24.11.2014 Views

Lees de publicatie online - Zorgnet Vlaanderen

Lees de publicatie online - Zorgnet Vlaanderen

Lees de publicatie online - Zorgnet Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Kwaliteitsvolle zorg<br />

voor het kind in het<br />

ziekenhuis, nu en<br />

in <strong>de</strong> toekomst<br />

Ook morgen nog zeker van<br />

pediatrische zorgen


Colofon:<br />

Redactie:<br />

Dr. Johan Pauwels<br />

Met inhou<strong>de</strong>lijke bijdrage van:<br />

• De werkgroep pediatrie van <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren en ICURO<br />

on<strong>de</strong>r voorzitterschap van Erwin Bormans<br />

• Het Vlaams Patiëntenplatform<br />

Eindredactie:<br />

Lieve Dhaene, Catherine Zenner<br />

Vormgeving:<br />

www.dotplus.be<br />

D/2011/12607/1<br />

ISBN 978-94-913-2300-3<br />

© <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

Guimardstraat 1<br />

1040 Brussel


Inhoud<br />

Woord vooraf 5<br />

Probleemverkenning 6<br />

1. Maatschappelijke evoluties 10<br />

1.1. Toename van het aantal kin<strong>de</strong>ren 10<br />

1.2. Ten<strong>de</strong>ns tot meer subspecialisatie 11<br />

1.3. Sterke toename van armoe<strong>de</strong> en onwetendheid 12<br />

1.4. Wijzigen<strong>de</strong> pathologie en behan<strong>de</strong>lingen 12<br />

1.5. Exponentiële toename van communicatie- en informatiemogelijkhe<strong>de</strong>n 13<br />

1.6. Meer dagopnames en min<strong>de</strong>r overnachtingen op E-dienst 13<br />

1.7. Te weinig beleidsaandacht voor medische preventie 15<br />

1.8. Afbouw van het aantal en <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rdiensten 15<br />

2. Uitdagingen voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rdiensten, nu en in <strong>de</strong> nabije toekomst 17<br />

2.1. SWOT-analyse vanuit het kind-perspectief inzake chronische zorg 17<br />

2.2. Analyse vanuit het kind-perspectief inzake acute zorg 20<br />

2.3. Analyse vanuit het perspectief van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen 20<br />

2.4. Analyse vanuit het perspectief van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding 24<br />

2.5. SWOT-analyse vanuit <strong>de</strong> ziekenhuisdirecties 25<br />

3. Voorstel voor een toekomstgerichte zorg voor kin<strong>de</strong>ren 2<br />

3.1. De ziekenhuispediatrie is veel meer dan <strong>de</strong> klassieke E-dienst 32<br />

3.2. Het zorgprogramma moet ver<strong>de</strong>r verfijnd wor<strong>de</strong>n vanuit 33<br />

kwalitatieve doelstellingen<br />

3.3. Meer samenwerking ten dienste van kwaliteitsoptimalisatie 36<br />

3.4. De ziekenhuiszorg voor het kind dient in zijn geheel te wor<strong>de</strong>n<br />

erkend en gefinancierd 40<br />

3.5. Nood aan innovatieve heroriëntering zowel in <strong>de</strong> basiszorg als<br />

in <strong>de</strong> hypergespecialiseer<strong>de</strong> zorg 41<br />

3.6. Pediater is beroep met toekomst, nieuwe expertises zijn nodig 44<br />

3.7. Oorzaken van het tekort aan ziekenhuispediaters aanpakken,<br />

niet <strong>de</strong> gevolgen 44<br />

3.8. Kwaliteit is niet gelijk aan kwantiteit 46<br />

4. Conclusies 49<br />

Bibliografie 52<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst


<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Woord vooraf<br />

Het laatste <strong>de</strong>cennium zat het aantal geboorten in Vlaan<strong>de</strong>ren weer sterk in <strong>de</strong> lift. Verwacht<br />

wordt dat die trend zich ook <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren zal doorzetten. De groep kin<strong>de</strong>ren die in <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> jaren zorg zal nodig hebben groeit niet alleen, er dienen zich ook stevige sociale<br />

uitdagingen aan. Steeds meer kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n immers geboren in een gezin in armoe<strong>de</strong> of<br />

hebben een moe<strong>de</strong>r die geen Ne<strong>de</strong>rlands kent en niet vertrouwd is met <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse inzichten<br />

over zuigelingenzorg, vaccinaties en medische opvolging.<br />

Ook in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong> grepen in <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia belangrijke ontwikkelingen<br />

plaats. Waar pediatrie vroeger voornamelijk gericht was op <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van acute<br />

infectieziekten en on<strong>de</strong>rvoeding, zien we nu meer neurologische en psychische problematiek,<br />

astma, obesitas, diabetes en kanker. Er is een belangrijke ten<strong>de</strong>ns tot subspecialistie, maar<br />

tegelijk blijft een goe<strong>de</strong> pediatrische basiszorg heel belangrijk. Daarnaast is ziekenhuispediatrie<br />

al vele jaren een weinig aantrekkelijke discipline. Kin<strong>de</strong>rartsen in het ziekenhuis hebben<br />

een hoge wachtbelasting en – in vergelijking met an<strong>de</strong>re medische specialismen – een lage<br />

vergoeding.<br />

Als <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> regelgeving niet veran<strong>de</strong>rt, dan zal in <strong>de</strong> nabije toekomst één op <strong>de</strong> vier<br />

kin<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>lingen in <strong>de</strong> Belgische ziekenhuizen moeten sluiten. Vanaf 2012 moet elk zorgprogramma<br />

immers vier voltijdse kin<strong>de</strong>rartsen tellen. Dit scenario kan grote gevolgen hebben.<br />

Willen we voldoen<strong>de</strong> kwaliteitsvolle zorg blijven garan<strong>de</strong>ren aan elk kind dat zich aanbiedt in<br />

een ziekenhuis, dan moeten dringend een aantal problemen ten gron<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n aangepakt.<br />

De werkgroep pediatrie van <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, in samenwerking met ICURO, analyseer<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> problematiek en reikt in dit cahier een aantal concrete voorstellen aan voor <strong>de</strong> hervorming<br />

van het zorgprogramma pediatrie. Differentiatie, horizontale en verticale samenwerking vormen<br />

<strong>de</strong> sleutelwoor<strong>de</strong>n. Hiermee willen we een aanzet geven tot een breed gedragen en toekomstgericht<br />

langetermijnbeleid. Daarbij streven we naar een kwaliteitsniveau dat internationaal<br />

mee vooraan blijft staan en beoor<strong>de</strong>eld kan wor<strong>de</strong>n op basis van objectieve resultaten.<br />

Het ultieme doel bestaat erin om te zorgen dat, ook morgen nog, kwaliteitsvolle pediatrische<br />

zorg voor ie<strong>de</strong>r ziek kind toegankelijk is.<br />

We danken <strong>de</strong> werkgroep voor zijn inzet, met in het bijzon<strong>de</strong>r voorzitter Erwin Bormans<br />

en voormalig voorzitter Frank Lippens. Dank gaat eveneens uit naar het Vlaams Patiëntenplatform<br />

dat essentiële input gaf voor het perspectief van <strong>de</strong> patiënt.<br />

Nu is het aan het beleid. We doen dan ook een warme oproep aan <strong>de</strong> politieke verantwoor<strong>de</strong>lijken<br />

om <strong>de</strong> zorg voor het zieke kind in <strong>de</strong> toekomst nu veilig te stellen.<br />

Brussel, juli 2011<br />

Peter Degadt<br />

ge<strong>de</strong>legeerd bestuur<strong>de</strong>r<br />

Guido Van Oevelen<br />

voorzitter<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst


Probleemverkenning<br />

Vanuit het perspectief van het kind<br />

Kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n best zo kort mogelijk onttrokken aan hun vertrouw<strong>de</strong> omgeving. In het belang<br />

van het kind werken <strong>de</strong> ziekenhuizen en kin<strong>de</strong>rartsen daarom <strong>de</strong> laatste jaren zo veel<br />

mogelijk met daghospitalisatie of korte opnames. In haar regelgeving vertrekt <strong>de</strong> overheid<br />

momenteel echter nog te weinig vanuit <strong>de</strong> patiëntjes. Ze blijft het zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren<br />

te veel vereenzelvigen met overnachtingen op <strong>de</strong> pediatrische af<strong>de</strong>ling. Indien er geen<br />

actualisatie komt van <strong>de</strong> regelgeving, dan is <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie – en daarmee <strong>de</strong> gespecialiseer<strong>de</strong><br />

zorg voor het kind in het ziekenhuis – ernstig bedreigd. De meerwaar<strong>de</strong> voor het<br />

kind van een pediatrische on<strong>de</strong>rsteuning aan <strong>de</strong> spoedgevallendienst, <strong>de</strong> materniteit en tal<br />

van an<strong>de</strong>re diensten en disciplines is momenteel immers amper of niet meegenomen in <strong>de</strong><br />

fe<strong>de</strong>rale erkennings- en financieringslogica.<br />

Daarnaast variëren <strong>de</strong> no<strong>de</strong>n van elk kind. Dat kan gaan van het geruststellen of begelei<strong>de</strong>n<br />

van ou<strong>de</strong>rs wanneer een baby veel lijkt te huilen tot een zeer intensieve verzorging voor hartlongtransplantatie<br />

bij mucoviscidosepatiëntjes. Het is daarom logisch dat het zorgprogramma<br />

voor kin<strong>de</strong>ren die bre<strong>de</strong> waaier aan no<strong>de</strong>n ook reflecteert. Tevens zijn <strong>de</strong> zorgmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

per ziekenhuis verschillend. Hoe meer supergespecialiseer<strong>de</strong> zorg nodig is, <strong>de</strong>s te belangrijker<br />

het is om die te concentreren in specifieke kenniscentra. Daartegenover staat dat het<br />

meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ziekten bij kin<strong>de</strong>ren geen gesofisticeer<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling of diagnose-apparatuur<br />

vergen. Zeer vaak volstaat een goed klinisch nazicht met aandacht voor het kind en zijn<br />

naaste omgeving. Omdat een kind niet los kan wor<strong>de</strong>n gezien van het gezin en <strong>de</strong> omgeving<br />

waarin het functioneert, is <strong>de</strong> nabijheid van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijnszorg en een goe<strong>de</strong> samenwerking<br />

met <strong>de</strong> eerstelijn dan weer heel belangrijk.<br />

Vanuit <strong>de</strong> sociale diversiteit tussen arm en rijk<br />

Als <strong>de</strong> overheid haar regelgeving niet actualiseert, dan zal in <strong>de</strong> nabije toekomst één op <strong>de</strong><br />

vier kin<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>lingen moeten sluiten. Dat zal <strong>de</strong> gezondheidskloof tussen rijk en arm ver<strong>de</strong>r<br />

vergroten. , Dat staat haaks op <strong>de</strong> inspanningen die internationaal geleverd wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze<br />

gezondheidskloof te dichten. Het recht op gepaste gezondheidszorg voor elk kind is immers<br />

opgenomen in art. 24 van het Verdrag inzake <strong>de</strong> Rechten van het Kind. Een <strong>de</strong>rgelijk grootschalig<br />

sluitingsscenario heeft forse consequenties voor <strong>de</strong> toegankelijkheid van zorg voor<br />

kin<strong>de</strong>ren.<br />

On<strong>de</strong>r meer Buchmueller toon<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk het negatieve effect aan van het sluiten van zowel<br />

ste<strong>de</strong>lijke als rurale ziekenhuizen op <strong>de</strong> zorg voor mensen met lage inkomens. Een spoedgevallendienst<br />

is vaak <strong>de</strong> enige medische (uit)weg die armen kennen of nemen. Ook <strong>de</strong> toegankelijkheid<br />

van spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> zorg in het algemeen komt hierdoor in het gedrang. Het uitbaten<br />

van een gespecialiseer<strong>de</strong> functie spoed en van een MUG is immers gekoppeld aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong><br />

dat men ten allen tij<strong>de</strong> een beroep moet kunnen doen op een geneesheer-specialist in<br />

<strong>de</strong> pediatrie. Door die impact op <strong>de</strong> spoeddienst kan het negatieve effect op <strong>de</strong> gezondheidskloof<br />

ver<strong>de</strong>r uitbrei<strong>de</strong>n tot en met <strong>de</strong> geriatrische patiënten. ,<br />

Currie J. 2003.<br />

Flores G. et al. 2009.<br />

CSDH (Commission on Social Determinants of Health) 2008.<br />

Buchmueller T. 2006.<br />

Halfon N. et al. 1996.<br />

Art. 10 5° KB van 27 april 1998.<br />

Xu K. et. al. 2009.<br />

Vigdor E. 1999.<br />

<br />

<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Er zijn ook repercussies te verwachten op <strong>de</strong> materniteitswerking en <strong>de</strong> zuigelingenoverleving.<br />

Een scenario waarin men noodgedwongen een beroep gaat doen op <strong>de</strong> eerstelijn voor<br />

problemen die twee<strong>de</strong>lijnszorg vereisen, is immers niet gewenst. Zo toon<strong>de</strong> een Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

studie aan dat <strong>de</strong> kans op babysterfte bij laagrisicobevallingen uitgevoerd door vroedvrouwen<br />

buiten het ziekenhuis 2,3 keer hoger ligt dan bij <strong>de</strong> hoogrisicobevallingen die gebeur<strong>de</strong>n<br />

door een gynaecoloog in het ziekenhuis. Men kan dus zeker <strong>de</strong> expertise en <strong>de</strong> omka<strong>de</strong>ring<br />

van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijnsopvang niet zomaar ongestraft vervangen door “alternatieven”.<br />

Vanuit <strong>de</strong> tegenstelling tussen beleid en realiteit<br />

In het KB van 13 juli 2006 (art. 25 §2) is voorzien dat er per zorgprogramma vier voltijdse equivalenten<br />

(VTE) pediaters nodig zijn in plaats van <strong>de</strong> huidige drie. Het KB treedt in werking op<br />

1 januari 2012. De verplichting zal onvermij<strong>de</strong>lijk lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> sluiting van een kwart van <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>lingen in <strong>de</strong> Belgische ziekenhuizen. 10 Aangezien het aantal beschikbare pediaters<br />

dat in een ziekenhuis wil werken zeer beperkt is, is <strong>de</strong>ze verplichting daarenboven steeds<br />

min<strong>de</strong>r evi<strong>de</strong>nt om in <strong>de</strong> praktijk te realiseren. 11<br />

Bijkomend probleem is het grote negatieve saldo tussen vacatures en afstu<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen,<br />

nu maar ook <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren. Bovendien voltooien niet alle pediaters in opleiding hun<br />

opleiding. Het aantal pediaters dat wel afstu<strong>de</strong>ert, is bovendien niet het aantal dat effectief<br />

begint in een ziekenhuis. De correcte naleving in Vlaan<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale beperking (contingentering)<br />

van artsen zorgt mee voor een nog nijpen<strong>de</strong>r tekort aan ziekenhuispediaters.<br />

Het totaal aantal kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding in België daal<strong>de</strong> over <strong>de</strong> laatste jaren en het aantal<br />

beschikbare specialisten is niet billijk ver<strong>de</strong>eld over het land. 12 Zo startten er in 2008 26 Ne<strong>de</strong>rlandstalige<br />

artsen hun opleiding pediatrie versus 31 Franstalige.<br />

De Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) adviseer<strong>de</strong> eind 2008 dan ook om<br />

<strong>de</strong> verplichting tot het optrekken van drie naar vier kin<strong>de</strong>rartsen weg te laten. Dat is, gezien<br />

<strong>de</strong> huidige context van <strong>de</strong> arbeidsmarkt, <strong>de</strong> enige logische piste. De hoge belasting van <strong>de</strong><br />

huidige medische permanentie zorgt er echter voor dat dit advies weinig steun vindt bij <strong>de</strong><br />

meeste kin<strong>de</strong>rartsen. De kin<strong>de</strong>rartsen zijn immers niet langer bereid om <strong>de</strong>rgelijke zware permanenties<br />

op te blijven nemen. We spreken dan over een wachtbelasting van één op <strong>de</strong> drie<br />

nachten en weekends, gecombineerd met toenemen<strong>de</strong> aanmeldingen op spoed na <strong>de</strong> kantooruren<br />

en in <strong>de</strong> weekends, en <strong>de</strong> vaak vereiste aanwezigheid bij specifieke en bij moeilijke<br />

bevallingen. Dergelijke intense wachtbelastingen vormen een reëel knelpunt dat eveneens<br />

om een oplossing vraagt.<br />

De fe<strong>de</strong>rale minister van Volksgezondheid nam recent al een aantal lovenswaardige maatregelen.<br />

Zo werd het College voor het Zorgprogramma voor Kin<strong>de</strong>ren opgericht en geïnstalleerd.<br />

De mogelijkheid werd verkend om subspecialismen in <strong>de</strong> pediatrie te erkennen via<br />

een adviesvraag aan <strong>de</strong> Hoge Raad voor Geneesheren-specialisten en Huisartsen. Er wer<strong>de</strong>n<br />

verschillen<strong>de</strong> initiatieven genomen voor een betere organisatie van <strong>de</strong> pediatrische hematooncologie<br />

in het ka<strong>de</strong>r van het Kankerplan. Er zijn plannen om <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijns pediatrische intensieve<br />

zorgeenhe<strong>de</strong>n volwaardig uit te bouwen. Er wer<strong>de</strong>n maatregelen getroffen in het<br />

RIZIV-budget voor een forfaitair honorarium voor <strong>de</strong> permanentie pediatrie 13 en <strong>de</strong> FOD<br />

Volksgezondheid bestel<strong>de</strong> een studie naar <strong>de</strong> mogelijkheid voor het organiseren en financieren<br />

van een pediatrisch dagziekenhuis.<br />

Evers A. 2010.<br />

10 Bevraging <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren i.s.m. ICURO in mei 2009 (responsgraad 56%, 31/55 met zorgprogramma’s<br />

voor kin<strong>de</strong>ren in Vlaan<strong>de</strong>ren). Bevestigd door bevraging van FOD in juni 2009 op basis bevraging alle zorgprogramma’s<br />

België.<br />

11 Slechts 30% van kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding geeft aan in een ziekenhuis te willen werken. De Wever A et al. 2008.<br />

12 De Wever A. et al. 2008.<br />

13 Verzekeringscomité van 2 juli 2010 Akkoord 2009-2010; Nota CGV 2010/240.<br />

Functiedifferentiatie en functieclassificatie in <strong>de</strong> verpleegkundige beroepsbeoefening


Die maatregelen lossen het probleem evenwel niet structureel op. De ziekenhuispediatrie<br />

(net zoals <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpsychiatrie, spoedgeneeskun<strong>de</strong>, endocrinologie, geriatrie en an<strong>de</strong>re belangrijke<br />

diensten/disciplines voor een algemeen ziekenhuis) is al jaren weinig aantrekkelijk.<br />

Belangrijkste oorzaak is <strong>de</strong> ernstige scheeftrekking van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> honoraria over<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> medische disciplines door <strong>de</strong> relatieve on<strong>de</strong>rwaar<strong>de</strong>ring van het klinische<br />

werk. De meeste disciplines – en parallel ook <strong>de</strong> aan hen gelinkte ziekenhuisdiensten – met<br />

een hoge verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en grote beschikbaarheidsvereisten verdienen merkwaardig<br />

genoeg veel min<strong>de</strong>r dan on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong>, technische disciplines en hun diensten. De terugbetaling<br />

van een aantal toezichtshonoraria in <strong>de</strong> pediatrie is weliswaar <strong>de</strong> voorbije jaren<br />

verhoogd, maar dat compenseert amper het negatieve effect van <strong>de</strong> drastische terugval in<br />

klassieke hospitalisatie in het afgelopen <strong>de</strong>cennium. 14 Het is een weinig doordachte steunmaatregel<br />

gebleken.<br />

In voorliggend cahier schetsen we eerst een aantal uitdagingen en evoluties in <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>re<br />

maatschappij en in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong>. Vervolgens on<strong>de</strong>rzoeken we hoe <strong>de</strong> pediatriediensten<br />

op die ontwikkelingen dienen in te spelen. We focussen achtereenvolgens op <strong>de</strong><br />

verwachtingen van <strong>de</strong> patiënten, nadien geven we een aantal bevindingen mee vanuit het<br />

perspectief van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen en <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding, om dit <strong>de</strong>el te eindigen met<br />

een SWOT-analyse van <strong>de</strong> pediatriediensten door <strong>de</strong> Vlaamse ziekenhuisdirecties. In <strong>de</strong>el<br />

drie formuleert <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren concrete voorstellen voor aanpassingen aan het zorgprogramma<br />

pediatrie, dat diversificatie en horizontale en verticale netwerking moet mogelijk<br />

maken.<br />

14 De Wever A. et al. 2008.<br />

<br />

<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst


1<br />

Maatschappelijke evoluties<br />

1.1. Toename van het aantal kin<strong>de</strong>ren<br />

Het afgelopen <strong>de</strong>cennium steeg het geboortecijfer in Vlaan<strong>de</strong>ren aanzienlijk: van 60.790 in<br />

2001 naar 70.302 in 2008 (volgens <strong>de</strong> registraties van Kind en Gezin 15 ). Het verschil met <strong>de</strong><br />

cijfers van <strong>de</strong> FOD Economie (68.394 officiële geboorten in Vlaan<strong>de</strong>ren) valt te verklaren door<br />

het meerekenen van pasgeborenen van asielzoekers en illegale immigranten en door een<br />

administratieve vertraging op <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale overheidsdienst voor <strong>de</strong> registratie van<br />

officiële immigranten. Uiteraard kunnen al <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>ren effectief hulp nodig hebben. We<br />

dienen ze dus mee te tellen in <strong>de</strong> werkbelasting.<br />

Door <strong>de</strong> economische crisis zijn <strong>de</strong> cijfers voor 2009 atypisch en 0,9% lager dan in 2008. Het<br />

vruchtbaarheidscijfer steeg in 2008 tot 1,82 kin<strong>de</strong>ren per vrouw, het hoogste peil sinds 1974. 16<br />

Daarnaast nam ook het aantal te vroeg geboren kin<strong>de</strong>ren gestaag toe. Ook voor <strong>de</strong> eerstvolgen<strong>de</strong><br />

jaren verwacht men nog een ver<strong>de</strong>re stijging van het aantal geboorten, alvorens te stabiliseren<br />

op dit hoge niveau. 17 Met 11,1 geboorten per 1.000 inwoners zat Vlaan<strong>de</strong>ren in 2008<br />

boven het Europese gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van 10,9. Terwijl het Europese gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> al jaren stabiel is,<br />

zien we in Vlaan<strong>de</strong>ren een gestage stijging. In 1991 wer<strong>de</strong>n 94,7% van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren à terme<br />

geboren, in 2008 zakte dat aantal tot 92,6%. 18<br />

Figuur 1. Evolutie van het geboortecijfer en prognoses Vlaan<strong>de</strong>ren (Fod Economie 2008)<br />

75.000<br />

70.000<br />

65.000<br />

60.000<br />

55.000<br />

50.000<br />

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040<br />

1.2. Ten<strong>de</strong>ns tot meer subspecialisatie<br />

De grote gezondheidswinst en <strong>de</strong> spectaculaire toename van <strong>de</strong> levensverwachting tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

afgelopen 100 jaar, zowel in België als in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Westerse lan<strong>de</strong>n, is voor een groot <strong>de</strong>el toe<br />

te schrijven aan <strong>de</strong> gradueel verbeter<strong>de</strong> zuigelingenzorg en <strong>de</strong> openbare hygiënemaatregelen.<br />

Op het vlak van voeding, hygiëne en <strong>de</strong> bestrijding van infectieziekten wer<strong>de</strong>n immense re-<br />

15 Buysse B. 2010.<br />

16 Buysse B. 2009.<br />

17 Fod Economie. 2008.<br />

18 Cammu H. et al. 2008.<br />

10 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


sultaten geboekt, die een belangrijke bijdrage lever<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> stijging van <strong>de</strong> human <strong>de</strong>velopment<br />

in<strong>de</strong>x. Voor België evolueer<strong>de</strong> die van 0,63 in 1910 naar 0,94 in 2000. 19<br />

De pediatrie was vroeger vooral gericht op <strong>de</strong> bestrijding van infecties en problemen inherent<br />

aan on<strong>de</strong>rvoeding. Door <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re gezondheidsresultaten die op dat vlak wer<strong>de</strong>n geboekt,<br />

is <strong>de</strong> focus zich gaan<strong>de</strong>weg gaan verleggen naar aandoeningen die voordien als onbehan<strong>de</strong>lbaar<br />

wer<strong>de</strong>n beschouwd, on<strong>de</strong>r meer aangeboren hartafwijkingen 20 , vroeggeboorte 21<br />

en kanker. De overlevingskans bij kin<strong>de</strong>ren met kanker bedraagt nu globaal 85%, 50 jaar<br />

gele<strong>de</strong>n was dat nog 0%. 22<br />

Om <strong>de</strong> recentste wetenschappelijke verworvenhe<strong>de</strong>n snel te kunnen implementeren, is een<br />

ver<strong>de</strong>re subspecialisatie binnen <strong>de</strong> pediatrie nodig. Het is immers gemakkelijker om binnen<br />

een subdiscipline <strong>de</strong> meest actuele richtlijnen te volgen en <strong>de</strong> bijhoren<strong>de</strong> diagnostische en<br />

behan<strong>de</strong>ltechnieken te beheersen. Een (sub)discipline kan daardoor in al haar facetten wor<strong>de</strong>n<br />

uitgeoefend, waarbij ter zake opgelei<strong>de</strong> pediaters ook <strong>de</strong> technische aspecten (bronchoscopie,<br />

coloscopie, echografie…) kunnen uitvoeren.<br />

Aan subspecialisatie zijn echter ook na<strong>de</strong>len verbon<strong>de</strong>n. Zo wordt het een grote uitdaging<br />

om een holistisch antwoord te blijven bie<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> zorgvraag van kin<strong>de</strong>ren. Gezins- en<br />

omgevingsfactoren spelen immers een erg belangrijke rol in het voorkomen, het ontstaan<br />

of het monitoren van gezondheidsproblemen bij kin<strong>de</strong>ren. Het is dan ook essentieel om<br />

rekening te hou<strong>de</strong>n met het biopsychosociaal mo<strong>de</strong>l van Engel. 23 We moeten vermij<strong>de</strong>n dat<br />

