23.11.2014 Views

het artikel - Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

het artikel - Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

het artikel - Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

CFD<br />

Tekst Dave Hensen en Stefan de Kool<br />

Praktijkbeproeving van parkeergarages<br />

CFD-berekening voorspelt<br />

rook- en warmtespreiding<br />

Voor parkeergarages die groter zijn dan duizend vierkante meter zijn in <strong>het</strong> Bouwbesluit geen prestatieeisen<br />

opgenomen. Wel moet worden aangetoond dat de veiligheid minimaal overeenkomst met de in <strong>het</strong><br />

Bouwbesluit beoogde veiligheid. Senior specialist Dave Hensen en junior specialist Stefan de Kool van<br />

<strong>Cauberg</strong>-<strong>Huygen</strong> <strong>Raadgevende</strong> <strong>Ingenieurs</strong> gaan in op de praktijkrichtlijnen die daar invulling aan geven.<br />

30


CFD<br />

Parkeergarages zijn tegenwoordig vaak groter<br />

dan duizend vierkante meter. Het Bouwbesluit<br />

geeft echter slechts voor brandcompartimenten<br />

tot duizend vierkante meter<br />

prestatie-eisen. Voor grotere garages moet<br />

aangetoond worden dat de veiligheid gelijkwaardig<br />

is aan de in <strong>het</strong> Bouwbesluit beoogde<br />

veiligheid. Om invulling te geven aan<br />

deze gelijkwaardige veiligheid, bestaan voor<br />

parkeergarages diverse praktijkrichtlijnen.<br />

Meest gangbare aanpak is om in <strong>het</strong> ontwerpstadium<br />

de spreiding van rook en<br />

warmte te voorspellen met een CFD-model<br />

(CFD = Computational Fluid Dynamics,<br />

dynamische luchtstromingberekeningen).<br />

Bij de oplevering van de parkeergarage is<br />

dan in veel gevallen een rookproef nodig.<br />

Doel van deze proef is de validatie van de<br />

CFD-berekeningen en de daarbij gehanteerde<br />

uitgangspunten. De uitkomsten van<br />

een CFD-berekening worden immers sterk<br />

bepaald door de gebruikte modellen en<br />

invoerparameters.<br />

Een knelpunt in deze aanpak is echter dat<br />

voor praktijkbeproevingen in parkeergarages<br />

niet of nauwelijks goede uitgangspunten<br />

zijn omschreven, laat staan dat er<br />

praktische richtlijnen bestaan ten aanzien<br />

van de te gebruiken apparatuur. Door <strong>het</strong><br />

ontbreken van heldere, eenduidige richtlijnen<br />

is er geen naslagwerk waarin de relatie<br />

tussen beproeving en uitgangspunten van<br />

de ontwerpfase inzichtelijk gemaakt wordt.<br />

De kwaliteit van een praktijkbeproeving<br />

van een parkeergarage hangt hierbij dan<br />

ook sterk af van de kennis en kunde van de<br />

uitvoerder.<br />

In dit <strong>artikel</strong> wordt een aanzet gedaan voor<br />

een toepassingskader voor rookproeven in<br />

parkeergarages. Hiertoe wordt een relatie<br />

gelegd tussen de uitgangspunten van<br />

de berekeningen die normatief worden<br />

gehanteerd en de uitvoering van de praktijkbeproeving.<br />

Verder wordt ingegaan op<br />

de beoordeling van de rookproductie en<br />

<strong>het</strong> simuleren ervan door middel van een<br />

rookproef.<br />

Ontwerpstadium<br />

De normatieve uitgangspunten van een<br />

autobrand zijn ontleend aan waargenomen<br />

fenomenen tijdens experimentele<br />

beproevingen in parkeergarages (zie grafiek<br />

