Arbeidsreglement AFM - Bestuurszaken

Geregistreerd bij de FOD Werkgelegenheid
Arbeid en Sociaal Overleg,
Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten,
Directie Brussel
onder nr. 36/00007863/WE
AGENTSCHAP VOOR FACILITAIR MANAGEMENT
BOUDEWIJNLAAN 30 BUS 60 1000 BRUSSEL

Inhoudstafel
Definities
Laatste wijziging: 01/01/2012
Artikels
Artikel 1 - Arbeidsduur
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 2 - Werkroosters
Laatste wijziging: 01/01/2012
Artikel 3 - Structureel telewerk
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 4 - Rustdagen
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 5 - Jaarlijkse vakantie
Laatste wijziging: 23/09/2009
Artikel 6 - Loon
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 7 - Uitbetaling loon
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 8 - Opzeggingstermijnen
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 9 - Dringende redenen contractueel personeel
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 10 - Straffen en beroepsmogelijkheden
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 11 - Adres inspectiediensten
Laatste wijziging: 01/05/2008
Artikel 12 -Welzijnsreglementering
Laatste wijziging: 01/01/2012
Artikel 13 - Ziektecontrole en arbitrageprocedure (art. X 18)
Laatste wijziging:01/01/2012
Artikel 14 - Nadere regelingen m.b.t. de aanvraag van bepaalde verloven
Laatste wijziging: 23/09/2009
Artikel 15 - Nadere regelingen m.b.t. de voortijdige beëindiging van en de
opzeggingstermijnen voor verloven
Laatste wijziging: 01/01/2012
Artikel 16 - Vereiste attesten voor dienstvrijstelling
Laatste wijziging: 01/01/2012
Artikel 17 - Facultatieve vermeldingen
AFM Arbeidsreglement

Laatste wijziging: 01/01/2012
Artikel 18 - Plaats waar de laatste versie van het arbeidsreglement kan worden
geraadpleegd
Laatste wijziging: 01/01/2012
Bijlagen
Bijlage 1: Plaatsen van tewerkstelling (met aanduiding van EHBO-verantwoordelijke en
plaats verbandkist)
Laatste wijziging: 01/01/2012
Bijlage 2: Arbeidsinspectie
Laatste wijziging: 01/01/2012
Bijlage 3: Leidraad voor structurele telewerkers
Laatste wijziging: 01/05/2008
De laatste wijzigingen per hoofdstuk wordt steeds grijs weergegeven.
AFM Arbeidsreglement

Definities - p1/1 - laatste wijziging 01/01/2012
Definities
Administratief personeel : al de personeelsleden die niet tot het schoonmaakpersoneel,
het cateringpersoneel, de estafettechauffeurs of de nachtwakers behoren
Schoonmaakpersoneel : al het personeel dat operationeel in de schoonmaaksector werkt,
inclusief de werf- en sectorverantwoordelijken; de personeelsleden tewerkgesteld in de
centrale dienst en die voor de ondersteuning zorgen horen hier niet bij
Cateringpersoneel : al het personeel dat operationeel in de cateringsector werkt, inclusief
het administratief personeel dat toegevoegd werd aan de operationele keukens; de
personeelsleden tewerkgesteld in de centrale dienst en die voor ondersteuning zorgen horen
hier niet bij
Estafettechauffeurs : al die chauffeurs die de verdeling van post- en pakjes verzorgen via
de estafette.
Nachtwakers : die personen die in het Boudewijngebouw de functie van nachtwaker
uitoefenen
Chauffeur leidend ambtenaar : de chauffeur die het vervoer van de leidend ambtenaar
verzorgt
Personeel gebouwgebonden dienstverlening: alle personeelsleden van de teams die het
Phoenixgebouw, het Boudewijngebouw, het Ellipsgebouw, het van Veldekegebouw (VAC
Hasselt), het Anna Bijnsgebouw (VAC Antwerpen), het Dirk Boutsgebouw (VAC Leuven) en
het Jacob van Maerlantgebouw (VAC Brugge) uitbaten. Het gaat hier om
gebouwverantwoordelijken, adjunct-gebouwverantwoordelijken, onthaalpersoneel en
verzendingspersoneel.
Mobiele werkers: het statutaire of contractuele personeel van wie de feitelijke arbeidsplaats
afhankelijk is van de opdracht die zij krijgen, en die als gevolg hiervan, vanuit hun
woonplaats rechtstreeks vertrekken naar de plaats van hun eerste opdracht, en vanuit de
plaats van hun laatste opdracht, rechtstreeks terugkeren naar huis, gewoonlijk of in vele
gevallen, zonder in de loop van de dag bij de werkgever, zelf, aanwezig te zijn geweest.
Centrale dienst : De centrale dienst van het Agentschap is dit gedeelte van het agentschap
dat op de hoofdzetel in het Boudewijngebouw, Boudewijnlaan 30 bus 60 te 1000 Brussel,
gehuisvest is.
Stamtijd : De stamtijd is de periode waarin ieder personeelslid aanwezig moet zijn. De
afwezigheid tijdens de stamtijd kan alleen gerechtvaardigd worden door een vakantie, een
verlof, een ziekte, een opdracht, een zending, een dienstvrijstelling enz.
Glijtijd : De glijtijd is de periode waarin het personeelslid elke dag zijn uur van aankomst of
vertrek kiest, rekening houdend met de goede werking van de dienst.
Servicetijd : De servicetijd is de tijdsduur waarin de centrale diensten (en niet elk individueel
personeelslid) bereikbaar moeten zijn. De servicetijd loopt van 7.30u tot 17u. De lijnmanager
moet ervoor zorgen dat de centrale dienst tijdens deze servicetijd operationeel is.
Plaats van tewerkstelling: zie bijlage 1
AFM Arbeidsreglement

Artikel 1 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 1 - Arbeidsduur
De arbeidsduur is geregeld door de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige
aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, zoals deze zal worden
gewijzigd.
De gemiddelde arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt 38u/week.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 2 – p1/6 - laatste wijziging 1/01/2012
Artikel 2 - Werkroosters
1. Administratieve personeelsleden van rang A1 en lager
Dit personeel van rang A1 en lager wordt tewerkgesteld met een variabele werktijdregeling.
Deze variabele werktijdregeling houdt in dat de werktijd wordt verdeeld in stamtijden,
glijtijden en service-tijd.
1.1. Het dagschema wordt ingedeeld in 5 periodes:
de morgen : van 7.30u tot 9.15u = glijtijd
de voormiddag : van 9.15u tot 11.45u = stamtijd
de middag : van 11.45u tot 13.45u = glijtijd
de namiddag : van 13.45u tot 16.00u = stamtijd
de avond : van 16.00u tot 19.00u = glijtijd
1.2. De gewone dagprestatie bedraagt 7.36u, een halve dagprestatie 3.48u. Deze
tijdsduur wordt ook aangerekend bij vakantie, ziekte, enz.
1.3. De maximumduur die voor een dagprestatie wordt aangerekend bedraagt 9u; de
maximum halve dagprestatie bedraagt 9u - 3.48u = 5.12u.
1.4. De tijd vóór 7.30u en na 19u kan niet als prestatie worden beschouwd, tenzij de extra
uren gepresteerd worden in opdracht van de lijnmanager. Behalve in geval van
overmacht, moeten deze extra prestaties tijdig gevraagd worden aan het betrokken
personeelslid. Ze kunnen alleen bij wijze van uitzondering gevraagd worden (zie punt
12.2).
1.8. Bij de personeelsleden die een halve dag vrij nemen, wordt bij een voltijdse
tewerkstelling, 3.48u in rekening gebracht Tijdens de andere daghelft moet het
personeelslid de stamtijd respecteren, nl. van 9.15u tot 11.45u als hij in de namiddag
vrij neemt of van 13.45u tot 16u als hij in de voormiddag vrij neemt.
2. Administratief personeel van minstens rang A2
De werktijdregeling van het personeel van minstens rang A2 wordt in onderling overleg met
de lijnmanager bepaald.
3. Cateringpersoneel
Het grootste gedeelte van het cateringpersoneel (d.i. onder meer het personeel dat in de
restaurants Boudewijn, Ellips, Conscience, Anna Bijnsgebouw, Van Veldekegebouw, Dirk
Boutsgebouw en de cafetaria’s Arenberg, Ferraris en Jacob van Maerlantgebouw werkt)
werkt in een variabele werktijdregeling. Het begin- en einduur is afhankelijk van het contract.
De personeelsleden met 38u-contracten of diegenen die in volledige dagen werken:
beginnen tussen 7u en 8u; eindigen tussen 15.06u en 16u. De personeelsleden met 30u24-
contracten die alle dagen werken, beginnen tussen 8.30u en 9u en eindigen tussen 15.06u
en 16u. De personeelsleden met een 19u-contract in het Jacob van Maerlantgebouw
beginnen tussen 9.30u en 10u en stoppen tussen 13.30u en 14u.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 2 – p2/6 - laatste wijziging 01/01/2012
Glijtijden zijn er dus enkel ’s morgens en ’s avonds, niet op de middag. De middagpauze valt
tussen 11u en 11.30u en wordt ook in mindering gebracht van hun uren.
Afwijkende werktijdregelingen bestaan voor sommige buitendiensten, waar geen grote
cateringfaciliteiten zijn. Deze afspraken worden individueel vastgelegd en zijn afhankelijk van
de vraag van de klant.
4. Schoonmaakpersoneel
Het grootste gedeelte van het schoonmaakpersoneel werkt in een variabele werktijdregeling.
De meest voorkomende werktijdregeling is deze met glijtijd tussen 6u en 6.30u en eindigend
afhankelijk van het contract ook met een glijtijd van een half uur. Voor de personeelsleden
die voor 12.30u hun dagtaak beëindigen wordt geen middagpauze verrekend, tenzij het
personeelslid er zelf voor opteert om een middagpauze te nemen. Voor de personeelsleden
die hun dagtaak later dan 12.30u beëindigen wordt een half uur middagpauze in mindering
gebracht van hun uren. Deze regeling geldt voor alle gebouwen in Brussel en de VAC’s en
een aantal buitendiensten.
Afwijkende werktijdregelingen bestaan voor sommige buitendiensten en dit in functie van de
vraag van de klant en de toegankelijkheid van het gebouw.
5. Estafettechauffeurs
De estafettechauffeurs voor de provincies die in een 4-dagenweek werken, starten om
tussen 6u en 6.30u en eindigen om tussen 16u en 16.30u. Voor een personeelslid dat werkt
in een 4-dagenweek bedraagt een gewone dagprestatie 9.30u, een halve dagprestatie
4.45u. Deze tijdsduur wordt ook aangerekend bij vakantie, ziekte, enz.
6. Nachtwakers
Deze personeelsleden verzorgen in het Boudewijngebouw gedurende 5 nachten (van
maandagavond tot en met zaterdagmorgen) per week de bewaking. Hun arbeidstijd start om
17u en eindigt om 8.00u de volgende morgen. Per gewerkte week krijgen ze een week
recuperatieverlof.
7. Chauffeur leidend ambtenaar
Van de chauffeur van de leidend ambtenaar wordt verwacht dat deze zeer flexibel is en
zijn/haar uren presteert in functie van de noodwendigheden van de dienst.
8. Onthaalpersoneel
Om de permanentie te verzekeren voor de teams die de balies bemannen, wordt wekelijks
een werkplanning opgesteld.
Afhankelijk van de werkplanning begint het personeelslid tussen 7.30u en 8u en eindigt
tussen 16u en 16.30u of start tussen 8.30u en 9u en eindigt tussen 17u en 17.30u. De
glijtijden ’s ochtends en ’s avonds worden beperkt tot deze uren. Opnemen van de glijtijd
tijdens de middag gebeurt naargelang de dienst het mogelijk maakt
AFM Arbeidsreglement

Artikel 2 – p3/6 - laatste wijziging 01/01/2012
9. Mobiele werkers
Deze groep personeelsleden moet nergens in- en uitprikken. Er wordt verwacht dat zij
gemiddeld 7.36u presteren per werkdag voor een voltijdse prestatie. De elektronische
agenda dient dagelijks nauwkeurig ingevuld te worden. Personeelsleden die niet prikken
worden geëvalueerd op basis van prestaties.
10. Vrijstelling prikken
Personeelsleden die voor de uitvoering van hun functie vaak op dienstreis zijn, of gedurende
de werkdag regelmatig het gebouw moeten verlaten, kunnen vrijgesteld worden van prikken.
Personeelsleden die niet prikken worden geëvalueerd op basis van prestaties. Er wordt
verwacht dat zij gemiddeld 7.36u presteren per werkdag. Concreet gaat het over volgende
functies: gebouwbeheerders (afdeling Regionale Dienstverlening), toezichters
gebouwbeheer (afdeling Regionale Dienstverlening), technische medewerkers auditoria
(afdeling Centrale Dienstverlening) en de mobiele werkers.
Indien zij echter wensen te blijven prikken voor de registratie van hun aan- en afwezigheden
is dat mogelijk. Zij laten dit weten aan hun leidinggevende en aan de
personeelsverantwoordelijke van AFM.
11. Registratie van de uren
11.1. De prikklok
De personeelsleden die tewerkgesteld zijn in gebouwen met een prikklok moeten persoonlijk
met hun prikkaart de volgende gegevens registreren:
- aankomst ’s morgens en vertrek ’s avonds
- het begin en het einde van een toegestane afwezigheid
Het systeem registreert automatisch een middagpauze van 30 minuten die niet als
dagprestatie aangerekend wordt, ook als de geregistreerde middagpauze minder dan 30
minuten bedraagt.
11.2. Gebouwen zonder prikklok
In de gebouwen die niet voorzien zijn van een terminal van de prikklokcomputer, moeten de
personeelsleden hun aan- en afwezigheid nauwkeurig registreren op een presentielijst.
Het bevoegde personeelslid zorgt voor de berekeningen met betrekking tot de variabele
werktijdregeling.
Er wordt eveneens een middagpauze van 30 minuten die niet als dagprestatie aangerekend
wordt geregistreerd.
11.3. Afwijkingen
Zijn vrijgesteld van bedoelde registratie:
a) de personeelsleden die telewerken, op de dagen dat zij telewerken
b) de personeelsleden die, hetzij als groep hetzij als individu, bij beslissing van
de lijnmanager, na samenspraak met de betrokkenen, zijn vrijgesteld. De
beslissing wordt meegedeeld aan de directieraad van het agentschap en aan
het EOC.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 2 – p4/6 - laatste wijziging 01/01/2012
12. Recuperatie en inhalen van werkuren bij variabele werktijdregeling
12.1. Op het einde van elke maand wordt het aantal gepresteerde uren verrekend door een
vergelijking te maken met de referentietijd die, voor een voltijdse tewerkstelling, 7.36u x het
aantal arbeidsdagen bedraagt.
Voor de personeelsleden met deeltijdse prestaties worden de per dag te verrichten
gemiddelde prestaties in verhouding verminderd.
De te presteren maandelijkse arbeidstijd wordt verminderd met 60 minuten voor vertragingen
op de weg naar het werk. Dat betekent dat de personeelsleden op het einde van de maand
automatisch een forfait van 1 uur als werktijd aangerekend krijgen. Vertragingen op de weg
naar het werk worden alleen nog in de volgende gevallen afzonderlijk geregulariseerd:
- bij vertragingen van het openbaar vervoer: wanneer de vertragingen afzonderlijk
meer dan 30 minuten bedragen
- bij andere vertragingen: wanneer de vertragingen afzonderlijk meer dan 60 minuten
bedragen
Op kerstavond wordt eveneens een forfait van 1 uur als werktijd aangerekend. Op die dag
begint de eindglijtijd bij uitzondering 1 uur vroeger dan bepaald in het arbeidsrooster.
12.2. Op het einde van elke maand heeft het personeelslid meestal een overschot (krediet)
of een tekort (debet) aan werkelijk gepresteerde uren.
12.2.1. Overschot
De maandelijks te veel gepresteerde uren kunnen uitsluitend opgenomen worden
tijdens de glijtijd van de volgende maand: tussen 7.30u en 9.15u, tussen 11.45u en
13.45u en tussen 16u en 19u. De lijnmanager is ervoor verantwoordelijk dat de
belangen van de dienst hierbij niet in het gedrang komen. In uitzonderlijke
omstandigheden kan het lijnmanagement afwijkingen toestaan.
12.2.2. Tekort
De debeturen moeten worden ingehaald binnen de variabele werktijdregeling van
7.30u tot 19u.
Op het einde van iedere maand mag het aantal debeturen maximaal 7.36u bedragen
bij voltijdse tewerkstelling. Bij deeltijdse prestaties wordt deze grens in verhouding
verminderd.
Indien het maximum aantal debeturen zonder geldige reden wordt overschreden,
volgt onverminderd de toepassing van tuchtstraffen:
- in de eerste plaats het jaarlijks vakantieverlof verminderd a rato van dit tekort
- bij gebrek aan jaarlijks vakantieverlof het debet boven de maximumgrens als
onwettige afwezigheid beschouwd. In dat geval verliest het betrokken
personeelslid zijn recht op salaris.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 2 – p5/6 - laatste wijziging 01/01/2012
13. Overuren
13.1. De betaalde overuren
De personeelsleden aan wie betaalde overuren worden betaald vanaf het 39ste uur per
week, kunnen geen uren in overschot krijgen. Iedere maand moeten de namen van deze
personeelsleden worden meegedeeld aan de bevoegde personeelsfunctie die dan de
maandelijkse overdracht op de nulstand brengt.
13.2. De niet-betaalde overuren
De lijnmanagers die hun personeelsleden bij wijze van uitzondering vragen extra uren te
presteren, moeten dit aan de bevoegde personeelsfunctie melden.
In afwijking van punt 12.2.1. kan het afdelingshoofd of hoger in uitzonderlijke
omstandigheden, inzonderheid in piekperiodes, toestaan om overuren die op vraag van de
direct leidinggevende met goedkeuring van het afdelingshoofd gepresteerd werden en
werden goedgekeurd door de direct leidinggevende, om te zetten in verlof.
Overuren zijn uren voor 7.30u of na 18u of indien de dagprestatie van maximaal 9u wordt
overschreden.
Overuren (= receptie-uren) zijn voor het cateringpersoneel uren meer gepresteerd dan een
volledige dagtaak.
Indien het personeelslid het te veel aan gepresteerde uren binnen de periode van vier
maanden niet in verlof kan opnemen, worden deze uren geldelijk gecompenseerd.
14. Melden van afwezigheden
Voor het melden van een afwezigheid moet het personeelslid elke afwezigheid tijdens de
stamtijd aan de bevoegde personeelsfunctie melden via Vlimpers of met een door de
lijnmanager ondertekend regularisatieformulier.
15. Deeltijdse personeelsleden
De personeelsleden die deeltijds werken zijn eveneens aan het systeem van de variabele
werktijdregeling onderworpen. Hun werktijdregeling wordt in onderling overleg met het
afdelingshoofd of hoger bepaald.
16. Toegangscontrole
Al het personeel van het agentschap, ongeacht de plaats van tewerkstelling, dient zich te
houden aan de afspraken m.b.t. toegangscontrole en toegangsbeveiliging.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 2 – p6/6 - laatste wijziging 01/01/2012
17. Controle werktijdregeling
17.1. De lijnmanager is volledig verantwoordelijk voor de optimale dienstverlening en de
maximale beschikbaarheid van zijn diensten.
De lijnmanager draagt de volle verantwoordelijkheid voor de correcte toepassing van de
werktijdregeling.
17.2. Het systeem van de variabele werktijdregeling biedt belangrijke voordelen.
Om het systeem van werktijdregeling goed te laten functioneren, moet elk personeelslid het
loyaal toepassen. Tegenover elk misbruik dient dan ook zeer streng te worden opgetreden,
inzonderheid bij herhaling.
Het personeelslid dat zonder toestemming of kennisgeving afwezig is, komt in non-activiteit
te staan zonder salaris, tenzij in geval van overmacht. Daarnaast kan aan de ambtenaar een
tuchtstraf of een administratieve maatregel worden opgelegd. Indien het contractuele
personeelslid ongewettigd afwezig is, ontvangt het geen salaris onverminderd de toepassing
van het arbeidsrecht.
Het prikken voor andere personeelsleden en het klaarblijkelijk bewust niet-prikken tijdens de
middagpauze of op andere momenten van afwezigheid, alsook het misbruik maken van de
zendingsknop/zendingscode worden als een zware fout beschouwd. Behalve een vermelding
in het evaluatiedossier, kunnen tuchtstraffen uitgesproken worden.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 3 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 3 - Structureel telewerk
Voor AFM is een concreet afsprakenkader uitgewerkt betreffende structureel telewerk. Dit
afsprakenkader werd volledig opgenomen in bijlage 3.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 4 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 4 - Rustdagen
De gewone dagen van inactiviteit zijn:
- zaterdagen
- zondagen
- de feestdagen en de compensatiedagen, zoals geregeld door deel X, titel 2
van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, en de
bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd
- de jaarlijkse vakantiedagen, zoals geregeld door deel X, titel 2 van het Vlaams
personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, en de bijhorende toelichting,
zoals deze zal worden gewijzigd
AFM Arbeidsreglement

