25.11.2014 Views

NT2-docent, man/vrouw met missie - Centrum voor Taal & Onderwijs

NT2-docent, man/vrouw met missie - Centrum voor Taal & Onderwijs

NT2-docent, man/vrouw met missie - Centrum voor Taal & Onderwijs

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS juni 2010<br />

<strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong>, <strong>man</strong>/<strong>vrouw</strong> <strong>met</strong> <strong>missie</strong><br />

Resultaten van de bevraging bij <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong>en<br />

Door Lies Houben, CTO-medewerker<br />

Brede evaluatie, differentiatie, behoeftegericht werken, … De <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong> wordt geconfronteerd<br />

<strong>met</strong> vele onderwijsvernieuwingen. Maar hoe staan de <strong>NT2</strong>- <strong>docent</strong>en hier zelf tegenover? Hoe<br />

beoordelen zij vernieuwende les- en evaluatiepraktijken? Hoe situeren zij hun eigen praktijk<br />

binnen deze vernieuwingen? Welke ondersteuningsnoden hebben <strong>NT2</strong>-lesgevers? Hoog tijd,<br />

vond het <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Taal</strong> en <strong>Onderwijs</strong> (KU Leuven), om de stem van de lesgevers te kennen<br />

en hun behoeften in kaart te brengen. Is een goed inzicht in noden en behoeften die bij de<br />

lesgevers leven immers niet een noodzakelijke <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> een degelijke ondersteuning<br />

van het <strong>NT2</strong>-veld?<br />

In juni 2012 verspreidde het CTO een digitale enquête onder alle lesgevers bij centra<br />

basiseducatie, centra <strong>voor</strong> volwassenenonderwijs en universitaire talencentra. 380 <strong>NT2</strong>-<br />

leerkrachten namen actief deel aan het survey-onderzoek en vulden de enquête in (waar<strong>voor</strong><br />

dank!). De resultaten werden verwerkt in een rapport dat werd <strong>voor</strong>gesteld op 19 december 2011<br />

op het departement <strong>Onderwijs</strong> van de Vlaamse Gemeenschap.<br />

Hieronder volgt een overzicht van de opvallendste resultaten.<br />

De bevraging<br />

Het eerste deel van de enquête legde de <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong>en een 11-tal vernieuwende<br />

onderwijspraktijken <strong>voor</strong>, waaronder: het peilen naar <strong>NT2</strong>-behoeften van cursisten, het inspelen<br />

op die behoeften, het werken vanuit realistische taken, het stimuleren van interactie tussen<br />

cursisten, het organiseren van buitenschoolse activiteiten, het alternatief evalueren, … Voor elke<br />

vernieuwende actie werd de klaspraktijk van lesgevers bevraagd: doe je dit in je klas of niet?<br />

Verder werd <strong>voor</strong> elke actie gepeild naar heersende opvattingen, de mate waarin contextfactoren<br />

een al dan niet bevorderende of belemmerende rol spelen en de mate waarin lesgevers zich<br />

bekwaam voelen om de actie uit te voeren.<br />

Het tweede deel van de enquête peilde naar de <strong>man</strong>ier waarop <strong>NT2</strong>-lesgevers naar hun werk als<br />

<strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong> kijken. Zijn ze tevreden in hun job? Voelen ze zich gesteund? Wat vinden ze<br />

belangrijk in de uitvoering van hun werk? Over welke competenties moet een <strong>NT2</strong>-lesgever<br />

volgens hen beschikken? Welke noden en behoeften hebben ze? En welke vormen van<br />

ondersteuning vinden ze zinvol?<br />

De resultaten<br />

De kwantitatieve en kwalitatieve verwerking van de antwoorden geeft een beeld van hoe de<br />

<strong>docent</strong>en tegenover de <strong>voor</strong>gestelde vernieuwingen staan. Voor wat betreft klaspraktijk,<br />

meningen, contextfactoren en mate van bekwaamheid bij de bevraagde acties, vallen de resultaten<br />

uiteen in 3 groepen:<br />

1. Een eerste groep (figuur 1) bevat acties die positief scoren over de hele lijn. Zowel <strong>voor</strong><br />

klaspraktijk, meningen, contextfactoren als bekwaamheid staat in onderstaande tabel een<br />

plusteken: meer dan 50% van de lesgevers rapporteert de acties uit te voeren, heeft een<br />