<strong>de</strong> patiëntjes verloren lopen in een gefragmenteer<strong>de</strong> zorg die door drie krachten wordt voortgestuwd:<br />

meer professionalisering, meer specialisering en meer <strong>de</strong>centralisatie. 24<br />

Het is dus belangrijk voldoen<strong>de</strong> dwarsverbindingen in te bouwen via zorgketens en zorgnetwerken.<br />

Ter illustratie: zuigelingen wor<strong>de</strong>n soms alleen behan<strong>de</strong>ld voor een femurfractuur,<br />

zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> betrokken zorgverstrekker voldoen<strong>de</strong> stilstaat bij <strong>de</strong> oorzaak (zeer grote kans<br />

op kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling). Bij <strong>de</strong> opname van een huilbaby van wie alle on<strong>de</strong>rzoeken negatief<br />

zijn, wordt dan weer vaak gedacht aan een ‘sociale’ of ‘onterechte’ opname. De ou<strong>de</strong>rs krijgen<br />

dan weleens enkel <strong>de</strong> boodschap dat er geen medische re<strong>de</strong>n is tot ongerustheid. De indirecte<br />

vraag van oververmoei<strong>de</strong>, ra<strong>de</strong>loze ou<strong>de</strong>rs met vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> draagkracht wordt daarbij niet<br />

altijd herkend of beantwoord.<br />

Een an<strong>de</strong>r belangrijk na<strong>de</strong>el is dat <strong>de</strong>ze subdisciplines alleen in zeer grote pediatrische diensten<br />

dag en nacht beoefend kunnen wor<strong>de</strong>n. Er zijn per subdiscipline immers minimaal twee<br />

pediaters nodig om <strong>de</strong> continuïteit van zorgen te kunnen borgen. In alle an<strong>de</strong>re ziekenhuizen<br />

moeten <strong>de</strong> pediaters voldoen<strong>de</strong> algemene kennis en vaardighe<strong>de</strong>n behou<strong>de</strong>n zodat ze tij<strong>de</strong>ns<br />

hun wachten een goe<strong>de</strong> eerste opvang kunnen bie<strong>de</strong>n voor alle zich aandienen<strong>de</strong> pathologie.<br />

Die bre<strong>de</strong> kennisvereiste hypothekeert een zeer ver doorgedreven specialisatie.<br />

1.3. Opnieuw sterke toename van armoe<strong>de</strong> en onwetendheid<br />

We moeten erover waken dat we <strong>de</strong> knappe historische realisaties van <strong>de</strong> pediatrie niet beschouwen<br />

als <strong>de</strong>finitief verworven. Bijvoorbeeld in <strong>de</strong> achterstandswijken van Rotterdam wor<strong>de</strong>n<br />

opnieuw bijzon<strong>de</strong>r slechte gezondheidsresultaten bij jonge kin<strong>de</strong>ren behaald 25 , die voor-<br />

19 Devos I. 2005.<br />

20 Tchervenkov C. 2008.<br />

21 Veit-Sauca B. 2008.<br />

22 Askins M. 2008.<br />

23 Engel G. 1977.<br />

24 Ahgren B. 2003.<br />

25 Steegers E. 2008.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

11


al te wijten zijn aan inwijking, toename van armoe<strong>de</strong> en onwetendheid. De (kans)armoe<strong>de</strong> bij<br />

gezinnen met jonge kin<strong>de</strong>ren is <strong>de</strong> laatste jaren jammer genoeg ook in Vlaan<strong>de</strong>ren gestegen<br />

van 4,7% in 2000 naar 8,3% in 2009. 26 Daarnaast is er een forse stijging van het aantal moe<strong>de</strong>rs<br />

dat geen Ne<strong>de</strong>rlands kent en dat niet vertrouwd is met <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne inzichten over optimale<br />

zuigelingenvoeding, <strong>de</strong> preventie van infectieziekten (vaccinatie), medische opvolging enz.<br />

Momenteel heeft 20% van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren in Vlaan<strong>de</strong>ren een moe<strong>de</strong>r die buiten België geboren<br />

is, in <strong>de</strong> provincie Antwerpen bedraagt dat aantal zelfs ruim 28%. 27 Bovendien zorgen <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r<br />

sterke familieverban<strong>de</strong>n – <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> vele eenou<strong>de</strong>rgezinnen waarvan sommigen erg<br />

geïsoleerd leven – ervoor dat praktische ervaring min<strong>de</strong>r gemakkelijk wordt doorgegeven.<br />

1.4. Wijzigen<strong>de</strong> pathologie en behan<strong>de</strong>lingen<br />

Als we kijken naar <strong>de</strong> evolutie van <strong>de</strong> pathologie, dan zien we in Europa een toenemen<strong>de</strong><br />

problematiek bij kin<strong>de</strong>ren van on<strong>de</strong>r meer astma, neurologische ontwikkelingsstoornissen,<br />

mannelijke genitale malformaties en kanker. 28 Een Ne<strong>de</strong>rlandse studie geeft meer ge<strong>de</strong>tailleerd<br />

<strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpathologie weer 29 :<br />

• prematuriteit, intra-uteriene groeiretardatie<br />

• testiculair dysgenese syndroom 29<br />

• obesitas<br />

• diabetes type I en type II<br />

• astma, atopie en hooikoorts<br />

• autisme, attention <strong>de</strong>ficit and hyperactivity disor<strong>de</strong>r (ADHD), leerstoornissen,<br />

gehoorproblemen<br />

• kanker<br />

Deze pathologie wordt in verband gebracht met verschillen<strong>de</strong> externe factoren zoals voeding,<br />

levensstijl (tabak- en alcoholgebruik) en gezondheid van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs, leefomgeving (ste<strong>de</strong>lijk<br />

of lan<strong>de</strong>lijk) en <strong>de</strong> interactie tussen ou<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren. Specifiek voor <strong>de</strong> kankers stellen we<br />

vast dat <strong>de</strong> prognose voor overleving sterk verbeterd is, maar dat daardoor nu ook een stijgend<br />

aantal secundaire kankers ten gevolge van chemotherapie wordt waargenomen. 30<br />

Ook voor een aantal an<strong>de</strong>re – vaak congenitale – aandoeningen geldt dat <strong>de</strong> overlevingskans<br />

fors is gestegen, maar dat <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>ren wel een blijven<strong>de</strong> specifieke opvolging nodig hebben,<br />

soms tot in <strong>de</strong> volwassenheid. Dat lever<strong>de</strong> een nieuwe term op, met name ‘pedogeriatrie’. 31<br />

Daarnaast vormen ou<strong>de</strong> (terugkeer van extreem resistente tuberculose 32 ) en nieuwe (bv. Sars)<br />

infecties een sterk toenemen<strong>de</strong> gezondheidsbedreiging, zeker voor zuigelingen en jonge kin<strong>de</strong>ren.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren verwachten we op dat vlak ernstige problemen in Europa. 33 In<br />

<strong>de</strong> winter van 2009 kon<strong>de</strong>n we ons een voorstelling maken van hoe verregaand een grieppan<strong>de</strong>mie<br />

zou kunnen toeslaan. Gelukkig bleef het bij een generale repetitie: als het Sars<br />

was geweest in plaats van influenza A/H1N1, dan zou gebleken zijn hoe beperkt onze buffercapaciteit<br />

is voor <strong>de</strong>rgelijke rampen (te weinig opnamecapaciteit, te weinig isolatiemogelijkhe<strong>de</strong>n,<br />

te weinig capaciteit aan intensieve zorgen, tekorten aan aangepast pediatrisch (bea<strong>de</strong>mings)materiaal…).<br />

26 Buysse B. 2010.<br />

27 Buysse B. 2009.<br />

28 Pallapies D. 2006.<br />

29 Van <strong>de</strong>n Hazel P. 2006.<br />

30 Pallapies D. 2006.<br />

31 Grünberg J. 2010.<br />

32 Whittaker E. 2008.<br />

33 WHO European Ministerial Forum. 2007.<br />

12 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Verschillen<strong>de</strong> <strong>publicatie</strong>s stellen dat <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rd jaar vooral<br />

zal moeten toeleggen op een correcte toepassing van <strong>de</strong> predictieve geneeskun<strong>de</strong>. 34,35 Daarbij<br />

staat <strong>de</strong> pediatrie opnieuw in ‘pole position’. Kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong> is immers vertrouwd<br />

met genetische informatie en risicoprofielen inzake genetisch bepaal<strong>de</strong> aandoeningen. De<br />

pediatrie heeft m.a.w. het potentieel om <strong>de</strong> volksgezondheid opnieuw een forse duw in <strong>de</strong><br />

rug te geven. We verwachten ook veel van <strong>de</strong> inspanningen die Europa al jaren doet om on<strong>de</strong>rzoek<br />

te stimuleren naar <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lingsmogelijkhe<strong>de</strong>n voor zeldzame aandoeningen.<br />

Daarin past ook <strong>de</strong> ontwikkeling van gepaste medicatie voor veeleer kleine doelgroepen zoals<br />

kin<strong>de</strong>ren. Recent werd binnen het European Medicines Agency (EMEA) een pediatrisch comité<br />

opgericht, om <strong>de</strong> gezondheid van kin<strong>de</strong>ren beter te beschermen. 36 Daarvoor werkt EMEA<br />

samen met <strong>de</strong> Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) en <strong>de</strong> Europese koepel van<br />

patiëntenverenigingen voor zeldzame aandoeningen (Eurordis).<br />

Tot slot is er binnen het Europese beleidsniveau en in verschillen<strong>de</strong> individuele lan<strong>de</strong>n (zoals<br />

Ne<strong>de</strong>rland, Frankrijk en Engeland) een evolutie bezig naar het poolen van uiterst gespecialiseer<strong>de</strong><br />

zorg. Haast alle EU-lan<strong>de</strong>n hebben een dui<strong>de</strong>lijk uitgebouwd ka<strong>de</strong>r voor pediatrische<br />

intensieve zorgeneenhe<strong>de</strong>n. Ons land heeft dat alleen nog maar voor neonati en niet voor<br />

kin<strong>de</strong>ren. Ook <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> grootste zorgbehoefte (on<strong>de</strong>r wie kin<strong>de</strong>ren met multiorgaanproblematiek)<br />

moeten dag en nacht <strong>de</strong> gepaste zorgen kunnen krijgen.<br />

1.5. Exponentiële toename van communicatie- en informatiemogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

Telemedicine en telemonitoring openen eveneens veel nieuwe mogelijkhe<strong>de</strong>n, ook voor <strong>de</strong><br />

ziekenhuispediatrie. 37 Via telemedicine is het perfect mogelijk om in ‘real time’ bijkomen<strong>de</strong><br />

expertise of een twee<strong>de</strong> opinie in te roepen. Dat kan een belangrijke meerwaar<strong>de</strong> vormen om<br />

hooggespecialiseer<strong>de</strong> kennis beter te <strong>de</strong>len en om gerichter en efficiënter door te verwijzen.<br />

Telemonitoring laat toe <strong>de</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> ziekenhuiszorg aan huis (zoals thuisbea<strong>de</strong>ming,<br />

peritoneaal dialyse, totaalparenterale voeding) in <strong>de</strong> toekomst nog beter te monitoren. Daardoor<br />

kan sneller gereageerd wor<strong>de</strong>n bij een ontsporing van <strong>de</strong> aandoening en kan een aantal<br />

ziekenhuisopnames wor<strong>de</strong>n verme<strong>de</strong>n. Nu al zijn <strong>de</strong> resultaten van enkele proefprojecten<br />

met telemonitoring, bv. het opvolgen van hoogrisicozwangerschappen via cardiotocograaf<br />

(CTG) thuis, aanvaardbaar en kosteneffectief gebleken. 38<br />

1.6. Meer dagopnames en min<strong>de</strong>r overnachtingen op E-dienst<br />

Hoewel het aantal kin<strong>de</strong>ren in het afgelopen <strong>de</strong>cennium significant toenam, daal<strong>de</strong> in diezelf<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> in Vlaan<strong>de</strong>ren het aantal overnachtingen van kin<strong>de</strong>ren in het ziekenhuis. Het<br />

aantal ligdagen op <strong>de</strong> pediatriediensten neemt overigens al vele jaren af en sinds 2000 zien we<br />

ook min<strong>de</strong>r opnames voor overnachting. In tien jaar tijd is het aantal prestaties voor toezicht<br />

op opgenomen kin<strong>de</strong>ren gedaald, variërend van 8% voor <strong>de</strong> kortere tot 61% voor <strong>de</strong> langere<br />

opnames. Alleen het toezicht in <strong>de</strong> bevallingskamer is vanaf 2000 met 8,3% gestegen. 39 Dat<br />

valt vooral te verklaren door het gestegen geboortecijfer en <strong>de</strong> hogere kwaliteitsvereisten.<br />

We formuleren hierbij enkele belangrijke kanttekeningen:<br />

• Vooreerst is er een uitgesproken verschuiving naar korte opnames, van één dag of min-<br />

34 Predictieve (ook wel voorspellen<strong>de</strong> of gepersonaliseer<strong>de</strong>) geneeskun<strong>de</strong>: het voorspellen van <strong>de</strong> kans op een bepaal<strong>de</strong><br />

ziekte vanaf of vóór <strong>de</strong> geboorte op basis van mo<strong>de</strong>rne genetica (DNA-analyse, genoombepaling…) zodat<br />

<strong>de</strong> nodige preventiemaatregelen tijdig kunnen wor<strong>de</strong>n genomen.<br />

35 Avard D. 2009.<br />

36 Cf. ‘Paediatric regulation’; Regulation EC no 1901/2006.<br />

37 Paré G. 2007.<br />

38 www.eurordis.org<br />

39 De Wever A. et al. 2008.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

13


<strong>de</strong>r. De sterke toename van die activiteiten is tot nu toe onvoldoen<strong>de</strong> in kaart gebracht.<br />

Dat komt omdat activiteiten buiten het chirurgisch dagziekenhuis geen specifieke financiering<br />

hebben en dus ook geen eigen ‘i<strong>de</strong>ntiteit’ in <strong>de</strong> facturatiegegevens. Momenteel<br />

loopt er een studie om die activiteiten toch te kunnen i<strong>de</strong>ntificeren en honoreren. 40<br />

De evolutie naar korte en nu ook ultrakorte opnames is mogelijk gewor<strong>de</strong>n door betere<br />

medische inzichten en technieken. Denken we bijvoorbeeld aan <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne richtlijnen<br />

voor <strong>de</strong> aanpak van acute gastro-enteritis met uitdrogingsverschijnselen. De ou<strong>de</strong><br />

gewoonten van langdurige opnames met permanente infusen en trage, opklimmen<strong>de</strong><br />

schema’s voor het herinvoeren van gewone voeding wer<strong>de</strong>n verlaten. 41 Kin<strong>de</strong>ren mogen<br />

nu binnen <strong>de</strong> vier tot zes uur terug eten. Internationale studies toon<strong>de</strong>n echter aan dat<br />

<strong>de</strong> implementatie van <strong>de</strong>rgelijke richtlijnen moeizaam verloopt. 42<br />

• Een korte opname vereist tevens een goe<strong>de</strong> en uitgebrei<strong>de</strong> communicatie met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs,<br />

maar ook een voldoen<strong>de</strong> opleidingsniveau en een ge<strong>de</strong>gen discipline bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs.<br />

Vaak moeten ze immers thuis ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> medicatie toedienen, het kind nog enkele dagen<br />

nauwkeurig observeren en <strong>de</strong> situatie regelmatig herevalueren. We zien in Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

al jaren een toename van <strong>de</strong> hoogste opleidingsniveaus bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs, wat <strong>de</strong> korte opnames<br />

bespoedigt. Data van 2009 van het Studiecentrum voor Perinatale Epi<strong>de</strong>miologie<br />

(SPE) leren dat tegelijk met <strong>de</strong>ze toename er ook een toename is van <strong>de</strong> laagst geschool<strong>de</strong>n<br />

van 3,6% naar 4,4% over <strong>de</strong> laatste 10 jaar.<br />

Figuur 2. Opleidingsniveau moe<strong>de</strong>rs in Vlaan<strong>de</strong>ren (SPE 2009)<br />

Lager Lager Hoger A1 Universiteit Totaal<br />

on<strong>de</strong>rwijs mid<strong>de</strong>lbaar mid<strong>de</strong>lbaar kort of A1 lang (N)<br />

1999 3,60 % 12,3 % 42,6 % 26,5 % 15 % 56 749<br />

2000 3,9 % 11,2 % 42,7 % 26,5 % 15,7 % 57 725<br />

2001 4 % 10,7 % 43 % 26,7 % 15,6 % 56 629<br />

2002 4,2 % 10,2 % 41,9 % 27,9 % 15,9 % 55 862<br />

2003 4 % 10,3 % 41,1 % 28 % 16,6 % 57 203<br />

2004 4,3 % 9,4 % 41,2 % 28,4 % 16,7 % 59 083<br />

2005 4,2 % 9 % 41,3 % 28,5 % 17 % 60 624<br />

2006 4,3 % 8,5 % 41,4 % 28,6 % 17,2 % 62 038<br />

2007 4,3 % 8,6 % 40,2 % 29,4 % 17,6 % 62 717<br />

2008 4,2 % 8 % 40,1 % 29,7 % 18 % 63 119<br />

2009 4,4 % 7,9 % 39,3 % 30,1 % 18,4 % 62 438<br />

Binnen- en buitenlandse voorbeel<strong>de</strong>n leren ons echter dat het percentage ongeletterdheid bij<br />

moe<strong>de</strong>rs snel kan toenemen door immigratie en trage integratie. Dat kan lei<strong>de</strong>n tot een catastrofale<br />

achteruitgang in <strong>de</strong> gezondheidstoestand van kin<strong>de</strong>ren (cf. situatie in Rotterdam 43 ). Ne<strong>de</strong>rland<br />

heeft zijn oorspronkelijke toppositie, met een lage zuigelingensterfte en perinataal overlij<strong>de</strong>n,<br />

40 BePassta (BElgian PAediatric Short STAy) studie on<strong>de</strong>r leiding van Prof. A. Dewever (ULB), besteld door <strong>de</strong> FOD<br />

Volksgezondheid en bezorgd aan twaalf ziekenhuizen in het najaar van 2010.<br />

41 Guarino A. et al. 2008.<br />

42 Szajewska H. et al. 2000.<br />

43 Steegers E. 2008.<br />

14 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


ingeleverd voor een positie die on<strong>de</strong>r het EU-gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ligt. 44 In Vlaan<strong>de</strong>ren heeft momenteel<br />

20% van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren een moe<strong>de</strong>r die buiten België geboren is en dat aantal stijgt al jaren. 45 Voor<br />

<strong>de</strong> provincie Antwerpen is dat zelfs 28%.<br />

1.7. Te weinig beleidsaandacht voor medische preventie<br />

Preventieve zorgen zijn van bijzon<strong>de</strong>r belang. De spectaculaire toename van het aantal beschikbare<br />

vaccins en een goe<strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> preventieve zorg in Vlaan<strong>de</strong>ren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

laatste 10 jaar hebben Vlaan<strong>de</strong>ren in een Europese koppositie gebracht op vlak van preventie<br />

van infectieziekten. 46 Momenteel komt <strong>de</strong>ze prachtprestatie echter sterk on<strong>de</strong>r druk te staan.<br />

Steeds min<strong>de</strong>r artsen zetten zich in voor <strong>de</strong> preventieve medische zorg zoals die bij Kind en<br />

Gezin wordt aangebo<strong>de</strong>n, omdat hun werk niet naar waar<strong>de</strong> wordt vergoed. Er dreigt hierdoor<br />

een totale ineenstorting van onze opgebouw<strong>de</strong> Europese toppositie inzake vaccinatiegraad<br />

en <strong>de</strong> opsporing van ontwikkelingsproblemen en doofheid. Naarmate <strong>de</strong> preventieve medische<br />

zorg kampt met een toenemend artsentekort, zal <strong>de</strong> curatieve geneeskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>ze<br />

preventieve aspecten opnieuw systematisch meer aandacht en tijd moeten beste<strong>de</strong>n.<br />

1.8. Afbouw van het aantal en <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rdiensten<br />

Samen met <strong>de</strong> sterke sanering van het ziekenhuislandschap is ook het aantal en <strong>de</strong> capaciteit<br />

van <strong>de</strong> pediatrische diensten al drastisch gedaald. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1987–2003 daal<strong>de</strong> het<br />

aantal E-diensten met 22% (33 eenhe<strong>de</strong>n) 47 en het totaal aantal erken<strong>de</strong> E-bed<strong>de</strong>n met 42%.<br />

In diezelf<strong>de</strong> tijdsspanne nam <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> grootte van een E-dienst af van 32 naar 24 bed<strong>de</strong>n.<br />

Momenteel zijn er nog 60 pediatrische diensten over in Vlaan<strong>de</strong>ren met in totaal 1.939<br />

bed<strong>de</strong>n. 48 De diensten variëren in grootte van 15 tot 128 E-bed<strong>de</strong>n. Door <strong>de</strong> vele fusies in <strong>de</strong><br />

afgelopen tien jaar is <strong>de</strong> grootte van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ziekenhuis fors gestegen. Slechts twee<br />

Europese lan<strong>de</strong>n doen het op dat vlak beter dan België.<br />

Figuur 3. Gemid<strong>de</strong>ld aantal bed<strong>de</strong>n per algemeen ziekenhuis (WHO European Health for all<br />

database, 2007)<br />

600<br />

500<br />

478<br />

400<br />

409<br />

339<br />

300<br />

256 243 232 228 216<br />

200<br />

194 180<br />

161 145 141<br />

100<br />

0<br />

Ne<strong>de</strong>rland<br />

Hongarije<br />

België<br />

Zwe<strong>de</strong>n<br />

Duitsland<br />

Noorwegen<br />

Ierland<br />

Spanje<br />

Portugal<br />

Italië<br />

Griekenland<br />

Frankrijk<br />

Zwitserland<br />

44 www.nationaalkompas.nl<br />

45 Buysse B. 2009.<br />

46 Hoppenbrouwers K. 2009.<br />

47 Cannoodt L. et al. 2002.<br />

48 Cijfers informatiesteunpunt Zorg en Gezondheid.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

15


16 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


2<br />

Uitdagingen voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rdiensten,<br />

nu en in <strong>de</strong> nabije toekomst<br />

2.1. SWOT-analyse vanuit het kind-perspectief inzake chronische zorg<br />

Toekomstige beleidsopties moeten beter aansluiten bij wat er leeft bij <strong>de</strong> patiënten. Daarom<br />

werd aan het Vlaams Patiëntenplatform vzw (VPP) gevraagd om vanuit het patiëntenperspectief<br />

een SWOT-analyse te maken. Het VPP is een onafhankelijk platform van meer dan 90<br />

patiëntenverenigingen uit Vlaan<strong>de</strong>ren dat streeft naar een toegankelijke zorg op maat van <strong>de</strong><br />

patiënt en zijn omgeving. In zijn analyse focuste het VPP enkel op chronisch zieke kin<strong>de</strong>ren.<br />

Aan <strong>de</strong> hand van een bondige vragenlijst (naar analogie met een SWOT-analyse) peil<strong>de</strong>n zij<br />

bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs naar hun ervaringen in verband met <strong>de</strong> zorg voor hun kind: Wat loopt er goed in<br />

<strong>de</strong> zorg voor je kind? Waarover ben je niet tevre<strong>de</strong>n? Wat kan er beter in <strong>de</strong> zorg voor je kind?<br />

Waar zie je nog nieuwe mogelijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zorg? Wat kan een gevaar zijn voor het zorgaanbod?<br />

Waarvoor vrees je als ou<strong>de</strong>r? Hieron<strong>de</strong>r volgen <strong>de</strong> vaststellingen die uit <strong>de</strong>ze bevraging<br />

naar voren kwamen.<br />

Samenwerken binnen multidisciplinaire teams<br />

Ou<strong>de</strong>rs van chronisch zieke kin<strong>de</strong>ren ervaren het werken met multidisciplinaire teams, al<br />

dan niet in gespecialiseer<strong>de</strong> centra, als zeer positief. Verschillen<strong>de</strong> expertises die elkaar aanvullen<br />

en ver<strong>de</strong>r kijken dan alleen het louter medische aspect, zijn voor hen heel belangrijk.<br />

Er wor<strong>de</strong>n voorbeel<strong>de</strong>n aangehaald van epi<strong>de</strong>rmolysis bullosa, spina bifida, mucoviscidose,<br />

diabetes, neurofibromatose… waar <strong>de</strong> uitwisseling van informatie tussen verschillen<strong>de</strong> zorgverstrekkers<br />

zeer vlot gebeurt en <strong>de</strong> zorg naadloos op elkaar wordt afgestemd.<br />

De multidisciplinaire aanpak kan nog meer focussen op <strong>de</strong> no<strong>de</strong>n en behoeften van het kind<br />

door rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ervaringen van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Ou<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n bij een teamoverleg<br />

betrokken kunnen wor<strong>de</strong>n of zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>el kunnen uitmaken van het behan<strong>de</strong>lend team<br />

om hun inbreng te doen bij <strong>de</strong> gevolgen van behan<strong>de</strong>lingen, geneesmid<strong>de</strong>len… Tenslotte<br />

brengen zij <strong>de</strong> meeste tijd door met hun kind en kunnen hun ervaringen belangrijk zijn om <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>ling en <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len te evalueren. De betrokkenheid van ou<strong>de</strong>rs impliceert dat<br />

medische en paramedische staf en ou<strong>de</strong>rs respect hebben voor elkaars verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

en expertise.<br />

Samenwerking tussen eerste-, twee<strong>de</strong>- en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn<br />