Artikel 5 - p1/1 - laatste wijziging 23/09/2009
Artikel 5 - Jaarlijkse vakantie
De jaarlijkse vakantie is geregeld door deel X, titel 2 van het Vlaams personeelsstatuut, zoals
dit zal worden gewijzigd, en de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd.
Het personeelslid kan, in overleg met zijn directe chef en rekening houdend met de
dienstnoodwendigheden zijn vakantie vrij kiezen.
5.1. Schoonmaakpersoneel
Voor iedere groep is er een minimumbezetting bepaald. Minimumbezetting is 1/3 van de
normale bezetting van personeelsleden per team.
Eens dit aantal is bereikt kan er op die dagen geen verlof meer worden genomen. Dit aantal
is gekend bij alle personeelsleden van het team. Op brugdagen wordt de minimumbezetting
met 1 persoon verlaagd indien er meer dan 2 personeelsleden van de DAB Schoonmaak
werken in het team, tenzij het gebouw niet open is.
Verlof in de maanden juli, augustus en september dient bij voorkeur voor 28 februari
aangevraagd te zijn. Indien het verlof voor 28 februari wordt aangevraagd zal er voor eind
maart het resultaat worden meegedeeld. Indien het verlof later werd aangevraagd (verlof
aangevraagd voor 28 februari krijgt prioriteit) zal het resultaat binnen de week worden
meegedeeld.
5.2. Cateringpersoneel
Groot verlof (= 5 of meer opeenvolgende werkdagen) tijdens de maanden juni, juli, augustus
en september wordt bij voorkeur voor 28 februari aangevraagd. Indien het verlof voor 28
februari wordt aangevraagd zal er voor eind maart het resultaat worden meegedeeld. Indien
het verlof later wordt aangevraagd (is de kans groter dat het verlof zal worden geweigerd) zal
het resultaat binnen de week worden meegedeeld.
Andere verlofdagen – behalve 4 dagen dringend/uitzonderlijk verlof - moeten minimum 3
werkdagen op voorhand worden aangevraagd.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 6 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 6 - Loon
De wijzen van meting en van controle op de arbeid met het oog om het loon te bepalen zijn
geregeld door het geldelijk statuut dat overeenkomstig deel VII van het Vlaams
personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, op het personeelslid van toepassing is, en
door rubriek 2 (controle op de variabele werktijdregeling) van dit arbeidsreglement.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 7 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 7 - Uitbetaling loon
De wijze, het tijdstip en de plaats van betaling van het loon zijn geregeld door het geldelijk
statuut dat overeenkomstig deel VII van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden
gewijzigd, op het personeelslid van toepassing is.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 8 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 8 - Opzeggingstermijnen
De duur van de opzegtermijnen en / of de nadere regels om de opzegtermijnen te bepalen,
zijn vastgesteld:
- voor het contractuele personeel: door de wet van 03.07.1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten, zoals die zal worden gewijzigd; in de wet van
20.07.1991 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals die zal worden
gewijzigd; door de wet van 24.12.1999 ter bevordering van de
werkgelegenheid, zoals deze zal worden gewijzigd
- wat het statutaire personeel betreft: in deel III en XI van het Vlaams
personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd
AFM Arbeidsreglement

Artikel 9 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 9 - Dringende redenen ontslag contractueel
personeel
Zonder afbreuk te doen aan het soevereine beslissingsrecht van de rechter, kunnen onder
andere volgende tekortkomingen beschouwd worden als een dringende reden, met
onmiddellijk ontslag zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding tot gevolg:
1. voorleggen van valse attesten
2. plegen van geweld, ongewenst seksueel gedrag op het werk of pesterijen
(onverminderd de in rubriek 13.1.8. vermelde sancties)
3. herhaalde ongerechtvaardigde afwezigheden en afwezigheden zonder
verwittiging, na schriftelijke ingebrekestelling
4. ongerechtvaardigde werkweigering
5. dronkenschap
6. talrijke en/of belangrijke vergissingen, waaruit een onvergeeflijke nalatigheid
blijkt
7. opzettelijke schade toebrengen
8. bedrieglijke handelingen
Dat in dit arbeidsreglement bepaalde tekortkomingen niet als dringende reden worden
gekwalificeerd, houdt niet in dat geen ontslag om dringende reden kan worden gegeven voor
deze tekortkomingen.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 10 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 10 - Straffen en beroepsmogelijkheden
De straffen voor het statutaire personeel zijn geregeld in het Vlaams personeelsstatuut, zoals
dit zal worden gewijzigd. De beroepsmogelijkheden tegen die straffen zijn geregeld in het
Vlaams personeelsstatuut, zoals dat zal worden gewijzigd.
Voor het contractuele personeel bestaat het bestraffingssysteem uit de volgende sancties:
terechtwijzing, blaam, ontslag.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 11 - p1/1 - laatste wijziging 01/05/2008
Artikel 11 - Adres inspectiediensten
De adressen van de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten en Toezicht op het
Welzijn op het Werk) en de Sociale Inspectie gaan als bijlage 2 bij dit arbeidsreglement.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 12 - p1/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Artikel 12 – Welzijnsreglementering
12.1 Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
12.1. Materiële en organisatorische maatregelen ter voorkoming van geweld, pesterijen en
ongewenst seksueel gedrag op het werk.
De materiële en organisatorische maatregelen ter voorkoming van geweld, pesterijen en
ongewenst seksueel gedrag op het werk zijn opgenomen in de rondzendbrief
DVO/BZ/P&O/2009/7 zoals deze zal worden gewijzigd of vervangen.
De wet erkent drie soorten ontoelaatbaar gedrag.
Pesten: Een werknemer wordt herhaaldelijk en gedurende een langere periode negatief
behandeld op het werk. Volgende negatieve gedragingen zijn mogelijke voorbeelden: het
belemmeren van communicatiemogelijkheden (b.v. roepen, tieren, toegang tot informatie
weigeren,...) sociale relaties op het werk doen verslechteren (b.v. zwijgen of weggaan
wanneer deze persoon binnenkomt,…) de persoonlijke reputatie bekladden (b.v. roddelen,
openbaar belachelijk maken, …) het uitoefenen van het werk bemoeilijken (b.v. geen tot
teveel werk geven, beroepsfouten verzinnen, …) of de gezondheid belasten (b.v. gevaarlijk
werk laten uitvoeren, …). Door dit gedrag komt de gepeste in een zwakkere positie terecht
en kan deze zich steeds moeilijker verdedigen. We spreken NIET over pesten wanneer het
om een éénmalige gebeurtenis gaat of als mensen die aan elkaar gewaagd zijn een conflict
uitvechten.
Ongewenst seksueel gedrag op het werk: woorden, gebaren of aanrakingen van seksuele
aard of met een seksuele betekenis, die als onprettig of zelfs vernederend ervaren worden
door de persoon tot wie ze gericht zijn.
Geweld op het werk: elke gebeurtenis waarbij een werknemer psychologisch of fysiek wordt
lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van zijn of haar werk. Deze
gebeurtenis moet niet noodzakelijk meerdere keren optreden.
12.2. Beginselverklaring
Binnen de diensten is er geen plaats voor ontoelaatbaar gedrag en mag geen enkel
personeelslid het slachtoffer zijn van geweld, pesten of OSGW. Om dit te bereiken wordt een
inspanning gevraagd van zowel leidinggevenden als van alle personeelsleden.
De leidinggevenden verbinden zich ertoe:
Evenveel aandacht te besteden aan kwaliteitsvolle en motiverende
arbeidsomstandigheden als aan de te behalen resultaten.
Alert te zijn voor wat er leeft binnen hun teams, afdelingen en administraties.
Acties te ondernemen om het ongewenste gedrag te doen stoppen.
Niet te tolereren dat de persoonlijke grenzen van hun medewerkers worden
overschreden.
Een voorbeeldfunctie te vervullen.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 12 – p2/7 - laatste wijziging 01/01/2012
De personeelsleden verbinden zich ertoe:
Mee te werken aan het creëren van een positief arbeidsklimaat.
Niet mee te werken aan pesterijen of ander ongeoorloofd gedrag.
Melding te maken van inbreuken op de wetgeving die zij zelf ondervinden of getuige
van zijn.
Waar kan zelf verantwoordelijkheid op nemen om tot oplossingen te komen.
De werkgever verbindt er zich toe:
Toezicht te houden op de toepassing van de wetgeving van kracht
Acties op te zetten om het arbeidsklimaat verder positief te bevorderen.
Zich hierbij te laten adviseren door de preventieadviseurs psychosociaal welzijn van
de gemeenschappelijke en externe dienst voor preventie en bescherming op het
werk.
12.3. Wat kan je doen als je meent slachtoffer te zijn van ontoelaatbaar gedrag van collega’s,
leidinggevenden, ondergeschikten, klanten of leveranciers?
Toepasselijke procedures
“Ieder personeelslid dat meent slachtoffer te zijn van ongewenst gedrag, wie de dader ook
mag zijn, heeft het recht klacht in te dienen en dit zonder represailles of vergelding te moeten
vrezen.”
De procedures die van toepassing zijn als er feiten gemeld worden, en die betrekking
hebben op een van de volgende aspecten, zijn opgenomen in de rondzendbrief
DVO/BZ/P&O/2009/7, zoals deze zal worden gewijzigd:
a) het onthaal van en adviesverlening aan de personen die verklaren het voorwerp te
zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk;
b) de nadere regels volgens welke die personen een beroep kunnen doen op de
preventieadviseur en de vertrouwenspersonen, aangewezen voor de feiten van
geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk;
c) de snelle en volledige onpartijdige interventie van de vertrouwenspersoon en de
preventieadviseur;
d) de wedertewerkstelling van de werknemers die verklaard hebben dat ze het voorwerp
zijn geweest van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en de
begeleiding van deze personen naar aanleiding van hun wedertewerkstelling;
Wat kan je doen als je het slachtoffer bent van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel
gedrag op het werk (OSGW)?
advies inwinnen
bemiddeling zoeken via een informele klachtenprocedure
een formele klacht indienen
de andere mogelijkheden die de wet voorziet:
o een klacht bij de arbeidsinspectie ‘Toezicht op het Welzijn op het Werk’
(TWW)
o een klacht bij de rechtbank
Jouw klacht wordt vertrouwelijk behandeld. Er worden geen stappen gezet om te bemiddelen
en er worden geen mensen op de hoogte gebracht zonder jouw voorafgaande toestemming.
Indien de bemiddeling tot geen resultaat leidt of onmogelijk blijkt, kan je als personeelslid
beslissen om een ‘formele klacht’ in te dienen.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 12 - p3/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Meer informatie over de wetgeving vind je op de website van de Federale Overheidsdienst
(FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: http://www.meta.fgov.be.
12.4. Bij wie kun je terecht?
Je kunt gebruik maken van één van deze kanalen en je richten tot één van onderstaande
contactpersonen.
Extern telefonisch meldpunt ‘SPREEKBUIS ‘
Voor opvang, advies, melding
Te bereiken via:
Tel: 0800/92-593 (gratis)
E-mail: spreekbuis@vlaanderen.be
op volgende uren:
maandag t.e.m. vrijdag: 10u-18u
De interne vertrouwensperso(o)n(en)
Voor advies, melding, bemiddeling
Voor informele klachtenbehandeling
Voor neerleggen met redenen omklede klacht
Gwendoline Van Der Stichel
adjunct van de directeur
MOD – departement Bestuurszaken
Boudewijnlaan 30 – 1000 Brussel
Tel. 02/533.51.95
E-mail:
gwendoline.vanderstichel@bz.vlaanderen.be
De preventieadviseurs psychosociaal welzijn
Voor advies, melding, bemiddeling
Voor informele klachtenbehandeling
Voor neerleggen met redenen omklede klacht
Voor onpartijdig onderzoek
Interne preventiedienst:
Bij de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie
en Bescherming (GDPB)
Voor advies, melding
Voor informele klachtenbehandeling en
bemiddeling
Voor het neerleggen met redenen omklede klacht
Voor onpartijdig onderzoek
Voor organisatorische bemiddeling
Externe preventiedienst:
Bij IDEWE
Voor het neerleggen met redenen omklede klacht
Voor onpartijdig onderzoek
Annemie Lagrain en Sofie Nuyts
Interne preventieadviseur psychosociaal welzijn
Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel
annemie.lagrain@bz.vlaanderen.be
sofie.nuyts@bz.vlaanderen.be
Tel: 02/553 49 54
van dinsdag tot vrijdag tussen 9u en 17u
Els Coussement
Externe preventieadviseur psychosociaal welzijn
els.coussement@idewe.be
Tel: 02/237 33 31
van maandag tot vrijdag tussen 8u30 en 16u30
AFM Arbeidsreglement

