Lees de publicatie online - Zorgnet Vlaanderen
Lees de publicatie online - Zorgnet Vlaanderen Lees de publicatie online - Zorgnet Vlaanderen
3.3. Meer samenwerking ten dienste van kwaliteitsoptimalisatie Verticale netwerking Doel is een integrale zorgbenadering (disease management) mogelijk maken over de verschillende lijnen heen. Medische aspecten Zorgtrajecten per pediatrische subdiscipline, waarbij preventie, eerste-, tweede-, en derdelijn actief betrokken worden. Organisatorische aspecten • Netwerken van zorgprogramma’s A, B1, B2 en B3. • Afspraken met kinderpsychiatrische diensten, huisartsenkringen en welzijnsvoorzieningen. • Implementatie van telemedicine en telemonitoring. Horizontale netwerking Doel is alle kennisfacetten (ook de psychische en sociale) samen te brengen en de werkdruk te verminderen. Multidisciplinaire werking in de ziekenhuizen op zowel medisch als paramedisch gebied. Samenwerkingsakkoorden of associaties tussen nabijgelegen diensten. Verticale netwerken Het stimuleren van zorginhoudelijke verticale netwerking via een zorgtrajectbenadering verdient nog meer aandacht. Elektronische of andere vormen van case-overleg tussen eerstetweede- en derdelijn en met welzijnsactoren (ondersteuning van personen met een handicap, vertrouwenscentra, Kind en Gezin…) over patiëntjes met een chronische of complexe problematiek moet worden aangemoedigd. Dat kan onder meer via afgestemde ICT en gespecialiseerde zorg aan huis. De zorg wordt meer resultaatsgericht georganiseerd met kwalitatieve doelstellingen en met meetbare kwaliteitsindicatoren. Een mooi voorbeeld is de toepassing van richtlijnen, zoals die van de American Academy of Pediatrics 72 , voor indicatie voor opname op pediatrische intensieve zorgeenheden. Passende organisatorische netwerken van zorgprogramma’s kunnen die doelstelling helpen verwezenlijken. Taken • Er worden sluitende afspraken gemaakt voor gestructureerde en kwaliteitsvolle doorverwijzingen en snelle interhospitaaltransporten. Die zijn nodig bij zorg die een andere expertise of infrastructuur vereist dan diegene die voorhanden is. Dat kan verschillen per subdiscipline. Veel inspiratie voor geavanceerde netwerking in de pediatrie is al voorhanden. 73 De beschikbare expertise in de netwerken wordt gedeeld zodat de uitbouw van subdisciplines en permanente vorming binnen netwerken van ziekenhuizen (ook met psychiatrische ziekenhuizen) mogelijk wordt. 72 AAP Guidelines 1999 update 2008. 73 www.nchn.org.au/docs/paednetguide.pdf 36 Zorgnet Vlaanderen
• De (kennis)capaciteit wordt ‘gedynamiseerd’ door het klassieke denken in hokjes of bedden te verlaten. Alleen zo is het mogelijk integrale en afgestemde zorgen te voorzien voor (een mix van) bepaalde pathologie. Vele kinderen hebben immers een combinatie van fysieke en psychische klachten en al dan niet beschermende gezinsfactoren. Vaak is het niet duidelijk welke van de drie componenten de oorzakelijke factor is. Kennis op de drie niveaus is dan ook noodzakelijk. Kinderen met een milde psychische problematiek worden in eerste instantie geholpen op de plaats waar ze zich aanbieden, kinderen met matige en ernstige problematiek moeten getrieerd en snel getransfereerd worden. Dat kan door steeds alle expertise beschikbaar te hebben binnen het netwerk, via consulentenwerking (liaisonpsychiatrie/outreaching) en via gezamenlijke zorgafstemming (via dezelfde richtlijnen, verwijsbeleid…). • De kinderpsychiater kan het multidisciplinaire overleg versterken door mee te triëren en door de kinderpsychologen te begeleiden in hun behandeling van milde problemen. Het aantal kinderen met psychische problemen die nu niet adequaat geholpen worden, is immers schrikbarend hoog. Bovendien zijn er al jaren veel