22.11.2014 Views

jaarverslag PGB 2008

jaarverslag PGB 2008

jaarverslag PGB 2008

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

pgb<br />

STICHTING PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN


pgbStichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven<br />

Jaarverslag <strong>2008</strong><br />

56e boekjaar<br />

ZWAANSVLIET 3<br />

1081 AP AMSTERDAM<br />

TELEFOON (020) 5 418 418<br />

FAX (020) 6 442 911<br />

INTERNET WWW.GBF.NL


Inhoud<br />

KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN<br />

5 Profiel<br />

7 Kerncijfers<br />

VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN<br />

9 Bevindingen<br />

9 Reactie van het bestuur<br />

VERSLAG VAN HET BESTUUR<br />

11 Hoofdlijnen<br />

13 Goed pensioenfondsbestuur<br />

17 Financieel beleid<br />

19 Beleggingsbeleid<br />

21 Pensioenbeheer<br />

32 Beleggingen<br />

38 Actuariële analyse<br />

39 Risico en beheersing<br />

42 Toekomstverkenning: herstelbeleid<br />

JAARREKENING<br />

47 Balans per 31 december <strong>2008</strong><br />

48 Staat van baten en lasten over <strong>2008</strong><br />

49 Samenvatting van de actuariële analyse<br />

49 Bestemming van het saldo van baten en lasten<br />

50 Kasstroomoverzicht over <strong>2008</strong><br />

51 Toelichting behorende tot de jaarrekening <strong>2008</strong><br />

OVERIGE GEGEVENS<br />

87 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten<br />

87 Gebeurtenissen na balansdatum<br />

88 Verklaring van de accountant<br />

89 Verklaring van de actuaris<br />

90 BIJLAGE I: Toelichting op de pensieonregeling<br />

96 BIJLAGE II: Samenstelling bestuur <strong>PGB</strong>, deelenmersraad, verantwoordingsorgaan en commissies<br />

100 BIJLAGE III: Wijzigingen in verplichtstelling, statuten en reglementen<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 3


pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 4


Karakteristieken van het <strong>PGB</strong><br />

Profiel<br />

Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven, statutair<br />

gevestigd te Amsterdam, is opgericht op 22 mei 1953.<br />

De laatste statutenwijziging was op 11 september <strong>2008</strong>. De<br />

stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel<br />

onder nummer 41198535.<br />

Het fonds is een bedrijfstakpensioenfonds en is aangesloten<br />

bij de pensioenkoepelorganisatie Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen<br />

(VB).<br />

Vanuit haar missie zijn kernwaarden geformuleerd waaraan<br />

door het pensioenfonds en haar uitvoeringsorganisatie<br />

invulling wordt gegeven. Die waarden zijn:<br />

Betrouwbaar en betrokken<br />

<strong>PGB</strong> wil voor de branches waar zij voor werkt een betrouwbare<br />

partner zijn. De betrouwbaarheid vertaalt zich in solide<br />

vermogensbeheer, een door de jaren heen betaalbaar en<br />

waardevast pensioen en een accurate administratie met oog<br />

voor service en gemak voor werkgever en deelnemer.<br />

Het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (<strong>PGB</strong>) verzorgt<br />

sinds 1953 de pensioenregeling voor werknemers en<br />

oud-werknemers die werken of gewerkt hebben in de grafimediabranche.<br />

Het <strong>PGB</strong>-pensioen is een aanvulling op de<br />

wettelijke basisvoorzieningen voor ouderdomspensioen en<br />

nabestaandenpensioen in Nederland. Het bedrijfstakpensioenfonds<br />

is opgericht om werknemers en hun gezinnen te<br />

verzekeren van een goed pensioen bij het bereiken van de<br />

pensioengerechtigde leeftijd of bij overlijden van de deel -<br />

nemer.<br />

<strong>PGB</strong> biedt grafimedia verwante ondernemingen en branches<br />

mogelijkheden voor vrijwillige deelname. In 2007 is in overleg<br />

met cao-partijen de werkingssfeer met het uitgeverijbedrijf<br />

uitgebreid. Naast ondernemingen in de grafimedia kunnen<br />

nu ook uitgeverijen deelnemen aan <strong>PGB</strong>. In de grafimedia is<br />

de uitvoering gebaseerd op een verplichtgestelde<br />

brancheregeling. Bij het uitgeverijbedrijf vindt de uitvoering<br />

van pensioen op ondernemingsniveau plaats op basis van<br />

vrijwilligheid.<br />

Missie pensioenfonds<br />

<strong>PGB</strong> wil voor de branches en ondernemingen in de mediasector<br />

waarvoor zij werkt het loket zijn voor pensioen.<br />

Werkgevers en werknemers kunnen rekenen op een solide<br />

en duurzaam beheer van het vermogen en een effectieve,<br />

efficiënte en flexibele uitvoering van de pensioenadmini -<br />

stratie. Het fonds stuurt in de uitvoering op betrokkenheid,<br />

transparantie, professionaliteit en resultaatgerichtheid waarbij<br />

de persoonlijke band met belanghebbenden wordt versterkt,<br />

administratief gemak wordt bevorderd en relevante benchmarks<br />

worden verslagen.<br />

Resultaatgericht<br />

Het bedrijfstakpensioenfonds levert zonder winstoogmerk<br />

een compleet pensioenpakket tegen een zo laag mogelijke<br />

premie in combinatie met een verantwoord risico- en serviceniveau.<br />

Bij de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer<br />

ligt de focus op het verslaan van relevante<br />

benchmarks. Voor het pensioenbeheer zijn dat de kosten<br />

per deelnemer en de klanttevredenheid. Voor het vermogensbeheer<br />

is dat de (structurele) outperformance van het<br />

beleggingsrendement onder verantwoorde risicos ten<br />

opzichte van de vooraf vastgestelde normportefeuille.<br />

Flexibel<br />

De productlijn van <strong>PGB</strong> sluit goed aan bij de branches waar<br />

zij voor werkt en bij de ontwikkelingen in de samenleving. De<br />

systemen en processen bij haar uitvoeringsorganisatie worden<br />

zo ingericht dat flexibel kan worden ingespeeld op ge -<br />

differentieerde behoeften van werkgevers en werknemers.<br />

Ook de pensioeninformatie wordt op het juiste moment,<br />

begrijpelijk en op de persoonlijke situatie toegesneden<br />

aangeboden.<br />

Transparant<br />

<strong>PGB</strong> wil naar haar belanghebbenden transparant opereren<br />

door de verstrekking van optimaal bruikbare informatie. Deze<br />

mag niet strijdig zijn met de belangen van werkgevers, deelnemers<br />

of vigerende wetgeving. Het gaat hier om enerzijds<br />

de communicatie vanuit het fonds ter verantwoording van<br />

haar beleid en bestuur en anderzijds om de communicatie<br />

naar de markt aangaande de ontwikkeling van het pensioen<br />

en de persoonlijke pensioensituatie.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 5


Karakteristieken van het <strong>PGB</strong><br />

Evenwichtige solidariteit en duurzaamheid<br />

Het pensioenfonds wil in haar beleid op een evenwichtige<br />

manier rekening houden met de belangen van deelnemers,<br />

gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, van jongere<br />

en oudere deelnemers en van werknemers en werkgevers.<br />

Daarnaast wil het fonds in het beleggingsbeleid bijdragen<br />

aan een duurzame ontwikkeling van milieu en samenleving.<br />

Uitvoering pensioenregeling<br />

Voor de uitvoering van de pensioenregeling heeft <strong>PGB</strong> een<br />

overeenkomst gesloten met de Grafische Bedrijfsfondsen<br />

(GBF). De belangrijkste werkzaamheden die de uitvoerings -<br />

organisatie voor het fonds verricht zijn de pensioenadmini -<br />

stratie, de communicatie, het vermogensbeheer en de<br />

beleids- en bestuursondersteuning. In een Service Level<br />

Agreement zijn afspraken gemaakt over het niveau van<br />

dienstverlening.<br />

Kenmerken pensioenregeling<br />

Belangrijke elementen van de pensioenregeling zijn:<br />

Solidariteit en geen winstoogmerk<br />

Bij het <strong>PGB</strong> wordt bij deelname geen rekening gehouden<br />

met (gezondheids)risicos van het individu. Iedereen die aan<br />

de pensioenregeling deelneemt, man of vrouw, ziek of<br />

gezond, oud of jong, meer of minder verdienend, is verze -<br />

kerd en betaalt hetzelfde percentage aan pensioenpremie.<br />

Het risico wordt op deze wijze gespreid en gezamenlijk<br />

gedeeld. Het fonds heeft geen winstoogmerk. Daardoor<br />

komen de beleggingsopbrengsten onder aftrek van kosten<br />

geheel ten goede aan de deelnemers.<br />

Uitkeringsovereenkomst op basis van flexibele middelloonregeling<br />

De uiteindelijk te bereiken (levenslange) pensioenuitkering is<br />

gebaseerd op het tijdens de loopbaan gemiddeld verdiende<br />

brutoloon. Het <strong>PGB</strong>-pensioen is flexibel. Het fonds biedt<br />

werkgevers en deelnemers binnen fiscaal toegestane grenzen<br />

verschillende mogelijkheden om het pensioen aan te<br />

vullen. Ook bij de uitbetaling van het pensioen kan worden<br />

gekozen uit meerdere varianten, waaronder vanaf 2010<br />

vervroegde pensionering.<br />

overleg met de Deelnemersraad vindt dat de financiële middelen<br />

het toelaten, jaarlijks verhoogd. Dat wil zeggen dat<br />

deze worden aangepast in de mate waarin de prijzen in<br />

Nederland stijgen. <strong>PGB</strong> heeft het financiële beleid van het<br />

fonds zo ingericht dat een dekkingsgraad bereikt zou kunnen<br />

worden, waarop naar verwachting volledige toeslagverlening<br />

(= indexatie) mogelijk is. Besluitvorming over het verlenen<br />

van toeslag vindt onder meer plaats aan de hand van<br />

een richtlijn, waarin van tevoren met elkaar afgesproken<br />

spelregels zijn opgenomen. Het bestuur heeft de<br />

bevoegdheid om af te wijken van het advies van de richtlijn.<br />

Financieel beleid<br />

De richtlijn maakt onderdeel uit van een integraal beleids -<br />

kader. Het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid hangen<br />

daarin nauw samen met de ontwikkeling van de dekkingsgraad.<br />

Werkgevers en deelnemers krijgen daardoor goed<br />

zicht op mogelijke ontwikkelingen met betrekking tot de premiestelling<br />

en/of de toeslagverlening.<br />

Strategie<br />

De grafimediasector is aan sterke veranderingen onderhevig.<br />

De sector krimpt als gevolg van technologische ontwikkelingen<br />

en heeft sterk te maken met voorwaartse en achterwaarste<br />

integratie van bedrijfsactiviteiten.<br />

Verder is de dynamiek in de omgeving van pensioenfondsen<br />

sterk toegenomen. De Pensioenwet heeft geleid tot een toename<br />

van het toezicht en een strakkere regulering van zowel<br />

het financiële beleid als de informatieverplichtingen. Daarnaast<br />

worden ook steeds hogere eisen gesteld aan goed<br />

pensioenfondsbestuur en aan de wijze waarop toezicht<br />

wordt gehouden en verantwoording wordt afgelegd. Om de<br />

onderscheidende prijs/kwaliteitverhouding voor<br />

belanghebbenden minimaal te kunnen continueren en een<br />

kwalitatief adequate invulling te kunnen geven aan goed<br />

pensioenfondsbestuur, wordt schaalgrootte steeds belang -<br />

rijker. <strong>PGB</strong> wil daarom in overleg met sociale partners en in<br />

samenwerking met de ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen<br />

binnen de mediasector komen tot één<br />

overkoepelend pensioenfonds.<br />

Voorwaardelijke toeslagregeling<br />

De opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers en<br />

gewezen deelnemers en de ingegane uitkeringen van pensioengerechtigden<br />

worden, als het bestuur van het fonds na<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 6


Kerncijfers<br />

Aan het einde van resp. over de jaren 2004 t/m <strong>2008</strong><br />

<strong>2008</strong> 2007 2006 2005 2004<br />

Aantal werkgevers<br />

Aangesloten werkgevers 2.622 2.663 2.690 2.765 2.810<br />

Aantal verzekerden<br />

Premiebetalende verzekerden 40.186 38.983 41.234 44.208 41.914<br />

Verzekerden met toerekening<br />

wegens arbeidsongeschiktheid 5.120 5.449 5.512 5.845 6.210<br />

Premievrij verzekerden 189.107 190.142 191.255 196.423 196.193<br />

Totaal 234.413 234.574 238.001 246.476 244.317<br />

Aantal pensioenen<br />

Ingegane ouderdomspensioenen 23.757 22.259 21.736 21.064 19.063<br />

Ingegane partnerpensioenen 12.753 12.473 12.305 12.237 11.522<br />

Ingegane wezenpensioenen 607 624 659 677 581<br />

Totaal 37.117 35.356 34.700 33.978 31.166<br />

Pensioenuitvoering<br />

Premieloon (pensioengrondslag) 871 815 810 850 804<br />

Premiebijdragen 172 153 138 145 125<br />

Pensioenuitvoeringskosten 8 6 6 5 6<br />

Uitkeringen 276 247 230 221 188<br />

Beleggingen<br />

Balanswaarde beleggingen 1 8.208 9.703 9.451 8.980 7.241<br />

Totale beleggingsopbrengsten 1.776 269 590 1.206 521<br />

Totaal rendement in % 2 20,7 5,5 8,5 15,9 7,7<br />

Z-score 1,02 0,09 0,19 0,69 0,12<br />

Performancetoets 3 1,31 1,77 1,68 1,60 1,07<br />

Vermogenssituatie en solvabiliteit<br />

Vrije reserve 1.440 2.030 831 251 <br />

Vereiste reserve 1.171 1.152 1.896 <br />

Reservetekort 269 74<br />

Reserve algemene risico's 286 223<br />

Beleggingsreserve 1.609 1.191<br />

Voorziening pensioenverplichtingen 8.480 6.577 6.767 6.813 5.868<br />

Rekenrente in % 4,0 3,75 4,0<br />

Marktrente in % 3,55 4,85 4,26 3,70 <br />

Aanwezige dekkingsgraad FTK in % 4 97 148 137 123 <br />

Vereiste dekkingsgraad FTK in % 114 118 118 118 <br />

Verhoging ingegane pensioenen en aanspraken per 1 januari in %<br />

Indexatie actieven 5 2,09 1,50 1,00 2,04<br />

Indexatie inactieven 5 2,09 1,50 1,00 2,04<br />

N.B.: alle bedragen van de kerncijfers zijn afgerond op miljoenen euros. De percentages zijn berekend op basis van de niet afgeronde bedragen.<br />

1. Inclusief derivaten 170 (v.j. 317) die onder de passiva worden verantwoord en - vanaf 2006 - inclusief vooraankopen, voorverkopen en liquide middelen die zijn aangewend<br />

ten behoeve van beleggingen.<br />

2. Vanaf 2006 exclusief intrest rate swaps. Inclusief intrest rate swaps is het totale rendement in <strong>2008</strong>: 17,8%, in 2007: 3,0% en in 2006: 6,2%<br />

3. In verband met de nieuwe verplichtgestelde berekeningswijze in 2007 is deze waarde met terugwerkende kracht per 2006 met 1,28 verhoogd, t.b.v. de vergelijkbaarheid.<br />

4. De dekkingsgraad van 2006 is aangepast van 138,2% (gebaseerd op geschatte cijfers) naar 136,6%.<br />

5. Het bestuur heeft besloten per 1-1-2009 geen toeslag te verlenen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 7


pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 8


Verslag van het Verantwoordingsorgaan<br />

Het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Pensioenfonds<br />

Grafische Bedrijven is ruim een jaar geleden ingesteld.<br />

Het algemeen bestuur heeft zich in de bestuursvergadering<br />

van 25 juni 2009 ten opzichte van het Verantwoordingsorgaan<br />

over zijn beleid in <strong>2008</strong> verantwoord. Met name de<br />

beleidskeuzes ten tijde van de kredietcrisis stonden centraal.<br />

In de vergadering zijn vele onderwerpen aan de orde<br />

geweest. Het betreft hier o.a. het niet rebalancen van aandelen<br />

in de loop van het tweede halfjaar; het verhogen van<br />

de mate van rente-afdekking; het stop zetten van het uitlenen<br />

van aandelen en het verscherpen van het toezicht op<br />

het tegenpartijrisico; het verfijnen van de methodiek voor<br />

duration matching; het intensiveren van de communicatie<br />

met de uitvoerder en de beleggingscommissie en het op<br />

dagbasis volgen van de ontwikkeling van de dekkingsgraad.<br />

Eerder heeft het bestuur het concept herstelplan voor het<br />

pensioenfonds met het Verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad<br />

besproken. Op basis van deze bespreking is<br />

het concept herstelplan voorgelegd aan De Nederlandsche<br />

Bank.<br />

Reactie van het bestuur<br />

Het bestuur heeft met instemming kennis genomen van het<br />

beleidsoordeel van het Verantwoordingsorgaan en onderschrijft<br />

het belang van het inschakelen van een externe<br />

deskundige om het pensioen- en beleggingsbeleid nog een<br />

keer te toetsen.<br />

Op basis van de ter beschikking staande documenten en de<br />

discussie in de bestuursvergadering heeft het Verantwoor -<br />

dingsorgaan een positief oordeel over het handelen van het<br />

bestuur.<br />

Gezien de sterk veranderde economische wereld waarin het<br />

pensioenfonds opereert wil het Verantwoordingsorgaan<br />

graag, in goed overleg met het bestuur en de Deelnemers -<br />

raad en met behulp van een externe deskundige, nog een<br />

keer toetsen of het thans voorliggende pensioen- en beleggingsbeleid<br />

voor de toekomst het meest geëigende beleid<br />

voor het pensioenfonds is.<br />

Het Verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat in de<br />

afgelopen maanden bij alle betrokkenen een grote behoefte<br />

bestond aan goede informatie en communicatie over de<br />

positie van het pensioenfonds. Het bestuur heeft hierop met<br />

publicaties, webteksten, presentaties in het land en<br />

relatiebladen adequaat gereageerd.<br />

Amsterdam, 25 juni 2009<br />

Het Verantwoordingsorgaan<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 9


pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 10


Verslag van het bestuur<br />

Met het <strong>jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> legt het bestuur van het Pensioenfonds<br />

voor de Grafische Bedrijven (<strong>PGB</strong>) aan belanghebbenden<br />

verantwoording af over het gevoerde beleid. Daarnaast<br />

wordt op een aantal voor het fonds belangrijke terreinen een<br />

vooruitblik gegeven. De jaarrekening is door KPMG<br />

Accountants N.V. gecontroleerd en van een goedkeurende<br />

verklaring voorzien. De accountantsverklaring is opgenomen<br />

op pagina 95.<br />

HOOFDLIJNEN<br />

Algemeen beeld<br />

Voor pensioenfondsen was <strong>2008</strong> één van de zwaarste jaren<br />

uit hun bestaan. De kredietcrisis heeft in alle hevigheid zijn<br />

sporen achtergelaten. De meeste pensioenfondsen in Nederland<br />

hebben hun reserves in nog geen jaar tijd zien verdam -<br />

pen. Ook <strong>PGB</strong> heeft zich niet aan de gevolgen van de financiële<br />

crisis kunnen onttrekken. Als gevolg van de combinatie<br />

van een dalende rente en afname van het fondsvermogen is<br />

de financiële positie van het fonds hard geraakt. De dek -<br />

kingsgraad, dat is de verhouding tussen het vermogen en<br />

de verplichtingen, daalde van 148% eind 2007 naar 97%<br />

eind <strong>2008</strong>. Daarmee is het fonds vanuit een gezonde vermogenspositie<br />

terechtgekomen in een situatie van<br />

onderdekking.<br />

Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om reserves aan te<br />

houden. Boven de 100% een reserve van ongeveer 5% voor<br />

algemene risicos en daarnaast een buffer om schommelin -<br />

g en in de beleggingen op te kunnen vangen. De minimale<br />

dekkingsgraad voor <strong>PGB</strong> zou in het verslagjaar ongeveer<br />

120% moeten zijn. Onder die grens moet een herstelplan<br />

worden opgesteld. Daarin wordt aangegeven hoe het fonds<br />

denkt weer op het vereiste niveau te komen. Binnen 3 jaar<br />

boven de 105% en binnen 15 jaar boven de 120%. Inmiddels<br />

heeft het fonds haar herstelplan voor de verplichtgestelde<br />

datum van 1 april 2009 ingediend bij De Nederlandsche<br />

Bank (DNB).<br />

en DNB op aangedrongen om voor pensioenfondsen tijd en<br />

ruimte voor herstel te creëren. Zo kan mogelijk worden<br />

voorkomen dat fondsen tot ingrijpende maatregelen moeten<br />

overgaan als het verlagen van de pensioenen.<br />

Financiële positie <strong>PGB</strong> en ontwikkeling pensioen<br />

Het pensioenvermogen nam in <strong>2008</strong> door de beleggingsresultaten<br />

(een rendement van 17,8%) af van 9.759 miljoen<br />

naar 8.211 miljoen ( 1.548 miljoen). De voorziening voor<br />

de pensioenverplichtingen liep als gevolg van de dalende<br />

marktrente op van 6.577 miljoen naar 8.480 miljoen. Als<br />

de rente daalt, worden de toekomstige pensioenen duurder.<br />

Er moet dan meer geld voor opzij worden gezet. Als gevolg<br />

van deze ontwikkelingen daalde de dekkingsgraad van<br />

148% naar 97%.<br />

<strong>PGB</strong> ziet zichzelf als langetermijnbelegger en houdt daarom<br />

ook vast aan een aandelenportefeuille. Het fonds accepteert<br />

dat het daardoor misschien op nog lagere niveaus terecht<br />

kan komen. In <strong>2008</strong> zijn wel maatregelen genomen om de<br />

financiële positie te verbeteren. Zo is besloten om per 1-1-<br />

2009 geen verhoging van de pensioenuitkeringen en de<br />

opgebouwde aanspraken te laten plaatsvinden en de basispremie<br />

voor deelname aan de pensioenregeling te verhogen<br />

van 17% naar 19,5%. Om minder kwetsbaar te worden voor<br />

schommelingen van de aandelenkoersen is <strong>PGB</strong> in de loop<br />

van <strong>2008</strong> gestart met het verminderen van haar aandelenbezit<br />

en het verwerven en uitbreiden van deelnemingen in<br />

infrastructuur en water- en energievoorziening. De beleggingen<br />

in aandelen worden afgebouwd van 43% naar 35%. Het<br />

renterisico, voortkomend uit het verschil in duration tussen<br />

de beleggingen en de verplichtingen, is verder afgedekt van<br />

50% naar ongeveer 75% en het beleid om vreemde valuta<br />

volledig af te dekken wordt gecontinueerd. Het fonds<br />

beschikt zo over een beleggingsportefeuille waarin enerzijds<br />

meer zekerheid is ingebouwd, maar waarin anderzijds ook<br />

voldoende opwaarts potentieel aanwezig blijft om te kunnen<br />

profiteren van zich herstellende markten.<br />

De economische vooruitzichten zijn somber. Herstel laat, zo<br />

is de algemene verwachting, nog minimaal één tot twee jaar<br />

op zich wachten; een verdere verslechtering is evenzeer<br />

denkbaar. In 2009 zouden de dekkingsgraden daardoor nog<br />

wel wat verder omlaag kunnen gaan. Vooral een dalende<br />

rente om de economie te stimuleren kan fondsen parten<br />

gaan spelen. De pensioenkoepels hebben er bij de overheid<br />

Pensioenwet en communicatie<br />

De nieuwe communicatievereisten op basis van de Pensioenwet<br />

zijn door het fonds integraal ingevoerd. Naast het<br />

uniforme pensioenoverzicht (UPO) dat al in 2007 werd verstuurd,<br />

zijn in het verslagjaar het communicatiebeleid en de<br />

communicatieplanning nader geconcretiseerd.<br />

Verder zijn de informatieverplichtingen bij deelname aan het<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 11


Verslag van het bestuur<br />

fonds, bij beëindiging hiervan en bij de toekenning van pensioen<br />

ingevoerd. Ook is nagegaan of de verstrekte informatie<br />

overkwam. Het opgerichte klantenpanel heeft de pensioencommunicatie<br />

beoordeeld op begrijpelijkheid en er is markt -<br />

onderzoek uitgevoerd. Onder deelnemers, pensioengerech -<br />

tigden en werkgevers is navraag gedaan naar de waardering<br />

voor de communicatie en het effect daarvan. De resultaten<br />

liggen in lijn met de beoogde doelen van het fonds.<br />

Ontwikkeling pensioenregeling<br />

In het verslagjaar is besloten met ingang van 1 januari 2010<br />

nieuwe uitbetalingsvarianten toe te voegen aan de reeds<br />

bestaande keuzemogelijkheden. Naast standaardpensioen,<br />

uitruilpensioen, getrapt pensioen en gelijk overlevingspensioen<br />

worden vervroegd/uitstel pensioen, deeltijdpensioen<br />

en tijdelijk ouderdomspensioen (TOP) geïntroduceerd. Deelnemers<br />

kunnen hierbij zelf het moment waarop zij stoppen<br />

met werken bepalen. Dat moment kan liggen tussen 55 en<br />

70 jaar; spilleeftijd blijft 65 jaar. Omdat pensioengerechtigden<br />

voor hun 65e jaar nog niet kunnen beschikken over AOW<br />

kan reglementair een gedeelte van het levenslange pensioen<br />

worden ingezet voor een TOP vanaf een gewenste datum<br />

tot het 65e jaar. Tegelijkertijd met de invoering van vervroegd<br />

pensioen wordt ook de mogelijkheid geboden om dat in<br />

deeltijd te doen.<br />

Met ingang van <strong>2008</strong> is de minimum leeftijd voor deelname<br />

aan de pensioenregeling van 21 jaar komen te vervallen.<br />

Voor de werknemers die jonger zijn, betekent dit dat zij<br />

vanaf 1 januari <strong>2008</strong> pensioen opbouwen en premie betalen.<br />

Verder is besloten om in lijn met het advies van de Vereni -<br />

ging van Bedrijfstakpensioenfondsen het inlooprisico voor<br />

arbeidsongeschiktheid te verzekeren. Wanneer ieder fonds<br />

het inlooprisico dekt kan een re-integrerende deelnemer<br />

geen rechten meer mislopen. Het uitlooprisico voor arbeids -<br />

ongeschiktheid is daarmee voor het fonds komen te vervallen.<br />

Ontwikkeling klanten<br />

<strong>PGB</strong>, van oudsher actief voor de grafische markt, wil in<br />

overleg met sociale partners en in samenwerking met<br />

ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen in de keten<br />

de mogelijkheden onderzoeken om uiteindelijk te komen tot<br />

één overkoepelend pensioenfonds voor de mediasector. Als<br />

eerste stap is, in overleg met de werkgevers- en werknemersorganisaties,<br />

overeengekomen dat uitgevers op vrij -<br />

willige basis voor hun pensioen bij <strong>PGB</strong> terecht kunnen.<br />

Inmiddels kozen meerdere uitgevers voor aansluiting bij<br />

<strong>PGB</strong>. In de loop van 2007 koos Boom Uitgevers al voor<br />

opheffing van het pensioenfonds en aansluiting bij <strong>PGB</strong>. In<br />

<strong>2008</strong> volgden Noordhoff Uitgevers, SDU Uitgevers en het<br />

Financieel Dagblad. Ook meerdere kleinere uitgeverijen<br />

brachten hun regeling bij <strong>PGB</strong> onder. Ook Wifac, een middelgrote<br />

toeleverancier voor grafimediabedrijven, koos<br />

ervoor om met ingang van 2009 aan te sluiten bij <strong>PGB</strong>.<br />

Het aantal deelnemers steeg mede daardoor met ongeveer<br />

5%. Bij <strong>PGB</strong> neemt inmiddels ongeveer 15% van de<br />

werknemers op vrijwillige basis deel.<br />

In het verslagjaar heeft het fonds een beoordelingskader<br />

ontwikkeld voor nieuwe vrijwillige toetreders. Het kader is<br />

erop gericht om nieuwe toetreders op basis van dezelfde<br />

uitgangspunten te kunnen laten deelnemen. <strong>PGB</strong> is met verschillende<br />

fondsen en ondernemingen over de uitvoering van<br />

de pensioenregeling in gesprek. De ontwikkeling van de<br />

financiële positie is mede bepalend voor de mate waarin het<br />

fonds succesvol met acquisities kan zijn.<br />

Bedrijfsvoering<br />

De uitvoeringskosten voor de pensioenadministratie bij de<br />

Grafische Bedrijfsfondsen (GBF) komen in het verslagjaar uit<br />

op 94 per deelnemer per jaar. In 2007 bedroegen de<br />

kosten 79 per deelnemer. De totale pensioenbeheers -<br />

kosten stegen in het verslagjaar van bijna 6,3 naar 7,6<br />

miljoen. De stijging van de kosten wordt veroorzaakt door de<br />

invoering van de nieuwe communicatieverplichtingen, de<br />

verzwaring van de Pension Fund Governance-structuur en<br />

extra investeringen voor ICT. Verder is geïnvesteerd in compliance<br />

en risicomanagement in lijn met de verhoogde eisen<br />

van de toezichthouders.<br />

<strong>PGB</strong> vergeleek in <strong>2008</strong> haar prestaties met die van andere<br />

pensioenfondsen door te participeren in de CEM-benchmark<br />

(Cost Effectiveness Measurement). CEM analyseert de<br />

kosten die fondsen maken voor pensioenbeheer en brengt<br />

de service die bestuurders, werkgevers en deelnemers<br />

wordt geboden in kaart. De gemiddelde kostprijs van de<br />

peergroup van pensioenfondsen bedroeg in 2007 119.<br />

De servicescore voor <strong>PGB</strong> lag iets boven de gemiddelde<br />

servicescore: 69 om 67. <strong>PGB</strong> berekent voor haar<br />

belanghebbenden dus relatief lage kosten bij een meer dan<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 12


Verslag van het bestuur<br />

gemiddeld serviceniveau.<br />

Met betrekking tot het vermogensbeheer streeft het bestuur<br />

naar een structurele outperformance ten opzichte van de<br />

gekozen benchmark. <strong>PGB</strong> scoorde 20,7% bij een benchmark<br />

van 19,0%. De outperformance is in tegenstelling tot<br />

de vier voorgaande jaren niet gerealiseerd omdat door de<br />

kredietcrisis bedrijfsleningen het zeer slecht hebben gedaan<br />

ten opzichte van staatsleningen. Het fonds was voor een<br />

aanzienlijk deel van de portefeuille belegd in deze bedrijfs -<br />

leningen, terwijl de benchmark uit staatsleningen bestaat.<br />

De kosten voor het vermogensbeheer zijn 21 miljoen (v.j.<br />

21 miljoen).<br />

Tot slot<br />

Het bestuur bedankt de Deelnemersraad, het Verantwoor -<br />

dingsorgaan en de Commissie voor Beleggingen en Risicomanagement<br />

voor de waardevolle inbreng in <strong>2008</strong>. Veel<br />

waar dering is er ook voor directie, medewerkers en Onder -<br />

nemingsraad van de uitvoeringsorganisatie die voor de<br />

uitdaging stonden om op een efficiënte wijze de juiste accenten<br />

te blijven leggen in een sterk veranderende omgeving.<br />

GOED PENSIOENFONDSBESTUUR<br />

De Pensioenwet eist van pensioenfondsen dat zij aantonen<br />

dat het bestuur bij hen in goede handen is. Er zijn principes<br />

opgesteld voor verantwoording en toezicht, zorgvuldig pensioenbestuur<br />

en tenslotte openheid en communicatie. Pensioenfondsen<br />

worden geacht antwoord te geven op de<br />

vraag op welke manier zij het eigen functioneren denken te<br />

verbeteren. In het pensioendomein wordt dan gesproken<br />

over Pension Fund Governance (PFG).<br />

<strong>PGB</strong> werkt volgens een model waarin een kernbestuur van<br />

vier leden belast is met de dagelijkse gang van zaken. Daarnaast<br />

is er een algemeen bestuur (acht leden) dat meer op<br />

afstand staat. Het algemeen bestuur komt in de praktijk ten<br />

minste zes keer per jaar in vergadering bijeen. Bij deze vergaderingen<br />

is de directie van de uitvoeringsorganisatie aanwezig.<br />

Het dagelijks bestuur komt één keer per drie weken<br />

bijeen om de lopende zaken te bespreken.<br />

Commissie voor Beleggingen en Risicomanagement<br />

Op het gebied van beleggingen en risicomanagement laat<br />

het bestuur zich adviseren door de Commissie voor Beleggingen<br />

en Risicomanagement. De commissie is belast met<br />

het beleggen van de beschikbare middelen, het beheer van<br />

het vermogen op basis van het door het bestuur vastgestelde<br />

beleggingsbeleid en risicomanagement. De Commissie<br />

komt ten minste zes keer per jaar in een reguliere vergadering<br />

bijeen.<br />

Verantwoordingsorgaan<br />

Over het gevoerde beleid en de naleving van de principes<br />

van goed pensioenfondsbestuur wordt door het bestuur verantwoording<br />

afgelegd aan het Verantwoordingsorgaan. In dit<br />

orgaan zijn de deelnemers, de gepensioneerden en de<br />

werkgevers vertegenwoordigd. Het Verantwoordingsorgaan<br />

heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen<br />

van het bestuur, over het gevoerde beleid en over de<br />

beleidskeuzes voor de toekomst. De leden worden voorgedragen<br />

door werknemers-, werkgevers- en ouderenorgani -<br />

saties uit de branche. Het Verantwoordingsorgaan is in het<br />

verslagjaar ingesteld naast de al bestaande Deelnemersraad<br />

waarmee het bestuur in het kader van medezeggenschap<br />

overlegt. Bestuur en Verantwoordingsorgaan hebben in<br />

<strong>2008</strong> tweemaal overlegd.<br />

Vanaf 2009 worden er jaarlijks minimaal twee reguliere vergaderingen<br />

van de Deelnemersraad en het Verantwoordings -<br />

orgaan gepland, waarvoor ook het dagelijks bestuur en de<br />

directie van de uitvoeringsorganisatie worden uitgenodigd.<br />

De samenstelling van het orgaan, de agenda voor de vergadering<br />

met het bestuur en de notulen van de vergadering<br />

worden via de website van het fonds gepubliceerd.<br />

Visitatiecommissie<br />

Naast het Verantwoordingsorgaan heeft <strong>PGB</strong> voor instelling<br />

van een zogenaamde Visitatiecommissie gekozen als vorm<br />

van extra toezicht op de bedrijfsvoering. Onafhankelijke pensioendeskundigen<br />

houden in deze Visitatiecommissie<br />

toezicht op het functioneren van het bestuur. De commissie<br />

beoordeelt met ingang van 2009 vooralsnog één keer per<br />

jaar de beleids- en bestuursprocedures, de aansturing van<br />

het pensioenfonds en de keuzes in het hanteren van de<br />

risicos op langere termijn. De opdrachtformulering en de<br />

samenstelling van de Visitatiecommissie staan voor de<br />

eerste helft 2009 op de agenda. In de tweede helft van dat<br />

jaar wordt een start gemaakt met het functioneren van deze<br />

commissie.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 13


Verslag van het bestuur<br />

Klachten<br />

Het pensioenfonds hecht veel waarde aan een correcte<br />

behandeling van de werkgevers en deelnemers. Naast de al<br />

bestaande geschillenregeling is met ingang van 1 januari<br />

<strong>2008</strong> een klachtenregeling ingericht. Een klacht betreft de<br />

manier waarop werkgevers en deelnemers door de uitvoeringsorganisatie<br />

zijn behandeld. Een geschil heeft betrekking<br />

op de manier waarop de pensioenregeling is toegepast. Met<br />

klachten over de dienstverlening kan men zich in eerste<br />

instantie wenden tot de directie van de uitvoeringsorgani -<br />

satie GBF. Wanneer men het niet eens is met de gekozen<br />

oplossing, kunnen klachten worden voorgelegd aan de<br />

Klachtencommissie <strong>PGB</strong>. In de klachtencommissie zitten<br />

twee leden van het bestuur van het pensioenfonds: een<br />

werknemersbestuurslid en een werkgeversbestuurslid. De<br />

commissie neemt binnen twee maanden na ontvangst van<br />

de klacht een bindende beslissing.<br />

Organisatie<br />

De organisatie van en het speelveld rond <strong>PGB</strong> ziet er<br />

schematisch als volgt uit:<br />

Deskundigheidsbevordering<br />

De Pensioenwet verplicht het bestuur om als collectief over<br />

de vereiste deskundigheid te beschikken. De beleidsaandachtsgebieden<br />

van het fonds zijn geclusterd (pensioenbeleid,<br />

beleggingen, bedrijfsvoering en communicatie) en op<br />

basis van kennis en ervaring tussen de bestuurders<br />

verdeeld. De deskundigheidseisen voor bestuurders zijn<br />

aangescherpt en er is een procedure voor de evaluatie van<br />

het functioneren van de bestuursleden. Per aandachtsgebied<br />

dienen er minimaal twee bestuurders te zijn die<br />

beschikken over twee jaar ervaring in het besturen van een<br />

organisatie in relatie tot het aandachtsgebied.<br />

Het bestuur stelt jaarlijks een opleidingsplan vast, waarin<br />

wordt aangegeven op welke onderdelen de deskundigheid<br />

via cursussen, seminars en workshops op peil wordt<br />

gehouden. De deskundigheid wordt jaarlijks getoetst. Voor<br />

de evaluatie van de deskundigheid en het functioneren<br />

wordt gebruik gemaakt van een onafhankelijk online onderzoek.<br />

De uitkomsten worden besproken in de bestuursvergaderingen<br />

en daar waar nodig worden beheersmaatregelen<br />

genomen om de kwaliteit van het bestuur te versterken.<br />

Compliance<br />

<strong>PGB</strong> hecht veel waarde aan de naleving van wet- en regelgeving.<br />

Professionaliteit, betrouwbaarheid en transparantie<br />

zijn voor het fonds belangrijke kernwaarden. Daarom ziet het<br />

fonds ook toe op de naleving van de relevante wet- en<br />

regelgeving. Mede naar aanleiding van de door de DNB aan<br />

de uitvoeringsorganisatie opgelegde bestuurlijke boete voor<br />

communicatie is het toezicht op naleving geïntensiveerd.<br />

Toelichting:<br />

Het bestuur van het pensioenfonds pleegt overleg met de directie<br />

van de uitvoeringsorganisatie, Commissie voor Beleggingen en risicomanagement,<br />

Verantwoordingsorgaan, Visitatiecommissie en<br />

Deelnemersraad. Het pensioenfonds staat onder financieel<br />

toezicht van De Nederlandsche Bank. De Autoriteit Financiële<br />

Markten houdt toezicht op de communicatie-uitingen. Het<br />

klantenpanel toetst en adviseert over de begrijpelijkheid van de<br />

pensioencommunicatie. Voor meer informatie over de organisatie<br />

zie bijlage II.<br />

<strong>PGB</strong> staat onder toezicht van DNB en AFM. Het financieel<br />

toezicht vanuit DNB richt zich op de financiële soliditeit van<br />

het fonds en de stabiliteit van de sector. Het gedragstoezicht<br />

door de AFM richt zich op transparante communicatie en de<br />

marktverhoudingen tussen pensioenuitvoerders. Met DNB<br />

wordt periodiek overlegd over alle wijzigingen in statuten,<br />

reglementen, ABTN en nieuw beleid op basis van uitkomsten<br />

van ALM- en continuïteitsanalyses. Eind <strong>2008</strong> is daar<br />

de maandelijkse communicatie over de dekkingsgraad en<br />

het reserve- en dekkingstekort bijgekomen. Op verzoek<br />

wordt aan DNB en AFM algemene informatie verstrekt in de<br />

vorm van enquêtes, bijvoorbeeld in het kader van PFG.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 14