Artikel 12 - p4/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Toezicht op het Welzijn op het Werk
(TWW) arbeidsinspectie
Voor neerleggen van een met redenen omklede
klacht
Antwerpen
Theater Building
Italiëlei 124 bus 77
2000 Antwerpen
Tel.: 03 232 79 05
Fax: 03 226 02 53
E-mail: tww.antwerpen1@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Antwerpen
Brussel
Ernest Blerotstraat 1
1070 Brussel
Tel.: 02 233 45 46
Fax: 02 233 45 23
E-mail: tww.brussel@werk.belgie.be
Ambtsgebied: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Limburg
TT 14
Sint-Jozefsstraat 10 bus10
3500 Hasselt
Tel.: 011 35 08 60
Fax: 011 35 08 78
E-mail: tww.limburg@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Limburg
Oost-Vlaanderen
Administratief Centrum
‘Ter Plaeten’
Sint-Lievenslaan 33 B
9000 Gent
Tel.: 09 268 63 30
Fax: 09 268 63 20
E-mail: tww.oost.vlaanderen@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Oost-Vlaanderen
West-Vlaanderen
Breidelstraat 3
8000 Brugge
Tel.: 050 44 20 20
Fax: 050 44 20 29
E-mail: tww.west.vlaanderen@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie West-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Philipssite 3a, bus 8
3001 Leuven
Tel.: 016 31 88 30
Fax: 016 31 88 44
E-mail: tww.vlaams.brabant@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Vlaams-Brabant
Adressen zie bijlage 2
Klacht bij de rechtbank
Wanneer de pogingen van de Arbeidsinspectie
eveneens op niets uitdraaien, kan die het dossier
doorschuiven naar de arbeidsauditeur. Dat is de
persoon die het ambt van openbaar ministerie
vervult bij de arbeidsrechtbank. Ook de
vakbonden kunnen een klacht indienen.
Arbeidsauditeur en correctionele rechtbank
adressen op te vragen bij de
preventieadvisseur psychosociale aspecten.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 12 – p5/7 - laatste wijziging 01/01/2012
12.5. Het klachtenregister
Verklaringen van werknemers die menen het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen en
ongewenst seksueel gedrag op het werk door personen die extern zijn aan de organisatie
b.v. klanten of leveranciers, worden genoteerd en opgenomen in een speciaal register
‘ongewenst gedrag door externen’. Alleen de werkgever, de preventieadviseur, de
vertrouwenspersoon en de arbeidsinspectie ‘Toezicht op het Welzijn op het Werk’ hebben
toegang tot dit register.
12.6. Psychologische ondersteuning
Werknemers die, naast de ondersteuning door de vertrouwenspersoon of preventieadviseur
bijkomende psychologische ondersteuning nodig hebben n.a.v. traumatische gebeurtenissen
in de werkcontext, kunnen door hen verwezen worden naar gespecialiseerde diensten.
12.7. Bescherming
Vanaf het moment dat een formele klacht wordt ingediend, is de werknemer beschermd
tegen ontslag. De bescherming geldt wel niet als het ontslag niets te maken heeft met de
reden van de klacht, met name het pesten, OSGW of geweld. Ook eventuele getuigen
genieten dezelfde bescherming.
De bescherming geldt voor de 12 maanden vanaf het indienen van de klacht of het afleggen
van de getuigenverklaring. Bij een klacht voor een rechtbank geldt de bescherming tot dat de
termijn om in beroep, of verzet tegen het vonnis, te gaan, verstreken is.
De tuchtprocedure wordt geschorst in de gevallen bepaald door artikel 32tredecies van de
wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en OSGW, d.w.z.
wanneer de ambtenaar klacht indient wegens OSGW of pesterijen op het werk. Het
personeelslid is beschermd tegen ontslag, behalve om redenen die vreemd zijn aan de
klacht, gedurende 12 maanden vanaf de indiening van de formele klacht. De bewijslast
berust bij de werkgever die moet aantonen dat de redenen voor het ontslag geen verband
houden met de klacht. De bescherming is dus niet absoluut.
12.8. Sancties
Ambtenaren die zich schuldig maken aan geweld, pesten of ongewenst seksueel gedrag op
het werk worden door de werkgever gesanctioneerd met één van de straffen opgenomen in
deel VIII van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd.
Contractuelen die zich schuldig maken aan geweld, feiten of ongewenst seksueel gedrag
worden gesanctioneerd met een terechtwijzing, blaam of ontslag. Ook op het wederrechtelijk
gebruik van de klachtenprocedure staan sancties. Als zou blijken dat de werknemer iemand
vals beschuldigt van geweld, pesten of OSGW zijn maatregelen mogelijk zoals: tuchtstraffen
(gaande van blaam tot afzetting), ontslag om dringende redenen of een strafrechtelijke
vervolging voor laster en eerroof.
12.2 Alcohol – en drugsbeleid
Illegale drugs binnenbrengen, gebruiken verdelen of verkopen, of onder invloed zijn ervan
tijdens de werkuren is niet toegestaan.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 12 – p6/7 - laatste wijziging 01/01/2012
De lijnmanager of zijn gemachtigde kunnen alcohol- en drugtests uitvoeren als
preventiemaatregel bij personeelsleden die de volgende functies uitoefenen:
- Chauffeur
De alcohol en drugtests, vermeld in de vorige paragraaf, kunnen worden uitgevoerd:
- eenvoudige ademtesten (met indicatie positief of negatief);
- psychomotorische testen;
- vaardigheidsproeven;
- reactietesten;
op de volgende tijdstippen:
- onmiddellijk na de vaststelling
Alcoholslot
Het gebruikt van alcohol en de functie van chauffeur gaan niet samen.
Een alcoholslot brengt met zich mee dat een chauffeur die drinkt zijn voertuig niet meer zal
kunnen starten. Uiteraard zal dit geïntegreerd worden in het HRM-beleid rond
alcoholgebruik: snel ingrijpen met een persoonlijk gesprek, om daarna indien nodig de
arbeidsgeneesheer in te schakelen, de preventieadviseur psychosociaal welzijn in te
schakelen, graduele tuchtsancties voor te stellen, indien er bereidheid is begeleiding voor te
stellen.
Een alcoholslot kan meer zekerheid bieden voor het rijden zonder alcohol.
Daarom werden volgende afspraken gemaakt:
- Een chauffeur waarbij een gegrond vermoeden bestaat van drankmisbruik tijdens
het besturen van een voertuig, wordt zo snel mogelijk bij de afdelingshoofd
geroepen en ontvangt een nota hierover.
- Bij een nieuw vermoeden krijgt de chauffeur tijdelijk een andere taak toegewezen
en wordt hem verboden nog een voertuig te besturen. Er wordt aansluitend een
alcoholslot in het meest gebruikte voertuig geïnstalleerd. Daarna kan de chauffeur
weer zijn functie opnemen, uitsluitend in het voertuig met alcoholslot voor een
periode van een jaar.
12.3 Roken
Er geldt een algemeen rookverbod in de gebouwen en lokalen waar personeel tewerkgesteld
is.
Roken aan de hoofdingang van de gebouwen van de Vlaamse overheid in de Noordwijk, het
Arenberggebouw en de Vlaamse Administratieve Centra (VAC’s) is niet toegestaan conform
de omzendbrief BZ 2011/5.
12.4 EHBO
De EHBO-verantwoordelijke is te bereiken op de volgende plaats: zie bijlage 1 met
vermelding naam, adres en telefoonnummer of op
http://www.bestuurszaken.be/hulpverleners.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 12 – p7/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Op de 5de verdieping van het Boudewijngebouw kan volgende EHBO-verantwoordelijke
gecontacteerd worden:
- Lanckman Dirk (tel. 02/553.74.78)
Hij beschikt eveneens over een verbandkist.
In geval van ongevallen waarbij ter plaatse dringende medische interventie (ziekenwagen)
nodig is, dienen volgende richtlijnen te worden nageleefd:
1) Bel (0)112 en meld: naam, adres, verdieping en lokaal (plaats van het ongeval),
toestand van het slachtoffer, verwittig de onthaalbalie en laat iemand de hulpdienst
opwachten.
2) In Brussel, bel de verpleegkundige op het nummer 35000 en geef alle relevante
gegevens over het ongeval door.
Voor ongevallen van niet-dringende aard kan men zich wenden tot de dichtstbijzijnde EHBOverantwoordelijke.
12.5 Verbandkist
De door het koninklijk besluit van 15 december 2010 artikel 5 vereiste verbandkist bevindt
zich op de volgende plaats: zie bijlage
AFM Arbeidsreglement

Artikel 13 – p1/6 - laatste wijziging 01/01/2012
Artikel 13-16 Regelingen die overeenkomstig het Vlaams
personeelsstatuut in het arbeidsreglement moeten worden
vastgesteld
Artikel 13 - Ziektecontrole en arbitrageprocedure (art. X 18)
De hierna weergegeven regelingen gelden zowel voor de ambtenaren, als voor de
contractuele personeelsleden, ook voor deze die tewerkgesteld zijn en/of verblijf houden in
het buitenland.
13.1. Mededeling van de afwezigheid wegens ziekte
Alle personeelsleden delen elke afwezigheid wegens ziekte mee op het algemeen
telefoonnummer van het agentschap nl. 02/553.20.20. De ziektemeldingen worden
doorgegeven vóór: - 7.45u voor het onthaalpersoneel
- 9u voor de personeelsleden van DAB’s
-10u voor het administratief personeel
Het personeelslid deelt ook mee op welk adres het zich bevindt, indien zijn feitelijke
verblijfplaats verschilt van zijn domicilieadres. Wegens ziekte afwezige personeelsleden die
naar het buitenland wensen te gaan, brengen hun chef hiervan minstens één week op
voorhand op de hoogte. De chef stelt het ziektecontroleorgaan in kennis en kan desgewenst
een controle aanvragen.
Na raadpleging van een arts meldt het personeelslid de vermoedelijke duur van zijn
afwezigheid onmiddellijk op bovenstaand telefoonnummer.
Het personeelslid stuurt het ziektemeldingsformulier dat door de behandelende arts ingevuld
en ondertekend is binnen 24 uur, onder gesloten omslag en voldoende gefrankeerd, naar het
ziektecontroleorgaan. Het ziektecontroleorgaan zal onvoldoende gefrankeerde omslagen
weigeren. De personeelsleden die verblijven in Nederland en een Nederlandse arts
consulteren, vullen het attest zoveel mogelijk zelf in, wanneer de Nederlandse arts dit zou
weigeren te doen.
Wanneer men één dag ziek is en geen arts raadpleegt, moet men toch het
ziektemeldingsformulier opsturen naar het controleorgaan met vermelding “ééndagsziekte”.
Het personeelslid vult zelf op dit formulier zijn naam, personeelsnummer en adres (of
eventuele tijdelijke verblijfplaats) in, alsook de datum van de ééndagsziekte. Als men geen
ziektemeldingsformulier opstuurt, is men ongewettigd afwezig.
Voor personeelsleden met een specifieke werktijdregeling wordt hier onder één dag ziekte
begrepen dat de ziekte niet langer duurt dan één door hen geleverde normale
arbeidsprestatie. Het aantal werkdagen ziekteverlof wordt wel pro rata berekend.
Iedere afwezigheid wegens ziekte dient dus met het ziektemeldingsformulier te worden
gestaafd.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 13 – p2/6 - laatste wijziging 01/01/2012
13.2. Het verloop van de geneeskundige controle
1. Iedere lijnmanager of zijn gemandateerde kan het controleorgaan verzoeken om over te
gaan tot een controle van een personeelslid. Dit verzoek kan schriftelijk, telefonisch, per fax
of per mailbericht gebeuren.
Het controleorgaan kan ook in afspraak met de betrokken entiteit op eigen initiatief gerichte
controles uitvoeren.
2. De medische controle kan op alle werkdagen, ook op zaterdag, zon-, en feestdagen voor
de personeelsleden die normaal op die dagen arbeidsprestaties moeten verrichten,
plaatsvinden.
De controle gebeurt tussen 8u en 19u. Voor de continudiensten kan de controle gebeuren
tussen 5u en 21u.
De controles mogen enkel worden uitgevoerd door Nederlandstalige artsen.
3. De controles gebeuren in de woon- of verblijfplaats van het personeelslid. Het
controleorgaan dient het controlebezoek niet aan te kondigen.
De controlearts moet zich legitimeren.
Als het zieke personeelslid afwezig is, laat de controlerende arts een bericht achter waarin
dit personeelslid wordt uitgenodigd zich tijdens de vermelde spreekuren aan te melden bij de
bevoegde arts. Het personeelslid dat het werk spontaan vervroegd hervat heeft, brengt zelf
het controleorganisme daarvan telefonisch op de hoogte indien het voor een controlebezoek
werd uitgenodigd.
Personeelsleden die hun woon- of verblijfplaats mogen verlaten, kunnen door het
controleorgaan schriftelijk worden opgeroepen om zich persoonlijk aan te bieden voor een
controleonderzoek.
4. De controlearts oordeelt na medisch onderzoek of de afwezigheid gerechtvaardigd is. De
controlearts moet voldoende informatie hebben over de medische achtergrond van het te
controleren personeelslid.
Als de controlearts oordeelt dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is, dan deelt
hij dit, bij middel van een document dat voor ontvangst wordt ondertekend, onmiddellijk mee
aan het personeelslid, dat dan kan afwezig blijven voor de duur van het toegestane
ziekteverlof.
Oordeelt de controlearts dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is, dan
overhandigt hij onmiddellijk, na raadpleging van de behandelende arts, zijn bevindingen
schriftelijk aan het personeelslid. Als het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij
niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dat door de controlearts
vermeld op het bovenvermelde document.
Als de behandelende arts na overleg akkoord gaat met het oordeel van de controlearts, moet
het personeelslid de dienst hervatten op de eerstvolgende werkdag na de in kennisstelling of
op de (latere) datum bepaald door de controlearts.
Als de controlearts tijdens het overleg zijn oordeel herziet, moet het personeelslid de dienst
hervatten op de nieuw overeengekomen datum, die nadien schriftelijk aan het personeelslid
wordt bevestigd door het controleorgaan.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 13 – p3/6 - laatste wijziging 01/01/2012
Binnen twee werkdagen na de overhandiging van de bevindingen door de controlearts, kan
de meest belanghebbende partij, mis akkoord van de controlearts en behandelende arts, een
arts als scheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999
betreffende de controlegeneeskunde.
Zo snel mogelijk na zijn aanstelling onderzoekt deze arbitrerende arts het personeelslid. Hij
deelt onmiddellijk zijn beslissing aan de betrokkene mee bij middel van een document dat
voor ontvangst wordt ondertekend. Deze beslissing is bindend.
Als de arbitrerende arts de afwezigheid niet medisch gerechtvaardigd acht, dan moet het
personeelslid de dienst hervatten de eerstvolgende werkdag of op een door arbitrerende arts
vastgestelde latere datum.
Betwistingen over een bepaalde ziekteperiode kunnen alleen worden beslecht via een
arbitrageprocedure.
Een nieuw attest van de behandelende arts over dezelfde periode en met dezelfde diagnose
kan de betwisting niet beslechten en is nietig.
De kostprijs van een arbitrage is ten laste van de verliezende partij, hetzij van het
personeelslid, hetzij van het controleorgaan, al naargelang het geval. Als de datum van de
arbeidsongeschiktheid voorgesteld door de arbitrerende arts een datum is die ligt tussen de
door de behandelende arts en de controlearts voorgestelde data, worden de kosten
evenredig verdeeld tussen beide partijen.
Als het personeelslid één dag ziek is en geen arts heeft geraadpleegd, en de controlearts
oordeelt na medisch onderzoek dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is,
dan bevindt het personeelslid zich van rechtswege in de administratieve toestand ‘nonactiviteit’,
tenzij het personeelslid nog dezelfde werkdag de dienst hervat.
5. Het controleorgaan licht steeds binnen 24 uur na de definitieve beslissing, de
hiërarchische meerdere van het personeelslid en de Managementondersteunende Dienst/
personeelsdienst schriftelijk (mailbericht) in over het al dan niet gerechtvaardigd zijn van de
afwezigheid. Bij afwezigheid van het personeelslid licht het controleorgaan eveneens binnen
de 24 uur de hiërarchische meerdere van het personeelslid en de personeelsdienst
schriftelijk (mailbericht) in dat het personeelslid zal opgeroepen worden om zich voor een
controle aan te melden.
Statutaire personeelsleden die zonder gegronde reden weigeren zich aan een controle te
onderwerpen, kunnen worden bestraft met een tuchtstraf; de contractuele personeelsleden
lopen het risico hun recht op gewaarborgd loon te verliezen. De personeelsleden die de
dienst niet tijdig hervatten zonder geldige reden, zijn ongewettigd afwezig. Zij hebben geen
recht op salaris gedurende hun ongewettigde afwezigheid.
Voor het ziektemeldingsformulier en eventuele vragen of klachten over de ziektecontrole kan
het personeelslid terecht bij de bevoegde personeelsfunctie.
6. Deeltijdse prestaties wegens ziekte of ongeval van gemeen recht voor statutaire
personeelsleden
Als de controlearts van oordeel is, na raadpleging van de behandelende arts, dat een zieke
ambtenaar in staat is om zijn ambt met deeltijdse prestaties op te nemen of als een
ambtenaar die wegens ziekte afwezig is, vraagt om zijn ambt weer te mogen opnemen met
AFM Arbeidsreglement

