aan te geven hoeveel <strong>pijn</strong> u denkt dat <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d, op dit moment heeft.<br />

Bijzonderheden medicatie<br />

Bijzonderheden toestand k<strong>in</strong>d<br />

Soort met<strong>in</strong>g<br />

(voor/na extra medicatie of standaardmet<strong>in</strong>g):<br />

Bloeddruk en hartslag zijn <strong>in</strong> deze versie <strong>van</strong> de COMFORT schaal weggelaten.<br />

Sticker met naam<br />

<strong>van</strong> patient<br />

VAS score<br />

© Copyright Engelse versie: B.Ambuel, K.Hamlett en C.Marx - © Copyright Nederlandse versie: H.M.Koot, J.B.de Boer en M.<strong>van</strong> Dijk, versie 4, november 2003. Niet reproduceren zonder toestemm<strong>in</strong>g<br />

Figuur 2. Pijnmeet<strong>in</strong>strument de COMFORT®.<br />

aankruisen<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

de k<strong>in</strong>dergeneeskunde een enorme<br />

stap voorwaarts gezet <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> uniformer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> geneesmiddelvoorschriften<br />

door k<strong>in</strong>derartsen.<br />

Echter, dit K<strong>in</strong>derformularium is nog<br />

<strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en nog niet alle geneesmiddelen<br />

die <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren worden<br />

toegepast zijn hier<strong>in</strong> opgenomen.<br />

De anesthesioloog is <strong>in</strong> <strong>het</strong> WKZ<br />

verantwoordelijk voor <strong>het</strong> <strong>pijn</strong>beleid<br />

gedurende de eerste 24 postoperatieve<br />

uren. Analgetica worden aan <strong>het</strong> e<strong>in</strong>d<br />

<strong>van</strong> een operatie al toegediend, zodat<br />

<strong>bij</strong> <strong>het</strong> ontwaken uit de anesthesie een<br />

adequate analgesie bereikt is. Analgetica<br />

worden volgens schema gegeven<br />

en niet alleen wanneer een k<strong>in</strong>d <strong>pijn</strong>


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 23<br />

|<br />

9404281 07-2008<br />

FLACC <strong>pijn</strong>meet<strong>in</strong>strument<br />

Faces, legs, activity, cry and consolability<br />

Datum<br />

Pijnscore<br />

FLACC<br />

VAS vp<br />

1 Observaties<br />

Onderwerp Kenmerk Tijdstip<br />

Gezicht<br />

Benen<br />

Activiteit<br />

Huilen<br />

Troostbaar<br />

A = geen tot lichte <strong>pijn</strong><br />

1 - 2 - 3<br />

1 - 2 - 3<br />

aangeeft; oraal, rectaal of <strong>in</strong>traveneus,<br />

nooit <strong>in</strong>tramusculair. Medicatieopdrachten,<br />

<strong>in</strong>clusief een rescue analgeticum,<br />

worden genoteerd op <strong>het</strong><br />

postoperatieve opdrachtenformulier<br />

en <strong>in</strong> Medicator vastgelegd. Medicator<br />

is een geautomatiseerd medicatieprogramma<br />

waar<strong>in</strong> artsen met hun<br />

persoonlijke code kunnen <strong>in</strong>loggen<br />

en medicatie kunnen voorschrijven,<br />

dit systeem waarschuwt <strong>bij</strong> dubbelmedicatie<br />

/ overdoser<strong>in</strong>g en allergieën.<br />

Ook voorkomt dit systeem fouten<br />

door slecht leesbare handgeschreven<br />

recepten. Recovery- en k<strong>in</strong>derverpleegkundigen<br />

meten en registreren<br />

<strong>pijn</strong> en handelen volgens <strong>het</strong> ‘Stroomdiagram<br />

verpleegkundig handelen<br />

patiëntsticker<br />

Vertoont geen specifieke expressie of glimlach<br />

0 0 0 0<br />

Fronst af en toe of trekt een grimas, is teruggetrokken, ongeïnteresseerd 1 1 1 1<br />

Fronst regelmatig tot voortdurend, klemt de kaken op elkaar, heeft<br />

een trillende k<strong>in</strong><br />

Normale houd<strong>in</strong>g en/of ontspannen<br />

Ongemakkelijk, onrustig, gespannen<br />

Schopt of heeft opgetrokken benen<br />

Ligt rustig, <strong>in</strong> een normale houd<strong>in</strong>g, maakt rustige beweg<strong>in</strong>gen<br />

Kronkelt, wr<strong>in</strong>gt zich <strong>in</strong> bochten, verandert steeds <strong>van</strong> houd<strong>in</strong>g,<br />

is gespannen<br />

Overstrekt zich, trekt een holle rug of ligt <strong>in</strong>eengekrompen,<br />

is verstijfd of maakt schokkende beweg<strong>in</strong>gen<br />

Huilt niet (wakker of slapend)<br />

Kreunt, kermt of jengelt; klaagt af en toe<br />

Huilt voortdurend, schreeuwt of jammert, klaagt veelvuldig<br />

Is tevreden, ontspannen<br />

Is te troosten door af en toe aan te raken, te knuffelen of toe te<br />

spreken; laat zich afleiden<br />

Is moeilijk te troosten of op te beuren<br />

2 VAS-score (Visueel Analoge Schaal) vp.<br />

B = matige <strong>pijn</strong> C = Ernstige <strong>pijn</strong><br />

4 - 5 - 6<br />

7 - 8 - 9 - 10<br />

4 - 5 - 6<br />

7 - 8 - 9 - 10<br />

Copyright Nederlandse versie: K<strong>in</strong>der<strong>pijn</strong>groep Wilhelm<strong>in</strong>a K<strong>in</strong>derziekenhuis,<br />

UMC Utrecht, juli 2008. Alle rechten voorbehouden.<br />

Kl<strong>in</strong>ische blik <strong>van</strong> verpleegkundige omgezet <strong>in</strong> VAS-score. Schaal 0-10<br />

3 Bijzonderheden<br />

Figuur 3. Pijnmeet<strong>in</strong>strument de FLACC.<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

2 2 2 2<br />

0 0 0 0<br />

1 1 1 1<br />

2 2 2 2<br />

0 0 0 0<br />

1 1 1 1<br />

2 2 2 2<br />

Totaalscore<br />

VAS-score<br />

0<br />

1<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

0<br />

1<br />

2<br />

<strong>bij</strong> <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong>’. Wanneer <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiële<br />

<strong>pijn</strong>behandelplan faalt, probeert de<br />

verpleegkundige oorzaken <strong>van</strong> <strong>pijn</strong><br />

zoals o.a. een subcutaan lopend <strong>in</strong>fuus,<br />

knellende verbanden of gips, honger,<br />

angst, te identificeren. Indien geen<br />

aanvullende oorzaken <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> kunnen<br />

worden verholpen mag de verpleegkundige<br />

een rescue analgeticum toedienen,<br />

de volgende stap <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>gsplan.<br />

De verpleegkundige<br />

is dus zelfstandig bevoegd <strong>in</strong>terventies<br />

uit te voeren. Hierna wordt de behandelend<br />

arts op de hoogte gesteld, deze<br />

kan eventueel aanvullende maatregelen<br />

nemen. De verpleegkundige is op<br />

deze manier niet alleen verplicht om<br />

<strong>pijn</strong> te meten, hij/zij mag ook daadwerkelijk<br />

<strong>pijn</strong> behandelen. Delay <strong>in</strong> de<br />

<strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g wordt hiermee teruggedrongen.<br />

De doser<strong>in</strong>gsadviezen <strong>van</strong> de analgetica<br />

die zijn opgenomen <strong>in</strong> <strong>het</strong> Pijnkaartje<br />

zijn op basis <strong>van</strong> <strong>bij</strong> de k<strong>in</strong>deranesthesiologen<br />

aanwezige expertise<br />

en <strong>in</strong> overleg met de apothekers <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> WKZ tot stand gekomen. Op specifieke<br />

punten wordt weloverwogen<br />

afgeweken <strong>van</strong> de doser<strong>in</strong>gsadviezen<br />

en / of de <strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>gen zoals<br />

deze beschreven staan <strong>bij</strong> <strong>het</strong> College<br />

ter Beoordel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Geneesmiddelen<br />

(CBG) cq <strong>in</strong> <strong>het</strong> K<strong>in</strong>derformularium.<br />

Zo is <strong>bij</strong>voorbeeld voor k<strong>in</strong>deren<br />

<strong>van</strong>af de leeftijd <strong>van</strong> 1 maand, <strong>in</strong>dien<br />

geboren <strong>bij</strong> een normale zwangerschapsduur,<br />

gekozen voor een hogere<br />

doser<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Perfalgan dan die door<br />

<strong>het</strong> K<strong>in</strong>derformularium en <strong>het</strong> CBG<br />

geadviseerd wordt. Tevens wordt<br />

er een advies gegeven over gebruik<br />

<strong>van</strong> Perfalgan <strong>bij</strong> prematuur geboren<br />

k<strong>in</strong>deren, naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> diverse<br />

studies [11-14]. In de situatie dat een<br />

patiënt potente <strong>pijn</strong>stillers nodig heeft<br />

maar dat er (nog) geen <strong>in</strong>traveneuze<br />

toegangsweg (meer) is, wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Pijnkaartje een advies gegeven voor de<br />

<strong>in</strong>tranasale toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Fentanyl.<br />

Er is geen registratie voor <strong>in</strong>tranasale<br />

toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Fentanyl, ook <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

K<strong>in</strong>derformularium wordt deze toepass<strong>in</strong>g<br />

niet vermeld. In de literatuur<br />

worden enkele studies beschreven<br />

waar<strong>bij</strong> fentanyl <strong>in</strong>tranasaal effectief<br />

en veilig is voor gebruik op de spoedeisende<br />

hulp en voor postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g [15,16]. Voor de behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> neuropathische <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong><br />

k<strong>in</strong>deren is Gabapent<strong>in</strong>e aan de analgetica<br />

op <strong>het</strong> Pijnkaartje toegevoegd.<br />

Gabapent<strong>in</strong>e is niet geregistreerd voor<br />

behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> neuropathische <strong>pijn</strong><br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren, wel <strong>bij</strong> volwassenen. Het<br />

middel is wel geregistreerd voor gebruik<br />

voor k<strong>in</strong>deren <strong>van</strong>af 6 jaar voor<br />

behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> partiële epileptische<br />

aanvallen met of zonder secundaire<br />

generalisatie. Voor de behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong> is gekozen voor eenzelfde<br />

doser<strong>in</strong>g als voor die <strong>van</strong> epilepsie,<br />

nagenoeg <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met de<br />

doser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> K<strong>in</strong>derformularium.<br />

De beschikbare literatuur beperkt<br />

zich tot casuïstiek en een farmacok<strong>in</strong>etische<br />

studie [17,18]. Esketam<strong>in</strong>e<br />

is toegevoegd voor gebruik <strong>bij</strong> kort­


24 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

referenties<br />

durende <strong>pijn</strong>lijke procedures. Deze<br />

<strong>in</strong>dicatie staat ook genoemd <strong>in</strong> de<br />

eerder genoemde richtlijn over sedatie<br />

en analgesie; hier<strong>in</strong> ontbreken echter<br />

doser<strong>in</strong>gsadviezen. Esketam<strong>in</strong>e kan<br />

worden gebruikt als adju<strong>van</strong>s <strong>bij</strong> de<br />

behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> kanker en <strong>bij</strong><br />

postoperatieve <strong>pijn</strong> [19].<br />

Het ontbreken <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

benodigde wetenschappelijk onderzoek<br />

<strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren, brengt voor <strong>het</strong> zieke<br />

k<strong>in</strong>d ongewenste risico’s met zich<br />

mee. Echter, <strong>het</strong> opzetten en uitvoeren<br />

<strong>van</strong> kl<strong>in</strong>ische trials <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren is zowel<br />

methodologisch als organisatorische<br />

niet eenvoudig. Bovendien zijn er<br />

grote leeftijdsgerelateerde verschillen<br />

<strong>in</strong> deze groep patiënten: <strong>van</strong> prematuur<br />

tot adolescent. In september 2008<br />

werd Het Medic<strong>in</strong>es for Children Research<br />

Netwerk (MCRN) officieel gelanceerd.<br />

Dit nationale netwerk wil de<br />

coörd<strong>in</strong>atie, snelheid en kwaliteit <strong>van</strong><br />

onderzoek naar geneesmiddelen voor<br />

k<strong>in</strong>deren en adolescenten verbeteren.<br />

Het MCRN wil wetenschappelijk<br />

bewijs verzamelen <strong>van</strong> zowel oude als<br />

nieuwe geneesmiddelen, die zowel veilig<br />

als effectief zijn <strong>in</strong> de behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> k<strong>in</strong>deren. Het richt zich vooral op<br />

farmacok<strong>in</strong>etische en farmacodynamische<br />

studies en kl<strong>in</strong>ische studies op<br />

<strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> gezondheidszorg voor<br />

k<strong>in</strong>deren. Concentratie <strong>van</strong> <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen<br />

voor kl<strong>in</strong>isch wetenschappelijk<br />

onderzoek <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren zal<br />

gegevens moeten opleveren voor wetenschappelijke<br />

onderbouw<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

good medical practice voor dit belangrijke<br />

kl<strong>in</strong>ische probleem.<br />

Conclusie<br />

In de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>management</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren is <strong>in</strong> de loop<br />

der jaren enorme vooruitgang geboekt.<br />

Dat heeft geleid tot nieuwe<br />

praktijk<strong>in</strong>zichten en verander<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

de zorg voor k<strong>in</strong>deren met <strong>pijn</strong>. Naar<br />

onze ervar<strong>in</strong>gen is toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

een <strong>pijn</strong><strong>management</strong>systeem <strong>in</strong> de<br />

vorm <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>pijn</strong>kaartje hier<strong>bij</strong> een<br />

belangrijke stap vooruit. Ook andere<br />

ziekenhuizen kunnen profiteren <strong>van</strong><br />

de opgedane ervar<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> gebied<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong><strong>management</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> WKZ. In de toekomst zal door<br />

wetenschappelijk onderzoek <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren,<br />