Verslag van het bestuur<br />

Gedragscode<br />

<strong>PGB</strong> heeft voor de aan het fonds verbonden personen<br />

(leden van het bestuur en adviseurs van de Commissie voor<br />

Beleggingen en risicomanagement) een gedragscode<br />

opgesteld. In <strong>2008</strong> is de code aangepast. De gedragscode<br />

is gebaseerd op de modelgedragscode die door de pensioenkoepels<br />

is opgesteld. Doel van de gedragscode is het<br />

stellen van regels en richtlijnen voor verbonden personen ter<br />

voorkoming van belangenconflicten en ter voorkoming van<br />

misbruik van vertrouwelijke informatie voor privédoeleinden.<br />

De bestuurders, medewerkers van de uitvoeringsorganisatie<br />

en adviseurs verklaren schriftelijk de gedragscode na te<br />

zullen leven.<br />

Toezichthouder<br />

Tussen pensioenfonds en de toezichthouder vindt op regu -<br />

liere basis overleg plaats; zo ook met <strong>PGB</strong>. Daarin worden<br />

de actuele ontwikkelingen bij het pensioenfonds besproken.<br />

Gezien de ontwikkelingen op financiële markten en de<br />

impact daarvan op de pensioensector heeft DNB in de loop<br />

van het jaar in toenemende mate aandacht besteed aan de<br />

ontwikkeling van de dekkingsgraad. Pensioenfondsen dienden<br />

daar in de 2e helft van <strong>2008</strong> maandelijks over te rapporteren.<br />

Tevens is in de 2e helft van het jaar een vertegenwoordiging<br />

van DNB op bezoek geweest en heeft toen in<br />

het kader van bovengenoemd regulier overleg met enige<br />

bestuursleden gesproken over de genoemde ontwikkelingen,<br />

de financiële opzet, het beleggings- en risicobeleid en<br />

een evaluatie van een in 2007 gehouden onderzoek. Afwikkeling<br />

van de daarin geconstateerde bevindingen vindt naar<br />

tevredenheid plaats, er doen zich geen serieuze zaken voor.<br />

Uitbestedingsovereenkomst<br />

Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de<br />

pensioenregeling zoals vastgelegd in de statuten en reglementen<br />

en het beleid dienaangaande.<br />

De administratie en communicatie, het vermogensbeheer en<br />

de beleids- en bestuursondersteuning ten behoeve van de<br />

uitvoering van de pensioenregeling heeft het fonds conform<br />

de eisen van de PW ondergebracht bij een uitvoeringsorga -<br />

nisatie. Voor <strong>PGB</strong> is de Grafische Bedrijfsfondsen (GBF) de<br />

uitvoerder. Bij de uitbesteding van de diensten zijn de taken<br />

en verantwoordelijkheden van de uitvoeringsorganisatie vastgelegd<br />

in een uitbestedingsovereenkomst. In de overeen -<br />

komst zijn afspraken gemaakt over de prijs/kwaliteitsverhouding<br />

van de dienstverlening. De serviceniveaus zijn vastgelegd<br />

in een Service Level Agreement. De uitvoerings -<br />

organisatie geeft op kwartaalbasis inzicht in de behaalde<br />

resultaten.<br />

De huidige uitbestedingsovereenkomst is aangegaan tot<br />

2010. Het fonds heeft de intentie om gedurende de<br />

resterende looptijd van het contract te werken aan de contouren<br />

voor een meerjarenovereenkomst.<br />

Bestuursvergaderingen<br />

Het bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaar regulier<br />

zeven maal vergaderd. De belangrijkste onderwerpen waren,<br />

naast de reguliere beleidscyclus, de gevolgen van de<br />

krediet crisis voor het fonds, de continuïteitsanalyse en het<br />

toe slagbeleid. In het kader van de reguliere beleidscyclus<br />

heeft het bestuur onder meer vergaderd over: de jaarreke -<br />

ning, de ABTN, het communicatieplan, maatschappelijk verantwoord<br />

ondernemen, de overeenkomst met de uitvoeringsinstelling,<br />

de uitkomsten van de risicoanalyse ten<br />

aanzien van de ope rationele risicos en de adviezen van de<br />

beleggingscommissie, in het bijzonder het beleggingsplan en<br />

de normportefeuille. Daarnaast hebben tussentijds extra vergaderingen<br />

plaatsgevonden in verband met de financiële<br />

positie van het fonds en is er overleg geweest met het<br />

bestuur van de uitvoeringsorganisatie.<br />

Verantwoord beleggen<br />

Maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) is beleggen<br />

op grond van financiële, sociale, governance en milieuoverwegingen.<br />

<strong>PGB</strong> streeft naar een zo hoog en zo stabiel<br />

mogelijk rendement maar niet ten koste van alles. Het fonds<br />

gaat er vanuit dat financieel en maatschappelijk rendement<br />

op lange termijn samengaan. Daardoor kan ook in de<br />

toekomst een goed en betaalbaar pensioen worden verzorgd.<br />

Dat pensioen kan dan genoten worden in een leefbare<br />

wereld.<br />

<strong>PGB</strong> heeft eind 2007 de invulling van haar maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid aangescherpt en in <strong>2008</strong> geëffectueerd.<br />

Zij streeft ernaar om met een specialistisch<br />

netwerk van partners een zo optimaal mogelijk rendement<br />

op het gebied van MVB te creëren. Het beleid wordt over<br />

zoveel mogelijk beleggingscategorieën uitgewerkt. Bij de<br />

selectie van beleggingsfondsen genieten beleggers die<br />

maatschappelijk verantwoord beleggen praktiseren, de<br />

voorkeur.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 15


Verslag van het bestuur<br />

<strong>PGB</strong> heeft het MVB-beleid langs de volgende sporen uitgezet:<br />

Uitsluitingsbeleid<br />

Het fonds beoordeelt ieder kwartaal haar beleggingsportefeuille<br />

vanuit het perspectief van maatschappelijk verant woord<br />

beleggen. In dat kader worden de tien Global Compact Principles<br />

van de Verenigde Naties (VN) actief gehan teerd en<br />

wordt er niet belegd in bedrijven die zich bezig houden met de<br />

productie van en handel in controversiële wapens. De<br />

principes van de VN hebben betrekking op de naleving van<br />

internationaal erkende mensenrechten, de ondersteuning van<br />

arbeidsstandaarden, de aandacht voor het milieu en de<br />

bestrijding van corruptie. Bij de controversiële wapens gaat<br />

het om oorlogsmaterieel dat wordt gebruikt om veel slacht -<br />

offers te maken zoals anti-persoonsmijnen, clusterbommen<br />

en chemische en biologische wapens.<br />

De beleggingsportefeuille wordt nagelopen op grond van<br />

deze uitgangspunten. Het fonds maakt daarbij gebruik van<br />

de diensten van Dutch Sustainability Research (DSR). Op<br />

kwartaalbasis krijgt <strong>PGB</strong> een lijst van bedrijven die uitge -<br />

sloten worden van belegging. Bedrijven die niet voldoen aan<br />

de gestelde criteria worden geweerd uit de portefeuille.<br />

Externe managers moeten zich ook aan deze lijst houden.<br />

MSCI krijgt deze zwarte lijst ook en levert de aangepaste<br />

indices aan externe managers, zodat hun prestaties tegen<br />

een juiste benchmark kunnen worden afgezet. Het beleid<br />

van uitsluiting is in het laatste kwartaal van <strong>2008</strong> ingevoerd.<br />

Best-in-class<br />

Ondernemingen die goed scoren op duurzaamheidscriteria<br />

zullen naar verwachting op de langere termijn beter pres -<br />

teren dan ondernemingen die dat niet doen. Daarom heeft<br />

<strong>PGB</strong> in september <strong>2008</strong> 60 miljoen ondergebracht bij vermogensbeheerder<br />

Threadneedle voor een speciaal wereldwijd<br />

aandelenmandaat. Daar vormt de analyse van en controle<br />

op de manier waarop bedrijven worden geleid, inclusief<br />

maatschappelijk en ethisch beleid, een essentieel onderdeel<br />

van de besluitvorming. Bedrijven die op deze punten goed<br />

scoren worden in de portefeuille opgenomen en bedrijven<br />

met een slechte score worden gemeden.<br />

Duurzaamheidsinvesteringen<br />

Duurzaamheidsinvesteringen zijn themabeleggingen zoals<br />

groene beleggingen in wind- en zonne-energie, technologieën<br />

voor optimale energiebenutting of energiebesparing en<br />

beleggingen met een sterke maatschappelijke focus zoals<br />

investeringen in ouderenwoningen of microfinanciering. Het<br />

fonds deed in <strong>2008</strong> een eerste investering van 25 miljoen<br />

in een fonds dat beleggers de mogelijkheid biedt om risicodragend<br />

kapitaal te investeren in duurzame energieprojecten.<br />

Duurzame energie is een belangrijke groeimarkt om<br />

aan de stijgende energievraag te voldoen, waarbij financieel<br />

en maatschappelijk rendement samengaan.<br />

Stemmen<br />

Er is een Nederlandse code voor corporate governance (CG)<br />

opgesteld. In deze code zijn kwaliteitseisen geformuleerd<br />

voor deugdelijk ondernemingsbestuur. Onderdeel van de<br />

code is onder andere ook dat pensioenfondsen gebruikmaken<br />

van hun rechten als aandeelhouder en dat ze daarvan<br />

verslag doen. Voor uitvoering van het corporate governance<br />

beleid heeft <strong>PGB</strong> aansluiting gezocht bij verschillende<br />

belangenbehartigers.<br />

Eumedion<br />

<strong>PGB</strong> is betrokken bij Eumedion dat de belangen van institutionele<br />

beleggers op het gebied van CG behartigt. Eumedion<br />

wil bijdragen aan de ontwikkeling van een goede corporate<br />

governance en de naleving van de afgesproken codes<br />

bevorderen.<br />

Stemgedrag<br />

<strong>PGB</strong> heeft voor het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen<br />

stembeleid en richtlijnen opgesteld. Er zijn twee ma -<br />

nieren van stemmen tijdens aandeelhoudersvergaderingen.<br />

Op de eerste plaats door persoonlijke deelname aan de vergadering.<br />

Op de tweede plaats door bij volmacht de stem<br />

uit te laten brengen. <strong>PGB</strong> belegt wereldwijd. Het bijwonen<br />

van alle vergaderingen van aandeelhouders is gezien de<br />

omvang van de beleggingsorganisatie onmogelijk.<br />

Stemgedrag Nederland<br />

In <strong>2008</strong> zijn door het fonds aandeelhoudersvergaderingen<br />

bezocht van Nederlandse bedrijven. Wanneer <strong>PGB</strong> in Neder -<br />

land niet zelf deelneemt aan een aandeelhoudersvergadering,<br />

wordt een volmacht gegeven aan een andere institutionele<br />

belegger met wie wordt samengewerkt. In overleg<br />

wordt het stembeleid bepaald. <strong>PGB</strong> heeft in <strong>2008</strong> op 15<br />

aandeelhoudersvergaderingen zelf (5) of via volmacht (10)<br />

gestemd.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 16


Verslag van het bestuur<br />

Stemgedrag Europa<br />

Voor het stemmen in de vergaderingen van aandeelhouders<br />

van Europese bedrijven maakt <strong>PGB</strong> gebruik van de diensten<br />

van RiskMetrics/ISS. Dit gebeurt volgens een standaard<br />

stembeleid dat door RiskMetrics is opgesteld op basis van<br />

de belangen van institutionele beleggers. <strong>PGB</strong> heeft in <strong>2008</strong><br />

via een volmacht op 541 aandeelhoudersvergaderingen van<br />

Europese bedrijven gestemd.<br />

Engagement<br />

In specifieke gevallen kan <strong>PGB</strong> de dialoog aangaan met<br />

ondernemingen. <strong>PGB</strong> heeft hiervoor ook aansluiting gezocht<br />

bij stichting Het Governance Platform. Het Platform vertegenwoordigt<br />

pensioenfondsen bij hun streven om ondernemingen<br />

de principes van goed bestuur te laten naleven. Via<br />

het Platform laat <strong>PGB</strong> samen met andere deelnemers zijn<br />

stem horen in een directe dialoog met Nederlandse<br />

beursgenoteerde ondernemingen. Bij niet-beursgenoteerde<br />

bedrijven, waar Private Equity vaak in belegt en zelf<br />

onderdeel van is, ontstaat meer behoefte aan transparantie.<br />

<strong>PGB</strong> heeft in <strong>2008</strong> via Het Governance Platform de dialoog<br />

gezocht met negen Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen.<br />

In 2009 zal dit worden uitgebreid met Europese<br />

bedrijven.<br />

Als praten niet meer helpt, kan tot slot over worden gegaan<br />

tot een juridische procedure. In de Verenigde Staten zijn dit<br />

bijvoorbeeld de class actions en SEC-procedures, in<br />

Europa bestaan vergelijkbare juridische procedures. Waar<br />

<strong>PGB</strong> in het bezit is van de betreffende aandelen worden<br />

claims ingediend om het haar toekomende deel van de te<br />

verdelen gelden ontvangen.<br />

beleid als de informatieverplichtingen. Daarnaast worden<br />

ook hoge eisen gesteld aan goed pensioenfondsbestuur en<br />

de wijze waarop toezicht wordt gehouden en verantwoor -<br />

ding wordt afgelegd. De kosten voor de pensioenuitvoering<br />

lopen daardoor op. Dit effect wordt versterkt door de<br />

krimpende branche.<br />

Om de onderscheidende prijs/kwaliteitsverhouding voor<br />

deelnemers en werkgevers minimaal te kunnen continueren<br />

en een kwalitatief adequate invulling te kunnen geven aan<br />

goed pensioenfondsbestuur, wordt schaalgrootte steeds<br />

belang rijker. De optimale omvang van een pensioenfonds lag<br />

in 2007 rond de 100.000 deelnemers (bron: CEM benchmarkonderzoek<br />

<strong>2008</strong>) en zal naar verwachting jaarlijks met<br />

10% oplopen. Het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden<br />

bij <strong>PGB</strong> komt ultimo <strong>2008</strong> uit op 82.500. Om<br />

in het pensioendomein met vermogensbeheer te kunnen<br />

overleven is volgens pensioenexperts naar verwachting op<br />

termijn minimaal een schaal nodig van 20 tot 25 miljard.<br />

<strong>PGB</strong> wil in het kader van verdere verbreding van haar<br />

draagvlak, in overleg met sociale partners en in samenwerking<br />

met ondernemings- en bedrijfstakfondsen, uiteindelijk<br />

komen tot één overkoepelend pensioenfonds voor de media -<br />

sector. Het fonds beweegt zich binnen de mediasector<br />

momenteel op twee deelmarkten: het grafimediabedrijf en<br />

het uitgeverijbedrijf. Op de grafimediamarkt is de uitvoering<br />

gebaseerd op een verplichtgestelde pensioenregeling. In het<br />

uitgeverijbedrijf vindt de uitvoering op ondernemingsniveau<br />

plaats op basis van vrijwilligheid.<br />

FINANCIEEL BELEID<br />

Strategische oriëntatie en acquisities<br />

De grafimediasector is aan sterke verandering onderhevig.<br />

De sector krimpt niet alleen, zij verandert ook sterk onder<br />

invloed van technologische ontwikkelingen. Als gevolg daarvan<br />

vindt er in de bedrijfskolom voorwaartse én achterwaartse<br />

integratie van bedrijfsactiviteiten plaats. Deze<br />

ontwikkelingen brengen met zich mee dat er een steeds<br />

sterker accent op ICT komt te liggen in de bedrijfsactiviteiten<br />

van de bij <strong>PGB</strong> aangesloten bedrijven hetgeen leidt tot een<br />

geringere personele bezetting.<br />

De Pensioenwet heeft geleid tot een toename van het<br />

toezicht en een strakkere regulering van zowel het financieel<br />

In 2007 werd in het <strong>jaarverslag</strong> de verwachting uitgesproken<br />

dat de crisis tot een groeivertraging van de economie zal leiden<br />

waarbij een systeemrisico niet werd uitgesloten. Nu, een<br />

jaar verder, is duidelijk geworden welke impact de crisis<br />

heeft op de reële economie en de financiële positie van pensioenfondsen.<br />

Ook <strong>PGB</strong> is als gevolg van de combinatie van<br />

een dalende rente en afname van het fondsvermogen in<br />

haar financiële positie hard geraakt.<br />

Het pensioenvermogen nam in <strong>2008</strong> door de beleggingsresultaten<br />

(een rendement van 17,8%) af met 1.548<br />

miljoen van 9.759 miljoen naar 8.211 miljoen. De<br />

voorziening voor de pensioenverplichtingen liep als gevolg<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 17


Verslag van het bestuur<br />

van de dalende marktrente op van 6.577 miljoen naar<br />

8.480 miljoen. Door deze ontwikkelingen daalde de<br />

dekkingsgraad van 148% naar 97%.<br />

Daarmee is het fonds vanuit een solide en gezonde vermogenspositie<br />

terechtgekomen in een situatie van onder -<br />

dekking. De waarde van de beleggingen is dan kleiner dan<br />

de waarde van de pensioenverplichtingen. De omzetting van<br />

de voorwaardelijke backservice-aanspraken (0,20% per<br />

grafisch dienstjaar voor 2006) in onvoorwaardelijke<br />

aanspraken voor het geboortejaar 1949, zijn hierin verwerkt.<br />

In <strong>2008</strong> bedraagt de vereiste dekkingsgraad op marktwaarde<br />

voor het fonds 114%.<br />

Financieel Toetsingskader discontering tegen de rentetermijn -<br />

structuur van DNB (bedragen in miljoenen euro’s)<br />

Ultimo <strong>2008</strong> Ultimo 2007<br />

Totaal vermogen 8.211 9.759<br />

Pensioenverplichtingen 8.480 6.577<br />

Reserves 268 3.182<br />

Dekkingsgraad 97% 148%<br />

Vereiste dekkingsgraad 114% 118%<br />

Saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als<br />

volgt worden geanalyseerd:<br />

<strong>2008</strong> 2007 2006<br />

Premieresultaat 75 37 19<br />

Interestresultaat 3.567 440 500<br />

Overig resultaat 41 103 62<br />

− 3.451 580 581<br />

Dekkingsgraad en financieel beleid<br />

Sociale partners in de grafimediasector hebben de ambitie<br />

om een pensioenregeling te verzorgen waarbij toeslagverle -<br />

ning op basis van de (geschoonde) prijsindex mogelijk is.<br />

Aan de hand van een ALM-studie worden de beleidsuitgangspunten<br />

voor het financieel beleid geformuleerd en<br />

iedere drie jaar geëvalueerd. Het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid<br />

van <strong>PGB</strong> wordt nu zo ingezet dat de<br />

streefdekkingsgraad van 150% die voor toeslagverlening<br />

nodig is binnen 15 jaar bereikt zou kunnen worden.<br />

Voor de inrichting van het financieel beleid van het pensioenfonds<br />

wordt gebruik gemaakt van een integrale beleids -<br />

staffel. Het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid van het<br />

fonds hangen daarin samen met de ontwikkeling van de<br />

dekkingsgraad. Het bestuur kan, als de omstandigheden<br />

daar aanleiding toe geven, in positieve of negatieve zin<br />

afwijken. Met het advies van de beleidsstaffel kan door het<br />

bestuur adequaat worden ingespeeld op de als gevolg van<br />

het nieuwe Financiële Toetsingskader gewijzigde<br />

omstandigheden. Werkgevers en deelnemers krijgen op<br />

grond van de staffel bovendien meer zicht op de mogelijke<br />

ontwikkelingen met betrekking tot de premiestelling en/of<br />

toeslagverlening.<br />

Toeslagverlening<br />

De toeslag op aanspraken en uitkeringen wordt bij <strong>PGB</strong><br />

voorwaardelijk verstrekt. Er is geen recht op een toeslag en<br />

het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen<br />

zullen worden verleend. Er is geen geld voor gereserveerd of<br />

extra premie voor gevraagd. Toeslagen worden betaald uit<br />

de extra beleggingsopbrengsten. Dat brengt met zich mee<br />

dat de pensioenaanspraken en uitkeringen alleen dan kunnen<br />

worden aangepast als het bestuur, na overleg met de<br />

Deelnemersraad, vindt dat de financiële middelen van het<br />

fonds daarvoor toereikend zijn. De ambitie van het fonds is<br />

de (ingegane) pensioenen aan te passen aan de prijsontwikkeling<br />

in Nederland en daarmee dus waardevast te houden.<br />

Voor het antwoord op de vraag of er voldoende middelen<br />

beschikbaar zijn om een toeslag te verlenen en in welke<br />

mate, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad aan de<br />

afgesproken Richtlijn premie en toeslagverlening. Al naar<br />

gelang de omstandigheden kan het bestuur hiervan<br />

afwijken. Het bestuur besloot eind 2007, na een positief<br />

advies van de deelnemersraad, om de tot en met 2007<br />

opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane uitkeringen<br />

met ingang van 1 januari <strong>2008</strong> te verhogen met 1%. Daarnaast<br />

is besloten om een inhaalindexatie te verlenen van<br />

1,09%. De dekkingsgraad bevond zich op het moment van<br />

de besluitvorming tussen de 140 en 150%.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 18


Verslag van het bestuur<br />

Vanaf de tweede helft van <strong>2008</strong> is de dekkingsgraad in een<br />

sterk neergaande spiraal terechtgekomen. Met name in het<br />

laatste kwartaal was sprake van een sterke daling.<br />

Dekkingsgraad<br />

Premiebeleid<br />

Het bestuur bepaalt jaarlijks de kostendekkende premie voor<br />

deelname aan de basispensioenregeling van <strong>PGB</strong>. Om premiefluctuaties<br />

te dempen wordt de kostendekkende premie<br />

gebaseerd op een inschatting van het op lange termijn<br />

verwachte beleggingsrendement. De Richtlijn besluitvorming<br />

toeslagverlening en premie wordt eens in de drie jaar, mede<br />

aan de hand van een nieuwe ALM-studie, geëvalueerd. Eind<br />

<strong>2008</strong>, begin 2009 is weer het moment voor toetsing. De<br />

financiële positie ultimo <strong>2008</strong> wordt daarbij als uitgangspunt<br />

genomen.<br />

Naar aanleiding van de verslechterde financiële positie van<br />

het fonds heeft het bestuur bij haar besluitvorming voor<br />

toeslagverlening over de tot en met 31 december <strong>2008</strong><br />

opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenen,<br />

besloten om per 1 januari 2009 af te wijken van de Richtlijn.<br />

Bij de besluitvorming over de toeslagverlening wordt normaal<br />

gesproken de gemiddeld gewogen dekkingsgraad over<br />

de maanden juli, augustus en september als referentie<br />

genomen. De gemiddelde dekkingsgraad over deze periode<br />

kwam uit op 129%. De Richtlijn stelt bij die dekkingsgraad<br />

gedeeltelijke toeslagverlening voor. Echter, de dekkingsgraad<br />

van het pensioenfonds is, zoals de grafiek laat zien, na september<br />

sterk gedaald. Eind november bedroeg de dekkingsgraad<br />

96,3%. Door de pensioenen te verhogen zou de<br />

financiële positie verder verslechteren. Het bestuur heeft<br />

daarom na een positief advies van de Deelnemersraad in<br />

december besloten om de toeslag niet te verlenen.<br />

Het fonds heeft de laatste 5 jaar de volgende toeslagen verleend:<br />

datum verstrekte niet inhaaltoeslag<br />

verstrekte toeslag<br />

toeslag<br />

01-01-2009 3,00% <br />

01-01-<strong>2008</strong> 1,00% 1,09%<br />

01-01-2007 1,50% 0,30 <br />

01-01-2006 1,00 0,55 <br />

01-01-2005 1,09 <br />

De premie voor <strong>2008</strong> voor deelname aan de basispensioenpremie<br />

was ten opzichte van 2007 verlaagd van 17,5% naar<br />

17% waarvan 6,50% voor de werknemer. De daling hield<br />

verband met de hoogte van de dekkingsgraad van het fonds<br />

op het moment dat de premie voor <strong>2008</strong> werd vastgesteld.<br />

Conform het advies van de Richtlijn werd besloten de premie<br />

te verlagen.<br />

Ultimo <strong>2008</strong> is besloten om gezien de financiële positie van<br />

het fonds de basispremie in 2009 conform het advies van<br />

de Richtlijn te verhogen van 17% naar 19,5%. Het werknemersdeel<br />

stijgt van 6,50% naar 7,75% en de werkgevers -<br />

premie van 10,5% naar 11,75%. De premies worden berekend<br />

over de pensioengrondslag, het loon minus de franchise.<br />

BELEGGINGSBELEID<br />

Op basis van een ALM-studie, die om de drie jaar door het<br />

fonds wordt uitgevoerd, is voor het vermogensbeheer een<br />

strategie uitgezet en een beleggingsmix bepaald, voorzien<br />

van bandbreedten voor tactisch beleid. Het gaat hierbij om<br />

de verdeling tussen vastrentende waarden, aandelen, vastgoed<br />

en alternatieve beleggingen en de mate waarin van<br />

deze vastgestelde verdeling kan worden afgeweken.<br />

Daarnaast is in het strategisch beleid opgenomen om valutarisico<br />

af te dekken en tevens via het afsluiten van<br />

renteswaps het renterisico, voortkomend uit het verschil in<br />

rentegevoeligheid van de beleggingen en verplichtingen,<br />

voor een deel af te dekken.<br />

Toelichting:<br />

Het totaal van de niet verstrekte toeslagen is daarmee gekomen<br />

op 3,85% (0,55% + 0,30% + 3,00%).<br />

<strong>PGB</strong> heeft ervoor gekozen om voor het grootste deel van<br />

haar wereldwijde aandelenportefeuille (circa 90%) te werken<br />

met externe vermogensbeheerders. De inschatting is dat<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 19


Verslag van het bestuur<br />

alleen gekwalificeerde en gespecialiseerde beheerders in<br />

staat zijn om op langere termijn op specifieke markten extra<br />

rendement te realiseren. De beheerders hebben hiertoe verschillende<br />

mandaten gekregen. De GBF concentreert zich<br />

op het strategisch en tactisch aandelenbeleid en het<br />

selecteren en monitoren van de externe vermogensbeheerders.<br />

Daarnaast wordt een Europese aandelenportefeuille<br />

(circa 10%) intern beheerd.<br />

De activiteiten voor de beleggingsadministratie zijn<br />

uitbesteed aan de gespecialiseerde effectenbank KasBank.<br />

De GBF heeft toegang tot de systemen van de KasBank.<br />

Zodoende kan zij haar portfoliomanagement, inclusief performancemeting,<br />

riskmanagement, order- en cashmanagement,<br />

analyse en rapportage uitvoeren.<br />

Beleggingsplan en normportefeuille<br />

Jaarlijks wordt een beleggingsplan opgesteld waarin het te<br />

voeren tactische beleid, binnen het voornoemde strategisch<br />

beleid, voor het komend jaar wordt geformuleerd op basis<br />

van de rendementsverwachtingen en risicoinschattingen. In<br />

het beleggingsplan <strong>2008</strong> was het vermogen over de verschillende<br />

categorieën in procenten als volgt verdeeld:<br />

Mix normportefeuille Portefeuille<br />

<strong>2008</strong> ultimo 2007<br />

Vastrentende waarden 40 44<br />

Aandelen 43 45<br />

Vastgoed 8 8<br />

Alternatieve beleggingen 9 3<br />

In het beleggingsplan 2009 is de verdeling over de verschillende<br />

categorieën in procenten als volgt:<br />

Mix normportefeuille Mix normportefeuille<br />

2009 <strong>2008</strong><br />

Vastrentende waarden 45 40<br />

Aandelen 35 43<br />

Vastgoed 10 8<br />

Alternatieve beleggingen 10 9<br />

Extra zekerheid is ook gecreëerd door het renterisico,<br />

voortkomend uit het verschil in duration tussen de beleg -<br />

gingen en de verplichtingen, af te dekken en de valuata<br />

afdekking te continueren.<br />

Continuïteitsanalyse<br />

Naast de solvabiliteitstoets, waarbij wordt beoordeeld of<br />

pensioenfondsen beschikken over het minimum vereiste vermogen,<br />

hanteert de toezichthouder De Nederlandsche Bank<br />

(DNB) ook een continuïteitstoets. Bij de continuïteitsanalyse<br />

worden de verschillende beleidsinstrumenten die het fonds<br />

ter beschikking staan beoordeeld op effectiviteit. Op basis<br />

van de uitkomsten wordt een beeld verkregen van de<br />

verwachtingen en risicos van het beleid. Er wordt gebruik<br />

gemaakt van een stochastisch ALM-model met een horizon<br />

van 15 jaar. De invoerwaarden voor het uitvoeren van de<br />

studie sluiten aan op het beleidskader waarin de samenhang<br />

tussen premiehoogte, beleggingsmix en mogelijke toeslag -<br />

verlening is vastgelegd. Deze toets is vooral bedoeld om<br />

inzicht te krijgen in de financiële opzet van het fonds.<br />

Onder invloed van de kredietcrisis is het beleggingsbeleid in<br />

de loop van <strong>2008</strong> bijgesteld. <strong>PGB</strong> heeft gestuurd op reductie<br />

van het risico en op behoud van de dekkingsgraad. Om<br />

minder kwetsbaar te worden voor schommelingen van de<br />

aandelenkoersen was het fonds in de loop van <strong>2008</strong> gestart<br />

met het verminderen van haar aandelenbezit en het verwerven<br />

en uitbreiden van deelnemingen in infrastructuur en<br />

water en energievoorzieningen. De beleggingen in aandelen<br />

zijn afgebouwd van 43% naar 35%. Het fonds ziet zich<br />

als langetermijnbelegger en wil daarom weliswaar zekerheid<br />

en stabiliteit in de portefeuille inbouwen maar ook zorgen<br />

voor voldoende opwaarts potentieel om te kunnen profiteren<br />

van zich herstellende markten.<br />

In <strong>2008</strong>/2009 zijn twee continuïteitsanalyses uitgevoerd en<br />

gerapporteerd aan de toezichthouder DNB.<br />

In de eerste analyse die medio <strong>2008</strong> werd uitgevoerd op<br />

basis van de gegevens van 31 december 2007 en een<br />

dekkingsgraad van 148%, kwam het pensioenresultaat<br />

inclusief de voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de<br />

prijsindex bij een gelijkmatige ontwikkeling van de economie<br />

uit op circa 95% van de ambitie. De ambitie is een pensioenresultaat<br />

inclusief volledige toeslagverlening op basis<br />

van de prijsindex.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 20


Verslag van het bestuur<br />

In de tweede analyse op basis van de bestandgegevens van<br />

31 december <strong>2008</strong> en een dekkingsgraad van 97%, is<br />

opnieuw gekeken naar de kans op realisatie. Het pensioenresultaat<br />

inclusief voorwaardelijke toeslagverlening kwam<br />

toen uit op 45% van de ambitie.<br />

Het bestuur zal op basis van deze analyses en de ALMstudie<br />

in de eerste helft van 2009 de effectiviteit van de<br />

huidige beleidsstaffel evalueren en daar waar nodig haar<br />

instrumentarium aanpassen. De resultaten van de uitge voer -<br />

de analyses zijn ook gebruikt voor het kortetermijn her stelplan<br />

dat het fonds voor 1 april 2009 heeft ingediend bij DNB.<br />

In de toekomstparagraaf wordt verder stilgestaan bij de<br />

resultaten van de analyses en het herstelplan.<br />

PENSIOENBEHEER<br />

ONTWIKKELING PENSIOENREGELING<br />

Flexibilisering pensioen<br />

In het verslagjaar heeft het bestuur besloten met ingang van<br />

1 januari 2010 nieuwe uitbetalingsvarianten toe te voegen<br />

aan de bestaande keuzemogelijkheden. Naast het standaardpensioen,<br />

uitruil pensioen, getrapt pensioen en gelijk<br />

overlevingspensioen worden vervroegd/uitstel pensioen, een<br />

tijdelijk ouderdomspensioen (TOP-pensioen) en deeltijdpensioen<br />

geïntroduceerd. Deelnemers die op grond van hun<br />

leeftijd niet meer gebruik kunnen maken van de VUT-regeling<br />

worden zo in de gelegenheid gesteld om desgewenst eerder<br />

dan met 65 jaar te stoppen met werken.<br />

Vervroegd pensioen<br />

Bij vervroegd pensioen kunnen deelnemers zelf de pensioendatum<br />

bepalen. Dat moment kan liggen tussen 55 en<br />

70 jaar. De spilleeftijd blijft 65 jaar. De mogelijke overheidsmaatregelen<br />

met betrekking tot verhoging van de AOWleeftijd<br />

worden afgewacht. Bij vervroeging van de pensioendatum<br />

mist de deelnemer niet alleen de opbouw tot het<br />

65ste levensjaar. Ook wordt de uitkering herrekend op basis<br />

van actuariële vervroegingsfactoren. Eerder stoppen met<br />

werken kan ook in deeltijd. De deelnemer blijft dan in overleg<br />

met de werkgever gedeeltelijk in loondienst en blijft op grond<br />

daarvan pensioen opbouwen en gaat voor een deel met<br />

pensioen. Het fonds verwacht dat veel oudere werknemers<br />

van deze laatste optie gebruik zullen gaan maken.<br />

Tijdelijk Ouderdomspensioen (TOP)<br />

Omdat pensioengerechtigden voor het 65e jaar nog niet<br />

kunnen beschikken over de AOW wordt reglementair vanaf<br />

2010 de mogelijkheid geboden om een gedeelte van het<br />

levenslange ouderdomspensioen in te zetten voor TOP-pensioen.<br />

De deelnemer kan maximaal twee keer het AOWbedrag<br />

voor een gehuwde inzetten voor het tijdelijk ouderdomspensioen.<br />

Tegelijkertijd geldt als restrictie dat maximaal 50% van het<br />

oorspronkelijke pensioenrecht voor vervroeging en/of TOPpensioen<br />

mag worden gebruikt.<br />

Uitstel/deeltijd<br />

De pensioengerechtigde kan het pensioen ook geheel of<br />

gedeeltelijk uitstellen. Uitstel van de pensioendatum is alleen<br />

mogelijk indien en voor zover de dienstbetrekking blijft<br />

bestaan. Een werknemer kan alleen in overleg met de<br />

werkgever de pensioendatum tot uiterlijk het 70e jaar uitstellen.<br />

Door uitstel wordt het pensioen op basis van de<br />

vastgestelde uitstelfactoren verhoogd. Als de 100%-grens<br />

wordt bereikt, dient het ouderdomspensioen in te gaan maar<br />

kan de pensioengerechtigde daarnaast wel blijven werken.<br />

Entreeleeftijd vervallen<br />

Met ingang van <strong>2008</strong> is de minimum leeftijd voor deelname<br />

aan de pensioenregeling van 21 jaar komen te vervallen.<br />

Voor de werknemers die jonger zijn, betekent dit dat zij<br />

vanaf 1 januari <strong>2008</strong> pensioen opbouwen en premie betalen.<br />

Inlooprisico bij arbeidsongeschiktheid<br />

<strong>PGB</strong> heeft in lijn met het advies van de Vereniging van<br />

Bedrijfs takpensioenfondsen besloten het inlooprisico bij<br />

arbeidsongeschiktheid met ingang van 2009 te verzekeren<br />

en het uitlooprisico te laten vervallen. De gedachte achter<br />

het advies is dat als alle fondsen het inlooprisico dekken, de<br />

re-integrerende deelnemer geen opbouw kan mislopen. De<br />

verzekering wordt overgenomen door het nieuwe fonds.<br />

<strong>PGB</strong> blijft bij vertrek van de arbeidsongeschikte deelnemer<br />

de pensioenopbouw verzorgen naar de mate van arbeidsgeschiktheid.<br />

Als de mate van arbeidsongeschiktheid na<br />

beëindiging van de deelname afneemt, neemt ook de premievrije<br />

opbouw bij <strong>PGB</strong> af. Neemt de mate van arbeids -<br />

ongeschiktheid na beëindiging van de deelname toe, dan<br />

blijft de premievrije opbouw bij <strong>PGB</strong> onveranderd. Het<br />

nieuwe fonds neemt dan dat recht op premievrije opbouw<br />

onder het inlooprisico over.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 21


Verslag van het bestuur<br />

Pensioensparen<br />

Bij pensioensparen worden met de premie of eenmalige<br />

koopsom geen pensioenaanspraken ingekocht maar wordt<br />

de inleg gestort in het Pensioenfonds <strong>PGB</strong>. Bij pensionering<br />

wordt het dan opgebouwde kapitaal bij <strong>PGB</strong> omgezet naar<br />

pensioenaanspraken. De deelnemer loopt door deelname in<br />

het pensioenfonds geen extra risico ten opzichte van alle<br />

andere pensioendeelnemers. Hij participeert in het beleggingsbeleid<br />

en de beleggingsresultaten zoals die gelden voor<br />

het gehele fonds. Bij pensioensparen heeft de deelnemer<br />

een inleggarantie. De inleggarantie wordt gegeven als het<br />

oudste saldo minimaal 5 jaar heeft uitgestaan. Bij pensionering<br />

of overlijden voor pensionering wordt minimaal de som<br />

van alle stortingen uitgekeerd. Op het rendement worden<br />

uitsluitend administratiekosten in mindering gebracht. Het<br />

rendement wordt door het bestuur jaarlijks vastgesteld en<br />

gebaseerd op het totaal rendement van het pensioenfonds<br />

<strong>PGB</strong> (inclusief interest rate swaps) met een kostenafslag van<br />