Artikel 13 – p4/6 - laatste wijziging 01/01/2012
deeltijdse prestaties, legt de ambtenaar aan het geneeskundig controleorgaan een
geneeskundig attest van zijn behandelend arts voor.
Als de controlearts oordeelt dat de lichamelijke toestand van de ambtenaar dat toelaat,
brengt het geneeskundig controleorgaan de personeelsdienst waaronder de ambtenaar
ressorteert en de ambtenaar zelf daarvan schriftelijk op de hoogte.
Als de controlearts oordeelt dat de aanvraag tot deeltijdse prestaties wegens ziekte niet
gerechtvaardigd is of als een personeelslid niet akkoord kan gaan met het oordeel van de
controlearts tot deeltijdse prestaties wegens ziekte, overhandigt de controlearts, na
raadpleging van de behandelende arts, zijn bevindingen onmiddellijk schriftelijk aan het
personeelslid. Als het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat
met de bevindingen van de controlearts, vermeldt de controlearts dat op het bovenvermelde
document. Het personeelslid kan dan via zijn behandelende arts aandringen op de in punt 4
vermelde arbitrageprocedure.
Het geneeskundig controleorgaan staat, met het oog op re-integratie, deeltijdse prestaties
toe voor minimum 50% voor een periode van maximaal drie maanden. Er kunnen meermaals
verlengingen worden toegestaan met een periode van maximaal 3 maanden op voorwaarde
dat het geneeskundig controleorgaan bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de lichamelijke
toestand van de ambtenaar dat wettigt. Dit nieuwe medische onderzoek vindt plaats volgens
dezelfde procedure.
De deeltijdse prestaties wegens ziekte moeten de ambtenaar toelaten om na een periode
van zware of langdurige ziekte opnieuw zijn volledige dagtaak op te nemen. Bedoeling van
het verlof voor deeltijdse prestaties wegens ziekte is dat de ambtenaar die afwezig geweest
is wegens ziekte de mogelijkheid te geven om zich opnieuw aan te passen aan het normale
arbeidsritme en hem opnieuw te reïntegreren in zijn functie.
Dat betekent dat een ambtenaar niet onbeperkt gebruik kan maken van deeltijdse prestaties
wegens ziekte. Indien een personeelslid niet opteert voor een ander verlof voor deeltijdse
prestaties of loopbaanonderbreking en uit het medisch onderzoek van de controlearts zou
blijken dat de ambtenaar nooit meer zijn functie aan 100% kan uitoefenen, zal de ambtenaar
volledig arbeidsongeschikt verklaard worden in zijn functie.
Deze regeling belet niet dat de ambtenaar die deeltijds werkt wegens ziekte mag proberen
om voltijds te hervatten. Als hij vaststelt dat hij een voltijdse job toch niet aankan, mag hij
terug overschakelen op deeltijdse prestaties wegens ziekte voor de duur van de
oorspronkelijk toegestane periode, zonder opnieuw hiertoe een aanvraag te moeten
indienen. De ambtenaar moet wel zijn personeelsdienst daarvan op de hoogte brengen.
7. Deeltijdse prestaties wegens ziekte of ongeval van gemeen recht voor contractuele
personeelsleden
Het contractuele personeelslid dat arbeidsongeschikt is, kan aan de adviserend geneesheer
van het ziekenfonds vragen om het werk gedurende zijn arbeidsongeschiktheid deeltijds te
hervatten. Bij deze procedure komt het geneeskundig controle-orgaan niet tussen.
Voorwaarde is wel dat het contractuele personeelslid door de adviserend geneesheer nog
voor minstens 50% arbeidsgeschikt wordt bevonden. Als de adviserende arts toestemming
verleent, bepaalt hij zelf het deeltijds arbeidsregime waartegen mag gewerkt worden. De
werkgever kan de werkhervatting van het personeelslid in de door de adviserend arts
bepaalde arbeidsregime, al dan niet toestaan.
De ziekteverzekeringswet en haar uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 13 – p5/6 - laatste wijziging 01/01/2012
13.3. Verlof voor arbeidsongeval, ongeval op de weg van en naar het
werk of beroepsziekte
Statutaire en contractuele personeelsleden hebben recht op ziekte- of gebrekkigheidsverlof
bij een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk of een beroepsziekte
volgens de federale bepalingen daarover.
13.3.1. De te volgen procedure
Bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het werk, of een beroepsziekte
volgt het personeelslid (statutair en contractueel) dezelfde procedure als bij ziekte.
Er dienen geen AGD1B-formulieren meer te worden ingevuld en opgestuurd naar MEDEX.
Bovendien doet het personeelslid zo spoedig mogelijk aangifte van het arbeidsongeval of de
beroepsziekte bij zijn personeelsdienst.
Een arbeidsongeval of een ongeval op weg naar en van het werk wordt aangegeven door
middel van een in tweevoud opgemaakt formulier "aangifte van een ongeval" (model A). Als
het ongeval een arbeidsongeschiktheid van meer dan één dag tot gevolg heeft of kan
hebben, moet daarbij een doktersattest (model B) worden gevoegd.
Bij een verkeersongeval waarbij derden zijn betrokken, bezorgt het personeelslid ook het
formulier Model C en Model D aan de MOD. Deze formulieren kunnen aangevraagd worden
bij het team personeelsbeheer (02/553 50 75).
Bij een beroepsziekte wordt de aangifte gedaan door middel van een in tweevoud
opgemaakt formulier BZ1 en het geneeskundig getuigschrift (formulier BZ2).
Het staat de behandelend arts evenwel vrij zijn getuigschrift op een afzonderlijk blad op te
stellen, voor zover dit getuigschrift antwoordt op al de vragen gesteld in de verschillende
rubrieken van vermeld formulier BZ2. Het personeelslid voegt dat getuigschrift dan bij het
formulier.
Het geneeskundig getuigschrift dient altijd te worden overgelegd onder gesloten enveloppe;
deze enveloppe vermeldt duidelijk: "medisch getuigschrift BZ2 betreffende ... (naam van het
slachtoffer)".
Ingevolge de wet van 19 oktober 1998 is de werkgever bij wie het arbeidsongeval van een
contractueel personeelslid wordt aangegeven, verplicht om binnen de dertig dagen na
ontvangst van de aangifte het ziekenfonds of de Hulpkas van het personeelslid te verwittigen
als er twijfel bestaat over de erkenning van het arbeidsongeval. Toch wordt aan contractuele
personeelsleden aangeraden om, in afwachting van de erkenning van het arbeidsongeval of
de beroepsziekte, steeds ook zelf aangifte te doen bij hun ziekenfonds. Zij vullen daartoe het
"Inlichtingenblad uitkeringen" in dat het ziekenfonds ter beschikking stelt.
Zowel aan contractuele als aan statutaire personeelsleden wordt aangeraden hun doktersen
apothekerskosten in te dienen bij hun ziekenfonds zolang er geen erkenning heeft
plaatsgevonden van het arbeidsongeval of de beroepsziekte.
Het slachtoffer heeft er alle belang bij om alle formulieren nauwkeurig en volledig in te vullen
of te laten invullen.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 13 – p6/6 - laatste wijziging 01/01/2012
13.3.2. De erkenning van arbeidsongevallen en beroepsziekten en de toekenning van
schadevergoeding
De lijnmanager neemt de juridische beslissing over de erkenning van arbeidsongevallen
(inclusief ongevallen op weg naar en van het werk) en de toekenning van schadevergoeding
voor arbeidsongevallen, ongevallen op weg naar en van het werk en voor beroepsziekten.
Het Fonds voor Beroepsziekten neemt de juridische beslissing met betrekking tot de
erkenning van beroepsziekten.
MEDEX doet uitspraak over de medische aspecten van arbeidsongevallen en
beroepsziekten (in samenwerking met het Fonds voor Beroepsziekten).
Voor nadere inlichtingen en de nodige formulieren en attesten kan het personeelslid terecht
bij de bevoegde personeelsfunctie.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 14 - p1/2 - laatste wijziging 23/09/2009
Artikel 14 - Nadere regelingen m.b.t. de aanvraag van
bepaalde verloven
Het verlof voor deeltijdse prestaties, het verlof voor loopbaanonderbreking (uitgezonderd het
verlof voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid en het palliatief
verlof) en het onbetaalde verlof (uitgezonderd de 20 dagen gecontingenteerd verlof) worden
minstens één maand voor de aanvang van het verlof aangevraagd aan de lijnmanager, die
binnen een redelijke termijn een beslissing zal nemen en deze zal communiceren aan het
betrokken personeelslid.
14.1. Schoonmaakpersoneel
Deeltijdse prestatie:
Deeltijdse prestatie (19u/week) is mogelijk wanneer er alle dagen 3.48u wordt gewerkt ofwel
3 dagen per week van 6.20u waarvan 2 van de volgende 3 dagen: maandag, woensdag of
vrijdag.
Er wordt in beide systemen getracht om het personeelslid op de standplaats te laten, lukt dit
niet dan wordt er naar alternatieven gezocht (vb voor Brussel Vervangploeg Noordwijk of
mobiele ploeg).
4/5 kan alleen voor personeelsleden die een contract van 38u/week hebben.
Onbetaald verlof (20 werkdagen)
Onbetaald verlof moet minstens één maand op voorhand worden aangevraagd (voor
uitzonderingen moet dit besproken worden met de leidinggevende). Aanvragen voor het
volgende jaar mogen gebeuren vanaf 17 november.
Er worden geen dagen onbetaald verlof toegestaan tijdens de maanden juli en augustus, de
laatste tien werkdagen van december, op brugdagen en weken waarin een betaalde
feestdag valt. Er worden per jaar 3 dagen toegestaan op vrijdagen.
Goedgekeurde dagen onbetaald verlof kunnen niet gewijzigd worden.
Afhankelijk van de samenstelling van de groep kunnen één of meerdere personeelsleden op
dezelfde dag onbetaald verlof nemen.
Bloed, plasma, afstaan bloedplaatjes
Deze dienstvrijstellingen worden toegestaan zolang de minimumbezetting gegarandeerd
wordt. Bij goedkeuring wordt er voorrang gegeven aan groot verlof, dan verlof en dan
dienstvrijstellingen.
Voor deze dienstvrijstellingen wordt ten laatste 1 week voor de geplande dienstvrijstelling
meegedeeld wat het resultaat is van de aanvraag.
14.2. Cateringpersoneel
Deeltijdse prestatie:
Aanvragen voor deeltijdse prestaties zullen geëvalueerd worden in functie van de totale
afwezigheden in alle keukens. Bij deeltijdse prestatie mag er van volgende dagen maar 1
dag ‘thuis’ worden aangevraagd: maandag, woensdag en vrijdag. Het is wel mogelijk om
elke dinsdag en donderdag te vragen.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 14 – p2/2 - laatste wijziging 23/09/2009
Deeltijdse prestatie wordt minstens 3 maanden voor de aanvang van het verlof aangevraagd.
Binnen de maand na de aanvraag zal er een antwoord gegeven in verband met deze
aanvraag.
Onbetaald verlof (20 werkdagen)
Er worden geen dagen onbetaald verlof toegestaan tijdens de maanden juli en augustus, de
laatste tien werkdagen van december, op brugdagen en op 1 september. Elke woensdag
onbetaald verlof wordt alleen toegestaan bij personeelsleden met kinderen onder de 14 jaar.
Het aantal dagen onbetaald verlof moet op een redelijke wijze gespreid worden over alle
weekdagen.
Onbetaald verlof moet minstens 1 maand op voorhand worden aangevraagd. Dit kan
aangevraagd worden per half jaar.
Bloed, plasma, afstaan bloedplaatjes, preventief kankeronderzoek, prenataal onderzoek
Deze dienstvrijstellingen worden toegestaan zolang de minimumbezetting gegarandeerd
wordt. Bij goedkeuring wordt er voorrang gegeven aan groot verlof, dan verlof en dan
dienstvrijstellingen.
Voor deze dienstvrijstellingen wordt ten laatste 1 week voor de geplande dienstvrijstelling
meegedeeld wat het resultaat is van de aanvraag.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 15 - p1/1 - laatste wijziging 01/01/2012
Artikel 15 - Nadere regelingen m.b.t. de voortijdige
beëindiging van en de opzeggingstermijnen voor verloven
Een personeelslid kan een aangevraagd, respectievelijk begonnen verlofstelsel alleen
opzeggen om echt dwingende redenen en na overleg met de lijnmanager.
Onverminderd de hogervermelde regel, gelden voor de opzegging van verloven, de volgende
opzegtermijnen.
Soort verlof Opzegging Opzeggingstermijn
verlof voor deeltijdse prestaties op initiatief van lijnmanager of
ambtenaar
1 maand tenzij een kortere
termijn wordt overeengekomen
loopbaanonderbreking op initiatief van personeelslid minstens 1 maand
algemeen stelsel
loopbaanonderbreking
(ouderschapsverlof)
- -
loopbaanonderbreking bij overlijden patiënt
(bijstand)
-
loopbaanonderbreking (palliatief bij overlijden patiënt
verlof)
-
verlof voor opdracht (kabinet) door minister
-
verlof voor opdracht (algemeen
belang)
verlof voor opdracht
(terbeschikkingstelling
Koning(in) / Prins(es))
verlof voor opdracht (erkende
politieke groep)
Onbetaald verlof (20
werkdagen)
Onbetaald verlof ambtenaar (5
jaar)
Onbetaald verlof contractueel
personeelslid (1 jaar)
op initiatief personeelslid
door functionele minister
door ambtenaar
1 maand tenzij in overleg met
lijnmanager een kortere termijn
wordt overeengekomen
1 maand tenzij in overleg met
lijnmanager een kortere termijn
wordt overeengekomen
door Koning(in) Prins(es) -
op initiatief van ambtenaar
op initiatief van functionele
minister op voorwaarde dat er
dienstredenen zijn
op initiatief van ambtenaar
op initiatief van de ambtenaar
op initiatief van het contractuele
personeelslid
1 maand tenzij in overleg met de
lijnmanager een kortere termijn
wordt overeengekomen
1 maand tenzij in overleg met
lijnmanager een kortere termijn
wordt overeengekomen
- -
termijn overeen te komen met
lijnmanager
termijn overeen te komen met
lijnmanager
-
-
AFM Arbeidsreglement

Artikel 16 - p1/3 - laatste wijziging 01/01/2012
Artikel 16 - Vereiste attesten voor dienstvrijstelling
Voor de hierna vermelde dienstvrijstellingen moeten de volgende attesten worden
ingediend/voorgelegd:
Dienstvrijstelling
Vereist attest
1. vakbondsactiviteiten
• deelname aan de werkzaamheden van een
onderhandelings- of een overlegcomité
persoonlijke oproeping of doorlopende
opdracht
• uitoefening van de in de wet opgesomde
prerogatieven:
persoonlijke oproeping of doorlopende
opdracht
stappen bij de overheden in het
gemeenschappelijk belang van de
personeelsleden of in het bijzonder belang van
een personeelslid
bijstandverlening aan een personeelslid dat zijn
daden bij de administratieve overheid moet
rechtvaardigen
uithangen van berichten tijdens de diensturen
innen van vakbondsbijdragen tijdens de uren
(enkel voor de representatieve
vakorganisaties)
aanwezigheid bij de [vergelijkende] examens
en bij de examens die voor de personeelsleden
worden georganiseerd (enkel voor de
representatieve vakorganisaties)
• deelname aan de vergaderingen die de
representatieve vakorganisaties in de lokalen
beleggen, na indiening van een voorafgaand
-
verzoek bij de bevoegde overheid
2. vrijwilliger brandweerkorps of korps burgerlijke attest korpscommandant
bescherming
3. actieve vrijwilliger Rode Kruis attest Rode Kruis
4. voorzitter/bijzitter/(adjunct-)secretaris stembureau of
stemopnemingsbureau
attest van de voorzitter van het stem- of
stemopnemingsbureau (voor de voorzitter
zelf medeondertekend door de secretaris);
het personeelslid dat kiest voor deze
compenserende dienstvrijstelling ontvangt
geen presentiegeld als lid van een stem- of
stemopnemingsbureau.
AFM Arbeidsreglement