<strong>het</strong> <strong>management</strong> <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong><br />

k<strong>in</strong>deren steeds vaker gebaseerd zijn<br />

op wetenschappelijk bewijs.<br />

Het <strong>pijn</strong>kaartje is te bestellen via<br />

email: <strong>pijn</strong>werkgroep@umcutrecht.nl.<br />

Er wordt € 5 <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht per<br />

exemplaar.<br />

Dankbetuig<strong>in</strong>g<br />

Bij de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dit <strong>pijn</strong>kaartje<br />

heeft de k<strong>in</strong>der<strong>pijn</strong>groep dankbaar<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> de expertise <strong>van</strong><br />

C.M.A. Rademaker en T.B.Y. Liem,<br />

ziekenhuisapothekers, Wilhelm<strong>in</strong>a<br />

K<strong>in</strong>derziekenhuis, UMC Utrecht.<br />

De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Het <strong>pijn</strong>kaartje,<br />

<strong>management</strong> <strong>van</strong> <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren.<br />

Editie 2008, derde druk is mede mogelijk<br />

gemaakt door f<strong>in</strong>anciële <strong>bij</strong>dragen<br />

<strong>van</strong>: Eusapharma, Grünenthal B.V.,<br />

Hospira Healthcare B.V., Sibb<strong>in</strong>g &<br />

Wateler.<br />

1. Walker S.M. Pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> children: recent<br />

ad<strong>van</strong>ces and ongo<strong>in</strong>g challenges.<br />

BJA 2008; 101(1): 101-10.<br />

2. Anand K.J.S. Cl<strong>in</strong>ical importance of<br />

pa<strong>in</strong> and stress <strong>in</strong> preterm neonates,<br />

a review. Biol Neonate 1998; 73:1-9.<br />

3. www.cbo.nl<br />

4. www.snellerbeter.nl/prestatie<strong>in</strong>dicatoren/basisset-prestatie<strong>in</strong>dicatoren/<br />

5. anesthesiologendagen 2006, factsheet<br />

postoperatieve <strong>pijn</strong><strong>in</strong>tensiteit<br />

op www.anesthesiologen.nl<br />

6. <strong>van</strong> Dijk M., de Boer J.B., Koot H.M.<br />

et al. The reliability and validity of<br />

the COMFORT scale as a postoperatieve<br />

pa<strong>in</strong> <strong>in</strong>strument <strong>in</strong> 0 to 3-yearold<br />

children. Pa<strong>in</strong> 2000; 84: 367-377.<br />

7. Megens J.H.A.M., Van der Werf<br />

D.B.M., Knape J.T.A. Quality improvement:<br />

implementation of a pa<strong>in</strong><br />

<strong>management</strong> policy <strong>in</strong> a university<br />

pediatric hospital. Ped An 2008; 18:<br />

620-627.<br />

8. Malviya S., Voepel-Lewis T., Burke<br />

C., Merkel S., Tait A.R. The revised<br />

FLACC observational pa<strong>in</strong> tool:<br />

improved reliability and validity<br />

for pa<strong>in</strong> assessment <strong>in</strong> children with<br />

cognitive impairment. Ped An 2006;<br />

16(3):258-65.<br />

9. Geneesmiddelenwet. Staatsblad <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> Kon<strong>in</strong>krijk der Nederlanden,<br />

jaargang 2007, nr 93.<br />

10. www.k<strong>in</strong>derformularium.nl<br />

11. Wilson-Smith E.M., Morton N.<br />

Survey of i.v. paracetamol (acetam<strong>in</strong>ophen)<br />

use <strong>in</strong> neonates and <strong>in</strong>fants<br />

under 1 year of age by UK anest<strong>het</strong>ists.<br />

Ped An 2009; 19: 329-337.<br />

12. Allegaert K, Anderson BJ, Naulaers<br />

G et al. Intravenous paracetamol<br />

(propacetamol) pharmacok<strong>in</strong>etics<br />

<strong>in</strong> term and preterm neonates. Eur J<br />

Cl<strong>in</strong> Pharmacol 2001; 60: 191-197.<br />

13. Palmer GM, Atk<strong>in</strong>s M, Anderson BJ,<br />

Smith KR, Culnane TJ, McNally CM,<br />

Perk<strong>in</strong>s EJ, Chalkiadis GA, Hunt<br />

RW. I.V. acetam<strong>in</strong>ophen pharmacok<strong>in</strong>etics<br />

<strong>in</strong> neonates after multiple<br />

doses. BJA 2008; 101 (4): 523-530.<br />

14. Bartocci M, Lundeberg S. Intravenous<br />

paracetamol: the ‘Stockholm<br />

protocol’ voor postoperative analgesia<br />

of term and preterm neonates.<br />

Ped An 2007; 17: 1120-1121.<br />

15. Borland M, Jacobs I, K<strong>in</strong>g B, O’Brien<br />

D. A randomized controlled trial<br />

compar<strong>in</strong>g <strong>in</strong>tranasal fentanyl to<br />

<strong>in</strong>travenous morph<strong>in</strong>e for manag<strong>in</strong>g<br />

<strong>acute</strong> pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> children <strong>in</strong> the emergency<br />

department. Annals of Emerg<br />

Med 2007; 49(3): 335-340.<br />

16. Younge PA, Nicol MF, Kendall JM et<br />

al. A prospective randomised pilot<br />

comparison of <strong>in</strong>tranasal fentanyl<br />

and <strong>in</strong>tramuscular morph<strong>in</strong>e for<br />

analgesia <strong>in</strong> children present<strong>in</strong>g to<br />

the emergency department with<br />

cl<strong>in</strong>ical fractures. Emerg Med 1999;<br />

11: 90-94.<br />

17. Lauder GR, White MC. Neuropathic<br />

pa<strong>in</strong> follow<strong>in</strong>g multilevel surgery<br />

<strong>in</strong> children with cerebral palsy:<br />

a case series and review. Ped AN<br />

2005; 15: 412-20.<br />

18. Haig GM, Bockbrader HN, Wesche<br />

DL, Boellner SW, Ouellet D, Brown<br />

RR, Rand<strong>in</strong>itis EJ, Posvar EL. S<strong>in</strong>gledose<br />

gabapent<strong>in</strong> pharmacok<strong>in</strong>etics<br />

and safety <strong>in</strong> healthy <strong>in</strong>fants and<br />

children. J Cl<strong>in</strong> Pharmacol 2001;<br />

41(5): 507-14.<br />

19. F<strong>in</strong>kel JC, Pestieau SR, Quezado<br />

ZMN. Ketam<strong>in</strong>e as an adju<strong>van</strong>t for<br />

treatment of cancer pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> children<br />

and adolescents. J of Pa<strong>in</strong> 2007; 8(6):<br />

515-521.


Mijn voeten doen vreselijk <strong>pijn</strong><br />

Cymbalta<br />

Bij perifere neuropathische<br />

<strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> diabetes 1<br />

• Snelle en aanhoudende <strong>pijn</strong>verlicht<strong>in</strong>g 2,3,8<br />

• Gunstig <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>genprofi el 1,4-7<br />

• Eenvoudig <strong>in</strong> gebruik,<br />

<strong>in</strong>sluipen is niet nodig 1<br />

Voor de referenties en de verkorte product<strong>in</strong>formatie zie elders <strong>in</strong> dit blad | www.cymbalta.nl<br />

CYM/09/004/JAN09


doppler guided <strong>in</strong>traoperative<br />

fluid <strong>management</strong><br />

NHS Technology Adoption Centre, January 2010. N=1247<br />

67% Decrease <strong>in</strong> Mortality<br />

Eleven Day Reduction <strong>in</strong> LOS<br />

with<strong>in</strong> Critical Care Level 3<br />

Three Day Reduction <strong>in</strong> Length of Stay<br />

Four Day Reduction <strong>in</strong> Post-op LOS<br />

23% Decrease <strong>in</strong> CVC Insertion Rate<br />

33% Decrease <strong>in</strong> Re-admission Rate<br />

25% Decrease <strong>in</strong> Re-operation Rate<br />

oraal of nasaal<br />

bewezen beter<br />

GDT Goal Directed Therapy<br />

met ODM Oesophageal Doppler Monitor<strong>in</strong>g:<br />

m<strong>in</strong>der complicaties & een kortere opnameduur<br />

kl<strong>in</strong>isch- & kosteneffectief*<br />

*referenties<br />

negen peer reviewed randomized controlled<br />

cl<strong>in</strong>ical trials (986 patiënten),<br />

drie meta analysis‘s<br />

twee <strong>in</strong>dependent Health Technology<br />

Assessments (2007 ECRI USA, 2009 NHS GB)<br />

Medical Technology Transfer BV<br />

adres J.F. Oltmansstraat 10, 7221 NA Steenderen<br />

tel +31 (0)57 54 52 919<br />

fax +31 (0)57 54 50 800<br />

mail <strong>in</strong>fo@mttnl.com<br />

web www.mttnl.com<br />

Meer <strong>in</strong>formatie over onze<br />

methodieken, tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gsmaterialen en<br />

literatuur sturen wij u graag toe


27 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

review<br />

Management <strong>van</strong> <strong>acute</strong><br />

postoperatieve <strong>pijn</strong> na<br />

cardiothoracale chirurgie<br />

Een overzicht<br />

1 Student/WESP afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie,<br />

MUMC+, Maastricht<br />

2 Afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie en <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g,<br />

and Mental Health and NeuroScience ,<br />

MUMC+, Maastricht<br />

contact<strong>in</strong>formatie<br />

MUMC+, Maastricht<br />

Afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie en <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g,<br />

and Mental Health and NeuroScience<br />

Postbus 5800<br />

6202 AZ Maastricht<br />

T 043 3875458<br />

V. Timmer 1<br />

F.H. Tijssen 2<br />

M. Marcus 2<br />

M. Lancé 2<br />

samenvatt<strong>in</strong>g Acute <strong>pijn</strong> na cardiothoracale chirurgie komt voor <strong>bij</strong> 33-76% <strong>van</strong> de<br />

patiënten. Naast <strong>het</strong> feit dat bestrijd<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>acute</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong> een kwaliteits<strong>in</strong>dicator<br />

is voor de zorg, weten we ook dat <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> een <strong>van</strong> de predictoren is tot ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> chronische <strong>pijn</strong>. In <strong>het</strong> MUMC+ bestaat alleen een protocol voor standaard<br />

postoperatieve patiënten. Er bestaat geen specifiek protocol voor bestrijd<strong>in</strong>g <strong>van</strong> postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> na sternotomie, wat leidt tot m<strong>in</strong>der adequate <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g. Aan de<br />

hand <strong>van</strong> de beschikbare literatuur, komt naar voren dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> systemische<br />

analgetica met opiaten en paracetamol <strong>bij</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g na cardiothoracale<br />

chirurgie de standaardbehandel<strong>in</strong>g blijft, al of niet <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met locale anest<strong>het</strong>ica.<br />

Protocoller<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de therapie heeft baat <strong>bij</strong> <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong> effectieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

en verlaagt misschien de kans op ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> chronische <strong>pijn</strong>. Thoracale<br />

epidurale anesthesie zou een plaats kunnen <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> de cardiothoracale chirurgie.<br />

Over andere regionale technieken is een positieve uitkomst nog niet met zekerheid te<br />

zeggen. Daarop hebben we een postoperatief <strong>pijn</strong>protocol ontwikkeld voor patiënten na<br />

sternotomie, welke een reductie heeft gegeven <strong>in</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong>belev<strong>in</strong>g.