1%. Deelnemers kunnen desgewenst tussentijds switchen<br />

van pensioensparen naar pensioeninkopen. Het premie -<br />

volume voor 52 deelnemers bedraagt in <strong>2008</strong> 0,30<br />

miljoen. Over <strong>2008</strong> bedroeg het rendement 18,8%, zijnde<br />

het <strong>PGB</strong>-rendement inclusief de interest rate swaps<br />

(−17,8%) onder aftrek van 1% kosten.<br />

Omzetting voorwaardelijke in onvoorwaardelijke aanspraken<br />

Met ingang van 1 januari 2006 is in de pensioenregeling de<br />

opbouw verhoogd. Het percentage waarmee het pensioen<br />

jaarlijks wordt opgebouwd is in de basisregeling van 1,55<br />

naar 1,75 gegaan. Daarnaast ontvangen deelnemers over<br />

hun achterliggende grafische dienstjaren vanaf hun 22e jaar<br />

tot 1 januari 2006 voorwaardelijk extra opbouw: per dienstjaar<br />

0,20%. De voorwaarden voor toekenning van de extra<br />

pensioenaanspraken zijn:<br />

2005. Voor parttimers wordt uitgegaan van het gemiddelde<br />

parttime percentage over dezelfde periode. Met de opbouw<br />

over de achterliggende diensttijd wordt zoveel extra pensioen<br />

opgebouwd alsof gedurende de gehele grafimedia -<br />

diensttijd is deelgenomen aan de vernieuwde pensioenregeling.<br />

De extra opbouw kan desgewenst worden ingezet<br />

om in de toekomst geheel of gedeeltelijk eerder te kunnen<br />

stoppen met werken.<br />

Het beleid van het pensioenfonds is erop gericht om per jaar<br />

te beoordelen of er middelen vrijgemaakt kunnen worden<br />

voor het toekennen van extra aanspraken over het verleden.<br />

Als gevolg daarvan zijn in <strong>2008</strong> de voorwaardelijke aan -<br />

spraken van deelnemers die geboren zijn in 1948 onvoorwaardelijk<br />

toegekend. De voorwaardelijke aanspraken van<br />

deelnemers die geboren zijn in 1949 zijn met ingang van<br />

1 januari 2009 onvoorwaardelijk toegekend.<br />

Afschaffing FVP-bijdrageregeling<br />

Wie zonder werk komt te zitten of gedwongen wordt om<br />

minder te gaan werken, ontvangt mogelijk een WW-uitkering<br />

via het UWV. De uitkering is in eerste instantie aan het loon<br />

gerelateerd. Wie op de eerste dag van de werkloosheid 40<br />

jaar of ouder is, heeft voor de duur van de loongerelateerde<br />

uitkering recht op een voortzetting van de pensioenopbouw<br />

die wordt betaald door de Stichting Financiering Voortzetting<br />

Pensioenverzekering (FVP).<br />

Voor wie jonger is dan 40, betaalt het FVP geen pensioenpremie.<br />

Wel zijn de nabestaanden, zolang de deelnemer een<br />

loongerelateerde WW-uitkering geniet, bij overlijden verze -<br />

kerd voor een volledig partnerpensioen (70% van het opgebouwde<br />

ouderdomspensioen). Deze dekking komt voor<br />

rekening van het pensioenfonds.<br />

■ de werknemer is op het moment van pensionering of op<br />

het moment van toekenning <strong>PGB</strong>-deelnemer, werkzaam<br />

in de grafimedia, en was dat ook op 31 december 2005<br />

en 1 januari 2006;<br />

■ het pensioenfonds beschikt over voldoende financiële<br />

middelen om de aanspraken te zijner tijd toe te kennen.<br />

Als dat niet het geval is, dan blijven de al toegekende<br />

aanspraken behouden.<br />

De voorwaardelijke extra pensioenopbouw wordt berekend<br />

over de gemiddelde pensioengrondslag van 2003, 2004 en<br />

De FVP-bijdrageregeling zal per 1 januari 2011 naar<br />

verwachting worden stopgezet. De financiering van het partnerpensioen<br />

komt in geval van werkloosheid met een WWuitkering<br />

voor de volledige populatie bij het ASF te liggen.<br />

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN)<br />

De PW verplicht pensioenfondsen een actuariële en bedrijfs -<br />

technische nota (ABTN) op te stellen. De Nederlandsche<br />

Bank (DNB) kan op basis van deze ABTN tot een oordeel<br />

komen over de manier waarop invulling gegeven wordt aan<br />

de wettelijke vereisten. De ABTN bevat verder een verklaring<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 22


Verslag van het bestuur<br />

inzake de beleggingsbeginselen en een beschrijving van de<br />

sturingsmiddelen. De laatste nota dateert van 28 april <strong>2008</strong>.<br />

Communicatie met deelnemer en werkgever<br />

De Pensioenwet vraagt van pensioenfondsen dat zij het<br />

communicatiebeleid met belanghebbenden met ingang van<br />

<strong>2008</strong> expliciet formuleren. Jaarlijks moet een communicatieplan<br />

worden opgesteld dat inzage geeft in de<br />

voorgenomen communicatieactiviteiten. Het gaat de wetgever<br />

erom dat systematisch en planmatig aandacht wordt<br />

besteed aan de governance waartoe informatieverstrekking<br />

over beleid, bestuur en organisatie (corporate communicatie)<br />

wordt gerekend en dat het pensioenbewustzijn van deelnemers<br />

wordt verhoogd (marktcommunicatie).<br />

<strong>PGB</strong> heeft voor <strong>2008</strong> een communicatieplan opgesteld met<br />

een uitvoeringsprogramma. Het programma bevat een<br />

kalender met daarin opgenomen alle bestaande en<br />

voorgenomen activiteiten.<br />

Uitgangspositie voor communicatie<br />

Het fonds zet momenteel een evenwichtige mix van massaen<br />

persoonlijke communicatiemiddelen in. Het fonds streeft<br />

ernaar om, rekening houdend met de behoefte aan persoonlijk<br />

contact, de elektronische informatie-uitwisseling via<br />

website, worksites en e-mail te optimaliseren. <strong>PGB</strong> kan zo<br />

een accurate administratie koppelen aan een effectieve geïndividualiseerde<br />

communicatie en haar informatiekosten<br />

beperken.<br />

Naar aanleiding van vergelijkende analyses is duidelijk dat<br />

het fonds meer informatieservices levert dan wat de wetgever<br />

aan eisen heeft geformuleerd. Relatief veel aandacht<br />

wordt besteed aan marktcommunicatie naar bestaande<br />

klanten over de pensioenregeling, de administratievoering,<br />

de keuzeprocessen en actuele pensioenontwikkelingen. Voor<br />

<strong>2008</strong> waren in het communicatieplan een drietal strategische<br />

aandachtsvelden benoemd: (1) compliance, (2) verantwoord<br />

beleggen en transparantie en (3) corporate communicatie.<br />

Communicatie wordt opgevat als een proces waarbij de<br />

pensioenuitvoerder deelnemers en werkgevers, aan de hand<br />

van vooraf vastgestelde doelen, informeert en begeleidt bij<br />

keuzeprocessen. Het fonds hanteert de volgende communicatiedoelstellingen:<br />

■ het juist, tijdig en begrijpelijk (op B1-niveau) informeren<br />

van deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners<br />

en pensioengerechtigden over hun opgebouwde<br />

aanspraken, te bereiken aanspraken, pensioenrechten en<br />

de voorwaardelijke toeslagverlening;<br />

■ het tijdig informeren van belanghebbenden over actuele<br />

pensioenontwikkelingen en de rechten en plichten die<br />

voortvloeien uit deelname aan de pensioenregeling;<br />

■ het in staat stellen van belanghebbenden om een afgewogen<br />

financiële beslissing te maken uit het beschikbare<br />

aanbod van mogelijkheden;<br />

■ het bevorderen van een goede relatie tussen het fonds<br />

en haar belanghebbenden met het oog op het in het<br />

fonds gestelde vertrouwen;<br />

■ het verhogen van de naamsbekendheid van het fonds in<br />

grafimedia gelieerde branches en het positioneren van<br />

<strong>PGB</strong> als pensioenfonds voor de (grafi)media en uitgeverij<br />

om het draagvlak verder te verbreden.<br />

Aandachtsveld compliance<br />

Aan de communicatiemiddelen zijn in het verslagjaar naast<br />

het uniforme pensioenoverzicht de overige verplichte<br />

overzichten toegevoegd. De begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie<br />

dient te worden getoetst; via kwantitatief<br />

(marktonderzoek) en kwalitatief onderzoek (klantenpanel).<br />

<strong>PGB</strong> streeft er verder naar om haar communicatie op het<br />

gewenste taalniveau van B1 te krijgen.<br />

Ook de verantwoording over het financiële beleid en<br />

daarbinnen over het beleggingsbeleid, het bestuur, de<br />

organisatie en de verantwoording kregen in <strong>2008</strong> extra aandacht.<br />

Via website en relatiebladen naar werkgevers en<br />

deelnemers is hier uitgebreid op ingegaan. Tenslotte is de<br />

communicatie gemonitord vanuit het perspectief van de<br />

taakafbakening met verzekeraars.<br />

Aandachtsveld verantwoord beleggen en transparantie<br />

<strong>PGB</strong> heeft haar beleid inzake maatschappelijk verantwoord<br />

beleggen in <strong>2008</strong> aangescherpt. De communicatie speelt<br />

met name een rol bij de verantwoording van het beleid.<br />

Daarvoor zijn als middelen de website, <strong>jaarverslag</strong>en en<br />

relatiebladen ingezet. Ook de informatievoorziening over<br />

beleid, bestuur en organisatie heeft in <strong>2008</strong> extra aandacht<br />

gekregen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 23


Verslag van het bestuur<br />

Aandachtsveld corporate communicatie<br />

De scheiding tussen beleid en uitvoering leidt ertoe dat de<br />

communicatie van het fonds niet langer onder de huisstijl<br />

van de uitvoeringsorganisatie kon worden gepubliceerd. In<br />

<strong>2008</strong> zijn daarom het uniforme pensioenoverzicht, de pensioenoverzichten,<br />

het <strong>jaarverslag</strong> en de brochures op naam<br />

van <strong>PGB</strong> uitgebracht. De GBF verzorgt de correspondentie<br />

voor het fonds op haar eigen briefpapier waarop is<br />

aangegeven dat zij de uitvoeringsorganisatie voor <strong>PGB</strong> is.<br />

Communicatie over toeslagverlening<br />

Speciale aandacht is er voor communicatie over de toe -<br />

slagverlening. Ieder pensioenfonds moet de toeslagregeling<br />

duidelijk vastleggen en uitleggen aan belanghebbenden. Er<br />

wordt een keurmerk (het toeslaglabel) ontwikkeld waardoor<br />

deelnemers beter zicht krijgen op de toeslagprestaties en<br />

toeslagverwachting van fondsen. Pensioenfondsen kunnen<br />

kiezen of zij dit label met ingang van 2009 invoeren of dat zij<br />

invoering van het label uitstellen en een modelbrief naar<br />

belanghebbenden versturen.<br />

Over de voortgang in de communicatieactiviteiten is ieder<br />

kwartaal gerapporteerd. In <strong>2008</strong> zijn de activiteiten vrijwel<br />

conform planning uitgevoerd.<br />

naar aanleiding van de opmerkingen van het klantenpanel en<br />

de resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek zal de<br />

communicatie op onderdelen worden aangescherpt.<br />

Klantenpanel<br />

De begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie wordt<br />

kwalitatief getoetst via het <strong>PGB</strong> klantenpanel. In <strong>2008</strong> is<br />

daarmee een start gemaakt. Het doel van het klantenpanel<br />

is om als pensioenfonds zicht te krijgen op de kwaliteit van<br />

de communicatie. Door meer rekening te houden met het<br />

taalniveau en de vorm van de boodschap kan de begrij -<br />

pelijkheid van de pensioencommunicatie worden vergroot.<br />

Twee geledingen<br />

Het klantenpanel bij <strong>PGB</strong> bestaat uit een geleding voor<br />

werknemers en een geleding voor (aanstaande) pensioengerechtigden.<br />

Het panel voor werknemers bestaat uit 15<br />

leden, het panel voor pensioengerechtigden uit 10 leden. Bij<br />

de samenstelling is gestreefd naar een evenwichtige samenstelling<br />

qua geslacht, leeftijd, functie en klantengroepen. Het<br />

panel komt minimaal eenmaal per jaar bijeen. Tussentijds<br />

kan het panel schriftelijk of per e-mail worden benaderd om<br />

de communicatie van het pensioenfonds te beoordelen.<br />

Toetsen van communicatie<br />

De AFM toetst de communicatie van pensioenfondsen. Ieder<br />

fonds moet beschikken over een communicatieplan met een<br />

overzicht van de ingezette middelen. In het plan dienen<br />

tevens meetbare doelen te zijn opgenomen waarbij het<br />

fonds jaarlijks nagaat of de doelen zijn bereikt en de informatie<br />

is overgekomen.<br />

<strong>PGB</strong> is PW proof<br />

<strong>PGB</strong> voldoet aan de formele communicatievereisten van de<br />

Pensioenwet. Het beschikt over een plan waarin een uitvoeringsprogramma<br />

en een communicatiemonitor zijn opge no -<br />

men. In de monitor zijn meetbare doelen opgenomen. Het<br />

fonds heeft ook onderzocht of de verstrekte informatie over -<br />

kwam. Het in <strong>2008</strong> opgerichte klantenpanel heeft de pensioencommunicatie<br />

op begrijpelijkheid beoordeeld en er is<br />

onderzoek onder deelnemers, pensioengerechtigden en<br />

werk gevers uitgevoerd waarbij onder meer navraag is ge daan<br />

naar de waardering voor en het effect van de communicatie.<br />

Over de gehele linie liggen de resultaten van de communicatie<br />

in lijn met de beoogde doelen van het fonds. Mede<br />

Verslag bijeenkomsten<br />

De algemene indruk van het klantenpanel over de communicatie<br />

is positief. <strong>PGB</strong> is er volgens het panel veel aan gelegen<br />

om deelnemers in staat te stellen bij entree en pensioneren<br />

over hun pensioen te laten nadenken. Het pensioenfonds<br />

heeft naar aanleiding van de bijeenkomsten een<br />

duidelijker beeld gekregen waar het goed scoort en waar zij<br />

haar communicatie kan verbeteren.<br />

Klanttevredenheidsonderzoek<br />

De monitoring en evaluatie van de dienstverlening en communicatie<br />

aan de hand van een klanttevredenheidsonderzoek<br />

vindt jaarlijks plaats. Er is eind <strong>2008</strong> onderzoek gestart<br />

onder werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden. Bij<br />

werkgevers wordt de relatie met het pensioenfonds en de<br />

uitvoeringsorganisatie beoordeeld. Aan de orde komen de<br />

waardering voor de pensioenregeling (regeling, prijsniveau,<br />

transparantie en MVB) en de waardering van de mutatieverwerking,<br />

de jaaropgave, de premienota, de buitendienst, de<br />

service en de correspondentie en communicatie. Het onderzoek<br />

loopt door in 2009.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 24


Verslag van het bestuur<br />

Imago pensioenfonds onder werkgevers<br />

(communicatiemonitor <strong>2008</strong>)<br />

Imago pensioenfonds gemiddeld kleine grote<br />

rapportcijfer werkgevers werkgevers<br />

waardering pensioen- 7,6 7,8 7,6<br />

regeling<br />

waardering transparantie 7,1 7,3 7,0<br />

waardering prijsniveau 7,1 7,3 7,0<br />

aanscherpen 17% 25% 12%<br />

verantwoord beleggen<br />

Bij de deelnemers en pensioengerechtigden is transactie -<br />

gericht onderzoek uitgevoerd. In het laatste kwartaal van<br />

<strong>2008</strong> zijn vragenlijsten verzonden naar deelnemers en pensioengerechtigden<br />

die recent een pensioendienst hadden<br />

afgenomen. Onderzocht is de waardering voor het verloop<br />

van de pensioenprocessen, het imago van het pensioenfonds<br />

en de waardering voor de dienstverlening. Uit de<br />

tussenrapportage zijn de volgende resultaten beschikbaar:<br />

Imago pensioenfonds onder deelnemers<br />

(communicatiemonitor <strong>2008</strong>)<br />

Imago pensioenfonds jonger dan 65 65 jaar of ouder<br />

Toelichting:<br />

Werkgevers zijn tevreden met de pensioenregeling van <strong>PGB</strong>. De<br />

waardering voor de transparantie en het prijsniveau ligt iets lager<br />

maar blijft boven de drempelwaarde voor ontevredenheid, lager<br />

dan gemiddeld een 7. Kleine(re) werkgevers, dat zijn werkgevers<br />

met minder dan 25 medewerkers in dienst, scoren iets boven het<br />

gemiddelde van de grote(re) werkgevers.<br />

Waardering dienstverlening pensioenfonds onder werkgevers<br />

(communicatiemonitor <strong>2008</strong>)<br />

Waardering gemiddeld kleine grote<br />

dienstverlening rapportcijfer werkgevers werkgevers<br />

dienstverlening naar 7,6 7,7 7,5<br />

werkgevers<br />

dienstverlening naar 7,5 7,6 7,5<br />

medewerkers<br />

mutatieverwerking 7,6 7,6 7,6<br />

jaaropgave 7,4 7,2 7,5<br />

premienota 7,3 7,1 7,4<br />

buitendienst 7,6 7,6 7,7<br />

website/worksite 7,6 7,7 7,6<br />

brochures/relatieblad 7,5 7,6 7,5<br />

Handboek Administratie- 7,3 7,1 7,4<br />

voering<br />

Toelichting:<br />

In het onderzoek onder werkgevers is ook de waardering voor de<br />

dienstverlening onderzocht. De waardering voor de mutatiever -<br />

werking, de jaaropgaveverwerking, de premie-inning en -nota, de<br />

activiteiten van de buitendienst en de pensioencommunicatie ligt<br />

rond het gemiddelde van 7,5. De gemiddelde waardering voor de<br />

service van het fonds bij werknemers ligt ook rond de 7,5.<br />

waardering pensioenregeling 7,3 8,2<br />

mate van transparantie 7,3 7,9<br />

aanscherpen mvb 17% 11%<br />

Toelichting:<br />

In de vragenlijst van eind <strong>2008</strong> is geïnformeerd naar het oordeel<br />

van klanten over de pensioenregeling, de mate van transparantie<br />

die zij ervaren en het beleid van het fonds inzake maatschappelijk<br />

verantwoord beleggen. Er is een uitsplitsing gemaakt naar deelnemers<br />

en pensioengerechtigden. Deelnemers zijn ‘kritischer’ dan<br />

pensioengerechtigden, maar de drempelwaarde voor ontevredenheid,<br />

lager dan gemiddeld een 7, wordt niet overschreden.<br />

Op de vraag of <strong>PGB</strong> haar maatschappelijke verantwoordelijkheid<br />

moet aanscherpen in het beleggingsbeleid, ook als dit kostenverhogend<br />

werkt, antwoordt 15% bevestigend. Bij deelnemers is dit<br />

17% en bij pensioengerechtigden is dit 11%. Ongeveer 2/3 van de<br />

respondenten gaf aan dat niet te kunnen beoordelen. De overigen<br />

(circa 20%) zijn content met het bestaande beleid of vinden dat<br />

het wel iets minder mag.<br />

De tabel op de volgende pagina laat zien hoe deelnemers<br />

de dienstverlening van het fonds ervaren na het afnemen<br />

van een pensioendienst. Onderzocht is de startcommunicatie,<br />

de UPO, de communicatie bij vertrek, de informatie<br />

over vrijwillige verzekeringen, informatie over waardeoverdracht<br />

en de communicatie bij en na de pensioentoekenning.<br />

Tevens is geïnformeerd naar een waardering voor leesbaarheid.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 25


Verslag van het bestuur<br />

Waardering begrijpelijkheid communicatie bij pensioentransacties onder deelnemers en pensioengerechtigden (communicatiemonitor <strong>2008</strong>)<br />

Beoordeeld proces begrijpelijkheid begrijpelijkheid begrijpelijkheid gebruiksgemak gebruiksnut begrijpelijkheid dienstverlening<br />

correspondentie brochures website worksite worksite GBF-Nieuws fonds<br />

pensioen ontvangen 8,0 7,9 7,8 7,7 7,7 7,9 8,2<br />

bij entree 7,3 7,2 6,6 7,1 7,1 7,0<br />

bij einde deelname 7,4 7,4 7,4 7,2 7,3 7,4 7,6<br />

na aanvulling 7,6 7,5 7,5 7,4 7,4 7,4 7,6<br />

bij UPO 7,6 7,5 7,4 7,7 7,5 7,6 7,5<br />

bij waardeoverdracht 7,4 7,2 7,4 7,4 7,3 7,4 7,3<br />

gemiddelde tevredenheid 7,6 7,5 7,5 7,4 7,4 7,5 7,5<br />

Toelichting:<br />

In het onderzoek is de dienstverlening in het proces onderzocht en de begrijpelijkheid van de correspondentie, brochures, website, worksite<br />

en het relatieblad GBF-Nieuws. De waardering voor de dienstverlening is in de laatste kolom weergegeven. Pensioengerechtigden<br />

waarderen de dienstverlening van het fonds voor, bij en na pensionering met een 8,2. De waardering van deelnemers varieert tussen de 7,0<br />

en 7,6, afhankelijk van het proces. De laagste waardering ontvangt het fonds van nieuwe instromers. De begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie<br />

ligt gemiddeld op het gewenste niveau van 7,5. Minder scoort het welkomstpakket bij entree en de informatieverstrekking bij<br />

een waardeoverdracht. Jongere nieuwe deelnemers die de beveiligde worksite voor het eerst gebruiken vinden het gebruiksgemak voor verbetering<br />

vatbaar.<br />

De waardering voor de dienstverlening, onderverdeeld naar<br />

de bereikbaarheid van de uitvoeringsorganisatie, de klantgerichtheid,<br />

de deskundigheid, e-mailverwerking en de kwa -<br />

liteit van de communicatiemedia is in onderstaande tabel<br />

weergegeven.<br />

Waardering serviceniveau onder deelnemers en pensioen -<br />

gerechtigden (communicatiemonitor <strong>2008</strong>)<br />

Waardering service deelnemers pensioengerechtigden<br />

telefonische bereikbaarheid 7,6 7,9<br />

deskundigheid medewerkers 7,7 8,0<br />

nakomen afspraken 7,6 8,0<br />

snelheid afhandeling<br />

informatieverzoeken 7,3 8,0<br />

klantvriendelijkheid medewerkers 8,0 8,3<br />

verwerking e-mails 7,2 7,9<br />

kwaliteit brochures 7,4 8,0<br />

kwaliteit website 7,4 7,9<br />

kwaliteit worksite 7,4 7,7<br />

kwaliteit GBF- Nieuws 7,4 8,0<br />

algemene dienstverlening 7,4 8,2<br />

Toelichting waardering serviceniveau:<br />

Pensioengerechtigden waarderen de dienstverlening van het fonds<br />

gemiddeld hoger dan deelnemers. De waardering van pensioengerechtigden<br />

voor de verschillende dienstverleningsaspecten kent<br />

een geringe spreiding rond het gemiddelde van een 8. Gemeten is<br />

de klanttevredenheid in de eerste maanden na pensioneren.<br />

De waardering van de dienstverleningsaspecten door actieve deelnemers<br />

ligt gemiddeld op een iets lager niveau: rond de 7,5. Gemeten<br />

is de tevredenheid na het afnemen van een pensioendienst.<br />

Pensioencommunicatie<br />

Via de relatiebladen GBF-Direct voor werkgevers, GBF-<br />

Nieuws voor deelnemers en de website worden deelnemers<br />

en werkgevers op de hoogte gebracht van relevante ontwikkelingen<br />

op pensioengebied. In <strong>2008</strong> is daar als extra communicatiekanaal<br />

de elektronische nieuwsbrief aan toege -<br />

voegd. In de eerste editie werd onder meer ingegaan op de<br />

gevolgen van de financiële crisis voor <strong>PGB</strong>. GBF-e-Nieuws<br />

en GBF-e-Direct verschijnen 4 x per jaar. Via www.mijngbf.nl<br />

kunnen werkgevers en deelnemers zich voor de nieuwsbrief<br />

aanmelden.<br />

Het fonds heeft in het verslagjaar naast haar reguliere financiële<br />

<strong>jaarverslag</strong> ook een Engelse samenvatting en een populaire<br />

Nederlandstalige samenvatting uitgebracht.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 26


Verslag van het bestuur<br />

Gebruik website/worksite<br />

De website en worksite zijn onderscheidend in de markt.<br />

<strong>PGB</strong> communiceert via een open website transparant over<br />

beleid, bestuur, organisatie bij het pensioenfonds, de pensioenregeling<br />

en de ontwikkelingen daarbinnen. De actualiteit<br />

speelt daarbij een belangrijke rol. Uitgangspunt is dat<br />

alle beschikbare algemene informatie zoveel als mogelijk via<br />

de open site tijdig wordt gepubliceerd.<br />

Via een beveiligde worksite zijn persoonlijke pensioen -<br />

gegevens en bedrijfsgegevens beschikbaar. Zo beschikken<br />

deelnemers in de worksite over:<br />

■ een digitaal pensioenoverzicht;<br />

■ een overzicht van het opgebouwd ouderdomspensioen;<br />

■ overzicht van het te bereiken ouderdomspensioen;<br />

■ overzicht van het te bereiken pensioen inclusief AOW en<br />

de reglementaire keuzemogelijkheden;<br />

■ kwaliteitstoets ouderdomspensioen en partnerpensioen;<br />

■ berekening fiscale bijspaarmogelijkheden;<br />

■ overzicht opgebouwd partnerpensioen;<br />

■ overzicht partnerpensioen bij overlijden;<br />

■ overzicht partnerpensioen bij overlijden inclusief Anw of<br />

AOW;<br />

■ een bruto-netto module gekoppeld aan een grafische<br />

presentatie.<br />

In 2009/2010 wordt een module opgeleverd voor verdere<br />

flexibilisering van pensioen (deeltijd pensioen, vervroegd<br />

pensioen, tijdelijk ouderdomspensioen voor compensatie<br />

AOW en uitstel pensioen).<br />

Werkgevers of hun administratiekantoren kunnen via de<br />

worksite:<br />

is en 25% werkgever. Het aantal deelnemers dat een<br />

account heeft aangemaakt voor mijngbf bedraagt eind <strong>2008</strong><br />

ruim 26.000.<br />

Pensioeninformatiedagen<br />

Deelnemers van <strong>PGB</strong> worden in het jaar voorafgaand aan<br />

hun pensioneren samen met hun eventuele partner uitge -<br />

nodigd voor het bijwonen van een pensioeninformatiedag.<br />

Op die dag wordt actuele informatie verstrekt over grafimedia-<br />

en wettelijke regelingen die specifiek bedoeld zijn voor<br />

mensen die 65 jaar worden. In <strong>2008</strong> hebben 1.153 (v.j.<br />

1.065) deelnemers/partners een voorlichtingsdag bijgewoond.<br />

Pensioenworkshops<br />

Voor werkgevers en hun P&O-medewerkers organiseert<br />

<strong>PGB</strong> met enige regelmaat een korte pensioencursus. Deelnemers<br />

aan de workshop krijgen zo meer inzicht in pensioenen<br />

in het algemeen en in de regelingen bij <strong>PGB</strong> in het bijzonder.<br />

De overheid is er veel aan gelegen om het pensioenbewustzijn<br />

bij deelnemers te versterken. Daarvoor is in de<br />

Pensioenwet ook een aantal nieuwe eisen gesteld, aan de<br />

pensioenuitvoerder maar ook aan de werkgever. <strong>PGB</strong><br />

probeert met een afgewogen mix van elektronisch gepersonaliseerde<br />

communicatie, schriftelijke communicatie en<br />

daar waar nodig mondelinge toelichting of presentatie de<br />

kennis van deelnemers op het gewenste niveau te brengen.<br />

In <strong>2008</strong> is bovendien gestart met een pilot van pensioenspreekuren<br />

voor deelnemers bij werkgevers. Ook voor de<br />

werkgever en P&O-medewerkers is het raadzaam zich op<br />

hoofdlijnen in de pensioenmaterie te verdiepen. Vaak is de<br />

werkgever of de afdeling P&O het eerste aanspreekpunt van<br />

de werknemer met pensioenvragen. In dat kader organiseert<br />

<strong>PGB</strong> regelmatig pensioencursussen.<br />

■ bedrijfs- en werknemersgegevens online raadplegen,<br />

downloaden en printen;<br />

■ bedrijfsgegevens aanpassen;<br />

■ werknemers aan- en afmelden;<br />

■ de deelname aan het pensioenfonds regelen;<br />

■ de jaaropgave verzorgen.<br />

De algemene website kent circa 600 bezoekers per dag en<br />

de Reken Zelf-modules circa 150. Het aantal gebruikers van<br />

de beveiligde worksite (www.mijngbf.nl) komt in <strong>2008</strong> uit op<br />

gemiddeld 282 per dag waarvan ongeveer 75% deelnemer<br />

Pensioenregister<br />

Het landelijk Pensioenregister zal volgens planning vanaf januari<br />

2011 operationeel zijn. Pensioenfondsen zorgen voor<br />

een bestand met de op het laatste UPO gebaseerde gege -<br />

vens van alle (gewezen) deelnemers. Dit bestand moet op<br />

ieder uur van de dag online beschikbaar zijn. Eventuele<br />

inhoudelijke restricties en voorwaardelijkheden moeten worden<br />

getoond. Een en ander stelt eisen aan de beschikbaarheid<br />

van NAW-gegevens, verwerking van echtschei -<br />

dingen, afkoop van kleine pensioenen e.d. <strong>PGB</strong> volgt de<br />

ontwikkelingen bij het Register op de voet door middel van<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 27


Verslag van het bestuur<br />

deelname aan de implementatiewerkgroep en zorgt dat de<br />

noodzakelijke voorbereidingen door de fondsen tijdig zijn<br />

getroffen.<br />

Ontwikkeling serviceniveau<br />

De uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed aan de<br />

SAS 70 (typeII)-gecertificeerde Grafische Bedrijfsfondsen<br />

(GBF) op basis van een Service Level Agreement (SLA).<br />

<strong>PGB</strong> streeft voor aangesloten werkgevers en deelnemers<br />

naar ten minste een marktconforme levering van pensioen.<br />

Om beter zicht te krijgen op de prestaties van haar uitvoeringsorganisatie<br />

besloot het fonds mee te doen met het<br />

CEM-benchmarkonderzoek <strong>2008</strong> over 2007. CEM vergelijkt<br />

de prestaties van pensioenfondsen wereldwijd. Het bedrijf<br />

analyseert de kosten die fondsen maken voor pensioenbeheer,<br />

brengt de service die bestuurders, werkgevers en deelnemers<br />

wordt geboden in kaart en houdt daarbij rekening<br />

met het transactievolume en de complexiteit van de pensioenregelingen.<br />

In totaal deden er vanuit Nederland vijftien<br />

pensioenfondsen aan het onderzoek mee. Daarvan waren<br />

acht vergelijkbaar met <strong>PGB</strong>.<br />

De kosten en de geleverde service bij <strong>PGB</strong> zijn afgezet<br />

tegen die van die acht andere vergelijkbare Nederlandse<br />

fondsen. Op grond van het rapport kunnen de volgende<br />

conclusies getrokken worden:<br />

■ Lage kosten<br />

In de groep van pensioenfondsen waar <strong>PGB</strong> mee verge -<br />

leken is, varieert het aantal deelnemers sterk. Tot de<br />

deelnemers worden gerekend de actieve werknemers die<br />

door premiebetaling aan de pensioenregeling deelnemen<br />

en de pensioenontvangers. Het kleinste fonds heeft<br />

26.000 deelnemers en het grootste fonds 500.000.<br />

Gemiddelde grootte lag op 206.000. De prijs per deelnemer<br />

varieert van 78 tot 199. <strong>PGB</strong> had in 2007 onge -<br />

veer 80.000 deelnemers. Ondanks het schaalnadeel is de<br />

kostprijs per deelnemer bij <strong>PGB</strong> laag te noemen. <strong>PGB</strong> zit<br />

met 79 per deelnemer ruim onder de gemiddelde prijs:<br />

119 van vergelijkbare pensioenfondsen en 163 van<br />

alle onderzochte Nederlandse fondsen.<br />

■ Meer dan gemiddelde service<br />

De service die het fonds bestuurders, werkgevers en<br />

deelnemers biedt, ligt boven het gemiddelde van pensioenfondsen<br />

waar <strong>PGB</strong> mee wordt vergeleken. Onder<br />

service valt de beleids- en bestuursondersteuning, het<br />

aanbieden van online transacties, de pensioencommunicatie,<br />

de persoonlijke voorlichting, de service naar<br />

werkgevers, de klantenservice, de pensioenramingen, de<br />

begeleiding bij het keuzeproces en de uitbetalingen. <strong>PGB</strong><br />

scoort 69 punten op een schaal die loopt tot maximaal<br />

100. Het gemiddelde van de vergelijkbare pensioenfondsen<br />

ligt op 67 punten. De verwachting is dat <strong>PGB</strong> door<br />

de introductie van een aantal nieuwe services (klantenpanel,<br />

marktonderzoek, e-nieuwsbrieven, Engelse<br />

samen vatting <strong>jaarverslag</strong>, populaire samenvatting <strong>jaarverslag</strong>,<br />

informatie over beleid, bestuur en organisatie, pensioenworkshops<br />

e.d.) in <strong>2008</strong> haar relatieve servicescore<br />

zal verbeteren.<br />

Klachten en geschillen<br />

De kwaliteit van de dienstverlening kan ook worden afgeleid<br />

uit het aantal klachten dat in ontvangst wordt genomen. Een<br />

klacht gaat over de manier waarop de deelnemer of de<br />

werkgever door de uitvoeringsorganisatie is behandeld. In<br />

<strong>2008</strong> werden 16 klachten in ontvangst genomen. Er zijn<br />

geen klachten voorgelegd aan de Klachtencommissie.<br />

Met klachten over de toepassing van de pensioenregeling<br />

kunnen deelnemers en gepensioneerden zich in eerste<br />

instantie wenden tot de administratie van het pensioenfonds.<br />

Wanneer men het niet eens is met de voorgestelde oplos -<br />

sing, bestaat de mogelijkheid om het geschil voor te leggen<br />

aan het dagelijks bestuur. Wanneer men zich ook in de<br />

beslissing van het dagelijks bestuur niet kan vinden, staat de<br />

weg open tot de onafhankelijke Commissie van Bezwaar. In<br />

<strong>2008</strong> werd één beroepsschrift bij de onafhankelijke Commissie<br />

van Bezwaar ingediend; dat werd niet ontvankelijk<br />

verklaard.<br />

Het bestuur ziet het beperkte aantal klachten en beroeps -<br />

schriften ook als een graadmeter voor de kwaliteit van de<br />

uitvoering van de pensioenregeling.<br />

PENSIOENADMINISTRATIE<br />

Algemeen<br />

In de administratie van het pensioenfonds heeft in het verslagjaar<br />

een aantal wijzigingen plaatsgevonden mede als<br />

gevolg van de Pensioenwet. De wetgever onderscheidt drie<br />

typen pensioenregelingen: uitkeringsovereenkomsten, kapitaalovereenkomsten<br />

en premieovereenkomsten. De penpgb<br />

Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 28


Verslag van het bestuur<br />

sioenregeling die <strong>PGB</strong> biedt is een zgn. uitkerings over -<br />

eenkomst. Er worden door de werkgever pensioenaan -<br />

spraken of uitkeringen aan werknemers toegezegd. Voor de<br />

grafimedia is op bedrijfstakniveau een uitvoeringsovereen -<br />

komst opgesteld waarin inhoud gegeven wordt aan de pensioenovereenkomst<br />

en de onderbrengingsplicht ervan.<br />

In <strong>2008</strong> is het voorgeschreven uniforme pensioenoverzicht<br />

(UPO) voor actieve deelnemers verstrekt. Dit gebeurde overigens<br />

ook al in 2007. Ook de overige verplichte pensioenoverzichten<br />

bij de start en einde van de deelname en bij<br />

pensioneringen en life events zijn ingevoerd. In 2009 zullen<br />

actieve deelnemers opnieuw een UPO ontvangen, rekening<br />

houdend met de gewijzigde voorschriften. <strong>PGB</strong> streeft<br />

ernaar om de pensioenoverzichten digitaal aan te bieden.<br />

Om het gebruiksgemak voor deelnemers te vergroten wordt<br />

een digitaal archief opgezet van waaruit persoonlijke pensioencalculaties<br />

eenvoudig gemaakt kunnen worden.<br />

In de administratie is verder nieuw de keuzemogelijkheid om<br />

een deel van het ouderdomspensioen uit te ruilen voor verhoging<br />

van het partnerpensioen. De uitruilfactoren die<br />

daaraan ten grondslag liggen, zijn opgenomen in het pensioenreglement.<br />

De factoren worden periodiek geactualiseerd.<br />

Kenmerken regeling<br />

In het verslagjaar zijn geen wijzigingen in de basispensioenregeling<br />

aangebracht. De kenmerken van de regeling zijn als<br />

volgt:<br />

Pensioensysteem<br />

Middelloon<br />

Pensioenleeftijd<br />

65 jaar<br />

Pensioengevend salaris Brutoloon gemaximeerd op<br />

46.381<br />

Franchise 13.234<br />

Pensioengrondslag<br />

Brutoloon minus franchise<br />

Vakantietoeslag<br />

Wordt meegenomen in het<br />

brutoloon<br />

Opbouwpercentage vast salaris 1,75%<br />

Opbouwpercentage ploegen- Niet van toepassing<br />

toeslag<br />

Nabestaandenpensioen 35% van het ouderdomspensioen<br />

Eigen bijdrage<br />

6,5% van de totale premie<br />

In <strong>2008</strong> zijn de uitkomsten van de continuïteitstoets door het<br />

fonds gerapporteerd aan de toezichthouder DNB.<br />

Toeslagverlening<br />

De toeslagverlening op pensioenaanspraken en pensioenrechten<br />

wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het<br />

fonds na overleg met de deelnemersraad. De toeslagverle -<br />

ning vindt voorwaardelijk plaats conform D1 van de wettelijk<br />

voorgeschreven toeslagenmatrix (financiering uit overrendement).<br />

<strong>PGB</strong> streeft ernaar om de pensioenaanspraken en<br />

pensioenuitkeringen waardevast te houden. Het fonds heeft<br />

de ambitie om de pensioenen jaarlijks aan te passen aan de<br />

consumentenprijsindex (cpi-afgeleid) zoals die wordt vastgesteld<br />

door het CBS. De pensioenaanspraken en de pensioenrechten<br />

zijn per 1 januari <strong>2008</strong> met 2,09% (1 januari<br />

2007: 1,50%) verhoogd.<br />

Werkgevers<br />

In het verslagjaar nam het aantal aangesloten werkgevers<br />

met 1,5% af. De afname van de werkgelegenheid houdt verband<br />

met de economische situatie in de bedrijfstak.<br />

Aan het einde van <strong>2008</strong> stonden 2.622 (v.j. 2.663) werk -<br />

gevers ingeschreven.<br />

De verdeling van het aantal werkgevers aan het einde van<br />

het jaar naar de verschillende sectoren van de grafimediabranche<br />

is aangegeven in het hiernavolgende overzicht.<br />

Sectoren <strong>2008</strong> 2007<br />

Grafische bedrijven 2.208 2.263<br />

Zeefdrukbedrijven 202 210<br />

Grafimedia cao 2.410 2.473<br />

Reprografische bedrijven 55 56<br />

Aan het grafisch bedrijf verwante<br />

bedrijven die uitsluitend op<br />

vrijwillige basis deelnemen 157 134<br />

2.622 2.663<br />

De toename in de deelname van verwante bedrijven van 134<br />

naar 157 wordt veroorzaakt door de uitbreiding van de<br />

werkingssfeer van het fonds voor het uitgeverijbedrijf. In het<br />

verslagjaar kozen meerdere uitgevers voor aansluiting bij<br />

<strong>PGB</strong>.<br />

Deelnemers<br />

De in het verslag vermelde aantallen deelnemers ultimo<br />

<strong>2008</strong> zijn gebaseerd op voorlopige cijfers. Het totale aantal<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 29