Artikel 16 - p2/3 - laatste wijziging 01/01/2012
5. onbezoldigd topsporter of internationaal jurylid - voor de topsporter:
• verklaring op erewoord dat de
voorbereiding van en de deelname aan
de sportmanifestatie waarvoor
dienstvrijstelling wordt gevraagd,
onbezoldigd is;
• verklaring van de federatie of het BOIC
waaruit blijkt dat hij/zij geselecteerd of
gepreselecteerd is;
• het voorbereidings- en
deelnemingsschema.
6. afstaan beenmerg medisch attest
7. afstaan organen of weefsels medisch attest
8. onbezoldigde begeleiding/bijstand van
gehandicapten/zieken tijdens vakantiereizen en
verblijven in binnen- en buitenland
- voor het internationaal jurylid:
• verklaring op erewoord dat de deelname
aan de sportmanifestatie waarvoor
dienstvrijstelling wordt gevraagd,
onbezoldigd is;
• verklaring van de bevoegde instantie dat
hij/zij geselecteerd is als internationaal
jurylid.
- medisch attest m.b.t. de
arbeidsongeschiktheid van de
gehandicapte/zieke
- attest van deelname aan reis/verblijf
afgegeven door de organiserende
vereniging.
9. prenataal onderzoek medisch attest met datum en uur met
vermelding “prenataal onderzoek”
10. borstvoeding op het werk -
11. afstaan bloed, plasma, bloedplaatjes ofwel een door de dokter van de
bloedtransfusiedienst ondertekend en
gedateerd bewijsstuk; ofwel bloedgevers- of
plasmageverskaart.
12. preventief kankeronderzoek door een dokter of Medisch attest met, naast datum en uur, de
centrum naar keuze (max. 1 maal per jaar)
13. begeleiden en bijstaan van gehandicapten en
zieken met tenminste 66% arbeidsongeschiktheid
tijdens de voor deze personen georganiseerde
vakantiereizen en –verblijven in het binnen- en
buitenland.
14. oproeping voor het gerecht als getuige of als oproepingsbrief
gezworene
15. oproeping voor het bijwonen van de familieraad oproepingsbrief
16. oproeping voor burgerlijke en militaire
oproepingsbrief
invaliditeitscommissies en door de administratieve
gezondheidsdienst
17. oproeping voor statutaire raden en commissies oproepingsbrief
18. deelname aan het beheer van de vzw Sociale oproepingsbrief
Dienst
19. raadpleging van de vzw Sociale Dienst, mits uitnodiging
voorafgaandelijke toestemming van uw directe chef wat
betreft datum en uur
20. getuigenis of hulpverlening bij ongevallen op de
weg naar het werk
vermelding: preventief kankeronderzoek
Medisch attest m.b.t. de
arbeidsongeschiktheid van de zieke of
gehandicapte en een attest van deelname
aan de reis of het verblijf verstrekt door de
organiserende filantropische vereniging
Geen
AFM Arbeidsreglement

Artikel 16 - p3/3 - laatste wijziging 01/01/2012
21. medische behandeling als slachtoffer van een
arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar of van
het werk
22. gezondheidsredenen die het vertrek van de zieke
noodzakelijk maken, mits voorafgaandelijk akkoord van
de lijnmanager
23. dienstvrijstelling voor de rest van de eerste
werkdag van het jaar voor personeelsleden die ’s
morgens aanwezig waren tussen 10.30u en 12u voor
de gebruikelijke nieuwjaarswensen, na deelname aan
de officiële receptie
24. dienstvrijstelling voor deelname aan de officiële
sportdag voor de Vlaamse ambtenaren
25. gevallen van overmacht en andere uitzonderlijke
gevallen waarover de lijnmanager beslist, rekening
houdend met de evaluatie van de prestaties van het
personeelslid
26. dienstvrijstelling tijdens de middagpauze van
11.45u tot 13.45u voor deelname aan het festival
‘Boterhammen in het Park’
Alle operationele personeelsleden (o.a. catering en
schoonmaak, gebouwgebonden diensten en
chauffeurs) + personeelsleden die niet in Brussel
werken krijgen een compensatie van 1/10 van hun
weekprestatie tijdens deze week in verlof indien ze
deze week werken.
27. sollicitatie naar aanleiding van een vacature bij
AFM: het personeelslid krijgt dienstvrijstelling voor de
selectie mits goede afspraken gemaakt te hebben met
de leidinggevende. Indien de leidinggevende niet op de
hoogte wordt gebracht, moet hiervoor verlof worden
genomen.
Sollicitatie naar aanleiding van een vacature bij de VO,
maar niet bij AFM: dienstvrijstelling voor de duur van de
selectie mits goede afspraken gemaakt zijn met de
leidinggevende. Indien de leidinggevende niet op de
hoogte wordt gebracht, moet hiervoor verlof worden
genomen.
28. Bevorderingsexamens:
Dienstvrijstelling tijdens de duur van de activiteit en de
tijd nodig voor zicht te verplaatsten van en naar de
activiteit.
Overgangsexamens:
Dienstvrijstelling voor de activiteiten die plaatsvinden
tijdens de werkuren, krijgen personeelsleden
dienstvrijstelling om zich van en naar de activiteit te
gaan en voor de duurtijd van de activiteit zelf.
Per examen een dag dienstvrijstelling op de werkdag
voorafgaand aan het examen om te studeren.
Generieke testen:
Dienstvrijstelling voor deelname aan de infosessie
georganiseerd door de MOD en de tijd om zich van en
naar de activiteit te gaan. Indien het examen tijdens de
diensturen valt, krijgt het personeelslid ½ dag van hun
te presteren dagprestatie in uren op hun prikkaart.
Geen
Indien mogelijk toestemming van
verpleegster
In- en uitprikken indien het gebouw beschikt
over een prikklok
attest van deelname
Indien mogelijk bewijs van de gemeente
Geen
Kopie van uitnodigingsbrief
sollicitatiegesprek
Kopie van uitnodigingsbrief
Kopie van uitnodigingsbrief
Kopie van bewijs deelname generieke
proeven
AFM Arbeidsreglement

Artikel 17– p1/1 - laatste wijziging 01/01/2012
Artikel 17 Facultatieve vermeldingen
17.1. Arbeidsgeneeskunde
Alle contacten met de arbeidsgeneeskundige dienst verlopen via de
Managementondersteunende diensten, cel P & O – Team Welzijn, Boudewijnlaan 30, bus 38
te 1000 Brussel (fax: 02/553.52.19; arbeidsgeneeskundepersoneel.mod@bz.vlaanderen.be),
waarvan de contactpersonen zijn: Sandra Vanhamme (tel.: 02/553.20.88) of Sonia Decattelle
(tel. 02/553 51 72)
17.2. Woon-werkverkeer
De personeelsleden die gewoonlijk het openbaar vervoer gebruiken om het werk te bereiken,
genieten van een gratis vervoersabonnement. Het door een personeelslid betaalde
supplement voor treinreizen in eerste klasse wordt niet terugbetaald.
Personeelsleden die voltijds werken, gewoonlijk de trein naar het werk nemen en minder dan
drie opeenvolgende maanden afwezig zijn van het werk, reizen met een treinkaart dat voor
één jaar geldig is.
Personeelsleden die deeltijds werken, met loopbaanonderbreking zijn of om welke reden ook
slechts voor de helft van de werkdagen aanwezig zijn in hun administratieve standplaats,
kiezen met betrekking tot hun treinreizen naar en van het werk voor een railflex-formule (dit
zijn vijf verplaatsingen heen en terug tijdens een periode van 15 dagen).
Personeelsleden die voor een lange periode afwezig zullen zijn, bijvoorbeeld wegens
voltijdse loopbaanonderbreking, zwangerschapsverlof gevolgd door ouderschapsverlof,
ziekteverlof ingevolge een heelkundige ingreep, leveren hun treinkaart (voor zover het voor
één jaar geldig is) in bij de personeelsdienst.
Personeelsleden die tijdelijk niet met de trein naar het werk komen omdat ze bijvoorbeeld in
de zomermaanden de fiets of de auto gebruiken, leveren hun treinkaart (voor zover het voor
één jaar geldig is) in bij de cel P & O – Team personeelsadministratie van de
Managementondersteunende diensten, Boudewijnlaan 30 te 1000 Brussel (tel.:
02/553.50.51; fax: 02/553.52.19; personeel.mod@bz.vlaanderen.be) of verlengen de
valideringsperiode van de treinkaart voor een kortere periode dan één jaar (bijvoorbeeld
maandelijks, driemaandelijks).
Aan de personeelsleden, die gewoonlijk met de auto naar het werk komen, worden de
kosten voor treinreizen van en naar het werk terugbetaald, die occasioneel en in
uitzonderlijke omstandigheden (bijvoorbeeld wegens onderhoud van de auto, slechte
weersomstandigheden) worden gedaan.
Personeelsleden die op de vervaldag van hun treinkaart voor minder dan negen maand in
dienst blijven wegens bijvoorbeeld pensionering, verlof voorafgaand aan het pensioen,
beëindiging van het arbeidscontract, mobiliteit, verlengen de oorspronkelijke geldigheidsduur
van hun treinkaart slechts met driemaandelijkse, maandelijkse of wekelijkse periodes
AFM Arbeidsreglement