autobrandscenario). Hierbij zijn de optredende<br />

brandvermogens en vrijkomende<br />

Herleiding brandproeven<br />

naar normatieve<br />

brandvermogenscurve.<br />

rookproductie tijdens de proeven gemeten.<br />

Op basis van deze proeven zijn richtwaarden<br />

afgeleid voor <strong>het</strong> brandvermogen en<br />

de rookproductie van auto’s.<br />

De bij deze proeven opgestelde richtwaarden<br />

kunnen gebruikt worden om in <strong>het</strong><br />

ontwerpstadium van een parkeergarage de<br />

benodigde voorzieningen te bepalen. Hierbij<br />

worden de richtwaarden ingevoerd in<br />

een CFD-model, waarmee de verspreiding<br />

van warmte en rook door de parkeergarage<br />

gesimuleerd kan worden. Op basis hiervan<br />

kan <strong>het</strong> bevoegd gezag beoordelen of de<br />

parkeergarage niet te warm wordt om te<br />

betreden en of er niet te veel rook is die de<br />

oriëntatie belemmert.<br />

Vertekend beeld<br />

Het nut van <strong>het</strong> uitvoeren van rookproeven<br />

staat of valt met de gehanteerde<br />

uitgangspunten bij de proeven. Het doel<br />

is immers om te toetsen of <strong>het</strong> in <strong>het</strong><br />

ontwerpstadium gebruikte CFD-model<br />

Mineraleolieproef<br />

met<br />

verspreid<br />

vermogen.<br />

correct is uitgevoerd. Wanneer niet correct<br />

wordt gemeten of onjuiste uitgangspunten<br />

worden gebruikt, geeft een praktijkproef<br />

een vertekend beeld. Hierbij zijn drie keuzes<br />

van belang: wordt koude of warme rook<br />

gebruikt, welk soort rook wordt gebruikt<br />

en – in <strong>het</strong> geval van een warme rookproef<br />

– hoe wordt <strong>het</strong> afgegeven brandvermogen<br />

verdeeld?<br />

In de praktijk worden rookproeven vaak uitgevoerd<br />

met koude rook. Echter, uit zowel<br />

brandproeven als CFD-berekeningen blijkt<br />

dat warme rook gelaagd optreedt in grotere<br />

parkeergarages. De <strong>het</strong>e rooklaag ‘kleeft’<br />

aan <strong>het</strong> plafond en onder de rooklaag<br />

bevindt zich een koudere luchtlaag zonder<br />

al te veel rook. Deze situatie is alleen na<br />

te bootsen met een warme rookproef. Een<br />

koude rookproef geeft hierbij in de meeste<br />

gevallen een vertekend beeld. Voor <strong>het</strong><br />

genereren van rook bij beproevingen van<br />

parkeergarages wordt veelal gebruikgemaakt<br />

van glycol rookmachines. Glycol<br />

31


CFD<br />

Vergelijking tussen rookproef (boven)<br />

en CFD-controleberekening (onder).<br />

verwarming en hoge druk verdampen. De<br />

rookdeeltjes die hiermee worden gevormd,<br />

kunnen hoge temperaturen weerstaan en<br />

blijven daardoor langdurig als rookdeeltjes<br />

aanwezig.<br />

Een derde aspect is de oppervlakte waarover<br />

<strong>het</strong> brandvermogen wordt gerealiseerd.<br />

Bij bestaande brandproeven wordt<br />

<strong>het</strong> brandvermogen over <strong>het</strong> algemeen<br />

gerealiseerd over een beperkte oppervlakte,<br />

veelal enkele brandbakken van 1 vierkante<br />

meter. Een groot nadeel hierbij is dat de optredende<br />

plafondtemperaturen dusdanig<br />

zijn (circa 200 tot 250oºC) dat bescherming<br />

van <strong>het</strong> beton aan <strong>het</strong> plafond noodzakelijk<br />