28 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

Introductie<br />

Acute <strong>pijn</strong> na cardiothoracale chirurgie<br />

komt voor <strong>bij</strong> 33-76% <strong>van</strong> de<br />

patiënten ondanks <strong>pijn</strong>therapie [1].<br />

Optimale behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>acute</strong> postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong> is niet alleen belangrijk<br />

voor patiënten comfort en tevredenheid,<br />

maar <strong>het</strong> zorgt met name voor<br />

een reductie <strong>in</strong> postoperatieve complicaties<br />

zoals respiratoire depressie,<br />

biliaire spasme, verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

maagmotiliteit, and postoperatief misselijkheid<br />

en braken (PONV). Tevens<br />

zorgt een goede <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g voor een<br />

korter verblijf op de <strong>in</strong>tensive care en<br />

de afdel<strong>in</strong>g en geeft <strong>het</strong> een reductie<br />

<strong>in</strong> de kosten. Een belangrijk gegeven<br />

is dat 30-50% <strong>van</strong> de patiënten die<br />

cardiothoracale chirurgie ondergaan,<br />

chronische <strong>pijn</strong> ontwikkelt en hierdoor<br />

een afname <strong>in</strong> de kwaliteit <strong>van</strong><br />

leven [2]. Acute <strong>pijn</strong> is, naast operatieduur<br />

één <strong>van</strong> de twee belangrijkste<br />

onafhankelijke predictoren <strong>van</strong> chronische<br />

<strong>pijn</strong> en verm<strong>in</strong>derde kwaliteit<br />

<strong>van</strong> leven na maanden en zelfs jaren [1].<br />

Om deze reden is <strong>het</strong> belangrijk dat<br />

er een goede, gestructureerde aanpak<br />

<strong>van</strong> <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong> na een operatie bestaat<br />

[3]. Veel ziekenhuizen hanteren eigen<br />

protocollen. Vaak bestaat er geen<br />

eenduidigheid over de behandel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> verschillende soorten <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong>.<br />

In 2007 is er door de WHO een onderzoek<br />

gestart naar de behoefte voor<br />

een algemeen <strong>pijn</strong>protocol. (WHO,<br />

delphi-study) Het resultaat was een<br />

gezamenlijk protocol voor chronische<br />

of palliatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g, maar<br />

m<strong>in</strong>der voor <strong>acute</strong> <strong>pijn</strong>.<br />

In <strong>het</strong> academisch ziekenhuis Maastricht<br />

(MUMC+) bestaat er een algemeen<br />

protocol voor postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g. Helaas is er voor patiënten<br />

die een sternotomie ondergaan<br />

geen specifiek protocol, wat leidt tot<br />

een m<strong>in</strong>der adequate <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> deze groep patiënten. Om tot een<br />

goed protocol te komen hebben we<br />

<strong>in</strong> de literatuur gekeken om een goed<br />

protocol te ontwikkelen voor postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze<br />

specifieke groep patiënten.<br />

Kwaliteits<strong>in</strong>dicatie<br />

De afgelopen jaren is duidelijk geworden<br />

pre-, per- en postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

een zeer belangrijke factoren<br />

zijn geworden <strong>in</strong> <strong>het</strong> meten <strong>van</strong><br />

de kwaliteit <strong>van</strong> zorg, <strong>het</strong> verbeteren<br />

<strong>van</strong> patiënten comfort en de kwaliteit<br />

<strong>van</strong> leven postoperatief. Dit heeft er<br />

zelfs toe geleid dat postoperatieve <strong>pijn</strong><br />

en <strong>het</strong> bestrijden daar<strong>van</strong> een kwaliteits<strong>in</strong>dicator<br />

<strong>van</strong> zorg is geworden. Er<br />

gaat daarmee meer aandacht uit naar<br />

postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g. Er zijn<br />

<strong>in</strong> veel ziekenhuizen speciale teams<br />

opgericht om de kwaliteit <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

te waarborgen.<br />

Traditioneel wordt de <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

b<strong>in</strong>nen de cardiochirurgie per- en postoperatief<br />

gekenmerkt door een hoge<br />

opiaatconsumptie. Door de verschuiv<strong>in</strong>g<br />

naar fast-track cardiochirurgie is<br />

er steeds meer expertise ontstaan <strong>in</strong><br />

kortwerkende preparaten en alternatieve<br />

technieken. Ook <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

snelle mobilisatie vereist de postoperatieve<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g meer geïndividualiseerde,<br />

goed te sturen analgesie,<br />

waar<strong>bij</strong> <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen zo veel mogelijk<br />

worden voorkomen.<br />

Postoperatieve analgesie<br />

Aan de basis <strong>van</strong> de <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

staat nog altijd de WHO <strong>pijn</strong>ladder<br />

(figuur 1), (en eigenlijk bedoeld voor<br />

de <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de chronische en<br />

palliatieve sett<strong>in</strong>g.)<br />

De NSAID’s vormen de basis. Deze<br />

hebben een voordelig effect op de <strong>pijn</strong><br />

en verm<strong>in</strong>deren bovendien de opiaatbehoefte.<br />

Ze worden echter we<strong>in</strong>ig<br />

gebruikt gezien hun <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>genprofiel,<br />

vooral de effecten op de nierfunctie<br />

zijn belangrijk. Toch zijn er onderzoeken<br />

die pretenderen dat NSAIDs<br />

veilig gebruikt kunnen worden, mits<br />

men de nierfunctie goed controleert<br />

en patiënten de NSAIDs onthoudt<br />

<strong>in</strong>dien er sprake is <strong>van</strong> nierfunctiestoornissen<br />

[4-5]. COX2-remmers<br />

zijn niet meer aanbevolen na cardiale<br />

chirurgie, aangezien er kans bestaat op<br />

ernstige <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen, zoals sternale<br />

wond<strong>in</strong>fecties, cerebrovasculaire accidenten<br />

en tevens cardiale accidenten<br />

[6]. Daarom kiest men <strong>in</strong> de cardiothoracale<br />

chirurgie voor paracetamol als<br />

basis<strong>pijn</strong>bestrijder. De voorkeur <strong>in</strong> de<br />

eerste 24 uur <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g gaat<br />

hier uit naar een <strong>in</strong>traveneuze gift.<br />

Opiaten, de gouden standaard<br />

Intraveneuze, <strong>in</strong>tramusculaire of<br />

subcutane toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> opiaten is<br />

de meest gebruikte vorm <strong>van</strong> <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

na cardiothoracale chirurgie.<br />

Neveneffecten, zoals misselijkheid,<br />

sedatie en respiratoire depressie komen<br />

daar<strong>bij</strong> geregeld voor, met name<br />

<strong>bij</strong> cont<strong>in</strong>ue <strong>in</strong>traveneuze toedien<strong>in</strong>g.<br />

Dit kan resulteren <strong>in</strong> een langere extubatie<br />

tijd en verlengde opname op de<br />

IC. Studies tonen aan dat middels PCA<br />

(patiënt controlled analgesia) een betere<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g wordt verkregen<br />

dan conventionele manieren <strong>van</strong> opiaattoedien<strong>in</strong>g,<br />

met aanzienlijk m<strong>in</strong>der<br />

complicaties, zoals misselijkheid en<br />

sedatie. PCA wordt ook door de patiënt<br />

geprefereerd boven conventionele<br />

toedien<strong>in</strong>g en vergroot de patiënttevredenheid<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g. Mede<br />

om deze reden is PCA <strong>in</strong> veel ziekenhuizen<br />

geaccepteerd als adequate methode<br />

<strong>van</strong> <strong>pijn</strong>behandel<strong>in</strong>g [7-8].<br />

Er zijn veel studies op zoek naar een<br />

betere <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g met m<strong>in</strong>der<br />

<strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen. Een <strong>van</strong> de manieren<br />

om dit te bewerkstelligen is gebruik<br />

te maken <strong>van</strong> co-analgetica. Veel onderzochte<br />

medicamenten b<strong>in</strong>nen de<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g (vooral <strong>bij</strong> chronische<br />

<strong>pijn</strong>) zijn tricyclische antidepressiva<br />

en anti-epileptica. In een prospectieve<br />

gerandomiseerde studie <strong>van</strong> Turan<br />

wordt gabapent<strong>in</strong>e <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met<br />

<strong>in</strong>traveneus opiaten vergeleken met de<br />

toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> COX2-remmers met<br />

<strong>in</strong>traveneuze opiaten. Hier<strong>bij</strong> geeft<br />

gabapent<strong>in</strong>e een adequate <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g<br />

met een reductie <strong>in</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

opiaten. Andere studies tonen geen<br />

verdere voordelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> gebruik<br />

<strong>van</strong> gabapent<strong>in</strong>e [9]. Het effect en de<br />

meerwaarde <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> gabapent<strong>in</strong>e<br />

<strong>in</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

na cardiale chirurgie zijn nog niet<br />

specifiek aangetoond en worden nog<br />

uitgebreid onderzocht.<br />

Tegenwoordig is er weer veel belangstell<strong>in</strong>g<br />

voor de blokkade <strong>van</strong> NMDAreceptoren<br />

b<strong>in</strong>nen de <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g.<br />

Dit kan worden bereikt door toedien<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> (low- dose) Ketam<strong>in</strong>e per- en<br />

postoperatief, of door <strong>het</strong> gebruik<br />

<strong>van</strong> Methadon. Beide medicamenten<br />

hebben hun nut bewezen b<strong>in</strong>nen de<br />

chronische en neuropathische <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g.<br />

Lage doses ketam<strong>in</strong>e hebben<br />

we<strong>in</strong>ig <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen. Het kan op<br />

verschillende manieren worden toegediend<br />

aan de patiënt: <strong>in</strong>traveneus <strong>in</strong><br />

bolus of cont<strong>in</strong>u, of via een epiduraal<br />

cat<strong>het</strong>er. De meta-analyse <strong>van</strong> Bell et<br />

al toont aan dat perioperatief gebruik<br />

<strong>van</strong> ketam<strong>in</strong>e de morf<strong>in</strong>e-consumptie<br />

verm<strong>in</strong>dert b<strong>in</strong>nen de eerste vierentw<strong>in</strong>tig<br />

uur na operatie. Daarnaast


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 29<br />

|<br />

sterk opoïd per <strong>in</strong>jectie<br />

Stap 4<br />

sterk opoïd oraal of per pleister<br />

Stap 3<br />

zwak opoïd met NSAID of paracetamol<br />

Stap 2<br />

NSAID of paracetamol<br />

Stap 1<br />

Figuur 1. WHO <strong>pijn</strong>ladder (WHO normative guidel<strong>in</strong>es on pa<strong>in</strong> <strong>management</strong>)<br />

verlaagt ketam<strong>in</strong>e <strong>het</strong> voorkomen<br />

<strong>van</strong> complicaties zoals misselijkheid<br />

en braken, wellicht als gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gereduceerde gebruik <strong>van</strong> opiaten<br />

[10]. De optimale doser<strong>in</strong>g en juiste<br />

doseertijden kunnen nog niet worden<br />

vermeld, aangezien de studies verschillende<br />

doser<strong>in</strong>gen gebruiken op verschillende<br />

tijdstippen. Hier moet verder<br />

onderzoek naar worden gedaan.<br />

Een nadelig effect <strong>van</strong> ketam<strong>in</strong>e zou<br />

kunnen zijn dat de <strong>het</strong> geven <strong>van</strong><br />

lage dosis ketam<strong>in</strong>e <strong>het</strong> hart m<strong>in</strong>der<br />

beschermt voor ischemie en reperfussieschade.<br />

Onderzoek toont aan dat<br />

<strong>het</strong> effect <strong>van</strong> precondition<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

hart door racemische ketam<strong>in</strong>e maar<br />

niet door S-ketam<strong>in</strong>e geblokkeerd<br />

wordt [11]. In hoeverre dit <strong>in</strong>vloed op<br />

de patiënt heeft is nog niet duidelijk.<br />

Niet systemische analgetica<br />

In veel grote abdom<strong>in</strong>ale en thoracale<br />

chirurgische <strong>in</strong>grepen wordt standaard<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> thoracale<br />

epidurale anesthesie (TEA) middels<br />

opiaten of lokale anest<strong>het</strong>ica. TEA<br />

verm<strong>in</strong>dert <strong>het</strong> aantal cardiale complicaties<br />

zoals myocardiale ischemie.<br />

Middels sympathische blokkade ontstaat<br />

een remmend effect op de stress<br />

respons <strong>van</strong> <strong>het</strong> lichaam, wat leidt tot<br />

lagere hartslagfrequenties en een verm<strong>in</strong>derde<br />

vraag naar zuurstof door <strong>het</strong><br />

hart. Tevens resulteert sympathische<br />

blokkade <strong>in</strong> vasodilatatie. De effecten<br />

er<strong>van</strong> zijn m<strong>in</strong>der sterk. Scott et al.<br />

toonde <strong>in</strong> een prospectieve gerandomiseerde<br />

studie aan dat thoracale epidurale<br />

analgesie, naast adequate <strong>pijn</strong>still<strong>in</strong>g,<br />

de hemodynamische stabiliteit<br />

verbetert, myocardischemie reduceert<br />

en de longfunctie verbetert <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g<br />

met gegeneraliseerde anesthesie<br />

middels <strong>in</strong>traveneuze opiaten [13-18].<br />

Daarnaast verkort <strong>het</strong> toepassen <strong>van</strong><br />

TEA de extubatietijd en opname op<br />

de IC [16,19]. Toch zijn er ook studies<br />

die geen verkorte opnametijd, reductie<br />

<strong>in</strong> morbiditeiten of bescherm<strong>in</strong>g<br />

tegen myocardiale ischemie aantonen<br />

[20-22]. Het gebruik <strong>van</strong> TEA <strong>in</strong> de<br />

cardiothoracale chirurgie is nog steeds<br />

controversieel. Er bestaat immers een<br />

kans op <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> epidurale<br />

hematomen <strong>bij</strong> de hepar<strong>in</strong>isatie voor<br />

de cardiopulmonale bypass maar ook<br />

door middel <strong>van</strong> thrombocytenaggregatie<br />

remmers. Deze worden steeds<br />

vaker doorgegeven en zelf tijdens de<br />

<strong>in</strong>greep of aan <strong>het</strong> e<strong>in</strong>de toegediend.<br />

Om een epiduraalkat<strong>het</strong>er veilig te<br />

gebruiken vergt <strong>het</strong> een nauwkeurig<br />

plann<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> antistoll<strong>in</strong>gsbeleid.<br />

De logistiek rondom <strong>het</strong> plaatsen en<br />

verwijderen <strong>van</strong> de epiduraalcat<strong>het</strong>er<br />

is hier<strong>bij</strong> cruciaal. Of de <strong>in</strong>cidentie <strong>van</strong><br />

chronische <strong>pijn</strong> verm<strong>in</strong>dert <strong>bij</strong> <strong>het</strong><br />

geven <strong>van</strong> een epidurale anesthesie,<br />

heerst controverse. Een alternatief<br />

voor epidurale analgesie is de paravertebrale<br />

analgesie middels cont<strong>in</strong>ue<br />

perfusie [22]. Paravertebrale analgesie<br />

resulteert, naast sensibele blokkade,<br />

<strong>in</strong> een sympathicolyse. Verschillende<br />

studies tonen aan dat unilaterale<br />

paravertebrale anesthesie adequate<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g geeft na thoracotomie<br />

en tevens een reductie <strong>in</strong> <strong>het</strong> optreden<br />

<strong>van</strong> <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen zoals hypotensie en<br />

epidurale complicaties <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g<br />

met TEA [23-27]. Deze techniek wordt<br />

steeds meer toegepast <strong>bij</strong> mastectomie,<br />

longresectie en abdom<strong>in</strong>ale<br />

chirurgie zoals cholecystectomie, maar<br />

nog we<strong>in</strong>ig <strong>bij</strong> cardiale chirurgie. Er<br />

zijn dan ook we<strong>in</strong>ig studies die zich<br />

richten op <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> paravertebraal<br />

blokkade, specifiek toegepast<br />

<strong>bij</strong> cardiale chirurgie. Dhole et al vergeleek<br />

de paravertebrale en epidurale<br />

techniek, toegepast <strong>bij</strong> m<strong>in</strong>imaal <strong>in</strong>vasieve<br />

directe CABG. Aangezien deze<br />

populatie een m<strong>in</strong>ithoracothomie onderg<strong>in</strong>g,<br />

gaf unilaterale paravertebrale<br />

blokkade een efficiënte en zelfs betere<br />

<strong>pijn</strong>reductie <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met TEA.<br />

Dit zou misschien anders zijn geweest<br />

als de patiënt een sternotomie zou<br />

ondergaan. Bilaterale paravertebrale<br />

blokkade zou dan een goede optie<br />

kunnen zijn, aangezien hier<strong>bij</strong> ook effectieve<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g is aangetoond<br />

en tevens een goede hemodynamische<br />

stabiliteit en een verkorte extubatietijd<br />

[28]. Nadeel <strong>van</strong> paravertebrale<br />

blokkade is dat er veel lokaal anest<strong>het</strong>icum<br />

wordt geresorbeerd en dat<br />

er dus een grotere kans bestaat op<br />

toxiciteit.<br />

Wond<strong>in</strong>flitraties<br />

De meeste <strong>pijn</strong> na cardiothoracale chirurgie<br />

wordt veroorzaakt op de plaats<br />

<strong>van</strong> <strong>in</strong>cisie, vooral <strong>bij</strong> zoals hoesten en<br />

diepe ademhal<strong>in</strong>g. In de meeste gevallen<br />

is dit <strong>het</strong> sternum. Om deze <strong>pijn</strong><br />

tegen te gaan, kan gebruik worden<br />

gemaakt <strong>van</strong> een parasternaal blokkade<br />

middels toedienen <strong>van</strong> ropivaca<strong>in</strong>e<br />

of bupivaca<strong>in</strong>e via een eenmalige<br />

<strong>in</strong>jectie of via een kat<strong>het</strong>er. Eenmalige<br />

<strong>in</strong>jectie heeft als voordeel dat er geen<br />

verschuiv<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de kat<strong>het</strong>er, irritatie<br />

of wond<strong>in</strong>fectie via de kat<strong>het</strong>er<br />

kan optreden. Barr et al toont <strong>in</strong> een


30 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie mei '10<br />

|<br />

Figuur 2. Flowchart postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g na sternotomie, geïntroduceerd <strong>in</strong> MUMC+<br />

De flowchart beg<strong>in</strong>t op de Medium Care (MC). (De eerste 6-24 uur bev<strong>in</strong>dt de patiënt zich op de Intensive Care, alwaar paracetamol wordt gegeven<br />

en opiaten via een cont<strong>in</strong>ue perfusor worden toegediend.) Het beleid op de MC staat op de l<strong>in</strong>ker kant <strong>van</strong> de kaart. Een dag later gaan ze naar de<br />

afdel<strong>in</strong>g alwaar de rechter kant <strong>van</strong> de flowchart <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g treedt. Tijdens de namet<strong>in</strong>g bleek dat de <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g door dit protocol <strong>in</strong> kwaliteit is<br />

verbeterd<br />

gerandomiseerde studie dat parasternaalblokkade<br />

middels een eenmalige<br />

<strong>in</strong>jectie ropivaca<strong>in</strong>e leidt tot adequate<br />

<strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de sternale wond,<br />

een significant verm<strong>in</strong>derde vraag naar<br />

postoperatieve analgetica b<strong>in</strong>nen de<br />

eerste 24 uur <strong>van</strong> zowel opiaten als<br />

paracetamol <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met placebo<br />

[29].<br />

Een sterk gelijkende techniek is een<br />

wondkat<strong>het</strong>er. Wond<strong>in</strong>filtratie wordt<br />

reeds toegepast <strong>bij</strong> verschillende<br />

orthopedische en abdom<strong>in</strong>ale operaties<br />

als adju<strong>van</strong>te <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g.<br />

In cardiothoracale chirurgie is deze<br />

methode en betrekkelijk nieuwe verschijn<strong>in</strong>g.<br />

McDonald comb<strong>in</strong>eerde<br />

parasternaal blokkade met wond<strong>in</strong>filtratie<br />

middels levobupivaca<strong>in</strong>e, wat<br />

resulteerde <strong>in</strong> een verm<strong>in</strong>derd gebruik<br />

<strong>van</strong> morf<strong>in</strong>e <strong>in</strong> de eerste vier uur na<br />

operatie [30]. Ook wond<strong>in</strong>filtratie<br />

zonder parasternaal blokkade levert<br />

<strong>in</strong> verschillende studies vergelijkbare<br />

positieve resultaten op [31]. Er zijn<br />

ook studies die m<strong>in</strong>der positief zijn<br />

over wond<strong>in</strong>filtratie. In een studie<br />

<strong>van</strong> Magnano v<strong>in</strong>dt geen verbeter<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g na<br />

wond<strong>in</strong>filtratie met 0.5% bupivaca<strong>in</strong>e.<br />

Protocoleren<br />

De kwaliteit <strong>van</strong> postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

na sternotomie is <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

MUMC+ geëvalueerd. Daaruit bleek<br />

dat deze onvoldoende is, ondanks<br />

<strong>het</strong> bestaan <strong>van</strong> een algemeen postoperatief<br />

<strong>pijn</strong>protocol. Dit protocol<br />

vermeldt tevens <strong>het</strong> gebruikt <strong>van</strong><br />

NSAIDs, die we om genoemde redenen<br />

niet willen voorschrijven. Uit de<br />

evaluatie bleek ook dat ondanks de<br />

<strong>pijn</strong> slechts 30% <strong>van</strong> alle patiënten de<br />

voorgeschreven analgetica ontv<strong>in</strong>gen.<br />

De redener<strong>in</strong>g hiervoor was verschillend.<br />

Vaak was <strong>het</strong> gewoon angst voor<br />

de <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de medicijnen.<br />

Daarom hebben we, specifiek voor<br />

de patiënten na sternotomie, een<br />

<strong>pijn</strong>protocol ontwikkeld (figuur 2). In<br />

een periode <strong>van</strong> 3 maanden bleek dit<br />

protocol tot een verbeter<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

situatie te leiden. De lange termijn effecten<br />

zouden nog worden bekeken.<br />

Conclusie<br />

Het gebruik <strong>van</strong> systemische analgetica<br />

met opiaten en paracetamol <strong>bij</strong><br />

postoperatieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g na cardiothoracale<br />

chirurgie blijft, al of niet<br />

<strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met locale anest<strong>het</strong>ica,<br />

de standaardbehandel<strong>in</strong>g. Protocoller<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de therapie heeft zeker baat<br />

<strong>bij</strong> <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong> effectieve <strong>pijn</strong>bestrijd<strong>in</strong>g<br />

en verlaagt misschien de<br />

kans op ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> chronische<br />

<strong>pijn</strong>. Thoracale epidurale anesthesie<br />

zou een plaats kunnen <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> de<br />

cardiothoracale chirurgie. Over andere<br />

regionale technieken is een positieve<br />

uitkomst nog niet met zekerheid te<br />

zeggen, gezien de ger<strong>in</strong>ge ervar<strong>in</strong>gen.<br />

De studies die er zijn verschillen sterk<br />

<strong>in</strong> de hoeveelheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruikte<br />

anest<strong>het</strong>icum en precieze toedien<strong>in</strong>gswijze.<br />

Hier is zeker meer onderzoek<br />

voor nodig om tot een uitspraak te<br />

komen.


mei '10 nederlands tijdschrift voor anesthesiologie 31<br />

|<br />

referenties<br />

1. Peters M.L., Sommer M., De Rijke<br />

J.M. Kessels F. Somatic and Psychologic<br />

Predictors of Long-term<br />

Unfavourable Outcome After<br />

Surgical Intervention, Ann Surg.<br />

2007;245(3):487-494.<br />

2. Herlitz J., Bradrup G., Caidahl<br />

K., Haglid M. Symptoms of chest<br />

pa<strong>in</strong> and dyspnea and factors<br />

associated with chest pa<strong>in</strong> and<br />

dyspnoea 10 years after coronary<br />

artery byass graft<strong>in</strong>g. Am Heart J.<br />

2008;156(3):580-587.<br />

3. Diby M., Romand J., Frick S., Heidegger<br />

. Waldere B. Reduc<strong>in</strong>g pa<strong>in</strong> <strong>in</strong><br />

patients undergo<strong>in</strong>g cardiac surgery<br />

after implementation of a quality improvement<br />

pa<strong>in</strong> treatment program<br />

J Crit Care. 2008;23(3):359-367.<br />

4. Maddali M., Kurian E., Fahr J. Extubation<br />

time, hemodynamic stability<br />

and postoperative pa<strong>in</strong> control <strong>in</strong><br />

patients undergo<strong>in</strong>g coronary artery<br />

bypass surgery: an evaluation of fentanyl,<br />

remifentanil, and nonsteroidal<br />

anti-<strong>in</strong>flammatory drugs with propofol<br />

for perioperative <strong>management</strong><br />

J. of Cl<strong>in</strong> Anesthesia 2006;18:605-610.<br />

5. Dhawan N., Das S., Kiran U. Effect of<br />

rectal diclofenac <strong>in</strong> reduc<strong>in</strong>g postoperative<br />

pa<strong>in</strong> and rescue analgesia<br />

requirement after cardiac surgery,<br />

Pa<strong>in</strong> practice;2009;9(5):385-393.<br />

6. Nussmeier N., Whelton A., Brown<br />

M, Langford R, Hoeft A, Parlow<br />

J. Complications of the COX-2<br />

<strong>in</strong>hibitors parecoxib and valdecoxib<br />

after cardiac surgery, NEJM<br />

2005;352(11)1081-1091.<br />

7. Ballantyne J., Carr D., Chalmers T.,<br />

Dear K., Angelillo I., Mosteller F.<br />

Postoperative patient – controlled<br />

analgesia ; meta-analysis of <strong>in</strong>itial<br />

randomized control trials, J Cl<strong>in</strong><br />

Anesth. 1993;5(3):182-193.<br />

8. Walder B., Achafer M., Henzi I.,<br />

Tramer M. Efficacy and safety of patient-<br />

controlled opioid analgesia for<br />

<strong>acute</strong> postoperative pa<strong>in</strong>. A quantitative<br />

systematic review, Acta Anaesthesiol<br />

Scand. 2001;45(7):795-804.<br />

9. Turan A., White P., Karamanlioglu<br />

B., Mernis D., Tasdogan M., Parmukcu<br />

Z., Yavuz E. Gabapent<strong>in</strong>: an<br />

alternative to the cyclooxygenase-2<br />

<strong>in</strong>hibitors for perioperative <strong>management</strong>,<br />

Anesth analg 2006;102:175-181.<br />

10. Bell R., Dahl J., Moore R., Kalso E.<br />

Perioperative ketam<strong>in</strong>e for <strong>acute</strong> postoperative<br />

pa<strong>in</strong> Cochrane Database<br />

Syst. Rev. 2006;25(1):CD004603.<br />

11. Müllenheim J., Rulands R., Wietschorke<br />

T., Frassdorf J., Preckel B.,<br />

Schlack W. Later precondition<strong>in</strong>g is<br />

blocked by racemic ketam<strong>in</strong>e, but<br />

not by S(+)-ketam<strong>in</strong>e Anesth Analg.<br />

2001;93(2):265-270.<br />

12. Leone S., Di Cianni S., Casati A.,<br />

Fanelli G. Pharmacology, toxicology,<br />

and cl<strong>in</strong>ical use of new l<strong>in</strong>g act<strong>in</strong>g<br />

local anest<strong>het</strong>ics ropivaca<strong>in</strong>e and<br />

levobupivaca<strong>in</strong>e Acta Biomed. 2008<br />

;79(2):92-105.<br />

13. Chaney M. Intrathecal and epidural<br />

anesthesia and analgesia for<br />

cardiac surgery. Anesth Analg.<br />

2006;102(1):45-64.<br />

14. Barr<strong>in</strong>gton M., Kluger R., Watson<br />

R., Scott D., Harris K. Epirdural<br />

anesthesia for coronary artery bypass<br />

surgery compared with general anesthesia<br />

alone does not reduce biochemical<br />

markers of myocardial damage<br />

Anesth Analg. 2005;100(4):921-928.<br />

15. Kozian A., Schill<strong>in</strong>g T., Hachenberg<br />

T. Non-analgetic effects of thoracic<br />

epidural anaesthesia Curr Op<strong>in</strong><br />

Anaesthesiol. 2005;18(1):29-34.<br />

16. Liu S. , Block B., Wu C. Effects<br />

of perioperative central neuaxial<br />

analgesia on outcome after coronary<br />

artery bypass surgery: a meta analysis<br />

Anesthesiology 2004;101(1):153-161.<br />

17. Liem T., Booij L., Gielen M., Hasenbos<br />

M. Coronary artery bypass<br />

graft<strong>in</strong>g us<strong>in</strong>g two different anest<strong>het</strong>ic<br />

techniques: part 1: Hemodynamic<br />

results, J Cardiothorac Vasc Anesth.<br />

1992;6(2):148-155.<br />

18. Alvarez J., Hernandez B., Atanassoff<br />

P. Hihg thoracic epidural anesthesia<br />

and coronary disease <strong>in</strong> surgical and<br />

non-surgical patients Curr Op<strong>in</strong><br />

Anaesthesiol. 2005;18(5):501-506.<br />

19. Lagunilla J., Garcia-bengochea J.,<br />

Fernandez A, Alvarez J., Rubio J.,<br />

Veiras S. High thoracic epidural<br />

block <strong>in</strong>creases myocardial oxygen<br />

availability <strong>in</strong> coronary surgery<br />

patients Acta Anaesthesiol Scand.<br />

2006;50(7):780-786.<br />

20. Scott N. , Turfrey D., Ray D.,<br />

Nzewi O., Suttcliffe N., Lal A.,<br />

Norrie J., Nagels W., Ramayya G. A<br />

prospective randomized study of<br />

the potential benefits of thoracic<br />

epidural anesthesia and analgesia<br />

<strong>in</strong> patients undergo<strong>in</strong>g coronary<br />

artery bypass graft<strong>in</strong>g Anesth Analg.<br />

2001;93(3):528-535.<br />

21. Hansdottir V., Phillip J., Olsen M.,<br />

Eduard C., Houltz E., Ricksten<br />

S. Thoracic epidural versus <strong>in</strong>travenous<br />

patient-controlled analgesia<br />

after cardiac surgery: a randomized<br />

controlled trial on length of stay and<br />

patient-perceived quality of recovery<br />

Anesthesiology. 2006;104(1):142-151.<br />

22. Lundstrom L., Nygard E., Hviid<br />

L., Pedersen F., Ravn J., Aldershvile<br />

J., Rosenberg J. The effect of<br />

thoracic epidural analgesia on the<br />

occurrence of late postoperative<br />

hypoxemia <strong>in</strong> patients undergo<strong>in</strong>g<br />

elective coronary pypass surgery: a<br />

randomized controlled trial Chest.<br />

2005;128(3):1564-1570.<br />

23. Catala E., Casas J., Unzueta M., Diaz<br />

X., Aliaga L. Villar Landeira J. Cont<strong>in</strong>uous<br />

<strong>in</strong>fusion is superior to bolus<br />

doses with thoracic paravertebral<br />

blocks after thoracotomies J Cardiothorac<br />

Vasc Anesth. 1996;10(5):586-<br />

588.<br />

24. Davies R., Myles P., Graham J. A<br />

comparison of the analgesic afficacy<br />

and side-effects of paravertebral vs<br />

epidural blockade for thoracotomy<br />

– a systematic review and metaanalysis<br />

of randomized trials Br J<br />

Anaesth. 2006;96(4):418-426.<br />

25. Navlet M., Garutti I., Olmedilla<br />

L., Perez-pena J., San Joaqu<strong>in</strong> M.,<br />

Mart<strong>in</strong>ez- Ragues G., Gomez-Caro<br />

L. Paravertebral ropivaca<strong>in</strong>e, 0.3%<br />

and bupivaca<strong>in</strong>e, 0.25% provide<br />

similar pa<strong>in</strong> relief after thoracotomy<br />

J Cardiothorac Vasc Anesth.<br />

2006;20(5):644-647.<br />

26. Hura G., Knapik P., Misiolek<br />

H., Krakus A., Karpe J. Sensory<br />

blockade after thoracic paravertebral<br />

<strong>in</strong>jection of ropivaca<strong>in</strong>e or<br />

bupivaca<strong>in</strong>e Eur J Anaesthesiol.<br />

2006;23(8):658-664.<br />

27. Canto M., Sanchez M., Casas M.,<br />

Bateller M. Bilateral paravertebral<br />

blockeade for conventional cardiac<br />

surgery Anaesthesia. 2003;58(4):365-<br />

370.<br />

28. Dhole S., Mehta Y., Saxena H.,<br />

Juneja R., Trehan N. Comparison of<br />

cont<strong>in</strong>uous thoracic epidural and<br />

paraverebral blocks for postoperative<br />

analgesia after m<strong>in</strong>imally <strong>in</strong>vasive<br />

direct coronary artery bypass<br />

surgery. J Cardiothorac Vasc Anesth.<br />

2001;15(3):288-292.<br />

29. Barr A., Tutngi E., Almeida A.<br />

Parasternal <strong>in</strong>tercostal block with<br />

ropivaca<strong>in</strong>e for pa<strong>in</strong> <strong>management</strong><br />

after cardiac surgery: a doublebl<strong>in</strong>d,<br />

randomized, controlled<br />

trial. J Cardiothorac Vasc Anesth.<br />

2007;21(4):547-553.<br />

30. McDonald S., Jacobsohn E., Kopacz<br />

D., Desphande S., Helman J., Sali<strong>in</strong>as<br />

F., Hall R. Parasternal block and local<br />

anest<strong>het</strong>ic <strong>in</strong>filtration with levobupivaciane<br />

after cardiac surgery with<br />

desflurane : the effect on postoperative<br />

pa<strong>in</strong>, pulmonary function, and<br />

tracheal extubation times. Anesth<br />

Analg. 2005;100(1):25-32.<br />

31. Kocabas S., Yedicocuklu D., Yuksel<br />

E., Uysallar E., Askar F., Infiltration<br />

of the sternotomy wound and<br />

mediast<strong>in</strong>al tubes sites with 0.25%<br />

levobupivaca<strong>in</strong>e as adjunctive treatment<br />

for postoperative pa<strong>in</strong> after<br />

cardiac surgery. Eur J Anaesthesiol.<br />

2008;25(10):842-849.


Advertentie<br />

Verkorte product<strong>in</strong>formatie Bridion 100 mg/ml oploss<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong>jectie<br />

Samenstell<strong>in</strong>g: 1 ml Bridion 100mg/ml, oploss<strong>in</strong>g voor <strong>in</strong>jectie, bevat sugammadex<br />

als natriumzout equivalent aan 100 mg sugammadex. Elke ml bevat 9,7 mg natrium.<br />

Indicatie: Opheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de door rocuronium of vecuronium geïnduceerde<br />

neuromusculaire blokkade. Bij k<strong>in</strong>deren en adolescenten wordt <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

sugammadex alleen aanbevolen <strong>bij</strong> standaardopheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een door rocuronium<br />

geïnduceerde neuromusculaire blokkade. Doser<strong>in</strong>g: Sugammadex dient <strong>in</strong>traveneus<br />

te worden toegediend als eenmalige bolus<strong>in</strong>jectie. Sugammadex mag alleen worden toegediend door of onder<br />

supervisie <strong>van</strong> een anesthesist. Het gebruik <strong>van</strong> een geschikte neuromusculaire monitortechniek wordt aanbevolen<br />

om <strong>het</strong> herstel <strong>van</strong> de neuromusculaire blokkade te bewaken. De aanbevolen dosis sugammadex is afhankelijk <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> de neuromusculaire blokkade. De aanbevolen dosis is niet afhankelijk <strong>van</strong> de toegediende anesthesie.<br />

Bridion kan worden verdund tot 10 mg/ml ten behoeve <strong>van</strong> een betere nauwkeurigheid <strong>van</strong> de doser<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren<br />

(zie rubriek 6.6*). Standaardopheff<strong>in</strong>g: Er wordt een dosis <strong>van</strong> 4 mg/kg sugammadex aanbevolen <strong>in</strong>dien <strong>het</strong> herstel<br />

ten m<strong>in</strong>ste 1–2 posttetanische tell<strong>in</strong>gen (PTC) heeft bereikt na een door rocuronium of vecuronium geïnduceerde<br />

blokkade. Een dosis <strong>van</strong> 2 mg/kg sugammadex wordt aanbevolen als spontaan herstel is opgetreden tot m<strong>in</strong>imaal<br />

<strong>het</strong> terugkeren <strong>van</strong> T2 na een door rocuronium of vecuronium geïnduceerde blokkade. Bij k<strong>in</strong>deren en adolescenten<br />

(2–17 jaar) wordt voor standaardopheff<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> terugkeer <strong>van</strong> T2 na een door rocuronium geïnduceerde blokkade 2 mg/<br />

kg sugammadex aanbevolen. Andere situaties <strong>van</strong> standaard opheff<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren en adolescenten zijn niet onderzocht<br />

en worden daarom niet aanbevolen. Het gebruik <strong>van</strong> sugammadex <strong>bij</strong> voldragen pasgeborenen en zuigel<strong>in</strong>gen<br />

wordt niet aanbevolen. Onmiddellijke opheff<strong>in</strong>g: Als er kl<strong>in</strong>ische noodzaak bestaat <strong>van</strong> onmiddellijke opheff<strong>in</strong>g na<br />

toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> rocuronium, wordt een dosis <strong>van</strong> 16 mg/kg sugammadex aanbevolen. Onmiddellijke opheff<strong>in</strong>g is <strong>bij</strong><br />

k<strong>in</strong>deren en adolescenten niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen. Hernieuwde toedien<strong>in</strong>g sugammadex:<br />

In de uitzonderlijke situatie dat zich postoperatief, na een <strong>in</strong>itiële dosis <strong>van</strong> 2 mg/kg of 4 mg/kg, opnieuw een<br />

blokkade voordoet (zie rubriek 4.4*), wordt een herhal<strong>in</strong>gsdosis <strong>van</strong> 4 mg/kg sugammadex aanbevolen. Contra<strong>in</strong>dicaties:<br />

Overgevoeligheid voor <strong>het</strong> werkzame bestanddeel of voor één <strong>van</strong> de hulpstoffen. Waarschuw<strong>in</strong>gen:<br />

Patiënten moeten kunstmatig worden beademd totdat de spontane ademhal<strong>in</strong>g voldoende is hersteld. Andere geneesmiddelen,<br />

die tijdens en na de operatie zijn gebruikt, kunnen de ademhal<strong>in</strong>gsfunctie onderdrukken. In geval<br />

dat hernieuwd optreden <strong>van</strong> een neuromusculaire blokkade wordt waargenomen, kunnen kunstmatige beadem<strong>in</strong>g<br />

en hernieuwde toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> sugammadex noodzakelijk zijn (zie rubriek 4.2*). Om hernieuwd optreden <strong>van</strong> neuromusculaire<br />

blokkade te voorkomen, dienen de aanbevolen doses <strong>van</strong> sugammadex te worden gebruikt. Sugammadex<br />

mag niet worden gebruikt voor opheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> blokkades geïnduceerd door niet steroïde neuromusculair blokkerende<br />

stoffen en door steroïde neuromusculair blokkerende stoffen, anders dan rocuronium of vecuronium. Indien<br />

de neuromusculaire blokkade wordt opgeheven onder voortzett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de anesthesie, dienen aanvullende doses<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> anest<strong>het</strong>icum en/of opioïd te worden gegeven op geleide <strong>van</strong> de kl<strong>in</strong>ische <strong>in</strong>dicatie. Indien hernieuwde<br />

neuromusculaire blokkade is vereist vóór <strong>het</strong> verstrijken <strong>van</strong> de aanbevolen wachttijd <strong>van</strong> 24 uur, dient een nietsteroïde<br />

neuromusculair blokkerende stof te worden gebruikt. Sugammadex is niet onderzocht <strong>bij</strong> patiënten, die<br />

rocuronium of vecuronium krijgen op de Intensive Care. Mogelijke <strong>in</strong>teracties: In situaties waar mogelijke verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>teracties<br />

verwacht kunnen worden, dienen patiënten (na parenterale toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een ander geneesmiddel<br />

b<strong>in</strong>nen 6 uur na toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> sugammadex) zorgvuldig gecontroleerd te worden op tekenen <strong>van</strong> hernieuwd<br />

optreden <strong>van</strong> een blokkade (voor maximaal ongeveer 15 m<strong>in</strong>uten). In situaties waar mogelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>teracties<br />

kunnen optreden wordt de arts geadviseerd om <strong>het</strong> geneesmiddel opnieuw toe te dienen of de toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een<br />

therapeutisch gelijkwaardig geneesmiddel en/of niet farmacologische <strong>in</strong>terventies te overwegen (zie rubriek 4.5*).<br />

Nierfunctiestoornis: Het gebruik <strong>van</strong> sugammadex <strong>bij</strong> patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis wordt niet<br />

aanbevolen. Leverfunctiestoornis: Patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis moeten met grote voorzichtigheid<br />

worden behandeld. Vertraagd herstel: Aandoen<strong>in</strong>gen waar<strong>bij</strong> sprake is <strong>van</strong> een verlengde circulatietijd, zoals<br />

cardiovasculaire aandoen<strong>in</strong>gen, gevorderde leeftijd of oedeemvorm<strong>in</strong>g kunnen gepaard gaan met langere hersteltijden.<br />

Allergische reacties: Artsen moeten voorbereid zijn op de mogelijkheid <strong>van</strong> allergische reacties en de nodige<br />

voorzorgsmaatregelen treffen. Natriumbeperkt dieet: Indien er meer dan 2,4 ml oploss<strong>in</strong>g moet worden toegediend,<br />

dient hier reken<strong>in</strong>g mee te worden gehouden <strong>bij</strong> patiënten met een natriumbeperkt dieet. Verleng<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> QTc<strong>in</strong>terval:<br />

De rout<strong>in</strong>ematige voorzorgsmaatregelen voor de behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> aritmie moeten <strong>in</strong> overweg<strong>in</strong>g worden<br />

genomen. Pediatrische populatie: De <strong>in</strong>teracties en waarschuw<strong>in</strong>gen voor volwassenen gelden ook voor k<strong>in</strong>deren.<br />

Interacties: Voor toremifeen, flucloxacill<strong>in</strong>e en fusid<strong>in</strong>ezuur konden verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>teracties niet worden uitgesloten.<br />

Voor hormonale anticonceptiva kon een kl<strong>in</strong>isch rele<strong>van</strong>te b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>teractie niet worden uitgesloten. In <strong>het</strong> algemeen<br />

<strong>in</strong>terfereert sugammadex niet met laboratoriumtests, met als mogelijke uitzonder<strong>in</strong>g de progesteronbepal<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> serum en bepaalde stoll<strong>in</strong>gsparameters. Bijwerk<strong>in</strong>gen: De veiligheid <strong>van</strong> sugammadex is beoordeeld op basis <strong>van</strong><br />

een geïntegreerde veiligheidsdatabase <strong>van</strong> ongeveer 1700 patiënten en 120 vrijwilligers. Zeer vaak: Dysgeusie (metalen<br />

of bittere smaak), werd vooral waargenomen na doses <strong>van</strong> 32 mg/kg sugammadex of hoger. Vaak: Complicaties<br />

<strong>bij</strong> anesthesie, <strong>in</strong>dicatief voor herstel <strong>van</strong> neuromusculaire functie. Soms: In een paar gevallen zijn allergieachtige<br />

reacties (<strong>bij</strong>v. bloedstuw<strong>in</strong>g, erythemateuze huiduitslag) gerapporteerd na gebruik <strong>van</strong> sugammadex waar<strong>van</strong> er<br />

een als milde allergische reactie is bevestigd. Na behandel<strong>in</strong>g met sugammadex zijn enkele gevallen <strong>van</strong> awareness<br />

gerapporteerd. Hernieuwd optreden <strong>van</strong> een blokkade: De <strong>in</strong>cidentie <strong>van</strong> <strong>het</strong> hernieuwd optreden <strong>van</strong> een blokkade<br />

was 2% na gebruik <strong>van</strong> sugammadex en 0% <strong>in</strong> de placebogroep. Vrijwel al deze gevallen kwamen voor <strong>in</strong> dose f<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

onderzoeken met suboptimale doses (m<strong>in</strong>der dan 2 mg/kg) (zie rubriek 4.4*). Longpatiënten: Net als <strong>bij</strong> alle patiënten<br />

met een voorgeschiedenis <strong>van</strong> longcomplicaties, dient de arts zich bewust te zijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> mogelijke optreden <strong>van</strong><br />

bronchospasmen. Houder <strong>van</strong> de vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>het</strong> <strong>in</strong> de handel brengen: N.V. Organon, Kloosterstraat 6, 5349 AB<br />

Oss, Nederland. Nummers <strong>van</strong> de vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>het</strong> <strong>in</strong> de handel brengen: EU/1/08/466/001-2 Afleverstatus: U.R.<br />

Datum <strong>van</strong> eerste verlen<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de vergunn<strong>in</strong>g: 25 juli 2008. *Voor de volledige product<strong>in</strong>formatie verwijzen wij naar<br />

de huidig goedgekeurde SPC.<br />

VERKORTE PRODUCTINFORMATIE<br />

ARCOXIA ® 30 mg filmomhulde tabletten<br />

ARCOXIA ® 60 mg filmomhulde tabletten<br />

ARCOXIA ® 90 mg filmomhulde tabletten<br />

ARCOXIA ® 120 mg filmomhulde tabletten<br />

Samenstell<strong>in</strong>g<br />

30, 60, 90 of 120 mg etoricoxib.<br />

Indicaties<br />

Symptomatische verlicht<strong>in</strong>g <strong>van</strong> artrose, reumatoïde artritis (RA),<br />

spondylitis ankylopoetica en de <strong>pijn</strong> en verschijnselen <strong>van</strong> ontstek<strong>in</strong>g<br />

<strong>bij</strong> <strong>acute</strong> jichtartritis. De besliss<strong>in</strong>g om een selectieve COX-2-<br />

remmer voor te schrijven dient gebaseerd zijn op een beoordel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> totale risico <strong>van</strong> de <strong>in</strong>dividuele patiënt.<br />

Contra-<strong>in</strong>dicaties<br />

Overgevoeligheid voor <strong>het</strong> werkzame bestanddeel of voor<br />

één <strong>van</strong> de hulpstoffen; actief ulcus pepticum of GI-bloed<strong>in</strong>g;<br />

patiënten <strong>bij</strong> wie bronchospasmen, <strong>acute</strong> rh<strong>in</strong>itis, neuspoliepen,<br />

angioneurotisch oedeem, urticaria, of allergie-achtige reacties<br />

zijn opgetreden na gebruik <strong>van</strong> acetylsalicylzuur of NSAIDs,<br />

waaronder COX-2-remmers; zwangerschap en borstvoed<strong>in</strong>g;<br />

ernstige leverdisfunctie (Child-Pugh-score ≥ 10); een geschatte<br />

creat<strong>in</strong><strong>in</strong>eklar<strong>in</strong>g < 30 ml/m<strong>in</strong>; k<strong>in</strong>deren en adolescenten beneden<br />

16 jaar; een <strong>in</strong>flammatoire darmziekte; congestief hartfalen<br />

(NYHA II-IV); patiënten met hypertensie <strong>bij</strong> wie de bloeddruk<br />

boven de 140/90 mmHg blijft en niet onder controle is; aangetoonde<br />

ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden en/<br />

of cerebrovasculaire ziekte.<br />

Waarschuw<strong>in</strong>gen/voorzorgen<br />

Voorzichtigheid is geboden <strong>bij</strong> patiënten met een voorgeschiedenis<br />

<strong>van</strong> gastro-<strong>in</strong>test<strong>in</strong>ale aandoen<strong>in</strong>gen, zoals ulceratie en<br />

GI-bloed<strong>in</strong>g. Het risico op gastro-<strong>in</strong>test<strong>in</strong>ale <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen neemt<br />

verder toe als etoricoxib gelijktijdig wordt gebruikt met acetylsalicylzuur<br />

(zelfs <strong>bij</strong> lage doses). Bij patiënten met een voorgeschiedenis<br />

<strong>van</strong> ischemische hartziekte; <strong>bij</strong> patiënten met een<br />

al bestaande aanzienlijk verm<strong>in</strong>derde nierfunctie, onbehandeld<br />

hartfalen, of cirrose moet controle <strong>van</strong> de nierfunctie worden<br />

overwogen. De resultaten <strong>van</strong> kl<strong>in</strong>ische studies suggereren dat <strong>het</strong><br />

gebruik <strong>van</strong> geneesmiddelen uit de klasse <strong>van</strong> de selectieve COX-<br />

2-remmers gepaard kan gaan met een verhoogd risico op trombotische<br />

voorvallen, <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>bij</strong>zonder myocard<strong>in</strong>farct en beroerte<br />

ten opzichte <strong>van</strong> placebo en sommige NSAIDs. Aangezien de<br />

cardiovasculaire risico’s <strong>van</strong> etoricoxib kunnen toenemen met<br />

de dosis en duur <strong>van</strong> de blootstell<strong>in</strong>g, dient de kortst mogelijke<br />

behandel<strong>in</strong>gsduur en de laagste effectieve dagdosis toegepast<br />

te worden. Patiënten met belangrijke risicofactoren voor cardiovasculaire<br />

voorvallen (<strong>bij</strong>v. hypertensie, hyperlipidemie, diabetes<br />

mellitus, roken) dienen slechts na zorgvuldige overweg<strong>in</strong>g te<br />

worden behandeld met etoricoxib. Gezien <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> een<br />

plaatjesremmend effect zijn COX-2-selectieve remmers geen substituut<br />

voor acetylsalicylzuur ter profylaxe <strong>van</strong> trombo-embolische<br />

cardiovasculaire ziekten. Daarom dienen behandel<strong>in</strong>gen met<br />

aggregatieremmers niet gestopt te worden. Alle niet-steroïdale<br />

anti-<strong>in</strong>flammatoire geneesmiddelen (NSAID’s), waaronder etoricoxib,<br />

kunnen gepaard gaan met nieuw of recidiverend congestief<br />

hartfalen. Voorzichtigheid moet worden betracht <strong>bij</strong> patiënten<br />

met een voorgeschiedenis <strong>van</strong> hartfalen, l<strong>in</strong>kerventrikeldisfunctie<br />

of hypertensie en <strong>bij</strong> patiënten <strong>bij</strong> wie oedeem al om een andere<br />

reden bestond. Etoricoxib gaat mogelijk gepaard met frequentere<br />

en sterkere hypertensie dan sommige andere NSAIDs en selectieve<br />

COX-2-remmers, vooral <strong>bij</strong> hoge doses. Daarom moet vóór<br />

behandel<strong>in</strong>g met etoricoxib de hypertensie onder controle zijn en<br />

moet tijdens behandel<strong>in</strong>g met etoricoxib speciale aandacht worden<br />

gegeven aan controle <strong>van</strong> de bloeddruk. Bloeddrukcontroles<br />

moeten b<strong>in</strong>nen twee weken na <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g en<br />

periodiek daarna plaatsv<strong>in</strong>den. Als de bloeddruk aanzienlijk stijgt,<br />

moet een alternatieve behandel<strong>in</strong>g worden overwogen.<br />

Als tijdens de behandel<strong>in</strong>g <strong>bij</strong> patiënten de functie <strong>van</strong> een <strong>van</strong> de<br />

bovengenoemde orgaansystemen achteruitgaat, dienen passende<br />

maatregelen genomen te worden en dient stopzett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

behandel<strong>in</strong>g met etoricoxib te worden overwogen. Ouderen en<br />

patiënten met een nier-, lever- of hartfunctiestoornis die etoricoxib<br />

gebruiken moeten onder passend medisch toezicht blijven.<br />

Voorzichtigheid moet worden betracht <strong>bij</strong> de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> behandel<strong>in</strong>g<br />

met etoricoxib <strong>bij</strong> patiënten met dehydratie. Etoricoxib kan<br />

koorts en andere ontstek<strong>in</strong>gsverschijnselen maskeren. Via postmarket<strong>in</strong>g<br />

surveillance werden ernstige huidreacties, waar<strong>van</strong><br />

sommige fataal, waaronder exfoliatieve dermatitis, syndroom <strong>van</strong><br />

Stevens-Johnson en toxische epidermale necrolyse zeer zelden<br />

gerapporteerd <strong>in</strong> verband met <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> NSAIDs, waaronder<br />

etoricoxib en enkele selectieve COX-2-remmers.<br />

De hoeveelheid lactose <strong>in</strong> iedere tablet is waarschijnlijk niet<br />

voldoende om <strong>in</strong>tolerantieverschijnselen op te wekken.<br />

Bijwerk<strong>in</strong>gen:[Zeer vaak (≥ 1/10) Vaak (≥ 1/100 tot < 1/10)<br />

Soms (≥ 1/1000 tot < 1/100) Zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1000)<br />

Zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare<br />

gegevens niet worden bepaald)]<br />

Infecties en parasitaire aandoen<strong>in</strong>gen: Soms: gastro-enteritis,<br />

<strong>in</strong>fectie <strong>van</strong> de bovenste luchtwegen, ur<strong>in</strong>eweg<strong>in</strong>fectie<br />

Immuunsysteemaandoen<strong>in</strong>gen: Zeer zelden: overgevoeligheidsreacties,<br />

waaronder angio-oedeem, anafylactische/anafylactoïde<br />

reacties, waaronder shock<br />

Voed<strong>in</strong>gs- en stofwissel<strong>in</strong>gsstoornissen:Vaak: oedeem/vochtretentie<br />

Soms: meer of m<strong>in</strong>der eetlust, gewichtstoename<br />

Psychische stoornissen: Soms: angst, depressie, verm<strong>in</strong>derde<br />

scherpz<strong>in</strong>nigheid Zeer zelden: verwarr<strong>in</strong>g, halluc<strong>in</strong>aties<br />

Zenuwstelselaandoen<strong>in</strong>gen: Vaak: duizeligheid, hoofd<strong>pijn</strong><br />

Soms: dysgeusie, slapeloosheid, paresthesie/hypo-esthesie,<br />

slaperigheid<br />

Oogaandoen<strong>in</strong>gen: Soms: wazig zien, conjunctivitis<br />

Evenwichtsorgaan- en ooraandoen<strong>in</strong>gen: Soms: t<strong>in</strong>nitus, vertigo<br />

Hartaandoen<strong>in</strong>gen: Vaak: hartklopp<strong>in</strong>gen Soms: boezemfibrilleren,<br />

congestief hartfalen, niet-specifieke ECG-verander<strong>in</strong>gen,<br />

myocard<strong>in</strong>farct<br />

Bloedvataandoen<strong>in</strong>gen: Vaak: hypertensie Soms: opvliegers,<br />

cerebrovasculair accident, TIA Zeer zelden: hypertensieve crisis<br />

Ademhal<strong>in</strong>gs-, borstkast- en mediast<strong>in</strong>umaandoen<strong>in</strong>gen: Soms:<br />

hoest, dyspnoe, epistaxis Zeer zelden: bronchospasme<br />

Maag-darmstelselaandoen<strong>in</strong>gen: Vaak: maag-darmstoornissen<br />

(zoals buik<strong>pijn</strong>, w<strong>in</strong>derigheid, zuurbranden), diarree, dyspepsie,<br />

epigastrische <strong>pijn</strong>, misselijkheid Soms: opgezette buik, zure<br />

reflux, gewijzigd patroon <strong>van</strong> darmperistaltiek, constipatie, droge<br />

mond, gastroduodenaal ulcus, prikkelbaredarmsyndroom, oesofagitis,<br />

zweertjes <strong>in</strong> de mond, braken, gastritis Zeer zelden: ulcus<br />

pepticum, waaronder gastro-<strong>in</strong>test<strong>in</strong>ale perforatie en bloed<strong>in</strong>g<br />

(voornamelijk <strong>bij</strong> ouderen)<br />

Lever- en galaandoen<strong>in</strong>gen: Zeer zelden: hepatitis<br />

Huid- en onderhuidaandoen<strong>in</strong>gen: Vaak: ecchymosis Soms:<br />

faciaal oedeem, pruritus, uitslag Zeer zelden: urticaria, syndroom<br />

<strong>van</strong> Stevens-Johnson, toxische epidermale necrolyse<br />

Skeletspierstelsel- en b<strong>in</strong>dweefselaandoen<strong>in</strong>gen: Soms: spierkramp/spasme,<br />

musculoskeletale <strong>pijn</strong>/stijfheid<br />

Nier- en ur<strong>in</strong>ewegaandoen<strong>in</strong>gen: Soms: proteïnurie Zeer zelden:<br />

nier<strong>in</strong>sufficiëntie, waaronder nierfalen, meestal reversibel <strong>bij</strong><br />

stopzett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g<br />

Algemene aandoen<strong>in</strong>gen en toedien<strong>in</strong>gsplaatsstoornissen:<br />

Vaak: asthenie/vermoeidheid, griepachtige aandoen<strong>in</strong>g<br />

Soms: <strong>pijn</strong> op de borst<br />

Onderzoeken: Vaak: verhog<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ALT of AST Soms: verhoogd<br />

BUN, verhoogd creat<strong>in</strong>efosfok<strong>in</strong>ase, verlaagd hematocriet, verm<strong>in</strong>derd<br />

hemoglob<strong>in</strong>e, hyperkaliëmie, verm<strong>in</strong>derd aantal leukocyten,<br />

verm<strong>in</strong>derd aantal trombocyten, verhoogd serumcreat<strong>in</strong><strong>in</strong>e,<br />

verhoogd ur<strong>in</strong>ezuur. Zelden: verlaagd natriumgehalte <strong>in</strong> <strong>het</strong> bloed<br />

De volgende ernstige <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen zijn gemeld <strong>in</strong> samenhang<br />

met <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> NSAID’s en kunnen voor etoricoxib niet<br />

worden uitgesloten: nefrotoxiciteit waaronder <strong>in</strong>terstitiële nefritis<br />

en nefrotisch syndroom; hepatotoxiciteit waaronder leverfalen,<br />

geelzucht en pancreatitis.<br />

Farmacotherapeutische groep:<br />

Farmacotherapeutische categorie: anti-<strong>in</strong>flammatoire en antireumatische<br />

producten, niet-steroïden, coxibs, ATC Code: MO1<br />

AH05<br />

Afleverstatus<br />

UR<br />

Vergoed<strong>in</strong>g en prijzen: ARCOXIA wordt volledig vergoed. Voor<br />

prijzen: zie ZI-<strong>in</strong>dex.<br />

Raadpleeg de volledige product<strong>in</strong>formatie (SPC) voordat u<br />

ARCOXIA voorschrijft.<br />

Januari 2009<br />

Merck Sharp & Dohme BV<br />

Waarderweg 39<br />

2031 BN HAARLEM<br />

Tel: 023-5153153<br />

Referenties: 1. SmPC Instanyl® 50, 100, 200 µg/dosis, juli 2009 2. Christrup LL et al. Pharmacok<strong>in</strong>etics,<br />

bridion_vpi_9x13-04.<strong>in</strong>dd 1 05-09-2008 11:40:41 efficacy, and tolerability of fentanyl follow<strong>in</strong>g <strong>in</strong>tranasal versus <strong>in</strong>travenous adm<strong>in</strong>istration <strong>in</strong> adults undergo<strong>in</strong>g<br />

third-molar extraction: a randomized, double-bl<strong>in</strong>d, double-dummy, two-way, crossover study.<br />

Zeker Zaldiar<br />

Cl<strong>in</strong> Ther 2008;30:469-481 3. Kress HG et al. Efficacy and tolerability of <strong>in</strong>tranasal fentanyl spray 50 to<br />

200 mg for breakthrough pa<strong>in</strong> <strong>in</strong> patients with cancer: a phase III, mult<strong>in</strong>ational, randomized, double bl<strong>in</strong>d,<br />

placebo-controlled, crossover trial with a 10-month, open-label extension treatment period. Cl<strong>in</strong> Ther 2009;31<br />

4. Mercadante S et al. A comparison of <strong>in</strong>tranasal fentanyl spray with oral transmucosal fentanyl citrate for the treatment of<br />

breakthrough cancer pa<strong>in</strong> – an open-label, randomised, crossover trial. Curr Med Res Op<strong>in</strong> 2009;25(11):2805-2815<br />

Referenties: 1. Registratietekst Zaldiar. 2. Rosenthal et al. J Am Geriatr Soc. 2004 Mar;52(3):374-380.<br />

3. Silverfi eld et al. Cl<strong>in</strong> Ther. 2002 Feb;24(2):282-297. 4. Emkey et al. J Rheumatol. 2004 Jan;31(1):150-6.<br />

Verkorte Product<strong>in</strong>formatie Zaldiar® / Zaldiar® Bruis 37,5 mg/325 mg<br />

Samenstell<strong>in</strong>g: ZALDIAR fi lmomhulde tabletten en ZALDIAR BRUIS bruistabletten bevatten 37,5<br />

mg tramadol en 325 mg paracetamol. Indicaties: ZALDIAR en ZALDIAR BRUIS zijn bestemd voor de<br />

symptomatische behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> matige tot ernstige <strong>pijn</strong>. Doser<strong>in</strong>g: Het wordt aanbevolen de behandel<strong>in</strong>g<br />

te starten met twee (bruis)tabletten, maximale doser<strong>in</strong>g per dag is acht (bruis)tabletten (overeenkomend met<br />

300 mg tramadol en 2600 mg paracetamol). ZALDIAR en ZALDIAR BRUIS worden niet aanbevolen <strong>bij</strong> k<strong>in</strong>deren<br />

jonger dan 12 jaar. Contra-<strong>in</strong>dicaties: Overgevoeligheid voor tramadol, paracetamol of voor één <strong>van</strong> de<br />

hulpstoffen. Acute <strong>in</strong>toxicatie met alcohol, hypnotica, centraal werkende analgetica, opioïden of psychotrope<br />

middelen. Gebruik <strong>van</strong> MAO-remmers, ernstige leverfunctiestoornissen, epilepsie die niet voldoende onder<br />

controle is door middel <strong>van</strong> behandel<strong>in</strong>g. Speciale waarschuw<strong>in</strong>gen: ZALDIAR en ZALDIAR BRUIS<br />

worden niet aanbevolen <strong>bij</strong> patiënten met ernstige nier<strong>in</strong>suffi ciëntie (creat<strong>in</strong><strong>in</strong>eklar<strong>in</strong>g < 10 ml/m<strong>in</strong>) of <strong>bij</strong><br />

ernstige ademhal<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>suffi ciënte. Niet gelijktijdig gebruiken met andere paracetamol of tramadol bevattende<br />

geneesmiddelen zonder een arts te raadplegen. Epilepsiepatiënten die met behandel<strong>in</strong>g onder controle zijn of<br />

patiënten die ont<strong>van</strong>kelijk zijn voor aanvallen, mogen alleen met ZALDIAR of ZALDIAR BRUIS worden behandeld<br />

als dat absoluut noodzakelijk is. Gelijktijdig gebruik <strong>van</strong> opioïd-agonisten-antagonisten (nalbufi ne, buprenorfi ne,<br />

pentazoc<strong>in</strong>e) wordt niet aangeraden. ZALDIAR en ZALDIAR BRUIS moeten met voorzichtigheid worden gebruikt<br />

<strong>bij</strong> opioïd-afhankelijke patiënten of <strong>bij</strong> patiënten met een craniaal trauma, met een aanleg voor convulsieve<br />

aandoen<strong>in</strong>gen, galwegaandoen<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> een toestand <strong>van</strong> shock, <strong>in</strong> een toestand <strong>van</strong> veranderd bewustzijn<br />

<strong>van</strong> onbekende oorzaak, met problemen <strong>van</strong> <strong>het</strong> ademhal<strong>in</strong>gscentrum of de ademhal<strong>in</strong>gsfunctie, of met een<br />

verhoogde <strong>in</strong>tracraniale druk. Interacties: MAO-remmers, alcohol, carbamazep<strong>in</strong>e en andere enzym<strong>in</strong>ductoren,<br />

opioïd-agonisten-antagonisten, SSRI’s, triptanen, andere opioïdderivaten, benzodiazep<strong>in</strong>en, barbituraten,<br />

anxiolytica, hypnotica, sedatieve antidepressiva, sedatieve antihistam<strong>in</strong>ica, neuroleptica, centraal werkende<br />

antihypertensieve middelen, thalidomide, baclofen, warfar<strong>in</strong>es, andere geneesmiddelen waar<strong>van</strong> bekend is dat<br />

ze CYP3A4 remmen, bupropion. Meest voorkomende <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen: misselijkheid, duizeligheid en<br />

slaperigheid, hoofd<strong>pijn</strong>, beven, verwardheid, stemm<strong>in</strong>gswissel<strong>in</strong>gen, slaapstoornissen, braken, constipatie, droge<br />

mond, diarree, abdom<strong>in</strong>ale <strong>pijn</strong>, dyspepsie, fl atulentie, zweten, pruritus. Houdbaarheid: ZALDIAR 3 jaar /<br />

ZALDIAR BRUIS 2 jaar. Verpakk<strong>in</strong>g en prijs: ZALDIAR 30 of 60 tabletten per verpakk<strong>in</strong>g / ZALDIAR BRUIS 30<br />

tabletten per verpakk<strong>in</strong>g. Prijs: zie Z-Index taxe. Registratienummer: ZALDIAR RVG 28113 / ZALDIAR BRUIS<br />

RVG 101592. Afleverstatus: UR. Vergoed<strong>in</strong>g: volledig vergoed. Dater<strong>in</strong>g IB tekst: ZALDIAR April<br />

2008 en ZALDIAR BRUIS Maart 2010. Volledige product<strong>in</strong>formatie is op aanvraag verkrijgbaar:<br />

Grünenthal B.V., Kosterijland 70-78, 3981 AJ Bunnik. Tel: 030 – 60 463 70. E-mail: <strong>in</strong>fo.nl@grunenthal.com<br />

Nu ook als bruis beschikbaar<br />

ZAL-ADV-20100426-16<br />

Instanyl 50 microgram/dosis neusspray, oploss<strong>in</strong>g. Instanyl 100 microgram/dosis neusspray, oploss<strong>in</strong>g. Instanyl 200 microgram/dosis<br />

neusspray, oploss<strong>in</strong>g. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstell<strong>in</strong>g: 1 ml oploss<strong>in</strong>g bevat fentanylcitraat equivalent aan<br />

respectievelijk 500, 1000 en 2000 microgram fentanyl. 1 dosis (100 microliter) bevat respectievelijk 50, 100 en 200 microgram<br />

fentanyl. Farmaceutische vorm: Neusspray, oploss<strong>in</strong>g. Heldere, kleurloze oploss<strong>in</strong>g. Therapeutische <strong>in</strong>dicaties: Instanyl is geïndiceerd<br />

voor de behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> doorbraak<strong>pijn</strong> <strong>bij</strong> volwassenen die al een onderhoudsbehandel<strong>in</strong>g met opioïden ont<strong>van</strong>gen tegen chronische<br />

kanker<strong>pijn</strong>. Doorbraak<strong>pijn</strong> is een tijdelijke exacerbatie <strong>van</strong> <strong>pijn</strong> die optreedt bovenop een bestaande, aanhoudende <strong>pijn</strong> die reeds onder<br />

controle is. Patiënten die een onderhoudsbehandel<strong>in</strong>g met opioïden ont<strong>van</strong>gen, gebruiken m<strong>in</strong>stens 60 mg orale morf<strong>in</strong>e per dag,<br />

m<strong>in</strong>stens 25 microgram transdermale fentanyl per uur, m<strong>in</strong>stens 30 mg oxycodon per dag, m<strong>in</strong>stens 8 mg orale hydromorfon per dag<br />

of een equianalgetische dosis <strong>van</strong> een ander opioïd gedurende één week of langer. Doser<strong>in</strong>g en wijze <strong>van</strong> toedien<strong>in</strong>g: De behandel<strong>in</strong>g<br />

dient te worden <strong>in</strong>gesteld door en onder toezicht te blijven <strong>van</strong> een arts met ervar<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> kankerpatiënten met opioïden.<br />

Voor verdere <strong>in</strong>formatie, zie de volledige IB-tekst. Contra-<strong>in</strong>dicaties: Overgevoeligheid voor <strong>het</strong> werkzame bestanddeel of voor één<br />

<strong>van</strong> de hulpstoffen. Gebruik <strong>bij</strong> opioïd-naïeve patiënten. Ernstige respiratoire depressie of ernstige obstructieve longaandoen<strong>in</strong>gen.<br />

Eerdere faciale radiotherapie. Terugkerende epistaxisaanvallen. Bijzondere waarschuw<strong>in</strong>gen en voorzorgen <strong>bij</strong> gebruik: Zoals <strong>bij</strong><br />

alle krachtige opioïden kan er kl<strong>in</strong>isch significante respiratoire depressie optreden <strong>bij</strong> gebruik <strong>van</strong> fentanyl en moeten patiënten<br />

geobserveerd worden op deze effecten. Patiënten met <strong>pijn</strong> die een chronische opioïdbehandel<strong>in</strong>g ont<strong>van</strong>gen, ontwikkelen een tolerantie<br />

voor respiratoire depressie en dus is <strong>het</strong> risico op respiratoire depressie <strong>bij</strong> deze patiënten lager. Gelijktijdig gebruik <strong>van</strong> geneesmiddelen die<br />

<strong>het</strong> centrale zenuwstelsel onderdrukken kan <strong>het</strong> risico op respiratoire depressie verhogen. Bij patiënten met chronische obstructieve<br />

longaandoen<strong>in</strong>gen kan fentanyl ernstigere <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen hebben. Bij deze patiënten kunnen opioïden de ademhal<strong>in</strong>gsprikkel onderdrukken<br />

en de weerstand <strong>van</strong> de luchtwegen verhogen. Fentanyl dient met zorg te worden toegediend aan patiënten met matige tot<br />

ernstige lever- of nierfunctiestoornissen. De <strong>in</strong>vloed <strong>van</strong> lever- en nierfunctiestoornissen op de farmacok<strong>in</strong>etiek <strong>van</strong> Instanyl is niet<br />

geëvalueerd; wanneer fentanyl echter <strong>in</strong>traveneus wordt toegediend, is de klar<strong>in</strong>g gewijzigd als gevolg <strong>van</strong> lever- en nierfunctiestoornissen,<br />

veroorzaakt door verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> metabole klar<strong>in</strong>g en plasma-eiwitten. Fentanyl dient met zorg te worden gebruikt<br />

<strong>bij</strong> patiënten met tekenen <strong>van</strong> een verhoogde <strong>in</strong>tracraniale druk, een verm<strong>in</strong>derd bewustzijn of coma. Instanyl dient met zorg te<br />

worden gebruikt <strong>bij</strong> patiënten met een hersentumor of hoofdletsel. Fentanyl kan bradycardie veroorzaken. Fentanyl dient daarom<br />

met zorg te worden toegediend aan patiënten met bradyaritmie. Opioïden kunnen hypotonie veroorzaken, vooral <strong>bij</strong> patiënten met<br />

hypovolemie. Instanyl dient daarom met zorg te worden gebruikt <strong>bij</strong> patiënten met hypotonie en/of hypovolemie. Als de patiënt<br />

herhaalde episodes <strong>van</strong> epistaxis of nasaal ongemak ervaart <strong>bij</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> Instanyl, dient een andere toedien<strong>in</strong>gsvorm voor de<br />

behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> doorbraak<strong>pijn</strong> overwogen te worden. De totale blootstell<strong>in</strong>g aan fentanyl <strong>bij</strong> personen met een verkoudheid, zonder<br />

eerdere behandel<strong>in</strong>g met een nasale vasoconstrictor, is vergelijkbaar met die <strong>bij</strong> gezonde personen. Tolerantie en lichamelijke en/<br />

of psychische fhankelijkheid kan optreden na herhaald gebruik <strong>van</strong> opioïden zoals fentanyl. Iatrogene verslav<strong>in</strong>g na therapeutisch<br />

gebruik <strong>van</strong> opioïden komt echter zelden voor <strong>bij</strong> de behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> kankergerelateerde <strong>pijn</strong>. Ontwenn<strong>in</strong>gsverschijnselen kunnen<br />

optreden door de toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> stoffen met opioïd-antagonistische activiteit, <strong>bij</strong>v. naloxon, of door analgetica met een gecomb<strong>in</strong>eerde<br />

agonistische en antagonistische werk<strong>in</strong>g (<strong>bij</strong>v. pentazoc<strong>in</strong>e, butorfanol, buprenorf<strong>in</strong>e, nalbuf<strong>in</strong>e). Wanneer de behandel<strong>in</strong>g met<br />

Instanyl wordt gestart, dienen andere toedien<strong>in</strong>gsvormen overwogen te worden voor gelijktijdige behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> samenlopende<br />

ziektes die via de neus kunnen worden behandeld. Bijwerk<strong>in</strong>gen: Met <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> Instanyl kunnen typische opioïd-gerelateerde<br />

<strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen worden verwacht. Vaak zullen na voortgezet gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> geneesmiddel de meeste <strong>van</strong> deze <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen verdwijnen<br />

of <strong>in</strong> <strong>in</strong>tensiteit afnemen. De meest ernstige <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen zijn respiratoire depressie (mogelijk leidend tot apneu of ademstilstand),<br />

circulatoire depressie, hypotensie en shock. Alle patiënten dienen nauwlettend te worden geobserveerd op deze <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen.<br />

De volgende categorieën worden gebruikt om de <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen volgens frequentie <strong>van</strong> voorkomen te rangschikken: zeer vaak (≥1/10);<br />

vaak (>1/100 en 1/1.000 en 1/10.000 en


Het Nederlands Tijdschrift voor<br />

Anesthesiologie<br />

kondigt met<br />

gepaste trots aan<br />

N T v A<br />

prof. dr.<br />

RITSEMA<br />

VAN ECK<br />

AWARD<br />

Van harte nodigen wij auteurs uit, werkzaam aan een<br />

Nederlandse afdel<strong>in</strong>g Anesthesiologie, tot <strong>het</strong> <strong>in</strong>dienen<br />

<strong>van</strong> hun <strong>in</strong>ternationale publicaties, die <strong>in</strong> de periode<br />

<strong>van</strong> 1 juli 2009 – 30 juni 2010 zijn gepubliceerd. Deze<br />

worden beoordeeld door een onafhankelijk expertcomité<br />

bestaande uit de Kernredacteuren NTvA en <strong>het</strong> Sticht<strong>in</strong>gsbestuur<br />

NTvA. De drie meest oorspronkelijke publicaties<br />

worden beloond met geldprijzen bestaande uit:<br />

1e award € 3.000,-<br />

2e award € 2.000,-<br />

3e award € 1.000,-<br />

De w<strong>in</strong>nende awards worden<br />

gepubliceerd <strong>in</strong> <strong>het</strong> NTvA met een<br />

explicatie <strong>van</strong> de hoofdredacteur,<br />

waar<strong>bij</strong> de w<strong>in</strong>nende Awardauteur<br />

zich met <strong>het</strong> <strong>in</strong>dienen <strong>van</strong><br />

een publicatie verplicht tot een<br />

beschrijv<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

de publicatie en <strong>het</strong> onderzoek <strong>in</strong><br />

een brede context.<br />

De uitreik<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de NTvA – Prof.<br />

Dr. Ritsema <strong>van</strong> Eck Awards<br />

v<strong>in</strong>dt plaats tijdens de NVA –<br />

Wetenschapsdag 2010 met een<br />

feestelijk t<strong>in</strong>tje.<br />

Dien daarom zo spoedig mogelijk uw publicatie <strong>in</strong><br />

Dit <strong>in</strong>itiatief wordt mede mogelijk gemaakt door<br />

Graag voor 30 juni 2010 (artikelen met postdatum na 30.06.2010 kunnen niet <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen voor de<br />

Awards) naar de redactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> NTvA – ntva@mumc.nl - onder vermeld<strong>in</strong>g<br />

NTvA – Prof. Dr. Ritsema <strong>van</strong> Eck Award 2010<br />

Award voorwaarden zijn <strong>van</strong> toepass<strong>in</strong>g; op te vragen <strong>bij</strong> de redactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> NTvA via een e-mail: ntva@mumc.nl


Nu kunt u snel en veilig antagoneren<br />

onafhankelijk <strong>van</strong> diepte<br />

Verkorte product<strong>in</strong>formatie zie elders <strong>in</strong> dit blad<br />

* Mediane waarde<br />

BRIDION ® heft snel en veilig<br />

<strong>het</strong> neuromusculaire blok op,<br />

onafhankelijk <strong>van</strong> de diepte:<br />

Uniek werk<strong>in</strong>gsmechanisme: BRIDION <strong>in</strong>activeert<br />

rocuronium en vecuronium door <strong>in</strong>kapsel<strong>in</strong>g.<br />

Nu ook snelle opheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een diep blok<br />

– 2,7 m<strong>in</strong>uten <strong>bij</strong> een rocuronium blok *<br />

– 3,3 m<strong>in</strong>uten <strong>bij</strong> een vecuronium blok *<br />

We<strong>in</strong>ig kans op <strong>bij</strong>werk<strong>in</strong>gen<br />

Geen antichol<strong>in</strong>ergica nodig<br />

NIEUW<br />

Grip op spierverslapp<strong>in</strong>g<br />

2008-NL-467

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!