Artikel 18– p1/1 - laatste wijziging 01/01/2012
Artikel 18 - Plaats waar de laatste versie van het
arbeidsreglement kan worden geraadpleegd
- op de gemeenschappelijke serverruimte van AFM: L:\0_Overkoepelend\0_2_documenten
- bij het team personeelsbeheer
Nieuwe personeelsleden ontvangen de laatste versie van het arbeidsreglement op hun
eerste werkdag. Ook in de onthaalbrochures voor het catering- en schoonmaakpersoneel
zullen de relevante gedeelten van dit arbeidsreglement opgenomen worden.
Wijzigingen worden bekendgemaakt via de interne nieuwsbrief en de personeelsbladen.
Datum van inwerkingtreding: 01-01-2012
Voor de werkgever,
Kristel Gevaert
Administrateur-generaal
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 1 - p1/4 - laatste wijziging 01/01/2012
BIJLAGE 1: Plaatsen van tewerkstelling (met aanduiding
van EHBO-verantwoordelijke en plaats verbandkist)
stad/gemeente
Postnummer
Straat + nummer
EHBO
verantwoordelijke Tel-nr. EHBO Plaats verbandkist
1ste verd.
Aalst 9300 Keizerplein 40B Guy Clinkaert 053/76 87 19 landschapsbureel
Aalst 9300 Zeebergkaai 6 André Jordens 053/76 94 71 keuken
Aarschot 3200
Antwerpen 2020
Nieuwrodesteenweg
137 Lidia Vanhelemont 016/ 61 86 48 Glv slaapzaal
D'Herbouvillekaai
11 Stijn Baert 03/241 51 14
adm.geb.refter en
EHBO regie
lokaal 204c(2de
verd.telefoonc.
Antwerpen 2000 Frankrijklei 38 Cindy Mampaey 03/205 60 51
Gouvernement K.
Antwerpen 2000 Elisabethlei 22 Hans Buysse 03/240 55 25
Maria Van De
Lange Kievitstraat Vloet – Betty Van
Antwerpen 2018 111-113
Looy 03/224 60 79 EHBO-lokaal glv
Antwerpen 2050 Thonetlaan 102 Peter De Leenheer 03/219 38 30
Antwerpen
(Wilrijk) 2020 Vuurkruisenplein 20 Hendrik Korstanje 03/443 63 31
Rita De Bock
Borgerhout 2140 Berchemlei 115 Peter Viaene
EHBO lokaal
gelijkvloers
Permanentie EMA
(gelijkvloers)
03/224 63 74
03/224 61 82 Verbandkamer labo
Brecht 2960 Bethovenstraat 66 Dirk Iemands 03/330 12 78
gelijkvloers 1ste
bureau links
Brugge 8000
Baron Ruzettelaan
1 Jonathan Willems 050/20 76 40 gelijkvloers 012
Brugge 8000 Burg 4 Carine Windels 050/40 56 19
EHBO lokaal
gelijkvloers
Brugge 8000 Markt 1
Gilbert Denhert-
Colette
Hungenaert 050/44 11 37
pers.dienst
gelijkvl.tekenz.2de
verd
Brugge 8000 Spanjaardstraat 15 Bart Debaets 050/44 50 70
Brugge 8000 Werkhuisstraat 9 Els Braem 050/44 28 11
Secretariaat 1 ste
verdieping
EHBO lokaal
gelijkvloers
Brugge (Sint-
Andries) 8200 Gistelsteenweg 300 Maria Orroi 050/32 90 60 gelijkvloers lokaal 011
Brugge (Sint-
Michiels) 8200 Rijselstraat 231
Brugge (St.-
Michiels) 8200
Willem De Clercq-
Conny Braems 050/30 11 51
Koning Albertlaan
293 Nobert Roeygens 050/40 49 00
Secretariaat 1 ste
verdieping
EHBO lokaal
gelijkvloers
Brugge (St.-
Michiels) 8200
Koning Albertlaan
360 Walter Verbrugghe 050/40 46 41 Magazijn
Hilde Cuyt, Naomi
Declercq, Caroline
De Pauw, Rudy
Smets, Griet
Vandenwynckel,
Marie-Anne
Brussel 1000 Arenberg 7 Vanhijfte 02/553 68 19 Glv EHBO-lokaal
Brussel 1000 Arenbergstraat 1D
niemand
aangesteld
3de verdieping
Brussel 1000 Boudewijnlaan 30 02/ 553 50 00
1 ste verdieping EHBOlokaal
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 1 - p2/4 - laatste wijziging 01/01/2012
Brussel 1000
Vanderlindenstraat
46 Evi Bert 02/247 97 40 1ste verdieping
Brussel 1000 Hertogstraat 1 Van Hemelrijck 02/550302
Brussel 1000 Koloniestraat 18-24
Brussel 1210
Brussel 1210
Koning Albert II-laan
15 Conscience Karen Vanhees 02/553 66 66
Koning Albert II-laan
19 Phoenix
Gelijkvloers
archief/geneeskunde
EHBO lokaal
gelijkvloers
niemand
aangesteld 02/553 18 29 onthaal gelijkvloers
Brussel 1000
Koning Albert II-laan
20 Ferraris Edda Callebaut 02/553 85 39
gelijkvloersP26/sleutel
onthaal
Brussel 1030
Koning Albert II-laan
35 – -Ellips Yvan Van Damme 02/552 82 24 EHBO-lokaal glv
Brussel 1000 Koningsstraat 136
niemand
aangesteld
4de verdieping lokaal
409
Brussel 1000
Koningsstraat 14
Hotel Errera Bert Quinaert Glv
Brussel 1000 Koolstraat 35 Tinne Mortelmans 02/ 553 26 00
Niemand
Brussel 1000 Kortenberglaan 71 aangesteld
Glv
Brussel 1000 Leuvenseplein 12 Bert Van Gestel 02/211 35 78 1ste verdieping
Brussel 1000 Martelaarsplein 7
niemand
aangesteld
Brussel 1000 Martelaarsplein 19 Sabah Dahmoni 02/553 26 13 Glv
Brussel 1000 Rozenstraat 2-4-6
Brussel 1000
Brussel 1040 Wetstraat 61/63
Niemand
aangesteld
Sainctelettesquare
19 Ivo Janssen 02/204 07 04
Niemand
aangesteld
1ste verdieping lokaal
121
Geen
6 de verd links, bureel
Ivo Janssen
5 de verd.
Brussel
(Anderlecht) 1070 Kliniekstraat 25 Carine Buysse 02/558 18 07
1ste verdieping
EHBO-Lokaal
Brussel (Evere) 1140 Olympiadelaan 10 Rita Roosen 02/727 09 75 EHBO-Lokaal 1018
De Panne 8660 Olmendreef 2 Gudrun Jooren 058/42 21 51 EHBO glv
EHBO lokaal
Diksmuide 8600 Roeselarestraat 77 Willem Vandamme 051/55 00 40 gelijkvloers
Gelijkvl.bureau naast
refter (9)
Geel 2440 Kleinhoefstraat 1 Ludwik Cabanek- 014/57 97 45
Gent 9000 Elfjulistraat 41 Tim De Winter 09/24’ 83 73 lokaal 121
Lorenzo Verlé-
Viviane Hermans – 09/265 46 72
Veronique 09/265 45 73
Gebr. Van Adriaens 09/265 45 18
Gent 9000 Eyckstraat 2- 6 Ronny De Rudder 09/265 45 64
Gent 9000
Gouvernementstraat
1 Wim Vandenhaute 09/267 82 28
Gent 9000 Koningsstraat 18 Frank Colman 09/265 95 46
Gent 9000
Lousbergkaai 105
bus 2
Gent 9000 Motorstraat 109
gelijkvloers EHBO
Lokaal
Keuken (lage kast
tussenmuur
Myriam Joos
Valerie D'Hondt
09/235 31 11
09/ 235 32 00 alle kitchenettes
Boudewijn
Vlaminck 09/250 57 24 gang 1 ste verdieping
Gent 9000 Nederkouter 28 Jurgen Claus 09/268 02 09 voorbouw
Gent 9000 Vliegtuiglaan 5 Johan François 09/ 323 74 45 lokaal nr.115
Gentbrugge 9050 Walstraat 101 Dirk Thomas 09/210 12 39 EHBO lokaal in loods
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 1 - p3/4 - laatste wijziging 01/01/2012
Geraardsbergen 9500 Gaverstraat 35
Els Mincke-
Athanaska
Verhelst 054/43 61 60 onthaal gelijkvloers
Geraardsbergen 9500 Gaverstraat 4 Michel Dannau 054/43 71 11
Grimbergen 1830 Westvaartdijk 71
Grimminge 9506
Hasselt 3500
Houthalen -
Helchteren 3530 Souwstraat 39
Niemand
aangesteld
onthaal gelijkvloers
(trap)
Hoogvorst 2
Boshuisje
Thomas
D'Haenens 054/43 61 60 Kitchenette
Koningin Astridlaan
50 Bert Daenen 011/74 20 32 lokaal 1D11
Willy
Vanderhoydonck 011/52 39 67
Glv
1ste verd.
Secretariaat
Ieper 8900 Brugseweg 2 Saskia Wybaillie 057/22 01 07 EHBO lokaal glv
EHBO lokaal
Ieper 8900 Omloopstraat 1 Eddy Vanstaen 057/22 08 80 gelijkvloers
Jabbeke 8490
Koersel-
Beringen 3582
Gemene
Weidestraat 8 Kris Degrande 050/25 06 96
EHBO-lokaal
kleedkamer glv
Grauwe Steenstraat
7/2 Jan Kenis 011/45 01 90 Gelijkvloers berging
Kortrijk 8500 Kasteelkaai 1
Kortrijk 8500 Kennedylaan Z/N
Robert
Vermoortele 056/23 71 80
EHBO lokaal
gelijkvloers
Kortrijk 8500 Oude Kasteelstraat
Kortrijk 8500 Passionistenlaan 82 Hendrik De Waele 056/ 23 60 33
Leuven 3000 Diestsepoort
Walter
Vanderheyden 02/553 66 85 0G39
EHBO lokaal
kelderverdieping
Maaseik 3680 Schoorstraat 2 Jan Moors 089/86 93 30
1steverd.bureau
Dhr.Moons
Mechelen 2800 Zemstbaan 78
Marleen van Moer
– Herman
Vandeneede 015/44 83 52 Bureel Herman
Mechelen 2800 Zwartzustervest 21 Cannaerts Agnes 015/28 68 70 in kast bureel
Merelbeke 9820
Burgem. Van
Gansberghelaan
115A
Thomas
Premereur 09/272 23 10
archief gang
gelijkvloers
Merelbeke 9820
NIeuwpoort 8620 Watersportlaan
Burgem. Van
Gansberghelaan 92 Linda Deplorez 09/ 272 22 05 1ste verd.lokaal nr.28
Oostende 8400 Duinkerkseweg 10 Hilde Nieuwlaat 059/55 64 87
Oostende 8400 Maritiem Plein 3 Deborah Braet 059/25 54 43
Oostende 8400
Oostende 8400
EHBO lokaal 1ste
verdieping
Secretariaat 1ste
verdieping
Sir Winston
Churchillkaai 2 Roger Beheydt 059/55 28 11 EHBO gelijkvloers
Slijkensesteenweg
2
Oostende 8400 Vrijhavenstraat 3 - 5
Dirk Dufour-
Martine Valcke 059/55 42 12
EHBO lokaal
gelijksvloers
Oudenaarde 9700 Heurnestraat 27 Dorien Samaille 055/46 03048 kast tussenverdiep
Pittem 8740 Nijverheidstraat 11
Jean Cauwelier
Koen Deke
051/46 68 76
051/56 68 76 refter gelijkvloers
Roeselare 8800 Zuidforeest 11C Kris Vanparys 051/26 58 65 gelijkvloers lokaal OV
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 1 - p4/4 - laatste wijziging 01/01/2012
Sint-Andries-
Brugge 8200 Zandstraat 255 Dirk De Jaeghere 050/45 41 50
kantoor De Jaeghere
2de verd.
in kast bureel 1ste
Sint-Niklaas 9100 Casinostraat 13 De Cock Nancy 03/760 69 11 verdiep
Sint-Niklaas 9100 Casinostraat 24 Cap Jurgen 03/778 89 10 Op kast in keuken
Sint-Niklaas 9100
Industriepark West
51
Tongeren 3700 Overhaemlaan 28
De Ridder
Marianne 03/780 20 30
José Gregoor-Kris
Huygen
012/39 82 73
012/39 82 74
EHBO lokaal
gelijkvloers
gelijkvloers kast
keuken
Turnhout 2300 Graatakker 189 Peter D’Hondt 014/63 95 20 1 ste verd. Kast keuken
Turnhout 2300 Parklaan 49
Evy Van Den
Schoor 014/63 93 63
1ste verd. Kast
secretariaat
Vilvoorde 1800 Albert I-Laan 275
Gwendy Aerts
Erik Delaere
02/255 90 48
02/255 90 39
EHBO lokaal glv
onder trap
Vilvoorde 1800 Luchthavenlaan 4 Mark De Wever 02/257 23 38 EHBO lokaal
Vlezenbeek 1602 Konijnenstraat 172
Guillaume
Tielemans 02/454 86 30 in de refter -1
Vosselaar 2350 De Breem 5 Selm Verheyen 014/47 30 00
Gelijkvloers Regie
Loods
Wetteren 9230 Poortelos 3/4/5 Patrick Schepens 09/365 78 10 Gelijkvloers
Wevelgem 8560 Kortrijkstraat 300 Johnny Duquesne 056/43 72 33 lokaal G21
niemand
Loodswacht 2de
Zeebrugge 8380 Doverlaan 7 aangesteld
verdieping
Zeebrugge 8380 Rederskaai 50 Guy Simono 050/55 13 68 gelijkvloers garage
Zeebrugge 8380 Kustlaan 69
Bollebergen 2B bus
Zwijnaarde 9052 12 Dieter De Bock 09/241 74 38
Zwijnaarde 9052 Tramstraat 52
Wendy De Vos –
Miranda Seigneur 09/240 75 66
EHBO lokaal
gelijkvloers
labo glv +
administratie lok. 1 ste
Nr 24
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 2 – p1/7 - laatste wijziging 01/01/2012
BIJLAGE 2: Arbeidsinspectie
1. Toezicht op de Sociale Wetten
Aalst
R.A.C."De Pupillen"
Graanmarkt 1
9300 AALST
Tel.: 053 75 13 33
Fax: 053 75 13 44
E-mail: tsw.aalst@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Aalst, Brakel, Denderleeuw, Erpe-Mere, Geraardsbergen, Haaltert, Herzele,
Horebeke, Kluisbergen, Kruishoutem, Lede, Lierde, Maarkedal, Ninove, Oudenaarde, Ronse,
Sint-Lievens-Houtem, Wortegem-Petegem, Zingem, Zottegem en Zwalm.
Antwerpen
Theater Building
Italiëlei 124 bus 56
2000 ANTWERPEN
Antwerpen 1
Tel.: 03 213 78 10
Fax: 03 213 78 34
E-mail: tsw.antwerpen1@werk.belgie.be
Antwerpen 2
Tel.: 03 213 78 10
Fax: 03 213 78 34
E-mail: tsw.antwerpen2@werk.belgie.be
Antwerpen 3
Tel.: 03 213 78 10
Fax: 03 213 78 37
E-mail: tsw.antwerpen3@werk.belgie.be
Antwerpen 4
Tel: 03 213 78 10
Fax: 03 213 78 37
E-mail: tsw.antwerpen4@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Antwerpen, Berendrecht, Lillo, Zandvliet, Berchem, Edegem, Ekeren,
Kapellen, Kontich, Stabroek, Borgerhout, Brasschaat, Brecht, Essen, Kalmthout, Merksem,
Schoten, Wuustwezel, Boechout, Borsbeek, Deurne, Malle, Ranst, Schilde, Wijnegem,
Wommelgem, Zandhoven, Zoersel, Aartselaar, Boom, Hemiksem, Hoboken, Hove, Lint,
Mortsel, Niel, Rumst, Schelle, Wilrijk en Zwijndrecht.
Brugge
Breidelstraat 3
8000 BRUGGE
Brugge-Oost
Tel: 050 44 20 30
Fax: 050 44 20 39
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 2 – p2/7 - laatste wijziging 01/01/2012
E-mail: tsw.brugge.oost@werk.belgie.be
Brugge-West
Tel: 050 44 20 30
Fax: 050 44 20 39
E-mail: tsw.brugge.west@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Alveringem, Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, Knokke-
Heist, Oostkamp, Torhout, Zedelgem, Zuienkerke, Bredene, De Haan, De Panne,
Diksmuide, Gistel, Houthulst, Ichtegem, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Lo-Reninge,
Middelkerke, Nieuwpoort, Oostende, Oudenburg en Veurne.
Brussel
Ernest Blerotstraat 1
1070 BRUSSEL
Tel.: 02 235 54 01 (Permanentie N en F)
Fax: 02 235 54 04
E-mail: tsw.brussel@werk.belgie.be – cls.bruxelles@emploi.belgique.be
Ambtsgebied: Het administratief arrondissement Brussel.
Gent
L. Delvauxstraat 2A
9000 GENT
Savaanstraat 11/002
9000 Gent
Gent-West:
Tel: 09 265 41 11
Fax: 09 265 41 10
E-mail: tsw.gent.west@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Aalter, De Pinte, Deinze, Eeklo, Gavere, Kaprijke, Knesselaere, Lovendegem,
Maldegem, Nazareth, Nevele, Sint-Laureins, Sint-Martens-Latem, Waarschoot, Zomergem,
Zulte
Gent-Oost:
Tel: 09 265 41 11
Fax: 09 265 41 10
E-mail: tsw.gent.oost@werk.belgie.be
Attaché-directiehoofd: Arlette Boeckx
Ambtsgebied: Assenede, Destelbergen, Evergem, Gent, Laarne, Lochristi, Melle, Merelbeke,
Moerbeke-Waas, Oosterzele, Wachtebeke, Wetteren en Zelzate.
Halle-Vilvoorde
d’ Aubreméstraat 16
1800 VILVOORDE
Halle-Vilvoorde 1
Tel.: 02 257 87 30
Fax: 02 252 44 95
E-mail: tsw.halle.vilvoorde1@werk.belgie.be
Halle-Vilvoorde
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 2 – p3/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Tel.: 02 257 87 30
Fax: 02 252 44 95
E-mail: tsw.halle.vilvoorde2@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Hoeilaart, Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Vilvoorde, Steenokkerzeel,
Machelen, Grimbergen, Kapelle-op-den Bos, Kampenhout, Zaventem,
Luchthaven, Kraainem, Wezen-Oppem, Zemst, Overijse, Halle, Herne, Bever, Galmaarden,
Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Pepingen, Dilbeek, Asse, Ternat, Opwijk, Lennik, Gooik,
Roosdaal, Liedekerke, Wemmel, Merchtem, Affligem, Londerzeel en Meise
Hasselt
TT 14
Sint-Jozefstraat 10.9
3500 HASSELT
Tel.: 011 35 08 80
Fax: 011 35 08 98
E-mail: tsw.hasselt@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Beringen, Bocholt, Diepenbeek, Gingelom, Halen, Ham, Hamont-Achel,
Hasselt, Hechtel-Eksel, Herk-de-Stad, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren,
Leopoldsburg, Lommel, Lummen, Neerpelt, Nieuwerkerken, Overpelt, Peer, Sint-Truiden,
Tessenderlo en Zonhoven.
Kortrijk
Ijzerkaai 26-27
8500 KORTRIJK
Tel.: 056 26 05 41
Fax: 056 25 78 91
E-mail: tsw.kortrijk@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen,
Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem en Zwevegem.
Leuven
Federaal administratief centrum
Philipssite 3A, bus 8
3001 LEUVEN
Tel.: 016 31 88 00
Fax: 016 31 88 10
E-mail: tsw.leuven@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek,
Boutersem, Diest, Geetbets, Glabbeek, Haacht, Herent, Hoegaarden, Holsbeek, Huldenberg,
Keerbergen, Kortenaken, Kortenberg, Landen, Leuven, Linter, Lubbeek, Oud Heverlee,
Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tervuren, Tielt-Winge, Tienen, Tremelo en Zoutleeuw.
Mechelen
Louizastraat 1
2800 MECHELEN
Tel.: 015 45 09 80
Fax: 015 45 09 99
E-mail: tsw.mechelen@werk.belgie.be
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 2 – p4/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Ambtsgebied: Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Mechelen,
Nijlen, Putte, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver en Willebroek.
Roeselare
Kleine Bassinstraat 16
8800 ROESELARE
Tel.: 051 26 54 30
Fax: 051 24 66 16
E-mail: tsw.roeselare@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Ardooie, Dentergem, Heuvelland, Hooglede, Ieper, Ingelmunster, Izegem,
Langemark-Poelkapelle, Ledegem, Lichtervelde, Mesen, Meulebeke, Moorslede,
Oostrozebeke, Pittem, Poperinge, Roeselare, Ruislede, Staden, Tielt, Vleteren, Wielsbeke,
Wingene en Zonnebeke.
Sint-Niklaas
Kazernestraat 16 blok C
9100 SINT-NIKLAAS
Tel.: 03 760 01 90
Fax: 03 760 01 99
E-mail: tsw.sintniklaas@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Berlare, Beveren-Waas, Buggenhout, Dendermonde, Hamme, Kruibeke,
Lebbeke, Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster, Wichelen
en Zele.
Tongeren
E. Jaminéstraat 13
3700 TONGEREN
Tel.: 012 23 16 96 of 012 24 13 19
Fax: 012 39 24 53
E-mail: tsw.tongeren@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Alken, As, Bilzen, Borgloon, Bree, Dilsen-Stokkem, Genk, Heers, Herstappe,
Hoeselt, Kinrooi, Kortessem, Lanaken, Maaseik, Maasmechelen, Meeuwen-Gruitrode,
Opglabbeek, Riemst, Tongeren, Voeren, Wellen en Zutendaal.
Turnhout
Warandestraat 49
2300 TURNHOUT
Tel.: 014 44 50 10
Fax: 014 44 50 20
E-mail: tsw.turnhout@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Arendonk, Baarle-Hertog, Balen, Beerse, Dessel, Geel, Grobbendonk,
Herentals, Herenthout, Herselt, Hoogstraten, Hulsthout, Kasterlee, Laakdal, Lille, Meerhout,
Merksplas, Mol, Olen, Oud-Turnhout, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Turnhout, Vorselaar,
Vosselaar en Westerlo.
Directie vervoer Mechelen
Louizastraat 1
2800 MECHELEN
Tel.: 015 45 09 91
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 2 – p5/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Fax: 015 45 09 97
E-mail: tsw.vervoer@werkt.belgie.be
VERSIE 17.02.2011-WEBSITE http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=655
2. Toezicht op het Welzijn op het Werk
Directie Antwerpen
Theater Building
Italiëlei 124 - bus 77
2000 ANTWERPEN
Tel.: 03 232 79 05
Fax: 03 226 02 53
E-mail: tww.antwerpen@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Antwerpen
Directie Brussel
Ernest Blerotstraat 1
1070 BRUSSEL
Tel.: 02 233 45 46
Fax: 02 233 45 23
E-mail: tww.brussel@werk.belgie.be – cbe.bruxelles@emploi.belgique.be
Ambtsgebied: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Directie Limburg – Vlaams-Brabant
Koning Albertstraat 16 B
3290 Diest
Tel.: 013 35 90 50
Fax: 013 35 90 89
E-mail: tww.limburg.vlaamsbrabant@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Limburg en Vlaams-Brabant
Directie Oost-Vlaanderen
Ketelvest 26/202
9000 GENT
Tel.: 09 265 78 60
Fax: 09 265 78 61
E-mail: tww.oost.vlaanderen@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Oost-Vlaanderen
West-Vlaanderen
Breidelstraat 3
8000 BRUGGE
Tel.: 050 44 20 20
Fax: 050 44 20 29
E-mail: tww.west.vlaanderen@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie West-Vlaanderen
VERSIE 17.02.2011 – WEBSITE: http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=6550
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 2 – p6/7 - laatste wijziging 01/01/2012
3. Sociale Inspectie
Directie-generaal Sociale Inspectie
Kruidtuinlaan 50, bus 110
1000 Brussel
Tel.: 02/528.65.46 of 02/528.65.47
Fax: 02/528.69.64 of 02/528.69.65
Brussel hoofdstad
Kruidtuinlaan 50, bus 1
1000 Brussel
Tel.: 02/528.65.48
Fax:02/528.69.64 of 02/528.69.65
Antwerpen
Antwerpen
Italiëlei 124-bus 63 (15e v.)
2000 ANTWERPEN
Tel. : 03/206.99.00
Fax : 03/226.90.47
Mechelen
Louizastraat 1A
2800 Mechelen
Tel. : 015/45 09 80
Fax.: 015/ 45 09 99
Turnhout
Lokalen Toezicht op de sociale wetten
Warandestraat 49
2300 Turnhout
Tel. : 014/44.50.12
REGIO BRUSSEL – VLAAMS-BRABANT
Brussel – Vlaams-Brabant
Kruidtuinlaan 50, bus 110
1000 Brussel
Tel. : 02/528 65 48
Fax : 02/528 69 64 of 02/528 69 65
Leuven
Philipssite 3a – bus 7
3001 Leuven
Tel. : 016/29.32.69
REGIO LIMBURG
FAC Verwilghen
Voorstraat 43
(Blok A, 1e verdieping)
3500 HASSELT
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 2 – p7/7 - laatste wijziging 01/01/2012
Tel: 011 35 08 20
Fax: 011 35 08 38
REGIO OOST-VLAANDEREN
Ketelvest 26/002
9000 Gent
Tel.: 09/265 41 41
Fax: 09/265.41.45
Oudenaarde
Adm. Centrum Maagdendale
Tussenmuren 17
9700 Oudenaarde
Tel. : 055/31.46.01
Sint-Niklaas
Lokalen Toezicht op de Sociale wetten
Kazernestraat 16
blok C
9100 Sint-Niklaas
Tel. : 03/760.01.90
Aalst
RAC De Pupillen
Graanmarkt 1
9300 Aalst
Tel.: 053/75.13.33
REGIO WEST-VLAANDEREN
Brugge
Oude Gentweg 75c
8000 BRUGGE
Tel. : 050/44.59.60
Fax : 050/44.59.70
Kortrijk
Lokalen Toezicht op de sociale wetten
Ijzerkaai 27-27
8500 Kortrijk
Tel. : 056/20.57.12
VERSIE 17 FEBRUARI 2011 – WEBSITE: http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/over-defod/organogram/sociale-inspectie/contact/contact-sociale-inspectie.htm