Verslag van het bestuur<br />

actieve deelnemers, inclusief de deelnemers met volledige of<br />

gedeeltelijke toerekening wegens arbeidsongeschiktheid,<br />

steeg met 2,0% (v.j. een daling van 5,0%) van 44.432 naar<br />

45.306. De stijging van het aantal deelnemers als gevolg van<br />

nieuwe aansluitingen en het loslaten van de entreeleeftijd<br />

overtreft de daling van het deelnemers in de grafimedia -<br />

sector.<br />

Onderverdeeld naar de verschillende categorieën zijn de<br />

aantallen deelnemers ultimo <strong>2008</strong>:<br />

Groep <strong>2008</strong> 2007<br />

Premiebetalende deelnemers 40.186 38.983<br />

Deelnemers met toerekening<br />

wegens arbeidsongeschiktheid 5.120 5.449<br />

Actieve deelnemers 45.306 44.432<br />

Premievrije deelnemers 189.107 190.142<br />

Pensioengerechtigde deelnemers * 59.457 55.220<br />

Totaal 293.870 289.794<br />

* Het aantal pensioengerechtigde deelnemers is hoger dan het<br />

aantal ingegane pensioenen zoals vermeld in de kerncijfers en<br />

de paragraaf Ontwikkeling van de pensioenen als gevolg van<br />

het feit dat een aantal pensioengerechtigden hun pensioen nog<br />

niet heeft aangevraagd. Het betreft hier circa 22.340 deelnemers<br />

waarvan het fonds nog niet op de hoogte is van de woon- of<br />

verblijfplaats. Hiermee is een geringe omvang van de voorziening<br />

pensioenverplichtingen gemoeid. Met behulp van de<br />

Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen wordt bij de Sociale<br />

Verzekeringsbank getracht om de woon- of verblijfplaats te<br />

achterhalen.<br />

Vrijstellingen<br />

Aan het einde van <strong>2008</strong> hadden in totaal 11 (v.j. 18)<br />

ondernemingen met 178 (v.j. 391) werknemers vrijstelling<br />

van de verplichte deelneming wegens een andere pensioenvoorziening.<br />

Voor 302 (v.j. 337) werknemers gold een individuele<br />

vrijstelling. Verder waren 7 (v.j. 7) werknemers vrij -<br />

gesteld op grond van gemoedsbezwaren tegen elke vorm<br />

van een verzekering.<br />

Loon- en premievaststelling<br />

In het verslagjaar is in totaal 172 miljoen (v.j. 153 miljoen)<br />

aan premies, koopsommen etc. in rekening gebracht. De<br />

stijging wordt veroorzaakt door uitbreiding van de<br />

klantenkring met onder andere Misset, SDU, FD en Noordhoff.<br />

Het totale brutoloon waarover, onder aftrek van de franchise,<br />

naar verwachting premie in rekening zal worden<br />

gebracht bedraagt 1.398 miljoen (v.j. definitief 1.344<br />

miljoen). Het premieloon bedraagt over <strong>2008</strong> 871 miljoen<br />

(v.j. 815 miljoen).<br />

De totale premie bedroeg 17% (v.j. 17,5%) van de pensioengrondslag,<br />

zijnde het brutoloon minus de franchise. Het premieloon<br />

bedraagt over <strong>2008</strong> 871 miljoen (v.j. 815 miljoen).<br />

Het werknemersdeel bedroeg 6,5% (v.j. 6,75%) van de pensioengrondslag.<br />

De werkgeverslast, na aftrek van de<br />

werknemersbijdrage, inzake de pensioenregeling bedroeg<br />

gemiddeld 10,5% van de pensioengrondslag (v.j. 10,75%).<br />

Uitkeringen<br />

In <strong>2008</strong> werd voor een bedrag van 276 miljoen (v.j. 247<br />

miljoen) uitgekeerd. Ten opzichte van 2007 betekent dit een<br />

stijging van 11,8% (v.j. een stijging van 7,4%). De stijging<br />

doet zich met name voor bij de ouderdomspensioenen en<br />

partnerpensioenen. De ouderdomspensioenen stijgen met<br />

11,4% (v.j. 7,3%) en de partnerpensioenen met 8,2% (v.j.<br />

5,2%). Deze stijging wordt veroorzaakt door de toename van<br />

het aantal gepensioneerden en de gemiddeld hogere<br />

opbouw van het pensioen van de nieuwe pensioengerechtigden.<br />

Van het aantal gepensioneerden is 15% vrouw<br />

(v.j. 15%).<br />

In <strong>2008</strong> werd uitgekeerd:<br />

Uitkeringen <strong>2008</strong> 2007<br />

Ouderdomspensioenen 196 176<br />

Partnerpensioenen 66 61<br />

Wezenpensioenen 1 1<br />

Premierestitutie/afkoopsommen 2 2<br />

Vervroegd pensioen 11 7<br />

Ten laste van de rekening van<br />

baten en lasten 276 247<br />

Actief beleid voor uitbetaling pensioen<br />

Het <strong>PGB</strong> voert een actief beleid om de pensioenen te kunnen<br />

uitbetalen aan pensioengerechtigden. Door een koppeling<br />

met de Gemeentelijke Basisadministratie worden de<br />

adresgegevens van deelnemers actueel gehouden. Deelnepgb<br />

Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 30


Verslag van het bestuur<br />

mers waarvan het adres bekend is worden een half jaar voor<br />

de ingangsdatum door het pensioenfonds benaderd.<br />

Bij het ontbreken van de juiste gegevens omtrent woon- of<br />

verblijfplaats gaat het vaak om deelnemers die geruime tijd<br />

geleden aan de pensioenregeling hebben deelgenomen of<br />

zijn geëmigreerd. Met behulp van de Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen<br />

wordt via de Sociale Verzekeringsbank<br />

dan getracht deze gegevens te achterhalen.<br />

Ontwikkeling van de pensioenen<br />

In <strong>2008</strong> zijn 2.519 (v.j. 1.797) ouderdomspensioenen<br />

toegekend. Het totale aantal pensioenontvangers stijgt van<br />

35.356 tot 37.117, een toename van 5,0%.<br />

Flexibel pensioen<br />

Iedere actieve deelnemer is tot zijn 65e jaar verzekerd voor<br />

partnerpensioen. Bij het bereiken van de pensioengerechtigde<br />

leeftijd kan eenmalig worden gekozen om het<br />

partnerpensioen uit te ruilen voor extra ouderdomspensioen.<br />

Naast de mogelijkheid het partnerpensioen uit te ruilen, kunnen<br />

verzekerden kiezen voor een getrapt pensioen of een<br />

gelijk overlevingspensioen. Om een verantwoorde keuze te<br />

kunnen maken wordt veel aandacht besteed aan de communicatie.<br />

Deelnemers ontvangen onder meer een persoonlijk<br />

pensioenoverzicht. Daarin worden alle relevante keuzeopties<br />

op basis van het persoonlijk opgebouwde pensioen in<br />

beeld gebracht. Bovendien kan voor persoonlijk maatwerk<br />

gebruik gemaakt worden van een internetapplicatie. Ter<br />

voorbereiding van het keuzeproces worden ook pensioeninformatiedagen<br />

georganiseerd.<br />

Pensioenverdeling naar soort <strong>2008</strong> 2007<br />

Standaard pensioen 31% 32%<br />

Gelijk overlevingspensioen 16% 18%<br />

Getrapt pensioen 29% 28%<br />

Extra ouderdomspensioen 24% 22%<br />

Overzicht aantallen ingegane pensioenen Ouderdoms- Partnerpensioen Wezenpensioen Totaal<br />

pensioen<br />

Stand per 31-12-2007 22.259 12.473 624 35.356<br />

Toekenningen 2.519 856 84 3.459<br />

24.778 13.329 708 38.815<br />

Beëindigingen 1.021 576 101 1.698<br />

Stand per 31-12-<strong>2008</strong> 23.757 12.753 607 37.117<br />

Stand per 31-12-<strong>2008</strong> in % van stand per 31-12-2007 106,7% 102,2% 97,3% 105,0%<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 31


Verslag van het bestuur<br />

BELEGGINGEN<br />

Algemeen<br />

De kredietcrisis die zich in 2007 aandiende, is breder en<br />

dieper van omvang dan aanvankelijk werd verwacht. Beleggers,<br />

bedrijven, consumenten en overheden zijn zodanig<br />

geraakt dat de reële economie zwaar is aangetast. Er is<br />

inmiddels sprake van een wereldwijde recessie.<br />

De oorsprong van de huidige economische problemen ligt in<br />

de beginjaren van dit millennium. De voormalige voorzitter<br />

van de Amerikaanse Centrale Bank Alan Greenspan verlaagde<br />

als antwoord op het uiteenspatten van de IT-luchtbel<br />

de rentetarieven naar het onwaarschijnlijk lage niveau van<br />

1%. Op dat niveau zijn de tarieven te lang blijven staan. Er<br />

werd goedkoop geld geleend om via beleggingen een beter<br />

rendement te realiseren. Niet alleen individuele consumenten<br />

maar vooral ook financiële instituten zorgden voor<br />

economische groei door het op grote schaal lenen c.q. het<br />

krediet verschaffen. Met het oplopen van de inflatie ontstonden<br />

echter problemen. Als gevolg van de hogere inflatie<br />

stortte de waarde van veel beleggingen als een kaartenhuis<br />

in elkaar. De huizenmarkt in Amerika werd zwaar geraakt en<br />

vervolgens sloegen de problemen verder over naar de financiële<br />

sector. Hierdoor is uiteindelijk de kredietcrisis ontstaan.<br />

Regelmatig duiken vergelijkingen op met de depressie in de<br />

jaren dertig. De economische omstandigheden zijn echter<br />

niet vergelijkbaar. Ontegenzeggelijk is er sprake van een<br />

diepe, wereldwijde recessie. Er is veel schade aangericht in<br />

de reële economie. Maar de huidige onderliggende<br />

dynamiek en de verdere ontwikkeling van de opkomende<br />

landen zullen er naar verwachting voor zorgen dat de<br />

wereldeconomie binnen overzienbare tijd het groeipad weer<br />

zal gaan volgen. Ook de opkomende landen krijgen nu klappen.<br />

Ze zijn echter op het toneel verschenen om er te blij -<br />

ven. De landen hebben een relatief jonge bevolking die sterk<br />

gemotiveerd is om bij te dragen aan de welvaartsgroei. <strong>PGB</strong><br />

ziet daarin een goede basis voor herstel. Ook de opstelling<br />

van de overheden is hoopgevend. Er wordt alert ingegrepen.<br />

Het financiële systeem en de financiële instellingen worden<br />

gesteund, er worden maatregelen genomen om de geldmarkt<br />

weer in beweging te krijgen en de werkgelegenheid<br />

wordt daar waar mogelijk gestimuleerd. De onzekerheid over<br />

de toekomst leidt bij de consument echter nog tot grote<br />

terughoudendheid bij het doen van bestedingen.<br />

De vraag is hoe de situatie over zes tot negen maanden is.<br />

Blijft de consument somber of gaat men over tot de orde<br />

van de dag. De onderstaande grafiek toont de economische<br />

groei en omvat de laatste taxaties. Mondiaal zijn de<br />

economische groeiverwachtingen voor 2009 regelmatig<br />

neerwaarts aangepast. De verwachtingen voor 2010 laten<br />

een positieve ontwikkeling zien.<br />

Economische groei<br />

Opkomende landen groeien zoals gewoonlijk sneller dan<br />

ontwikkelde economieën. De maak- en service-industrie in<br />

China en India heeft nu echter te maken met een Westerse<br />

consument die de hand op de knip houdt. Deze vraaguitval<br />

wordt deels opgevangen door de binnenlandse groei -<br />

dynamiek. De stimuleringsplannen in deze landen hebben<br />

weer een positieve invloed op de wereldeconomie.<br />

Vooruitzichten<br />

Wereldwijd zien overheden de ernst van de situatie in en<br />

proberen met alle macht een vangnet onder het financiële<br />

systeem te spannen om een crisis als in de jaren dertig te<br />

voorkomen. Verder zien we dat de overheden nog een stap<br />

verder gaan door de reële economie te ondersteunen waar<br />

dat kan. Instrumenten in dat kader zijn belastingverlaging en<br />

investeren in bijvoorbeeld infrastructuur. Deze investeringen<br />

zijn op termijn toch nodig en kunnen qua planning naar<br />

voren gehaald worden. Ook de Centrale Banken kunnen bijdragen<br />

door de officiële rentetarieven voor het komende jaar<br />

zo laag mogelijk vast te stellen. Al was het maar om de<br />

winst gevendheid van de banken een herstelkans te geven<br />

en de banken te dwingen geld uit te zetten bij andere partijen<br />

dan de Centrale Bank zelf. Voor 2009 wordt een verdere<br />

verlaging van de inflatie voorzien dankzij de lagere grondpgb<br />

Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 32


Verslag van het bestuur<br />

stofprijzen. De inflatie hoeft dus geen belemmering meer te<br />

zijn om de rentetarieven laag te houden. De verlaagde<br />

tarieven zullen echter wel weer tijdig moeten worden verhoogd<br />

naar meer realistische niveaus om een herhaling van<br />

problemen te voorkomen.<br />

De periode na deze diepe crisis wordt interessant. De<br />

uitkomsten van het herinrichtingsproces van de financiële<br />

sector en de rol van de overheid/toezichthouder hierbij,<br />

zullen doorwerken in de komende decennia. De vraag is ook<br />

hoe tijdelijk het aandeelhouderschap van de staat bij de<br />

banken zal zijn.<br />

Beleggingsmarkten<br />

Vastrentende markten<br />

Bij de vastrentende waarden ondergingen staatsobligaties<br />

van de ontwikkelde landen door de dalende rente een<br />

waardestijging. Daartegenover stond echter een grotere<br />

waardedaling van de bedrijfsobligaties. Als gevolg van de<br />

kredietcrisis was er een vlucht naar veilig staatspapier en<br />

verdween de liquiditeit in bedrijfsobligaties grotendeels, wat<br />

tot gevolg had dat de koersen extreem daalden. De kapitaalmarktrente<br />

ging in de eurozone per saldo omlaag. Aanvankelijk<br />

overheerste de inflatievrees met als gevolg een stij -<br />

ging van de kapitaalmarktrente. Daarna verdween de vrees<br />

door de economische perikelen en daalde de kapitaalmarkt -<br />

rente zeer snel. In de Verenigde Staten en Japan zette de<br />

reeds in 2007 ingezette daling zich voort in <strong>2008</strong>.<br />

Kapitaalmarktrente Eurozone 2001 - <strong>2008</strong> (%)<br />

De bedrijfsobligatiemarkten hebben in het verslagjaar zwaar<br />

geleden onder de kredietcrisis. Het vastrentende resultaat<br />

was in het boekjaar voor staatsleningen positief, voor be -<br />

drijfs obligaties sterk negatief. In tijden van crisis vervullen<br />

staats obligaties de rol van vluchthaven. Dat betekent dat de<br />

waardering van staatsobligaties overtrokken kan zijn vanwege<br />

tijdelijke extra vraag. Toch zijn er diverse fundamentele<br />

ondersteunende factoren die erop wijzen dat staatsleningen<br />

door een laag effectief renteniveau hoog geprijsd kunnen<br />

blij ven. De officiële rente dient verlaagd te worden c.q. kan<br />

laag blijven. Dit wordt gelegitimeerd door de afnemende<br />

inflatie en economische teruggang. Om de economische<br />

groei weer op gang te krijgen en de huidige risicoafkeer aan<br />

te pakken is het wel noodzakelijk dat er een steile curve<br />

wordt gecreëerd, waarbij lang geld hoger rendeert dan kort<br />

geld. Hierdoor wordt sparen, het beleggen in kort geld, ontmoedigd<br />

en risico nemen, beleggen in lang geld, meer gestimuleerd.<br />

Uiteindelijk draait het erom dat de risicovrije voet<br />

van kapitaal lager wordt en laag blijft. Door een lagere rente<br />

wordt de kredietverlening weer op gang gebracht. Banken<br />

zullen ook gestimuleerd of aangemaand moeten worden de<br />

lagere rentetarieven door te geven aan bedrijven en consumenten.<br />

Dan wordt het immers weer verantwoord voor<br />

zowel kredietverstrekkers als kredietnemers om samen<br />

zaken te doen.<br />

Bedrijfsobligaties zijn door de kredietcrisis in zwaar weer<br />

terechtgekomen. Continueert de kredietcrisis dan lijkt er<br />

inmiddels al veel slecht nieuws ingeprijsd te zijn. De steunoperaties<br />

van de monetaire autoriteiten en overheden geven<br />

bedrijfsleningen voorlopig weer wat lucht. Met name bij<br />

kortlopende obligaties is er een sterk effect dat de koers van<br />

de obligatie, naarmate de aflossing van de hoofdsom<br />

nadert, naar 100% getrokken wordt, mits de debiteur niet<br />

bankroet gaat. Het hoge effectieve rendement geeft daarbij<br />

een stootkussen tegen de volatiliteit van de marktprijs.<br />

Het renteverschil tussen bedrijfsobligaties en staatsobligaties<br />

heeft historisch hoge niveaus bereikt. Bij bedrijfsobligaties<br />

met een hoge kredietwaardigheid is dit een uiting van<br />

gebrek aan liquiditeit op de markten. Bij bedrijfsobligaties<br />

met een lagere kredietwaardigheid komt dit ook door het<br />

grotere risico van het verlagen van de zogenaamde rating of<br />

een mogelijk faillissement.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 33


Verslag van het bestuur<br />

Aandelenmarkten<br />

Door de kredietcrisis zijn alle aandelenbeurzen in het verslagjaar<br />

fors omlaag gegaan en de resultaten op de aandelenbeleggingen<br />

waren dan ook zeer slecht. De daling op de<br />

belangrijkste beurzen lag tussen de 30% en ruim 50%. Aanvankelijk<br />

leek het nog goed te gaan maar toen de kredietcrisis<br />

zich begon te verdiepen werd vanaf het tweede kwartaal<br />

een ongekende daling ingezet. De financiële sector werd het<br />

hardst geraakt. De zeer sterke daling is te begrijpen bij het<br />

zien van de dalende winsten, zo niet stijgende verliezen en<br />

de vooruitzichten. De recessie lijkt inmiddels te zijn ingeprijsd<br />

met lage koers/winstverhoudingen. Deze recessie gaat eens<br />

over en dan zullen de aandelenbeurzen hun weg omhoog<br />

weer vinden. De DNB heeft voor ALM-input een lange -<br />

ter mijnverwachting van 7,5% voor aandelen in de ont -<br />

wikkelde landen en 8% voor de opkomende markten. Het<br />

fonds heeft door de economische problemen het belang in<br />

aandelen in haar normportefeuille voor 2009 wel verlaagd<br />

van 43% naar 35%. Hierbij blijft het streven van het fonds<br />

om externe managers te kiezen die extra rendement toevoegen,<br />

zodanig dat de karakteristieken van de aandelenportefeuille<br />

overeen komen met de benchmark.<br />

Koersverloop aandelenmarkten 2001 - <strong>2008</strong><br />

hier meer last van dan niet-beursgenoteerde vanwege de<br />

toegenomen volatiliteit. De totaalrendementen zullen naar<br />

verwachting voor woningen positief blijven, met uitzondering<br />

van het topsegment. Winkels kennen door het afnemend<br />

consumentenvertrouwen een minder hoog rendement. De<br />

verwachte waardedaling voor winkels zal, naar verwachting<br />

ook over een looptijd van twee jaar, rond de 10% zijn. Voor<br />

kantoren wordt uitgegaan van een verdere waardedaling van<br />

10-15% over de komende twee jaar, bovenop de waarde -<br />

dalingen van 5-10% die reeds hebben plaatsgevonden op<br />

gedane transacties. Fondsen met weinig vreemd vermogen<br />

bieden nu goede mogelijkheden voor de toekomst.<br />

Alternatieve markten<br />

Infrastructuur<br />

De inframarkt houdt zich goed staande maar de mogelijkheden<br />

worden wel minder. Mogelijk krijgt de sector door de<br />

economische malaise nu een extra impuls, waardoor veel<br />

overheidsplannen, in vooral infrastructuur, naar voren worden<br />

gehaald. Voorts is de opkomst te zien van infra- en<br />

landbouwgrondfondsen die zonder geleend geld werken.<br />

Grondstoffen<br />

Het resultaat op commodities, grondstoffen, was in het verslagjaar<br />

sterk negatief. Na een forse stijging in het eerste<br />

deel van het verslagjaar daalden de grondstofprijzen als<br />

gevolg van de economische crisis daarna in korte tijd zeer<br />

scherp. In grondstoffen wordt belegd vanwege diversificatie<br />

van de activa door het vroegtijdig opvangen van geopolitieke<br />

risicos en inflatie. Gezien de forse stijging van de grondstoffenprijzen<br />

in de eerste helft van <strong>2008</strong> werkte diversificatie<br />

naar commodities heel goed. Echter, in de tweede helft van<br />

<strong>2008</strong> werd de correlatie met andere zakelijke waarden juist<br />

positief. In feite daalden de koersen van alle zakelijke waarden,<br />

inclusief die van commodities.<br />

Vastgoedmarkten<br />

Onroerend goed heeft in het boekjaar per saldo negatief<br />

gepresteerd. De vastgoedparticipaties en het directe vastgoed<br />

zorgden nog voor een licht positief resultaat, de<br />

beursgenoteerde vastgoedfondsen ondergingen echter een<br />

aanzienlijke waardedaling. In het algemeen geldt dat de<br />

vastgoedmarkten in Europa er nog relatief rustig bij liggen,<br />

hoewel er een duidelijk opwaartse druk op de aanvangsrendementen<br />

is. Beursgenoteerde vastgoedfondsen hebben<br />

Historische cijferreeksen laten zien dat commodities over de<br />

lange termijn een extra rendement genereren van ruim<br />

anderhalf procent ten opzichte van obligaties. De korte termijn<br />

vooruitzichten voor commodities zijn thans te onzeker<br />

voor een onderbouwde voorspelling. De langetermijnvooruitzichten<br />

lijken gunstig als blijkt dat de kredietcrisis en<br />

huidige terugval van de grondstoffenprijzen de noodzakelijke<br />

vervangingsinvesteringen in de mijnbouw en agrarische sector<br />

ontmoedigen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 34


Verslag van het bestuur<br />

Hedge Funds<br />

De hedge fund industrie heeft in <strong>2008</strong> het slechtste jaar in<br />

haar bestaan moeten ervaren. Het gemiddelde rendement<br />

was eenvoudig na te bootsen geweest via een belegging<br />

van 50% in aandelen en 50% in obligaties. De hedge fund<br />

industrie staat aan de vooravond van een grote herstructurering.<br />

Het succes is voor velen over. De muziek is gestopt<br />

en alleen de allerbeste hedge funds zullen een plaats<br />

behouden. Duidelijke jarenlange trends, zoals die ontstonden<br />

na het barsten van de internetbel, zijn stuk voor stuk doorbroken<br />

in de voorbije 18 maanden. De tijd is voorbij dat er<br />

makkelijk extra rendement kon worden behaald. Het gaat nu<br />

om echt vakmanschap en dat is uiterst schaars. Het gevolg<br />

is dat honderden hedge funds op dit moment verdwijnen en<br />

de verwachting van industriespecialisten is dat dit oploopt<br />

tot duizenden. Voor de goede orde: er zijn ongeveer 8.500<br />

hedge funds in de wereld. Het leeglopen van de hedge fund<br />

bel zorgt voor extra veel volatiliteit op de beurzen. Vanuit<br />

het oogpunt van continuïteit, stabiliteit en een goed rendement<br />

is het van belang dat <strong>PGB</strong> de juiste hedge fund managers<br />

blijft weten te vinden.<br />

Asset mix <strong>2008</strong><br />

Jaarlijks wordt, voorafgaand aan het nieuwe beleggingsjaar,<br />

de voor dat jaar te hanteren strategische asset mix vastgelegd<br />

in het beleggingsplan en door het bestuur vastgesteld.<br />

Tevens geldt dit voor de bandbreedtes daarom -<br />

heen, waarbinnen tactisch beleid kan worden gevoerd.<br />

De strategische beleggingsmix, realisatie en bandbreedtes<br />

voor <strong>2008</strong> zijn voor de hoofd- en subonderdelen als volgt<br />

samengevat:<br />

Beleggingsonderdeel strate- feitelijke allocatie bandgische<br />

per 31-12-<strong>2008</strong> breedte<br />

allocatie<br />

% % € x mln %<br />

Vastrentende waarden 39 43,5 3.165 35 - 65<br />

waarvan:<br />

Staat 62 30,6 969 20 - 80<br />

Bedrijven 58,8 1.860 <br />

Inflatie gerelateerd 2 2,0 64 0 - 6<br />

Opkomende markten 8 4,1 129 0 - 12<br />

High yield 8 6,0 192 0 - 12<br />

Geldmarkt 20 − 1,5 − 49 0 - 40<br />

Aandelen 43 36,4 2.652 33 - 53<br />

waarvan:<br />

Europa ex VK 30 30,4 807 21 - 39<br />

Verenigd Koninkrijk 7 6,6 175 5 - 9<br />

Noord-Amerika 35 35,1 930 24 - 46<br />

Japan 10 7,9 208 7 - 13<br />

Pacific ex Japan 5 5,2 139 3 - 7<br />

Opkomende landen 13 14,8 393 9 - 17<br />

Onroerende zaken 8 10,4 757 5 - 15<br />

Green Investments/Infra 4 4,4 319 0 - 6<br />

Commodities 3 2,5 183 0 - 6<br />

Hedge funds 2 2,5 182 0 - 4<br />

Liquiditeiten 1 0,3 23 − 5 - 10<br />

Totaal beleggingsportefeuille 100 100 7.281 100<br />

De strategische allocatie kende in <strong>2008</strong> een verloop en de<br />

aangegeven allocatie is die per ultimo <strong>2008</strong>. Het relatief<br />

grote verschil bij de vastrentende waarden en aandelen<br />

tussen de feitelijke en de strategische allocatie wordt ver -<br />

klaard doordat er in de laatste weken van het boekjaar een<br />

omvorming heeft plaatsgevonden in de portefeuille naar de<br />

nieuwe strategische allocatie per 1 januari 2009. Het percentage<br />

vastrentende waarden is met het oog op risico -<br />

reductie onder invloed van de kredietcrisis hierin omhoog -<br />

gebracht naar 44% en het aandelenpercentage omlaag naar<br />

36%.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 35


Verslag van het bestuur<br />

Bij de vastrentende waarden heeft hierbij tevens een herschikking<br />

van portefeuilles plaatsgevonden, waarbij de be -<br />

drijfsleningen in een aparte portefeuille zijn opgenomen.<br />

De voornaamste benchmarks voor de hoofd- en subonderdelen<br />

van de beleggingsportefeuille zijn voor <strong>2008</strong> naar<br />

bron als volgt vastgesteld:<br />

De bovenvermelde onderverdeling en bedragen betreffen<br />

alleen de portefeuille waarvan de performance wordt<br />

vergeleken met die van de normportefeuille. Hierin zijn de<br />

tactische derivaten in de diverse beleggingsonderdelen<br />

meegenomen, in tegenstelling tot de jaarrekening.<br />

De totale beleggingen van het fonds zoals opgenomen in de<br />

kerncijfers bestaan naast de beleggingsportefeuille ook nog<br />

uit de matching portefeuille waarmee de afdekking van het<br />

renterisico plaatsvindt en de currency overlay portefeuille<br />

waarmee het valutarisco wordt afgedekt.<br />

Totaal beleggingsportefeuille 7.281<br />

Matching portefeuille 683<br />

Currency overlay portefeuille 167<br />

Diverse posten 77<br />

Totaal beleggingen, zie kerncijfers 8.208<br />

In de jaarrekening wordt vanaf 1 januari 2007 een andere<br />

manier van vastlegging gevolgd met betrekking tot de<br />

derivaten. Indien een derivaat een negatieve waarde heeft,<br />

wordt deze als schuld op de balans verantwoord. Dit is als<br />

volgt in de jaarrekening opgenomen:<br />

Vastrentende waarden - Bloomberg/Effas, onderverdeeld<br />

per regio/land<br />

Aandelen<br />

- MSCI onderverdeeld per regio/<br />

land<br />

Onroerende zaken - GPR en ROZ, onderverdeeld per<br />

investeringstype<br />

Commodities - S&P GSCI, onderverdeeld per<br />

producttype<br />

Overige<br />

- Product of rentetarief gerelateerd<br />

Voor <strong>2008</strong> zijn alle benchmarks 100% afgedekt naar EUR, in<br />

overeenstemming met het strategische beleid tot 100%<br />

afdekking van de vreemde valuta in de eigen portefeuille.<br />

Rendement<br />

<strong>PGB</strong> heeft in <strong>2008</strong> ook geleden onder de zeer ongunstige<br />

marktomstandigheden en de daardoor veroorzaakte zeer<br />

grote daling van de aandelenbeurzen wereldwijd. Zoals in<br />

het overzicht op de volgende bladzijde is te zien, heeft het<br />

fonds in het jaar <strong>2008</strong> een totaalrendement binnen de beleggingsportefeuille<br />

behaald van 20,7% tegen 5,5% in 2007.<br />

Dit rendement was 1,7% lager dan de normportefeuille die<br />

een totaalrendement te zien gaf van 19,0% (v.j. 5,3%). De<br />

belangrijkste factoren voor deze underperformance was de<br />

achterblijvende performance bij vastrentende waarden, alternatieve<br />

beleggingen en het vastgoed. De aandelen lieten in<br />

het verslagjaar een outperformance zien.<br />

Totaal beleggingen, zoals opgenomen<br />

in de jaarrekening 8.378<br />

Negatieve derivaten verantwoord als<br />

overige schulden op de balans 170<br />

Totaal beleggingen, zoals opgenomen<br />

in de jaarrekening 8.208<br />

Benchmarks<br />

In het beleggingsplan worden de voor dat jaar gehanteerde<br />

benchmarks vastgelegd en door het bestuur vastgesteld.<br />

Tegen deze benchmarks worden de eigen prestaties gemeten.<br />

Voor alle in voorgaande tabel vermelde subonderdelen<br />

is een benchmark bepaald.<br />

De vastrentende waarden hebben in <strong>2008</strong> een totaalrendement<br />

geboekt van 1,0% tegen vorig jaar 2,0%. De normportefeuille<br />

rendeerde 6,2% zodat er een underperformance<br />

werd behaald van 7,2%. De overweging van bedrijfsleningen<br />

pakte zeer slecht uit door de economische crisis. Door het<br />

opdrogen van de liquiditeit van deze leningen daalden de<br />

koersen tot ongekend lage niveaus. De directe couponrente<br />

op deze leningen is wel veel hoger en indien zich een herstel<br />

aandient kan dit een zeer positief effect hebben.<br />

De aandelen hebben met een totaalrendement van 39,0%<br />

zeer slecht gepresteerd en ook veel lager dan in 2007 (6,9%).<br />

De normportefeuille gaf een rendement te zien van 40,1%,<br />

waardoor er toch nog een outperformance was van 1,1%.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 36


Verslag van het bestuur<br />

De onroerende zaken gaven een totaalrendement te zien<br />

van 9,3%. Het negatieve resultaat werd voornamelijk<br />

veroorzaakt door de beursgenoteerde vastgoedaandelen.<br />

De normportefeuille rendeerde 9,0%. De underperformance<br />

werd bewerkstelligd door de niet-beursgenoteerde vastgoedaandelen.<br />

De alternatieve beleggingen bestonden in <strong>2008</strong> uit commodities,<br />

green investments/infrastructuur en hedge funds.<br />

De resultaten die hiermee werden behaald, met tussen<br />

haakjes die van de normportefeuille, zijn respectievelijk<br />

64,3% (43,7%), 3,4% (3,5%) en 9,2% (4,8%).<br />

Het totaalrendement inclusief de portefeuilles ter afdekking<br />

van het renterisico en het valutarisico bedroeg -17,8%. In<br />

tegenstelling tot vorig jaar (2,5% negatief) was de invloed<br />

van deze twee portefeuilles op het totaalrendement in dit<br />

verslagjaar 2,9 positief.<br />

In onderstaande tabel wordt het totaalrendement over <strong>2008</strong><br />

ge rapporteerd. Tevens zijn de rendementen van de onder -<br />

liggende rubrieken weergegeven, evenals de overeenkomstige<br />

rendementen over 2007.<br />

Performancetoets / Z-score<br />

In het kader van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 wordt<br />

vanaf 1998 het behaalde rendement van het fonds<br />

vergeleken met het rendement van de jaarlijks vooraf vastgestelde<br />

normportefeuille, uitmondend in een jaarlijkse<br />

score, de zogenaamde Z-score. De Z-score over <strong>2008</strong><br />

bedroeg 1,02 (v.j. + 0,09). De score was negatief omdat<br />

het rendement van de eigen beleggingsportefeuille met<br />

20,7% lager was dan dat van de normportefeuille met<br />

19,0%. De beleggingskosten, inclusief de kosten van het<br />

externe management bij de aandelen, waren iets hoger dan<br />

de normkosten, wat eveneens een licht negatief effect had.<br />

Bij de wettelijk voorgeschreven jaarlijkse performancetoets<br />

dient het gemiddelde van deze Z-scores over de laatste vijf<br />

jaar ieder jaar getoetst te worden. Indien dit gemiddelde<br />

negatief is heeft het fonds volgens de wet onvoldoende<br />

gepresteerd.<br />

Door wetswijziging is de ondergrens gewijzigd van 1,28<br />

tot 0 door bij de berekeningsuitkomst 1,28 op te tellen.<br />

De performancetoets 2009 over de jaren 2004 tot en met<br />

<strong>2008</strong> komt uit op een score voor het fonds van + 1,31<br />

(v.j. + 1,77), wat ruim positief is.<br />

Rendementen <strong>2008</strong><br />

Beleggingsonderdeel<br />

In procenten<br />

Totaal rendement<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Vastrentende waarden 1,0 2,0<br />

Aandelen 39,0 6,9<br />

Onroerende zaken 9,3 10,2<br />

Commodities 64,3 47,2<br />

Green Investments/infra 3,4 ―<br />

Hedge funds 9,2 ―<br />

Liquiditeiten 0,1 14,4<br />

Totaal beleggingsportefeuille 20,7 5,5<br />

Totaal normportefeuille 19,0 5,3<br />

Totaal fonds incl.<br />

afdekking rente/valutarisico 17,8 3,0<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 37


Verslag van het bestuur<br />

Actuariële analyse<br />

De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan<br />

als volgt worden weergegeven:<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Premieresultaat<br />

Premiebijdragen 184 164<br />

Pensioenopbouw 107 126<br />

Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor<br />

pensioenuitvoeringskosten 6 5<br />

Pensioenuitvoeringskosten 8 6<br />

75 37<br />

Interestresultaat<br />

Beleggingsresultaten 1.777 269<br />

Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen 320 289<br />

Indexering en overige toeslagen 130<br />

Wijziging marktrente 1.470 590<br />

3.567 440<br />

Overig resultaat<br />

Resultaat op waardeoverdrachten (saldo-overdracht van rechten) 4 1<br />

Resultaat op kanssystemen (overige wijzigingen) 31 23<br />

Wijziging overige actuariële uitgangspunten 3<br />

Overige baten 96 78<br />

Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen ―<br />

Overige lasten 28 ―<br />

41 103<br />

Totaal saldo van baten en lasten 3.451 580<br />

Het pensioenfonds hanteert voor haar premiestelling een<br />

gedempte rekenrente van 4,25%. Op basis van deze rekenrente<br />

is de kostendekkende premie vastgesteld op 16%.<br />

Indien wordt uitgegaan van een rentestand van 4,85%<br />

bedraagt de kostendekkende premie 13,6%.<br />

De toeslagverlening dient gefinancierd te worden uit het<br />

beleggingsresultaat. Gezien de slechte beleggingsresultaten<br />

is besloten om geen indexering toe te zeggen.<br />

Uitkomsten van de solvabiliteitstoets<br />

Financieel Toetsingskader<br />

Het financieel toezicht is gebaseerd op een going concerngedachte.<br />

Een pensioenfonds dient daarbij te streven naar<br />

een evenwicht. Er is sprake van een evenwichtige financiële<br />

situatie wanneer de kans dat het fonds over minder middelen<br />

beschikt dan de waarde van de onvoorwaardelijke verplichtingen,<br />

zich slechts één keer in de 40 jaar voordoet.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 38