Kin<strong>de</strong>ren die chronisch ziek zijn komen zowel in contact met <strong>de</strong> huisarts als met <strong>de</strong> specialist<br />

en met het ziekenhuispersoneel. Een vlotte communicatie is dan ook onontbeerlijk om een<br />

goe<strong>de</strong> en efficiënte zorg te kunnen leveren. In <strong>de</strong> praktijk blijkt dat echter niet altijd even goed<br />

te verlopen. Symptomen van chronische ziektes wor<strong>de</strong>n vaak niet tijdig herkend, <strong>de</strong> doorverwijzing<br />

gebeurt te laat en problematische spoedopnames door gebrek aan kennis over het<br />

ziektebeeld, behoren ook tot <strong>de</strong> realiteit.<br />

Al die elementen zorgen ervoor dat bij het begin van <strong>de</strong> klachten <strong>de</strong> patiëntjes niet steeds<br />

<strong>de</strong> juiste zorgen wor<strong>de</strong>n toegediend, wat gevolgen kan hebben voor <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong><br />

ziekte en het welzijn van het kind. Daarnaast signaleren ou<strong>de</strong>rs dat <strong>de</strong> communicatie tussen<br />

verschillen<strong>de</strong> personen/diensten niet altijd vlot verloopt waardoor bijvoorbeeld on<strong>de</strong>rzoeken<br />

dubbel gebeuren, er onnodige on<strong>de</strong>rzoeken wor<strong>de</strong>n uitgevoerd of <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vragen wor<strong>de</strong>n<br />

gesteld voor <strong>de</strong> opmaak van verschillen<strong>de</strong> dossiers.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

17


Wachttij<strong>de</strong>n tot het minimum beperken<br />

Ou<strong>de</strong>rs van chronisch zieke kin<strong>de</strong>ren komen vaak in het ziekenhuis en ervaren dat veel tijd<br />

verloren gaat in <strong>de</strong> wachtzaal. Lange wachttij<strong>de</strong>n in ziekenhuizen zijn geen uitzon<strong>de</strong>ring en<br />

het is geen sinecure om met kin<strong>de</strong>ren lang stil te zitten. Ou<strong>de</strong>rs verwachten stiptere consultaties,<br />

zeker wanneer het gaat om een geplan<strong>de</strong> consultatie.<br />

Flexibele aanvraag rooming-in<br />

In <strong>de</strong> meeste ziekenhuizen kunnen ou<strong>de</strong>rs bij hun kin<strong>de</strong>ren overnachten. Ou<strong>de</strong>rs blijven dat<br />

een belangrijk aandachtspunt vin<strong>de</strong>n omdat ze zo hun kind kunnen steunen en helpen in <strong>de</strong><br />

dagelijkse verzorging. De mogelijkheid om te overnachten moet zeer soepel te regelen zijn<br />

zodat ou<strong>de</strong>rs hiervan gebruik kunnen maken indien nodig.<br />

Communicatie met alle betrokken partijen<br />

Zorg voor kin<strong>de</strong>ren vraagt een aangepaste communicatie. Met kin<strong>de</strong>ren moet je een an<strong>de</strong>re<br />

taal spreken en hiervoor moet voldoen<strong>de</strong> tijd wor<strong>de</strong>n uitgetrokken. Je moet zacht omgaan met<br />

kin<strong>de</strong>ren omdat hun ervaringen met zorgverstrekkers, met het ziekenhuis… bepalend zijn<br />

voor hun ver<strong>de</strong>re indrukken over wat ziek zijn betekent. Er is echter niet altijd voldoen<strong>de</strong> tijd<br />

en ruimte voorzien om kin<strong>de</strong>ren en hun ou<strong>de</strong>rs op een volwaardige manier te informeren.<br />

Zorgverstrekkers mogen <strong>de</strong> communicatie met kin<strong>de</strong>ren en ou<strong>de</strong>rs niet uit <strong>de</strong> weg gaan omdat<br />

ondui<strong>de</strong>lijkheid over een ziektesituatie onzekerheid en angst creëert. Als zorgverstrekker<br />

ben je best eerlijk en dui<strong>de</strong>lijk in je communicatie en minimaliseer je <strong>de</strong> zorg beter niet. Op<br />

die manier voelt een kind dat <strong>de</strong> zorgverstrekker hem wil helpen en dan zal het beter willen<br />

meewerken. Kin<strong>de</strong>ren hebben er geen baat bij dat ie<strong>de</strong>reen met hen me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n heeft, ze<br />

moeten empowered wor<strong>de</strong>n en betrokken wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> zorg. Communicatie met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

is eveneens belangrijk opdat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs een on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> rol kunnen vervullen voor hun<br />

kind. Goed geïnformeer<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs staan sterker en kunnen hun kind helpen om het ziekteproces<br />

te begrijpen en te aanvaar<strong>de</strong>n.<br />

Informatierol van maatschappelijk werkers en zorgverstrekkers versterken<br />

Ou<strong>de</strong>rs van chronisch zieke kin<strong>de</strong>ren willen in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> beste zorgen voor hun kind.<br />

Dat betekent in veel gevallen dat ze heel wat bijkomen<strong>de</strong> financiële medische kosten hebben,<br />

wat dikwijls een extra belasting is voor hun gezinsleven. Bovendien beslissen ou<strong>de</strong>rs vaak<br />

om <strong>de</strong>eltijds te gaan werken om zo meer tijd bij hun kind te kunnen doorbrengen. Dat maakt<br />

het nog moeilijker om het financiële plaatje rond te krijgen.<br />

Ou<strong>de</strong>rs vin<strong>de</strong>n daarom dat maatschappelijk werkers en an<strong>de</strong>re zorgverstrekkers in het ziekenhuis<br />

een actieve rol hebben in het informeren over tegemoetkomingen en sociale rechten.<br />

Concreet gaat het om tegemoetkomingen zoals verhoog<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag, on<strong>de</strong>rzoek invaliditeit…<br />

Momenteel is die informatie zeer sterk verspreid over verschillen<strong>de</strong> diensten en instellingen.<br />

Voor ou<strong>de</strong>rs die een hele dag in het ziekenhuis hebben doorgebracht, is het dan ook<br />

niet evi<strong>de</strong>nt om ook nog na te gaan op welke tegemoetkomingen ze recht hebben en waar ze<br />

die moeten aanvragen.<br />

Er wordt niet verwacht dat ie<strong>de</strong>re zorgverstrekker of maatschappelijk werker op <strong>de</strong> hoogte is<br />

van elke tegemoetkoming of elk sociaal recht, maar wel dat ze gericht kunnen doorverwijzen<br />

of samen met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> eerste stappen kunnen zetten. I<strong>de</strong>aliter wor<strong>de</strong>n die tegemoetkomingen<br />

en sociale rechten automatisch toegekend.<br />

Psychosociale opvang en on<strong>de</strong>rsteuning van kin<strong>de</strong>ren en ou<strong>de</strong>rs<br />

Chronisch ziek zijn heeft een enorme invloed op het leven van een kind en zijn omgeving.<br />

Elke beslissing wordt genomen in functie van <strong>de</strong> impact op <strong>de</strong> ziekte. Zowel voor het kind als<br />

18 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


voor <strong>de</strong> broers en zussen en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs is dat een beproeving. Daarom halen ou<strong>de</strong>rs aan dat zij<br />

nood kunnen hebben aan psychosociale opvang waarin ze hun bekommernissen en vragen<br />

aan bod kunnen laten komen. Ze vragen geen emotionele opvang, maar wel dat er naar hen<br />

wordt geluisterd en dat er rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met hun draagkracht. Die psychosociale<br />

opvang en on<strong>de</strong>rsteuning zullen ervoor zorgen dat ou<strong>de</strong>rs beter gewapend zijn en zo hun<br />

kin<strong>de</strong>ren kunnen versterken in het leren leven met <strong>de</strong> ziekte.<br />

Ou<strong>de</strong>rs zien ook een rol weggelegd voor sociale diensten in ziekenhuizen en voor zorgverstrekkers<br />

om hen te informeren over het bestaan van zelfhulpgroepen. Le<strong>de</strong>n van zelfhulpgroepen<br />

zijn vertrouwd met <strong>de</strong> ziekte die hun kind heeft en kunnen een luisterend oor bie<strong>de</strong>n<br />

en gerichte oplossingen aanreiken.<br />

Continuïteit van on<strong>de</strong>rwijs garan<strong>de</strong>ren<br />

Hoewel on<strong>de</strong>rwijs geen directe link heeft met <strong>de</strong> medische zorg, mag <strong>de</strong> impact hiervan op<br />

het welzijn van het kind niet on<strong>de</strong>rschat wor<strong>de</strong>n. Het feit dat kin<strong>de</strong>ren ziek zijn en niet naar<br />

school kunnen gaan, betekent niet dat on<strong>de</strong>rwijs voor hen niet meer belangrijk is. De continuïteit<br />

van on<strong>de</strong>rwijs waarborgen is essentieel om ervoor te zorgen dat kin<strong>de</strong>ren een waar<strong>de</strong>vol<br />

leven kunnen uitbouwen.<br />

Vele ou<strong>de</strong>rs haal<strong>de</strong>n dan ook aan dat het krijgen van on<strong>de</strong>rwijs gegaran<strong>de</strong>erd moet blijven.<br />

Ou<strong>de</strong>rs zien on<strong>de</strong>rwijs als een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> zorg voor hun kind. Door lessen te volgen, hebben<br />

kin<strong>de</strong>ren afleiding en zijn ze niet alleen ‘ziek’. Ze blijven ook betrokken bij het klasgebeuren<br />

en hou<strong>de</strong>n contact met <strong>de</strong> wereld buiten het ziekenhuis. Er bestaan wel ziekenhuisscholen<br />

waar het on<strong>de</strong>rwijs tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> opname in het ziekenhuis gegaran<strong>de</strong>erd blijft, maar in an<strong>de</strong>re<br />

ziekenhuizen kan dat niet. Hier kan een initiatief zoals Bednet een belangrijke rol spelen. 49<br />

49 Bednet vzw zorgt ervoor dat langdurig en chronisch zieke kin<strong>de</strong>ren van op afstand (thuis of in <strong>de</strong> ziekenhuisschool)<br />

naar school kunnen blijven gaan. Bednet zorgt voor een schoolomgeving op het internet.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

19


2.2. Analyse vanuit het kind-perspectief inzake acute zorg<br />

Een echte SWOT-analyse inzake <strong>de</strong> acute zorg voor kin<strong>de</strong>ren was niet voorhan<strong>de</strong>n. Uit een<br />

systematische bevraging van Test-Gezondheid (nr. 97, <strong>de</strong>c. 2009) blijkt wel dat ziekenhuizen<br />

steeds meer kindgericht zijn. Er is een ver<strong>de</strong>re vooruitgang ten opzichte van eer<strong>de</strong>re soortgelijke<br />

bevragingen in 2005 en 1996. De ou<strong>de</strong>rs gaven volgen<strong>de</strong> meningen weer (zie figuur 3). De<br />

spoedopvang, met slechts 53% dui<strong>de</strong>lijke tevre<strong>de</strong>nheid, kan volgens <strong>de</strong>ze bevraging evenwel<br />

beter.<br />

Figuur 4. Bevraging ou<strong>de</strong>rs 2009 (Test-Gezondheid)<br />

Hoe tevre<strong>de</strong>n zijn ou<strong>de</strong>rs over…..<br />

Heel tevre<strong>de</strong>n Heel ontevre<strong>de</strong>n<br />

in % in %<br />

Bezoekregeling voor ou<strong>de</strong>rs 86 2<br />

Deskundigheid arts op (kin<strong>de</strong>r)af<strong>de</strong>ling 81 3<br />

Deskundigheid verpleegkundigen op (kin<strong>de</strong>r)af<strong>de</strong>ling 79 3<br />

Opvang van kind in dagziekenhuis 73 5<br />

Speelkamer 69 6<br />

Opvang van kind op (kin<strong>de</strong>r)af<strong>de</strong>ling 68 8<br />

Deskundigheid psycholoog op (kin<strong>de</strong>r)af<strong>de</strong>ling 66 13<br />

Spelbegeleiding 65 10<br />

Informatie aan ou<strong>de</strong>rs 55 10<br />

Opvang van kind op dienst spoedgevallen 53 18<br />

Slaapgelegenheid voor ou<strong>de</strong>rs 51 13<br />

Prijs van overnachting voor ou<strong>de</strong>rs 42 15<br />

Voorts komt volgens <strong>de</strong>ze bevraging 50% van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren het ziekenhuis binnen via spoed,<br />

meteen ook het belangrijkste knelpunt voor <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. 16% is ontevre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>len<strong>de</strong><br />

arts en 13% over <strong>de</strong> verpleegkundigen op <strong>de</strong> spoed. Dat is bedui<strong>de</strong>nd hoger dan op<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re af<strong>de</strong>lingen. In slechts 43% van <strong>de</strong> spoeddiensten is een kin<strong>de</strong>rverpleegkundige of<br />

een verpleegkundige met gelijkwaardige ervaring aanwezig. 21% van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs is ontevre<strong>de</strong>n<br />

over <strong>de</strong> informatieverstrekking op spoed en 24% over <strong>de</strong> wachttijd.<br />

Overigens valt ook <strong>de</strong> blijven<strong>de</strong> lage tevre<strong>de</strong>nheid op over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning door <strong>de</strong> psycholoog.<br />

Dat wordt toegeschreven aan het laattijdig inroepen van <strong>de</strong> psycholoog en zijn vage<br />

rol. Ondanks <strong>de</strong> interessante resultaten lijkt het ons logischer bij een volgen<strong>de</strong> enquête aan<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs te vragen om zich vooral uit te spreken over <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg in plaats van over <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>skundigheid van <strong>de</strong> artsen en paramedici. De vaststellingen van <strong>de</strong>ze bevraging wor<strong>de</strong>n<br />

ook in internationaal on<strong>de</strong>rzoek bevestigd. 50 Men stelt ook daar het belang vast dat ou<strong>de</strong>rs<br />

hechten aan korte wachttij<strong>de</strong>n voor hun kin<strong>de</strong>ren op <strong>de</strong> urgentieaf<strong>de</strong>ling. Bovendien blijken<br />

die wachttij<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> perceptie vaak langer te zijn dan in <strong>de</strong> realiteit.<br />

2.3. Analyse vanuit het perspectief van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen<br />

Deze analyse is gebaseerd op twee studies die wer<strong>de</strong>n uitgevoerd op vraag van <strong>de</strong> FOD Volksgezondheid.<br />

Om een beeld te krijgen van <strong>de</strong> meningen, <strong>de</strong> verzuchtingen en <strong>de</strong> suggesties<br />

50 Wassen M. 2003.<br />

20 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


van <strong>de</strong> pediaters opteer<strong>de</strong> een ULB-studie voor gestructureer<strong>de</strong> diepte-interviews binnen een<br />

focusgroep (N=5) en een Delphi-methodiek (N=12). 51 De ULB-studie bevat voorts ook gegevens<br />

over <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografie, <strong>de</strong> geografische ver<strong>de</strong>ling en het inkomen (na herziening nomenclatuur<br />

in 2007). Een studie van het UZ Gent focuste op <strong>de</strong> tijdsbesteding van kin<strong>de</strong>rartsen en tel<strong>de</strong> 40<br />

respon<strong>de</strong>nten met een antwoordpercentage van 6,4%. 52 De FOD Volksgezondheid voer<strong>de</strong> in<br />

juni 2009 bovendien zelf een bevraging uit bij <strong>de</strong> algemene ziekenhuizen in België.<br />

Te weinig beschikbare ziekenhuispediaters op <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

De bevraging van <strong>de</strong> FOD Volksgezondheid leert dat op <strong>de</strong> 93 Belgische campussen met een<br />

zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren er meer dan één op <strong>de</strong> vier (24 campussen) niet in slaagt om<br />

vier VTE pediaters aan te trekken. Die 24 zijn als volgt ver<strong>de</strong>eld:<br />

• 14 in Vlaan<strong>de</strong>ren (West-Vlaan<strong>de</strong>ren 5, Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren 2, Vlaams-Brabant 3, Limburg 4,<br />

Antwerpen 0)<br />

• 10 in Wallonië (Henegouwen 5, Namen 1, Luik 2, Luxemburg 2, Waals-Brabant 0)<br />

• Geen in Brussel<br />

Daarbij werd een VTE gelijkgesteld aan acht halve dagen.<br />

Dezelf<strong>de</strong> bevraging door <strong>de</strong> FOD toon<strong>de</strong> aan dat er eind 2009 95 vacatures openston<strong>de</strong>n voor<br />

pediaters in ziekenhuizen; in 2010 kwamen daar 33 vacatures bij. Daartegenover stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n in<br />

2009 48 kin<strong>de</strong>rartsen af en in 2010 41. Dat is een negatief saldo van 39 pediaters over twee jaar.<br />

Bovendien zullen een aantal pediaters in opleiding hun opleiding niet afmaken en zal slechts<br />

een <strong>de</strong>el van hen effectief beginnen in een ziekenhuis. Tot slot is het ook aangetoond dat door<br />

<strong>de</strong> vervrouwelijking en door nieuwe maatschappelijke ten<strong>de</strong>nsen één VTE pediater min<strong>de</strong>r<br />

uren arbeid vertegenwoordigt dan twintig jaar gele<strong>de</strong>n. 53,54 Het probleem neemt daarenboven<br />

toe. Zo daal<strong>de</strong> volgens <strong>de</strong> gegevens van <strong>de</strong> FOD Volksgezondheid het totale aantal kin<strong>de</strong>rartsen<br />

in opleiding in België van 265 in 2005 naar 257 in 2008.<br />

Min<strong>de</strong>r beschikbare werkuren<br />

De daling van <strong>de</strong> beschikbare arbeidstijd van pediaters enerzijds en <strong>de</strong> toename van het aantal<br />

administratieve taken an<strong>de</strong>rzijds beïnvloe<strong>de</strong>n sterk <strong>de</strong> netto beschikbare werktijd per pediater.<br />

Ze werkten gemid<strong>de</strong>ld 8 (range 5-11) halve dagen per week in het ziekenhuis. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

werkweek bedroeg 55 uur, m.a.w. 140% van het vastgeleg<strong>de</strong> aantal uren. Van die tijd<br />

werd maar 44,5% ingevuld door bezoldig<strong>de</strong> prestaties. Een pediater besteedt immers meer<br />

dan <strong>de</strong> helft van zijn werkuren aan niet-klinische activiteiten: 19,9% aan communicatie met<br />

ou<strong>de</strong>rs, grootou<strong>de</strong>rs of an<strong>de</strong>re zorgverstrekkers en maar liefst 18,3% à 28,6% (universitaire<br />

diensten) aan administratie. 55<br />

Aantal in ziekenhuis werkzame pediaters stijgt en vervrouwelijkt<br />

De ULB-studie stelt dat er steeds meer pediaters in <strong>de</strong> Belgische ziekenhuizen werken en<br />

dat het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vrouwen toeneemt. De laatste tien jaar steeg het aantal ziekenhuispediaters<br />

met 17,3%: van 763 (37,6% vrouwen) in 1996 naar 895 (55% vrouwen) in 2005. Van <strong>de</strong><br />

895 ziekenhuispediaters is slechts 1,9% exclusief met ziekenhuisactiviteiten bezig.<br />

Tussen 1996 en 2005 verlieten 420 pediaters <strong>de</strong> ziekenhuizen. De voornaamste re<strong>de</strong>n is dat ze<br />

kiezen voor een uitsluitend extramurale praktijk (in 64,9% het geval bij vrouwen en in 81,3%<br />

bij mannen). In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> startten 550 pediaters (waarvan 384 vrouwen) in <strong>de</strong> zie-<br />

51 De Wever A. et al. 2008.<br />

52 Verhaeghe N. et al. 2008.<br />

53 Goodman D. 2008.<br />

54 Roberfroid D. 2005<br />

55 Verhaeghe N. et al. 2008.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

21


kenhuispediatrie. De <strong>de</strong>nsiteit van (ziekenhuis)pediaters is in <strong>de</strong> drie gewesten gestegen. De<br />

prognoses voor 2005 tot 2025 geven aan dat het aantal beschikbare VTE ziekenhuispediaters<br />

ver<strong>de</strong>r zal toenemen met vooral vrouwelijke artsen. De pediaters die uitsluitend een ambulante<br />

privépraktijk hebben, zijn gemid<strong>de</strong>ld ou<strong>de</strong>r en hun aantal nam <strong>de</strong> laatste tien jaar af.<br />

Ziekenhuispediatrie is weinig aantrekkelijk<br />

Ondanks <strong>de</strong> boeien<strong>de</strong> en zeer dankbare opdracht om zieke kin<strong>de</strong>ren te genezen, is ziekenhuispediatrie<br />

op vele an<strong>de</strong>re vlakken weinig aantrekkelijk. Pediaters hebben in vergelijking<br />

met an<strong>de</strong>re specialismen het laagste inkomen per gewerkt uur, op <strong>de</strong> reumatologen na. 56 Ze<br />

rekenen bovendien slechts zel<strong>de</strong>n honorariumsupplementen aan.<br />

Vele activiteiten wor<strong>de</strong>n niet of onvoldoen<strong>de</strong> vergoed. Zo eisen sociale problemen (meerou<strong>de</strong>rschap,<br />

kwetsbare gezinnen, verslavingen, psychische problemen…) veel tijd op, zeker<br />

omdat er onvoldoen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpsychiaters zijn om die problemen op te vangen. Bovendien<br />

vergen kortere opnames meer tijd om een goe<strong>de</strong> uitleg en dui<strong>de</strong>lijke instructies te geven aan<br />

ou<strong>de</strong>rs voor het voortzetten van het toezicht en vaak ook <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling thuis. Verwezen<br />

patiënten met een zeer complexe problematiek (die niet in specifieke conventies is gevat) vergen<br />

bovendien vaak bedui<strong>de</strong>nd meer voorbereidings- en consultatietijd. De zorgverstrekker<br />

moet immers een dui<strong>de</strong>lijk zicht krijgen op <strong>de</strong> diagnostische en therapeutische pistes die al<br />

wer<strong>de</strong>n verkend.<br />

Betere verloning<br />

Alhoewel 58% van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen meent dat <strong>de</strong> recent herziene pediatrische nomenclatuur<br />

een zichtbare impact heeft, wordt die door 83% toch als onvoldoen<strong>de</strong> beschouwd. Er is nood<br />

aan toezichtshonoraria, bv. op spoed en neonatologie, een betere financiering van intellectuele<br />

prestaties, honoraria voor casusbesprekingen, een vergoeding van administratieve<br />

taken (o.a. het bijhou<strong>de</strong>n van het patiëntdossier), een vergoeding voor het lei<strong>de</strong>n van een<br />

pediatrisch zorgprogramma, een vergoeding van een multidisciplinair pediatrisch consult,<br />

honoraria voor een psychosociaal gesprek (link naar sociale diensten, geestelijke gezondheidszorg,<br />

justitie…) en een opwaar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> technische aktes. Gezien <strong>de</strong> belangrijke verschuiving<br />

van opnames met overnachting naar dagopnames moet een wettelijk en financieel<br />

ka<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n gecreëerd voor het pediatrisch dagziekenhuis.<br />

Betere omka<strong>de</strong>ring<br />

Bij opname is het nodig een gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegkundige en paramedische personeelsomka<strong>de</strong>ring<br />

te voorzien om zo <strong>de</strong> kwaliteit van zorg te garan<strong>de</strong>ren. Hiervoor moeten meer<br />

mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n vrijgemaakt. De taken wor<strong>de</strong>n immers steeds complexer en vereisen steeds<br />

hoger gespecialiseerd personeel. Om <strong>de</strong> forse tijdsbesteding aan communicatie te vermin<strong>de</strong>ren,<br />

moet een vast psychosociaal personeelska<strong>de</strong>r (vaste kin<strong>de</strong>rpsycholoog verbon<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling pediatrie) voorzien wor<strong>de</strong>n, maar bv. ook een diëtiste. Daarnaast is er nood aan<br />

een betere on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> administratieve werkomgeving (vergoe<strong>de</strong>n van het secretariaat)<br />

en een toenemen<strong>de</strong> informatisering (subsidie van het elektronisch medisch dossier).<br />

Betere uitrusting<br />

De omgeving moet beter wor<strong>de</strong>n uitgerust met meer medisch materiaal (monitoringsapparatuur,<br />

CPAP, saturatiemeting…). Daarnaast is meer budget nodig voor <strong>de</strong> extra ruimte die<br />

nodig is op pediatrie.<br />

56 De Wever A. et al. 2008.<br />

22 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

23


Dui<strong>de</strong>lijke positionering van <strong>de</strong> pediatrie<br />

Pediatrie heeft een overwegend ziekenhuiskarakter, maar ook <strong>de</strong> extramurale zorg moet<br />

bewaard blijven. Bovendien is het belangrijk dat ook huisartsen, urgentieartsen en het personeel<br />

op <strong>de</strong> spoeddienst echt vertrouwd blijven met een aantal veelvoorkomen<strong>de</strong> pediatrische<br />

aspecten.<br />

Functiedifferentiatie tussen ziekenhuizen<br />

Men pleit voorts ook voor een programma basiszorg en een programma gespecialiseer<strong>de</strong> (tertiaire)<br />

zorg. Het gespecialiseer<strong>de</strong> programma richt zich op <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van extra zware<br />

pathologie zoals pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n, kin<strong>de</strong>rhartchirurgie, kin<strong>de</strong>roncologie,<br />

mucoviscidose, ernstige diabetes, dialyse en transplantatieprogramma’s voor kin<strong>de</strong>ren.<br />

Daarnaast is er nood aan een gepaste financiering voor <strong>de</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> begeleiding van<br />

ernstig chronisch zieke kin<strong>de</strong>ren thuis en gespecialiseer<strong>de</strong> pediatrische palliatieve begeleiding.<br />

Kin<strong>de</strong>rartsen verplicht in <strong>de</strong> ziekenhuizen hou<strong>de</strong>n<br />