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p1/19 - laatste wijziging 01/05/2008
BIJLAGE 3: Leidraad voor structurele telewerkers
Telewerken: wat, waarom en wanneer
Via telewerk kunnen medewerkers van thuis uit of vanuit een satellietkantoor werken door
middel van een netwerkverbinding met het hoofdkantoor. Dit heeft vele voordelen: een beter
evenwicht tussen werk- en privéleven, minder reistijden naar en van het werk, meer
mogelijkheden tot geconcentreerd werk, het werk organiseren zodat er efficiënt en
resultaatgericht kan gewerkt worden, efficiënt gebruik van de werkplekken in Brussel, meer
arbeidsmotivatie en minder ziekteverzuim.
Binnen AFM kadert het telewerken in het grotere geheel van Anders Werken. Anders
Werken is de combinatie van kantoorinnovatie en telewerk. Beide aspecten worden als één
geheel benaderd.
Telewerk is niet voor iedereen de geschikte oplossing. Wie graag wil telewerken moet zich
eerst en vooral afvragen of zijn/haar takenpakket wel geschikt is om van op afstand uit te
voeren. Misschien is je aanwezigheid op de werkplaats wel essentieel en dien je dagelijks te
overleggen met collega’s? (zie bijlage 2)
Naast de inhoud van het takenpakket, zijn ook de vaardigheden van de kandidaat
telewerker een bepalende factor in de beslissing van de leidinggevende om hem/haar te
laten telewerken. Het belangrijkste kenmerk is dat de telewerker zelfstandiger gaat werken
waardoor bepaalde beslissingen soms op eigen houtje moeten worden genomen.
Goede afspraken maken goede vrienden
Om te kunnen slagen moet telewerk op stevige afspraken steunen. Het is belangrijk dat er
van meet af aan een aantal spelregels worden vastgelegd. Het is echter zo dat niet alles in
een afsprakenkader kan worden gevat. Sommige situaties en gevallen zijn zo uitzonderlijk
dat ze moeilijk aan bepaalde algemene regels kunnen worden opgehangen. De
leidinggevende moet in die gevallen aangeven wat hij verwacht.
Het is belangrijk dat telewerk de onderlinge samenwerking en sfeer in een entiteit niet
schaadt. Communicatie en informatie zijn hierbij zeer belangrijk. Daarom worden in deze
leidraad voor telewerkers een aantal afspraken vastgelegd. Afspraken over het
arbeidsregime voor de telewerker, de bereikbaarheid van de telewerker, de flexibiliteit, de
taakverdeling, het delen van informatie, agendabeheer, enzovoort komen aan bod.
Bij de start van structureel telewerk wordt daarenboven een apart document “afspraken
structureel telewerk” ondertekend tussen de leidinggevende en de telewerker. Dit
document vindt u in de bijlagen (zie bijlage 3).
Daarnaast worden afspraken gemaakt met de leidinggevende over de uit te voeren taken,
de rapportering, de evaluatie van de geleverde prestaties, enzovoort. Er bestaat
momenteel al een instrument dat dient om op geregelde basis afspraken te maken tussen
leidinggevende en medewerker: het planningsdocument in kader van PLOEG. Afspraken in
verband met thuiswerk worden ook in dit document opgenomen.
Daarnaast dienen telewerkers te beseffen dat thuiswerk niet alleen nieuwe aandacht voor de
rolverdeling tussen werkgever en werknemer vraagt, maar dikwijls ook tussen gezinsleden.
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p2/19 - laatste wijziging 01/05/2008
De combinatie van arbeid, zorg voor de kinderen en het huishouden is voor sommige
telewerkers eerder een nadeel dan een voordeel. Wanneer het werk binnenshuis wordt
gebracht, kom je onder druk te staan door eisen uit 2 sferen: enerzijds de werkgever en
anderzijds het gezin. Maak in je gezin goede afspraken zodat eventuele conflicten
vermeden worden en je efficiënt kan werken.
Juridische en administratieve omkadering
Binnen de Vlaamse overheid zijn er een aantal principes rond telewerken vastgelegd in de
rondzendbrief “Modaliteiten tot regeling van structureel telewerk” 1 . Deze rondzendbrief geldt
enkel voor structurele telewerkers. Niet alle details zijn hierin vastgelegd.
Aanvullend op de rondzendbrief werden er voor de personeelsleden van AFM een aantal
duidelijke afspraken opgesteld, die tegemoetkomen aan de verwachtingen van enerzijds de
leidinggevenden en anderzijds de personeelsleden zelf.
Opstarten van een telewerkproject
De invoering van telewerk is de verantwoordelijkheid van de lijnmanager. Hij/zij zet hiertoe
de volgende stappen:
o Aftoetsen of telewerk voor het team kansen biedt en haalbaar is
o Onderzoeken welke taken in aanmerking komen
o Onderzoek naar welke randvoorwaarden vervuld moeten zijn (vaardigheden,
beschikbare infrastructuur en de interne organisatie van de dienst)
o Bekijken welke concrete afspraken moeten worden gemaakt
o Inschatten van de budgettaire weerslag
Het resultaat van dit onderzoek wordt vervat in een voorstel aan de directieraad dat op basis
van de inhoud een beslissing neemt over het opstarten van een telewerkproject.
Geen recht, geen plicht
Telewerk kan niet worden opgelegd, maar het is anderzijds ook geen recht dat door de
werknemer kan worden afgedwongen. De leidinggevende draagt kandidaten voor telewerk
voor op de directieraad. Hij houdt hierbij rekening met de uit te voeren taken, de
vaardigheden, de goede werking en permanentie van de dienst, de administratieve
processen,…
De leidinggevende zal de kandidaat-telewerker cumulatief beoordelen op het takenpakket,
de mogelijkheid om taken op te volgen en de vaardigheden nodig om van op afstand te
kunnen werken.
De taken die in aanmerking komen, zijn taken die individueel kunnen uitgevoerd worden en
waarvoor geen fysieke aanwezigheid op het werk nodig is.
Een personeelslid dat structureel telewerkt, moet over volgende vaardigheden beschikken,
boven op de opgenomen competenties in de functiebeschrijving:
- zelfstandig kunnen werken
- zelfdiscipline
- werk kunnen plannen
- verantwoordelijkheidszin
1 De rondzendbrief is opgenomen in de bijlagen
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p3/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Een nieuw personeelslid komt pas is in aanmerking voor structureel telewerk na een
inwerkperiode van 6 maanden.
Locatie en tijd
Telewerk kan nooit voltijds. Binnen AFM kan maximum 2 dagen per week getelewerkt
worden, zodat de betrokkenheid met de organisatie en het contact met de collega’s blijft
behouden. Telewerkers werken vanuit een satellietwerkplek van de werkgever of vanuit hun
woonplaats.
Voor personeelsleden die deeltijds werken kan pas vanaf een werkregime van 60%
structureel telewerk toegestaan worden.
Er wordt van de structurele telewerkers en hun leidinggevenden verwacht dat zij flexibel
omspringen met de telewerkdagen in het belang van de dienst.
Telewerk kan niet voorafgaand aan een lange verlofperiode omdat het verstrekken van
noodzakelijke informatie en het doorgeven van lopende zaken aan collega’s door het
betrokken personeelslid best ter plaatse wordt afgehandeld
Vergoedingen en faciliteiten
Aangezien telewerk een keuze is van de werknemer die toch bepaalde voordelen oplevert,
wordt het telewerken zelf niet extra vergoed. Je krijgt hetzelfde loon als voorheen en geen
tussenkomst in eventuele kosten (electriciteit, gas,…).
De werkgever stelt de vereiste aansluitingen ter beschikking van de telewerker. De
aansluitings- en abonnementskosten worden door de werkgever betaald. De werknemer
heeft hierbij 2 mogelijkheden:
1) Deze verbinding mag ook voor privé-doeleinden gebruikt worden. De werkgever
neemt het belastbare voordeel op in de belastingsfiche van de telewerker 2 .
2) De werknemer verklaart op erewoord dat de PC en aansluiting enkel gebruikt
zullen worden voor het werk. De werkgever neemt het belastbare voordeel niet op
in de belastingsfiche van de telewerker.
Daarnaast stelt de werkgever de nodige middelen ter beschikking van de telewerker: laptop
of pc (inclusief toetsenbord en muis) en indien geadviseerd door de arbeidsgeneesheer ook
een ergonomische stoel. Bijkomende uitrusting (bvb. een printer, kast, tafel,…) wordt slechts
uitzonderlijk ter beschikking gesteld.
Bij verlies of diefstal laat de telewerker een proces-verbaal opstellen bij de politie en brengt
de leidinggevende op de hoogte. De telewerker is enkel aansprakelijk voor de kosten die
voortvloeien uit verlies en beschadiging van de gebruikte apparatuur wanneer er sprake is
van bedrog, zware fout of een lichte veelvoorkomende fout.
Ziekte, ongeval en verzekering
Ook wie telewerkt, heeft recht op verlof of kan onverwachts ziek worden. De
arbeidsongevallenreglementering en de regeling met betrekking tot ziektecontrole van de
overheidssector blijven van toepassing bij het telewerk. Indien je op je thuiswerkdag ziek
bent, meld je dit via de normale weg. Indien je ziek bent of verlof hebt op de dag je telewerkt,
kan je hiervoor geen extra telewerkdag opnemen.
2 KB/WIB92
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p4/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Indien de telewerker onverwacht ziek valt en materiaal (bvb. documenten, laptop, enz.) van
AFM in zijn bezit heeft, dient de telewerker zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de
leidinggevende. In overleg met de telewerker zal dan nagegaan worden welk materiaal
terugbezorgd moet worden en op welke wijze dit het efficiëntst kan gebeuren. Zowel de
urgentie van de aanwezigheid van het materiaal op de dienst als de duurtijd van de ziekte
speelt daarbij een belangrijke rol.
Het spreekt voor zich dat iedereen het ter beschikking gestelde materiaal steeds als een
‘goede huisvader’ beheert en dus steeds de nodige zorg en voorzichtigheid aan de dag legt
bij bvb. het in- en uitpakken en verplaatsen van de laptop.
De Vlaamse overheid eist geen schadevergoeding van de thuiswerker voor brandschade en
diefstal van het ter beschikking gestelde computermateriaal. Bij diefstal wordt men wel
verplicht om aangifte te doen bij de politie. Uiteraard wordt de betrokken leidinggevende hier
onmiddellijk van op de hoogte gebracht.
Duidelijke afspraken
Bij de start van structureel telewerk wordt een apart document “afspraken structureel
telewerk” ondertekend tussen de leidinggevende en de telewerker.
Opvolging van de resultaten is uiteraard nodig. De manier waarop dit gebeurt, wordt
afgesproken met de leidinggevende.
Na een telewerkdag dient de telewerker aan de leidinggevende spontaan terug te koppelen
over wat hij/zij heeft gedaan gedurende de telewerkdag ofwel mondeling ofwel via mail,
afhankelijk van de gemaakte afspraken. De taken die gepland werden, worden opgenomen
in de kalender en aangepast indien er gedurende de telewerkdag taken bijkomen of
wegvallen.
Stopzetten van structureel telewerk
De afspraken rond telewerk kunnen zowel door de werkgever als door de telewerker
opgezegd worden. De opzegtermijn bedraagt één maand en gaat in op de dag dat de
opzeggende partij dit door middel van een e-mail of geschrift aan de andere partij meedeelt.
Bij een ernstige fout door de telewerker kan telewerk onmiddellijk beëindigd worden (bvb. bij
opzettelijke beschadiging van materiaal, het niet nakomen van afspraken enz.).
Het feit dat ooit telewerk werd toegestaan, wil dus niet zeggen dat deze beslissing niet kan
herroepen worden, in het kader van het functioneren van het betrokken personeelslid of in
het kader van het algemene belang van de dienst.
De leidingggevende kan dan beslissen om het telewerk (al dan niet tijdelijk) niet meer toe te
laten aan het betrokken personeelslid.
Aandachtspunten
Combinatie werk- privé
Soms hebben thuiswerkers moeilijkheden bij de overgang tussen betaalde arbeid en het
huishouden. Vaak vormt de weg van thuis naar het werk een letterlijke overstap van de ene
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p5/19 - laatste wijziging 01/05/2008
rol naar de andere. Bij telewerken valt die overstap weg. Indien men geen onderscheid
probeert te maken tussen werk- en privé-activiteiten, zullen de telewerker en zijn omgeving
eronder lijden. Hoe kan je deze grenzen tussen werk en privé opbouwen? Eerst en vooral
moet je je fysiek afschermen. Je concentreren op je werk, kan moeilijk op een hoekje van de
keukentafel. Een eigen werkplek waar technologie en infrastructuur volledig zijn afgestemd
op jouw arbeid vormt de basis. Afgeschermd zijn van lawaai van andere huisgenoten of de
nabije omgeving, moet nagestreefd worden. Daarnaast kan het toepassen van
transitierituelen om ruimtelijk en mentaal over te schakelen van werk- naar privésfeer ook
helpen. Telewerkers hebben zo hun eigen trucjes om het werk van zich af te zetten en over
te schakelen naar een andere rol, gaande van sport, huishoudelijk werk, tot boodschappen
doen… Hiervoor enkele praktische tips:
o Zorg voor afwisseling van je werkzaamheden, of neem regelmatig een korte pauze.
Neem meer rustpauzes bij lange werkdagen, vermoeidheid of pijn.
o Sta af en toe eens op en loop rond. Doe regelmatig rekoefeningen.
o Kijk af en toe in de verte om je ogen te laten rusten, knipper regelmatig.
o Werk niet langer dan 6u per dag met de PC.
o Onderbreek de werkdag even voor wat lichaamsbeweging, ga een half uurtje
wandelen of fietsen in de buitenlucht.
Agenda
Als telewerker dien je duidelijk in je elektronische agenda aan te geven wanneer je thuis
werkt en wanneer je verlof neemt, zodanig dat alle medewerkers hiervan op de hoogte zijn.
Wanneer een activiteit plaatsvindt waarbij alle medewerkers aanwezig moeten zijn dan geldt
dat ook voor de telewerkers. De duur van deze activiteit kan niet op een ander moment
ingehaald worden.
Elke telewerker moet in de elektronische agenda aangeven op welke dagen hij/zij telewerkt
met vermelding van een telefoonnummer (indien dit een GSM is van het werk).
Het doorgeven van een privé-nummer voor dringende gevallen (indien de telewerker niet
over een GSM van het werk beschikt) dient alleen te gebeuren aan de leidinggevende en/of
het secretariaat van de afdeling.
Het toestel kan ook doorgeschakeld worden naar een privé-nummer (GSM of vast toestel).
Hier zijn geen kosten aan verbonden voor de telewerker.
Indien van de telewerker verwacht wordt om telefoons te plegen in kader van het werk, dan
zal een GSM van het werk (persoonlijk toestel of uit een pool) ter beschikking worden
gesteld.
Bereikbaarheid
Het uitgangspunt wat betreft bereikbaarheid is dat zowel de interne als de externe klant geen
hinder mag ondervinden van het feit dat iemand niet op kantoor werkt. Iedere telewerker
moet daarom tijdens de stamtijden minimaal telefonisch bereikbaar zijn. Belangrijk is dat er
een degelijke permanentieregeling wordt opgesteld, in samenspraak met de leidinggevende
en de collega’s. De communicatie met je teamgenoten blijft essentieel; zorg ervoor dat je
collega’s op de hoogte zijn en weten op welke manier ze je kunnen bereiken.
Bij telewerk kan je flexibel omspringen met de glijtijden, afhankelijk van de taken en de
afspraken met de leidinggevende. De dienstverlening mag echter nooit in het gedrag komen.
Een telewerker moet dan ook tijdens de stamtijden minstens telefonisch bereikbaar zijn,
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p6/19 - laatste wijziging 01/05/2008
zowel voor de leidinggevende en/of het secretariaat, als voor de klant. De regularisatie van
een telewerkdag gebeurt via het Vlimpers-systeem a rato van het structureel arbeidsregime
dat is vastgelegd. Er worden dus geen overuren geregulariseerd.Telewerkers moeten een
telefoonnummer doorgeven waarop zij in dringende gevallen te bereiken zijn (zie gebruik
elektronische agenda).
Er wordt een plan opgesteld per team waarin staat wie op welke dagen aanwezig is en wie
telewerkt.
Ken jezelf
Telewerkers krijgen vrijheid, maar die vrijheid moet je zelf controleren en beheren. Je moet in
staat zijn je werkdag efficiënt in te delen en jezelf aan die indeling te kunnen houden.
In geval van technische problemen:
- In eerste instantie breng je je leidinggevende op de hoogte van de situatie
- Vervolgens contacteer je de helpdesk (02/553.90.00)
- In afwachting van ondersteuning van de helpdesk, zoek je naar alternatieve taken (je
kan bijvoorbeeld starten met een taak waarvoor je geen computer of aansluiting
nodig hebt)
- Bij aanhoudende problemen gaat de telewerker verder werken in een satellietkantoor
of kom je terug naar kantoor
Treinabonnement
Gratis woon-werkverkeer met het openbaar vervoer is een verworven recht voor de
personeelsleden van de Vlaamse overheid. Het is tevens onze plicht om dat zo goedkoop
mogelijk te organiseren. Voor structurele telewerkers kan het soms voordeliger zijn om over
te schakelen naar de formule ‘railflex’ (= 5 verplaatsingen heen en terug over een
maximumperiode van 15 dagen). Via de website van de NMBS (www.nmbs.be) kan je voor
elke reisweg een simulatie maken van de meest voordelige reisformule. Voor meer
informatie kan men ook contact opnemen met de personeelsdienst.
Omgaan met documenten
Originele documenten mogen mee naar huis genomen worden, op verantwoordelijkheid van
de telewerker. Originele stukken waar geen duplicaat kan voor aangevraagd worden, mogen
niet mee naar huis genomen worden. Ook originele inschrijvingsdocumenten en bestekken
komen niet in aanmerking om mee naar huis te nemen.
Indien documenten een vertrouwelijk karakter hebben, gaat de telewerker bij de
leidinggevende na of de documenten of stukken mee naar huis mogen
De vertrouwelijkheid van bepaalde stukken mag door telewerk nooit in het gedrang komen.
In geval van telewerk moeten documenten op een veilige manier opgeborgen worden en
wordt steeds met de nodige zorg omgesprongen met documenten.
Op het moment dat we over een volwaardig scanningscenario beschikken, mogen originele
stukken niet langer mee naar huis.
Procedure aanvraag telewerk
Het personeelslid dat structureel wil telewerken, vult een standaard aanvraagformulier
“Telewerk, iets voor mij” (zie bijlage 2) in en bespreekt dit met de leidinggevende. Indien de
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p7/19 - laatste wijziging 01/05/2008
leidinggevende akkoord is, wordt de aanvraag overgemaakt aan de
personeelsverantwoordelijke van AFM. De aanvragen worden ter goedkeuring voorgelegd op
de directieraad. De leidinggevende en achteraf ook de directieraad, zullen bij het in
overweging nemen van de aanvraag steeds rekening houden met volgende elementen:
De aard van de taken en de opvolgbaarheid van die taken: leent het takenpakket van het
betrokken personeelslid tot structureel telewerk? Welke taken komen in aanmerking en
welke niet?
Indien slechts bepaalde taken in aanmerking komen om te telewerken, dient bekeken te
worden of de planning het toelaat om deze taken ‘op te sparen’ voor telewerk. De goede
werking van het team, doorlooptijden van dossiers, de dienstverlening, enz. mogen hierdoor
niet in het gedrang komen.
De vaardigheden: om in aanmerking te komen voor telewerk is het belangrijk dat het
betrokken personeelslid zelfstandig taken kan uitvoeren, het werk goed kan plannen,
gedisciplineerd kan werken en verantwoordelijkheidsgevoel aan de dag legt
Aanvragen voor het toestaan van ad hoc telewerk zullen autonoom door de leidinggevende
behandeld worden en dienen niet door de directieraad goedgekeurd te worden.
De beslissing om al dan niet te gaan telewerken wordt steeds binnen het team besproken.
Dit is een garantie dat de interne samenwerking en taakverdeling op een billijke manier
verloopt.
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p8/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Bijlage 1 bij Leidraad voor structurele telewerkers:
Rondzendbrief PEBE/DVO/2006/9
AFM Arbeidsreglement