is. Dergelijke kostbare brandwerende<br />

voorzieningen zijn te voorkomen door <strong>het</strong><br />

brandvermogen over een grotere oppervlakte<br />

te verspreiden met kleine brandbakken<br />

(zie foto olieproef ). De temperaturen aan<br />

<strong>het</strong> plafond kunnen dan beperkt worden tot<br />

circa 40 tot 60oºC.<br />

rookmachines verdampen glycolen en<br />

water. Glycol heeft echter de neiging samen<br />

te klonteren waardoor de omvang van de<br />

deeltjes groter wordt en de deeltjes in dode<br />

hoeken vanzelf neerslaan. Hierdoor neemt<br />

de rookdichtheid af. Dit fenomeen doet<br />

zich al binnen korte tijd voor (


CFD<br />

vlamlengte. Daarvoor kan bijvoorbeeld<br />

<strong>het</strong> vlammodel van Heskestadt gebruikt<br />

worden. Zo zou een 4 MW brand verdeeld<br />

over drie brandbakken van 1 vierkante meter<br />

een vlamlengte van 3 tot 4 meter moeten<br />

geven. Als dit soort vlammen niet wordt<br />

waargenomen (bij niet al te hoge luchtsnelheden),<br />

is <strong>het</strong> afgegeven vermogen lager. Dit<br />

hoeft echter geen bezwaar te zijn, zolang<br />

dit maar gerealiseerd wordt en <strong>het</strong> correcte<br />

vermogen wordt ingevoerd bij de CFD-controleberekening.<br />

Wanneer er voldoende overeenkomst is<br />

tussen <strong>het</strong> globale beeld van rook-verspreiding<br />

in de CFD-controleberekening en de<br />

brandproef, kan gesteld worden dat <strong>het</strong><br />

gehanteerde CFD-model en de gebruikte<br />

uitgangspunten voldoende betrouwbaar<br />

zijn. Wel moet worden bedacht dat zowel bij<br />

een praktijkbeproeving als bij een berekening<br />

onzekerheidsmarges gelden. Hoewel<br />

deze onzekerheidsmarges voor een specifiek<br />

project over <strong>het</strong> algemeen onbekend zijn,<br />

kan algemeen gesteld worden dat <strong>het</strong> globale<br />

beeld van de rookverspreiding binnen<br />

ongeveer 25 procent afwijking zou moeten<br />

overeenkomen met de CFD-berekening.<br />

Geconcludeerd wordt dat voor correcte<br />

rookproeven <strong>het</strong> van belang is dat deze met<br />

voldoende kennis en kunde worden uitgevoerd.<br />

Als richtlijn kunnen de volgende<br />

aanbevelingen gedaan worden:<br />

1. Voorafgaand aan de rookproef moeten<br />

de uitgangspunten (brandvermogen,<br />

rookproductie) en toetsingscriteria<br />

vastgelegd te worden. Hierbij dient een<br />

rookmachine gebruikt te worden die de<br />

gewenste rookhoeveelheid daadwerkelijk<br />

produceert.<br />

2. Voor een realistisch beeld van de rookverspreiding<br />

dienen beproevingen met<br />

warme rook uitgevoerd te worden.<br />

3. Geadviseerd wordt om rook op basis van<br />

minerale olie toe te passen, omdat deze<br />

bestand is tegen hoge temperaturen.<br />

Wanneer glycolrook wordt toegepast,<br />

moet bij de beoordeling rekening gehouden<br />

worden met <strong>het</strong> neerslaan en<br />

mogelijk vervluchtigen van de rook.<br />

4. Om kostbare voorzieningen ter bescherming<br />

van de constructie van de garage<br />

te voorkomen, wordt geadviseerd <strong>het</strong><br />

brandvermogen zodanig uit te spreiden<br />

dat de temperaturen aan <strong>het</strong> plafond<br />

beperkt blijven.<br />

5. Bij de uitvoering van rookproeven moet<br />

bepaald worden welk brandvermogen<br />

en welke rookproductie daadwerkelijk<br />

gerealiseerd worden.<br />

6. Voor <strong>het</strong> gebruik van een rookproef ter<br />

validatie van een CFD-model,moet de<br />

CFD-berekening herhaald worden met<br />

<strong>het</strong>zelfde brandvermogen en dezelfde<br />

rookproductie als waarmee de rookproef<br />

is uitgevoerd.<br />

Voor een versie van dit <strong>artikel</strong> met<br />

meer achtergrondinformatie: www.<br />

chri.nl/ch/<strong>artikel</strong>en/beproeving-vanparkeergarages.asp

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!