In <strong>de</strong> ULB-studie stelt men voor om pas afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> artsen te verplichten om <strong>de</strong> eerste<br />

vijf à tien jaar in het ziekenhuis te werken. Een an<strong>de</strong>re mogelijkheid die men oppert, is aan<br />

alle kin<strong>de</strong>rartsen een wacht<strong>de</strong>elname op te leggen. Hierbij moet erover gewaakt wor<strong>de</strong>n dat<br />

<strong>de</strong> kwaliteit aanvaardbaar blijft, aangezien <strong>de</strong> pathologie op spoedgevallen dui<strong>de</strong>lijk verschilt<br />

van <strong>de</strong> ambulante praktijk en vele ambulant werken<strong>de</strong> pediaters hiermee niet meer<br />

vertrouwd zijn.<br />

Schaalvergroting pediatrie en subspecialismen uitbouwen<br />

De ULB-studie stelt dat <strong>de</strong> oprichting van grotere pediatrische structuren <strong>de</strong> kwaliteit kan<br />

verhogen doordat subspecialismen hierdoor mogelijk wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> kost mogelijk verlaagt door<br />

schaaleffect en <strong>de</strong> wachtbelasting afneemt. Daarbij wordt verwezen naar voorbeel<strong>de</strong>n uit<br />

Ne<strong>de</strong>rland en Canada.<br />

De kin<strong>de</strong>rartsen vragen ook <strong>de</strong> erkenning van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> subspecialismen: kin<strong>de</strong>rcardiologie,<br />

kin<strong>de</strong>rgastro-enterologie, kin<strong>de</strong>rpneumologie, kin<strong>de</strong>rurgentie-arts. 57 Wel leeft bij <strong>de</strong><br />

bevraag<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen <strong>de</strong> absolute bekommernis dat <strong>de</strong>ze subdisciplines inzetbaar blijven<br />

in het algemene wachtsysteem.<br />

2.4. Analyse vanuit het perspectief van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding<br />

Deze analyse is gebaseerd op <strong>de</strong> verzuchtingen en suggesties vanuit een ruime bevraging van<br />

kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding 58 (153 respon<strong>de</strong>nten, antwoordpercentage van 68%) en specifiek<br />

voor <strong>de</strong> Vlaamse kin<strong>de</strong>rartsen op basis van <strong>de</strong> bevraging van <strong>de</strong> Vlaamse Vereniging voor<br />

Kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong>. 59<br />

Vraaggestuur<strong>de</strong> planning van <strong>de</strong> opleiding van kin<strong>de</strong>rartsen<br />

De pediaters in opleiding vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> contingentering moet wor<strong>de</strong>n bepaald op basis van<br />

<strong>de</strong> verwachte behoefte aan pediaters in <strong>de</strong> toekomst én op basis van <strong>de</strong> werklast van pediaters<br />

in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> universitaire en regionale ziekenhuizen. Een tekort aan assistenten mag<br />

geen effect hebben op <strong>de</strong> wachtregeling, daarvoor moeten er voldoen<strong>de</strong> resi<strong>de</strong>nten (=vast<br />

57 Naar analogie met an<strong>de</strong>re pediatrische subdisciplines op basis van art. 2 van het KB van 25 november 1991.<br />

58 De Wever A. et al. 2008.<br />

59 Alliet P. et al. 2008.<br />

24 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


met ziekenhuis verbon<strong>de</strong>n kin<strong>de</strong>rartsen) zijn en voldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunend administratief<br />

personeel. Inzake toekomstige vestigingsplaats van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandstalige kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding<br />

wil 18% zich vestigen in Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, 13% in Vlaams-Brabant, 13% in Antwerpen,<br />

9% in West-Vlaan<strong>de</strong>ren en 8% in Limburg.<br />

Verbeteren wachtdienst en meer samenwerking<br />

Specifiek voor <strong>de</strong> Vlaamse kin<strong>de</strong>rartsen geven <strong>de</strong> cijfers van <strong>de</strong> bevraging van <strong>de</strong> Vlaamse<br />

Vereniging voor Kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong> aan dat <strong>de</strong> maximaal haalbaar geachte wachtfrequentie<br />

één op <strong>de</strong> drie bedraagt bij 17%, één op <strong>de</strong> vier voor 50% en één op <strong>de</strong> vijf voor 33% van <strong>de</strong><br />

bevraag<strong>de</strong>n. In diezelf<strong>de</strong> studie was ook 60% van oor<strong>de</strong>el dat een pediater om 18u moet kunnen<br />

stoppen, op voorwaar<strong>de</strong> dat één kin<strong>de</strong>rarts uit <strong>de</strong> groep <strong>de</strong> avondconsulten verzorgt.<br />

Stimuleren van <strong>de</strong> interesse voor ziekenhuispediatrie<br />

De bevraging van <strong>de</strong> pediaters in opleiding gaf ook aan dat slechts 30% in <strong>de</strong> ziekenhuissector<br />

wil werken. De an<strong>de</strong>ren willen vooral in wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek (18%) en on<strong>de</strong>rwijs<br />

(18%) stappen, naast tal van an<strong>de</strong>re oriëntaties. 9% ambieert een louter ambulante<br />

privépraktijk. Bijna <strong>de</strong> helft verkiest een statuut van werknemer, slechts 18% kiest voor een<br />

volledige activiteit als zelfstandige.<br />

Motieven die een rol spelen in <strong>de</strong> loopbaankeuze zijn vooral het kunnen werken in teamverband<br />

(29%), meer tijd voor het privéleven (27%), een flexibel uurrooster (16%), financiële<br />

aantrekkingskracht (14%) en carrièreperspectieven (10%). Bijna <strong>de</strong> helft wil maar vier vijf<strong>de</strong><br />

werken, 13% wil drie vier<strong>de</strong> werken en slechts 40% wil voltijds aan <strong>de</strong> slag.<br />

De pediaters in opleiding stellen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aanpassingen voor om <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie<br />

aantrekkelijker te maken: een beter wachtsysteem, eerstelijnszorg meer overlaten aan <strong>de</strong><br />

huisartsen, een betere teamwerking tussen kin<strong>de</strong>rartsen on<strong>de</strong>rling en met spoedartsen, <strong>de</strong><br />

herwaar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> intellectuele han<strong>de</strong>ling, een verhoging van <strong>de</strong> wachthonoraria, een<br />

algemeen beter inkomen en een betere vergoeding voor wachtdiensten.<br />

2.5. SWOT-analyse vanuit <strong>de</strong> ziekenhuisdirecties<br />

In mei 2009 <strong>de</strong>ed <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren samen met ICURO een bevraging bij hun le<strong>de</strong>n-voorzieningen<br />

over <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie. Deze bevraging peil<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> sterktes, zwaktes, kansen<br />

en bedreigingen die <strong>de</strong> Vlaamse ziekenhuizen momenteel zien inzake <strong>de</strong> zorg voor kin<strong>de</strong>ren.<br />

Er namen 31 zorgprogramma’s voor kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>el, wat een antwoordpercentage van 56%<br />

vertegenwoordigt.<br />

Situatieschets<br />

Uit <strong>de</strong> bevraging bleek dat alle ziekenhuizen beschikten over minimaal drie voltijds equivalenten<br />

(VTE) kin<strong>de</strong>rartsen. In 77% van <strong>de</strong> gevallen waren er vier of meer VTE kin<strong>de</strong>rartsen.<br />

De aanwezigheid van een kin<strong>de</strong>rarts in vele ziekenhuizen werd als een belangrijke troef voor<br />

<strong>de</strong> toegankelijkheid ervaren. Gemid<strong>de</strong>ld waren er overdag meer dan twee kin<strong>de</strong>rartsen in het<br />

ziekenhuis. De wachtpermanentie (weekends en nacht) bedroeg gemid<strong>de</strong>ld één op <strong>de</strong> vijf,<br />

maar liep in 23% van <strong>de</strong> ziekenhuizen op tot één op <strong>de</strong> drie.<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maandbezetting van <strong>de</strong> E-bed<strong>de</strong>n (kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong>) fluctueer<strong>de</strong> enorm<br />

met uitersten, variërend van 18,3% in <strong>de</strong> zomer tot 89,4% in <strong>de</strong> winter. Dat reflecteert <strong>de</strong> belangrijke<br />

impact van infectieziekten. Aangezien <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bezetting per maand werd<br />

weergegeven (en geen piekbelasting), kwamen <strong>de</strong> momenten van overbezetting in <strong>de</strong> winter<br />

niet naar voren.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

25


De spoedopvang van kin<strong>de</strong>ren werd in <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> ziekenhuizen door <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rarts als<br />

eerste verzorgd en in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ziekenhuizen door <strong>de</strong> spoedarts, waarbij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rarts al dan<br />

niet in consult werd bijgeroepen. Voor <strong>de</strong> medische bijstand aan <strong>de</strong> materniteit (on<strong>de</strong>r meer<br />

bij keizersne<strong>de</strong>n) werkten <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen in 76% van <strong>de</strong> ziekenhuizen een beurtrol uit. In<br />

<strong>de</strong> overige ziekenhuizen was het altijd <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lend arts die opgeroepen werd. Voor <strong>de</strong><br />

bijstand door pediaters aan an<strong>de</strong>re specialisten (zoals neus-keel-oorartsen, orthopedisten,<br />

urologen, abdominale chirurgen) had men meestal (88%) een beurtrolsysteem uitgewerkt.<br />

Figuur 5. Aard en percentage vermel<strong>de</strong> subdisciplines in 21 ziekenhuizen<br />

Neuro 16%<br />

Nefro/plasprobl 5%<br />

Dermato 4%<br />

Endocrino 9%<br />

Pneumologie 26%<br />

Cardio 19%<br />

Gastro-entero 21%<br />

Inzake het aanbod aan gerapporteer<strong>de</strong> subdisciplines van <strong>de</strong> pediatrische diensten beschikte<br />

men gemid<strong>de</strong>ld over twee (range 0-5) subdisciplines, soms ingevuld door externe consulenten.<br />

De vermel<strong>de</strong> subdisciplines, door <strong>de</strong> 21 ziekenhuizen met subdisciplines, zijn weergegeven<br />

in figuur 5.<br />

De twee belangrijkste pathologieën waarvoor kin<strong>de</strong>ren gehospitaliseerd wer<strong>de</strong>n, waren<br />

voor alle ziekenhuizen: problemen in verband met <strong>de</strong> luchtwegen (pneumonie, bronchiolitis<br />

en astma) en maagdarmproblemen (voedingsproblemen, gastro-enteritis al dan niet met<br />

<strong>de</strong>hydratatie). Op <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats wer<strong>de</strong>n commotio cerebri (hersenschudding) en craniële<br />

letsels (o.a. sche<strong>de</strong>lbreuken) vermeld als belangrijke oorzaken voor hospitalisatie (47%),<br />

gevolgd door nefrologische en urologische problemen (23%). Interessant was ook dat ‘wiegendoodscreening’<br />

als re<strong>de</strong>lijk frequente re<strong>de</strong>n (10%) voor opname werd aangegeven. Een<br />

doorverwijzing naar een meer gespecialiseerd centrum was bij 1% van <strong>de</strong> opgenomen kin<strong>de</strong>ren<br />

noodzakelijk. De belangrijkste re<strong>de</strong>n was <strong>de</strong> noodzaak voor een opname op een ‘pediatrische<br />

intensieve zorgen eenheid’ (90%). Dat gebeur<strong>de</strong> vooral wegens bea<strong>de</strong>mingsnood,<br />

shock, trauma, sepsis, meningitis en acute hemorragie (ernstige bloeding). An<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen<br />

van doorverwijzing waren vooral aanvullen<strong>de</strong> diagnostiek (48%), psychiatrische problematiek<br />

(34%) en oncologie (21%).<br />

Bespreking<br />

Uit een bevraging bij onze le<strong>de</strong>n leren we dat momenteel bijna één op <strong>de</strong> vier (23%) van <strong>de</strong><br />

Vlaamse ziekenhuizen er niet in slaagt om vier VTE pediaters aan te trekken. Gezien <strong>de</strong> forse<br />

vergrijzing van het korps ziekenhuispediaters en <strong>de</strong> te lage instroom van jonge kin<strong>de</strong>rartsen<br />

neemt <strong>de</strong> schaarste aan ziekenhuispediaters bovendien toe. Op korte termijn wordt weinig<br />

beterschap voorspeld voor het aantrekken van nieuwe pediaters: <strong>de</strong> maatregelen die <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie<br />

moesten stimuleren hebben immers niet <strong>de</strong> gewenste impact.<br />

26 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


De bezettingscijfers hou<strong>de</strong>n geen rekening met <strong>de</strong> korte opnames van één dag of enkele uren<br />

op <strong>de</strong> pediatrie zelf, die het kind een klassieke hospitalisatie ‘besparen’. Deze opnames wor<strong>de</strong>n<br />

immers nergens meegenomen door <strong>de</strong> overheid in <strong>de</strong> facturatie of <strong>de</strong> erkenning. De bed<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>ling staan dus niet <strong>de</strong>els leeg, maar herbergen vaak ook dagactiviteiten.<br />

Alhoewel activiteiten op spoed, op materniteit en inzake bijstand aan an<strong>de</strong>re disciplines een<br />

belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormen van het functioneren van pediatrische diensten, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />

parameters nergens vertaald in <strong>de</strong> officiële ziekenhuisactiviteiten van pediaters en pediatrische<br />

verpleegkundigen. Daardoor strookt het beleid van <strong>de</strong> overheid, dat groten<strong>de</strong>els gestoeld<br />

is op klassieke hospitalisatieopnames, al lang niet meer met <strong>de</strong> realiteit en met <strong>de</strong> no<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> doelgroep. Vaak wordt dan gesteld dat het aanbod te rigi<strong>de</strong> is en het aanbod <strong>de</strong> vraag niet<br />

volgt. In dit geval volgt het aanbod zeker wel, maar <strong>de</strong> overheid volgt niet.<br />

Inzake pathologie-aanbod zullen <strong>de</strong> opnames voor pneumonie en bronchiolitis dalen in <strong>de</strong><br />

toekomst. Voor pneumonie is dat al het geval dankzij <strong>de</strong> vaccinatie tegen pneumokokken,<br />

voor bronchiolitis lopen er proeven met een vaccin tegen het Respiratoir Syncitiaal Virus<br />

(RSV). 60 Hoewel het aantal kin<strong>de</strong>ren met allergieën en astma nog steeds stijgt, gaat dat niet<br />

gepaard met méér opnames dankzij betere therapeutische mogelijkhe<strong>de</strong>n. Door het vaccin<br />

tegen het Rotavirus 61 dalen ook <strong>de</strong> opnames ten gevolge van gastro-enteritis en <strong>de</strong>hydratatie.<br />

Om een i<strong>de</strong>e te geven van <strong>de</strong> impact van dit vaccin: het aantal bevestig<strong>de</strong> rotavirusinfecties<br />

daal<strong>de</strong> met 67% en één jaar na invoering van het vaccin in <strong>de</strong> VS was <strong>de</strong> infectieperio<strong>de</strong> al 12<br />

weken korter. 62 Tegelijk moeten we in Vlaan<strong>de</strong>ren onze kennis en capaciteit voor <strong>de</strong> opvang<br />

van infectieziekten beschikbaar hou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> dreiging van potentieel belangrijke<br />

epi<strong>de</strong>mieën (influenzavarianten, multiresistente tuberculose, Sars, EHEC…). Daartegenover<br />

staat dat <strong>de</strong> obesitasproblematiek ver<strong>de</strong>r toeneemt. Toch gaat ook hier <strong>de</strong> verschuiving<br />

gepaard met min<strong>de</strong>r nood aan klassieke hospitalisatie. Vermel<strong>de</strong>n we voorts nog dat door<br />

een daling van <strong>de</strong> indicaties voor wiegendoodscreening bij zuigelingen ook hier een ver<strong>de</strong>re<br />

terugval te verwachten is. Wel zijn er nog een aantal indicaties voor slaapon<strong>de</strong>rzoek bij kin<strong>de</strong>ren<br />

die momenteel nauwelijks wor<strong>de</strong>n gevolgd. 63<br />

Tot slot blijkt dat slechts een uiterst beperkt aantal kin<strong>de</strong>ren dient te wor<strong>de</strong>n doorverwezen<br />

voor zeer gespecialiseer<strong>de</strong> diagnostiek of behan<strong>de</strong>ling. Negen op <strong>de</strong> tien ziekenhuizen gaven<br />

een opname voor intensieve pediatrische zorgen op als een van <strong>de</strong> belangrijkste re<strong>de</strong>nen<br />

voor doorverwijzing. Opvallend is ook het hoge percentage ziekenhuizen dat psychiatrische<br />

problemen als re<strong>de</strong>n van doorverwijzing opgeeft. Dat wijst erop dat een holistische visie op<br />

het kind onvoldoen<strong>de</strong> aan bod komt in <strong>de</strong> huidige ziekenhuisstructuur. Het vormt ook een<br />

weerspiegeling van <strong>de</strong> toename van psychische problemen bij kin<strong>de</strong>ren, on<strong>de</strong>r meer door<br />

echtscheidingen. 64 Er is dui<strong>de</strong>lijk nood aan meer expertise en mankracht via een liaisonfunctie<br />

vanuit <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpsychiatrie in <strong>de</strong> algemene ziekenhuizen.<br />

SWOT-analyse<br />

Uit <strong>de</strong> SWOT-analyse (sterktes/zwaktes/kansen/bedreigingen) die alle ziekenhuizen maakten<br />

van hun pediatriedienst kunnen we <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> grote krijtlijnen trekken inzake sterktes.<br />

Vooral <strong>de</strong> permanentie en <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> toegankelijkheid van acute opvang op twee<strong>de</strong>lijnsniveau<br />

waren grote troeven, volgens 58% van <strong>de</strong> ziekenhuizen. An<strong>de</strong>re sterktes waren het beschikken<br />

over een gespecialiseer<strong>de</strong> pediatrische verpleegequipe, samenwerking in een team van<br />

pediaters, het beschikken over subspecialismen en goe<strong>de</strong> infrastructuur. Tot slot was het aanbie<strong>de</strong>n<br />

van een totaalpakket (spoed, raadpleging, (dag)hospitalisatie) ook een dui<strong>de</strong>lijke meerwaar<strong>de</strong>.<br />

60 Schickli J. 2009.<br />

61 Marshall G. 2009.<br />

62 Tate J. 2009.<br />

63 Hailey D. 2006.<br />

64 Robbers S. 2009.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

27


Figuur 6. Top 6 sterktes ziekenhuispediatrie<br />

Laagdrempelige/permanente acute twee<strong>de</strong>lijnsopvang 58%<br />

Kindvrien<strong>de</strong>lijke/gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegequipe 35%<br />

Samenwerking/team pediaters 32%<br />

Subspecialismen 32%<br />

Goe<strong>de</strong> infrastructuur 29%<br />

Totaalpakket (spoed, consultatie, (dag)hospitalisatie) 26%<br />

De top 6 van <strong>de</strong> zwaktes werd aangevoerd door een gebrek aan kin<strong>de</strong>rpsychologische en<br />

kin<strong>de</strong>rpsychiatrische on<strong>de</strong>rsteuning. De lijst werd ver<strong>de</strong>r aangevuld met verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> infrastructuur<br />

(waarbij opvallend vaak <strong>de</strong> verkoeverkamer werd vermeld), <strong>de</strong> verpleegkundige en<br />

medische on<strong>de</strong>rbestaffing, <strong>de</strong> forse schommelingen in <strong>de</strong> zorgvraag, en <strong>de</strong> onmogelijkheid<br />

om subdisciplines uit te bouwen.<br />

Figuur 7. Top 6 zwaktes ziekenhuispediatrie<br />

Gebrek aan kin<strong>de</strong>rpsychologische/kin<strong>de</strong>rpsychiatrische on<strong>de</strong>rsteuning 29%<br />

Ou<strong>de</strong> infrastructuur af<strong>de</strong>ling/ontwaakzaal 26%<br />

On<strong>de</strong>rbestaffing verpleging 19%<br />

Enorme schommelingen in <strong>de</strong> bezetting 19%<br />

Geen subdisciplines mogelijk 13%<br />

On<strong>de</strong>rbestaffing pediaters 13%<br />

De top 6 van <strong>de</strong> opportuniteiten begon met <strong>de</strong> interdisciplinaire samenwerking en uitbouw<br />

van subdisciplines, gevolgd door <strong>de</strong> uitbouw van zorgtrajecten, het daghospitaal en ambulante<br />

zorgen. De top 6 sloot af met het vernieuwen van <strong>de</strong> infrastructuur en <strong>de</strong> aanwerving<br />

van personeel voor psychosociale on<strong>de</strong>rsteuning, alsme<strong>de</strong> meer samenwerking met actoren<br />

buiten het ziekenhuis. Daarnaast wer<strong>de</strong>n ook een aantal medisch-inhou<strong>de</strong>lijke kansen omschreven<br />

zoals leerstoornissen, plasproblemen, pijnbestrijding, huilbaby’s, psychosomatische<br />

problemen en obesitas. Hiermee kwamen een aantal belangrijke ‘groeipolen’ naar voren.<br />

Daarbij werd tevens gesuggereerd om in <strong>de</strong> basisopleiding van kin<strong>de</strong>rartsen meer aandacht<br />

te hebben voor kennis en vaardighe<strong>de</strong>n over ADHD, angststoornissen, <strong>de</strong>pressie en mid<strong>de</strong>lenmisbruik.<br />

Figuur 8. Top 6 opportuniteiten ziekenhuispediatrie<br />

Interdisciplinaire samenwerking/uitbouw subdisciplines 19%<br />

Uitbouw zorgtrajecten 13%<br />

Uitbouw ambulante zorg/daghospitaal 13%<br />

Vernieuwing infrastructuur 10%<br />

Aanwerving psychosociale on<strong>de</strong>rsteuning 6%<br />

Samenwerking huisartsen, hogescholen, an<strong>de</strong>re ziekenhuizen… 4%<br />

Tot slot kwamen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> bedreigingen naar voor. Met stip op nummer 1 stond het tekort<br />

aan ziekenhuispediaters en <strong>de</strong> bijhoren<strong>de</strong> wachtbelasting. Hierop volgen <strong>de</strong> hoge verpleegkundige<br />

werkdruk, het tekort aan verpleegkundigen en <strong>de</strong> steeds hogere ‘turn-over’ van patiënten<br />

28 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


ten gevolge van steeds korter wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> opnames. De toename van het aantal vaccins tegen<br />

infectieziekten werd in één op <strong>de</strong> vijf ziekenhuizen ervaren als een bedreiging voor het voortbestaan<br />

van <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie (door <strong>de</strong> louter prestatiegebon<strong>de</strong>n financieringswijze).<br />

Figuur 9. Top 6 bedreigingen ziekenhuispediatrie<br />

Tekort aan ziekenhuispediaters/wachtbelasting 38%<br />

Werkdruk verpleging/tekort verpleging/hoge turn-over/kortere ligduur 29%<br />

Min<strong>de</strong>r klassieke hospitalisaties (on<strong>de</strong>r meer ten gevolge van vaccinaties) 19%<br />

Gebrek aan on<strong>de</strong>rsteuning inzake psychologie/psychiatrie 10%<br />

Weinig subspecialismen/weinig attractief voor extra pediater 10%<br />

Lage frustratiedrempel, agressie en ongeduld ou<strong>de</strong>rs 10%<br />

Ter afsluiting van <strong>de</strong> bevraging kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers nog een aantal algemene bemerkingen<br />

noteren. Naast <strong>de</strong> problemen die we hierboven al vermeld<strong>de</strong>n, klonk <strong>de</strong> nood aan meer informaticaon<strong>de</strong>rsteuning<br />

en het optimaliseren van het personeelsbestand (beter inspelen op variabele<br />

bezetting) sterk door. Ook <strong>de</strong> geografische bescherming (geïsoleerd ziekenhuis) stelt problemen<br />

ten gevolge van onvoldoen<strong>de</strong> honoraria in <strong>de</strong> pool om extra kin<strong>de</strong>rartsen aan te trekken. Daartoe<br />

wor<strong>de</strong>n soms zelfs solidariteitsfondsen aangelegd binnen het ziekenhuis. Men suggereer<strong>de</strong> ook<br />

een ver<strong>de</strong>re opwaar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> pediatrie en een wachtvergoeding. De pathologie wordt immers<br />

zwaar<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> eisen qua beschikbaarheid nemen toe. Tot slot is ook <strong>de</strong> moeilijke combinatie<br />

van gezin en arbeid, samen met <strong>de</strong> vervrouwelijking van het beroep een toenemend probleem.<br />

Bespreking:<br />

Naast <strong>de</strong> zeer belangrijke opdracht inzake het waarborgen van permanente toegankelijkheid is<br />

het opvallend dat <strong>de</strong> verpleegkundige expertise zeer gewaar<strong>de</strong>erd wordt. De beschikbaarheid<br />

aan verpleegkundigen varieert geografisch sterk en er zijn op dat vlak belangrijke problemen om<br />

<strong>de</strong> enorme schommelingen in bezetting op te vangen. Meestal is er nood aan extra krachten in<br />

<strong>de</strong> winter (behalve aan <strong>de</strong> kust, met een omgekeer<strong>de</strong> situatie) en min<strong>de</strong>r nood aan zorgpersoneel<br />

in <strong>de</strong> zomermaan<strong>de</strong>n. Naast innovatievere arbeidscontracten (naar analogie bijvoorbeeld met <strong>de</strong><br />

zomermaan<strong>de</strong>n voor on<strong>de</strong>rwijspersoneel) moet <strong>de</strong> regelgeving voor <strong>de</strong> inzetbaarheid van personeel<br />

flexibeler gemaakt wor<strong>de</strong>n. De regelgeving dient rekening te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> zorgnood in het<br />

hele ziekenhuis. Het is belangrijk om <strong>de</strong> strakke verticale af<strong>de</strong>lingenlogica te vervangen door een<br />

flexibel systeem dat functiegericht werkt en toelaat om horizontale pa<strong>de</strong>n beter uit te bouwen.<br />

Ook het personeel is vaak vragen<strong>de</strong> partij voor meer flexibiliteit, zeker in <strong>de</strong> zomerperio<strong>de</strong>.<br />

De belangrijkste zwakte, met name een gebrek aan kennis en mogelijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> opvang van<br />

psychische problemen, strookt met het relatief belangrijke aan<strong>de</strong>el van psychische problemen<br />

als re<strong>de</strong>n van doorverwijzing. Dit vraagt om een dringen<strong>de</strong> oplossing. Psychische problemen bij<br />

kin<strong>de</strong>ren nemen toe. 65 Voor dringen<strong>de</strong> hulp komen ou<strong>de</strong>rs naar het algemeen ziekenhuis. Het<br />

algemeen ziekenhuis wenst dan ook een <strong>de</strong>gelijk antwoord te bie<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze belangrijke zorgvragen.<br />

Het is immers zeer moeilijk om <strong>de</strong> stap te zetten en (indirect) psychische hulp te vragen.<br />

Als <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren dan doorverwezen wor<strong>de</strong>n naar een gespecialiseer<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpsychiatrische<br />

dienst met lange wachtlijsten, dan kan dat een re<strong>de</strong>n zijn om af te haken. Daarom moeten <strong>de</strong>ze<br />

wachtlijsten binnen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> 4 jaar absoluut verdwijnen.<br />

Er is dan ook nood aan een intermediaire opvangmogelijkheid voor gemeng<strong>de</strong> problematiek<br />

die nog niet sterk ‘ontspoord’ is. Internationaal wordt gewezen op <strong>de</strong> nood aan echte samenwerking<br />

met <strong>de</strong> geestelijke gezondheidszorg en een verbetering van <strong>de</strong> basisvaardighe<strong>de</strong>n van<br />

65 Robbers S. 2009.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

29


<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen op dat vlak. 66 In die optiek is het merkwaardig dat <strong>de</strong> subdiscipline sociale<br />

pediatrie in ons land ontbreekt, terwijl die bijvoorbeeld wel bestaat in Ne<strong>de</strong>rland en Duitsland.<br />

De sociale pediatrie vergaart kennis en inzichten over <strong>de</strong> maatschappelijke omstandighe<strong>de</strong>n<br />

die van invloed zijn (geweest) op <strong>de</strong> etiologie of <strong>de</strong> genezing van een stoornis/ziekte. Daarbij<br />

gaat het om alle niet-medisch biologische <strong>de</strong>terminanten uit het Lalon<strong>de</strong>-mo<strong>de</strong>l: sociaal-economische<br />

factoren en culturele omstandighe<strong>de</strong>n, het fysieke milieu, leefstijl, gedrag en <strong>de</strong> invloed<br />

van het gezondheidszorgsysteem zelf. De kin<strong>de</strong>rarts met als specialisme sociale pediatrie<br />

wordt als volgt omschreven: “hij concentreert zich op <strong>de</strong> samenhang en interactie tussen een<br />

stoornis/ziekte bij kin<strong>de</strong>ren tussen 0 en 19 jaar enerzijds en bovengenoem<strong>de</strong> niet-medisch biologische<br />

<strong>de</strong>terminanten an<strong>de</strong>rzijds. Het vakgebied beweegt zich tussen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> jeugdgezondheidszorg en is sterk verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> huisartsgeneeskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> jeugdzorg<br />

(jeugdhulpverlening, jeugdbescherming en geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen).<br />

De kin<strong>de</strong>rarts met als specialisme sociale pediatrie werkt zowel curatief als preventief, verricht<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek en geeft on<strong>de</strong>rwijs in dit vakgebied”. 67<br />

De belangrijkste opportuniteit is meer interdisciplinaire samenwerking. Daarbij is een betere<br />

on<strong>de</strong>rsteuning van ‘advanced networking’ in ons land een interessante piste, naar analogie met<br />

<strong>de</strong> inspanningen in Ne<strong>de</strong>rland 68 of Australië. In Australië leid<strong>de</strong> dat tot een zeer concrete handleiding<br />

voor netwerking. 69 In <strong>de</strong>ze handleiding staat dat <strong>de</strong>rgelijke netwerken kwaliteit moeten<br />

borgen via zes dimensies: veiligheid, participatie van <strong>de</strong> gebruiker, effectiviteit, toegankelijkheid,<br />

gepaste zorgen en efficiëntie. Daarbij wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> overwegingen geformuleerd:<br />

• Het doel van netwerking is <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> zorg te verhogen en niet <strong>de</strong> transfers door<br />

clinici voor te schrijven. Artsen en patiënten blijven vrij in hun keuze.<br />

• Algemene pediatrische diensten in ziekenhuizen moeten gepaste zorg kunnen aanbie<strong>de</strong>n<br />

voor <strong>de</strong> populatie die ze bedienen, terwijl ze zich verzekeren van efficiënte verwijsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

naar subspecialistische diensten in een geconsoli<strong>de</strong>erd netwerk.<br />

• Ambulante diensten wor<strong>de</strong>n voorzien voor niet-opgenomen kin<strong>de</strong>ren, ingepland op basis<br />

van het netwerki<strong>de</strong>e zodat <strong>de</strong> toegankelijkheid gemaximaliseerd wordt.<br />

• Gebie<strong>de</strong>n passen zich aan natuurlijke patiëntenstromen aan en hebben tot doel om zelfvoorzienend<br />

te zijn voor algemene pediatrische en chirurgische diensten. De verschillen<strong>de</strong><br />

serviceon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n daarbij geïntegreerd, met name op het niveau van <strong>de</strong><br />

eerstelijnszorg (link huisarts, buurtgerichte gezondheidszorg en ambulante zorg), op<br />

‘districtniveau’ (hospitalisatie en spoeddiensten) en op het niveau van <strong>de</strong> specialistische<br />

pediatrische zorg.<br />

• Veiligheid en kwaliteit wor<strong>de</strong>n gepromoot door actuele richtlijnen consistent toe te passen<br />

en een gezamenlijke behan<strong>de</strong>lingsaanpak af te spreken. Er moet continuïteit van zorg<br />

wor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n over transfers van patiënten heen. Dit moet ook het vertrouwen in <strong>de</strong><br />

lokale diensten bevor<strong>de</strong>ren.<br />

• Netwerkbre<strong>de</strong> training, mogelijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> staf om te roteren over het netwerk, multidisciplinaire<br />

aanpak…<br />

Het is meer dan het overwegen waard om ook in Vlaan<strong>de</strong>ren via netwerking <strong>de</strong> beschikbare<br />

kennis en kun<strong>de</strong> te poolen. Inzake <strong>de</strong> medisch inhou<strong>de</strong>lijke opportuniteiten is het aan te bevelen<br />

in <strong>de</strong> opleiding van kin<strong>de</strong>rartsen extra aandacht te beste<strong>de</strong>n aan het (h)erkennen van<br />

dreigen<strong>de</strong> geestelijke gezondheidsproblemen en aan meer preventie. Het is een aanbeveling<br />

die ook in <strong>de</strong> internationale literatuur aan bod komt. 70<br />

De belangrijkste bedreiging is het tekort aan kin<strong>de</strong>rartsen, wat uiteraard geen verrassing is.<br />

66 Coleman W. et al. 2009.<br />

67 van <strong>de</strong>n Bran<strong>de</strong> J. 2003.<br />

68 Kennisnetwerk Complexe Zorg in Ne<strong>de</strong>rland (www.zorginnovatieplatform.nl).<br />

69 www.nchn.org.au/docs/paednetgui<strong>de</strong>.pdf<br />

70 Coleman W. et al. 2009.<br />

30 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

31


3<br />

Voorstel voor een toekomstgerichte<br />

zorg voor kin<strong>de</strong>ren<br />

Dit voorstel werd uitgewerkt op basis van <strong>de</strong> besprekingen in <strong>de</strong> werkgroep pediatrie van<br />

<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, in samenwerking met ICURO, en is gedragen door <strong>de</strong> Vlaamse ziekenhuizen.<br />

3.1. De ziekenhuispediatrie is veel meer dan <strong>de</strong> klassieke E-dienst<br />

De ziekenhuispediatrie is een basisdienst voor een ziekenhuis, die een bre<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

heeft en beschikbaarheid vereist voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> doelgroepen en zorgaspecten:<br />

• Opgenomen kin<strong>de</strong>ren op <strong>de</strong> klassieke hospitalisatiedienst (E-dienst). 71<br />

• Opgenomen kin<strong>de</strong>ren in het chirurgisch daghospitaal, maar ook <strong>de</strong> vele an<strong>de</strong>re vormen<br />

van kortduren<strong>de</strong> hospitalisatie van één dag of min<strong>de</strong>r (bv. voor plaatsing van IV-toegang<br />

en toedienen IV-medicatie, psychopedagogisch on<strong>de</strong>rzoek, evaluatie prematuur geboren<br />

kindjes, langdurige endocrinologische functietesten, sedatie voor beeldvorming en an<strong>de</strong>re<br />

on<strong>de</strong>rzoeken, diverse oppuntstellingen en educatie over bijvoorbeeld huilbaby’s,<br />

voedingsproblemen, obesitas, plasproblemen, diabetes, astma, epilepsie….<br />

• Preventief nazicht en probleemopvolging van zuigelingen die verblijven op <strong>de</strong> materniteit en<br />

<strong>de</strong> dienst voor niet-intensieve neonatologie N* (bv. transiënte tachypnoe van <strong>de</strong> neonaat).<br />

• Urgente en an<strong>de</strong>re zorg voor kin<strong>de</strong>ren aangebo<strong>de</strong>n op spoed als eerste opvang (50% van<br />

<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten in onze bevraging) of als back-up van <strong>de</strong> spoedarts (bv. bij sepsis, meningitis,<br />

<strong>de</strong>hydratatie, astma-aanval, stuipen, ongeval, vergiftiging…).<br />

• Spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> en directe (=<strong>de</strong> dag zelf) consultatie op <strong>de</strong> polikliniek van het ziekenhuis<br />

voor kin<strong>de</strong>ren die plots ziek wer<strong>de</strong>n en waarbij ou<strong>de</strong>rs geen uren of dagen kunnen wachten<br />

op een geplan<strong>de</strong> afspraak. Het is immers bijzon<strong>de</strong>r moeilijk om bij jonge kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong><br />

klinische ernst van <strong>de</strong> ziekte in te schatten.<br />

• Spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> zorg voor neonati die bijzon<strong>de</strong>re zorg nodig hebben op <strong>de</strong> bevallingskamer<br />

of in het operatiekwartier (on<strong>de</strong>r meer bij keizersne<strong>de</strong>, prematuur/dysmatuur geboren…).<br />

• Consulten voor kin<strong>de</strong>ren die in het ziekenhuis verblijven voor an<strong>de</strong>re disciplines, indien<br />

extra zorgen nodig zijn (vaak niet te voorzien). Die bijstand kan variëren van het leveren<br />

van een consult aan bed voor kin<strong>de</strong>ren op an<strong>de</strong>re diensten tot multidisciplinaire besprekingen<br />

(bv. prenataal met <strong>de</strong> gynaecoloog indien het om een risicozwangerschap gaat,<br />

met <strong>de</strong> orthopedist bij een heupfractuur ten gevolge van kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling of bij ingrepen<br />

bij kin<strong>de</strong>ren met multipele pathologie die al dan niet ka<strong>de</strong>rt in een ‘syndroom’).<br />

Een an<strong>de</strong>re vorm van pediatrische bijstand aan an<strong>de</strong>re disciplines is het overnemen van<br />

bepaal<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling of ingreep. Dat kan zowel voor als na <strong>de</strong> ingreep<br />

of behan<strong>de</strong>ling nodig zijn. Bijvoorbeeld indien er nood is aan sedatie van kin<strong>de</strong>ren of<br />

bij een noodzakelijke afwijking van het standaard antibioticabeleid omdat het kind een<br />

71 Kind: tot 15 jaar volgens art. 1a van het KB van 13 juli 2006 dat <strong>de</strong> nomen vastlegt voor een zorgprogramma voor<br />

kin<strong>de</strong>ren. In vele lan<strong>de</strong>n is dat evenwel 16 jaar.<br />

32 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


specifieke allergie heeft. Ook wanneer comorbiditeit een aangepaste aanpak vereist zoals<br />

het bijstellen van het medicatiebeleid en het vochtbeleid bij <strong>de</strong> operatie van een kind met<br />

nierproblemen, diabetes, hartafwijking, epilepsie...<br />

• Daarnaast is er ook nog <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> belangrijke externe ‘dienstverleningsfunctie’.<br />

a. Telefonische beschikbaarheid voor advies aan <strong>de</strong> eerstelijn (huisartsen of “eerstelijns<br />

kin<strong>de</strong>rartsen”) bij specifieke pathologie zoals kin<strong>de</strong>ren met diabetes, epilepsie, stollingsproblemen,<br />

nood aan aanvullen<strong>de</strong> diagnostiek, snelle terugkoppeling bij verwijzing voor<br />

verdachte letsels….<br />

b. Telefonische beschikbaarheid voor vragen van ou<strong>de</strong>rs. De informatiebehoefte van ou<strong>de</strong>rs,<br />

partners in hersamengestel<strong>de</strong> gezinnen en grootou<strong>de</strong>rs is bijzon<strong>de</strong>r fors toegenomen door<br />

<strong>de</strong> kortere opnames, <strong>de</strong> toename van armoe<strong>de</strong> in gezinnen met jonge kin<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> stijging<br />

van an<strong>de</strong>rstalige moe<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> toename van nieuw samengestel<strong>de</strong> gezinnen, <strong>de</strong> toevloed<br />

aan informatie via internet en <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> nood aan gevali<strong>de</strong>er<strong>de</strong> en gepersonaliseer<strong>de</strong><br />

informatie in het algemeen.<br />

c. Het aanleveren van allerhan<strong>de</strong> attesten: voor afwezigheid op school, voor het niet kunnen<br />

zwemmen of turnen, voor sociaal verlof van ou<strong>de</strong>r(s), motiveringsattesten voor bepaal<strong>de</strong><br />

medicaties en bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken voor ziekenfondsen en verzekeraars, voor het kin<strong>de</strong>rdagverblijf…<br />

Hierdoor is <strong>de</strong> administratieve belasting voor kin<strong>de</strong>rartsen uitzon<strong>de</strong>rlijk<br />

hoog ten opzichte van an<strong>de</strong>re disciplines.<br />

3.2. Het zorgprogramma moet ver<strong>de</strong>r verfijnd wor<strong>de</strong>n vanuit<br />

kwalitatieve doelstellingen<br />

Om een passend antwoord te bie<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> no<strong>de</strong>n en zorgmogelijkhe<strong>de</strong>n stellen we<br />

<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verfijningen aan het zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren voor.<br />

Zorgprogramma A<br />

Het Zorgprogramma A verzekert kwaliteitsvolle zorg voor alle kin<strong>de</strong>ren die overdag tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

werkweek behan<strong>de</strong>ld of on<strong>de</strong>rzocht wor<strong>de</strong>n in een algemeen ziekenhuis. Deze pediatrische<br />

basisfunctie is nodig voor <strong>de</strong> kwalitatief hoogstaan<strong>de</strong> werking van elk algemeen ziekenhuis.<br />

Het is van bijzon<strong>de</strong>r belang dat <strong>de</strong> pediatrische expertise in een algemeen ziekenhuis aanwezig<br />

blijft. Er zijn immers veel an<strong>de</strong>re disciplines die ook kin<strong>de</strong>ren behan<strong>de</strong>len (neus-keel-oor,<br />

orthopedie, abdominale chirurgie, urologie…) en ziekenhuispediaters nemen daarbij best<br />

een divers pakket aan ‘on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong>’ taken op zich. Er is daarom nood aan ‘horizontale’<br />

pediatrische kennis in het ziekenhuis om een kindgerichte en kwaliteitsvolle zorg voor kin<strong>de</strong>ren<br />

te realiseren. Indien <strong>de</strong> pediatrische kennis verloren gaat, dan zijn <strong>de</strong> ziekenhuizen niet<br />

langer ‘ algemeen’.<br />

In het zorgprogramma A wor<strong>de</strong>n kin<strong>de</strong>ren voor electieve (geplan<strong>de</strong>) behan<strong>de</strong>lingen in het<br />

dagziekenhuis opgenomen. Er is geen overnachting of weekendhospitalisatie voor kin<strong>de</strong>ren.<br />

Er zijn overdag enerzijds een kin<strong>de</strong>rarts en pediatrisch verpleegkundige aanwezig en an<strong>de</strong>rzijds<br />

zijn een sociaal assistent, kin<strong>de</strong>rpsycholoog en pedagoog oproepbaar. Het zorgprogramma<br />

A maakt <strong>de</strong>el uit van een netwerk met ten minste één zorgprogramma B, waarbij <strong>de</strong> artsen<br />

intensief samenwerken en functioneel één equipe vormen.<br />

Doelstellingen<br />

• Het zorgprogramma biedt overdag tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> werkweek een laagdrempelige (geen afspraak<br />

noodzakelijk) pediatrische permanentie voor snelle triage en (eerste) behan<strong>de</strong>ling.<br />

Het beschikt daarvoor over algemene pediatrische expertise.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

33


• Werkt vanuit een biopsychosociaal mo<strong>de</strong>l in nauw overleg met extramurale actoren.<br />

Het heeft bijzon<strong>de</strong>re aandacht voor kin<strong>de</strong>ren uit arme gezinnen en voor an<strong>de</strong>re<br />

gezins- en omgevingsfactoren. Het werkt samen met externe partners actief mee aan<br />

het verhogen van <strong>de</strong> draagkracht van gezinnen. Het kan daarvoor een beroep doen<br />

op expertise in sociale aspecten (sociaal assistent/maatschappelijk werk), kin<strong>de</strong>rpsychologie<br />

en pedagogie.<br />

• Brengt (horizontale) pediatrische expertise in het hele ziekenhuis. Het bevor<strong>de</strong>rt een<br />

kindgerichte aanpak en procedures in alle aspecten van <strong>de</strong> ziekenhuiszorg.<br />

• Realiseert integrale zorg (‘diseasemanagement’) door actief te participeren aan <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> zorgtrajecten, zowel op patiëntniveau als voor permanente vorming en<br />

overleg. Het beschikt daardoor over back-up expertise voor alle subdisciplines. Het<br />

zorgt zelf voor actieve samenwerking met <strong>de</strong> eerstelijn.<br />

Taken<br />

• Overdag een permanent aanbod van pediatrische consultatie aanbie<strong>de</strong>n. De aanwezigheid<br />

van een pediater is belangrijk. Er is ook een specifieke financiering voorzien.<br />

• Pediatrische tussenkomsten op daghospitalisatie (ook niet-chirurgisch) en <strong>de</strong> bijstand<br />

van an<strong>de</strong>re disciplines (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> spoedarts) overdag verzekeren. Dat moet<br />

toelaten dat an<strong>de</strong>re disciplines die kin<strong>de</strong>ren behan<strong>de</strong>len dat in optimale omstandighe<strong>de</strong>n<br />

kunnen blijven doen in elk algemeen ziekenhuis.<br />

• Verankerd zijn in een netwerk met ten minste één zorgprogramma B, waarbij <strong>de</strong> artsen<br />

functioneel één equipe vormen. De basisfunctie <strong>de</strong>elt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> protocols en procedures<br />

(waaron<strong>de</strong>r het verwijsbeleid) als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re partners van het netwerk.<br />

• Regelmatig overleggen op netwerkniveau voor zowel casusbesprekingen als <strong>de</strong><br />

bespreking van kwaliteitsindicatoren.<br />

• Medische en verpleegkundige equipe participeren aan <strong>de</strong> permanente vorming van<br />

het netwerk.<br />

Kritische succesfactoren<br />

• De verplichting van pediatrische permanentie in het ziekenhuis kan pas ingang vin<strong>de</strong>n<br />

wanneer effectieve maatregelen in werking tre<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie<br />

bevor<strong>de</strong>ren.<br />

• Ziekenhuizen die ervoor opteren om geen zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren (A of B) te organiseren<br />

en zich exclusief toeleggen op volwassenen moeten een dui<strong>de</strong>lijk statuut en<br />

toekomstperspectief krijgen. Gezien <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> vergrijzing is er een aanzienlijke<br />

groei van die doelgroep.<br />

Een mogelijkheid kan zijn om ze een status tussen algemeen en categoraal ziekenhuis<br />

toe te kennen. Dat moet dui<strong>de</strong>lijk maken dat ze alle zorgvormen van een algemeen<br />

ziekenhuis aanbie<strong>de</strong>n, behalve voor <strong>de</strong> doelgroep 0-15 jaar. Daarbij behou<strong>de</strong>n ze alle<br />

erkenningen van an<strong>de</strong>re diensten (on<strong>de</strong>r meer gespecialiseer<strong>de</strong> spoedgevallenzorg),<br />

behalve dan M, NIC, MIC, N* functie, P* functie, K-dienst en brandwon<strong>de</strong>ncentrum.<br />

Bovendien is er een dui<strong>de</strong>lijk gecommuniceer<strong>de</strong> exclusie van kin<strong>de</strong>ren in hun volledige<br />

werking.<br />

Zorgprogramma B1<br />

Het zorgprogramma B1 verzekert kwaliteitsvolle zorg voor alle kin<strong>de</strong>ren die wordt aangebo<strong>de</strong>n<br />

buiten <strong>de</strong> werkuren/werkdagen en dit aanvullend op alle taken van het zorgprogramma A. Het<br />

verleent daarnaast ook assistentie aan pasgeborenen en <strong>de</strong> materniteit. Een ziekenhuis met<br />

een materniteit moet beschikken over een zorgprogramma van het type B. Per zorgtraject heeft<br />

het een geformaliseer<strong>de</strong> samenwerking met een B3-dienst.<br />

34 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Doelstellingen<br />

• Het programma vangt zeven dagen per week, dag en nacht, acute pediatrische problemen<br />

op. Het beschikt over algemene pediatrische expertise in <strong>de</strong> acute opvang van<br />

kin<strong>de</strong>ren en over gerichte doorverwijsprotocols voor kin<strong>de</strong>ren die pediatrische intensieve<br />

zorgen nodig hebben.<br />

• Het biedt mogelijkheid tot aangepaste nacht- en weekendhospitalisatie voor kin<strong>de</strong>ren<br />

en hun ou<strong>de</strong>r(s).<br />

• Het vangt zeven dagen per week, dag en nacht, acute neonatale problemen op in het<br />

verloskwartier en <strong>de</strong> materniteit. Daartoe beschikt het over algemene expertise in <strong>de</strong><br />

acute opvang van neonati en over gerichte doorverwijsprotocols voor pasgeborenen<br />

die neonatale intensieve zorgen nodig hebben.<br />

• Het zorgt ervoor dat kin<strong>de</strong>ren bij lange opname on<strong>de</strong>rwijs kunnen blijven volgen, bv.<br />

via <strong>de</strong> internettoepassing ‘Bednet’ (cf. vraag vanuit patiëntenverenigingen).<br />

Zorgprogramma B2<br />

Het zorgprogramma B2 is analoog met het zorgprogramma B1, maar beschikt daarenboven<br />

overdag ook over één of meer<strong>de</strong>re (op termijn erken<strong>de</strong>) subdisciplines of bijzon<strong>de</strong>re beroepsbekwaamhe<strong>de</strong>n.<br />

Dit zorgprogramma kan eventueel beschikken over een ‘medium care’ voor<br />

kin<strong>de</strong>ren.<br />

Doelstellingen<br />

• Werkt multidisciplinair met an<strong>de</strong>re medische disciplines en met paramedische disciplines<br />

voor <strong>de</strong> uitgebouw<strong>de</strong> subdisciplines.<br />

• Biedt overdag één of meer geavanceer<strong>de</strong> diagnostische- of behan<strong>de</strong>lingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

via (erken<strong>de</strong>) subdisciplines. Dat kan eventueel ook via externe consulenten.<br />

Zorgprogramma B3<br />

Het zorgprogramma B3 is analoog met het zorgprogramma B2, maar beschikt daarnaast <strong>de</strong><br />

klok rond over alle subdisciplines. Het beschikt bovendien over een (op termijn erken<strong>de</strong>) eenheid<br />

voor intensieve zorgen voor kin<strong>de</strong>ren.<br />

Doelstellingen<br />

• Biedt zeven dagen per week, dag en nacht, expertisezorg in alle (erken<strong>de</strong>) subdisciplines<br />

(oncologie/ hematologie, cardiologie, gastro-enterologie en hepatologie, nefrologie/urologie,<br />

pneumologie/immunologie, metabole aandoeningen, neurologie, <strong>de</strong>rmatologie).<br />

• Staat permanent ter beschikking (zowel op patiëntniveau als voor vorming) van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijnsactoren<br />

in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> zorgtrajecten voor back-up advies en voor <strong>de</strong> overname<br />

van patiëntjes bij nood aan supergespecialiseer<strong>de</strong> zorg of diagnosemogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

• Biedt (erken<strong>de</strong>) pediatrische intensieve zorgen aan. Het beschikt daartoe over een erken<strong>de</strong><br />

eenheid en gespecialiseer<strong>de</strong> snelle transportfaciliteiten voor kin<strong>de</strong>ren in kritieke toestand.<br />

• On<strong>de</strong>rsteunt transplantheelkun<strong>de</strong>.<br />

Een dynamisch erkenningsbeleid is aangewezen om vlot te kunnen inspelen op <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse<br />

no<strong>de</strong>n. Dat wil zeggen dat ziekenhuizen van type zorgprogramma kunnen veran<strong>de</strong>ren<br />

wanneer ze in <strong>de</strong> realiteit voldoen aan <strong>de</strong> doelstellingen. Het behoud van een zorgprogramma<br />

dient evenwel gekoppeld te wor<strong>de</strong>n aan outcome maten. Indien die abnormaal laag zijn (‘negatieve<br />

outlier’) ten opzichte van internationaal gevali<strong>de</strong>er<strong>de</strong> benchmarks, dan kan <strong>de</strong> erkenning<br />

ook wor<strong>de</strong>n ingetrokken, indien dit zorgprogramma er – na verwittiging – niet in slaagt<br />

om dat recht te trekken.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

35


3.3. Meer samenwerking ten dienste van kwaliteitsoptimalisatie<br />

Verticale netwerking<br />

Doel is een integrale<br />

zorgbena<strong>de</strong>ring (disease<br />

management)<br />

mogelijk maken over<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

lijnen heen.<br />

Medische aspecten<br />

Zorgtrajecten per<br />

pediatrische subdiscipline,<br />

waarbij<br />

preventie, eerste-,<br />

twee<strong>de</strong>-, en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn<br />

actief betrokken<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Organisatorische aspecten<br />

• Netwerken van zorgprogramma’s<br />

A, B1, B2 en B3.<br />

• Afspraken met kin<strong>de</strong>rpsychiatrische<br />

diensten, huisartsenkringen<br />

en welzijnsvoorzieningen.<br />

• Implementatie van telemedicine<br />

en telemonitoring.<br />

Horizontale netwerking<br />

Doel is alle kennisfacetten<br />

(ook <strong>de</strong> psychische<br />

en sociale)<br />

samen te brengen<br />

en <strong>de</strong> werkdruk te<br />

vermin<strong>de</strong>ren.<br />

Multidisciplinaire<br />

werking in <strong>de</strong> ziekenhuizen<br />

op zowel medisch<br />

als paramedisch<br />

gebied.<br />

Samenwerkingsakkoor<strong>de</strong>n of<br />

associaties tussen nabijgelegen<br />

diensten.<br />

Verticale netwerken<br />

Het stimuleren van zorginhou<strong>de</strong>lijke verticale netwerking via een zorgtrajectbena<strong>de</strong>ring verdient<br />

nog meer aandacht. Elektronische of an<strong>de</strong>re vormen van case-overleg tussen eerstetwee<strong>de</strong>-<br />

en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn en met welzijnsactoren (on<strong>de</strong>rsteuning van personen met een handicap,<br />

vertrouwenscentra, Kind en Gezin…) over patiëntjes met een chronische of complexe problematiek<br />

moet wor<strong>de</strong>n aangemoedigd. Dat kan on<strong>de</strong>r meer via afgestem<strong>de</strong> ICT en gespecialiseer<strong>de</strong><br />

zorg aan huis. De zorg wordt meer resultaatsgericht georganiseerd met kwalitatieve<br />

doelstellingen en met meetbare kwaliteitsindicatoren. Een mooi voorbeeld is <strong>de</strong> toepassing<br />

van richtlijnen, zoals die van <strong>de</strong> American Aca<strong>de</strong>my of Pediatrics 72 , voor indicatie voor opname<br />

op pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n. Passen<strong>de</strong> organisatorische netwerken van<br />

zorgprogramma’s kunnen die doelstelling helpen verwezenlijken.<br />

Taken<br />

• Er wor<strong>de</strong>n sluiten<strong>de</strong> afspraken gemaakt voor gestructureer<strong>de</strong> en kwaliteitsvolle<br />

doorverwijzingen en snelle interhospitaaltransporten. Die zijn nodig bij zorg die een<br />

an<strong>de</strong>re expertise of infrastructuur vereist dan diegene die voorhan<strong>de</strong>n is. Dat kan verschillen<br />

per subdiscipline. Veel inspiratie voor geavanceer<strong>de</strong> netwerking in <strong>de</strong> pediatrie<br />

is al voorhan<strong>de</strong>n. 73 De beschikbare expertise in <strong>de</strong> netwerken wordt ge<strong>de</strong>eld zodat<br />

<strong>de</strong> uitbouw van subdisciplines en permanente vorming binnen netwerken van ziekenhuizen<br />

(ook met psychiatrische ziekenhuizen) mogelijk wordt.<br />

72 AAP Gui<strong>de</strong>lines 1999 update 2008.<br />

73 www.nchn.org.au/docs/paednetgui<strong>de</strong>.pdf<br />

36 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


• De (kennis)capaciteit wordt ‘gedynamiseerd’ door het klassieke <strong>de</strong>nken in hokjes of<br />

bed<strong>de</strong>n te verlaten. Alleen zo is het mogelijk integrale en afgestem<strong>de</strong> zorgen te voorzien<br />

voor (een mix van) bepaal<strong>de</strong> pathologie. Vele kin<strong>de</strong>ren hebben immers een combinatie<br />

van fysieke en psychische klachten en al dan niet beschermen<strong>de</strong> gezinsfactoren.<br />

Vaak is het niet dui<strong>de</strong>lijk welke van <strong>de</strong> drie componenten <strong>de</strong> oorzakelijke factor is.<br />

Kennis op <strong>de</strong> drie niveaus is dan ook noodzakelijk. Kin<strong>de</strong>ren met een mil<strong>de</strong> psychische<br />

problematiek wor<strong>de</strong>n in eerste instantie geholpen op <strong>de</strong> plaats waar ze zich aanbie<strong>de</strong>n,<br />

kin<strong>de</strong>ren met matige en ernstige problematiek moeten getrieerd en snel getransfereerd<br />

wor<strong>de</strong>n. Dat kan door steeds alle expertise beschikbaar te hebben binnen het netwerk,<br />

via consulentenwerking (liaisonpsychiatrie/outreaching) en via gezamenlijke zorgafstemming<br />

(via <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richtlijnen, verwijsbeleid…).<br />

• De kin<strong>de</strong>rpsychiater kan het multidisciplinaire overleg versterken door mee te triëren<br />

en door <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpsychologen te begelei<strong>de</strong>n in hun behan<strong>de</strong>ling van mil<strong>de</strong> problemen.<br />

Het aantal kin<strong>de</strong>ren met psychische problemen die nu niet a<strong>de</strong>quaat geholpen wor<strong>de</strong>n,<br />

is immers schrikbarend hoog. Bovendien zijn er al jaren veel te weinig kin<strong>de</strong>rpsychiatrische<br />

K-bed<strong>de</strong>n, wat maakt dat <strong>de</strong> wachtlijsten onethisch lang zijn. Deze<br />

kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n vaak ontslagen uit het algemeen ziekenhuis met een afspraak voor<br />

vele maan<strong>de</strong>n later voor hun belangrijkste (psychische of gezins)probleem. Dat leidt<br />

tot grote kwaliteitsverliezen. Het toelei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>ren of hun ou<strong>de</strong>rs naar <strong>de</strong><br />

(kin<strong>de</strong>r)psychiatrie is immers vaak uiterst moeilijk en vele ou<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren haken<br />

daardoor voortijdig af. Zo escaleert <strong>de</strong> problematiek in vele gevallen, zodat steeds<br />

zwaar<strong>de</strong>re zorg uitein<strong>de</strong>lijk noodzakelijk wordt.<br />

Kritische succesfactoren<br />

• Om meer ‘bedoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>’ zorg te realiseren, dient er <strong>de</strong>els forfaitair gefinancierd<br />

te wor<strong>de</strong>n in termen van zorgfuncties. Dui<strong>de</strong>lijke doelstellingen over welke patiëntjes<br />

recht hebben op welke zorg moeten daartoe wor<strong>de</strong>n uitgewerkt.<br />

• Om te vermij<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> beperkte capaciteit van <strong>de</strong> super-gespecialiseer<strong>de</strong> B3-programma’s<br />

dichtslibt met pediatrische basisproblematiek of met routinematige opvolging van<br />

complexe problematiek moet een gezamenlijke financieringswijze wor<strong>de</strong>n uitgewerkt<br />

voor patiënten die intensieve samenwerking tussen twee<strong>de</strong>- en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn vereisen. 74 Dat<br />

vermijdt bovendien dat <strong>de</strong> patiënt steeds op verre verplaatsing moet. Het moet tevens<br />

mogelijk maken dat <strong>de</strong> superspecialistische zorg meer tijd krijgt om <strong>de</strong> doorverwezen<br />

problemen meteen ten gron<strong>de</strong> te analyseren.<br />

• Om transfers beter te kunnen structureren, is dringend extra on<strong>de</strong>rsteuning nodig vanuit<br />

<strong>de</strong> overheid. Medische dossiers (met on<strong>de</strong>r meer alle beeldvorming en laboresultaten)<br />

en alle tussentijdse tussenkomsten van <strong>de</strong> huisarts en <strong>de</strong> specialist(en) moeten op<br />

afstand en mits toestemming van <strong>de</strong> patiënten inkijkbaar zijn door <strong>de</strong> eerste-, twee<strong>de</strong>en<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn. In Denemarken is dat al geruime tijd <strong>de</strong> realiteit. 75 Hierdoor kunnen overbodige<br />

on<strong>de</strong>rzoeken wor<strong>de</strong>n verme<strong>de</strong>n, wat ook <strong>de</strong> patiënt ten goe<strong>de</strong> komt (o.a. min<strong>de</strong>r<br />

stralingsdosis en min<strong>de</strong>r kosten). Ook <strong>de</strong> snelheid waarmee men tot een finale diagnose<br />

kan komen, zal hierdoor toenemen. Men hoeft immers niet steeds opnieuw <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

basishypothese inzake differentiaal diagnose te toetsen. Daardoor kan men sneller<br />

doorgaan naar meer toegespitste diagnosetechnieken en/of behan<strong>de</strong>lingen bij complexe<br />

en/of zeldzame pathologie.<br />

74 Naar analogie met bestaan<strong>de</strong> zorgtrajecten tussen eerste- en twee<strong>de</strong>lijn (diabetes, chronische nierinsufficiëntie).<br />

www.zorgtraject.be<br />

75 www.ehealth-benchmarking.org/2006/images/stories/06_johansen_<strong>de</strong>nmark.pdf<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

37


• De overheid moet meer dui<strong>de</strong>lijkheid scheppen over <strong>de</strong> informaticastandaar<strong>de</strong>n en<br />

meer investeren in telemedicine, zodat voor moeilijke problemen veel sneller een twee<strong>de</strong><br />

advies kan wor<strong>de</strong>n ingeroepen. Dat is tevens nodig om bij <strong>de</strong> routinematige opvolging<br />

van complexe problemen snel te kunnen overleggen bij onverwachte vaststellingen. Dit<br />

laat ook toe dat een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijnscentrum reeds aanwijzingen geeft ter voorbereiding van <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>ling en in afwachting van het dringen<strong>de</strong> interhospitaal vervoer.<br />

• De uitbreiding van <strong>de</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> zorg aan huis (thuisbea<strong>de</strong>ming, homeTPN,<br />

peritoneaal dialyse, palliatieve zorg…) vanuit het ziekenhuis moet wor<strong>de</strong>n gefaciliteerd<br />

en mag niet beperkt blijven tot ziekenhuizen met kin<strong>de</strong>roncologie. Daarbij wordt werk<br />

gemaakt van <strong>de</strong> invoering van telemonitoring om <strong>de</strong> ziekte-evolutie nog a<strong>de</strong>quater te<br />

kunnen opvolgen.<br />

Horizontale netwerken<br />

Zorginhou<strong>de</strong>lijke multidisciplinaire werking binnen het ziekenhuis en tussen ziekenhuizen<br />

dient ver<strong>de</strong>r te wor<strong>de</strong>n geïntensifieerd via horizontale netwerking. Daarbij betrekt men best<br />

zowel an<strong>de</strong>re medische disciplines (spoedartsen, chirurgen, gynaecologen...), als an<strong>de</strong>re paramedische<br />

disciplines (verpleegkundigen, psychologen, pedagogen, sociaal assistenten, kinesitherapeuten,<br />

diëtisten…). De organisatie hiervan verloopt resultaatgericht met kwalitatieve<br />

doelstellingen en meetbare kwaliteitsindicatoren (bv. <strong>de</strong> mate waarin een veiligheidsnet is<br />

opgebouwd rond kin<strong>de</strong>ren met een vermoe<strong>de</strong>n van kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling, <strong>de</strong> mate waarin een<br />

holistisch antwoord is gegeven bij <strong>de</strong> diagnostiek en behan<strong>de</strong>ling van ernstige chronische aandoeningen…).<br />

Daarvoor is er nood aan passen<strong>de</strong> organisatorische samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

tussen ziekenhuizen die in elkaars nabijheid liggen en functioneel willen samenwerken om<br />

een complementair aanbod te kunnen bie<strong>de</strong>n.<br />

Taken<br />

• Gezamenlijk subdisciplines uitbouwen.<br />

• Gezamenlijke protocollen, procedures en vorming organiseren en implementeren.<br />

On<strong>de</strong>r meer medische protocollen voor <strong>de</strong> courante spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> pediatrische pathologieën,<br />

voor <strong>de</strong> beschikbaarheid van <strong>de</strong> zorg voor neonaten, voor <strong>de</strong> modaliteiten van<br />

doorverwijzing met inbegrip van <strong>de</strong> organisatie van het transport van pediatrische<br />

patiënten en tot slot voor <strong>de</strong> modaliteiten van overleg en patiëntenbespreking. Het<br />

recent opgerichte College voor Pediatrie is belast met <strong>de</strong> uitwerking van (generieke)<br />

protocollen en werkt hier volop aan. Voor <strong>de</strong> preoperatieve en postoperatieve opvang<br />

is het belangrijk dat het opstellen van die protocollen van in het begin in afstemming<br />

gebeurt met <strong>de</strong> chirurgische disciplines en <strong>de</strong> anesthesisten.<br />

• Gezamenlijk afstemmen van vorming om <strong>de</strong> nodige expertise te borgen. Zo kan er<br />

gedacht wor<strong>de</strong>n aan formele afspraken voor alle <strong>de</strong>elnemers aan het wachtsysteem<br />

inzake actuele expertise in pediatrische reanimatie (cf. certificering European Resuscitation<br />

Council).<br />

• Gezamenlijk <strong>de</strong> wachtpermanentie uitbouwen, met on<strong>de</strong>r meer een gezamenlijke<br />

permanentie voor <strong>de</strong> dienst gespecialiseer<strong>de</strong> spoedgevallen 76 en een wachtsysteem voor<br />

opgenomen kin<strong>de</strong>ren en voor assistentie bij neonati. Hierdoor moet <strong>de</strong> wachtbelasting<br />

afnemen: twee actuele zorgprogramma’s samen (met elk minstens drie VTE kin<strong>de</strong>rartsen)<br />

beschikken momenteel samen over minstens zes kin<strong>de</strong>rartsen die in een wachtsysteem<br />

met een eerste wacht en een achterwacht kunnen functioneren zoals dat nu<br />

76 Cf. art 10 §1, 5° in het KB van 27 april 1998 inzake normen gespecialiseer<strong>de</strong> spoedgevallen.<br />

38 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


al voor verschillen<strong>de</strong> disciplines het geval is. De achterwacht is noodzakelijk om in geval<br />

van twee risicobevallingen of twee spoedgevallen tegelijk (of een mix daarvan) een<br />

beroep te kunnen doen op een twee<strong>de</strong> collega. Daardoor wordt <strong>de</strong> effectieve wachtbelasting<br />

één op <strong>de</strong> zes. Hoewel soms een interventie van <strong>de</strong> achterwacht nodig zal zijn,<br />

is dat toch veeleer zeldzaam. Bovendien kunnen <strong>de</strong>rgelijke simultane urgente oproepen<br />

ook nu in één ziekenhuis voorvallen en dient dus eigenlijk ook nu al in een achterwachtsysteem<br />

te wor<strong>de</strong>n voorzien als men <strong>de</strong> continuïteit van zorgen wil borgen.<br />

• Financiële regelingen uitwerken voor on<strong>de</strong>r meer het interhospitaal transport.<br />

Kritische succesfactoren<br />

• Ziekenhuizen die gezamenlijk een zorgprogramma B voor kin<strong>de</strong>ren uitbouwen (via bv.<br />

een geformaliseerd samenwerkingsakkoord of een associatief verband) en daarbij gezamenlijk<br />

<strong>de</strong> permanentie en <strong>de</strong> subdisciplines uitbouwen, wor<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> beschouwd<br />

als een ziekenhuis dat beschikt over een volledig zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren (naar<br />

analogie met <strong>de</strong> MUG-regeling 77 ). Dat moet wor<strong>de</strong>n opgenomen via <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

van het associatiebesluit. 78 Bovendien dient in art. 25 van het KB van 13 juli<br />

2006 (zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren) een §3 ingelast te wor<strong>de</strong>n die voorziet in een uitzon<strong>de</strong>ring<br />

op §2 zodat een zorgprogramma A kan erkend wor<strong>de</strong>n wanneer het beschikt<br />

over een geformaliseerd samenwerkingsakkoord of een associatie met een nabijgelegen<br />

an<strong>de</strong>r ziekenhuis, dat beschikt over een zorgprogramma B.<br />

• Ook hier moet het mogelijk zijn dat nachthospitalisatie binnen een termijn van tien jaar<br />

slechts op één ziekenhuissite wordt aangebo<strong>de</strong>n. 79 De termijn voor een bouwdossier<br />

is momenteel minstens tien jaar. Indien <strong>de</strong> nachthospitalisatie voor kin<strong>de</strong>ren ge<strong>de</strong>eld<br />

wordt door twee ziekenhuizen, dient ook <strong>de</strong> spoedopname van kin<strong>de</strong>ren ‘s nachts naar<br />

hetzelf<strong>de</strong> ziekenhuis te wor<strong>de</strong>n afgeleid.<br />

• De afstandscriteria voor samenwerking in het huidige KB wor<strong>de</strong>n best verruimd. De<br />

diensten die om toegankelijkheidsre<strong>de</strong>nen een uitzon<strong>de</strong>ring verkregen op artikel 5 §1,<br />

moeten ook een consequente uitzon<strong>de</strong>ring verkrijgen in <strong>de</strong> samenwerkingsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

(o.a. inzake <strong>de</strong> afstandsregeling) en in <strong>de</strong> toekomstige forfaitaire tussenkomsten.<br />

Hun doelgroep is immers min<strong>de</strong>r groot, waardoor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen min<strong>de</strong>r vaak moeten<br />

tussenkomen (min<strong>de</strong>r wachtbelasting). Maar ook hun inkomen is daardoor min<strong>de</strong>r<br />

groot, waardoor <strong>de</strong> aanwezigheid van méér kin<strong>de</strong>rartsen in <strong>de</strong> honorariumpool vaak als<br />

niet-financieel haalbaar wordt beschouwd door <strong>de</strong> al aanwezige kin<strong>de</strong>rartsen. Dat levert<br />

problemen op voor <strong>de</strong> rurale toegankelijkheid.<br />

• Tot slot moet <strong>de</strong> opnamecapaciteit <strong>de</strong> piekbelasting van <strong>de</strong> wintermaan<strong>de</strong>n blijven<br />

aankunnen. Dat is zeker nu nodig, aangezien <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>mische dreiging sterk verhoogt<br />

door <strong>de</strong> economische globalisering en het wereldwij<strong>de</strong> toerisme. Bruggen wor<strong>de</strong>n immers<br />

ook ontworpen en gebouwd op basis van <strong>de</strong> piekbelasting en niet op basis van <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> verkeersbelasting! An<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n ze allemaal al zijn ingestort. We moeten<br />

dus zeker niet naast een al <strong>de</strong>cennia bestaand tekort aan K-bed<strong>de</strong>n ook nog eens een<br />

tekort in E-bed<strong>de</strong>n veroorzaken. Daarnaast dienen <strong>de</strong> pogingen van <strong>de</strong> FOD Volksgezondheid<br />

om een <strong>online</strong> elektronisch overzicht te realiseren van <strong>de</strong> vrije kritische bed<strong>de</strong>n,<br />

snel te wor<strong>de</strong>n gefinaliseerd. Op die manier weten alle spoedaf<strong>de</strong>lingen van ziekenhuizen<br />

meteen naar waar ze kunnen doorsturen wanneer <strong>de</strong> piekbezetting van hun<br />

77 De door <strong>de</strong> associatie uitgebate MUG wordt beschouwd als een functie van elk ziekenhuis van<br />

<strong>de</strong> associatie (KB 10/8/1998).<br />

78 Art. 9 van het KB van 25 april 1997 over <strong>de</strong> associatie van ziekenhuizen en <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

normen waaraan ze moeten voldoen.<br />

79 Het KB van 25 april 1997 over <strong>de</strong> associatie voorziet een maximumduur van 10 jaar (art. 16bis).<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

39


(intensieve) pediatrische diensten wordt overschre<strong>de</strong>n. De versie moet wel eenduidig en<br />

gebruiksvrien<strong>de</strong>lijk zijn. Vandaag vragen verschillen<strong>de</strong> diensten van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> overheid<br />

(FOD centraal en hun provinciale gezondheidsinspecteurs) gelijksoortige gegevens op.<br />

Aan <strong>de</strong>ze Kafka-toestand moet snel een ein<strong>de</strong> komen.<br />

3.4. De ziekenhuiszorg voor het kind dient in zijn geheel te wor<strong>de</strong>n<br />

erkend en gefinancierd<br />

De huidige financiering op basis van activiteiten op <strong>de</strong> E-dienst is contraproductief voor <strong>de</strong><br />

actuele ‘goe<strong>de</strong> praktijk’, met name het kind niet of zo kort mogelijk uit zijn vertrouw<strong>de</strong> omgeving<br />

weghalen. Voor kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n extra grote inspanningen geleverd om hen zo snel<br />

mogelijk thuis te krijgen (bv. door een intraveneus ‘antibiotica-slot’ i.p.v. opname voor een<br />

permanent infuus bij een longontsteking, door snellere orale rehydratatie i.p.v. langdurig infuus<br />

bij ernstige gastro-enteritis…). Dat kost extra personeelsinzet, extra uitleg voor en begeleiding<br />

van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Tegelijk <strong>de</strong>rven het ziekenhuis en <strong>de</strong> pediaters inkomsten. Daardoor<br />

ontstaat er een dubbele penalisatie van <strong>de</strong> meest kwaliteitsvolle zorgen in functie van het<br />

kind.<br />

Activiteitsgebon<strong>de</strong>n financiering<br />

Alle activiteiten moeten wor<strong>de</strong>n gefinancierd (o.a. daghospitaal, korte opnames en tussenkomsten).<br />

Een uitgebrei<strong>de</strong> inventarisatie is onontbeerlijk en werd uitbesteed door <strong>de</strong> FOD<br />

Volksgezondheid. 80<br />

Forfaitaire financiering<br />

Naast <strong>de</strong> activiteitsgebon<strong>de</strong>n financiering is er ook nood aan een forfaitaire vergoeding voor<br />

een zorgprogramma A of B (naar analogie met <strong>de</strong> FOD-regeling voor geriatrie voor het dagziekenhuis<br />

en <strong>de</strong> interne liaison). 81 Die moet enerzijds zorgen voor <strong>de</strong> beschikbaarheid van<br />

afdoen<strong>de</strong> capaciteit binnen het zorgprogramma pediatrie (vaste kosten lopen door) en an<strong>de</strong>rzijds<br />

voor <strong>de</strong> inzet van personeel binnen <strong>de</strong> multidisciplinaire werking. In <strong>de</strong> pediatrie is <strong>de</strong><br />

overlegtijd binnen het team, met <strong>de</strong> eerstelijn, maar ook met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs, relatief veel hoger<br />

dan bij an<strong>de</strong>re disciplines. We <strong>de</strong>nken hierbij on<strong>de</strong>r meer aan overleg naar aanleiding van polytrauma,<br />

bij (vermoe<strong>de</strong>n van) kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling, bij <strong>de</strong> diagnose ernstige chronische aandoening,<br />

bij ontslagvoorbereiding voor kin<strong>de</strong>ren met nood aan complexe nazorg… Daarvoor<br />

dienen <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lend arts, <strong>de</strong> verpleegkundige, <strong>de</strong> maatschappelijk werker, <strong>de</strong> diëtist, <strong>de</strong><br />

kinesitherapeut, <strong>de</strong> psycholoog enz. <strong>de</strong> nodige tijd uit te trekken.<br />

Daarnaast dient in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> zorgtrajecten tussen twee<strong>de</strong>- en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijn een specifieke<br />

financiering te wor<strong>de</strong>n uitgewerkt. Die moet faciliteren dat meer gepaste zorg in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijn<br />

wordt gebo<strong>de</strong>n, zodat <strong>de</strong> patiënt zich min<strong>de</strong>r ver moet verplaatsen. Tegelijk moet <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijnsexpertise<br />

ten volle gewaar<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n.<br />

Meer billijke inzetbaarheid van het zorgpersoneel<br />

Naast een correcte financiering dringen innovatieve vormen zich op voor <strong>de</strong> werkdrukspreiding<br />

van het zorgpersoneel op ziekenhuisniveau. Het beschikbare personeel moet ook zo<br />

efficiënt mogelijk ingezet kunnen wor<strong>de</strong>n om alle patiënten optimaal te helpen. Daarvoor<br />

is er nood aan meer flexibiliteit in <strong>de</strong> actuele erkenningsnormen. Pilootprojecten met een<br />

tijdshorizon ter evaluatie van maximaal drie jaar en op basis daarvan een al dan niet veral-<br />

80 BePassta-studie 2011 die liep in twaalf ziekenhuizen en wordt verwerkt door Prof. A. Dewever (ULB).<br />

81 Het KB van 25 april 2002 over BFM ziekenhuizen (art. 79 quinquies §1): vanaf 1 januari 2006 wor<strong>de</strong>n 2 VTE<br />

verpleegkundigen gefinancierd in het dagziekenhuis; §5: vanaf 1 januari 2008 wor<strong>de</strong>n 4 VTE gefinancierd voor<br />

interne liaison (projecten).<br />

40 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


gemeen<strong>de</strong> implementatie, kunnen hier heel wat inspiratie brengen. Ook over <strong>de</strong> vraag van<br />

jonge pediaters om meer in loondienst te kunnen werken, zoals bijvoorbeeld in Ne<strong>de</strong>rland<br />

het geval is, kan proefon<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n opgezet, zodat <strong>de</strong> financiële leefbaarheid<br />

voor zowel arts als ziekenhuis beter gedocumenteerd wor<strong>de</strong>n. Belangrijk punt voor<br />

solliciteren<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen blijkt <strong>de</strong> vraag naar een garantie voor een minimuminkomen <strong>de</strong><br />

eerste jaren van hun praktijkopbouw in het ziekenhuis.<br />

3.5. Nood aan innovatieve heroriëntering zowel in <strong>de</strong> basiszorg<br />

als in <strong>de</strong> hypergespecialiseer<strong>de</strong> zorg<br />

Nood aan een meer specifiek opleidingsaanbod voor sociale aspecten<br />

De aanpak van sociale problemen komt in België vooral aan bod in <strong>de</strong> praktijkopleiding<br />

van kin<strong>de</strong>rartsen. Het vormingsbeleid focust in <strong>de</strong> eerste plaats op <strong>de</strong> orgaanspecifieke aanvullen<strong>de</strong><br />

bekwaamhe<strong>de</strong>n en niet op <strong>de</strong> contextspecifieke aspecten van <strong>de</strong> pediatrie. Nochtans<br />

vereist <strong>de</strong>ze problematiek ook specifieke kennis en vaardighe<strong>de</strong>n om tot duurzame<br />

resultaten te komen. Ne<strong>de</strong>rland en Duitsland staan al heel wat ver<strong>de</strong>r in het aanbod van<br />

‘sociale pediatrie’. 82<br />

De nood aan meer <strong>de</strong>skundigheid inzake sociale pediatrie wordt steeds belangrijker door <strong>de</strong><br />

toenemen<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>problematiek, een sterke uitbreiding van het aantal inwijkelingen <strong>de</strong><br />

laatste jaren door twee regularisatiebewegingen en <strong>de</strong> snel-Belgwet, <strong>de</strong> toename van het aantal<br />

kin<strong>de</strong>ren met een moe<strong>de</strong>r die geen Ne<strong>de</strong>rlands spreekt 83 en <strong>de</strong> toename van het aantal<br />

echtscheidingen en het aantal eenou<strong>de</strong>rgezinnen. Hierdoor stijgt <strong>de</strong> nood aan psychosociale<br />

on<strong>de</strong>rsteuning van kin<strong>de</strong>ren en hun gezin. Een goed uitgebouwd en wijdverspreid laagdrempelig<br />

aanbod van sociale pediatrie, complementair aan <strong>de</strong> preventieve kin<strong>de</strong>rzorg en pedagogische<br />

on<strong>de</strong>rsteuning die vanuit Kind en Gezin wordt gebo<strong>de</strong>n, is van cruciaal belang en<br />

kent een bijzon<strong>de</strong>re meerwaar<strong>de</strong>. Vooral omdat <strong>de</strong> grootste sociale problemen zich vooral<br />

op spoed aanbie<strong>de</strong>n, is een basisaanbod met expertise ter zake in elk ziekenhuis op korte<br />

termijn nodig. Deze gezinnen zoeken meestal geen an<strong>de</strong>re vorm van zorgverlening op, vaak ook<br />

omdat ze wachten met hulp zoeken tot het zeer ernstig is.<br />

Het on<strong>de</strong>rsteunen van zorgtrajecten rond kin<strong>de</strong>ren met ‘bijzon<strong>de</strong>re no<strong>de</strong>n’, waarbij intensief<br />

samengewerkt wordt tussen <strong>de</strong> eerstelijn, <strong>de</strong> geestelijke gezondheidszorg en <strong>de</strong> welzijnszorg<br />

zou een volgen<strong>de</strong> beleidsprioriteit moeten zijn bij het uitwerken van zorgtrajecten.<br />

Nieuwe opnamemogelijkheid ‘gemeng<strong>de</strong> diagnose’<br />

Door een opnamemogelijkheid te creëren op pediatrie voor een soort E-K-profiel (fysisch en<br />

psychisch), met on<strong>de</strong>rsteuning vanuit <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rpsychiatrische dienst voor overlappen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n,<br />

wordt <strong>de</strong> holistische visie realiteit. Voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>rgelijke profielen zijn huilbaby’s,<br />

kin<strong>de</strong>ren met aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> buikklachten, chronisch zieke kin<strong>de</strong>ren met secundaire<br />

<strong>de</strong>pressie, <strong>de</strong> problematiek van anorexia nervosa met ernstige fysieke on<strong>de</strong>rvoeding, <strong>de</strong> problematiek<br />

van obesitas met een negatief zelfbeeld en negatief werken<strong>de</strong> omgevingsinvloe<strong>de</strong>n,<br />

fysieke kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling met hierbij ook steeds een psychische repercussie op het kind…<br />

In Duitsland bestaan op <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>lingen sinds enkele jaren een aantal bed<strong>de</strong>n speciaal<br />

voor kin<strong>de</strong>ren met psychosomatische klachten. In eigen land zou artikel 107 van <strong>de</strong> ziekenhuiswet<br />

een structurele en financiële oplossing moeten kunnen bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>ren<br />

met fysieke en psychische problematiek. Er is nood aan een versterkte inzet van psychologen<br />

(minstens 1 VTE per ziekenhuis voor alle kindgerelateer<strong>de</strong> activiteiten) en pedagogen voor<br />

82 van <strong>de</strong>n Bran<strong>de</strong> J. 2003.<br />

83 Buysse B. 2009.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

41


42 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


kin<strong>de</strong>ren in algemene ziekenhuizen, met een back-up van kin<strong>de</strong>rpsychiaters. Om die back-up<br />

te realiseren moet het jarenlange tekort aan kin<strong>de</strong>rpsychiaters en K-bed<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n weggewerkt.<br />

De kin<strong>de</strong>rpsychiaters triëren dan <strong>de</strong> ernstigste casussen in het algemeen ziekenhuis en<br />

transfereren hen vervolgens meteen naar K-diensten. Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re patiëntjes superviseren<br />

ze <strong>de</strong> psychologen bij hun therapie in het algemeen ziekenhuis. Daarbij is ook het financieren<br />

van een multidisciplinair consult ‘gemeng<strong>de</strong> diagnostiek’ een mogelijke piste, naar analogie<br />

met het multidisciplinair oncologisch consult (MOC). 84 Daarbij zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> pediater, psychiater,<br />

verpleegkundige, psycholoog en/of sociaal assistent moeten wor<strong>de</strong>n betrokken.<br />

Nood aan gespecialiseer<strong>de</strong> zorg aan huis voor chronisch ernstig zieke kin<strong>de</strong>ren<br />

Die zorg kan zowel thuis gebeuren als in elke an<strong>de</strong>re thuisvervangen<strong>de</strong> omgeving (scholen,<br />

gehandicaptenvoorzieningen, speciale jeugdkampen of <strong>de</strong> opstarten<strong>de</strong> ‘huizen van respijtzorg’).<br />

Voor <strong>de</strong> patiëntjes van een ziekenhuis met kin<strong>de</strong>roncologie is dit via het kankerplan al<br />

in uitvoering. Er moet in kaart wor<strong>de</strong>n gebracht voor welke patiëntjes er nog geen voldoen<strong>de</strong><br />

zorgantwoord bestaat in <strong>de</strong> actuele conventies. We <strong>de</strong>nken on<strong>de</strong>r meer aan <strong>de</strong> begeleiding<br />

van ex-premature kindjes met ernstige respiratoire of gastro-intestinale gevolgen. Mogelijke<br />

behan<strong>de</strong>lingen zijn on<strong>de</strong>r meer zuurstoftherapie thuis, thuisbea<strong>de</strong>ming, thuisTPN (total parenteral<br />

nutrition), peritoneale dialyse…<br />

Het aan huis leveren van <strong>de</strong> expertise van <strong>de</strong> pediatrische diensten verbetert aantoonbaar <strong>de</strong><br />

outcome voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren. 85 Bovendien biedt dat een antwoord op <strong>de</strong> soms te korte opnameperio<strong>de</strong>s,<br />

die gebaseerd zijn op <strong>de</strong> pathologie (draaglast) en geen rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

context (draagkracht).<br />

Specifieke uitbouw en erkenning van pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n<br />

Het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> 1% kin<strong>de</strong>ren die <strong>de</strong> algemene ziekenhuizen doorverwijzen hebben<br />

nood aan zeer gespecialiseer<strong>de</strong> pediatrische intensieve zorgen. Dat is <strong>de</strong> hoofdre<strong>de</strong>n waarom<br />

men verwijst. Voor <strong>de</strong> intensieve diensten neonatologie bestaat een <strong>de</strong>gelijke omka<strong>de</strong>ring.<br />

Eens een kind het pasgeboren stadium ontgroeid is, kan het echter niet langer terecht op<br />

<strong>de</strong>ze specifieke af<strong>de</strong>ling voor intensieve zorgen. De pathologie, <strong>de</strong> aanpak en <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling<br />

voor kin<strong>de</strong>raandoeningen is immers wezenlijk an<strong>de</strong>rs dan bij (premature) pasgeborenen of<br />

bij volwassenen. In Ne<strong>de</strong>rland zijn er 108 pediatrische intensieve bed<strong>de</strong>n met een aangepaste<br />

omka<strong>de</strong>ring, ver<strong>de</strong>eld over acht ziekenhuizen. 86 In eigen land wordt alles in <strong>de</strong> marge van <strong>de</strong><br />

algemene intensieve zorgen geregeld. Dat leidt tot suboptimale situaties voor patiënten en<br />

zorgteams. We hebben dan ook nood aan een uitgebouwd ka<strong>de</strong>r in een beperkt aantal diensten.<br />

Dat kan door meer pediatrische intensivisten en aangepaste verpleegkundige equipes<br />

op te lei<strong>de</strong>n en te on<strong>de</strong>rsteunen. Het is bedroevend vast te stellen dat verschillen<strong>de</strong> brandwon<strong>de</strong>ncentra<br />

in ons land geen pediatrische expertise in huis hebben, terwijl kin<strong>de</strong>ren een<br />

zeer groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> patiënten uitmaken (300 kin<strong>de</strong>ren per jaar, waarvan het grootste <strong>de</strong>el<br />

jonger dan 5 jaar). 87<br />

84 Het MOC (KB 25-11-2002) is een multidisciplinair overleg over een oncologische patiënt. Voor <strong>de</strong> psychiater bestaat<br />

al het honorarium voor een pluridisciplinair overleg voor een kind jonger dan 18 jaar, met <strong>de</strong>elname van minstens<br />

twee an<strong>de</strong>re hulpverlenen<strong>de</strong> instanties of disciplines (nomenclatuurnummer 109432 en 109454 N 85).<br />

85 Sherring M. 2000.<br />

86 www.ick.nl<br />

87 www.brandwon<strong>de</strong>n.be/in<strong>de</strong>x.php/kind/nl/<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

43


3.6. Pediater is beroep met toekomst, nieuwe expertises zijn nodig<br />

De prognoses voorzien een ver<strong>de</strong>re stijging van het aantal geboorten met een stabilisatie rond <strong>de</strong><br />

70.000 per jaar. Ook <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lmogelijkhe<strong>de</strong>n nemen ver<strong>de</strong>r toe: een stijging van <strong>de</strong> beschikbare<br />

weesgeneesmid<strong>de</strong>len, gentherapie, nieuwe operatieve technieken en betere intensieve behan<strong>de</strong>lingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

maken dat het aantal ongeneeslijke aandoeningen ver<strong>de</strong>r daalt. Dat<br />

is goed nieuws, maar we moeten voor ogen hou<strong>de</strong>n dat veel van <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>ren (levens)lang extra<br />

on<strong>de</strong>rsteuning nodig hebben. An<strong>de</strong>re belangrijke overwegingen zijn, zoals eer<strong>de</strong>r geschetst,<br />

<strong>de</strong> nood aan voldoen<strong>de</strong> piekcapaciteit en <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> sociale problematiek.<br />

Om al <strong>de</strong>ze uitdagingen het hoofd te bie<strong>de</strong>n, zullen we niet alleen meer kin<strong>de</strong>rspecialisten<br />

nodig hebben, maar we zullen ook nood hebben aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> (nieuwe) expertises:<br />

• Revalidatie-expertise specifiek voor kin<strong>de</strong>ren, in het bijzon<strong>de</strong>r voor chronische aandoeningen.<br />

• Sociale pediatrie met <strong>de</strong> nadruk op het omgaan met en het beïnvloe<strong>de</strong>n van omgevingsfactoren<br />

(on<strong>de</strong>r meer ook probleemgedrag bij ou<strong>de</strong>rs) die direct ingrijpen op <strong>de</strong> aandoening<br />

van het kind. Ook <strong>de</strong> adolescentenproblematiek behoort hiertoe.<br />

• Gespecialiseer<strong>de</strong> verpleegteams, pediatrische intensivisten en pediatrische spoedartsen<br />

voor een beperkt, goed toegankelijk aantal eenhe<strong>de</strong>n voor intensieve zorgen voor<br />

kin<strong>de</strong>ren.<br />

• Pediaters met expertise in slaapproblemen bij kin<strong>de</strong>ren wegens <strong>de</strong> internationale toename<br />

van <strong>de</strong>ze problematiek. 88<br />

• Pediaters met forensische expertise om kin<strong>de</strong>ren ook op juridisch vlak beter te kunnen<br />

beschermen met goed on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> gerechtelijke dossiers. Dr. Rob Bilo (internationaal<br />

expert inzake problematiek van kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling) pleit in Ne<strong>de</strong>rland en Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

al jaren voor meer expertise op dit vlak.<br />

3.7. Oorzaken van het tekort aan ziekenhuispediaters aanpakken,<br />

niet <strong>de</strong> gevolgen<br />

Ten eerste is er <strong>de</strong> forse inkomensspanning tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> medische disciplines.<br />

Spoedartsen, kin<strong>de</strong>rartsen, geriaters en an<strong>de</strong>re vitale functies voor een algemeen ziekenhuis<br />

zijn globaal min<strong>de</strong>r aantrekkelijk wegens min<strong>de</strong>r inkomen voor meer inzet. Het is primordiaal<br />

dat <strong>de</strong> inkomensspanning wordt afgestemd op geobjectiveer<strong>de</strong> inspanningsverschillen<br />

tussen disciplines. Dat kan aan <strong>de</strong> hand van waar<strong>de</strong>ringsfactoren zoals noodzakelijke aanwezigheid,<br />

<strong>de</strong> mate van verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, consequenties van beslissingen en han<strong>de</strong>lingen,<br />

loopbaanduur in functie van fysieke vereisten, breedte van terreinkennis…<br />

Ten twee<strong>de</strong> zit er amper verschil op <strong>de</strong> inkomens van pediaters die werken in een wachtsysteem<br />

van een ziekenhuis en zij die geen wachtopdrachten vervullen. Opnieuw moet <strong>de</strong><br />

inkomensspanning afgestemd wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> inspanning en op <strong>de</strong> maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong><br />

die wordt gecreëerd door <strong>de</strong> continuïteit van zorg te garan<strong>de</strong>ren. Verschillen<strong>de</strong> disciplines<br />

zijn op dit moment niet alleen familiaal, maar ook financieel beter af als ze buiten <strong>de</strong><br />

wachtdienst en buiten het ziekenhuis werken. Deze ‘nine-to-five’ villageneeskun<strong>de</strong> hypothekeert<br />

<strong>de</strong> toegankelijkheid ‘s nachts en in het weekend. Bovendien sluit ze <strong>de</strong> risicovolle acute<br />

zorgnood en <strong>de</strong> weinig frequente pathologie uit van zorg.<br />

88 Hailey D. 2006.<br />

44 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Om <strong>de</strong>ze twee uiterst belangrijke knelpunten aan te pakken zijn meer<strong>de</strong>re oplossingen<br />

mogelijk:<br />

1. Het RIZIV-nummer van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rarts aanpassen met een specifieke extensie voor <strong>de</strong><br />

ziekenhuisarts om zo een honorariumdifferentiatie mogelijk te maken. Een regeling naar<br />

analogie met het honorariumverschil tussen geaccrediteer<strong>de</strong> en niet-geaccrediteer<strong>de</strong><br />

artsen of een integratie van <strong>de</strong>ze aspecten in <strong>de</strong> accreditatieregeling zijn hiervoor mogelijke<br />

pistes. De honorariumdifferentiatie moet prestaties in het ziekenhuis extra waar<strong>de</strong>ren<br />

om diverse re<strong>de</strong>nen.<br />

– Deze prestaties kunnen enkel op een min<strong>de</strong>r geplan<strong>de</strong> wijze wor<strong>de</strong>n uitgevoerd.<br />

De arts moet tussendoor beschikbaar zijn voor <strong>de</strong> onvoorspelbare instroom van<br />

spoedvereisen<strong>de</strong> zorg.<br />

– Ook bedlegerige patiënten, patiënten met min<strong>de</strong>r sociaal draagvlak en taalproblemen<br />

wor<strong>de</strong>n geholpen. Zij vergen evenwel meer tijd voor een gelijke pathologie.<br />

– Ziekenhuiszorg is complexer door <strong>de</strong> veelheid aan patiënten met ernstige<br />

comorbiditeit.<br />

– Er zijn grotere risico’s verbon<strong>de</strong>n aan spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> interventies en aan <strong>de</strong> hogere<br />

comorbiditeit van <strong>de</strong> patiëntengroep in een ziekenhuis.<br />

2. De tussenkomst van <strong>de</strong> solidaire ziekteverzekering koppelen aan solidaire wacht<strong>de</strong>elname.<br />

Het koppelen van het RIZIV-nummer voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rarts aan wacht<strong>de</strong>elname kan<br />

wor<strong>de</strong>n uitgewerkt naar analogie met <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> huisartsenregeling. 89 Dat zou meteen<br />

een dui<strong>de</strong>lijke stimulans zijn voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen om zich echt te positioneren in<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijn. Uiteraard is het dan nog mogelijk om naast <strong>de</strong> ziekenhuisactiviteit ook<br />

privéactiviteiten uit te voeren.<br />

3. Het vermin<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> wachtbelasting door een betere opvang van <strong>de</strong> eerstelijnsproblematiek<br />

‘s nachts en in <strong>de</strong> weekends door <strong>de</strong> eerstelijn zelf. Dat kan bijvoorbeeld<br />

via een ver<strong>de</strong>re toename van het aantal huisartsenwachtposten. Tot op he<strong>de</strong>n is<br />

er echter geen afname van het aantal kin<strong>de</strong>ren op spoed, zelfs niet wanneer er een huisartsenwachtpost<br />

is in <strong>de</strong> buurt van het ziekenhuis. Soms komen integen<strong>de</strong>el zelfs meer<br />

kin<strong>de</strong>ren naar <strong>de</strong> spoed voor aanvullen<strong>de</strong> diagnostiek, doorverwezen door <strong>de</strong> wachtpost.<br />

Er dient ook een oplossing gevon<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> verschillen in kostprijs<br />

voor <strong>de</strong> patiënt. Een ‘spoedconsultatie’ kost ‘s nachts veel min<strong>de</strong>r dan bij <strong>de</strong> huisarts<br />

langsgaan en <strong>de</strong> pediater in het ziekenhuis verdient ‘s nachts eveneens veel min<strong>de</strong>r dan<br />

<strong>de</strong> huisarts.<br />

4. Stimuleren<strong>de</strong> maatregelen nemen voor een starten<strong>de</strong> ziekenhuispediater op basis van<br />

<strong>de</strong> wachtbelasting in probleemgebie<strong>de</strong>n, zoals ruraal gelegen ziekenhuizen (analoog<br />

aan <strong>de</strong> regeling Impulseo I). 90 Daarnaast kan men bijvoorbeeld per drie kin<strong>de</strong>rartsen<br />

verbon<strong>de</strong>n aan het ziekenhuis één VTE (bij voorkeur verpleegkundige) extra on<strong>de</strong>rsteuning<br />

forfaitair vergoe<strong>de</strong>n (cf. regeling Impulseo II). 91<br />

5. Correcte financiering van <strong>de</strong> specifieke infrastructuurno<strong>de</strong>n en van geschikt materiaal<br />

voor kin<strong>de</strong>ren. Aangezien <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rfaciliteiten vaak veel meer plaats vereisen (bv.<br />

een grotere wachtzaal om speelruimte te hebben of overnachtingsmogelijkheid voor <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs bij het kind), dreigt <strong>de</strong> doorrekening van <strong>de</strong> vele vierkante meters niet meer<br />

89 MB 21 februari 2006, BS 27 februari 2006 art. 10 4°.<br />

90 Impulseo I: jonge huisartsen helpen bij <strong>de</strong> installatie van hun praktijk en hen stimuleren om zich te installeren in<br />

zones die een tekort aan huisartsen kennen.<br />

91 Impulseo II: financiële on<strong>de</strong>rsteuning voor een onthaalme<strong>de</strong>werker en administratief bedien<strong>de</strong> voor huisartsengroeperingen.<br />

Er is on<strong>de</strong>rtussen ook een Impulseo III die vergelijkbaar is aan Impulseo II, maar dan voor solopraktijken.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

45


in verhouding te staan tot <strong>de</strong> relatieve inkomsten ten opzichte van an<strong>de</strong>re diensten.<br />

Hierbij is het een mogelijke piste om aan <strong>de</strong> kind-gerelateer<strong>de</strong> vierkante meters bijzon<strong>de</strong>re<br />

VIPA-incentives toe te kennen en zo voldoen<strong>de</strong> ‘kind- en ou<strong>de</strong>rvrien<strong>de</strong>lijke’ ruimte en<br />

uitrusting te realiseren.<br />

Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> verdient <strong>de</strong> jobinvulling van artsen en verpleegkundigen een inhou<strong>de</strong>lijke herwaar<strong>de</strong>ring.<br />

Administratieve verplichtingen swingen <strong>de</strong> pan uit. De – tot het strikte minimum<br />

herlei<strong>de</strong> – noodzakelijke kwaliteitsregistraties en echt essentiële documenten dienen door<br />

elektronische hulpmid<strong>de</strong>len en administratief personeel te wor<strong>de</strong>n opgenomen.<br />

Tot slot moet <strong>de</strong> contingentering meer waarborgen bie<strong>de</strong>n voor een voldoen<strong>de</strong> instroom in <strong>de</strong><br />

knelpuntdisciplines, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie. We moeten overschakelen van een<br />

historisch gegroeid statisch opleidingsaanbod naar een vraaggericht en op goe<strong>de</strong> prognoses<br />

gebaseerd, kwalitatief getoetst opleidingsaanbod. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> ingangsexamens zou al gewerkt<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n met richtquota per ziekenhuisdiscipline. Daarbij zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> motivatie en voorkeur<br />

van <strong>de</strong> kandidaten al beter geëvalueerd kunnen wor<strong>de</strong>n. Een an<strong>de</strong>re piste is om <strong>de</strong> stageplaatsen<br />

sequentieel in te vullen: eerst <strong>de</strong> knelpuntdisciplines en pas dan <strong>de</strong> disciplines van <strong>de</strong><br />

‘betere verdieners’. Om uitval tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> opleiding tot specialist te voorkomen wordt best werk<br />

gemaakt van een <strong>de</strong>gelijke on<strong>de</strong>rsteuning en is er nood aan meer inzicht in <strong>de</strong> oorzaken waarom<br />

stu<strong>de</strong>nten ermee ophou<strong>de</strong>n. Dat kan door het systematisch voeren van exitgesprekken.<br />

3.8. Kwaliteit is niet gelijk aan kwantiteit<br />

Kwaliteit vereist aanwezigheid<br />

Vanuit kwaliteitsoverwegingen moet men hard kunnen maken welke feitelijke klinische beschikbaarheid<br />

er is in het ziekenhuis, niet welke papieren arbeidscontracten het ziekenhuis<br />

kan voorleggen. Het inschrijven van vier VTE kin<strong>de</strong>rartsen in een KB biedt dan ook weinig<br />

of geen garantie voor meer kwaliteit. Kwaliteit van zorgen hangt immers af van vele factoren.<br />

Een voldoen<strong>de</strong> grote personeelsomka<strong>de</strong>ring behoort daar zeker toe, maar evengoed<br />

voldoen<strong>de</strong> opleiding, ervaring en (actuele) expertise. We stellen ons daarom <strong>de</strong> vraag of er<br />

kwaliteitsindicatoren zijn die aantonen dat vier VTE pediaters verbon<strong>de</strong>n aan een ziekenhuis<br />

gegaran<strong>de</strong>erd betere zorg leveren dan drie. Welke artsen heeft <strong>de</strong> wetgever hier voor ogen?<br />

Zijn het steeds kin<strong>de</strong>rartsen met jarenlange ervaring of kunnen ook kin<strong>de</strong>rartsen in opleiding<br />

<strong>de</strong> permanentie verzorgen? Zijn <strong>de</strong> artsen permanent aanwezig of betreft het artsen met een<br />

voltijds contract en daarnaast tal van an<strong>de</strong>re opdrachten? Hebben we het over artsen die<br />

amper verlet laten optekenen (geen zwangerschaps- of va<strong>de</strong>rschapsverlof, geen buitenlandse<br />

symposia, geen voordrachten of an<strong>de</strong>re les- of on<strong>de</strong>rzoeksverplichtingen...)?<br />

Feit is dat <strong>de</strong> hoge wachtdruk er momenteel voor zorgt dat vele kin<strong>de</strong>rartsen niet langer bereid<br />

zijn om één wacht op <strong>de</strong> drie te lopen. Daardoor daalt <strong>de</strong> attractiviteit van diensten met<br />

drie kin<strong>de</strong>rartsen voor jonge collega’s. We streven dus zeker naar vier pediaters per ziekenhuis,<br />

zodra er ernstige inspanningen geleverd zijn om het beroep aantrekkelijker te maken<br />

en voldoen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen beschikbaar en geïnteresseerd zijn. In afwachting stellen we voor<br />

om <strong>de</strong> verplichting van vier VTE pediaters als wettelijk criterium af te schaffen en meer naar<br />

kwaliteitsparameters van <strong>de</strong> zorg (bv. <strong>de</strong> mate waarin internationale richtlijnen voor rehydratatie<br />

wor<strong>de</strong>n toegepast, <strong>de</strong> snelheid van <strong>de</strong> pediatrische tussenkomst…) te kijken dan naar <strong>de</strong><br />

kwantiteit inzake contracten.<br />

46 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Kwaliteit vereist voldoen<strong>de</strong> tijd<br />

De kin<strong>de</strong>rarts moet voldoen<strong>de</strong> tijd hebben, zowel voor <strong>de</strong> patiëntenzorg als voor <strong>de</strong> nachtrust<br />

en familiale aspecten. De Europese arbeidstijdregeling 92 voor artsen met een bedien<strong>de</strong>nstatuut<br />

moet gerespecteerd wor<strong>de</strong>n om zo <strong>de</strong> werkbelasting van alle artsen, ook <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rartsen (al of<br />

niet in opleiding), aanvaardbaar te hou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong> patiënt te garan<strong>de</strong>ren. Daarvoor<br />

is uiteraard voldoen<strong>de</strong> medische bestaffing nodig. Een aanvaardbare werkbelasting geldt<br />

uiteraard evengoed voor zelfstandige kin<strong>de</strong>rartsen, maar zij maken net als an<strong>de</strong>re zelfstandigen<br />

zelf <strong>de</strong> afweging tussen een aanvaardbare werkbelasting en een voor hen voldoen<strong>de</strong> inkomen.<br />

Kwaliteit vereist actuele kennis, ervaring en vaardigheid<br />

Gezamenlijke vormingsaspecten binnen het netwerk bie<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len. Zo is het<br />

belangrijk dat via verticale netwerking recente wetenschappelijke kennis snel(ler) verspreid raakt<br />

op <strong>de</strong> werkvloer. Het is eveneens belangrijk dat via gezamenlijke vormingsmomenten van <strong>de</strong><br />

horizontale netwerken <strong>de</strong> concrete implementatie van <strong>de</strong>ze kennis zo gecoördineerd, eenduidig<br />

en praktisch mogelijk verloopt tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> zorgprogramma’s pediatrie A’s en B’s.<br />

Het is ook belangrijk om kin<strong>de</strong>rartsen aan te moedigen hun vaardighe<strong>de</strong>n, bv. inzake Pediatric<br />

Advanced Life Support en Neonatal Basic Life Support op peil te hou<strong>de</strong>n. Dat kan o.a. door het faciliteren<br />

van het volgen van gecertificeer<strong>de</strong> cursussen vanuit <strong>de</strong> European Resuscitation Council.<br />

Kwaliteit vereist opvolging, reflectie en bijsturing<br />

Voor alle diensten, dus ook voor <strong>de</strong> pediatrische diensten en pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n,<br />

moeten een aantal kwaliteitsindicatoren gemonitord wor<strong>de</strong>n. Zo kunnen bv. <strong>de</strong> mate<br />

waarin <strong>de</strong> Europese richtlijn voor <strong>de</strong> aanpak van acute gastro-enteritis 93 wordt toegepast, <strong>de</strong><br />

mate waarin <strong>de</strong> transferrichtlijnen voor intensieve zorgen 94 wor<strong>de</strong>n gevolgd of <strong>de</strong> mate waarin<br />

bij vermoe<strong>de</strong>n van kin<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ling een multidisciplinaire bena<strong>de</strong>ring en vangnet wor<strong>de</strong>n<br />

gerealiseerd, al eerste bruikbare indicatoren zijn voor alle zorgprogramma’s pediatrie. Daarnaast<br />

is het belangrijk dat er goed on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> aanbevelingen komen voor <strong>de</strong> triage van kin<strong>de</strong>ren<br />

die meer gespecialiseer<strong>de</strong> zorgen nodig hebben. We zijn er voorstan<strong>de</strong>r van om kwaliteit<br />

dui<strong>de</strong>lijker kenbaar te maken via accreditering en door outcome parameters mee in rekening<br />

te brengen. Daarbij is het ook essentieel dat er consequenties zijn wanneer <strong>de</strong> kwaliteit onvoldoen<strong>de</strong><br />

blijkt en dit niet voldoen<strong>de</strong> snel wordt opgelost.<br />

92 europa.eu/legislation_summaries/other/c10405_nl.htm<br />

93 Szajewska H. et al. 2000; Guarino A. et al. 2008.<br />

94 AAP Gui<strong>de</strong>lines 1999, Update augustus 2008.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

47


Figuur 10. Matching tussen zorgno<strong>de</strong>n en zorgantwoor<strong>de</strong>n<br />

Kind en context<br />

Zorgantwoor<strong>de</strong>n:<br />

Preventie<br />

Gespecialiseer<strong>de</strong> zorg aan huis via ZP B2/B3<br />

Zorgprogramma A<br />

Zorgprogramma B1<br />

Zorgprogramma B2<br />

Zorgprogramma B3<br />

Horizontale en verticale netwerken<br />

Zorg-gerelateer<strong>de</strong> kwaliteitsindicatoren<br />

Zorgno<strong>de</strong>n:<br />

Ziekte voorkomen<br />

Langdurige zorg in vertrouw<strong>de</strong> omgeving<br />

Vlot toegankelijke pediatrische expertise overdag<br />

Sociale en/of psychische aspecten<br />

24 uurscontinuïteit inzake pediatrische zorg<br />

Gespecialiseer<strong>de</strong> multidisciplinaire zorg<br />

Medium care voor kin<strong>de</strong>ren<br />

Hypergespecialiseer<strong>de</strong> diagnostiek/behan<strong>de</strong>ling<br />

Pediatrische Intensieve Zorgen<br />

Afstemming tussen welzijn 1ste, 2e en 3e lijn<br />

Kwaliteitsvolle zorg<br />

Innovaties:<br />

Predictieve geneeskun<strong>de</strong><br />

Telemonitoring<br />

Telemedicine<br />

ICT on<strong>de</strong>rsteun<strong>de</strong> integrale zorg<br />

Internationale Accreditering (NIAZ, JCI)<br />

48<br />

<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


4<br />

Conclusies<br />

<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren wil dat elk kind dat zich in een ziekenhuis aanbiedt tijdig <strong>de</strong> meest gepaste,<br />

kwaliteitsvolle zorg kan krijgen. Elk kind heeft recht op <strong>de</strong> nodige zorg, die zo goed als<br />

mogelijk aansluit bij zijn vertrouw<strong>de</strong> omgeving. Om die doelstelling te realiseren moet het<br />

huidige ‘one size fits all’ zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren gediversifieerd wor<strong>de</strong>n in functie van<br />

<strong>de</strong> lokale, regionale en supraregionale zorgno<strong>de</strong>n en -mogelijkhe<strong>de</strong>n. De rol en opdracht van<br />

<strong>de</strong> lokale, regionale en supraregionale pediatrische ziekenhuisdiensten in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

toegankelijkheid moet daarom dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gesteld en kenbaar gemaakt.<br />

Nu en in <strong>de</strong> nabije toekomst blijven er dui<strong>de</strong>lijke zorgno<strong>de</strong>n bestaan. Er is opnieuw een toenemen<strong>de</strong><br />

behoefte aan ge<strong>de</strong>gen en sociaal geïnspireer<strong>de</strong> pediatrische basisexpertise. Bijzon<strong>de</strong>re<br />

aandacht dient te wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> toegankelijkheid voor kin<strong>de</strong>ren uit arme<br />

gezinnen. Daarnaast is het cruciaal om voldoen<strong>de</strong> capaciteit te behou<strong>de</strong>n om minstens <strong>de</strong><br />

gebruikelijke epi<strong>de</strong>mieën en forse seizoensschommelingen vlot te kunnen opvangen. In een<br />

globaliseren<strong>de</strong> wereld zijn pan<strong>de</strong>mies immers waarschijnlijker dan ooit. Ten slotte is er behoefte<br />

aan hypergespecialiseer<strong>de</strong> zorg voor een kleine groep van kin<strong>de</strong>ren, maar het betreft<br />

hier vaak kin<strong>de</strong>ren met een recurrente zorgvraag.<br />

Om dat alles te realiseren willen <strong>de</strong> Vlaamse ziekenhuizen dat alle pediatrische activiteiten<br />

in een ziekenhuis gewaar<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n. Te beginnen bij <strong>de</strong> uitbouw van “nieuwe” activiteiten<br />

waaron<strong>de</strong>r korte observaties en daghospitalisatie. Daarnaast moet <strong>de</strong> pediatrische on<strong>de</strong>rsteuning<br />

van <strong>de</strong> spoeddienst en <strong>de</strong> opvolging van doorverwijzingen meer aandacht krijgen.<br />

Ook <strong>de</strong> opvolging van (chronisch) ernstig zieke kin<strong>de</strong>ren met als essentiële on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len een<br />

betere psychosociale begeleiding van kind en ou<strong>de</strong>rs en het meenemen van voldoen<strong>de</strong> gesprekstijd<br />

dienen mee in rekening te wor<strong>de</strong>n genomen. De uitbouw van gespecialiseer<strong>de</strong> zorg<br />

aan huis en meer mogelijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> combinatiebehan<strong>de</strong>ling van kin<strong>de</strong>ren met psychische<br />

en/of fysische en/of sociale problemen dient, in het ka<strong>de</strong>r van een holistische bena<strong>de</strong>ring,<br />

eveneens te wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. Tot slot is er dringend nood aan een beleidska<strong>de</strong>r voor<br />

enkele zeer professioneel toegeruste, specifieke pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n met<br />

bijhoren<strong>de</strong> transportfaciliteiten.<br />

Hiervoor is een verfijning nodig van het zorgprogramma voor kin<strong>de</strong>ren, waarbij elk algemeen<br />

ziekenhuis ten minste een zorgprogramma A moet hebben dat overdag over <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong><br />

pediatrische expertise beschikt om electieve dagopnames te on<strong>de</strong>rsteunen en een laagdrempelige<br />

consultatiemogelijkheid garan<strong>de</strong>ert. Het zorgprogramma B1 biedt bovendien nacht- en<br />

weekendcontinuïteit, materniteitson<strong>de</strong>rsteuning en het heeft ook <strong>de</strong> klassieke hospitalisatiemogelijkheid.<br />

Het zorgprogramma B2 biedt één of meer<strong>de</strong>re subdisciplines aan en heeft<br />

daarvoor een uitgebouw<strong>de</strong> multidisciplinaire werking. Een zorgprogramma B3 heeft als belangrijkste<br />

troef <strong>de</strong> mogelijkheid tot hypergespecialiseer<strong>de</strong> zorg die permanent als back-up<br />

ter beschikking is van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijnszorg en die on<strong>de</strong>r meer zorgt voor het transport van<br />

kritische patiëntjes naar goed uitgeruste pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n. In het ka<strong>de</strong>r<br />

van een zorgtrajectfinanciering is het best te overwegen om welomschreven expertconsultaties<br />

bij zeer complexe problematiek meer kosten<strong>de</strong>kkend te financieren. Daarin moet ook een<br />

financiering voor telemedicine wor<strong>de</strong>n meegenomen, zodat <strong>de</strong> perifere kin<strong>de</strong>rarts uitgebreid<br />

kan terugvallen op bijzon<strong>de</strong>re expertise, zon<strong>de</strong>r het patiëntje elke keer te transfereren.<br />

Om dat alles kwaliteitsvol te kunnen realiseren is het onontbeerlijk om grondig werk te maken<br />

van horizontale en verticale netwerken tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> ziekenhuisdiensten. Daarbij<br />

moeten ook innovaties, zoals telemedicine en <strong>de</strong> mogelijkheid om het medisch dossier elektronisch<br />

te <strong>de</strong>len tussen alle behan<strong>de</strong>lend artsen, zo snel mogelijk veralgemeend wor<strong>de</strong>n. De<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

49


netwerkmogelijkhe<strong>de</strong>n moeten gestimuleerd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> uitbouw en financiering van<br />

verticale zorgtrajecten, evenals door het stimuleren van horizontale samenwerking en associatie.<br />

Het is aan te bevelen om remmen<strong>de</strong> factoren weg te werken, zoals het potentieel verlies van<br />

an<strong>de</strong>re erkenningen, indien nachthospitalisatie van kin<strong>de</strong>ren gezamenlijk wordt uitgebaat<br />

en dus niet in elk ziekenhuis aanwezig is. Het gezamenlijk uitbaten moet ook mogelijk wor<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> financierings- en erkenningsvoorwaar<strong>de</strong>n zodat verschillen<strong>de</strong> ziekenhuizen (ook<br />

<strong>de</strong> combinatie algemeen ziekenhuis en psychiatrisch ziekenhuis) en <strong>de</strong> pediaters en kin<strong>de</strong>rpsychiaters<br />

hun expertise in het belang van ie<strong>de</strong>r kind kunnen bun<strong>de</strong>len. Dat moet toelaten<br />

<strong>de</strong> jobinhoud via subdisciplines te verdiepen en <strong>de</strong> wachtbelasting te verlagen, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

basiszorg af te bouwen. Enkel focussen op subdisciplines, terwijl <strong>de</strong> psychosociale factoren<br />

juist sterk toenemen, zou immers vele kin<strong>de</strong>ren totaal in <strong>de</strong> kou laten staan.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor kin<strong>de</strong>ren kan voorts gerealiseerd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> hiaten in het huidige<br />

aanbod aan te pakken. We <strong>de</strong>nken hierbij aan sociale pediatrie, opnames voor “gemeng<strong>de</strong><br />

(psychische en fysische) diagnose”, gespecialiseer<strong>de</strong> zorg aan huis voor langdurig ernstig<br />

zieke kin<strong>de</strong>ren en pediatrische intensieve zorgeenhe<strong>de</strong>n. Voor elk algemeen ziekenhuis moet<br />

een vlot beschikbare pediatrische basisfunctie voorzien wor<strong>de</strong>n die kosten<strong>de</strong>kkend gefinancierd<br />

wordt. Er dient ook meer aandacht te komen voor gezamenlijke vorming en afstemming<br />

van zorgprotocollen en het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van specifieke (reanimatie)vaardighe<strong>de</strong>n. Ook kwaliteitsindicatoren<br />

en kwaliteitsopvolging moeten meegenomen wor<strong>de</strong>n in een verfijning van<br />

het zorgprogramma. Het realiseren van zorgtrajecten waaraan ook een zorgprogramma B3<br />

per zorgtraject actief participeert, moet een snelle ontsluiting van <strong>de</strong> nieuwste inzichten en<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n tot stand brengen en dient te resulteren in een integraal zorgaanbod voor <strong>de</strong><br />

patiënt.<br />

<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren vraagt ten slotte om het attractiviteitsprobleem van bepaal<strong>de</strong> ziekenhuisdisciplines<br />

– waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ziekenhuispediatrie – structureel en ten gron<strong>de</strong> aan te pakken.<br />

De oorzaak van het probleem ligt in <strong>de</strong> onevenwichtige ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> honoraria en <strong>de</strong> ongelijke<br />

wachtbelasting tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> medische specialismen. Ook tussen pediaters<br />

on<strong>de</strong>rling (ziekenhuispediaters versus an<strong>de</strong>ren) zijn er grote verschillen in het opnemen van<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor ernstig zieke kin<strong>de</strong>ren en het verzekeren van nacht- en weekendwachten.<br />

Het is daarom belangrijk om een minimale contingentering per specialistische discipline in<br />

te voeren op basis van <strong>de</strong> evolutie van <strong>de</strong> no<strong>de</strong>n en niet langer op basis van het historisch<br />

gegroei<strong>de</strong> en niet transparant toegewezen aantal erken<strong>de</strong> stageplaatsen. De inkomensspanning<br />

van <strong>de</strong> pediaters met an<strong>de</strong>re disciplines moet wor<strong>de</strong>n vermin<strong>de</strong>rd en <strong>de</strong> wachtbelasting<br />

moet naar omlaag door het stimuleren van een solidaire wacht<strong>de</strong>elname zoals die ook voor<br />

<strong>de</strong> huisartsen is ingevoerd. Ook <strong>de</strong> Impulseo-maatregelen voor <strong>de</strong> huisartsen kunnen verruimd<br />

wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> ziekenhuispediaters, aangezien vergelijkbare knelpunten van toepassing<br />

zijn. Daarnaast moeten verregaan<strong>de</strong> horizontale samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n tussen<br />

nabijgelegen zorgprogramma’s resulteren in een daling van <strong>de</strong> wachtbelasting door te kunnen<br />

beschikken over één functioneel samengevoeg<strong>de</strong> equipe die <strong>de</strong> wachtbelasting naar één<br />

op <strong>de</strong> zes of nog min<strong>de</strong>r kan herlei<strong>de</strong>n. Daardoor blijft voor elk kind pediatrische zorg dag en<br />

nacht, zeven dagen op zeven, toegankelijk.<br />

50 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

51


Bibliografie<br />

AAP Committee on hospital care and section of critical care, Society of critical care medicine.<br />

1999. “Gui<strong>de</strong>lines for <strong>de</strong>veloping admission and discharge policies for the pediatric intensive<br />

care unit”. Pediatrics 103:840-842. Update august 2008.<br />

AAP Committee on hospital care. 1999. “COHC More data nee<strong>de</strong>d on short-stay units”. AAP News 15: 27.<br />

Ahgren B. 2003. “Chain of care <strong>de</strong>velopment in Swe<strong>de</strong>n: results of a national study”. International<br />

Journal of Integrated Care 3: e01.<br />

Alliet P., Callewaert L., Kamoen K. et al. 2008. “Demografie en werkomstandighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>rarts. Enquête van <strong>de</strong> Vlaamse Vereniging voor Kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong>”. Tijdschrift van <strong>de</strong><br />

Belgische Kin<strong>de</strong>rarts.<br />

Askins M. 2008. “Psychological support of the pediatric cancer patient: lessons learned over<br />

the past 50 years”, Current Oncology Reports 10(6): 469-76.<br />

Avard D. 2009. “Genome medicine: consi<strong>de</strong>rations for health professionals and the public”.<br />

Genome Med 1(2):25.<br />

Buchmueller T. 2006 How far to the hospital? The effect of hospital closures on access to care.<br />

Journal of Health Economics. 25(4):740-761.<br />

Buysse B. 2010. Het kind in Vlaan<strong>de</strong>ren 2009. Brussel: Kind & Gezin.<br />

Buysse B. 2009. Het kind in Vlaan<strong>de</strong>ren 2008. Brussel: Kind & Gezin.<br />

Cammu H., Martens G., De Coen K. et al. 2008. Perinatale activiteiten in Vlaan<strong>de</strong>ren 2007.<br />

Brussel: SPE.<br />

Cannoodt L, Casaer P, Daneels M et al. 2002. Eindrapport KZ-project: “Kin<strong>de</strong>ren in ziekenhuizen”.<br />

On<strong>de</strong>rzoek gefinancierd door het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en<br />

Leefmilieu.<br />

Coleman W., Dobbins M., Garner A. et al. 2009. “Policy statement. The future of pediatrics:<br />

mental health competencies for pediatric primary care”. Pediatrics 124: 410-421.<br />

CSDH (Commission on Social Determinants of Health). 2008. Closing the gap in a generation:<br />

health equity through action on the social <strong>de</strong>terminants of health. Final Report of the Commission<br />

on Social Determinants of Health. Geneva: World Health Organization.<br />

Currie J. 2003. “Distance to hospital and children’s use of preventive care: is being closer better<br />

and for whom?” Economic Inquiry 41(3): 378-391.<br />

Devos I. 2005. De evolutie van <strong>de</strong> levensverwachting in België, 18-20e eeuw. Paper voor <strong>de</strong> Chaire<br />

Quetelet.<br />

De Wever A. et al. 2008. Etu<strong>de</strong> sur la pédiatrie. Bruxelles: ULB.<br />

Engel G. 1977. “The need for a new medical mo<strong>de</strong>l: a challenge for biomedicine”. Science<br />

196(4286): 129-36.<br />

52 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


Evers A. 2010. “Perinatal mortality and severe morbidity in low and high risk term pregnancies<br />

in the Netherlands: prospective cohort study”. British Medical Journal: 341:5639.<br />

Jorgensen N. 2010. “Testicular dysgenesis syndrome comprise some but not all cases of<br />

hypospadias and impaired spermatogenesis”. International Journal of Andrology 33(2): 298-<br />

303.<br />

Flores G., Snow<strong>de</strong>n-Bridon C., Torres S. et al. 2009. “Urban minority children with asthma:<br />

substantial morbidity, compromised quality and access to specialists, and the importance of<br />

poverty and specialty care”. The Journal of Asthma 46(4):392-8.<br />

FOD Economie 2008. Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060. Planningpaper 105. Brussel: Fe<strong>de</strong>raal<br />

Planbureau.<br />

Goodman D. 2005. “The pediatrician workforce: current status and future prospects. AAP<br />

technical report”. Pediatrics 116: 156-173.<br />

Grünberg J. 2010. “Pedogeriatrics: a pediatric nephrologist’s outlook on common challenges<br />

facing pediatric and geriatric nephrologists”. International urology and nephrology 42(1): 253-7.<br />

Guarino A., Vesikari T., Van Damme P. et al. 2008. “European society for pediatric gastroenterology,<br />

hepatology and nutrition/European Society for paediatric infectious diseases. Evi<strong>de</strong>nce<br />

based Gui<strong>de</strong>lines for the management of acute gastro-enteritis in children in Europe”.<br />

Journal of Pediatric Gastroenterology and nutrition 46:81-122.<br />

Hailey D. 2006. “Recommendations and supporting evi<strong>de</strong>nce in gui<strong>de</strong>lines for referral of patients<br />

to sleep Laboratories”. Sleep Medicine Reviews 10(4): 287-99.<br />

Halfon N., Newacheck P., Wood D. et al. 1996. “Routine emergency <strong>de</strong>partment use for sick<br />

care by children in the US”. Pediatrics 98(1): 28-34.<br />

Hoppenbrouwers K., Van Damme P., Depoorter A. 2009. Studie van <strong>de</strong> vaccinatiegraad bij<br />

jonge kin<strong>de</strong>ren en adolescenten in Vlaan<strong>de</strong>ren in 2008. Leuven: K.U.Leuven<br />

“Kin<strong>de</strong>ren in het ziekenhuis.” Test Gezondheid 94. 2010.<br />

Marshall G. 2009. “Rotavirus disease and prevention through vaccination”. The Pediatric Infectious<br />

Disease Journal 28(4):355-62.<br />

Pallapies D. 2006. “Trends in childhood disease”. Mutation Research 8(2):100-11.<br />

Paré G. 2007. “Systematic review of home telemonitoring for chronic disease: the evi<strong>de</strong>nce<br />

base”. Journal of the American Medical Informatics Association 14: 269-277.<br />

Robbers S. 2010. “Pre-divorce problems in 3-year-olds:a prospective study in boys and<br />

girls”. Social Psychiatry and Psychiatric Epi<strong>de</strong>miology 46(4): 311-319.<br />

Roberfroid D. 2008. Het aanbod van artsen in België. Huidige toestand en toekomstige uitdagingen.<br />

KCE report 72A januari.<br />

Schickli J. 2009. “Challenge in <strong>de</strong>veloping a pediatric RSV vaccine”. Human Vaccines 28(5):<br />

9; 582-91.<br />

Kwaliteitsvolle zorg voor het kind in het ziekenhuis, nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

53


Sherring M. 2000. “Exten<strong>de</strong>d paediatrics: acute care in children’s homes”. Journal of Quality<br />

in clinical practice 20(2-3): 113-6.<br />

Steegers E. 2008. “Recht op een goe<strong>de</strong> start”. Medisch contact 3: 100-101.<br />

Szajewska H., Hoekstra J., Sandhu B. 2000. “Management of acute gastroenteritis in Europe<br />

and the impact of the new recommendations: a multicenter study. The Working Group on<br />

Acute Diarrhoea of the European Society for Paediatric Gastroenterology, Hepatology, and<br />

Nutrition”. Journal of Pediatric Gastroenterology and nutrition 30: 522–7.<br />

Tate J. 2009. “Decline and change in seasonality of US rotavirus activity after the introduction<br />

of rotavirus vaccine”. Pediatrics 124(2): 465-71.<br />

Tchervenkov C. 2008. “The improvement of care for paediatric and congenital cardiac disease<br />

across the World: a challenge for the world Society for paediatric and congenital heart surgery”.<br />

Cardiology in the Young 18(2): 63-9.<br />

van <strong>de</strong>n Bran<strong>de</strong> J. 2003. Kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong> voor kin<strong>de</strong>rverpleegkundigen. Maarssen: Elsevier<br />

Gezondheidszorg.<br />

Van <strong>de</strong>n Hazel P. 2006. “Today’s epi<strong>de</strong>mics in children: possible relations to environmental<br />

pollution and suggested preventive measures”. Acta Paediatrica Supplement 95(453): 18-25.<br />

Veit-Sauca B. 2008. “Regionalisation of perinatal care helps to reduce neonatal mortality and<br />

morbidity in very preterm infants and requires updated information for caregivers”. Archives<br />

<strong>de</strong> Pédiatrie 15(6): 1042-8.<br />

Verhaeghe N. & Annemans L. 2008. On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> tijdsbesteding van ziekenhuispediaters,<br />

met nadruk op aspecten van communicatie. Gent: UGent.<br />

Vigdor E. 1999. The Impact of Urban Hospital Closures on Health. Durham: Mimeo.<br />

Wassen M. 2003. “Parental perception of waiting time and its influence on parental satisfaction<br />

in an urban pediatric emergency <strong>de</strong>partment. Are parents accurate in <strong>de</strong>termining<br />

waiting time?”. Southern medical Journal 96(9): 880-883.<br />

Whittaker E. 2008. “Perinatal tuberculosis: new chalenges in the diagnosis and treatment of<br />

tuberculosis in infants and newborn”. Early Human Development 84(12): 795-9.<br />

WHO European Ministerial Forum. 2007. All against tuberculosis. Geneva: World Health Organization.<br />

Xu K., Nelson B. et al. 2009. “The changing profile of patients who used emergency <strong>de</strong>partment<br />

services in the US: 1996-2005”. Annals of Emergency Me<strong>de</strong>cine 54(6): 805-810.<br />

54 <strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren


<strong>Zorgnet</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren vzw<br />

Guimardstraat 1, 1040 Brussel<br />

T. 02 511 80 08 | F. 02 513 52 69<br />

post@zorgnetvlaan<strong>de</strong>ren.be<br />

www.zorgnetvlaan<strong>de</strong>ren.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!