te weinig kinderpsychiatrische K-bedden, wat maakt dat de wachtlijsten onethisch lang zijn. Deze kinderen worden vaak ontslagen uit het algemeen ziekenhuis met een afspraak voor vele maanden later voor hun belangrijkste (psychische of gezins)probleem. Dat leidt tot grote kwaliteitsverliezen. Het toeleiden van deze kinderen of hun ouders naar de (kinder)psychiatrie is immers vaak uiterst moeilijk en vele ouders en kinderen haken daardoor voortijdig af. Zo escaleert de problematiek in vele gevallen, zodat steeds zwaardere zorg uiteindelijk noodzakelijk wordt. Kritische succesfactoren • Om meer ‘bedoverschrijdende’ zorg te realiseren, dient er deels forfaitair gefinancierd te worden in termen van zorgfuncties. Duidelijke doelstellingen over welke patiëntjes recht hebben op welke zorg moeten daartoe worden uitgewerkt. • Om te vermijden dat de beperkte capaciteit van de super-gespecialiseerde B3-programma’s dichtslibt met pediatrische basisproblematiek of met routinematige opvolging van complexe problematiek moet een gezamenlijke financieringswijze worden uitgewerkt voor patiënten die intensieve samenwerking tussen tweede- en derdelijn vereisen. 74 Dat vermijdt bovendien dat de patiënt steeds op verre verplaatsing moet. Het moet tevens mogelijk maken dat de superspecialistische zorg meer tijd krijgt om de doorverwezen problemen meteen ten gronde te analyseren. • Om transfers beter te kunnen structureren, is dringend extra ondersteuning nodig vanuit de overheid. Medische dossiers (met onder meer alle beeldvorming en laboresultaten) en alle tussentijdse tussenkomsten van de huisarts en de specialist(en) moeten op afstand en mits toestemming van de patiënten inkijkbaar zijn door de eerste-, tweedeen derdelijn. In Denemarken is dat al geruime tijd de realiteit. 75 Hierdoor kunnen overbodige onderzoeken worden vermeden, wat ook de patiënt ten goede komt (o.a. minder stralingsdosis en minder kosten). Ook de snelheid waarmee men tot een finale diagnose kan komen, zal hierdoor toenemen. Men hoeft immers niet steeds opnieuw dezelfde basishypothese inzake differentiaal diagnose te toetsen. Daardoor kan men sneller doorgaan naar meer toegespitste diagnosetechnieken en/of behandelingen bij complexe en/of zeldzame pathologie. 74 Naar analogie met bestaande zorgtrajecten tussen eerste- en tweedelijn (diabetes, chronische nierinsufficiëntie). www.zorgtraject.be 75 www.ehealth-benchmarking.org/2006/images/stories/06_johansen_denmark.pdf Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in de toekomst 37
- Page 1 and 2: Kwaliteitsvolle zorg voor het kind
- Page 3 and 4: Inhoud Woord vooraf 5 Probleemverke
- Page 5 and 6: Woord vooraf Het laatste decennium
- Page 7 and 8: Er zijn ook repercussies te verwach
- Page 9 and 10: Kwaliteitsvolle zorg voor het kind
- Page 11 and 12: sultaten geboekt, die een belangrij
- Page 13 and 14: Verschillende publicaties stellen d
- Page 15 and 16: ingeleverd voor een positie die ond
- Page 17 and 18: 2 Uitdagingen voor de kinderdienste
- Page 19 and 20: voor de broers en zussen en de oude
- Page 21 and 22: van de pediaters opteerde een ULB-s
- Page 23 and 24: Kwaliteitsvolle zorg voor het kind
- Page 25 and 26: met ziekenhuis verbonden kinderarts
- Page 27 and 28: De bezettingscijfers houden geen re
- Page 29 and 30: ten gevolge van steeds korter worde
- Page 31 and 32: Kwaliteitsvolle zorg voor het kind
- Page 33 and 34: specifieke allergie heeft. Ook wann
- Page 35: Doelstellingen • Het programma va
- Page 39 and 40: al voor verschillende disciplines h
- Page 41 and 42: gemeende implementatie, kunnen hier
- Page 43 and 44: kinderen in algemene ziekenhuizen,
- Page 45 and 46: Om deze twee uiterst belangrijke kn
- Page 47 and 48: Kwaliteit vereist voldoende tijd De