© <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Taal</strong> en <strong>Onderwijs</strong>


nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS juni 2010<br />

positieve mening over de actie en geeft aan dat contextfactoren (krijg je voldoende tijd en<br />

ruimte, gaat het om een gangbare praktijk binnen het centrum, heb je toegang tot<br />

materialen, enzo<strong>voor</strong>t) <strong>voor</strong> deze acties meestal bevorderlijk zijn. De meerderheid van de<br />

lesgevers voelt zich <strong>voor</strong> deze praktijken ook bekwaam.<br />

Figuur 1<br />

Praktijk<br />

Klaspraktijk Meningen Contextfactoren Bekwaamheid<br />

Activiteiten aanbieden<br />

die vertrekken van<br />

realistische taken<br />

+<br />

78,4%<br />

+<br />

53,8%<br />

+<br />

54,1%<br />

+<br />

69,5%<br />

Evalueren aan de hand<br />

van realistische taken<br />

+<br />

77,8%<br />

+<br />

66,3%<br />

+<br />

49,2%<br />

+<br />

69,5%<br />

Interactie tussen<br />

cursisten stimuleren<br />

+<br />

86,5%<br />

+<br />

81,3%<br />

+<br />

68,7%<br />

+<br />

76,2%<br />

2. In een tweede groep vinden we acties terug waarover men in hoofdzaak wel positieve<br />

meningen heeft, maar waarbij dit niet weerspiegeld wordt in de klaspraktijk. Voor deze<br />

acties werken de contextfactoren eerder tegen en voelt men zich doorgaans ook minder<br />

bekwaam. In figuur 2 staat in de kolommen klaspraktijk, contextfactoren en<br />

bekwaamheid bijgevolg een minteken (minder dan 50% van de lesgevers is positief over<br />

de uitvoering in de klaspraktijk, over de positieve rol van contextfactoren en over de<br />

inschatting van de eigen bekwaamheid).<br />

Figuur 2<br />

Praktijk<br />

Klaspraktijk Meningen Contextfactoren Bekwaamheid<br />

Gebruik maken van<br />

nieuwe media<br />

-<br />

20,6%<br />

+<br />

55,7%<br />

-<br />

22,4%<br />

-<br />

44,3%<br />

De cursisten inspraak<br />

geven<br />

-<br />

17,8%<br />

+<br />

61,9%<br />

-<br />

14,11%<br />

-<br />

37,1%<br />

Buitenschoolse<br />

activiteiten<br />

organiseren<br />

-<br />

14,6%<br />

+<br />

64,4%<br />

-<br />

23,5%<br />

-<br />

42,9%<br />

Alternatieve<br />

evaluatievormen<br />

inzetten<br />

-<br />

29%<br />

+<br />

55,9%<br />

-<br />

21,4%<br />

-<br />

25,8%<br />

Je lessen afstemmen<br />

op de <strong>NT2</strong>-behoeften<br />

van cursisten<br />

-<br />

40,9%<br />

+<br />

78,1%<br />

-<br />

12,1%<br />

-<br />

40,5%<br />

3. De derde groep acties zijn moeilijker te vatten in één categorie. Ze vertonen een grillig<br />

beeld. Opvallend is dat de actie ‘differentiatiemogelijkheden <strong>voor</strong>zien bij lesactiviteiten’<br />

over de gehele lijn heel zwak scoort.<br />

© <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Taal</strong> en <strong>Onderwijs</strong>


nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS juni 2010<br />

Figuur 3<br />

Praktijk<br />

Klaspraktijk Meningen Contextfactoren Bekwaamheid<br />

Peilen naar <strong>NT2</strong>-<br />

behoeften bij de<br />

cursisten<br />

+<br />

66,8%<br />

-<br />

47,4%<br />

-<br />

12,2%<br />

-<br />

44,5%<br />

Je lespraktijk bijsturen<br />

naar aanleiding van<br />

evaluatiegegevens<br />

+<br />

65,5%<br />

+<br />

83,2%<br />

-<br />

36,1%<br />

-<br />

42,1%<br />

Differentiatiemogelijkheden<br />

<strong>voor</strong>zien bij<br />

lesactiviteiten<br />

-<br />

45,7%<br />

-<br />

37,7%<br />

-<br />

19,6%<br />

-<br />

33%<br />

We leren uit het eerste deel van de enquête welke acties ingeburgerd lijken (vb. werken <strong>met</strong> of<br />

evalueren <strong>met</strong> realistische taken), en welke acties om diverse redenen minder evident zijn <strong>voor</strong> de<br />

<strong>NT2</strong>-lesgevers (vb. alternatief evalueren of differentiëren).<br />

Een tevreden beroepsgroep<br />

De resultaten van het tweede deel van de enquête, namelijk de bevraging naar tevredenheid,<br />

vereiste competenties en ondersteuningsvragen laat een beroepsgroep zien die in hoge mate<br />

tevreden in de uitvoering van zijn job staat (figuur 4) en zich doorgaans ook in zijn werk gesteund<br />

weet.<br />

Figuur 4: mate van tevredenheid over het werk<br />

De <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong> is een gemotiveerde en geëngageerde lesgever, die zijn werk als zinvol ervaart en<br />

zich ook verantwoordelijk voelt <strong>voor</strong> het leren van de cursisten (figuur 5).<br />