Verslag van het bestuur<br />

Deelnemers hebben dan een zekerheid van 97,5% dat het<br />

fonds aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het vereiste eigen<br />

vermogen van een pensioenfonds is het vermogen dat hoort<br />

bij deze evenwichtssituatie.<br />

De financiële positie van een pensioenfonds wordt<br />

weergegeven in de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft<br />

de verhouding weer tussen het totale vermogen van het<br />

pensioenfonds en haar voorziening pensioenverplichtingen.<br />

Bij een dekkingsgraad van 100% is het pensioenvermogen<br />

gelijk aan de voorziening pensioenverplichtingen. Er zijn dan<br />

geen reserves. Omdat beleggingsrendementen echter van<br />

jaar tot jaar sterk kunnen fluctueren, zullen er in het licht van<br />

de zekerheidsmaat van 97,5%, reserves moeten worden<br />

aangehouden. Voor <strong>PGB</strong> betekent dit dat de dekkingsgraad<br />

van het fonds, gezien de huidige samenstelling van de<br />

beleggingen, voor de onvoorwaardelijke aanspraken<br />

ongeveer 114% zal moeten bedragen.<br />

Solvabiliteit<br />

Als een fonds niet over het vereiste eigen vermogen beschikt<br />

is er sprake van een dekkingstekort of een reservetekort.<br />

Van een dekkingstekort is sprake als de dekkingsgraad van<br />

het fonds gelijk of lager is dan 105% ten opzichte van het<br />

minimaal vereiste vermogen. Van een reservetekort is sprake<br />

wanneer de dekkingsgraad zakt onder de 114%. Met een<br />

dekkingsgraad van 97% (ultimo <strong>2008</strong>) heeft <strong>PGB</strong> een<br />

dekkingstekort en voldoet dan ook niet aan de gestelde<br />

solvabiliteitseis.<br />

mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen<br />

voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum,<br />

in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen,<br />

zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving<br />

opgenomen criteria.<br />

Daarnaast zijn de maatregelen, genomen tot herstel van de<br />

financiële positie en vastgelegd in het herstelplan van 26<br />

maart 2009, betrokken in het oordeel van de actuaris. Volgens<br />

dit herstelplan zal het pensioenfonds binnen de daartoe<br />

vereiste termijnen voldoen aan de gestelde normen ten<br />

aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen en vereist<br />

eigen vermogen.<br />

RISICO EN BEHEERSING<br />

Algemeen<br />

Het beheersen van risicos is altijd al een belangrijk aandachtspunt<br />

van het bestuur <strong>PGB</strong> geweest. Door de toenemende<br />

dynamiek en complexiteit van zowel interne als<br />

externe ontwikkelingen is het belang van risicomanagement<br />

toegenomen. Voorbeelden van deze ontwikkelingen zijn<br />

toenemende wet- en regelgeving, complexere bedrijfs -<br />

processen en beleggingsproducten evenals het toege nomen<br />

extern toezicht. Als uitvloeisel hiervan heeft de uitvoerings -<br />

organisatie GBF in <strong>2008</strong> de afdeling Riskmanagement &<br />

Compliance opgezet, zodat een betere invulling kan worden<br />

gegeven aan risicomanagement vanuit een integraal perspectief.<br />

Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie<br />

Met inachtneming van het navolgende is de actuaris van<br />

oordeel dat naar zijn overtuiging is voldaan aan de artikelen<br />

126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische<br />

voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels<br />

en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het<br />

eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum<br />

lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.<br />

Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de<br />

verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een<br />

dekkingstekort. De omvang van dit dekkingstekort is zodanig<br />

dat de technische voorzieningen van het pensioenfonds op<br />

de balansdatum niet volledig door waarden zijn gedekt.<br />

De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds voor de<br />

Grafische Bedrijven is naar de mening van de actuaris onvoldoende<br />

vanwege het dekkingstekort. Daarbij is bepalend de<br />

De gevolgen van de financieel economische crisis hebben<br />

aangetoond dat goede risicobeheersing voor pensioenfondsen<br />

een absolute must is. Het managen van de risicos en<br />

de financiële positie van het pensioenfonds heeft het afge -<br />

lopen jaar veel aandacht gekregen. Als gevolg van de<br />

negatieve ontwikkelingen door de crisis is de financiële positie<br />

van <strong>PGB</strong> verslechterd. De dekkingsgraad is gedaald van<br />

148% naar 97%.<br />

De afwegingen in de mate waarin aanpassingen in de beleggingscategorieën<br />

als gevolg van de crisis zijn doorgevoerd<br />

zijn vooral in het licht van het middellange en langetermijnperspectief<br />

geplaatst. Vooral door het actief managen van<br />

de renterisicos is de daling van de dekkingsgraad beperkter<br />

uitgevallen dan zonder die actieve opstelling het geval zou<br />

zijn geweest.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 39


Verslag van het bestuur<br />

In de jaarrekening is een afzonderlijk hoofdstuk opgenomen<br />

voor risicobeheer en derivaten. Daar treft u een gedetail -<br />

leerde cijfermatige toelichting aan op de specifieke risicos.<br />

ERM COSO<br />

De inrichting van het risicomanagement bij <strong>PGB</strong> is<br />

gebaseerd op het zogenaamde ERM COSO-raamwerk. Dit<br />

zogenaamde Enterprise Risk Management raamwerk is<br />

afkomstig van The Committee of Sponsoring Organizations<br />

of the Treadway Commission. Dit comité heeft het initiatief<br />

genomen om te komen tot een algemeen kader voor risicomanagement.<br />

ERM COSO wordt wereldwijd gezien als een<br />

van de belangrijkste raamwerken voor de inrichting van integraal<br />

risicomanagement. ERM COSO is bij <strong>PGB</strong> een continu<br />

proces dat, geïnitieerd door het bestuur van <strong>PGB</strong> en de<br />

directie van de uitvoeringsorganisatie GBF, tot stand wordt<br />

gebracht door alle lagen van de organisatie. Het oogmerk<br />

daarbij is om een redelijke mate van zekerheid te verschaffen<br />

dat de risicos die samenhangen met het bereiken van de<br />

doelstellingen op een goede wijze worden beheerst.<br />

De dimensies van het ERM COSO raamwerk worden in de<br />

volgende kubus weergegeven.<br />

PERSPECTIEVEN<br />

De kernprocessen van het pensioenfonds zijn vastgelegd. In<br />

zogenaamde riskcontrolmatrices zijn rekening houdend<br />

met de doelstellingen van de COSO-perspectieven strategie,<br />

operationeel, rapportage en compliance de risicos en de<br />

genomen beheersmaatregelen van die processen geïdentificeerd.<br />

Voor de beheersing van de risicos wordt gebruik<br />

gemaakt van het three lines of defence model. De verantwoordelijkheid<br />

voor het beheersen van de risicos ligt bij<br />

degenen die ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van<br />

de processen. De afdeling Riskmanagement & Compliance<br />

coördineert, faciliteert en houdt toezicht op voortgang en<br />

naleving hiervan. De Interne Accountantsdienst toetst de<br />

effectieve werking van de beheersmaatregelen door middel<br />

van testwerkzaamheden en operational audits. Op basis van<br />

bevindingen worden eventueel verbeteracties doorgevoerd.<br />

Riskassesments en voorlichting<br />

In het kader van risicomanagement zijn in het verslagjaar<br />

verschillende riskassesments en voorlichtingsbijeenkomsten<br />

gehouden voor bestuursorganen alsmede binnen de uitvoeringsorganisatie.<br />

Naast de verbetering van het beheersinstrumentarium<br />

leveren deze bijeenkomsten een belangrijke bijdrage<br />

in de bewustwording van het belang van een goed<br />

risicomanagement. Het feitelijke gedrag van mensen is<br />

immers een belangrijke peiler onder een goede risicobeheersing.<br />

In 2009 zal op de ingeslagen weg worden voortgegaan<br />

en zullen op basis van de riskassesments verbeterplannen<br />

worden opgezet.<br />

SUBSIDIARY<br />

BUSINESS UNIT<br />

COMPLIANCE<br />

DIVISION<br />

ENTITY - LEVEL<br />

REPORTING<br />

OPERATIONS<br />

STRATEGIC<br />

ELEMENTEN<br />

Internal Environment<br />

Objective Setting<br />

Event Identification<br />

Risk Assessment<br />

Risk Response<br />

Control Activities<br />

Information & Communication<br />

Monitoring<br />

NIVEAU<br />

Risicogebieden<br />

De Financiële Instellingen Risico Methode (FIRM) van De<br />

Nederlandsche Bank (DNB) wordt als referentiekader<br />

gebruikt voor de identificatie van risicos evenals voor het<br />

vaststellen van de mate waarin deze risicos worden<br />

beheerst. DNB hanteert FIRM als instrument bij haar op<br />

risico gebaseerde toezicht op financiële instellingen. Door<br />

FIRM, dat eveneens is gebaseerd op het ERM COSO<br />

raamwerk, te gebruiken als referentiekader wordt geborgd<br />

dat alle typen risicos van het ERM COSO raamwerk zijn<br />

opgenomen en dat de mate van beheersing met een objectief<br />

normenkader kan worden beoordeeld. Binnen FIRM zijn<br />

zowel financiële als niet-financiële risicos opgenomen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 40


Verslag van het bestuur<br />

Onderstaand worden de belangrijkste risicos toegelicht.<br />

Strategische risicos<br />

De belangrijkste strategische doelstelling van het fonds is<br />

het op zowel de korte als de lange termijn kunnen garanderen<br />

van de nominale pensioenaanspraken en ingegane<br />

uitkeringen, evenals het in staat zijn om de toeslagambitie<br />

mogelijk te maken uit het beleggingsrendement en de<br />

daaruit voortvloeiende reserves. In verband hiermee wordt<br />

op basis van een Asset Liability Management (ALM)-studie<br />

de onderlinge samenhang van de beleggingen en de verplichtingen<br />

bestudeerd en gestuurd. Op basis van het ALMmodel<br />

wordt het financieel beleid geformuleerd. Dit beleid<br />

bestaat uit het beleggings-, premie- en toeslagbeleid.<br />

Een ander belangrijk strategisch issue is de schaalgrootte<br />

van het pensioenfonds. Gegeven de personeelskrimp in de<br />

grafimediabedrijfstak alsmede de wens om een goede<br />

prijs/kwaliteitverhouding te kunnen consolideren wil het<br />

fonds haar draagvlak vergroten. Om verzekeringstechnisch<br />

nadeel voor de bestaande populatie te voorkomen zijn door<br />

het bestuur toetredingsvoorwaarden geformuleerd.<br />

Renterisico<br />

Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente<br />

omdat de duration, de gewogen gemiddelde looptijd in<br />

jaren, van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk<br />

zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het<br />

bestuur zorgvuldig de voordelen en nadelen van het meer of<br />

minder afstemmen van de duration van de beleggingen op<br />

de duration van de verplichtingen af. Concreet is in de loop<br />

van <strong>2008</strong> het duration verschil tussen de beleggingen en de<br />

verplichtingen verder verkleind, waarmee ingespeeld werd<br />

op een mogelijke rentedaling. Een indicatie voor de renteontwikkeling<br />

in <strong>2008</strong> is de volgende: de zogenaamde 30-jaars<br />

swaprente daalde in <strong>2008</strong> van 5% op 25 juli <strong>2008</strong>, naar<br />

2,74% op 3 december <strong>2008</strong> om het jaar te eindigen op<br />

3,57%. De daling van de rente is er mede de oorzaak van<br />

dat de dekkingsgraad in <strong>2008</strong> is gedaald, maar deze daling<br />

is minder groot dan wanneer het genoemde duration verschil<br />

niet zou zijn verkleind.<br />

Beleggingsrisicos<br />

Door het nieuwe beleggingsbeleid, dat mede ingegeven is<br />

door de nieuwe Pensioenwet, is sprake van een grotere<br />

spreiding over de verschillende beleggingscategorieën en<br />

regios. Per beleggingscategorie is een strategische<br />

normweging aangegeven evenals de bandbreedtes die naar<br />

inzicht van de (externe) vermogensbeheerder benut kunnen<br />

worden. Dit resulteert erin dat de gehele portefeuille in<br />

principe een lager risico heeft dan voorheen het geval was.<br />

Door met name de wereldwijde daling van de aandelen -<br />

koersen is dit in <strong>2008</strong> niet tot uitdrukking gekomen. De in<br />

2007 ingezette spreiding over meerdere beleggingscategorieën<br />

ten koste van vooral vastrentende waarden, en binnen<br />

vastrentende waarden vooral staatsobligaties, heeft in<br />

dat speci fieke jaar niet goed uitgepakt.<br />

De belangrijkste beleggingsrisicos zijn het markt-, prijs-,<br />

valuta- en kredietrisico. Het markt-, prijs-, en kredietrisico<br />

wordt zoveel mogelijk beheerst door diversificatie over verschillende<br />

beleggingscategorieën, individuele fondsen,<br />

regios en sectoren, door het hanteren van beleggingsrichtlijnen<br />

waarin o.a. gewerkt wordt met limieten, ratings, tracking<br />

errors en beperkingen ten aanzien van individuele posities en<br />

transacties almede door risicoafdekking middels derivaten<br />

(valutatermijncontracten, opties en futures). Het valutarisico<br />

wordt op totaalniveau afgedekt. Over- en onderweging van<br />

valutas kunnen al naar gelang de tactische visie binnen<br />

specifieke portefeuilles in beperkte mate worden ingenomen<br />

om alpha te genereren.<br />

Voorts is met ingang van <strong>2008</strong> de vastrentende portefeuille<br />

opgedeeld in een matching - en een return portefeuille. De<br />

matching portefeuille heeft als primaire doel om de beleg -<br />

gingen beter te kunnen matchen met pensioenverplichtingen.<br />

De return portefeuille heeft primair als doel om met de<br />

opbrengst de kosten van de rente- en inflatiedekking uit de<br />

matching portefeuille te financieren. Het secundaire doel is<br />

om extra rendement te behalen waarmee de pensioenpremie<br />

op een aanvaardbaar niveau te houden is en de<br />

actuariële risicos worden gefinancierd.<br />

Gezien de financieel-economische situatie is voor 2009 het<br />

besluit genomen om het percentage dat belegd wordt in<br />

aandelen te verlagen van 43% in <strong>2008</strong> tot 35% in 2009.<br />

Actuariële risicos<br />

Ultimo <strong>2008</strong> zijn onze voorzieningen gebaseerd op de<br />

sterftetafel GBM/V 2000-2005 met een opslag van 4% om<br />

de gevolgen van de prognosetafel AG 2005-2050 te ondervangen.<br />

Hierdoor is het langlevenrisico voor het fonds sterk<br />

gereduceerd. Daarnaast wordt een kostenvoorziening van<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 41


Verslag van het bestuur<br />

2% aangehouden om te voorzien in de uitvoeringskosten<br />

indien er geen premiestroom meer is.<br />

Overige relevante actuariële risicos zijn het overlijdens- en<br />

het arbeidsongeschiktheidsrisico. Gezien het grote aantal<br />

levens (dat is het aantal verzekerden en gepensioneerden)<br />

achten wij het niet noodzakelijk om een herverzekeringsconstructie<br />

aan te gaan voor het overlijdensrisico- en het ar -<br />

beids ongeschiktheidsrisico. Dit laatste betreft overigens uitsluitend<br />

het premievrijstellingsrisico.<br />

Operationele risicos<br />

De uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed aan de<br />

uitvoeringsorganisatie GBF. Met de GBF is een service level<br />

agreement (SLA) overeengekomen. In de SLA zijn de normen<br />

voor de dienstverlening opgenomen. De werkelijke<br />

uitkomsten worden per kwartaal aan het bestuur gerapporteerd.<br />

Compliance risicos<br />

Onder compliance risicos worden zowel de juridische<br />

risicos als de integriteitsrisicos begrepen.<br />

Voor onze organisatie is het vanzelfsprekend en noodzakelijk<br />

dat de wet- en regelgeving op een juiste wijze wordt<br />

nageleefd. De laatste jaren is er een groei in omvang en<br />

complexiteit van de interne en externe wet- en regelgeving.<br />

Als gevolg hiervan is besloten om in <strong>2008</strong> een afzonderlijke<br />

compliance officer bij de uitvoeringsorganisatie GBF aan te<br />

stellen. Deze functionaris stelt centrale kaders en houdt<br />

toezicht op de naleving van de relevante wet- en regel -<br />

geving.<br />

Een belangrijke sturende bijdrage in de feitelijke uitvoering<br />

van de naleving wordt geleverd vanuit de afdeling Beleidsen<br />

Bestuursondersteuning van de GBF waar specialisten op<br />

het gebied van pensioen- en vermogensbeheerwetgeving<br />

actief zijn.<br />

Daarnaast werd het afgelopen jaar door de uitvoeringsorganisatie<br />

GBF de SAS70 type II certificering gerealiseerd.<br />

Met een SAS70 (Statement on Auditing Standard no. 70)<br />

verklaring kan een uitvoeringsorganisatie aantonen dat zij de<br />

operationele risicos van haar dienstverlening goed beheerst.<br />

Er zijn twee typen verklaringen. Een type I-verklaring houdt<br />

in dat de beheersmaatregelen en de beheersstructuur in<br />

opzet aanwezig en adequaat zijn. Een type II-verklaring, met<br />

een geldigheid van maximaal 1 jaar, geeft aan dat de<br />

accountant heeft vastgesteld dat de beheersdoelstellingen<br />

ook daadwerkelijk worden bereikt. Onder de scope van de<br />

verklaring vallen de processen die te maken hebben met<br />

beleggingen, bestuursondersteuning en pensioenbeheer. In<br />

verband met het toenemende belang van informatietechnologie<br />

voor de uitvoering van de pensioenregeling wordt in<br />

het rapport afzonderlijk aandacht besteed aan de general<br />

ICT controls. De realisatie betekent een belangrijke stap in<br />

de professionalisering van de organisatie en de aantoonbare<br />

beheersing van de operationele risicos. De aanbevelingen<br />

van de interne en externe accountant voor aanvullende verbeteringen<br />

worden opgevolgd om het beheersinstrumen -<br />

tarium verder te verbeteren.<br />

Vanaf 2009 dient de uitvoeringsorganisatie jaarlijks een<br />

SAS70 type II-rapport op te leveren.<br />

Ter bevordering van het integer handelen van bestuurs- en<br />

commissieleden van <strong>PGB</strong> geldt een gedragscode. Voor de<br />

medewerkers van de GBF geldt een vrijwel identieke<br />

gedragscode. In het verslagjaar is de gedragscode aan -<br />

gepast aan de laatste modelcode van de koepelorganisaties<br />

van pensioenfondsen. In het kader van de nieuwe gedrags -<br />

code zijn door de compliance officer voorlichtingsbijeenkomsten<br />

voor het voltallige personeel van de GBF georgani -<br />

seerd. Het toezicht op de naleving van deze gedragscodes<br />

wordt door de compliance officer uitgevoerd. Voor directieen<br />

bestuursleden fungeert een externe compliance officer.<br />

TOEKOMSTVERKENNING: HERSTELBELEID<br />

Het bestuur heeft naar aanleiding van haar financiële positie<br />

een herstelplan opgesteld en na overleg met het Verant -<br />

woordingsorgaan en na een positief advies van de Deel -<br />

nemers raad, ingediend bij de toezichthouder DNB. In het<br />

herstel plan is aangegeven welke maatregelen het fonds wil<br />

nemen om het eigen vermogen weer op peil te brengen.<br />

Voor <strong>PGB</strong> zijn de hoofdpunten:<br />

■ meer zekerheid en stabiliteit in het beleggingsbeleid<br />

■ na de aanpassing van eind <strong>2008</strong> geen verdere premie -<br />

verhoging<br />

■ geen toeslag tot het fonds uit herstel is<br />

■ aanvullende maatregelen als herstel ook na 2012 uitblijft<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 42


Verslag van het bestuur<br />

De set van maatregelen is naar verwachting voldoende om<br />

op tijd te herstellen. Jaarlijks zal het fonds beoordelen of zij<br />

op basis van de actuele dekkingsgraad en de verwachte<br />

herstelcapaciteit over de resterende herstelperiode tot en<br />

met 2013 boven de circa 105% kan uitkomen. Als dat niet<br />

het geval mocht zijn, zullen op basis van de mogelijkheden<br />

die er op dat moment zijn, aanvullende maatregelen worden<br />

genomen waarbij het verlagen van aanspraken en uitkeringen<br />

niet bij voorbaat is uitgesloten. In deze toekomstparagraaf<br />

worden de hoofdlijnen van het herstelplan toegelicht.<br />

Beleidsinstrumenten bij tekort<br />

Een pensioenfonds dat te maken heeft met een financieel<br />

tekort kan verschillende maatregelen nemen om dat tekort<br />

weg te werken. Naast de beleggingsmaatregelen, een premieverhoging<br />

en het achterwege laten of verminderen van<br />

de toeslagverlening zou de pensioenregeling nog kunnen<br />

worden versoberd of de pensioenen worden gekort. In de<br />

uitgevoerde continuïteitsanalyses is de herstelcapaciteit van<br />

de maatregelen met het oog op de te nemen maatregelen<br />

voor het herstelplan geanalyseerd. Over de inhoud van de<br />

pensioenregeling kan het pensioenfonds geen beslissing<br />

nemen. Daar gaan de werknemers- en werkgeversorganisaties<br />

over. Ook een eventuele verhoging van de AOWleeftijd<br />

en de gevolgen daarvan voor het <strong>PGB</strong>-pensioen is<br />

een zaak van de overheid en sociale partners. Deze elementen<br />

zijn dan ook buiten beschouwing gelaten.<br />

Beleggingsmaatregelen<br />

<strong>PGB</strong> heeft in de loop van <strong>2008</strong> meer zekerheid en stabiliteit<br />

in haar beleggingsbeleid aangebracht maar met voldoende<br />

opwaarts potentieel om te kunnen profiteren van zich herstellende<br />

markten. Het autonome herstelpotentieel van<br />

beleggingsmaatregelen is echter beperkt. Het rendement is<br />

afhankelijk van de ontwikkelingen van de economie.<br />

Premie-instrument<br />

De effectiviteit van een premieverhoging is afhankelijk van de<br />

verhouding tussen de premieomvang enerzijds en de<br />

voorziening pensioenverplichtingen anderzijds. <strong>PGB</strong> is een<br />

relatief rijp fonds. Er gaat meer aan uitkeringen uit, dan er<br />

aan premie inkomt. Met een premieverhoging van 1%<br />

(bijvoorbeeld van 19,5% naar 20,5%) zou per jaar een verhoging<br />

van 0,10% dekkingsgraad kunnen worden gekocht.<br />

Naast de beperkte effectiviteit heeft het instrument als<br />

nadeel dat de lastenverzwaring de koopkracht van deelnemers<br />

aantast en het rendement van werkgevers onder druk<br />

zet. De premie is met ingang van 2009 verhoogd van 17%<br />

naar 19,5%.<br />

Toeslagverlening<br />

De toeslagen worden bij <strong>PGB</strong> betaald uit de beleggingsopbrengsten.<br />

Het niet verlenen van een toeslag levert geen<br />

directe bijdrage aan herstel maar zorgt wel dat de dekkingsgraad<br />

niet verder terugloopt. Het bestuur wil de toeslagverlening<br />

pas hervatten als de dekkingsgraad het niveau heeft<br />

bereikt van 120%. Bij beslissingen over toeslagverlening blijft<br />

het bestuur het advies van de Richtlijn Besluitvorming Toeslagverlening<br />

gebruiken. Deze richtlijn is onlangs geëvalueerd<br />

en na een positief advies van de deelnemersraad aangepast.<br />

In onderstaande tabel is de aangepaste richtlijn die met<br />

ingang van 2009 van toepassing is, weergegeven.<br />

Bij een dekkingsgraad van:<br />

vanaf 150%<br />

van 140% tot 150%<br />

van 130% tot 140%<br />

van 120% tot 130%<br />

van 105% tot 120%<br />

kan de volgende toeslag worden<br />

verleend:<br />

100% prijsinflatie zonder<br />

maximum + inhaaltoeslag +<br />

grafimedia loonindex<br />

100% prijsinflatie zonder<br />

maximum<br />

100% prijsinflatie met<br />

maximum van 4%<br />

gedeeltelijke prijsinflatie over<br />

een maximum van 4%<br />

geen toeslag<br />

Toelichting:<br />

De streefdekkingsgraad van <strong>PGB</strong> is 150%. Ligt de dekkingsgraad<br />

van het fonds op of onder de 120%, dan adviseert de richtlijn de<br />

pensioenen niet te verhogen. Vanaf 120% tot 130% zou gedeeltelijke<br />

verhoging van de pensioenen mogelijk zijn en vanaf 130%<br />

volledige aanpassing met een maximum van 4,00%. Als de prijzen<br />

in een jaar met 2,00% stijgen, geeft de richtlijn bij een dekkingsgraad<br />

van 125% aan dat het pensioen met 50% x 2,00% = 1,00%<br />

zou kunnen stijgen. Bedraagt de dekkingsgraad bijvoorbeeld 121%<br />

dan zou 10% x 2,00% = 0,20% aan verhoging gegeven kunnen<br />

worden. Wanneer de dekkingsgraad het niveau van 140% heeft<br />

bereikt, kan het bestuur besluiten tot volledige toeslagverlening<br />

waarbij het maximum wordt losgelaten. Indien de dekkingsgraad<br />

minimaal 12 maanden achtereen boven de 150% uitkomt,<br />

adviseert de richtlijn tot het inhalen van in het verleden gemiste<br />

verhogingen en/of tot aanpassing van het pensioen op basis van<br />

de cao-loonstijging. Om voor inhaaltoeslag in aanmerking te<br />

komen moet de deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op het<br />

moment dat de toeslag niet werd verleend als op het moment van<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 43


Verslag van het bestuur<br />

inhalen bij het fonds ingeschreven zijn. De achterstand die als<br />

eerste is ontstaan, wordt ook als eerste weer ingehaald. Het recht<br />

op inhaaltoeslag vervalt als het pensioen wordt meegenomen naar<br />

een nieuwe pensioenuitvoerder.<br />

Verlagen van pensioenrechten en aanspraken<br />

Het verlagen van pensioen is het direct korten van de opgebouwde<br />

aanspraken van deelnemers en gewezen deelnemers<br />

en het direct korten van de pensioenuitkeringen. Deze<br />

maatregel is vooral voor pensioenontvangers zeer ingrijpend<br />

en zal dan ook alleen in uiterste nood worden ingezet.<br />

Artikel 33 van het Pensioenreglement geeft het bestuur in<br />

uitzonderlijke situaties de bevoegdheid om de waarde van<br />

de opgebouwde aanspraken en pensioenuitkeringen te verlagen<br />

als dat nodig is om het financieel evenwicht te herstellen.<br />

Het instrument is effectief. Bij een korting hoeft het<br />

fonds minder uit te keren en minder te reserveren voor latere<br />

uitkeringen. Wanneer de pensioenen voor iedereen zouden<br />

worden verlaagd, kan met een korting van 1% een verhoging<br />

van de dekkingsgraad gekocht worden van ongeveer<br />

1%.<br />

Herstelplan <strong>PGB</strong>: voorgestelde maatregelen<br />

Het bestuur is na overleg met het Verantwoordingsorgaan<br />

en na een positief advies van de Deelnemersraad in haar<br />

Herstelplan 2009 - 2014 tot de volgende set van maat -<br />

regelen gekomen:<br />

1. In de beleggingsportefeuille wordt meer zekerheid en stabiliteit<br />

ingebouwd. Daarvoor wordt het percentage dat<br />

wordt belegd in aandelen afgebouwd en het percentage<br />

dat wordt belegd in alternatieve beleggingen uitgebreid.<br />

Op termijn streeft het fonds naar een beleggingsmix<br />

waarbij het vermogen voor 1/3 in aandelen zit, voor 1/3<br />

in vastrentende waarden en 1/3 in vastgoed en alternatieve<br />

beleggingen.<br />

2. De pensioenpremie is met ingang van 1 januari 2009 verhoogd<br />

van 17% naar 19,5%. Van verdere verhoging<br />

wordt afgezien omdat het niet substantieel bijdraagt aan<br />

het herstel op korte termijn.<br />

3. De pensioentoeslag blijft achterwege tot het moment dat<br />

het fonds uit herstel is en er een dekkingsgraad is bereikt<br />

van 120% of hoger. Voor besluitvorming over de toeslag -<br />

verlening gebruikt het fonds het advies van de (aange-<br />

paste) Richtlijn.<br />

4. Het voorwaardelijk extra pensioen van deelnemers die<br />

daarvoor in aanmerking komen, wordt jaarlijks per<br />

geboortejaar (vanaf 1950) onvoorwaardelijk gemaakt als<br />

het past binnen de herstelcapaciteit van het fonds. Maatgevend<br />

is of de herstelcapaciteit toereikend is om binnen<br />

de toegestane tijd de minimum vereiste dekkingsgraad<br />

van circa 105% te bereiken.<br />

5. Jaarlijks zal het pensioenfonds beoordelen of zij op basis<br />

van de actuele dekkingsgraad en de verwachte herstelcapaciteit<br />

over de resterende herstelperiode boven de<br />

minimaal vereiste dekkingsgraad van circa 105% kan<br />

uitkomen. Als dat niet het geval mocht zijn dan zullen op<br />

basis van de mogelijkheden die er op dat moment zijn,<br />

aanvullende maatregelen worden genomen. Aanpassen<br />

van pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen is in dat<br />

geval niet op voorhand uitgesloten.<br />

Continuïteitsanalyse<br />

Er is een continuïteitsanalyse uitgevoerd die de ontwikkeling<br />

van de dekkingsgraad laat zien waarbij rekening is<br />

gehouden met de voorgenomen maatregelen. Het<br />

verwachte herstel is in de onderstaande grafiek schematisch<br />

weergegeven. Daarbij is uitgegaan van een beleggingsrendement<br />

dat oploopt van 6,6% in jaar 1 tot 8,2% in jaar 5. In<br />

de grafiek is het verwachte kortetermijnherstel voor de<br />

eerste 5 jaar uitgezet.<br />

Ontwikkeling dekkingsgraad <strong>PGB</strong> 2009 - 2014<br />

Toelichting:<br />

Op basis van de gewijzigde beleggingsmix waarbij gekozen is voor<br />

meer zekerheid, een vaste premie van 19,5%, het niet verlenen van<br />

de toeslag zolang het fonds niet uit herstel is, zijn berekeningen<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 44


Verslag van het bestuur<br />

uitgevoerd. Die berekeningen laten zien dat <strong>PGB</strong> met de huidige<br />

maatregelen na 5 jaar zou kunnen uitkomen op een dekkingsgraad<br />

van ongeveer 111% (en na 15 jaar, niet zichtbaar in de<br />

grafiek op ongeveer 146%). Zowel het kortetermijnherstel als het<br />

langetermijnherstel zouden, als het uitgezette scenario zich voordoet,<br />

binnen de randvoorwaarden van DNB vallen.<br />

Er hoeven in dat geval geen aanvullende maatregelen genomen te<br />

worden. Deze verwachte ontwikkeling is in de grafiek als een<br />

blauwe opgaande lijn weergegeven. DNB vraagt van pensioenfondsen<br />

ook dat zij aangeven welke maatregelen zullen worden<br />

genomen in het geval het verwachte herstel uitblijft en het minimaal<br />

vereiste eigen vermogen (MVEV) niet tijdig wordt gehaald.<br />

Het bestuur stelt zich op het standpunt dat aanvullende maatregelen<br />

op dit moment niet noodzakelijk zijn. Als de financiële<br />

positie van het fonds achterblijft bij het uitgezette pad in het herstelplan<br />

zullen op basis van de mogelijkheden die er op dat<br />

moment zijn, aanvullende maatregelen worden genomen.<br />

Uit de continuïteitsanalyse blijkt verder dat de gemiddelde<br />

kans op realisatie van de ambitie van het pensioenfonds,<br />

een waardevast pensioen, in vergelijking met de eerder uitgevoerde<br />

analyse in <strong>2008</strong> lager uitvalt. In <strong>2008</strong> bedroeg die<br />

gemiddelde kans over 15 jaar 95%. In 2009, op basis van<br />

de bestandsgegevens van eind <strong>2008</strong> en rekening houdend<br />

met de genomen maatregelen in het herstelplan, 45%.<br />

In onderstaande grafiek is de kansontwikkeling van beide<br />

analyses weergegeven.<br />

Toelichting:<br />

De blauwe lijn geeft het gemiddelde verwachte pensioenresultaat<br />

weer voor de komende 15 jaar op basis van de bestandsgegevens<br />

van eind 2007. De kans dat <strong>PGB</strong> de pensioenen van deelnemers<br />

en pensioengerechtigden waardevast zou kunnen houden, komt<br />

uit op ongeveer 95%.<br />

De oranje lijn geeft het gemiddelde pensioenresultaat voor de<br />

komende 15 jaar op basis van de bestandsgegevens van eind <strong>2008</strong><br />

weer. De kans dat <strong>PGB</strong> de pensioenen waardevast zou kunnen<br />

houden, komt daarbij uit op ongeveer 87%.<br />

De toezichthouder heeft aangegeven vóór 1 juli 2009 te<br />

laten weten of <strong>PGB</strong> haar plan ook daadwerkelijk zo kan<br />

gaan uitvoeren.<br />

Amsterdam, 18 juni 2009<br />

Bestuur van de Stichting Pensioenfonds voor de Grafische<br />

Bedrijven<br />

Voorzitters:<br />

Secretarissen:<br />

drs. R. Degenhardt<br />

L.J. Hoogenboom<br />

F. de Haan R. Leloux<br />

Gemiddelde verwachte pensioenresultaat op basis van<br />

bestandsgegevens 2007 en <strong>2008</strong><br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 45


pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 46


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Balans per 31 december <strong>2008</strong><br />

In miljoenen euro’s<br />

Toelichting* <strong>2008</strong> 2007<br />

Activa<br />

Beleggingen voor risico pensioenfonds 8.374 10.015<br />

Beleggingen voor risico deelnemers 4 4 5<br />

Totaal beleggingen 3 8.378 10.020<br />

Vorderingen en overlopende activa 5 51 50<br />

Overige activa 6 9 40<br />

8.438 10.110<br />

Passiva<br />

Stichtingskapitaal en reserves 7 269 3.182<br />

Technische voorzieningen 8 8.480 6.577<br />

Voorzieningen voor risico deelnemers 9 4 5<br />

Overige schulden en overlopende passiva 10 223 346<br />

8.438 10.110<br />

Dekkingsgraad (in %) 97 148<br />

* Toelichting behorende tot de jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Vanaf pagina 51 worden verschillende onderwerpen toegelicht. Het nummer verwijst naar dat onderwerp.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 47


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Staat van baten en lasten over <strong>2008</strong><br />

In miljoenen euro’s<br />

Toelichting* <strong>2008</strong> 2007<br />

Baten<br />

Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) 11 172 153<br />

Premiebijdragen risico deelnemers 12 5<br />

Beleggingsresultaten risico pensioenfonds 13 1.776 269<br />

Beleggingsresultaten risico deelnemers 14 1 <br />

Overige baten 15 108 34<br />

1.497 461<br />

Lasten<br />

Pensioenopbouw 16 107 126<br />

Indexering en overige toeslagen 17 130<br />

Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen 18 320 289<br />

Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor<br />

pensioenuitkeringen 19 276 245<br />

Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor<br />

pensioenuitvoeringskosten 20 6 5<br />

Wijziging marktrente 21.1 1.470 590<br />

Wijziging overige actuariële uitgangspunten 21.2 3<br />

Overige wijzigingen in de voorziening pensioenverplichtingen<br />

21.3 288 23<br />

Totale wijziging voorziening pensioenverplichtingen 21 1.903 315<br />

Pensioenuitkeringen 22 276 247<br />

Pensioenuitvoeringskosten 23 8 6<br />

Saldo-overdrachten van rechten 24 − 233 62<br />

Wijziging voorziening voor risico deelnemers 1 5<br />

Garantieregeling Pensioensparen 1 <br />

1.954 119<br />

Saldo van baten en lasten 3.451 580<br />

* Toelichting behorende tot de jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Vanaf pagina 51 worden verschillende onderwerpen toegelicht. Het nummer verwijst naar dat onderwerp.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 48


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Samenvatting van de actuariële analyse<br />

In miljoenen euro’s<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Premieresultaat 75 37<br />

Interestresultaat 3.567 440<br />

Overig resultaat 41 103<br />

3.451 580<br />

Bestemming van het saldo van baten en lasten<br />

In miljoenen euro’s<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Wettelijke en statutaire reserves <br />

Bestemmingsreserves 19 744<br />

Overige reserves 3.470 1.324<br />

Totaal toegevoegd aan stichtingskapitaal en reserves 3.451 580<br />

Kasstroomoverzicht over <strong>2008</strong><br />

In miljoenen euro’s<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Kasstroom uit pensioenactiviteiten<br />

Ontvangen premies 178 174<br />

Ontvangen waardeoverdrachten 117 104<br />

Betaalde pensioenuitkeringen 276 246<br />

Betaalde waardeoverdrachten 12 17<br />

Betaalde pensioenuitvoeringskosten 8 6<br />

Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten 1 9<br />

Kasstroom uit beleggingsactiviteiten<br />

Verkopen en aflossingen van beleggingen 12.665 11.048<br />

Ontvangen directe beleggingsopbrengsten 174 321<br />

Aankopen beleggingen 12.993 11.210<br />

Betaalde kosten van vermogensbeheer 26 5<br />

Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten 180 154<br />

Netto kasstroom uit beleggingsactiviteiten 181 163<br />

Koers- en omrekeningsverschillen 86 6<br />

Mutatie liquide middelen 95 169<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 49


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING <strong>2008</strong><br />

1. Inleiding<br />

Het doel van Stichting Pensioenfonds Grafische Bedrijven,<br />

statutair gevestigd te Amsterdam (hierna het fonds) is het<br />

nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan<br />

gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom<br />

en overlijden. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van<br />

de pensioenregeling voor de in de grafimediabranche verplicht<br />

aangesloten werkgevers.<br />

Het bestuur heeft op 25 juni 2009 de jaarrekening opgemaakt.<br />

2. Grondslagen<br />

2.1 Grondslagen voor financiële verslaglegging<br />

De Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de<br />

wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9<br />

Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de<br />

Jaarverslaggeving (RJ 610).<br />

Alle bedragen zijn vermeld in miljoenen euros.<br />

Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd<br />

op actuele waarde. Overige activa en passiva worden<br />

gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld.<br />

Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar<br />

waarop deze betrekking hebben.<br />

Schattingen en veronderstellingen<br />

De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met<br />

Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en<br />

schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn<br />

op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde<br />

waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten.<br />

De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn<br />

gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende<br />

andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk<br />

worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis<br />

voor het oordeel over de boekwaarde van activa en ver -<br />

plicht ingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen<br />

blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van<br />

deze schattingen.<br />

De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden<br />

voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden<br />

opgenomen in de periode waarin de schatting wordt<br />

herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolg -<br />

en heeft, of in de periode van herziening en toekomstige<br />

perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de<br />

verslagperiode als toekomstige perioden.<br />

Opname van een actief of een verplichting<br />

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het<br />

waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen<br />

naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde<br />

daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een ver -<br />

plicht ing wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk<br />

is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met<br />

een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag<br />

daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.<br />

Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen<br />

wanneer een vermeerdering van het economisch<br />

potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een<br />

actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,<br />

waarvan de omvang betrouwbaar kan worden<br />

vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering<br />

van het economisch potentieel, samenhangend met<br />

een vermindering van een actief of een vermeerdering van<br />

een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang<br />

betrouwbaar kan worden vastgesteld.<br />

Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle<br />

toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg<br />

alle risicos met betrekking tot een actief of een verplichting<br />

aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting<br />

niet langer in de balans opgenomen. Verder worden<br />

activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen<br />

vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de<br />

voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische<br />

voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling<br />

van de waarde.<br />

Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handels -<br />

datum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan<br />

sprake zijn van een post nog af te wikkelen transacties.<br />

Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 50


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Securities lending<br />

Bij Securities lending worden bepaalde effecten voor een<br />

korte periode uitgeleend aan andere marktpartijen. Beleggingen<br />

die in het kader van een securities lending contract worden<br />

uitgeleend, blijven deel uitmaken van de balans en worden<br />

gewaardeerd conform de grondslag voor waardering en<br />

resultaatbepaling zoals die geldt voor beleggingen. Als<br />

onder pand ontvangen geldmiddelen worden opgenomen<br />

onder beleggingen. Als onderpand ontvangen geldmiddelen<br />

die zijn herbelegd, worden opgenomen onder beleggingen.<br />

Uit securities lending voortvloeiende baten en lasten worden<br />

volgens het toerekenbeginsel over de looptijd van de desbetreffende<br />

transacties verantwoord en in de rentebaten of<br />

-lasten verwerkt.<br />

Bij aanvang van <strong>2008</strong> nam het fonds deel aan een securties<br />

lending programma. Dit programma is na het derde kwartaal<br />

in belangrijke mate gestopt en ultimo <strong>2008</strong> geheel.<br />

Saldering van een actief en een verplichting<br />

Een financieel actief en een financiële verplichting worden<br />

gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien<br />

sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om<br />

het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te<br />

wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op<br />

deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen<br />

financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende<br />

rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd<br />

opgenomen.<br />

Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen<br />

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde<br />

en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen.<br />

Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen,<br />

worden als beleggingsopbrengsten in de<br />

rekening van baten en lasten opgenomen.<br />

Bepaling vereiste reserve<br />

De vereiste reserve wordt bepaald volgens de in het FTK<br />

gehanteerde normen voor beleggingsrisicos en verzekeringstechnische<br />

risicos.<br />

Vreemde valuta<br />

Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend<br />

naar euros tegen de koers per balansdatum. Deze<br />

waardering is onderdeel van de waardering tegen reële<br />

waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in<br />

vreemde valutas worden omgerekend tegen de koers per<br />

transactiedatum (zie volgende pagina). Valutaresultaten<br />

voortvloeiend uit beleggingen zijn opgenomen in resultaat<br />

beleggingen.<br />

Overig<br />

Voor zover niet anders is aangegeven worden baten en lasten<br />

opgenomen in het resultaat van het jaar waarop zij<br />

betrekking hebben.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 51


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Vreemde valuta per euro<br />

Valuta 31 dec. <strong>2008</strong> gemiddelde <strong>2008</strong> 31 dec. 2007 gemiddelde 2007 31 dec. 2006<br />

Australische dollar (AUD) 1,9938 1,8295 1,6652 1,6691 1,6730<br />

Canadese dollar (CAD) 1,716 1,580 1,4430 1,4888 1,5345<br />

Zwitserse frank (CHF) 1,47955 1,5674 1,65525 1,6325 1,6097<br />

Tjechische kroon (CZK) 26,845 26,567 26,2890 27,0570 27,5250<br />

Deens kroon (DKK) 7,4433 7,4499 7,4565 7,4555 7,4545<br />

Britse pond (GBP) 0,9669 0,8507 0,7345 0,7041 0,6738<br />

Hong Kong dollar (HKD) 10,7732 11,0867 11,4002 10,8278 10,2554<br />

Indonesische rupiah (IDR) 15.151,55 14.441,93 13.732,30 12.795,79 11.859,28<br />

