27.11.2014 Views

Jaarverslag 2006-2007 - ACV Kempen

Jaarverslag 2006-2007 - ACV Kempen

Jaarverslag 2006-2007 - ACV Kempen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

JAARVERSLAG<br />

<strong>2006</strong>-<strong>2007</strong><br />

oven was 1200° warm en zij brachten voor de open ovenmond de nieuwe glasmengeling aan<br />

met een kipkarretjes. Met lange schoppen duwden ze een hoop wit zand, potas, kalk soda,<br />

koperoxyde en chroom, verder de gloeiende massa in. Ze waren geen lang leven beschoren,<br />

de meeste stokers stierven tussen veertig en vijftig jaar.”<br />

Geraakt<br />

“Het leven was toen hard’, vertelt Georgette. “Mijn grootvader langs moederskant kwam<br />

uit een Desselse familie. Als jongste telg van dat gezin en zeer begaafd, was hij de enige die<br />

mocht studeren aan het Sint-Lievensinstituut in Mol. Nochtans bleef hij als jongeling de stiel<br />

van zijn ouders trouw. Hij was ook misdienaar en koster. Zo moest hij op een avond samen<br />

met de pastoor naar een oud moederke dat op sterven lag. De pastoor kon het oud moederke<br />

geen vergiffenis van haar zonden schenken omdat één van haar zonen zijn opleiding tot<br />

leraar kreeg in de Staatsnormaalschool van Lier. Mijn grootvader was door die radicale en<br />

onmenselijke houding van de pastoor zo geraakt dat hij weigerde nog koster te zijn. Tijdens<br />

de zondagspreek vertelde de pastoor dat de familie van mijn grootvader een goddeloze<br />

familie was en hij verbood aan al zijn parochianen er nog kledingstukken te laten maken.<br />

Dat was broodroof. Later werd mijn grootvader hoofdmagazijnier in de zinkfabriek La Vieille<br />

Montagne te Lommel. Elke dag ging hij te voet van Dessel naar Lommel tot op de dag dat hij<br />

genoeg geld gespaard had voor een fiets. Toen de flessenfabriek in Mol Donk opgericht werd<br />

was hij er op latere leeftijd hoofd van de dienst verzendingen.”<br />

arbeiders in de Rue de l’Industrie. Als uw vader een beter betaalde job had, kreeg je meer en<br />

anders te eten. ’s Morgens een gebakken eitje of een pan spek. En ’s middags aardappelen met<br />

vlees, en groenten uit de eigen moestuin. Het bleef wel sober. Je kon niet kiezen uit twee of<br />

drie groenten. Ik ben heel blij dat ik in zo’n gezin ben mogen opgroeien. Mijn zus, mijn broer<br />

en ik mochten studeren. We hebben alle drie heel wat kansen en mogelijkheden gekregen.<br />

Dat bewijst nog maar eens dat de plaats van uw wieg sterk bepalend is voor uw latere leven.”<br />

Plaats van de wieg<br />

“Om een huis te kunnen afbetalen moest een gezin zich extra inspannen. Daarvoor werd er<br />

een varken per jaar meer opgezet ter afbetaling van het huis. Brouwerijen installeerden ook<br />

in de voorplaats van het huis een toog, wat tafeltjes en stoelen en zo kon men ’s zondags café<br />

houden om wat bij te verdienen. In de jaren twintig bijvoorbeeld verdiende een metser 2fr.<br />

per dag voor tien uur werken of een diender 1,25fr. Een ontbijt voor een arbeiderskind was een<br />

pan met vet waarin het brood werd gesopt. ‘Middags een halve gebakken haring, restantjes<br />

uit het bakje achter op de fiets waarmee hun moeder de deuren langs ging. Ik herinner me<br />

nog de geur van de armoede die in hun kleren zat. In de arbeiderswijk ging het er ook heel<br />

direct en scherp aan toe. Als je daar kwam hoorde je wel eens roepen en tieren. Ros van hier<br />

en ros van daar. Arbeidersgezinnen hadden het niet breed, er waren dikwijls vijf, zes of meer<br />

kinderen. De flessenfabriek huurde van de Molse Bouwmaatschappij, de woningen voor de<br />

22<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!