© <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Taal</strong> en <strong>Onderwijs</strong>


nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS juni 2010<br />

Figuur 5: lesgever van invloed op het leren van cursisten<br />

De kwaliteiten waarover een lesgever moet beschikken, liggen volgens de respondenten <strong>voor</strong>al in<br />

algemene (eerder persoonlijk) kwaliteiten , zoals empathisch, enthousiast, geduldig en flexibel<br />

zijn. Men vindt het belangrijk om als een goed begeleider de leerprocessen van cursisten te<br />

ondersteunen. In tweede instantie worden vakinhoudelijke competenties aangehaald (zie figuur<br />

6)<br />

Figuur 6<br />

Voor wat de ondersteuningsvragen betreft, werd de <strong>docent</strong>en gevraagd om een top 3 op te stellen<br />

van thema’s waar<strong>voor</strong> men graag nog verdere ondersteuning wenst. Deze top 3 weerspiegelt de<br />

resultaten uit het eerste deel van de enquête. De acties waar<strong>voor</strong> men zich minder bekwaam voelt,<br />

komen ook als uitgesproken ondersteuningsvragen naar <strong>voor</strong>:<br />

1. evalueren<br />

2. differentiëren<br />

3. behoeftegericht werken<br />

Als we kijken naar de <strong>man</strong>ier waarop deze ondersteuning volgens de respondenten het best vorm<br />

krijgt, scoren (interactieve) websites <strong>met</strong> (<strong>voor</strong>beeld)materialen het hoogst. Ook de ‘klassieke’<br />

navormingscursus scoort hoog, al lezen we in de antwoorden op de open vragen dat men deze<br />

liever praktijkgericht dan theoretisch ingevuld ziet. Verder vallen acties op die het leren van<br />

elkaar stimuleren (intervisie- en overlegmomenten) (zie figuur 7). In de top 3 van thema’s<br />

waarover men graag meer informatie wil, noteren we: breed evalueren, buitenschoolse<br />

opdrachten en maatwerkhoeken.<br />

© <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Taal</strong> en <strong>Onderwijs</strong>


nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS juni 2010<br />

Figuur 7: soorten ondersteuning<br />

Conclusie<br />

Uit dit onderzoek komt <strong>voor</strong>al naar <strong>voor</strong> dat <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong>en doorgaans positieve meningen<br />

hebben over de vernieuwende praktijken, wat alvast een belangrijk vertrekpunt <strong>voor</strong><br />

onderwijsvernieuwing is. Deze positieve houding weerspiegelt zich echter niet altijd in de<br />

klaspraktijk. Het gevoel van bekwaamheid ligt <strong>voor</strong> sommige praktijken eerder laag en de<br />

contextfactoren werken vaak belemmerend. Verder laten de <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong>en zich doorheen deze<br />

bevraging kennen als een zeer betrokken en gemotiveerde beroepsgroep en schuiven ze duidelijke<br />

thema’s naar <strong>voor</strong> waar<strong>voor</strong> ondersteuning wenselijk is.<br />

De resultaten van de bevraging kunnen alvast een inspiratiebron en uitgangspunt zijn bij het<br />

vormgeven en stimuleren van de professionele ontwikkeling van <strong>docent</strong>en. Belangrijk <strong>voor</strong> de<br />

respondenten is hierbij dat men vertrekt van de klaspraktijk als rijke leerbron. De bevraging laat<br />

zien dat het inzetten van lerende netwerken, praktijkgerichte navormingen of coachings en een<br />

interactieve toolbox (website) <strong>met</strong> 'good practices' <strong>voor</strong> de <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong>en zinvolle acties zijn.<br />

Maar ook binnen de centra is het belangrijk om visieontwikkeling en beleid te stimuleren. Het<br />

uitvoeren van een beginsituatieanalyse <strong>met</strong> het hele team, bij <strong>voor</strong>beeld <strong>met</strong> behulp van de<br />

vragenlijst die opgesteld werd <strong>voor</strong> dit onderzoek, kan hierbij een eerste stap zijn.<br />

Ook de overheid speelt een rol in het faciliteren van de implementatie van vernieuwingen. Ze kan<br />

de ontwikkeling van instrumenten, de samenwerking tussen de verschillende partners, de<br />

flexibilisering van onderwijsprogramma’s, het onderzoek naar praktijk in het <strong>NT2</strong>-<br />

volwassenenonderwijs stimuleren en faciliteren, … Begeleidingsdiensten en universitaire centra<br />

kunnen hierbij vanuit een gezamenlijke visie de centra ondersteunen en de nodige know-how en<br />

instrumenten aanleveren.<br />

Kortom, de resultaten van de bevraging bieden op alle niveaus veel stof tot reflectie en geven<br />

tegelijk duidelijke indicaties om de ondersteuning op maat van de <strong>NT2</strong>-<strong>docent</strong>en verder vorm te<br />

geven. Tijd dus om <strong>met</strong> deze resultaten verder aan de slag te gaan. Wie ondertussen nieuwsgierig<br />

werd naar het volledige verhaal, kan het uitgebreide rapport nalezen en downloaden via de<br />

website van het CTO, http://www.cteno.be/index.php?idWs=20<br />

© <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Taal</strong> en <strong>Onderwijs</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!