Indiase rupee (INR) 67,7232 73,0913 78,4595 68,4115 58,3634<br />

Japanse yen (JPY) 126,0080 144,6705 163,3329 160,2283 157,1237<br />

Maleisische ringgit (MYR) 4,8096 4,822 4,8350 4,7436 4,6522<br />

Noorse kroon (NOK) 9,7333 8,8360 7,9388 8,0746 8,2104<br />

Nieuw-Zeelandse dollar (NZD) 2,3786 2,1393 1,8999 1,885 1,8702<br />

Filippijnse peso (PHP) 66,0968 63,2215 60,3461 62,4867 64,6271<br />

Poolse zloty (PLN) 4,1188 3,8572 3,5957 3,7125 3,8293<br />

Zweedse kroon (SEK) 10,9925 10,2210 9,4495 9,2365 9,0235<br />

Singapore dollars (SGD) 2,0028 2,0537 2,1046 2,0639 2,0232<br />

Turkse nieuwe lire (TRL) 2,1456 1,9297 1,7139 1,7909 1,8679<br />

Amerikaanse dollar (USD) 1,3901 1,4261 1,4621 1,3904 1,3187<br />

Zuid-Afrikaanse rand (ZAR) 12,851 11,422 9,992 9,6448 9,2975<br />

2.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva<br />

Beleggingen<br />

Algemeen<br />

In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen<br />

gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingsinstellingen,<br />

die gespecialiseerd zijn in een bepaald<br />

soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens<br />

de grondslagen voor dat soort beleggingen.<br />

Beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers<br />

worden op dezelfde wijze gewaardeerd.<br />

Vastgoedbeleggingen<br />

Beleggingen in direct vastgoed worden gewaardeerd tegen<br />

de actuele waarde, zijnde de reële waarde per balansdatum,<br />

gebaseerd op door onafhankelijke taxateurs verrichte taxaties.<br />

De taxaties vinden elke 3 jaar plaats. In de tussenliggende<br />

2 jaren worden door voornoemde taxateurs deze<br />

taxatiewaarden getoetst aan de marktontwikkelingen en<br />

worden deze taxatiewaarden eventueel aangepast. Indien<br />

daartoe aanleiding is, wordt bij de waardering rekening<br />

gehouden met de feitelijke verhuursituatie en/of renovatieactiviteiten.<br />

Resultaten door wijziging in reële waarde worden in<br />

de staat van baten en lasten verantwoord.<br />

Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden<br />

gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers.<br />

Niet-beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen<br />

worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke is<br />

bepaald op de netto vermogenswaarde volgens opgave van<br />

de fondsbeheerder.<br />

Aandelen<br />

Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde<br />

beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per<br />

balansdatum geldende beurskoers.<br />

Niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsfondsen<br />

zijn gewaardeerd tegen de actuele waarde,<br />

welke is bepaald op de netto vermogenswaarde volgens<br />

opgave van de fondsbeheerder.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 52


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Vastrentende waarden<br />

Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd<br />

tegen de per balansdatum geldende beurskoersen plus de<br />

lopende rente. Participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen<br />

zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende<br />

beurskoersen.<br />

Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen<br />

niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling<br />

plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen<br />

(rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen<br />

voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente<br />

en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico<br />

en/of oninbaarheid) en de looptijd of anders conform opgave<br />

van de fondsbeheerder.<br />

Derivaten<br />

Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te<br />

weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de<br />

waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme<br />

en toetsbare waarderingsmodellen.<br />

Valutatermijncontracten worden afgesloten met als doel het<br />

afdekken van het valutarisico dan wel het valutarisico in<br />

overeenstemming te brengen met de normportefeuille. De<br />

beleggingsstrategie is om het valutarisico voor 100% af te<br />

dekken. Tactisch kan hiervan worden afgeweken.<br />

Interest rate swaps worden afgesloten om de duration gap<br />

te verkleinen. De hieruit voortvloeiende resultaten worden<br />

onder beleggingsopbrengst van derivaten verantwoord.<br />

Overige beleggingen<br />

Deze worden gewaardeerd op beurswaarde ultimo boekjaar.<br />

Indien er geen beursnotering is wordt deze bepaald op basis<br />

van waarderingen van de uitgevende partijen.<br />

Beleggingen voor risico deelnemers<br />

De grondslagen voor de waardering van de beleggingen<br />

voor risico deelnemers zijn gelijk aan die voor de beleggingen<br />

die voor rekening van het fonds worden aangehouden.<br />

Vorderingen en overlopende activa<br />

Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid<br />

in mindering gebracht.<br />

Technische voorzieningen<br />

Voorziening pensioenverplichtingen<br />

De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd<br />

op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde<br />

wordt bepaald op basis van de contante waarde van de<br />

beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen<br />

met de op balansdatum onvoorwaardelijke pen -<br />

sioen verplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen<br />

zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de<br />

onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante<br />

waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente.<br />

Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen<br />

is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement<br />

en van de over de verstreken deelnemersjaren<br />

verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur<br />

besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden<br />

geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten<br />

(ook voor indexatiebesluiten na balansdatum voor<br />

zover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening<br />

begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige<br />

salarisontwikkelingen.<br />

Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden<br />

met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit<br />

op basis van de contante waarde van premies waarvoor<br />

vrijstelling is verleend wegens arbeids¬ongeschiktheid.<br />

Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan<br />

van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen,<br />

waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare<br />

trend in overlevingskansen.<br />

De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende<br />

actuariële grondslagen en veronderstellingen:<br />

■ Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals<br />

(maandelijks) gepubliceerd door DNB, rekening houdend<br />

met de looptijd van de uitkeringen.<br />

■ Financieringssysteem van koopsommen voor de jaarlijkse<br />

opbouw door middel van doorsnee premies.<br />

■ Overlevingstafels: AG overlevingstafels 2000-2005 met<br />

een opslag van 4% met een leeftijdsterugstelling van één<br />

jaar.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 53


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

■<br />

■<br />

■<br />

De indexering van pensioenaanspraken gebeurt, alleen<br />

indien de middelen dit toelaten en het bestuur daartoe<br />

een besluit neemt, op basis van de Consumentenprijsindex<br />

alle huishoudens, zoals deze wordt vastgesteld door<br />

het CBS.<br />

Onbepaalde partnersysteem.<br />

Voor partnerpensioen is aangenomen dat de partner 3<br />

jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan<br />

de verzekerde vrouw. Voor alle actieve verzekerden is een<br />

nabestaandenpensioen verzekerd, welke voor de helft op<br />

risicobasis is verzekerd. Kostenopslag ter grootte van 2%<br />

van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband<br />

met toekomstige administratie- en excassokosten.<br />

Financiering van de op te bouwen aanspraken tot de<br />

pensioendatum van verzekerden die langer dan 3 jaar<br />

arbeidsongeschikt zijn. Bij de bepaling van de pensioenopbouw<br />

voor arbeidsongeschikte deelnemers is geen<br />

rekening gehouden met een revalidatiekans. In <strong>2008</strong> is<br />

besloten om de voorwaardelijke backservicerechten ad<br />

0,2% per dienstjaar van de in 1949 geboren deelnemers<br />

toe te kennen.<br />

De standaard uitkering vindt plaats vanaf het moment<br />

van het bereiken van de 65-jarige leeftijd.<br />

Voorzieningen voor risico van deelnemers<br />

De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers<br />

wordt bepaald door de waardering van de tegenover<br />

deze voorzieningen aangehouden beleggingen. De deel -<br />

nemer belegt voor eigen rekening en risico, maar heeft een<br />

inleggarantie. De garantie bedraagt ultimo <strong>2008</strong> 1 en komt<br />

ten laste van het fonds en wordt verantwoord onder overige<br />

schulden en overlopende passiva.<br />

2.3 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht<br />

Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode<br />

opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook<br />

als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt<br />

gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten<br />

en beleggingsactiviteiten.<br />

3. Beleggingen<br />

Vastgoed- Aandelen Vastrentende Derivaten Overige Totaal<br />

beleggingen waarden beleggingen<br />

Stand per 1 januari 2007 740 4.222 4.383 4 154 9.503<br />

Aankopen/verstrekkingen 394 3.783 6.976 118 11.271<br />

Verkopen/aflossingen 422 3.759 6.665 191 11.037<br />

Overige mutaties 23 63 36 212 2 336<br />

Herwaardering 28 1 279 154 43 53<br />

Stand per 31 december 2007 763 4.310 4.451 297 199 10.020<br />

Aankopen/verstrekkingen 293 2.931 11.139 89 185 14.637<br />

Verkopen/aflossingen 45 3.358 10.001 138 13.542<br />

Overige mutaties 35 40 1.828 157 77 1.903<br />

Herwaardering 130 1.071 9 462 104 834<br />

Stand per 31 december <strong>2008</strong> 846 2.852 3.770 553 357 8.378<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 54


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Actuele waarde<br />

Schattingen en oordelen<br />

Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het<br />

fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele<br />

waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk<br />

en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare<br />

bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor<br />

sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen<br />

en −schulden, geldt dat de boekwaarde de<br />

actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter<br />

van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van<br />

alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum<br />

benadert de actuele waarde.<br />

Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het<br />

fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen.<br />

Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld<br />

over the counter derivaten zijn gewaardeerd door middel<br />

van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken,<br />

inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van<br />

vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde<br />

kan het volgende onderscheid worden gemaakt:<br />

Toelichting * (Directe en afgeleide) Waarderingsmodellen Totaal<br />

Markt-noteringen en -technieken<br />

Per 31 december <strong>2008</strong><br />

Vastgoedbeleggingen 3.1 697 149 846<br />

Aandelen 3.2 2.852 2.852<br />

Vastrentende waarden 3.3 3.770 3.770<br />

Derivaten 3.4 354 199 553<br />

Overige beleggingen 3.5 357 357<br />

8.030 348 8.378<br />

Per 31 december 2007<br />

Vastgoedbeleggingen 608 155 763<br />

Aandelen 4.310 4.310<br />

Vastrentende waarden 4.451 4.451<br />

Derivaten 31 266 297<br />

Overige beleggingen 199 199<br />

9.599 421 10.020<br />

* Toelichting behorende tot de jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Vanaf pagina 56 worden verschillende onderwerpen toegelicht. Het nummer verwijst naar dat onderwerp.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 55


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname,<br />

gebaseerd op de marktomstandigheden en de<br />

beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze<br />

schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden<br />

en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand,<br />

rentecurve, volatiliteit, schatting van kasstromen,<br />

etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld.<br />

Schatting van reële waarde<br />

De belangrijkste gehanteerde methoden en veronderstellingen<br />

voor het schatten van de reële waarde van financiële<br />

instrumenten zijn de market to market en de netto contante<br />

waarde methode en eventuele opgaven van derden.<br />

3.1 Vastgoedbeleggingen In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Direct vastgoed 149 155<br />

Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen) 698 574<br />

847 729<br />

Nog te ontvangen 1<br />

Liquide middelen 34<br />

Nog te betalen 2 <br />

Stand per 31 december 846 763<br />

Het direct vastgoed is uitsluitend getaxeerd door onafhankelijke,<br />

beëdigde taxateurs.<br />

De vastgoedportefeuille is niet volledig in Nederland belegd.<br />

Objecten in het boekjaar verkocht maar met levering in het<br />

volgende boekjaar zijn niet als verkoop in het boekjaar verantwoord.<br />

In de portefeuille is een kantoorgebouw opgenomen ter<br />

waarde van 6, welke verhuurd is aan de uitvoeringsorganisatie<br />

GBF.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 56


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

3.2 Aandelen In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Aandelen mature markets 1.950 3.080<br />

Aandelen emerging markets 1 18<br />

Aandelenbeleggingsfondsen 847 1.198<br />

2.798 4.296<br />

Nog te ontvangen 65 5<br />

Liquide middelen 52 84<br />

Nog te betalen 63 75<br />

Stand per 31 december 2.852 4.310<br />

3.3 Vastrentende waarden In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Obligaties 5.434 4.413<br />

Leningen op schuldbekentenis 105 122<br />

Depositos 100 99<br />

Inflation linked bonds 89 101<br />

Obligatiebeleggingsfondsen 274 120<br />

6.002 4.855<br />

Nog te ontvangen 336 144<br />

Liquide middelen 18 42<br />

Nog te betalen 2.550 590<br />

Stand per 31 december 3.770 4.451<br />

Onder leningen op schuldbekentenis is ultimo <strong>2008</strong> een<br />

lening van 26 (v.j. 38) aan premiebijdragende onder neming<br />

PCM begrepen.<br />

Per balansdatum is voor een bedrag van 2.403 (v.j. 583) aan<br />

obligaties onder repo transacties verkocht. De terugkoop<br />

periode loopt van 6 februari 2009 tot 20 oktober 2009. De<br />

terugkoopverplichting is opgenomen onder nog te betalen<br />

<strong>2008</strong>. Hiervoor zijn voor 66 aan zekerheden ontvangen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 57


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

3.4 Derivaten In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Valutaderivaten 314 266<br />

Aandelenderivaten 3 <br />

Rentederivaten 220 <br />

Overige derivaten 13 31<br />

550 297<br />

Liquide middelen 3 <br />

Stand per 31 december 553 297<br />

Per balansdatum zijn in het kader van derivaten door het<br />

fonds zekerheden ontvangen ter waarde van 523 (v.j. 167).<br />

3.5 Overige beleggingen In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Commodities 101 195<br />

Hedgefondsen 175 <br />

Liquide middelen 81 4<br />

Stand per 31 december 357 199<br />

4. Beleggingen voor risico deelnemers In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Stand per 1 januari 5 <br />

Inleg en stortingen 5<br />

Uitkeringen en onttrekkingen <br />

Beleggingsresultaten risico deelnemers 1 <br />

Stand per 31 december 4 5<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 58


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

5. Vorderingen en overlopende activa In miljoenen euro’s<br />

Toelichting 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Premie 5.1 39 27<br />

Beleggingsdebiteuren 2 5<br />

Overige vorderingen 10 18<br />

Stand per 31 december 51 50<br />

Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter<br />

dan één jaar.<br />

5.1 Beleggingsdebiteuren In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Te vorderen dividendbelasting 3<br />

Overige 2 2<br />

Stand per 31 december 2 5<br />

6. Overige activa In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Liquide middelen 9 40<br />

Stand per 31 december 9 40<br />

Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen<br />

en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan<br />

wel op korte termijn opeisbaar zijn. Hierin zijn niet begrepen<br />

de middelen ten behoeve van het doen van beleggingen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 59


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

7. Stichtingskapitaal en reserves In miljoenen euro’s<br />

Vereiste reserve Vrije reserve Totaal<br />

Stand per 1 jan. 2007 1.896 831 2.727<br />

Cumulatief effect<br />

Stelselwijziging 125 125<br />

Uit bestemming saldo van baten en lasten 744 1.324 580<br />

Stand per 31 dec. 2007 1.152 2.030 3.182<br />

Uit bestemming saldo van baten en lasten 19 3.470 3.451<br />

Stand per 31 dec. <strong>2008</strong> 1.171 1.440 269<br />

In de vrije reserve is 1.143 als stichtingskapitaal opgenomen.<br />

Overeenkomstig artikel 390 Titel 9 BW 2 bedraagt per<br />

31 december <strong>2008</strong> het saldo van de herwaarderingsreserve<br />

32. Dit is een wettelijke reserve herwaardering op beleggingen<br />

die zijn gewaardeerd tegen marktwaarde en waarvoor<br />

geen frequente marktnotering beschikbaar is.<br />

Als gevolg van een combinatie van een dalende rente en<br />

een afname van het fondsvermogen is de dekkingsgraad<br />

onder het wettelijk vereiste minimumniveau van 105% uitgekomen.<br />

De dekkingsgraad bedroeg eind <strong>2008</strong> 97%. Het <strong>PGB</strong>bestuur<br />

heeft naar aanleiding van haar financiële positie een<br />

herstelplan opgesteld en het na een positief advies van de<br />

deelnemersraad, ingediend bij de toezichthouder.<br />

Vereiste reserve<br />

In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Minimaal vereist eigen vermogen (105%) 394 329<br />

Vereist eigen vermogen 777 823<br />

Totaal 1.171 1.152<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 60


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

HERSTELPLAN<br />

Het kortetermijn- en langetermijnherstelplan is besproken<br />

met het Verantwoordingsorgaan en voorgelegd aan de deelnemersraad,<br />

die hierover advies heeft uitgebracht aan het<br />

bestuur. In de vergadering van 26 maart 2009 heeft het<br />

bestuur de inhoud vastgesteld. Het herstelplan is vervolgens<br />

ingediend bij DNB. Uiterlijk 1 juli 2009 zal het herstelplan<br />

door DNB zijn getoetst.<br />

Herstelkracht op korte termijn en korting<br />

Uit het herstelplan blijkt herstelkracht. Bij het totstandkomen<br />

van het herstelplan is voldaan aan de wettelijke eisen en was<br />

evenwichtige belangenbehartiging het uitgangspunt.<br />

De herstelkracht is voldoende om na 5 jaar (op 31 december<br />

2013) een dekkingsgraad te bereiken die tenminste<br />

gelijk is aan 104,6%, zijnde de som van het minimaal vereist<br />

eigen vermogen (MVEV) en de pensioenverplichtingen.<br />

Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan<br />

Het fonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die<br />

de Minister heeft geboden om binnen 5 jaar (in plaats van 3<br />

jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist<br />

eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan<br />

heeft het bestuur zich laten ondersteunen door de<br />

uitvoeringsorganisatie en is het voorgenomen beleggingsbeleid<br />

afgestemd met de beleggingscommissie. Met de sector<br />

is overleg gevoerd over de bijdrage. Het herstelplan is opgesteld<br />

met inachtneming van de uitgangspunten zoals die<br />

door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op<br />

dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan<br />

een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent<br />

dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve<br />

of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad,<br />

waardoor de financiële positie van het fonds zich<br />

sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. De belangrijkste<br />

uitkomsten zijn:<br />

■ in de vijfjaarsperiode 2009-2013 zal er geen sprake zijn<br />

van toeslagverlening.<br />

■ de premie zal worden verhoogd naar een vast niveau van<br />

19,5%.<br />

■ het beleggingsbeleid wordt aangepast; er wordt overgegaan<br />

naar een vaste assetmix van ca. 1/3 aandelen, 1/3<br />

vast-rentende waarden en 1/3 alternatives.<br />

■ Het beleidskader is aangepast.<br />

De verwachte feitelijke dekkingsgraad wordt geschat op<br />

111,4%.<br />

Herstelkracht op lange termijn<br />

De gemiddeld verwachte dekkingsgraad na 15 jaar bedraagt<br />

146%.<br />

Premie<br />

De premie is vastgesteld op 19,5%.<br />

Beleggingen<br />

■ De beleggingsmix is gelijkmatig verdeeld over de categorieën<br />

zakelijk, vastrentend en alternatives.<br />

■ Er is geen teruggang voorzien naar de risicovollere strategische<br />

mix<br />

■ Het beleid ten aanzien van maatschappelijk verantwoord<br />

beleggen wordt voortgezet<br />

■ De berekening van het gemiddeld rendement is gebaseerd<br />

op de volgende parameters:<br />

vastrentend: 2,5%<br />

aandelen: 4,5%<br />

vastgoed: 7%<br />

Toeslagverlening<br />

Het fonds heeft een indexatieambitie van 100% CPI. Naar<br />

verwachting wordt over 15 jaar deze ambitie voor 45%<br />

gehaald.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 61


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

8. Technische voorzieningen In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Voorziening voor pensioenverplichtingen 8.480 6.577<br />

8.480 6.577<br />

Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor<br />

pensioenverplichtingen is als volgt:<br />

Stand 1 januari 6.577 6.767<br />

Stelselwijziging 125<br />

6.577 6.892<br />

Pensioenopbouw 107 126<br />

Indexering en overige toeslagen 130<br />

Rentetoevoeging 320 289<br />

Onttrekking voor pensioenuitkeringen 276 245<br />

Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten 6 5<br />

Wijziging marktrente 1.470 590<br />

Wijziging actuariële uitgangspunten 3<br />

Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten 229 63<br />

Overige wijzigingen 59 86<br />

Stand 31 december 8.480 6.577<br />

Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen discontovoet<br />

3,55% en primo boekjaar was dit 4,85%.<br />

Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen<br />

naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van<br />

baten en lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is<br />

naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld:<br />

Actieve deelnemers 3.253 2.399<br />

Pensioengerechtigden 3.114 2.659<br />

Gewezen deelnemers 2.113 1.519<br />

Netto pensioenverplichtingen inclusief toekomstige kosten<br />

uitvoering pensioenregeling 8.480 6.577<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 62


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen<br />

is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een<br />

financieringsachterstand.<br />

Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het<br />

algemeen een langlopend karakter.<br />

Korte beschrijving van de pensioenregeling<br />

De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk<br />

geïndexeerde middelloonregeling met een pen -<br />

sioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op<br />

ouderdomspensioen opgebouwd van 1,75% van de in dat<br />

jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is<br />

gelijk aan 12,96 maandsalarissen onder aftrek van een franchise.<br />

De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens<br />

bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Aan<br />

deelname aan de regeling is geen leeftijdsgrens gebonden.<br />

Jaarlijks beslist het bestuur van het fonds over de mate<br />

waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd.<br />

Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert<br />

de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.<br />

Toeslagverlening<br />

Het toeslagbeleid kan als volgt worden verwoord:<br />

De indexatie (toeslag) van pensioenrechten en pensioenaanspraken<br />

wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het<br />

fonds. Er bestaat een ambitie om jaarlijks de pensioenrechten<br />

en pensioenaanspraken aan te passen. De indexatie in<br />

een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van een vastgestelde<br />

matrix gebaseerd op de hoogte van de dekkingsgraad.<br />

De indexatie is bij een dekkingsgraad tot 150% maximaal<br />

gelijk aan de stijging van de consumentenprijsindex alle<br />

huishoudens, zoals vastgesteld door het CBS. Bij een dekkingsgraad<br />

vanaf 150% is deze gelijk aan de grafimedialoonindex.<br />

De pensioenrechten en pensioenaanspraken zijn per<br />

1 januari <strong>2008</strong> met 2,09%, geïndexeerd (inclusief 1,09%<br />

inhaalindexatie). Er is geen recht op toekomstige indexaties.<br />

Het is niet zeker of en in hoeverre, op basis van de begin<br />

2009 goedgekeurde aanpassingen in de beleidsstaffel, in de<br />

toekomst wordt geïndexeerd. Het fonds heeft geen geld<br />

gereserveerd voor toekomstige indexaties. Indexatie wordt<br />

uit de beleggingsopbrengsten gefinancierd.<br />

Het bestuur heeft in de vergadering van 18 december <strong>2008</strong><br />

besloten om de pensioenaanspraken per 1 januari 2009 niet<br />

te indexeren.<br />

Inhaalindexaties<br />

Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaalindexaties<br />

worden toegekend. Inhaalindexaties zijn indexaties die worden<br />

toegezegd, voor zover in het verleden niet voor 100% is<br />

geïndexeerd. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is<br />

een hoge dekkingsgraad vereist. Zie ook de beleidsstaffel op<br />

pagina 51. Het bestuur van het fonds heeft toegezegd om<br />

elk jaar een specificatie te geven van het verschil tussen de<br />

volledige en de werkelijk toegekende indexatie. Voor de premievrije<br />

deelnemers en de gepensioneerden is deze specificatie<br />

in de volgende tabel opgenomen.<br />

Verstrekte indexaties<br />

datum verstrekte niet verstrekte inhaal<br />

toeslag toeslag toeslag<br />

01-01-2009 3,00% <br />

01-01-<strong>2008</strong> 1,00% 1,09%<br />

01-01-2007 1,50% 0,30% <br />

01-01-2006 1,00% 0,55% <br />

01-01-2005 1,09% <br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 63


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

9. Voorziening voor risico deelnemers In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Stand 1 januari 5 <br />

Wijziging voorziening voor risico deelnemers inzake pensioensparen 1 5<br />

Stand per 31 december 4 5<br />

10. Overige schulden en overlopende passiva In miljoenen euro’s<br />

Toelichting 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Derivaten 10.1 170 317<br />

Beleggingscrediteuren 10.2 33 17<br />

Belastingen en premies sociale verzekeringen 5 5<br />

Waardeoverdrachten 3<br />

Garantieregeling pensioensparen 1<br />

Overige schulden 14 4<br />

Stand 31 december 223 346<br />

Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan<br />

één jaar.<br />

10.1 Derivaten In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Valutaderivaten 115 <br />

Aandelenderivaten 9 5<br />

Rentederivaten 29 307<br />

Overige derivaten 1<br />

153 313<br />

Liquide middelen 16 4<br />

Nog te betalen 1 <br />

Stand 31 december 170 317<br />

Per balansdatum zijn in het kader van derivaten door het<br />

fonds zekerheden gesteld ter waarde van 12 (v.j. 201).<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 64


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

10.2 Beleggingscrediteuren In miljoenen euro’s<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Nog te betalen c.q. vooruit ontvangen 33 15<br />

Overige 2<br />

33 17<br />

RISICOBEHEER EN DERIVATEN<br />

Beleid en risicobeheer<br />

Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten<br />

ten behoeve van het beheersen van de risicos. Deze<br />

beleidsinstrumenten betreffen:<br />

■ beleggingsbeleid<br />

■ premiebeleid<br />

■ indexatiebeleid<br />

■ de pensioenregeling<br />

De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt<br />

plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten<br />

ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markt -<br />

en. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies.<br />

Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de<br />

pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën<br />

en de ontwikkeling daarvan in diverse economische<br />

scenarios.<br />

beschikbare risicobudget. Binnen deze risicobegrenzing en<br />

voor de hieruit voortvloeiende toegestane percentages kunnen<br />

min of meer illiquide en alternatieve beleggingen voor<br />

meer diversificatie en rendement zorgen.<br />

Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik<br />

gemaakt van derivaten. De alternatieve beleggingen van het<br />

fonds bestaan in het verslagjaar uit commodities, infrastructuur<br />

en hedge funds. In de portefeuille is hiervoor 9% ingeruimd.<br />

Onder andere door het innemen van deze posities<br />

wordt een grotere spreiding en een beter rendement/risico -<br />

profiel van de totale portefeuille bereikt.<br />

Inzake premie, indexatie- en beleggingsbeleid werd in <strong>2008</strong><br />

de volgende beleidsstaffel gehanteerd:<br />

De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in<br />

het jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsplan<br />

als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. Het beleggingsplan<br />

geeft normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering<br />

van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn<br />

gericht, samen met de beleggingsrichtlijnen, op het beheersen<br />

van de hierna volgende belangrijkste (beleggings)risicos.<br />

Het beleggingsplan geeft percentages, met bandbreedtes,<br />

voor de verschillende beleggingsonderdelen. Hierbij is rekening<br />

gehouden met het bij de heersende dekkingsgraad<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 65


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Beleidsstaffel inzake premie, indexatie- en beleggingsbeleid <strong>2008</strong><br />

Bij een dekkingsgraad van: Kan de premie als volgt Kan er als volgt een Kan de beleggingsmix er Is het risico dat bij<br />

vastgesteld worden: toeslag worden verleend: als volgt uitzien: beleggingen gehanteerd<br />

mag worden:<br />

vanaf 150% 17,00% 100% grafimedialoon- 51% aandelen hoger<br />

index + inhaaltoeslag 12,5% onroerende zaken<br />

van 140% tot 150% 17,00% 100% prijsinflatie 51% aandelen<br />

12,5% onroerende zaken<br />

van 130% tot 140% 17,50% 80% prijsinflatie 40% aandelen<br />

12,5% onroerende zaken<br />

van 115% tot 130% 18,00% 40% prijsinflatie 31% aandelen<br />

12,5% onroerende zaken<br />

van 105% tot 115% 19,50% 0% 22% aandelen<br />

11% onroerende zaken lager<br />

Toelichting:<br />

Het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid van het fonds hangt nauw samen met de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Met deze richtlijn<br />

kan door het bestuur goed worden ingespeeld op de, als gevolg van het FTK, gewijzigde omstandigheden. Werkgevers en deelnemers krijgen<br />

op grond van de richtlijn bovendien meer zicht op de mogelijke ontwikkelingen met betrekking tot de premiestelling en/of indexatie. Het<br />

bestuur besluit afhankelijk van de beschikbare middelen.<br />

In 2009 is deze beleidsstaffel op basis van een nieuwe ALMstudie<br />

gewijzigd. Het beleidskader ziet er nu als volgt uit:<br />

Bij een dekkingsgraad van:<br />

kan de volgende toeslag worden verleend:<br />

Boven 150% dekkingsgraad:<br />

volledige prijsindexatie en inhaalindexatie*<br />

Boven 140% dekkingsgraad:<br />

volledige prijsindexatie zonder maximum<br />

Van 130% tot 140% dekkingsgraad: volledige prijsindexatie met een maximum van 4%<br />

Van 120% tot 130% dekkingsgraad: pro-rata prijsindexatie met een maximum van 4%<br />

Tot 120% dekkingsgraad:<br />

geen indexatie<br />

* Als alle inhaalindexatie is verstrekt kan overwogen worden een premiekorting toe te passen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 66


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Bij het premie- en beleggingsbeleid wordt niet meer gewerkt<br />

met een beleidsstaffel. In principe wordt gewerkt met een<br />

vaste kostendekkende premie. Bij het beleggingsbeleid<br />

wordt uitgegaan van een principe verdeling van 1/3 zakelijke<br />

waarden, 1/3 vastrentende waarden en 1/3 overige beleggingen<br />

(vastgoed, infrastructuur, hedge funds en commodities).<br />

Grafiek ontwikkeling dekkingsgraad van maand tot maand:<br />

Ontwikkeling dekkingsgraad <strong>PGB</strong> <strong>2008</strong><br />

Solvabiliteitsrisico<br />

Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen<br />

en de financiering daarvan geconfronteerd met risicos. De<br />

belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van<br />

de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling<br />

wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op<br />

basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen.<br />

Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico,<br />

ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over<br />

voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen.<br />

De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van<br />

algemeen geldende normen zoals deze door de toezichthouder<br />

worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het<br />

fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het<br />

fonds de premie moet verhogen en het risico dat er geen<br />

ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van<br />

opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het<br />

noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken<br />

en pensioenuitkeringen moet verminderen.<br />

De dekkingsgraad is zo sterk gedaald door enerzijds de<br />

forse daling van de beurskoersen als gevolg van de kredietcrisis<br />

en anderzijds de daling van de rente waardoor de contante<br />

waarde van de verplichtingen toenam.<br />

Dekkingsgraad<br />

De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld:<br />

Dekkingsgraad <strong>2008</strong> 2007<br />

Dekkingsgraad per 1 januari 148,40% 136,60%<br />

Dekkingsgraad per 31 december 96,90% 148,40%<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 67


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Opstelling FTK voorziening<br />

Het tekort/surplus op FTK-grondslagen is als volgt:<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering) (a) 8.480 6.577<br />

Buffers:<br />

S1 Renterisico 330 299<br />

S2 Risico zakelijke waarden 942 957<br />

S3 Valutarisico 57 <br />

S4 Grondstoffenrisico 30 46<br />

S5 Kredietrisico 69 31<br />

S6 Verzekeringstechnisch risico 238 185<br />

Diversificatie-effect 495 366<br />

Totaal S (vereiste buffers) (b) 1.171 1.152<br />

Vereist eigen vermogen (art. 132 Pensioenwet) (a+b) 9.651 7.729<br />

Aanwezig vermogen (totaal activa schulden = pensioenvermogen) 8.211 9.759<br />

Tekort resp. surplus 1.440 2.030<br />

Het pensioenfonds heeft ter afdekking van risicos bepaalde<br />

derivatencontracten afgesloten. Hiermee is bij het bepalen<br />

van de vereiste buffers op de volgende wijze rekening<br />

gehouden: De positie per ultimo <strong>2008</strong> in rentederivaten is<br />

gebruikt om de totale netto positie wat betreft het renterisico<br />

te berekenen. Bij de berekening van de buffers past het<br />

pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling<br />

van de beleggingen <strong>2008</strong> wordt uitgegaan van de<br />

actuele asset mix (2007: strategische asset mix in de evenwichtssituatie).<br />

Marktrisico<br />

Marktrisico omvat de kans op verlies of winst op de waarde<br />

van de beleggingen en omvat het prijs(koers)risico, valuta -<br />

risico en het renterisico. De strategie van het fonds met<br />

betrekking tot het marktrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen<br />

en wordt op dagelijkse basis op hoofdlijnen<br />

beheerst door respectievelijk diversificatie, 100% strategische<br />

afdekking van het valutarisico en in belangrijke mate<br />

het afdekken van het renterisico, in overeenstemming met<br />

de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall-marktposities<br />

worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.<br />

Prijsrisico<br />

Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling<br />

van marktprijzen dat veroorzaakt wordt door factoren<br />

gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende<br />

instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen<br />

worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen<br />

onmiddellijk in het saldo van baten en lasten<br />

worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandig -<br />

heden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijs -<br />

risico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling<br />

hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het<br />

gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten),<br />

zoals opties en futures.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 68


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt:<br />

Sector 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

% %<br />

Kantoren 60 7 61 8<br />

Winkels 69 8 73 10<br />

Woningen 19 2 21 3<br />

Participaties in vastgoedmaatschappijen 699 83 574 79<br />

847 100,00 729 100,00<br />

Nog te ontvangen 1<br />

Liquide middelen 34<br />

Nog te betalen 2 <br />

Balanswaarde 846 763<br />

De segmentatie van vastgoed naar regio is als volgt:<br />

Regio 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

% %<br />

Europa ex UK 755 89 619 85<br />

UK 39 5 51 7<br />

North America 28 3 16 2<br />

Japan 6 1 12 2<br />

Pacific ex Japan 19 2 31 4<br />

847 100 729 100<br />

Nog te ontvangen 1<br />

Liquide middelen 34<br />

Nog te betalen 2 <br />

Balanswaarde 846 763<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 69


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

De aandelenportefeuille kan als volgt worden toegelicht:<br />

Sector 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Overheidsinstellingen <br />

Financiële instellingen 330 591<br />

Handel en industriële bedrijven 1.205 1.992<br />

Serviceorganisaties 377 504<br />

Andere instellingen 886 1.209<br />

2.798 4.296<br />

Overige vorderingen en schulden 54 14<br />

2.852 4.310<br />

Regio 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

% %<br />

Europa ex UK 1.097 43 1.461 34<br />

UK 179 6 301 7<br />

North America 1.199 40 1.907 44<br />

Japan 206 7 413 10<br />

Pacific ex Japan 117 4 210 5<br />

Emerging markets 4 <br />

2.798 100 4.296 100<br />

Nog te ontvangen 65 5<br />

Liquide middelen 52 84<br />

Nog te betalen 63 75<br />

Balanswaarde 2.852 4.310<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 70


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Valutarisico<br />

Valutarisico is het risico dat de waarde van een belegging<br />

wijzigt als gevolg van veranderingen in valutakoersen.<br />

Met het beleggen in vreemde valuta wordt een valutarisico<br />

genomen daar de verplichtingen in euro luiden. Het totaalbedrag<br />

dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo jaar<br />

circa 42% (v.j. 57%) van de beleggingsportefeuille. De<br />

belangrijkste vreemde valuta daarin zijn in procenten: USD<br />

68%, JPY 10% en GBP 7% (v.j. USD 60%, JPY 11% en<br />

GBP 9%).<br />

Het strategisch beleid van het fonds is om alle vreemde<br />

valutaposities af te dekken, waarbij een tactische beleidsruimte<br />

aanwezig is van 10% van de totale portefeuillewaarde.<br />

Per ultimo jaar was voor 99,7% (v.j. 98 %) afgedekt<br />

naar de euro.<br />

Per einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutatermijncontracten<br />

199 (v.j. 266). Het valutarisico wordt in<br />

onderstaande tabel weergegeven.<br />

De beleggingen in vreemde valuta (exclusief voorbeleggingen<br />

en liquide middelen) kunnen per categorie als volgt worden<br />

gespecificeerd:<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Vastgoedbeleggingen 128 113<br />

Aandelen 2.186 3.312<br />

Vastrentende waarden 1.097 2.087<br />

Overige 135 222<br />

3.546 5.734<br />

De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten<br />

(exclusief voorbeleggingen en liquide middelen) is als volgt<br />

weer te geven:<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 dec. 2007<br />

Voor Valuta Netto positie Netto positie<br />

derivaten (na) (na)<br />

Euro (EUR) 6.575 3.748 10.323 9.605<br />

Britse pond (GBP) 258 301 43 21<br />

Japanse yen (JPY) 358 398 40 12<br />

Amerikaanse dollar (USD) 2.402 2.502 100 92<br />

Overige 528 348 180 354<br />

10.121 199 10.320 10.060<br />

Een restrisico betreft de categorie overige valuta; deze valuta<br />

betreffen valuta in opkomende markten en/of hebben een<br />

positieve correlatie met de USD.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 71


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Renterisico<br />

Het renterisico is impliciet het risico dat het saldo van de<br />

waarden van de beleggingsportefeuille in vastrentende waarden<br />

en van de pensioenverplichtingen verandert als gevolg<br />

van veranderingen in de marktrente. Hieruit volgt het expliciete<br />

renterisico op de dekkingsgraad, voortkomend uit de<br />

duration mismatch tussen de beleggingsportefeuille en de<br />

pensioenverplichtingen.<br />

De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van<br />

de duration. De duration is de (met de contante waarde van<br />

de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in<br />

jaren.<br />

balanswaarde 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

in miljoenen euro’s<br />

Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) 6.002 8,0 6,2<br />

Duration van de vastrentende waarden (na derivaten) 6.398 15,6 13,4<br />

Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen 8.480 16,7 14,9<br />

Op de balansdatum is de duration van de beleggingen lager<br />

dan de duration van de nominale verplichtingen. Er is derhalve<br />

sprake van een zekere vorm van duration-mismatch.<br />

Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen<br />

minder snel daalt dan de waarde van de verplich t -<br />

ingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur),<br />

waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling<br />

zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan<br />

de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad<br />

daalt.<br />

Het fonds voert een actief beleid ten aanzien van de duration-mismatch.<br />

Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het<br />

kopen van meer langlopende obligaties in plaats van aandelen<br />

(verondersteld wordt dat aandelen een duration van nul<br />

hebben), binnen de portefeuille kortlopende obligaties vervangen<br />

door langlopende obligaties of door middel van het<br />

toepassen van renteswaps, swaptions of repos. Bij een renteswap<br />

wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele<br />

korte rente. Het pensioenfonds ontvangt in dit geval<br />

een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een<br />

langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele<br />

korte rente (bijvoorbeeld 3-maands Euribor). Hierdoor wordt<br />

de duration-mismatch verkleind, maar het fonds wordt wel<br />

afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het<br />

pensioenfonds aan de tegenpartij betaalt. Met een swaption<br />

kan het pensioenfonds tijdelijk het risico van een rentedaling<br />

afdekken. Hiervoor betaalt het fonds een premie. Daar staat<br />

tegenover dat bij een rentestijging de waarde van de swaption<br />

0 kan worden, maar niet negatief. Bij repotransacties is<br />

er sprake van gedekt lenen, waarbij zoals bij renteswaps een<br />

vaste rente (over de effecten) ontvangen wordt en een variabele<br />

financieringsrente betaald wordt. Bij het afsluiten van<br />

een swap, swaption en repo kunnen dus mismatchrisicos<br />

worden afgedekt en worden nieuwe risicos geïntroduceerd<br />

die gepaard gaan met dit soort instrumenten (zoals liquiditeit-,<br />

tegenpartij- en juridisch risico). Deze risicos worden<br />

onder meer afgedekt door het stellen van collateral en het<br />

afsluiten van contracten.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 72