- Page 49 and 50: 4 Conclusies Zorgnet Vlaanderen wil
- Page 51 and 52: Kwaliteitsvolle zorg voor het kind
- Page 53 and 54: Evers A. 2010. “Perinatal mortali
- Page 56: Zorgnet Vlaanderen vzw Guimardstraa
3.3. Meer samenwerking ten dienste van kwaliteitsoptimalisatie<br />
Verticale netwerking<br />
Doel is een integrale<br />
zorgbena<strong>de</strong>ring (disease<br />
management)<br />
mogelijk maken over<br />
<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
lijnen heen.<br />
Medische aspecten<br />
Zorgtrajecten per<br />
pediatrische subdiscipline,<br />
waarbij<br />
preventie, eerste-,<br />
twee<strong>de</strong>-, en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn<br />
actief betrokken<br />
wor<strong>de</strong>n.<br />
Organisatorische aspecten<br />
• Netwerken van zorgprogramma’s<br />
A, B1, B2 en B3.<br />
• Afspraken met kin<strong>de</strong>rpsychiatrische<br />
diensten, huisartsenkringen<br />
en welzijnsvoorzieningen.<br />
• Implementatie van telemedicine<br />
en telemonitoring.<br />
Horizontale netwerking<br />
Doel is alle kennisfacetten<br />
(ook <strong>de</strong> psychische<br />
en sociale)<br />
samen te brengen<br />
en <strong>de</strong> werkdruk te<br />
vermin<strong>de</strong>ren.<br />
Multidisciplinaire<br />
werking in <strong>de</strong> ziekenhuizen<br />
op zowel medisch<br />
als paramedisch<br />
gebied.<br />
Samenwerkingsakkoor<strong>de</strong>n of<br />
associaties tussen nabijgelegen<br />
diensten.<br />
Verticale netwerken<br />
Het stimuleren van zorginhou<strong>de</strong>lijke verticale netwerking via een zorgtrajectbena<strong>de</strong>ring verdient<br />
nog meer aandacht. Elektronische of an<strong>de</strong>re vormen van case-overleg tussen eerstetwee<strong>de</strong>-<br />
en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn en met welzijnsactoren (on<strong>de</strong>rsteuning van personen met een handicap,<br />
vertrouwenscentra, Kind en Gezin…) over patiëntjes met een chronische of complexe problematiek<br />
moet wor<strong>de</strong>n aangemoedigd. Dat kan on<strong>de</strong>r meer via afgestem<strong>de</strong> ICT en gespecialiseer<strong>de</strong><br />
zorg aan huis. De zorg wordt meer resultaatsgericht georganiseerd met kwalitatieve<br />
doelstellingen en met meetbare kwaliteitsindicatoren. Een mooi voorbeeld is <strong>de</strong> toepassing<br />
van richtlijnen, zoals die van <strong>de</strong> American Aca<strong>de</strong>my of Pediatrics 72 , voor indicatie voor opname<br />
op pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n. Passen<strong>de</strong> organisatorische netwerken van<br />
zorgprogramma’s kunnen die doelstelling helpen verwezenlijken.<br />
Taken<br />
• Er wor<strong>de</strong>n sluiten<strong>de</strong> afspraken gemaakt voor gestructureer<strong>de</strong> en kwaliteitsvolle<br />
doorverwijzingen en snelle interhospitaaltransporten. Die zijn nodig bij zorg die een<br />
an<strong>de</strong>re expertise of infrastructuur vereist dan diegene die voorhan<strong>de</strong>n is. Dat kan verschillen<br />
per subdiscipline. Veel inspiratie voor geavanceer<strong>de</strong> netwerking in <strong>de</strong> pediatrie<br />
is al voorhan<strong>de</strong>n. 73 De beschikbare expertise in <strong>de</strong> netwerken wordt ge<strong>de</strong>eld zodat<br />
<strong>de</strong> uitbouw van subdisciplines en permanente vorming binnen netwerken van ziekenhuizen<br />
(ook met psychiatrische ziekenhuizen) mogelijk wordt.<br />
72 AAP Gui<strong>de</strong>lines 1999 update 2008.<br />
73 www.nchn.org.au/docs/paednetgui<strong>de</strong>.pdf<br />
36 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren