Leerlingenstatuut - Varendonck College
Leerlingenstatuut - Varendonck College
Leerlingenstatuut - Varendonck College
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Leerlingenstatuut</strong><br />
<strong>Varendonck</strong>-<strong>College</strong><br />
augustus 2012<br />
Kenmerk: 00015566.rec.2012
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
LEERLINGENSTATUUT VARENDONCK-COLLEGE<br />
Artikel 1. Begripsbepaling.<br />
Dit leerlingenstatuut verstaat onder:<br />
1. Bevoegd gezag: De Raad van Bestuur van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs.<br />
2. Ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen.<br />
3. Schoolleiding: de rector, conrectoren, afdelingsmanagers, onderwijsmanagers en manager<br />
bedrijfsvoering.<br />
4. Medewerkers: het aan de school verbonden personeel.<br />
5. Leerlingenraad: raad samengesteld uit en door leerlingen.<br />
6. Medezeggenschapsraad: Het vertegenwoordigende orgaan van de school als bedoeld in<br />
artikel 4 van de “Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS)“.<br />
7. Geleding: alle leerlingen, alle ouders, al het personeel, de schoolleiding.<br />
8. Seksuele intimidatie: zoals omschreven in de O.M.O.-“Regeling ter voorkoming van seksuele<br />
intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie” d.d. 1 juli 2003, artikel 1.<br />
Artikel 2. <strong>Leerlingenstatuut</strong>.<br />
1. Dit leerlingenstatuut legt de rechten en plichten van de leerlingen vast, die staan ingeschreven<br />
of zijn gedetacheerd op het <strong>Varendonck</strong>-<strong>College</strong>.<br />
2. Het statuut is bindend voor alle geledingen.<br />
3. De rector stelt het leerlingenstatuut en eventuele wijzigingen vast en behoeft hiervoor<br />
instemming van het leerling-deel van de medezeggenschapsraad.<br />
4. Elke nieuwe leerling ontvangt in de eerste schoolweek het leerlingenstatuut via de mail (met<br />
een verwijzing naar de website). Bij wijzigingen die de rechten en plichten van leerlingen<br />
betreffen, ontvangen alle leerlingen een overzicht van de wijzigingen.<br />
Artikel 3. Recht op privacy.<br />
1. Er is op school een leerlingenadministratie, waarin slechts die gegevens zijn opgenomen die<br />
voor de begeleiding van de leerling, voor het functioneren van de schoolorganisatie of voor het<br />
verkrijgen van faciliteiten van belang zijn, met inachtneming van de wettelijke regels omtrent<br />
privacy.<br />
2. Informatie uit de leerlingenadministratie is slechts toegankelijk voor:<br />
de desbetreffende leerling en indien deze minderjarig is ook de ouders;<br />
medewerkers van de school, voor zover van belang voor het uitoefenen van hun functie;<br />
het bevoegd gezag;<br />
de inspecteur;<br />
daartoe door het rijk aangewezen personen met het oog op de financiële controle.<br />
3. Wanneer informatie over gedrag en/of schoolresultaten aan de ouders wordt doorgegeven,<br />
wordt de leerling hiervan, indien mogelijk vooraf, in kennis gesteld.<br />
1
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
Artikel 4. Vrijheid van vergadering.<br />
1. Leerlingen hebben vrijheid van vergadering. In overleg met de schoolleiding worden afspraken<br />
gemaakt omtrent tijd en plaats van vergadering, indien deze in de school en onder schooltijd<br />
plaatsvindt.<br />
2. Anderen worden toegelaten tot de vergadering wanneer de meerderheid van de aanwezige<br />
leerlingen dat toestaat.<br />
Artikel 5. Vrijheid van meningsuiting.<br />
1. Zowel de locatie Someren als de locatie Asten kan een schoolkrant uitgeven die beschikbaar<br />
is voor alle geledingen van de school.<br />
2. Er is een mededelingenbord, waarop leerlingen, leerlingenraad en andere leerlingenorganisaties,<br />
zonder toestemming vooraf, mededelingen van niet-commerciële aard kunnen<br />
ophangen.<br />
3. Mededelingen, berichten en artikelen mogen niet kwetsend zijn voor anderen. Degene die het<br />
bericht of artikel heeft geplaatst, is te allen tijde aansprakelijk voor de inhoud.<br />
Artikel 6. Recht op medezeggenschap.<br />
1. De schoolleiding bevordert de totstandkoming en het functioneren van een leerlingenraad.<br />
2. Er is een medezeggenschapsraad (MR) waarin leerlingen vertegenwoordigd zijn. Het bevoegd<br />
gezag stelt het reglement van de MR vast.<br />
3. Activiteiten van de leerlingenraad kunnen, wanneer niet anders mogelijk, en met instemming<br />
van de schoolleiding, tijdens lesuren plaatsvinden.<br />
4. De leden van de leerlingenraad mogen, uit hoofde van hun lidmaatschap van deze raad op<br />
geen enkele wijze benadeeld worden in hun positie op school.<br />
Artikel 7. Toelating en bevordering.<br />
1. De daartoe aangewezen conrector beslist over de toelating van leerlingen; hierbij volgt hij de<br />
wettelijke regels.<br />
2. Een besluit tot weigering van toelating wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de<br />
betrokkene, en indien deze minderjarig is, ook aan de ouders meegedeeld, waarbij tevens de<br />
mogelijkheid van bezwaar of beroep wordt vermeld.<br />
3. De rapportvergadering beslist over de toelating van leerlingen tot het volgende leerjaar en<br />
adviseert daarbij over de te vervolgen opleiding van de leerling. De leerling wordt in kennis<br />
gesteld van het uitgebrachte advies.<br />
4. De leerling kan pas dan definitief bevorderd worden, als hij volgens de rapportvergadering<br />
heeft voldaan aan de eisen die gesteld zijn aan het toetsprogramma van zijn vakken en/of<br />
leergebieden.<br />
5. De schoolleiding kan een uiterste datum vaststellen waarop een leerling nog bevorderd kan<br />
worden naar een volgend schooljaar.<br />
6. De bevorderingsnormen worden gepubliceerd in de schoolgids.<br />
2
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
Artikel 8. Kosten van het onderwijs.<br />
1. De leerlingen of hun ouders kunnen slechts dan verplicht worden tot de aanschaf van<br />
leer(hulp)middelen als deze middelen noodzakelijk zijn voor het onderwijsprogramma, zoals<br />
dat in het leerplan is opgenomen.<br />
2. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de kosten van deze middelen zo laag mogelijk<br />
worden gehouden.<br />
3. Voor leerlingen of ouders die om aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde<br />
onderwijsactiviteiten zoals werkweken, excursies e.d. niet kunnen opbrengen, kan de<br />
schoolleiding een regeling treffen.<br />
Artikel 9. Inhoud van het onderwijs.<br />
1. De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om goed onderwijs te<br />
verzorgen, overeenkomstig het vastgestelde onderwijsprogramma en het lesrooster.<br />
2. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om het onderwijsproces goed te laten verlopen.<br />
3. Binnen de wettelijk vastgestelde en feitelijke mogelijkheden en beleidskeuzes van de school<br />
kan elke gewenste keuze gemaakt worden.<br />
Artikel 10. Toetsing en beoordeling.<br />
1. Docenten streven ernaar de cijfers van het door hen gecorrigeerde werk binnen vijf<br />
schooldagen via Magister bekend te maken aan leerlingen/ouders en het gemaakte werk terug<br />
te geven, maar doen dit uiterlijk binnen 10 schooldagen. Wanneer een docent het gemaakte<br />
werk liever niet teruggeeft, heeft een leerling het recht dit werk binnen twee schoolweken ter<br />
inzage te krijgen. Cijfers die in Magister geplaatst zijn, kunnen door de docent naderhand<br />
gecorrigeerd worden, mits de leerling daarvan vooraf op de hoogte is gesteld.<br />
2. Proefwerken gaan over behandelde leerstof en niet over stof die slechts 1 dag van te voren<br />
behandeld is.<br />
3. Regeling spreiding proefwerken.<br />
I : IN DE PROEFWERKWEEK EN SCHOOLEXAMENWEEK.<br />
a. Het proefwerkrooster wordt minimaal een week voor de afname aan de leerlingen<br />
bekend gemaakt.<br />
b. Er mogen maximaal drie proefwerken/schoolexamens per dag afgenomen worden.<br />
c. In de week voorafgaand aan de proefwerkweek worden geen proefwerken afgenomen,<br />
met uitzondering van de vakken die niet in de proefwerkweek voorkomen, en<br />
tekstbegriptoetsen.<br />
d. In de week voorafgaand aan het schoolexamen worden geen einddata voor praktische<br />
opdrachten gepland.<br />
II : BUITEN DE PROEFWERKWEEK.<br />
a. Proefwerken worden ten minste één week tevoren opgegeven.<br />
b. Er mogen maximaal 2 proefwerken per dag worden afgenomen en ten hoogste 7 per<br />
week.<br />
3
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
4. Leerlingen die tijdens een proefwerkweek door ziekte of anderszins verhinderd zijn een<br />
proefwerk te maken, dienen zo spoedig mogelijk met de betrokken docent een regeling te<br />
treffen.<br />
5. Een leerling die tijdens de proefwerkweek op een onregelmatigheid wordt betrapt, wordt<br />
onmiddellijk naar de conrector of de door hem aangewezen functionaris van zijn jaarlichting<br />
verwezen en maakt het proefwerk alsnog en in afzondering. Bovendien wordt tegen de leerling<br />
disciplinair opgetreden.<br />
6. Gegeven huiswerkvrij kan ook gelden voor proefwerken, dit ter beoordeling van de betrokken<br />
functionaris.<br />
De docent kan de leerling verplichten gemiste proefwerken op een ander moment, eventueel<br />
buiten lestijd, in te halen, dit alles in onderling overleg, daar de leerling voldoende gelegenheid<br />
moet hebben het proefwerk voor te bereiden.<br />
De leerling heeft het recht gemiste proefwerken in te halen, in overleg met de docent.<br />
7. Leerlingen hebben huiswerkvrij voor de eerste schooldag na schoolvakanties die minimaal vijf<br />
schooldagen duren.<br />
8. Een proefwerk is een (schriftelijke) toets over een afgeronde hoeveelheid leerstof van ten<br />
minste drie lesuren.<br />
Een (schriftelijke) overhoring is een toets over de leerstof van hoogstens twee lesuren.<br />
9. Docenten geven aan het begin van het schooljaar inzicht in de wijze waarop rapportcijfers tot<br />
stand komen; dat houdt onder andere in hoe zwaar elke toets meetelt.<br />
10. Leerlingen hebben recht op gelijke behandeling en beoordeling door de verschillende leden<br />
van de vakgroep of het leergebied.<br />
11. Het laagste rapportcijfer dat gehanteerd wordt is het cijfer 3.<br />
12. Gebrek aan inzet mag geen aanleiding zijn de leerling een lager cijfer te geven dan<br />
overeenkomt met de behaalde resultaten, maar bij het vak lichamelijke opvoeding mag het<br />
rapportcijfer mede worden bepaald door de getoonde inzet.<br />
Bij het vak/leergebied lichamelijk opvoeding / bewegen en sport is het cijfer van het<br />
overgangsrapport bij voldoende inzet in ieder geval voldoende.<br />
13. Dit artikel is een aanvulling op het Examenreglement, dat aan het begin van het schooljaar<br />
samen met het Programma voor Toetsing en Afsluiting wordt uitgereikt aan leerlingen in de<br />
bovenbouw.<br />
4
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
Artikel 11. Aanwezigheid in lessen.<br />
1. De leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen.<br />
Vrijstelling van het volgen van de lessen kan met inachtneming van de wettelijke voorschriften<br />
slechts worden gegeven door de betrokken functionaris.<br />
2. Leerlingen die te laat op school komen, melden zich bij de conciërge of bij een andere<br />
medewerker die hiervoor aangewezen is.<br />
Pas daarna kunnen zij tot de les worden toegelaten.<br />
Bij te laat komen zonder geldige reden wordt een sanctie opgelegd; dit kan inhouden dat de<br />
leerling dient na te blijven om de gemiste tijd in te halen (Kanaalstraat 12) of dat hij zich de<br />
volgende morgen een half uur vóór aanvang van zijn eerste les bij de conciërge moet melden.<br />
3. De ouders wordt verzocht 's morgens tussen 08.00 en 08.30 uur de school telefonisch of per<br />
mail mede te delen dat hun kind wegens ziekte of om een andere reden de school niet kan<br />
bezoeken.<br />
Leerlingen die na een dergelijke afwezigheid weer op school komen, melden zich vóór<br />
aanvang van de lessen bij de conciërge of bij een andere medewerker die hiervoor<br />
aangewezen is.<br />
4. Vrijstelling van het volgen van de gymnastiekles kan alleen worden gegeven door de<br />
betrokken functionaris op verzoek van de ouders. Leerlingen kunnen worden verplicht bij de<br />
les aanwezig te zijn of vervangende opdrachten te maken.<br />
5. Bij verwijdering uit de les meldt de leerling zich onmiddellijk bij de hiervoor aangewezen<br />
persoon. De leerling ontvangt een formulier, waarop hij omschrijft wat de reden van de<br />
verwijdering is en wat eraan vooraf gegaan is. De docent vult ook een formulier in en levert dat<br />
in bij de betrokken functionaris, die de zaak verder afhandelt.<br />
6. Leerlingen, die zonder geldige reden voor de eerste keer de les verzuimen, worden gestraft.<br />
Zij worden pas weer tot de lessen toegelaten, nadat tenminste één van de ouders contact<br />
heeft gehad met de betrokken functionaris. Van dit verzuim kan schriftelijk melding worden<br />
gemaakt aan de ouders.<br />
7. Van ongeoorloofd lesverzuim en/of frequent te laat komen, wordt melding gemaakt aan<br />
de leerplichtambtenaar.<br />
Artikel 12. Lesuitval.<br />
1. In het geval een docent afwezig is, worden in principe de betreffende lessen verplaatst of<br />
verzorgd door een (vak)docent, of, als dit niet mogelijk is, werken de leerlingen onder toezicht<br />
zelfstandig door.<br />
2. De leerlingen dienen zich met behulp van de website van de school en/of de beeldkrant op de<br />
hoogte te stellen van wijzigingen in hun rooster.<br />
3. Het is de leerlingen verboden om tijdens tussenuren zonder toestemming het schoolgebouw te<br />
verlaten.<br />
5
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
Artikel 13. Lesvervangende activiteiten.<br />
1. De leerlingen zijn verplicht deel te nemen aan lesvervangende activiteiten. Hieronder wordt<br />
verstaan: activiteiten die naar aard en omvang redelijkerwijs geacht kunnen worden in de<br />
plaats te komen van de normale lessen en waarbij zowel de leerlingen als de docenten<br />
betrokken zijn.<br />
2. Leerlingen hebben recht op voldoende begeleiding van docenten bij niet-lesgebonden<br />
activiteiten die door de schoolleiding zijn georganiseerd.<br />
3. De schoolleiding stelt desgewenst ruimte beschikbaar voor door leerlingen georganiseerde<br />
niet-lesgebonden activiteiten en zorgt voor voldoende begeleiding binnen de feitelijke<br />
mogelijkheden van de school.<br />
De leerlingen zijn verplicht de aan hen in dit kader ter beschikking gestelde ruimten opgeruimd<br />
achter te laten.<br />
Artikel 14. Orde- en gedragsregels.<br />
1. Leerlingen dienen zich te houden aan de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in de<br />
gedragscode van de betreffende locatie en de wijze waarop de teams de gedragscode in de<br />
praktijk toepassen.<br />
2. Leerlingen hebben de plicht zich correct te gedragen tegenover medewerkers. Leerlingen<br />
houden zich aan de aanwijzingen van de medewerkers.<br />
3. Leerlingen hebben recht op correcte behandeling door medewerkers.<br />
4. Leerlingen dienen zich correct te gedragen ten opzichte van medeleerlingen.<br />
Het pesten van een medeleerling of het beschadigen van diens eigendommen door opzet of<br />
grove schuld wordt streng bestraft.<br />
5. Leerlingen dienen hun schoolpasje te allen tijde bij zich te hebben, als ze op school zijn.<br />
6. Tijdens de pauzes mogen de leerlingen alleen verblijven in de hun toegewezen aula of op het<br />
schoolplein. Bij droog weer verblijven de leerlingen tijdens de pauze zo veel mogelijk op het<br />
schoolplein.<br />
7. Behoudens toestemming van of namens de schoolleiding is het verboden tijdens schooltijd het<br />
schoolterrein te verlaten. ( Zie ook artikel 12 lid 4.).<br />
8. De leerlingen hebben vrijheid van uiterlijk. Daarbij wordt er van uitgegaan dat de algemene<br />
gangbare fatsoensnormen in acht genomen worden. Op grond van hygiëne- of veiligheidseisen<br />
kunnen door de schoolleiding bepaalde kledingvoorschriften worden gegeven. Dit laatste geldt<br />
zeker voor de te dragen kleding tijdens praktijkuren en de uren lichamelijke opvoeding.<br />
Daarnaast zijn gezichtssluiers of kleding die aanzet tot discriminatie niet toegestaan.<br />
9. De leerlingen hebben recht op gelegenheid tot lichamelijke verzorging, bijvoorbeeld warme<br />
douches na de gymnastiekles.<br />
10. Leerlingen worden bij toerbeurt ingeschakeld voor de dagelijkse corveediensten in de school en<br />
op het schoolterrein. Bovendien dragen alle leerlingen er voortdurend zorg voor dat het gebouw<br />
en schoolterrein niet vervuilen. Daarom worden papier, bekertjes, etensresten en ander afval in<br />
afvalbakken gedeponeerd.<br />
11. Roken door leerlingen is niet toegestaan, noch in schoolgebouwen, noch op de schoolterreinen,<br />
noch tijdens (buiten)schoolse activiteiten.<br />
12. Leerlingen dienen hun fietsen of bromfietsen te plaatsen op daarvoor bestemde plaatsen.<br />
13. Leerlingen kunnen uitsluitend gebruik maken van de mediatheek volgens het daarvoor<br />
geldende reglement.<br />
6
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
14. Leerlingen zijn verplicht tijdens de gymnastieklessen de voorgeschreven gymnastiekkleding te<br />
dragen.<br />
15. Leerlingen zijn verplicht hun ter beschikking gestelde boeken te kaften vóór het einde van de<br />
eerste lesweek en zorgvuldig om te gaan met de boeken.<br />
16. Het is verboden op school spelletjes om geld te spelen.<br />
17. Het is verboden op school gevaarlijke voorwerpen zoals vuurwerk, wapens e.d. bij zich te<br />
dragen of in de kluisjes te bewaren. Kluisjes kunnen te allen tijde door hiertoe aangewezen<br />
medewerkers van de school of de politie gecontroleerd worden.<br />
18. Het is verboden op school alcohol of drugs te gebruiken, bij zich te dragen of te verhandelen.<br />
19. Het kopen en consumeren van alcohol door leerlingen jonger dan 16 jaar is tijdens alle<br />
(buitenschoolse) activiteiten die onder toezicht van school vallen, niet toegestaan.<br />
20. Het gebruik van mobiele telefoons is op school niet toegestaan met uitzondering van de<br />
pauzes, tenzij een medewerker van de school daarvoor toestemming heeft gegeven. In het<br />
laatste geval dient de leerling dit bij aanvang van elke les/leeractiviteit bekend te maken bij de<br />
docent.<br />
21. Het is niet toegestaan zonder nadrukkelijke toestemming van de schoolleiding beeld- en/of<br />
geluidsopnames te maken in de school of op het schoolterrein.<br />
22. Na afloop van de lessen verlaat iedereen die op school geen serieuze bezigheden meer heeft<br />
het schoolterrein en de onmiddellijke omgeving van de school.<br />
23. Leerlingen zijn verplicht de geldende veiligheidsbepalingen in acht te nemen.<br />
24. Leerlingen hebben de plicht onveilige situaties te melden bij de schoolleiding en hebben er<br />
recht op dat er zo snel mogelijk maatregelen worden getroffen.<br />
25. Voor het gebruik van computerfaciliteiten gelden de regels die in de betreffende ruimtes<br />
worden vermeld.<br />
26. Seksuele intimidatie is niet toegestaan: seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen,<br />
toespelingen, affiches en tekeningen zijn niet aanvaardbaar. Hierbij wordt verwezen naar de<br />
klachtenregeling seksuele intimidatie, agressie en geweld .<br />
27. Discriminatie van zowel leerlingen als medewerkers omwille van welke reden dan ook wordt<br />
afgewezen. Alle vormen of uitingen van discriminatie zullen daarom van de school worden<br />
geweerd.<br />
Artikel 15. Schade.<br />
1. Leerlingen die met opzet of door grove schuld beschadigingen aanbrengen aan gebouw,<br />
meubilair, boeken of andere eigendommen van de school, dienen de kosten van reparatie of<br />
vervanging te vergoeden aan de school, en kunnen disciplinair gestraft worden.<br />
2. De ouders van een leerling die schade heeft veroorzaakt, worden hiervan door de school in<br />
kennis gesteld.<br />
Artikel 16. Straffen.<br />
1. Tegen leerlingen die handelen in strijd met de voorschriften die binnen de school gelden,<br />
kunnen disciplinaire maatregelen worden getroffen.<br />
2. Er moet een zeker verband bestaan tussen de aard van de opgelegde straf en de overtreding<br />
waarvoor deze straf wordt opgelegd. Ook moet er een redelijke verhouding bestaan tussen de<br />
zwaarte van de straf en de overtreding.<br />
7
VARENDONCK-COLLEGE<br />
LEERLINGENSTATUUT<br />
Artikel 17. Schorsing en verwijdering.<br />
1. SCHORSING MET BETREKKING TOT VERZUIM:<br />
Leerlingen, die zonder geldige reden voor de eerste keer de les verzuimen, worden gestraft.<br />
Zij worden pas weer tot de lessen toegelaten, nadat tenminste één van de ouders contact<br />
heeft gehad met de betrokken functionaris. Van dit verzuim wordt schriftelijk melding gemaakt<br />
aan de ouders.<br />
2. SCHORSING MET BETREKKING TOT WANGEDRAG:<br />
Wanneer een leerling zich schuldig maakt aan wangedrag of in strijd handelt met de<br />
voorschriften die op hem van toepassing zijn, kan hij door de een afdelingsmanager of<br />
manager onderwijs voor een periode van ten hoogste vijf lesdagen worden geschorst.<br />
3. De bevoegde functionaris deelt het besluit tot schorsing met opgave van redenen schriftelijk<br />
mede aan de betrokken leerling en indien deze minderjarig is ook aan diens ouders.<br />
4. Bij schorsing voor een periode van langer dan één dag stelt een directielid de inspectie<br />
schriftelijk en met opgave van redenen in kennis.<br />
5. Een conrector kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat de leerling en<br />
indien deze minderjarig is, ook diens ouders in de gelegenheid zijn gesteld hierover te worden<br />
gehoord.<br />
6. Op grond van onvoldoende vorderingen kan een leerling niet in de loop van een schooljaar<br />
worden verwijderd.<br />
Er kan een uitzondering worden gemaakt indien de leerling voorwaardelijk is geplaatst.<br />
7. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de<br />
inspectie. Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst.<br />
8. Een conrector stelt de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van een definitieve<br />
verwijdering in kennis.<br />
9. Een besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de<br />
betrokken leerling, en indien deze minderjarig is, ook aan diens ouders meegedeeld. Daarbij<br />
wordt gewezen op de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen het besluit<br />
Gedurende de behandeling van het beroep tegen een besluit tot definitieve verwijdering kan<br />
de conrector de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen..<br />
Artikel 18. Klachtrecht.<br />
1. De leerling, die rechtstreeks in zijn of haar belang is getroffen door handelingen of besluiten<br />
van een medeleerling of een medewerker heeft het recht de schoolleiding te verzoeken een<br />
voorziening terzake te treffen.<br />
2. Schriftelijke klachten tegen medewerkers van de school kunnen worden ingediend bij de<br />
rector, die er voor zorgt dat de klacht wordt afgehandeld. Indien de klager niet tevreden is met<br />
de afhandeling van de klacht, heeft hij de mogelijkheid de klacht voor te leggen aan de<br />
klachtencommissie van Ons Middelbaar Onderwijs. Daarbij wordt de “klachtenregeling Ons<br />
Middelbaar Onderwijs” van 1 juli 2003 gehanteerd.<br />
8