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd<br />

is als volgt:<br />

Looptijd 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

% %<br />

Resterende looptijd < 1 jaar 1.032 17 1.192 24<br />

Resterende looptijd 1 < > 5 jaar 1.304 22 1.201 25<br />

Resterende looptijd > 5 jaar 3.666 61 2.462 51<br />

6.002 100,00 4.855 100,00<br />

Overige vorderingen en schulden 2.232 404<br />

3.770 4.451<br />

De rentepositie van de vastrentende waarden voor en na<br />

afdekking met renteswaps is als volgt weer te geven:<br />

voor rente swaps netto positie netto positie<br />

31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

(na)<br />

(na)<br />

Euro (EUR) 6.002 3.854 2.148 1.557<br />

Overige vorderingen en schulden 2.232 2.232 404<br />

3.770 3.854 84 1.153<br />

Kredietrisico<br />

Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het<br />

fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van<br />

tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen<br />

heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen<br />

die obligatieleningen uitgeven, banken waar depositos worden<br />

geplaatst, marktpartijen waarmee over the counter<br />

(OTC)-derivatenposities worden aangegaan.<br />

Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico<br />

is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het<br />

risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan<br />

niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten<br />

waardoor het fonds financiële verliezen lijdt.<br />

Beheersing vindt plaats door diversificatie, het stellen van<br />

transactie- en positielimieten voor tegenpartijen, het stellen<br />

van limieten voor de kredietbeoordeling van de portefeuilles<br />

en tegenpartijen, het vragen van extra zekerheden zoals<br />

onderpand en het hanteren van prudente verstrekkingsnormen.<br />

Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het<br />

fonds enkel belegd in markten waar een voldoende<br />

betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert.<br />

Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek<br />

gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking<br />

tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTCderivaten,<br />

wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen<br />

waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten<br />

zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt<br />

door onderpand.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 73


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende<br />

beleggingen naar sector weergegeven:<br />

Sector 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Overheidsinstellingen 3.704 2.154<br />

Financiële instellingen 1.326 2.032<br />

Handel en industriële bedrijven 235 259<br />

Serviceorganisaties 67 147<br />

Andere instellingen 670 263<br />

6.002 4.855<br />

Overige vorderingen en schulden 2.232 404<br />

3.770 4.451<br />

De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:<br />

Regio 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

Mature markets 5.627 4.155<br />

BRIC landen (belangrijkste emerging markets) 87 92<br />

Andere emerging markets 170 276<br />

Overige 118 332<br />

6.002 4.855<br />

Overige vorderingen en schulden 2.232 404<br />

3.770 4.451<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 74


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren<br />

van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht<br />

worden gegeven:<br />

31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

% %<br />

AAA 2.950 49 1.839 38<br />

AA 644 11 793 16<br />

A 1.276 21 1.233 25<br />

BBB 491 8 532 11<br />

BB 104 2 135 3<br />

B 294 5 142 3<br />

Geen rating, of lager dan B 243 4 181 4<br />

Totaal 6.002 100 4.855 100<br />

Overige vorderingen en schulden 2.232 404 <br />

3.770 100 4.451 100<br />

De lagere ratings betreffen voornamelijk de high yield en<br />

emerging markets portefeuilles, waarvan de normportefeuilles<br />

16% uitmaken van de totale vastrentende portefeuille.<br />

Het overzicht is voorts exclusief de kredietderivaten, welke<br />

per saldo gedeeltelijk bescherming bieden aan de onderliggende<br />

credits in de portefeuille.<br />

Inzake concentratie van risicos kan worden gemeld dat<br />

ultimo <strong>2008</strong> sprake is van beleggingen in een individuele<br />

tegenpartij groter dan 2%. Zie ook in de paragraaf met<br />

betrekking tot concentratierisico.<br />

Liquiditeitsrisico<br />

Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of<br />

niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet<br />

in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet<br />

aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten<br />

vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit),<br />

gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan<br />

worden beheerst door in het strategische en tactische<br />

beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de<br />

liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden<br />

gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere<br />

inkomsten zoals premies. Inzake het liquiditeitsrisico kan<br />

worden gemeld dat de som van de volgende onderdelen het<br />

liquiditeitsrisico afdekt:<br />

■ Ultimo <strong>2008</strong> zijn er voldoende beleggingen die onmiddellijk,<br />

zonder direct waardeverlies te leiden, te gelde kunnen<br />

worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom<br />

van geldmiddelen te financieren.<br />

■ De inkomende premies in het boekjaar.<br />

■ Aflossingen en rente op vastrentende waarden, dividenden,<br />

huur.<br />

■ Het saldo aan liquide middelen.<br />

Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s)<br />

De belangrijkste actuariële risicos zijn de risicos van langleven,<br />

overlijden en arbeidsongeschiktheid.<br />

Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische<br />

risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer<br />

blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de<br />

bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als<br />

gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen<br />

niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door<br />

toepassing van AG-overlevingstafels 2000-2005 met ade-<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 75


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

quate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico<br />

nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de<br />

pensioenverplichtingen.<br />

Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van<br />

overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen<br />

waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen.<br />

Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Door<br />

de methode en soort grondslagen is hiermee in de grondslagen<br />

voldoende rekening gehouden.<br />

Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het<br />

fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij<br />

invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschikt -<br />

heids pensioen (schadereserve). Voor dit risico wordt jaarlijks<br />

een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen<br />

de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt<br />

via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de<br />

risico premie worden periodiek herzien.<br />

Indexatierisico (actuariële risico’s)<br />

Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen<br />

te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd<br />

is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement,<br />

looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt<br />

dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is.<br />

De zogenaamde reële dekkingsgraad geeft zicht op de mate<br />

waarin kan worden geïndexeerd (ook wel aangeduid als de<br />

indexatieruimte). Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad<br />

worden onvoorwaardelijke nominale pensioenver -<br />

plichtingen verdisconteerd tegen een reële, in plaats van de<br />

nominale rentetermijnstructuur. Gegeven de huidige finan -<br />

ciële situatie is in dit <strong>jaarverslag</strong> alleen de nominale dekkingsgraad<br />

vermeld.<br />

Concentratierisico<br />

Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico.<br />

Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten<br />

per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde<br />

debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt<br />

elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt.<br />

Per 31 december <strong>2008</strong> is hier sprake van bij de<br />

staatsobligaties in achtereenvolgens Spanje (4,6%), Italië<br />

(6,6%), Frankrijk (12,6%) en Nederland (4,9%).*<br />

* Bij de bepaling van de grote posten is rekening gehouden met de aankoop van<br />

staatsobligaties in het kader van renterisico-reductieprogramma.<br />

In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden<br />

als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt.<br />

Concentratierisicos kunnen optreden bij een concentratie<br />

van de portefeuille in regios, economische sectoren of<br />

tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden<br />

is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd<br />

risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden<br />

aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico.<br />

Overigens beperken concentratierisicos zich niet uitsluitend<br />

tot de beleggingen.<br />

Operationeel risico<br />

Operationeel risico is het risico van een onjuiste afhandeling<br />

van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het<br />

verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke<br />

risicos worden door het fonds beheerst door het stellen van<br />

hoge kwaliteitseisen aan de uitvoeringsorganisatie GBF. Het<br />

niveau van de dienstverlening is vastgelegd in een zogenaamde<br />

SLA (Service Level Agreement). Op basis van periodieke<br />

rapportages wordt de kwaliteit van de dienstverlening<br />

door het bestuur getoetst.<br />

Aanvullend toont GBF met een SAS 70 (Statement on Auditing<br />

Standard no. 70)-verklaring aan dat zij de operationele<br />

risicos van de uitvoering van de pensioenregeling op een<br />

adequate wijze beheerst. Er zijn 2 typen verklaringen. Een<br />

type I-verklaring houdt in dat de beheersmaatregelen en de<br />

beheersstructuur in opzet en bestaan aanwezig en adequaat<br />

zijn. Een type II-verklaring, met een geldigheid van maximaal<br />

1 jaar, geeft aan dat de accountant heeft vastgesteld dat<br />

door de beheersmaatregelen de beheersdoelstellingen ook<br />

daadwerkelijk worden bereikt. In oktober <strong>2008</strong> heeft GBF de<br />

SAS 70 type II-verklaring ontvangen over de periode 1 oktober<br />

2007 tot en met 30 juni <strong>2008</strong>. Hieruit blijkt in welke mate<br />

de GBF haar beheersdoelstellingen heeft gerealiseerd. Onder<br />

de scope van de verklaring vallen de processen inzake<br />

beleggingen, bestuursondersteuning en pensioenbeheer.<br />

Vanaf 2009 zal deze verklaring jaarlijks gevraagd worden.<br />

Systeemrisico<br />

Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële<br />

systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren<br />

functioneert, waardoor sommige beleggingen niet langer<br />

verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 76


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

kunnen verliezen. Dit risico heeft zich het afgelopen jaar<br />

gemanifesteerd. Net als voor andere marktpartijen is dit<br />

risico voor het fonds moeilijk beheersbaar.<br />

Specifieke financiële instrumenten (derivaten)<br />

Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens<br />

gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel<br />

geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover<br />

dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid.<br />

De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief<br />

de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen<br />

de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te<br />

bevinden.<br />

Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor<br />

vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken.<br />

Een van de belangrijkste risicos bij derivaten is het kredietrisico.<br />

Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun<br />

betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt<br />

beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder<br />

naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat<br />

zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand.<br />

Gebruik kan worden gemaakt van onder meer de volgende<br />

instrumenten:<br />

Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten<br />

waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures<br />

worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch<br />

beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen<br />

de grenzen van het strategische beleggingsbeleid.<br />

Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten<br />

contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan<br />

tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een<br />

andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een<br />

vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten<br />

worden valutarisicos afgedekt.<br />

Swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten<br />

waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen<br />

van rentebetalingen over een nominale hoofdsom.<br />

Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid<br />

van de portefeuille beïnvloeden.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 77


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per<br />

31 december <strong>2008</strong>:<br />

Type contract Expiratiedatum Onderliggend Contractomvang Actuele waarde Actuele waarde<br />

activa<br />

passiva<br />

in miljoenen in miljoenen in miljoenen<br />

euros euros euros<br />

Futures 2009 Obligaties 770 <br />

Forward 2009 AUD 97 4 1<br />

2009 CAD 26 11 8<br />

2009 CHF 105 1 5<br />

2009 CZK 1 <br />

2009 GBP 330 69 31<br />

2009 HKD 31 5 <br />

2009 JPY 474 22 7<br />

2009 NOK 15 2 <br />

2009 SEK 47 4 1<br />

2009 SGD 15 1 <br />

2009 TRL 2 <br />

2009 USD 2.611 195 62<br />

2009 ZAR 20 <br />

Geschreven opties 2009 Swaps Euro 1.300 5<br />

Intrest rate swaps 2016 t/m 2026 Euro 1.200 47 <br />

2035 t/m 2038 Euro 2.174 152 10<br />

2057 Euro 40 14<br />

2010 t/m 2012 JPY 310 5 <br />

2012 USD 129 16 <br />

2036 USD 1 <br />

Equity swaps 2009 Equity 58 3 <br />

Equity swaps 2018 Equity 90 9<br />

Credit default swaps t/m 2017 Obligaties USD 144 13 <br />

550 153<br />

Nog te ontvangen 3 <br />

Liquide middelen 16<br />

Nog te betalen 1<br />

553 170<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 78


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per<br />

31 december 2007:<br />

Type contract Expiratiedatum Onderliggend Contractomvang Actuele waarde Actuele waarde<br />

activa<br />

passiva<br />

in miljoenen in miljoenen in miljoenen<br />

euros euros euros<br />

Futures <strong>2008</strong> Commodities 33 <br />

<strong>2008</strong> Obligaties 287 <br />

Forward <strong>2008</strong> AUD 156 5 <br />

<strong>2008</strong> CAD 43 1 <br />

<strong>2008</strong> CHF 172 1 <br />

<strong>2008</strong> CZK 4 <br />

<strong>2008</strong> GBP 518 41 <br />

<strong>2008</strong> HKD 74 3 <br />

<strong>2008</strong> JPY 660 5 <br />

<strong>2008</strong> MYR 1 <br />

<strong>2008</strong> NOK 57 <br />

<strong>2008</strong> SEK 227 6 <br />

<strong>2008</strong> SGD 29 <br />

<strong>2008</strong> TRL 20 1 <br />

<strong>2008</strong> USD 3.520 204 <br />

<strong>2008</strong> ZAR 36 1 <br />

Gekochte opties <strong>2008</strong> Aandelenindex 1 15 <br />

<strong>2008</strong> Swaps Euro 360 7 <br />

Geschreven opties <strong>2008</strong> Commodities 7 4 <br />

<strong>2008</strong> Swaps USD 170 <br />

<strong>2008</strong> Forward USD 93 1<br />

Intrest rate swaps 2012 t/m 2026 Euro 750 49<br />

2027 t/m 2057 Euro 2.050 266<br />

<strong>2008</strong> t/m 2012 JPY 276 3<br />

2022 USD 178 1<br />

2023 t/m 2036 USD 44 4<br />

Equity swaps 2018 Obligaties Euro 90 5<br />

Credit default swaps t/m 2012 Obligaties USD 239 5 <br />

Credit default swaps t/m 2016 Obligaties Euro 720 8 <br />

297 313<br />

Liquide middelen Intrest rate swaps 4<br />

297 317<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 79


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Per balansdatum zijn in het kader van derivaten door het<br />

fonds zekerheden ontvangen voor een bedrag van 523 (v.j.<br />

167).<br />

Het fonds heeft in <strong>2008</strong> deelgenomen aan een security lending<br />

program. Het laatste contract is per 31 december<br />

<strong>2008</strong> beëindigd. Het fonds heeft voor het tijdelijk uitlenen<br />

van effecten een bedrag ontvangen van 3,9 (v.j. 4).<br />

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen<br />

Investeringsverplichtingen<br />

Vooruitlopend op verwachte inkomende kasstromen bestaan<br />

er per balansdatum de volgende investerings- en stortingsverplichtingen<br />

(zogenaamde voorbeleggingen):<br />

31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

Vastgoed 85 89<br />

Infrastructuur 141 <br />

226 89<br />

Deze verplichtingen zullen naar verwachting in het volgende<br />

boekjaar nagenoeg geheel worden afgewikkeld.<br />

Overnameverplichtingen<br />

Per balansdatum heeft <strong>PGB</strong> de verplichting tot het overnemen<br />

van de Stichting Pensioenfonds Wifac. De Stichting<br />

Pensioenfonds Wifac zal worden geliquideerd en alle activa<br />

en passiva zullen aan <strong>PGB</strong> worden overgedragen. Op basis<br />

van de voorlopige jaarrekening van de Stichting Pensioenfonds<br />

Wifac per 31 december bedraagt de over te dragen<br />

waarde 35 miljoen. Hiervan is begin 2009 ruim 34 miljoen<br />

ontvangen. Het restant zal na de afronding van de liquidatie<br />

worden afgewikkeld. De pensioenverplichtingen op<br />

basis van <strong>PGB</strong> grondslagen bedragen 38 miljoen. Ter<br />

overbrugging van het verschil in dekkingsgraad wordt door<br />

<strong>PGB</strong> aan Wifac Holding een lening van 1 miljoen verstrekt<br />

met een looptijd van 10 jaar.<br />

Verbonden partijen<br />

Identiteit van verbonden partijen<br />

Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen:<br />

tussen het fonds, de aangesloten ondernemingen en hun<br />

bestuurders.<br />

Transacties met bestuurders<br />

De beloning van bestuurders is conform de vergoedingsregeling.<br />

Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake<br />

van vorderingen op (voormalige) bestuurders.<br />

Overige transacties met verbonden partijen<br />

Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen pensioenfonds<br />

en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken<br />

en de uitvoering van de pensioenregeling dienen<br />

beiden zorg te dragen voor de verplichtingen die voortvloeien<br />

uit de grafimedia-cao en het Pensioenreglement.<br />

De uitvoeringsorganisatie GBF verricht haar werkzaamheden<br />

in een kantoorgebouw, welke in huur is van <strong>PGB</strong>. Het kantoorgebouw<br />

is op 31 december <strong>2008</strong> gewaardeerd op 6<br />

tegen een jaarlijkse huurprijs van 509.000 (2009).<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 80


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Toelichting op de staat van baten en lasten<br />

In miljoenen euro’s<br />

11. Premiebijdragen (van werkgever en werknemers)<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Werkgeversgedeelte 108 97<br />

Werknemersgedeelte 64 56<br />

172 153<br />

De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt<br />

17,0% (v.j. 17,5%) van de pensioengrondslag. De kostendekkende,<br />

gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130<br />

van de Pensioenwet zijn als volgt:<br />

Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om<br />

de premie te dempen. Dit gebeurt door een rente te hanteren<br />

van 4,25%. Per jaar zal de werkelijke rente hiervan afwijken.<br />

De op te geven Kostendekkende premie (KDP), conform art.<br />

130 Pensioenwet, fluctueert ook met de rente.<br />

De vastgestelde KDP op basis van 4,25% bedraagt 16%<br />

van de pensioengrondslag (PG). Rekening houdend met een<br />

rente van 3,55% ultimo <strong>2008</strong> (rente waarop de VPV berekend<br />

is), komt de KDP op 18,8%. Ten opzichte van de<br />

beginstand <strong>2008</strong>, met een rente van 4,85%, komt de KDP<br />

op 13,6%.<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Kostendekkende premie 139 101<br />

Feitelijke premie 172 153<br />

Gedempte premie 162 153<br />

De verschillen tussen de kostendekkende premie, de feitelijke<br />

premie en de gedempte premie zijn het gevolg van een<br />

gehanteerde veiligheidsmarge.<br />

<strong>PGB</strong> hanteert een systeem voor vaststelling van de jaarlijkse<br />

inkoop van pensioen waarbij pas in het volgende boekjaar<br />

vastgesteld kan worden wat de werkelijke bedragen zijn.<br />

Met andere woorden, in het boekjaar werkt <strong>PGB</strong> met een<br />

schatting.<br />

Het effect van demping dient over een langere periode (art.<br />

128 PW) zodanig prudent te zijn dat (ten minste) de aangroei<br />

van de VPV voor pensioeninkoop gefinancierd is met<br />

de KDPs in die periode.<br />

12. Premiebijdragen risico deelnemers<br />

In 2007 is het product pensioensparen geïntroduceerd. Bij<br />

dit product belegt de deelnemer in het totale belegde vermogen<br />

van <strong>PGB</strong> en krijgt een vergoeding op basis van het<br />

door <strong>PGB</strong> behaalde beleggingsrendement waarna 1% in<br />

mindering wordt gebracht ter dekking van kosten. Daar<br />

slechts in het totale vermogen kan worden belegd zijn de<br />

bepalingen t.a.v. zorgplicht niet van toepassing. Het totale<br />

belegde vermogen voor rekening van de deelnemers is nog<br />

zeer beperkt. Het saldo is grotendeels in 2007 ingelegd. Het<br />

ingelegde saldo in <strong>2008</strong> is gering.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 81


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

13. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds<br />

De 16 fee voor de externe managers aandelen was in jaarrekening<br />

2007 opgenomen onder de post directe beleggingsopbrengsten<br />

aandelen en is in de jaarrekening <strong>2008</strong> onder<br />

kosten vermogensbeheer verantwoord. De vergelijkende<br />

cijfers 2007 van de posten directe beleggingsopbrengsten<br />

aandelen en kosten van vermogensbeheer zijn beide met 16<br />

aangepast.<br />

<strong>2008</strong> Directe Indirecte Kosten van Totaal<br />

beleggingsopbrengsten beleggingsopbrengsten vermogensbeheer<br />

Vastgoedbeleggingen 34 146 2 114<br />

Aandelen 96 1.818 16 1.738<br />

Vastrentende waarden 210 197 1 12<br />

Derivaten 8 91 2 81<br />

Overige beleggingen 1 18 17<br />

333 2.088 21 1.776<br />

2007 Directe Indirecte Kosten van Totaal<br />

beleggingsopbrengsten beleggingsopbrengsten vermogensbeheer<br />

Vastgoedbeleggingen 30 28 1 57<br />

Aandelen 88 1 18 71<br />

Vastrentende waarden 206 271 1 66<br />

Derivaten 1 154 1 152<br />

Overige beleggingen 5 50 55<br />

328 38 21 269<br />

14. Beleggingsresultaten risico deelnemers<br />

De vergoeding over het spaarsaldo is per definitie gelijk aan<br />

de beleggingsperformance van <strong>PGB</strong> onder aftrek van 1%<br />

kosten.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 82


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

15. Overige baten<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Bij een dekkingsgraad van meer dan 150% zal in eerste<br />

instantie gekeken worden naar nog openstaande inhaalindexatie<br />

en vervolgens naar indexatie op basis van de loonindex<br />

en eventueel premiekorting. Ook deze indexering heeft<br />

een voorwaardelijk karakter.<br />

FVP bijdragen 8 8<br />

Vrijwillige premies (ANW hiaat) 4 3<br />

Compensatie dekkingsgraad<br />

i.v.m. waardeovername 96 14<br />

Andere baten 9<br />

16. Pensioenopbouw<br />

108 34<br />

Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende<br />

waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op<br />

de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar<br />

opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en<br />

nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect<br />

van de individuele salarisontwikkeling.<br />

17. Indexering en overige toeslagen<br />

De ambitie voor toeslagverlening is om pensioenrechten en<br />

pensioenaanspraken jaarlijks aan te passen aan de procentuele<br />

stijging van de geschoonde prijsindex, zoals vastgesteld<br />

door het CBS. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in<br />

hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden<br />

aangepast.<br />

Met ingang van 1 januari 2009 heeft er geen indexatie van<br />

(vorig boekjaar 1,00%) plaatsgevonden. In <strong>2008</strong> heeft voor<br />

de deelnemers <strong>PGB</strong> en PCM een inhaalindexatie (jaar 2004)<br />

van 1,09% respectievelijk 0,6% plaatsgevonden gegeven de<br />

stand per 31 december 2007.<br />

De voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd uit<br />

overrendementen. De premie bevat dus geen opslag voor<br />

toeslagverlening. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige<br />

toeslagen.<br />

Verder is in de Beleidsstaffel als uitgangspunt gehanteerd<br />

dat bij een dekkingsgraad tussen de ondergrens (dekkingsgraad<br />

van 105%) en de streefgrens (dekkingsgraad van<br />

140%) getracht wordt gedeeltelijke toeslagverlening te realiseren.<br />

18. Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen<br />

De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 3,55% (v.j.<br />

4,85%), zijnde de gewogen rentes uit de rentetermijnstructuur<br />

volgens DNB.<br />

19. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen<br />

Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf<br />

actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pen -<br />

sioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname<br />

van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten<br />

behoeve van de financiering van de uitkeerbare pensioenen<br />

van de verslagperiode.<br />

20. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten<br />

Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder<br />

excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen<br />

in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder<br />

dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het<br />

bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de<br />

kosten van de verslagperiode.<br />

21. Wijziging voorziening pensioenverplichtingen<br />

21.1 Wijziging marktrente<br />

Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de<br />

technische voorzieningen herrekend door toepassing van de<br />

actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering<br />

van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het<br />

hoofd wijziging marktrente.<br />

21.2 Wijziging overige actuariële uitgangspunten<br />

Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden<br />

beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening<br />

van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen.<br />

Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële<br />

deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking<br />

van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven en<br />

arbeidsongeschiktheid, met werkelijke waarnemingen zowel<br />

voor de gehele bevolking als voor de populatie van het<br />

fonds.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 83


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening<br />

voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces,<br />

waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen<br />

door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen<br />

wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat<br />

de actuariële uitgangspunten worden herzien.<br />

21.3 Overige wijzigingen in de voorziening voor pensioen -<br />

verplichtingen<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Resultaat op kanssystemen:<br />

Sterfte 9 19<br />

Arbeidsongeschiktheid 2 5<br />

Mutaties 20 1<br />

Overdracht van rechten 229 <br />

Overig 28 <br />

23. Pensioenuitvoeringskosten<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Administratiekostenvergoeding 8 6<br />

8 6<br />

Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld<br />

dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar geen<br />

dwangsommen en boetes zijn opgelegd.<br />

24. Saldo-overdracht van rechten<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Inkomende waardeoverdrachten 249 80<br />

Uitgaande waardeoverdrachten 16 18<br />

288 23<br />

Kasstroom (A) 233 62<br />

22. Pensioenuitkeringen<br />

<strong>2008</strong> 2007<br />

Toevoeging aan de voorziening<br />

voor pensioenverplichtingen 244 70<br />

Onttrekking aan de voorziening<br />

voor pensioenverplichtingen 15 7<br />

Ouderdomspensioen 196 176<br />

Nabestaandenpensioen<br />

(partnerpensioen) 66 61<br />

Wezenpensioen 1 1<br />

Premierestitutie/ afkoopsommen 2 2<br />

Vervroegd pensioen 11 7<br />

Mutatie voorziening pensioenverplichtingen<br />

(B) 229 63<br />

Resultaat overdracht van<br />

rechten (A-B) 4 1<br />

276 247<br />

De indexatie van de uitkeringen per 1 januari <strong>2008</strong> zoals<br />

vastgesteld door het bestuur bedraagt 2,09% (v.j. 1,5%).<br />

De post Afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager<br />

zijn dan 417,74 (v.j. 400) per jaar.<br />

Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht<br />

aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk<br />

de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde<br />

van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot<br />

de ontslagdatum zijn opgebouwd.<br />

De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de<br />

inkoop van extra aanspraken op pensioen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 84


Jaarrekening <strong>2008</strong><br />

Honoraria accountant<br />

KPMG Accountants N.V. Overig KPMG netwerk Totaal KPMG<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> <strong>2008</strong><br />

in duizenden euros in duizenden euros in duizenden euros<br />

Controle van de jaarrekening 25 25<br />

Overige controleopdrachten 23 23<br />

Belastingadvies<br />

Andere niet-controlediensten 26 26<br />

Totaal 48 26 74<br />

Personeelsleden<br />

De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in<br />

dienst zijn bij de uitvoeringsorganisatie GBF.<br />

Bezoldiging bestuurders<br />

De bezoldiging voor de bestuurders tezamen bedraagt<br />

79.000 (v.j. 39.000).<br />

Belastingen<br />

De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing<br />

in het kader van de vennootschapsbelasting.<br />

Vastgesteld in de op 18 juni 2009 gehouden vergadering<br />

van het bestuur.<br />

Voorzitters:<br />

Secretarissen:<br />

drs. R Degenhardt L.J. Hoogenboom<br />

F. de Haan R. Leloux<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 85


Voorwoord<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 86


Overige gegevens<br />

Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van<br />

baten en lasten<br />

Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en<br />

lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het<br />

fonds. Het saldo is toegevoegd (onttrokken) aan de balanspost<br />

Stichtingskapitaal en reserves.<br />

Gebeurtenissen na balansdatum<br />

Op 31 maart 2009 heeft <strong>PGB</strong> een korte- en langetermijn -<br />

herstelplan ingediend bij DNB. Inmiddels is een reactie van<br />

de DNB ontvangen op de ingediende herstelplannen. Op<br />

22 juni 2009 zal hierover overleg met de DNB plaatsvinden.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 87


Verklaring van de accountant<br />

Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds van de Grafische<br />

Bedrijven<br />

Verklaring betreffende de jaarrekening<br />

Wij hebben de jaarrekening <strong>2008</strong> van Stichting Pensioenfonds<br />

van de Grafische Bedrijven te Amsterdam, bestaande<br />

uit de balans per 31 december <strong>2008</strong> en de staat van baten<br />

en lasten over <strong>2008</strong> met de toelichting gecontroleerd.<br />

Verantwoordelijkheid van het bestuur<br />

Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het<br />

opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het<br />

resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het<br />

opstellen van het <strong>jaarverslag</strong>, beide in overeenstemming met<br />

Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder<br />

meer het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een<br />

intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van<br />

en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en<br />

resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel<br />

belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en<br />

toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële<br />

verslaggeving en het maken van schattingen die onder de<br />

gegeven omstandigheden redelijk zijn.<br />

van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen<br />

en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde<br />

een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden<br />

die onder de gegeven omstandigheden<br />

adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te<br />

geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem<br />

van de stichting. Tevens omvat een controle onder<br />

meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de<br />

toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van<br />

de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de<br />

stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele<br />

beeld van de jaarrekening.<br />

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie<br />

voldoende en geschikt is als basis voor ons<br />

oordeel.<br />

Oordeel<br />

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld<br />

van de grootte en de samenstelling van het vermogen van<br />

Stichting Pensioenfonds van de Grafische Bedrijven per 31<br />

december <strong>2008</strong> en van het resultaat over <strong>2008</strong> in overeenstemming<br />

met Titel 9 Boek 2 BW.<br />

Verantwoordelijkheid van de accountant<br />

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over<br />

de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben<br />

onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands<br />

recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan<br />

de voor ons geldende gedragsnorinen en zijn wij gehouden<br />

onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een<br />

redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening<br />

geen afwijkingen van materieel belang bevat.<br />

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter<br />

verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de<br />

toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te<br />

voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele<br />

oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen<br />

zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel<br />

belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling<br />

neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken<br />

Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of<br />

voorschriften van regelgevende instanties<br />

Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel<br />

2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het <strong>jaarverslag</strong>, voor<br />

zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening<br />

zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.<br />

Rotterdam, 18 juni 2009<br />

KPMG ACCOUNTANTS N.V.<br />

A.J.H. Reijns RA<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 88


Verklaring van de actuaris<br />

Opdracht<br />

Door Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven te<br />

Amsterdam is aan Watson Wyatt B.V. de opdracht verleend<br />

tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in<br />

de Pensioenwet over het boekjaar <strong>2008</strong>.<br />

Gegevens<br />

De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt<br />

door en tot stand gekomen onder de verantwoorde -<br />

lijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de<br />

toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van<br />

de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële<br />

gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In<br />

overeenstemming met de richtlijn Samenwerking tussen<br />

accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen<br />

van verzekeringsinstellingen heeft de accountant<br />

van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn be -<br />

vind ingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de<br />

volledigheid van de administratieve basisgegevens en de<br />

overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van<br />

belang zijn.<br />

Werkzaamheden<br />

Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is<br />

voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.<br />

De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens<br />

en de bevindingen van de accountant ten aanzien<br />

hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt<br />

voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard.<br />

binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en<br />

gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke<br />

grondslag voor mijn oordeel.<br />

Oordeel<br />

Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende<br />

verklaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artikelen<br />

126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering<br />

van de artikelen 131, 132 en 133. De technische<br />

voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels<br />

en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het<br />

eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum<br />

lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.<br />

Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum<br />

lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen.<br />

Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de<br />

verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een<br />

dekkingstekort. De omvang van dit dekkingstekort is<br />

zodanig dat de technische voorzieningen van het pensioenfonds<br />

op de balansdatum niet volledig door waarden zijn<br />

gedekt.<br />

De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds voor de<br />

Grafische Bedrijven is naar mijn mening onvoldoende vanwege<br />

het dekkingstekort. Daarbij is bepalend de mate van<br />

waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen<br />

aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking<br />

nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan<br />

verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving<br />

opgenomen criteria.<br />

Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht:<br />

- heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzien -<br />

ingen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist<br />

eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en<br />

- heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie<br />

van het pensioenfonds.<br />

Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke<br />

mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen<br />

onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een<br />

oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het<br />

pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplich t -<br />

ingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden<br />

en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de<br />

Daarnaast zijn de maatregelen, genomen tot herstel van de<br />

financiële positie en vastgelegd in het herstelplan van 26<br />

maart 2009, betrokken in mijn oordeel. Volgens dit herstelplan<br />

zal het pensioenfonds binnen de daartoe vereiste<br />

termijnen voldoen aan de gestelde normen ten aanzien van<br />

het minimaal vereist eigen vermogen en vereist eigen vermogen.<br />

Amstelveen, 18 juni 2009<br />

B. den Hartog AAG<br />

verbonden aan Watson Wyatt B.V.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 89


Bijlage I<br />

TOELICHTING OP DE PENSIOENREGELING<br />

Algemeen<br />

In het kort geven wij hier de belangrijkste kenmerken weer<br />

van de per 1 januari 1993 ingevoerde pensioenregeling<br />

(deze is met ingang van 2006 gewijzigd naar aanleiding van<br />

cao-afspraken):<br />

Franchise<br />

Over het eerste deel van het salaris wordt geen pensioen<br />

opgebouwd en ook geen pensioenpremie geheven. De<br />

AOW wordt geacht voor dat eerste salarisdeel in de pensioenbehoefte<br />

te voorzien. De franchise bedroeg in <strong>2008</strong><br />

13.234 per jaar. Jaarlijks wordt de franchise volgens een<br />

vaste methode aangepast.<br />

Partnerpensioen<br />

Hieronder wordt niet alleen verstaan het weduwen- en<br />

weduwnaarspensioen, maar ook zij het onder bepaalde<br />

voorwaarden het pensioen dat toekomt aan de partner<br />

van een ongehuwde verzekerde; dit geldt ook als er sprake<br />

is van een partner van hetzelfde geslacht. Het partnerpensioen<br />

bedraagt 70% van het verzekerde ouderdomspensioen.<br />

Vanaf 1 januari 2006 bedraagt het meeverzekerde<br />

partnerpensioen 35%, met behoud van het al opgebouwde<br />

pensioen. Voor actief verzekerden is er naast het opgebouwde<br />

partnerpensioen tot pensionering 35% op risicobasis<br />

verzekerd.<br />

Maximum salaris *<br />

Als maximum salaris wordt het maximumloon ingevolge de<br />

Coördinatiewet Sociale Verzekeringen gehanteerd. Dit loon<br />

bedroeg in <strong>2008</strong> 46.382.<br />

Keuzemogelijkheden<br />

De pensioenregeling kent bij het bereiken van de 65-jarige<br />

leeftijd verschillende keuzemogelijkheden. De deelnemer kan<br />

het partnerpensioen uitruilen voor extra ouderdomspensioen.<br />

Of (vanaf <strong>2008</strong>) omgekeerd een deel van het ouderdomspensioen<br />

voor extra partnerpensioen. De deelnemer<br />

kan kiezen voor een getrapt pensioen, met 2 of 3 trappen<br />

van minimaal 5 jaar, waarbij de laagste uitkering minimaal<br />

75% bedraagt van de hoogste uitkering. De deelnemer kan<br />

kiezen voor gelijk overlevingspensioen, waarbij het pensioen<br />

van de deelnemer of de partner bij overlijden gelijk wordt<br />

getrokken. Vanaf 2010 biedt het fonds deelnemers de<br />

mogelijkheid om eerder dan met 65 jaar te stoppen met<br />

werken. Deze keuzemogelijkheid wordt vervroegd pensioen<br />

genoemd.<br />

Pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof<br />

Gedurende de periode van het wettelijk ouderschapsverlof<br />

vindt ten laste van het pensioenfonds een aanvulling plaats<br />

van de pensioenrechten van de werknemer tot 100%. Het<br />

gebruikmaken van de mogelijkheid van ouderschapsverlof<br />

heeft daardoor geen nadelige gevolgen voor de pensioenopbouw.<br />

Opbouwpercentage<br />

Het opbouwpercentage bedraagt standaard 1,75% van de<br />

voor het betreffende jaar vastgestelde pensioengrondslag.<br />

Indexering<br />

Bij voldoende beschikbare middelen wordt jaarlijks geïndexeerd<br />

volgens een vaste methode. De indexering van ingegane<br />

en premievrije pensioenen gebeurt op basis van de<br />

geschoonde consumentenprijsindex alle huishoudens, zoals<br />

deze wordt vastgesteld door het CBS.<br />

Pensioenopbouw tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid<br />

De pensioenopbouw loopt in de eerste twee jaar bij ziekte<br />

voor 100% door met de gebruikelijke premieverdeling tussen<br />

werkgever en werknemer. In het geval van arbeidson -<br />

geschiktheid heeft de deelnemer onder bepaalde voorwaarden<br />

recht op premievrije opbouw van pensioen. De premie -<br />

vrije opbouw is begrensd op maximaal 70% en staat in verhouding<br />

tot het percentage arbeidsongeschiktheid.<br />

De berekening van de pensioenopbouw wordt hierna aan de<br />

hand van een voorbeeld toegelicht.<br />

Premie<br />

De reglementaire premie bedraagt 17% van de pensioengrondslag.<br />

Hiervan komt 6,5% voor rekening van de<br />

werknemer.<br />

* Een werknemer die het maximum pensioengevend salaris of meer<br />

verdient, krijgt pensioenopbouw over het maximum salaris minus de<br />

franchise. In <strong>2008</strong> is dat dus € 46.382 – € 13.234 = € 33.148.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 90


Bijlage I<br />

Pensioenopbouw<br />

In het volgende voorbeeld wordt bezien wat de pensioen -<br />

uitkomsten zijn indien een werknemer aan de grafische pensioenregeling<br />

deelneemt. Om het voorbeeld overzichtelijk te<br />

houden wordt uitgegaan van de volgende veronderstellingen:<br />

■ Er is geen algemene loon- of prijsstijging, dus <strong>PGB</strong><br />

indexeert niet en de <strong>PGB</strong>-franchise ad 13.234 wijzigt<br />

niet.<br />

■ Uitgegaan wordt van een gehuwde dan wel samenwonende<br />

verzekerde, die in <strong>2008</strong> op zijn 21e jaar in dienst is<br />

getreden en tot zijn pensionering in dienst blijft.<br />

■ Er wordt van uitgegaan dat bij pensionering niet gekozen<br />

wordt voor een toeslag op het ouderdomspensioen in ruil<br />

voor het laten vervallen van het partnerpensioen.<br />

■ Rekeninghoudend met de salarisontwikkeling van<br />

betrokkene (als gevolg van promotie, er is immers geen<br />

algemene loonstijging in dit voorbeeld) is een opbouw uitgewerkt<br />

voor een gemiddelde werknemer. Er is van uitgegaan<br />

dat de salarisverhogingen op de 35e, 45e en 55e<br />

verjaardag plaatsvinden.<br />

Jaar Leeftijd Salaris Franchise<br />

<strong>2008</strong> 21 jaar 17.500 13.234<br />

2022 35 jaar 20.000 13.234<br />

2032 45 jaar 22.500 13.234<br />

2042 55 jaar 25.000 13.234<br />

Op basis van de genoemde uitgangspunten bedraagt de<br />

pensioenopbouw in de huidige collectieve basisregeling:<br />

14 dienstjaren x 1,75% x ( 17.500 minus 13.234) = 1.045,17<br />

10 dienstjaren x 1,75% x ( 20.000 minus 13.234) = 1.184,05<br />

10 dienstjaren x 1,75% x ( 22.500 minus 13.234) = 1.621,55<br />

10 dienstjaren x 1,75% x ( 25.000 minus 13.234) = 2.059,05<br />

Totaal te bereiken ouderdomspensioen op<br />

pensioendatum 5.909,82<br />

Inclusief de gehuwden-AOW (in <strong>2008</strong> 16.920) bedraagt<br />

het totale bruto pensioeninkomen na pensionering 23.102;<br />

dit is 91,3% van het laatste verdiende brutoloon.<br />

Wanneer rekening gehouden wordt met de AOW voor<br />

alleenstaanden (in <strong>2008</strong> 12.461) komt het pensioen -<br />

inkomen uit op 18.371 ofwel 73,5% van het laatst verdiende<br />

brutoloon. Kiest de alleenstaande deelnemer bij pensionering<br />

voor uitruil van partnerpensioen (in <strong>2008</strong> 20% van<br />

het partnerpensioen) dan bedraagt het bruto pensioeninkomen<br />

19.553, zijnde 78,2% van het laatste brutoloon.<br />

Pensioenopbouw van vóór 1 januari 1993<br />

Pensioenaanspraken opgebouwd op grond van de oude<br />

pensioenregeling (gezellenkas en kas voor chefs en administratief<br />

personeel) worden opgeteld bij de rechten op basis<br />

van de nieuwe regeling. Bij het toepassen van de indexeringen<br />

wordt geen onderscheid gemaakt tussen oude en<br />

nieuwe rechten.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 91


Bijlage I<br />

VERKLARING VAN EEN AANTAL BEGRIPPEN<br />

Pensioenregeling<br />

Premiebetalende verzekerden<br />

Deelnemers aan de pensioenregeling voor en/of door wie<br />

premie wordt betaald.<br />

Verzekerden met toerekening wegens arbeidsongeschiktheid<br />

Arbeidsongeschikte deelnemers voor wie de pensioenopbouw<br />

gedeeltelijk ten laste van het fonds wordt voortgezet.<br />

Actief verzekerden<br />

Het totaal van de premiebetalende verzekerden en verzekerden<br />

met toerekening wegens arbeidsongeschiktheid.<br />

Premievrij verzekerden<br />

Gewezen deelnemers met aanspraken, de zogenaamde<br />

slapers.<br />

Vrije reserve<br />

Het ter vrije besteding van het bestuur blijvende gedeelte<br />

van de middelen, dat uitgaat boven de verplichtingen en de<br />

voorzieningen.<br />

Contante waarde<br />

De huidige waarde van lopende en toekomstige uitkeringen,<br />

rekening houdend met een bepaalde renteopbrengst en<br />

sterftekansen.<br />

Rekenrente<br />

De bij de berekeningen gehanteerde rentevoet op basis van<br />

de rentetermijnstructuur van 31-12-<strong>2008</strong>.<br />

Franchise<br />

De franchise is het gedeelte van het salaris waarover geen<br />

premie betaald wordt en waarover ook geen pensioenrechten<br />

opgebouwd worden. De franchise wordt jaarlijks<br />

door het bestuur vastgesteld en was voor <strong>2008</strong> 13.234.<br />

Pensioengerechtigde verzekerden<br />

Verzekerden of nabestaanden aan wie een ouderdoms- of<br />

nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd (d.w.z. ingegane<br />

pensioenen) en gewezen deelnemers die inmiddels pen -<br />

sioengerechtigd zijn maar het pensioen nog niet hebben<br />

aangevraagd.<br />

Verzekerden met een pensioenuitkering (ingegane pensioenen)<br />

Verzekerden of nabestaanden aan wie een uitkering wordt<br />

betaald.<br />

Voorziening pensioenverplichtingen<br />

De contante waarde van de reeds ontstane en gefinancierde<br />

pensioenverplichtingen uit hoofde van pensioenaanspraken.<br />

Dekkingsgraad<br />

Verhouding tussen het aanwezige pensioenvermogen en de<br />

contante waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken,<br />

uitgedrukt in een percentage.<br />

Reservetekort<br />

Tekort dat ontstaat als de middelen ontoereikend zijn om<br />

naast de voorziening pensioenverplichtingen en de reserve<br />

voor algemene risicos, ook nog de vereiste reserve beleggingsrisicos,<br />

de reserve voorgenomen pensioenaanpassing<br />

en eventuele andere reserves te dekken.<br />

Overlevingstafels<br />

Tabellen, aangevende hoeveel mannen resp. vrouwen uitgaande<br />

van een bepaald aantal nul-jarigen de leeftijd van<br />

1,2,3, enz. jaar zullen bereiken; door het Centraal Bureau<br />

voor de Statistiek berekend uit gegevens die aan dat bureau<br />

door de bevolkingsregisters in Nederland zijn verstrekt. Deze<br />

tabellen worden gebruikt bij de berekening van de voorziening<br />

pensioenverplichtingen. De navolgende overlevingstafels<br />

worden gehanteerd:<br />

voor mannen, de tafel GBM 2000 2005 met één jaar<br />

leeftijdsverlaging;<br />

voor vrouwen, de tafel GBV 2000 2005 met één jaar<br />

leeftijdsverlaging.<br />

Beleggingen<br />

ABTN<br />

Actuariële en bedrijfstechnische nota. In deze, door de wet<br />

verplichtgestelde, nota worden naast de actuariële aspecten<br />

van de reglementaire pensioenen ook de hoofdlijnen van het<br />

interne beheersingssysteem en de opzet van de administra -<br />

tieve organisatie en interne controle beschreven.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 92


Bijlage I<br />

ALM<br />

Asset liability management. Een methode om modelmatig<br />

de samenstelling van de strategische beleggingsportefeuille<br />

te bepalen, rekening houdend met de pensioenverplicht -<br />

ingen.<br />

Asset Mix<br />

Verhouding tussen de onderscheiden beleggingscategorieën<br />

in de beleggingsportefeuille.<br />

Benchmark<br />

Representatieve herbeleggingsindex waartegen de prestaties<br />

van een beleggingsportefeuille worden afgezet.<br />

CDO<br />

Collateralized Debt Obligations<br />

Collateral<br />

Onderpand. Manier om het kredietrisico op tegenpartijen uit<br />

hoofde van Over-The-Counter derivatentransacties te<br />

beperken. Het risico is dat de tegenpartij op afloopdatum<br />

niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Het collateral<br />

reduceert dit risico doordat er gedurende de looptijd van de<br />

transactie onderpand in de vorm van kasgeld wordt gestort<br />

ter dekking van de marktwaarde van de transacties.<br />

Commodities<br />

Bulkproducten waarvan de prijs in hoge mate door de<br />

actuele vraag en aanbod wordt bepaald, zoals olie, graan en<br />

metalen.<br />

Corporate pricing power<br />

De mate waarin bedrijven hun productprijs kunnen bepalen.<br />

Cross currency swap<br />

Een overeenkomst om rentestromen in verschillende valuta<br />

te ruilen zonder uitwisseling van de hoofdsommen zelf.<br />

Dekkingsgraad<br />

De dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto activa<br />

en de voorziening pensioenverplichtingen, uitgedrukt in een<br />

percentage. Dit verhoudingsgetal geeft aan in hoeverre op<br />

lange termijn de pensioenverplichtingen kunnen worden<br />

nagekomen. De netto activa zijn het saldo van het belegd<br />

vermogen, de andere activa en de schulden en voorzien -<br />

ingen.<br />

Delta<br />

In het geval van futures geeft de delta het renterisico weer.<br />

Bij optiecontracten is de delta gelijk aan de onderliggende<br />

waarde.<br />

Derivaten<br />

Van effecten afgeleide beleggingsproducten, zoals futures,<br />

swaps, total return swaps.<br />

Exposure<br />

Marktwaarde van een asset of in het geval van derivaten de<br />

waarde van de onderliggende asset.<br />

Forwards<br />

Klassieke termijncontracten. Deze bepalen dat de leverancier<br />

op een overeengekomen tijdstip de afgesproken<br />

hoeveelheid van een welomschreven soort goederen levert<br />

aan de afnemer. Die betaalt daarvoor dan een afgesproken<br />

prijs, ongeacht de marktprijs die op het tijdstip van de levering<br />

(of van de betaling) zou gelden voor de goederen in<br />

kwestie.<br />

FTK<br />

Financieel toetsingskader. Methodiek voor toetsing van de<br />

financiële opzet en toestand van pensioenfondsen en<br />

verzekeraars door De Nederlandsche Bank.<br />

Future<br />

Op de beurs verhandeld termijncontract met verplichte levering<br />

van onderliggende waarden/goederen in de toekomst<br />

tegen een vooraf vastgestelde prijs. De onderliggende<br />

waarde kan een obligatie zijn of een aandelenindex, een<br />

geldmarktrente of een commodity. Futures stellen een belegger<br />

in staat beleggingsrisicos af te dekken.<br />

Hedgefondsen<br />

Beleggingsfondsen die op basis van een vastgelegde strategie<br />

proberen een positief rendement te behalen onafhankelijk<br />

van het marktrendement. Het zijn vaak fondsen met een<br />

besloten karakter die met geleend geld opereren en gebruik<br />

maken van afgeleide producten (derivaten).<br />

IAS<br />

International Accounting Standards<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 93


Bijlage I<br />

Inflation linked obligaties<br />

Obligaties waarvan de hoofdsom en de rentebetalingen worden<br />

geïndexeerd met de inflatie van een bepaald land.<br />

Initial margin<br />

Het dekkingsbedrag dat voor een futurepositie moet worden<br />

aangehouden bij het openen van een positie.<br />

Outperformance/Underperformance<br />

Er is sprake van een out- of underperformance als het gerealiseerde<br />

rendement van een portefeuille hoger, respectievelijk<br />

lager is dan het rendement van de benchmark. Bij<br />

een negatief rendement is sprake van outperformance als<br />

het rendement van de benchmark nog negatiever is. Zie<br />

ook: Performance attributie.<br />

IFRS<br />

International Financial Reporting Standards<br />

Intrest Rate Swap<br />

Overeenkomst om rentestromen in dezelfde valuta te ruilen<br />

zonder uitwisseling van de hoofdsommen zelf.<br />

Marginverplichting<br />

De marginverplichting is een waarborgsom die wordt<br />

voorgeschreven door de beursautoriteit en die dient als<br />

zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen die<br />

voortvloeien uit derivatenposities.<br />

Overlaymanagement<br />

De activiteit waarbij gelijktijdig posities worden ingenomen in<br />

verschillende liquide financiële markten (Aandelen, Vastrentende<br />

waarden, Valuta en Commodities).<br />

Over-the-counter (OTC)<br />

Over-the-counter contracten zijn contracten die buiten de<br />

beurs verhandeld worden.<br />

Peer group<br />

Referentiegroep met vergelijkbare/gelijkwaardige activiteiten<br />

of producten.<br />

Mismatch<br />

Het niet risicovrij aansluiten van de beleggingsportefeuille op<br />

de verplichtingen.<br />

Modified duration<br />

Maatstaf voor de koersgevoeligheid van een obligatie. Als<br />

het effectief rendement van de obligatie met 1 procentpunt<br />

stijgt, dan daalt de koers van de obligatielening ongeveer<br />

met de modified duration als percentage.<br />

Net Asset Value/Netto vermogenswaarde<br />

De waarderingsmethode waarbij een deelneming wordt<br />

gewaardeerd op basis van de waarde van de onderliggende<br />

activa en verplichtingen volgens de grondslagen van de<br />

deelnemende rechtspersoon (i.c. de reële waarde van de<br />

activa en verplichtingen).<br />

Normportefeuille<br />

De vooraf gedefinieerde samenstelling van de beleggingsportefeuille<br />

met bijbehorende benchmarks, waaraan de<br />

behaalde beleggingsresultaten achteraf worden getoetst.<br />

Notional amount<br />

Onderliggende hoofdsom van derivaten.<br />

Performance attributie<br />

Onder performance attributie wordt verstaan het toewijzen<br />

van de berekende performance naar individuele beleggingsbeslissingen.<br />

De bijdragen van de verschillende beleggingsbeslissingen<br />

en/of marktfactoren aan de performance kunnen<br />

worden weergegeven als additieve of multiplicatieve<br />

effecten. Bij een additieve attributie kunnen de verschillende<br />

effecten binnen een meetperiode worden opgeteld tot de<br />

totale performance. In het geval van een multiplicatieve<br />

attributie zijn de effecten samengesteld (gelinkt).<br />

Private equity<br />

Beleggingen in niet ter beurze genoteerde ondernemingen.<br />

Renteswap<br />

Een renteswap of Interest Rate Swap (IRS) is een afspraak<br />

tussen twee partijen om gedurende een bepaalde periode<br />

(variërend van 1 tot 30 jaar) rentebetalingen over een<br />

bepaalde hoofdsom uit te wisselen.<br />

Rentetermijnstructuur<br />

De rentetermijnstructuur is een grafiek die het verband<br />

weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging<br />

enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 94


Bijlage I<br />

Securities lending<br />

Het voor een bepaalde periode uitlenen van effecten, waarbij<br />

een leenvergoeding wordt ontvangen. Gelijktijdig wordt<br />

overeengekomen dat de effecten aan het einde van de looptijd<br />

aan de uitlener worden geretourneerd. De uitlener blijft<br />

economisch gerechtigde en houdt dus ook het risico dat<br />

aan de effecten is verbonden.<br />

Spread<br />

Het rendementsverschil tussen twee vermogenstitels.<br />

Spread producten<br />

Vastrentende waarden die doorgaans een verwacht rendement<br />

hoger dan het rendement op staatsobligaties hebben.<br />

Dit ter beloning van gelopen ondernemingsrisico.<br />

Swaption<br />

Een optie op een IRS (Intrest Rate Swap)<br />

Total return berekening<br />

Berekening van het rendement waarbij zowel veranderingen<br />

in marktwaarde als (directe) inkomsten zoals couponrente,<br />

dividenden en huren betrokken worden. Het betreft gerealiseerde<br />

en ongerealiseerde resultaten.<br />

Total Return Swap<br />

Ruil van het rendement op een vastgestelde referentie -<br />

waarde tegen een variabele korte rente gedurende een vastgestelde<br />

looptijd.<br />

Tracking error<br />

Risicomaatstaf die aangeeft in welke mate het rendement in<br />

percentages kan afwijken van het benchmarkrendement,<br />

gegeven een betrouwbaarheidsinterval.<br />

Valutaswap<br />

Uitwisseling van rentebedragen en hoofdsommen in verschillende<br />

valuta tegen een vooraf overeengekomen verhouding<br />

tussen de valuta.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 95


Bijlage II<br />

SAMENSTELLING BESTUUR <strong>PGB</strong>, DEELNEMERSRAAD,<br />

VERANTWOORDINGS ORGAAN EN COMMISSIES<br />

De samenstelling van het bestuur is per ultimo <strong>2008</strong> als<br />

volgt:<br />

Implementatie PFG<br />

In verband met de implementatie van de principes voor<br />

goed pensioenfondsbestuur (PFG) zijn per 1 januari <strong>2008</strong><br />

onder andere de personele unies tussen het bestuur en de<br />

directie van het pensioenfonds (opdrachtgever) en van de<br />

uitvoeringsorganisatie Grafische Bedrijfsfondsen verbroken.<br />

Per genoemde datum is ook de bestuursgrootte teruggebracht<br />

van zestien naar acht leden. Verder is er geen afzonderlijke<br />

directie meer aan het fonds verbonden.<br />

Bestuur<br />

Het bestuur is paritair samengesteld. De ene helft van de<br />

bestuursleden (werkgeversleden) wordt benoemd door de<br />

werkgeversorganisatie, de andere helft (werknemersleden)<br />

wordt benoemd door de werknemersorganisaties.<br />

De bestuursleden worden volgens een rooster van aftreden<br />

voor drie jaar aangewezen en zijn telkens nadien terstond<br />

herbenoembaar.<br />

Naam Functie* Aanwijzende Aftreden<br />

organisatie** volgens<br />

rooster<br />

T.W. van den Broek lid FNV KIEM ultimo 2010<br />

drs. L. Coenradie RA lid KVGO ultimo 2009<br />

drs. R. Degenhardt voorzitter KVGO ultimo 2010<br />

F. de Haan voorzitter FNV KIEM ultimo 2010<br />

L.J. Hoogenboom secretaris KVGO ultimo 2010<br />

R. Leloux secretaris CNV Media ultimo 2010<br />

W.F. Nak lid KVGO ultimo 2011<br />

M.M. Visch lid NVJ ultimo 2010<br />

* De heer Degenhardt is fungerend voorzitter in 2009, de heer De Haan fungerend<br />

voorzitter in <strong>2008</strong>. De heer Hoogenboom is fungerend secretaris in<br />

<strong>2008</strong>, de heer Leloux fungerend secretaris in 2009.<br />

** werkgeversorganisatie: Koninklijk Verbond voor Grafische Ondernemingen<br />

(KVGO); werknemersorganisaties: FNV Kunsten Informatie en Media (FNV<br />

KIEM), CNV Media, Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ).<br />

Met het terugbrengen van de bestuursgrootte traden de<br />

heren Poel (aangewezen door KVGO), Bergmans en<br />

Pietersma (aangewezen door FNV KIEM) terug. Tijdens het<br />

verslagjaar hebben zich verder geen wijzigingen in de<br />

samenstelling van het (dagelijks) bestuur voorgedaan. Wij<br />

danken de afgetreden bestuursleden voor de wijze waarop<br />

zij hun functie vervuld hebben, in het bijzonder de heren<br />

Poel en Pietersma als voorzitters van werkgevers-, resp.<br />

werknemerszijde van het bestuur.<br />

Aan het bestuur zijn alle belangrijke beleidsbeslissingen<br />

voorbehouden, waaronder de vaststelling van beleggingsplan,<br />

<strong>jaarverslag</strong> en premie- en toeslagbeleid.<br />

Het bestuur heeft een dagelijks bestuur, een Commissie<br />

voor Beleggingen en risicomanagement, een Klachtencommissie<br />

en een Commissie van Bezwaar ingesteld. Een aantal<br />

bevoegdheden heeft het bestuur aan genoemde colleges<br />

gedelegeerd. Het bestuur komt in de praktijk ten minste zes<br />

keer per jaar in vergadering bijeen.<br />

Dagelijks bestuur<br />

Voorzitters en secretarissen vormen het dagelijks bestuur en<br />

zijn belast met het bepalen van het dagelijks beleid.<br />

Het bestuur heeft diverse bevoegdheden gedelegeerd aan<br />

het dagelijks bestuur. Deze bevoegdheden zijn statutair en in<br />

een delegatiebesluit vastgelegd.<br />

Het dagelijks bestuur komt in beginsel één keer per drie<br />

weken bijeen om de lopende zaken te bespreken.<br />

Commissie voor Beleggingen en risicomanagement<br />

Het bestuur wordt voor wat betreft het beleggingsbeleid en<br />

risicomanagement ondersteund door de Commissie voor<br />

Beleggingen en risicomanagement.<br />

Tot 1 januari <strong>2008</strong> bestond de Commissie uit de vier leden<br />

van het dagelijks bestuur. De Commissie bestaat per 1 januari<br />

<strong>2008</strong> uit vier door het bestuur gekozen bestuursleden<br />

(waarvan ten minste één lid van werkgeverszijde en één van<br />

werknemerszijde). Drie door het bestuur gekozen externe<br />

adviseurs ondersteunen de Commissie, maar maken daar<br />

formeel geen deel van uit; in die situatie is per 1 januari <strong>2008</strong><br />

geen wijziging aangebracht.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 96


Bijlage II<br />

Na de gewijzigde samenstelling op 1 januari <strong>2008</strong> hebben<br />

zich tijdens het verslagjaar geen wijzigingen in de samenstelling<br />

van de Commissie voorgedaan.<br />

Leden en adviseurs worden volgens een rooster van aftreden<br />

voor drie jaar aangewezen. De Commissie wordt bijge -<br />

staan door de uitvoeringsorganisatie, die een adviserende rol<br />

vervult.<br />

Deelnemersraad<br />

Per 1 januari <strong>2008</strong> is de grootte van de raad teruggebracht<br />

van twintig naar tien leden. De actieven en pensioengerechtigden<br />

zijn in de raad evenredig op basis van onderlinge<br />

getalsverhoudingen vertegenwoordigd.<br />

De leden worden volgens een rooster van aftreden voor drie<br />

jaar aangewezen en zijn telkens nadien terstond herbenoembaar.<br />

De Commissie neemt besluiten met betrekking tot het<br />

beleggen van de beschikbare middelen, het beheer van het<br />

belegd vermogen en het risicomanagement van het fonds,<br />

met uitzondering van de volgende basisdocumenten:<br />

beleggingsplan, normportefeuille, Richtlijnen voor de beleggingen<br />

en ALM/continuïteitsanalyse. Deze basisdocumenten<br />

behoren tot de beslissingsbevoegdheid van het<br />

bestuur. Evenmin vindt besluitvorming door de Commissie<br />

plaats van die zaken die door het bestuur aan de uitvoer -<br />

ings organisatie zijn gedelegeerd middels Richtlijnen voor de<br />

Beleggingen. Deze delegatie betreft met name operationele<br />

en tactische beleggingsbeslissingen. De Commissie komt<br />

ten minste zes keer per jaar in een vergadering bijeen.<br />

De samenstelling van de Commissie is per ultimo <strong>2008</strong> als<br />

volgt:<br />

Naam Functie Aanwijzende Aftreden<br />

organisatie volgens<br />

rooster<br />

drs. R. Degenhardt voorzitter KVGO ultimo 2010<br />

L.J. Hoogenboom lid KVGO ultimo 2010<br />

R. Leloux lid CNV Media ultimo 2009<br />

W.F. Nak plv. voorz. KVGO ultimo 2011<br />

Adviseurs van de commissie zijn: aftreden volgens rooster<br />

drs. M.J.M. Jochems 1 november 2010<br />

drs. J.L.M.J. Klijnen 22 maart 2010<br />

J.H. Ubas 15 februari 2010<br />

Met het terugbrengen van het aantal leden tot tien per 1 januari<br />

<strong>2008</strong> traden per die datum de heren Van den Belt,<br />

Boleij, Derks, Dirx, Eller, Haselaar, Hoendervangers, Kuit en<br />

De Nijs terug. Verder is tijdens het verslagjaar de vacature,<br />

ontstaan door het terugtreden van de heer Leonhart, vervuld<br />

door de heer Bergmans, daartoe aangewezen namens FNV<br />

KIEM. Wij danken de teruggetreden leden voor de wijze<br />

waarop zij hun functie vervuld hebben.<br />

De raad oefent een aantal bevoegdheden uit als<br />

medezeggenschapsorgaan. Zo heeft de deelnemersraad<br />

een advies-, beroeps- en informatierecht. Deze bevoegdheden<br />

zijn vastgelegd in een afzonderlijk reglement.<br />

Jaarlijks worden er ten minste twee vergaderingen van de<br />

raad gehouden, waarvoor ook het dagelijks bestuur en de<br />

uitvoeringsorganisatie worden uitgenodigd.<br />

De samenstelling van de deelnemersraad is per ultimo <strong>2008</strong><br />

als volgt:<br />

Naam Groep Aanwijzende Aftreden<br />

organisatie* volgens<br />

rooster<br />

A.F.A.H. Bergmans gepension. FNV KIEM medio 2011<br />

W. Dubbeling (voorzitter) werknemer FNV KIEM ultimo 2010<br />

C.P.M. van der Eerden werknemer Unie ultimo 2010<br />

L.H.M.J. Gelissen gepension. CSO ultimo 2010<br />

J. Harlaar gepension. CNV Media ultimo 2010<br />

F.J. Hoefnagels werknemer FNV KIEM ultimo 2010<br />

H. Jansen (plv. voorzitter) werknemer FNV KIEM ultimo 2010<br />

J.A. Kolijn gepension. FNV KIEM ultimo 2010<br />

P. Verhorst werknemer CNV Media ultimo 2010<br />

vacature werknemer NVJ ―<br />

* Werknemersorganisatie: Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening<br />

(Unie). Ouderenorganisatie: Coördinatieorgaan voor Samenwerkende Ouderenorganisaties<br />

(CSO). Overige toelichting werknemersorganisaties: zie<br />

onder bestuur.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 97


Bijlage II<br />

Verantwoordingsorgaan<br />

Sinds 1 januari <strong>2008</strong> kent het fonds een verantwoordingsorgaan.<br />

In praktische en vergadertechnische zin wordt zoveel<br />

mogelijk gezamenlijk met de deelnemersraad opgetrokken.<br />

Het verantwoordingsorgaan telt 18 leden en kent een tripartiete<br />

verdeling: 1/3 actieve deelnemers, 1/3 gepensioneerden<br />

en 1/3 werkgevers.<br />

De leden worden volgens een rooster van aftreden voor 3<br />

jaar aangewezen en zijn telkens nadien terstond herbenoembaar.<br />

Tijdens het verslagjaar is de vacature ontstaan door het<br />

terugtreden van de heer Leonhart vervuld door de heer<br />

Bergmans, daartoe aangewezen namens FNV KIEM. Voor<br />

het overige hebben zich tijdens het verslagjaar geen wijzigingen<br />

in de samenstelling van het verantwoordingsorgaan<br />

voorgedaan.<br />

Wij danken de heer Leonhart voor de wijze waarop hij zijn<br />

functie in het verantwoordingsorgaan heeft vervuld.<br />

Dit college heeft als taak een oordeel te geven over het handelen<br />

van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde<br />

beleid en beleidskeuzes voor de toekomst. Daartoe heeft<br />

het verantwoordingsorgaan een recht op informatie en overleg,<br />

een adviesrecht en enquêterecht.<br />

Jaarlijks worden er ten minste twee reguliere vergaderingen<br />

van het verantwoordingsorgaan gehouden, waarvoor ook<br />

het dagelijks bestuur en de uitvoeringsorganisatie worden<br />

uitgenodigd.<br />

De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is per<br />

ultimo <strong>2008</strong> als volgt:<br />

Naam Groep Aanwijzende Aftreden<br />

organisatie volgens<br />

rooster<br />

L. van den Berg werkgever KVGO ultimo 2011<br />

A.F.A.H. Bergmans gepension. FNV KIEM medio 2011<br />

R.M. Dirx gepension. FNV KIEM ultimo 2010<br />

W. Dubbeling (voorzitter) werknemer FNV KIEM ultimo 2010<br />

drs. L. Dijkema werkgever KVGO ultimo 2011<br />

C.P.M. van der Eerden werknemer Unie ultimo 2010<br />

A. Emmink werkgever KVGO ultimo 2009<br />

L.H.M.J. Gelissen gepension. CSO ultimo 2010<br />

J. Harlaar gepension. CNV Media ultimo 2010<br />

F.J. Hoefnagels werknemer FNV KIEM ultimo 2010<br />

H. Jansen (plv. voorzitter) werknemer FNV KIEM ultimo 2010<br />

mevrouw K. Kamp werkgever KVGO ultimo 2009<br />

J.A. Kolijn gepension. FNV KIEM ultimo 2010<br />

M.J. Kuit gepension. FNV KIEM ultimo 2010<br />

P.G. Kwak werkgever KVGO ultimo 2010<br />

P. Verhorst werknemer CNV Media ultimo 2010<br />

R. Warnar werkgever KVGO ultimo 2010<br />

vacature werknemer NVJ <br />

Intern toezicht<br />

Om het functioneren van het bestuur te beoordelen is een<br />

visitatiecommissie ingesteld, bestaande uit drie onafhankelijke<br />

deskundigen. Deze deskundigen worden door het<br />

bestuur voor een periode van drie jaar benoemd.<br />

De visitatiecommissie heeft ten minste tot taak het beoordelen<br />

van: beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen<br />

en de checks en balances binnen het fonds; de wijze<br />

waarop het fonds wordt aangestuurd; de wijze waarop door<br />

het bestuur wordt omgegaan met de risicos op de langere<br />

termijn. Naast recht op alle benodigde informatie om hun<br />

functie te kunnen uitoefenen, heeft de commissie recht op<br />

overleg met bestuur, externe accountant, interne accountant<br />

en externe actuaris. Vooralsnog zal er vanaf 2009 een jaarlijkse<br />

visitatie plaatsvinden. Taakopdracht en bemensing<br />

zullen medio 2009 worden ingevuld.<br />

Klachtencommissie<br />

Er is een klachtencommissie geformeerd bestaande uit twee<br />

bestuursleden, waarvan één van werkgeverszijde en één van<br />

werknemerszijde.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 98


Bijlage II<br />

Deze commissie neemt besluiten over schriftelijke bezwaren<br />

van belanghebbenden tegen de wijze waarop de klantenbehandeling<br />

heeft plaatsgevonden. De bevoegdheden van de<br />

commissie en de procedure voor het indienen van een<br />

klacht zijn vastgelegd in een afzonderlijk reglement. Tijdens<br />

het verslagjaar zijn geen klachten bij de Commissie inge -<br />

diend.<br />

Secretariaat van de Commissie:<br />

Advocatenkantoor Kennedy Van der Laan, mw. mr. E. M.<br />

Kuijken, Postbus 58188, 1040 HD Amsterdam<br />

Actuaris<br />

Certificerend: B. den Hartog AAG van Watson Wyatt B.V.<br />

Adviserend: Mercer HRC<br />

De samenstelling van de Klachtencommissie is per ultimo<br />

<strong>2008</strong> als volgt:<br />

Accountant<br />

A.H. Reijns RA van KMPG Accountants N.V.<br />

Naam Functie Aanwijzende<br />

organisatie<br />

Medisch adviseur<br />

E. Sarlui<br />

T.W. van den Broek fungerend voorzitter in <strong>2008</strong> FNV KIEM<br />

W.F. Nak fungerend voorzitter in 2009 KVGO<br />

Commissie van Bezwaar<br />

Het fonds kent een onafhankelijke Commissie van Bezwaar.<br />

Verzekerden die het niet eens zijn met een beslissing van het<br />

dagelijks bestuur kunnen zich tot die commissie wenden. De<br />

bevoegdheden van de commissie en de procedure voor het<br />

indienen van een bezwaar zijn geregeld in een afzonderlijk<br />

reglement.<br />

Tijdens het verslagjaar werd de vacature voor de voorzitter<br />

van werkgeverszijde, ontstaan door het terugtreden van de<br />

heer Hommel, vervuld door de heer Wals.<br />

Wij danken de heer Hommel voor de wijze waarop hij zijn<br />

functie als voorzitter heeft uitgeoefend.<br />

In het verslagjaar is één bezwaar bij de Commissie inge -<br />

diend. De Commissie heeft het fonds daarbij in het gelijk<br />

gesteld.<br />

De samenstelling van de Commissie van Bezwaar is per<br />

ultimo <strong>2008</strong> als volgt:<br />

Naam Functie Aanwijzende<br />

organisatie<br />

mr. J.S. Dienske lid KVGO<br />

R.E. van Kesteren fungerend voorzitter in 2009 CNV Media<br />

J. Spaargaren lid FNV KIEM<br />

B. Wals fungerend voorzitter in <strong>2008</strong> KVGO<br />

Uitvoeringsorganisatie<br />

Het bestuur heeft de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer<br />

en de bestuursondersteuning gedelegeerd aan<br />

een uitvoeringsorganisatie, de Grafische Bedrijfsfondsen<br />

(GBF). In het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte<br />

beroepspensioenregeling is vastgelegd dat het pensioenfonds<br />

verantwoordelijk is voor de vaststelling van het<br />

beleid met betrekking tot de beheersing van risicos die<br />

samenhangen met de uitbesteding van bedrijfsprocessen.<br />

Om dit nader vorm te geven is tussen GBF en <strong>PGB</strong> een<br />

uitbestedingsovereenkomst met een Service Level Agreement<br />

(SLA) afgesloten. Tevens is de GBF als pensioenuitvoerder<br />

gecertificeerd voor SAS 70 II. Over de naleving van de<br />

SLA wordt door de GBF elk kwartaal aan het bestuur<br />

verant woording afgelegd door middel van rapportage.<br />

De GBF heeft op haar beurt een aantal werkzaamheden<br />

uitbesteed aan externe deskundigen. Ook bij de uitbeste -<br />

ding door de GBF van een deel van het belegd vermogen<br />

van <strong>PGB</strong> aan externe vermogensbeheerders resp. de<br />

uitbesteding van de beleggingsadministratie van <strong>PGB</strong> aan<br />

de KasBank worden de uitbestedingsrichtlijnen in acht<br />

genomen.<br />

Kantoor<br />

Zwaansvliet 3, 1081 AP Amsterdam<br />

Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam<br />

Telefoon: (020) 5418418<br />

Fax: (020) 6442911<br />

Internet: www.gbf.nl<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 99


Bijlage III<br />

WIJZIGINGEN IN VERPLICHTSTELLING, STATUTEN<br />

EN REGLEMENTEN<br />

Verplichtstellingsbeschikking<br />

De verplichtstelling werd onder andere gewijzigd voor het<br />

onderdeel grafisch bedrijf waarbij tot het diepdrukbedrijf ook<br />

tampondrukkerijen worden gerekend. Dit betreft een verduidelijking.<br />

Verder vond een wijziging plaats in verband met het vervallen<br />

van de toetredingsleeftijd van 21 jaar met ingang van<br />

1 januari <strong>2008</strong>.<br />

Statuten<br />

Opgenomen is de mogelijkheid dat het dagelijks bestuur<br />

geen gebruik zal maken van de aan haar gedelegeerde<br />

bevoegdheid tot wijziging van statuten en/of reglementen. In<br />

een dergelijk geval beslist dan het bestuur.<br />

Pensioen- en Uitvoeringsreglement<br />

In deze reglementen zijn de volgende wijzigingen aangebracht:<br />

■ wanneer zou worden overgegaan tot wijziging in de pensioenaanspraken<br />

en rechten in de uitzonderlijke situaties,<br />

waarbij de inzet van sturingsmiddelen ontoereikend<br />

is om aan het minimum vereiste vermogen te voldoen,<br />

wordt eveneens de toezichthouder (DNB) daarover geïnformeerd.<br />

■ tevens is de hierbij van toepassing zijnde hersteltermijn,<br />

conform de Pensioenwet, verlengd van één naar drie<br />

jaar;<br />

■ de beperkingen op de flexibele keuzemogelijkheden zijn<br />

conform de Pensioenwet aangepast. Het uitruilen van<br />

partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen is<br />

mogelijk in alle gevallen waarin een periodieke uitkering<br />

wordt verstrekt;<br />

■ de door de Pensioenwet geboden mogelijkheid tot vrij -<br />

willige voortzetting voor maximaal 10 jaar is geschrapt,<br />

aangezien deze mogelijkheid fiscaal niet wordt onder -<br />

steund;<br />

■ het begrip fondsrendement bij pensioensparen is verduidelijkt.<br />

Met fondsrendement wordt bedoeld het rendement<br />

inclusief de interest rate swaps.<br />

Pensioenreglement<br />

De wachttijd van 1 jaar voor premievrijstelling bij arbeids -<br />

ongeschiktheid is vervallen. Conform het advies van de<br />

Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen is het in- en uitlooprisico<br />

gewijzigd.<br />

Verder zijn in het Pensioenreglement, in verband met de<br />

mogelijkheid om (vanaf 2010) de pensioeningangsdatum te<br />

vervroegen of uit te stellen, een aantal wijzigingen aangebracht.<br />

De belangrijkste zijn:<br />

■ vervroeging vanaf 55 jaar is mogelijk voor zover de<br />

dienst betrekking wordt beëindigd;<br />

■ uitstel is mogelijk tot uiterlijk de 70-jarige leeftijd;<br />

■ bij uitstel van de pensioendatum vindt geen verdere pensioenopbouw<br />

plaats;<br />

■ een deelnemer met premievrije pensioenopbouw wegens<br />

arbeidsongeschiktheid kan voor het premievrije deel geen<br />

gebruik maken van pensioenvervroeging;<br />

■ naast vervroeging kan een deel van het opgebouwde<br />

ouderdomspensioen worden gebruikt voor een tijdelijk<br />

ouderdomspensioen waarmee de periode tot 65 jaar,<br />

waarin geen AOW wordt ontvangen, kan worden overbrugd;<br />

■ het terugbrengen van het aantal perioden voor getrapt<br />

pensioen naar twee waarbij de eerste periode minimaal<br />

vijf jaar duurt.<br />

Voorts zijn in het Pensioenreglement de beperkingen op de<br />

mogelijkheden van flexibele pensionering aangepast. Bij de<br />

diverse mogelijkheden voor flexibele pensionering wordt een<br />

bepaalde volgorde in de keuzemogelijkheden aangehouden.<br />

Het pensioen dat op 65 jaar resteert, nadat gebruik is<br />

gemaakt van de mogelijkheid van vervroeging, bedraagt<br />

minimaal 50% van de oorspronkelijke pensioenaanspraak.<br />

Uitvoeringsreglement<br />

De procedure voor de aanlevering van de jaargegevens is<br />

aangescherpt. De deelnemers en/of de ondernemingsraad<br />

zullen sneller in het proces worden betrokken en het fonds<br />

zal eerder een boete opleggen en eerder ambtshalve gaan<br />

afrekenen.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 100


Bijlage III<br />

Reglement Deelnemersraad<br />

Het lidmaatschap van de Deelnemersraad is uitgebreid van<br />

gepensioneerden tot pensioengerechtigden. Daardoor is<br />

het mogelijk dat iemand met een nabestaandenpensioen<br />

ook deel uit kan maken van de raad.<br />

Reglement voor vrijstelling van verplichte deelneming en<br />

premiebetaling<br />

Als gevolg van aanpassingen in de wetgeving met<br />

betrekking tot vrijstelling van verplichte deelname in een<br />

bedrijfstakpensioenfonds zijn de volgende wijzigingen in het<br />

reglement doorgevoerd:<br />

■ het opnemen van maximale termijnen voor de verschillende<br />

stappen die, bij een verzoek tot vrijstelling door een<br />

werkgever aan een bedrijfstakpensioenfonds, doorlopen<br />

moeten worden;<br />

■ bij de uitkomst van de performancetoets wordt een getal<br />

van 1,28 opgeteld. Op deze wijze wordt een systematiek<br />

gerealiseerd, waarbij een uitkomst van lager dan 0 dus<br />

een negatief getal betekent dat een bedrijfstakpensioenfonds<br />

zakt voor de performancetoets en een<br />

uitkomst van 0 of hoger dus een positief getal dat<br />

een bedrijfstakpensioenfonds voor deze toets slaagt;<br />

■ de verplichting van het bestuur om vooraf, bij de vaststelling<br />

van de normportefeuille, aan te geven welk beleid<br />

ten aanzien van rebalancing van de normportefeuille<br />

wordt gevolgd;<br />

■ de mogelijkheid om de normportefeuille in de loop van<br />

een kalenderjaar aan te passen is uitgebreid van één naar<br />

twee keer per kalenderjaar;<br />

■ in een aantal gevallen kan worden volstaan met een zgn.<br />

kwalitatieve toets.<br />

Reglement Visitatiecommissie<br />

De Visitatiecommissie heeft de mogelijkheid gekregen tot<br />

overleg met de interne accountant.<br />

pgb Jaarverslag <strong>2008</strong> pag. 101


<strong>PGB</strong> JAARVERSLAG <strong>2008</strong><br />

<strong>PGB</strong><br />

POSTBUS 7855, 1008 CA AMSTERDAM<br />

ZWAANSVLIET 3, TELEFOON 020 - 5418418<br />

WWW.GBF.NL

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!