AFM Arbeidsreglement
Bijlage 3 - p9/19 - laatste wijziging 01/05/2008

AFM Arbeidsreglement
Bijlage 3 - p10/19 - laatste wijziging 01/05/2008

AFM Arbeidsreglement
Bijlage 3 - p11/19 - laatste wijziging 01/05/2008

Bijlage 3 - p12/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Bijlage 2 bij Leidraad voor structurele telewerkers:
Telewerk, iets voor mij? Aanvraagformulier structureel telewerk
Persoonlijke gegevens
Naam:
Voornaam:
Personeelsnummer:
Afdeling:
PC-nummer:
Adres + huisnummer:
Gemeente + postcode:
Rijksregisternummer:
Telefoonnummer: .
Naam eigenaar van de vaste telefoonlijn
(als deze op een andere naam staan)
Huidige situatie
Heeft u reeds een internetaansluiting thuis?
O Ja, bij Telenet Klantnummer:
O Ja, bij Belgacom/skynet Klantnummer:
O Ja, bij een andere provider Naam provider:
O Neen
Indien u thuis reeds een internetaansluiting heeft, op welke naam staat het abonnement?
O Op mijn naam
O Op naam van iemand anders Naam:
Beschikt u reeds over VPN SSL software op uw laptop?
O Ja
O Neen
O Weet niet
Beschikt u reeds over een burgertoken, uitgereikt door de federale overheid ?
(bijvoorbeeld voor het elektronisch indienen van uw aangifte voor de personenbelasting)
O Ja
O Neen
O Weet niet
Mijn functie
Ja /
Nee
Ik heb in mijn werk dagelijks face-to-face contact en dit is moeilijk vooraf te plannen.
Ik heb in mijn werk vaak face-to-face contact maar dit valt, zonder in te boeten op vlak van
klantvriendelijkheid, makkelijk te plannen.
Ik maak vaak gebruik van e-mail en telefoon maar hebt minder face-to-face contacten en
het klantgericht werken lijdt daar niet onder.
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p13/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Ik heb vaak opdrachten die sterke concentratie vereisen gedurende een langere periode.
Ik heb nood aan fysieke toegang tot een groot aantal informatiebronnen (dossiers,
klassement, boeken, …)
Ik kan via elektronische weg toegang krijgen tot het grootste deel van mijn
informatiebronnen.
Ik heb in mijn job nood aan directe toegang tot speciale infrastructuur die thuis niet kan
worden voorzien (bijvoorbeeld scanner, kleurenprinter, …)
Mijn job vereist veelvuldige mondelinge afstemming met de verantwoordelijke en/of
collega’s.
De dossiers waarmee ik werk, bevatten gevoelige informatie die niet beveiligd is.
Mijn werk levert concrete en meetbare resultaten op.
Mijn persoonlijkheid
Ja /
Nee
Heb ik voldoende ervaring om mijn opdrachten zelfstandig uit te voeren en beheers ik
voldoende de informaticamiddelen om problemen zelf op te lossen?
Ben ik in feite niet afhankelijk van een kantooromgeving en kan ik de drukte, de informele
babbels, de onmiddellijke contacten met collega’s en chef missen?
Kan ik een teamspeler blijven en mij houden aan afspraken, ook op een aantal kilometers
verwijderd van mijn andere teamgenoten?
Kan ik inschatten hoeveel tijd een opdracht kost? Kan ik de nodige discipline aan de dag
leggen? Kan ik voldoende onderscheid houden tussen werk en vrije tijd?
Is mijn huis geschikt om te telewerken? Zeker als het huiselijke leven ondertussen zijn
gewone gang gaat. Heb ik goede afspraken gemaakt met mijn huisgenoten en beseffen
zij dat ik niet kan fungeren als babysit, ziekenoppasser, klusjesman of huisvrouw?
Heb ik momenteel een goede verstandhouding met mijn chef en directe collega’s om de
nodige afspraken in een positieve sfeer te kunnen maken?
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p14/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Mijn afspraken
Waarom wil ik telewerken? Wat zijn de voor- en nadelen?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Welke dag(en) in de week wil ik telewerken?
……………………………………………………………………………………………………………………
Welke concrete, meetbare afspraken maak ik met mijn leidinggevende? Welk werk zal ik thuis doen
en hoe kan dit opgevolgd worden?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Welke afspraken maak ik met mijn collega’s? Wat is de onderlinge taakverdeling en hoe ben ik
bereikbaar?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Wat heb ik nodig om te kunnen tele-/thuiswerken?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Ο Ik ga deze verbinding ook voor privé-doeleinden gebruiken. De werkgever neemt het
belastbare voordeel op in mijn belastingfiche.
Ο Ik verklaar op eer dat ik deze verbinding niet zal gebruiken voor privé-doeleinden. De
werkgever neemt het belastbaar voordeel niet op in mijn belastingfiche.
Datum aanvraag:
Handtekening aanvrager
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p15/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Evaluatie door de leidinggevende
Leent de functie van de aanvrager zich tot telewerk?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Beschikt de aanvrager over de nodige discipline en planningscapaciteit? Is de aanvrager klaar voor
telewerk?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Hoe kan het telewerk opgevolgd worden?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Hoe wordt het team beïnvloed? Welke gevolgen heeft dit voor de collega’s?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
Wat is je eindadvies?
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………
…………………………
Datum evaluatie:
Handtekening leidinggevende:
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p16/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Bijlage 3 bij Leidraad voor structurele telewerkers:
Afspraken structureel telewerk
Tussen de werkgever, vertegenwoordigd door: …………………………………………. en de
werknemer:……………………………………………………(naam personeelslid), met als adres
(= verblijfplaats) …………………………………….…………………………………………………..
wordt het volgende overeengekomen:
Artikel 1. Het personeelslid verricht maximaal ….. dag(en) per week telewerk,
overeenkomstig de bepalingen van de omzendbrief van 18 augustus 2006 m.b.t.
“Modaliteiten tot regeling van structureel telewerk”.
Art. 2. Het personeelslid oefent de arbeidsprestaties tijdens het telewerk uit op een
satellietwerkplek van de werkgever of op bovenvermeld adres.
Art. 3. Het personeelslid zal bij het telewerk de volgende taken uitvoeren:
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Art. 4. De werkgever en het personeelslid maken duidelijke afspraken over de
bereikbaarheid van het personeelslid en de te bereiken resultaten tijdens het telewerk.
Art. 5. De bezoldiging van de prestaties op de plaats, vermeld in artikel 2, maakt deel uit van
de bezoldiging die het personeelslid, op grond van zijn statutaire aanstelling of het op zijn
naam gesloten arbeidscontract, ontvangt.
Art. 6. Er wordt geen financiële vergoeding voor telewerk toegekend.
Art. 7. De werkgever stelt de voor het telewerk vereiste aansluiting ter beschikking van het
personeelslid. De aansluitingskosten en de abonnementskosten van de aansluiting komen
ten laste van de werkgever. Deze aansluiting mag ook voor privé doeleinden gebruikt
worden. De werkgever neemt het belastbare voordeel op in de belastingfiche van het
personeelslid. De werkgever stelt daarnaast de voor telewerk vereiste middelen (laptop of pc
en, in voorkomend geval, ook een ergonomische stoel) ter beschikking van het
personeelslid.
De telewerker gaat zorgvuldig om met de ter beschikking gestelde apparatuur.
De werkgever staat in voor de kosten die voortvloeien uit verlies en beschadiging van de
door de telewerker gebruikte apparatuur. De telewerker is evenwel aansprakelijk voor de
kosten indien er sprake is van bedrog, zware fout of een veelvoorkomende lichte fout.
Art. 8. De arbeidsongevallenreglementering waaronder de werknemer ressorteert, blijft van
toepassing bij telewerk.
Art. 9. De regeling met betrekking tot de ziektecontrole is van toepassing.
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p17/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Art. 10. De werknemer organiseert zijn werkplek volgens de richtlijnen over de ergonomie en
de opstelling van de werkplek. De Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en
Bescherming (GDPB) kan op het adres, bovenaan vermeldt, ter uitvoering van de
welzijnsreglementering, op de telewerkdagen een onderzoek instellen van de werkpost,
onder meer voor de aanpassing van de werkpost aan de omstandigheden waarin het werk
wordt verricht. Het personeelslid gaat akkoord met dergelijk bezoek tijdens de reguliere
werkuren (tussen 7u30 en 18u).
Art. 11. De overeenkomst voor telewerk kan zowel door de werkgever als door het
personeelslid opgezegd worden. De opzegtermijn bedraagt één maand en gaat in op de dag
dat de opzeggende partij door middel van een e-mailbericht of geschrift dit aan de andere
partij meedeelt. Bij een ernstige fout door de telewerker kan telewerk van dag op dag
beëindigd worden.
Opgesteld te ……………………. op ………………………… in …….. exemplaren, waarvan elk
van de partijen erkent één exemplaar te hebben ontvangen.
Voor de werkgever:
Het personeelslid:
……………………………………………………
……….…………..(voornaam en familienaam)
…………………………………………………
…………………(voornaam en familienaam)
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p18/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Bijlage 4 bij Leidraad voor structurele telewerkers:
Wat wordt voor structurele telewerkers voorzien door de werkgever?
De faciliteiten die door de werkgever ter beschikking gesteld worden van structurele telewerkers en de
wijze waarop deze ter beschikking gesteld worden hangen af van de situatie op het moment van de
goedkeuring van het structurele telewerk, waarbij we volgende scenario’s onderscheiden:
A. Structurele telewerker heeft reeds internetaansluiting thuis (bij Telenet of
Belgacom/Skynet)
a) De werkgever betaalt het maandelijkse abonnementsgeld voor de internetverbinding
rechtstreeks aan de internetprovider, door het opstellen van een splitplan.
Eventuele kosten voor bijkomende diensten (zoals bijvoorbeeld telefonie) die eventueel aan
het internetabonnement zouden gekoppeld zijn worden niet (terug)betaald door de werkgever.
b) De werkgever voorziet de laptop van het betrokken personeelslid van de benodigde VPN SSL
software en laat deze activeren bij de ICT-dienstverlener.
c) De structurele thuiswerker ontvangt van de werkgever een duidelijke handleiding voor het
aanvragen van de benodigde burgertoken, uitgereikt door de federale overheid (die
bijvoorbeeld ook gebruikt wordt voor het elektronisch indienen van de aangifte voor de
personenbelasting).
d) De structurele telewerker ontvangt van de werkgever een duidelijke handleiding en de nodige
toelichting voor het correcte gebruik van de VPN SSL toegang tot het netwerk van de
Vlaamse overheid.
B. Structurele telewerker heeft reeds internetaansluiting thuis, maar bij een andere provider
a) De structurele telewerker dient maandelijks of per kwartaal een schuldvordering in voor de
werkelijke kostprijs van de internetaansluiting, met een maximum van € 50 per maand (incl.
BTW).
Eventuele kosten voor bijkomende diensten (zoals bijvoorbeeld telefonie) die eventueel aan
het internetabonnement zouden gekoppeld zijn worden niet (terug)betaald door de werkgever.
b) De werkgever voorziet de laptop van het betrokken personeelslid van de benodigde VPN SSL
software en laat deze activeren bij de ICT-dienstverlener.
c) De structurele thuiswerker ontvangt van de werkgever een duidelijke handleiding voor het
aanvragen van de benodigde burgertoken, uitgereikt door de federale overheid (die
bijvoorbeeld ook gebruikt wordt voor het elektronisch indienen van de aangifte voor de
personenbelasting).
d) De structurele telewerker ontvangt van de werkgever een duidelijke handleiding en de nodige
toelichting voor het correcte gebruik van de VPN SSL toegang tot het netwerk van de
Vlaamse overheid.
C. Structurele telewerker heeft nog geen internetaansluiting thuis
a) De werkgever voorziet de installatie van een internetaansluiting bij Telenet of
Belgacom/Skynet, waarbij de keuze tussen deze providers steeds afhankelijk is van de
specifieke situatie.
De internetaansluiting die voorzien wordt door de werkgever is steeds de basisaansluiting.
AFM Arbeidsreglement

Bijlage 3 - p19/19 - laatste wijziging 01/05/2008
Eventuele bijkomende materialen of diensten voor draadloze verbindingen, verbinding via
‘powerlines’ of andere vormen worden niet door de werkgever aangevraagd en de kosten
hiervoor worden dus ook niet (terug)betaald door de werkgever.
De internetaansluiting die door de werkgever voorzien wordt omvat ook nooit bijkomende
diensten, optionele pakketten of gecombineerde abonnementsformules waarbij bijvoorbeeld
telefonie samen met de internetaansluiting zou aangeboden worden. Eventuele bijkomende
kosten voor dergelijke aansluitingen worden dan ook niet (terug)betaald door de werkgever.
b) De werkgever betaalt het maandelijkse abonnementsgeld voor de internetverbinding
rechtstreeks aan de internetprovider, door het opstellen van een splitplan.
Eventuele kosten voor bijkomende diensten (zoals bijvoorbeeld telefonie) die eventueel aan
het internetabonnement zouden gekoppeld zijn worden niet (terug)betaald door de werkgever.
c) De werkgever voorziet de laptop van het betrokken personeelslid van de benodigde VPN SSL
software en laat deze activeren bij de ICT-dienstverlener.
d) De structurele thuiswerker ontvangt van de werkgever een duidelijke handleiding voor het
aanvragen van de benodigde burgertoken, uitgereikt door de federale overheid (die
bijvoorbeeld ook gebruikt wordt voor het elektronisch indienen van de aangifte voor de
personenbelasting).
e) De structurele telewerker ontvangt van de werkgever een duidelijke handleiding en de nodige
toelichting voor het correcte gebruik van de VPN SSL toegang tot het netwerk van de
Vlaamse overheid.
AFM Arbeidsreglement