Bouwen aan vertrouwen ROC Midden Nederland - MBO Raad
Bouwen aan vertrouwen ROC Midden Nederland - MBO Raad
Bouwen aan vertrouwen ROC Midden Nederland - MBO Raad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Bouwen</strong> <strong>aan</strong> <strong>vertrouwen</strong><br />
Jaarbericht 2009 – 2010<br />
van de bedrijfstakgroep<br />
Gezondheidszorg, Dienstverlening en Welzijn
<strong>Bouwen</strong> <strong>aan</strong> <strong>vertrouwen</strong><br />
Jaarbericht 2009 – 2010<br />
van de bedrijfstakgroep Gezondheidszorg,<br />
Dienstverlening en Welzijn<br />
Bedrijfstakgroep<br />
gdw Gezondheidszorg,<br />
Dienstverlening en Welzijn
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord 5<br />
1. Onze vier speerpunten in studiejaar 2009 - 2010 7<br />
Speerpunt 1: kennisdeling moet blijven 7<br />
Speerpunt 2: maatschappelijk <strong>vertrouwen</strong> in mbo-diploma 9<br />
Speerpunt 3: goede beroepspraktijkvorming 11<br />
Speerpunt 4: scholing van gastouders 13<br />
2. Praktijkvoorbeelden uit de vijf sectoren 17<br />
Onderwijsberoepen (OB) 17<br />
Stefanie Tielens is blij met haar keuze voor het mbo<br />
Sport & Bewegen (S&B) 19<br />
Roc’s starten met opleiding BeweegKuur-instructeur<br />
Assisterende beroepen in de gezondheidszorg (AG) 21<br />
Meesterproef Zadkine-West garandeert waarde van een mbo-diploma<br />
Verpleging & Verzorging (V&V) 23<br />
Nieuwe examens op de campus Winschoten<br />
Welzijn (WZ) 25<br />
Achterbanberaad werkt blikverruimend<br />
3. Cijfers 29<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
Bijlage 31<br />
Afkortingen
Kerngroep v.l.n.r.:<br />
Dhr. H.A.M. (Harrie) Bemelmans, <strong>ROC</strong> Nova College, Haarlem (secretaris)<br />
Mw. A. (Annet) van den Berg-Ram, <strong>ROC</strong> Zadkine, Rotterdam (portefeuille algemeen)<br />
Mw. A.J. (Anky) Veldman, <strong>ROC</strong> Aventus, Apeldoorn (voorzitter)<br />
Dhr. B.M.J. (Ben) van de Giessen, Albeda College, Rotterdam (portefeuille S&B)<br />
Mw. A.P. (Toinny) Gründemann, <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> (senior beleidsadviseur)<br />
Dhr. B. (Bert) Fintelman, Horizon College, Alkmaar (portefeuille WZ)<br />
Mw. J. (Jeannie) Bertens, Koning Willem I College, Den Bosch (portefeuille AG)<br />
Dhr. T.C. (Theo) Blom, Graafschap College, Doetinchem (penningmeester)<br />
Mw. T. (Tiny) Verbeek, <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> (secretaresse)<br />
Afwezig:<br />
Mw. J. (Jenny) Drost, <strong>ROC</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong>, Utrecht (portefeuille V&V)<br />
Dhr. C. (Cor) Dijks, Deltion College, Zwolle (portefeuille OB)
Voorwoord<br />
Onderwijs heeft laten zien dat zijn imago - dat het<br />
meestal traag reageert op ontwikkelingen die zich in de<br />
samenleving voordoen - onjuist is. Door in een tijdsbestek<br />
van enkele m<strong>aan</strong>den vele duizenden gastouders te<br />
scholen, al direct nadat de nieuwe wet kinderopvang van<br />
kracht werd, heeft het middelbaar beroepsonderwijs<br />
(mbo) <strong>aan</strong>getoond dat het wel degelijk in staat is snel en<br />
doeltreffend op veranderingen in te spelen. Uiteraard<br />
vermeldt ons jaarbericht 2009 - 2010 dit wapenfeit. Het<br />
vertelt ook hoe de sector Sport & Bewegen anticipeert op<br />
een scholingsbehoefte die nog vorm moet krijgen. Een<br />
waagstuk? In elk geval een scherp oog voor nog ongekende<br />
verbindingen tussen zorg, sport en bewegen.<br />
Natuurlijk is niet alles nieuw en flitsend in dit jaarbericht.<br />
Er is ook <strong>aan</strong>dacht voor onderwijsprocessen die nu<br />
eenmaal naar hun aard jaren vergen. Zoals het voortdurend<br />
werken <strong>aan</strong> de kwaliteit van competentiegerichte<br />
opleidingen, examens en beroepspraktijkvorming. U treft<br />
sprekende voorbeelden daarvan <strong>aan</strong> in de speerpunten<br />
van ons beleid, maar zeker ook in de praktijk van de vijf<br />
sectoren die met elkaar de bedrijfstakgroep GDW (btg<br />
GDW) vormen. Laat ik er twee uitlichten. Lees hoe <strong>ROC</strong><br />
<strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> er in slaagt om studenten tot op<br />
strategisch niveau mee te laten spreken over de verbinding<br />
tussen de beroepspraktijk en hun opleiding. En<br />
ontdek waarom de kersverse pabo-studente Stefanie<br />
Tielens blij is dat ze als vooropleiding het mbo en niet de<br />
havo heeft gekozen.<br />
Regelmatig komt in dit jaarbericht vanuit heel verschillende<br />
invalshoeken het begrip <strong>vertrouwen</strong> op tafel.<br />
Vertrouwen komt langzaam en verdwijnt snel. We vinden<br />
het belangrijk het <strong>vertrouwen</strong> dat de samen leving heeft<br />
in het mbo te bevestigen, te onderhouden en waar nodig<br />
te versterken. Veel voorbeelden uit dit jaarbericht tonen<br />
<strong>aan</strong> dat jaren lang opgebouwde <strong>vertrouwen</strong>srelaties<br />
tussen roc’s en de instellingen en organisaties in het<br />
werkveld een stevig fundament vormen onder de onderwijsvernieuwingen,<br />
ondanks alle hectiek. Die relaties<br />
hebben in de loop der tijd hun waarde bewezen. Zij<br />
kunnen - mits goed onderhouden - wel een stootje<br />
hebben. Om in de w<strong>aan</strong> van de dag het best<strong>aan</strong> van dit<br />
fundament van <strong>vertrouwen</strong> op waarde te schatten<br />
hebben wij dit jaarbericht de titel <strong>Bouwen</strong> <strong>aan</strong> <strong>vertrouwen</strong><br />
gegeven.<br />
Anky Veldman, voorzitter bedrijfstakgroep GDW<br />
5
Onze vier speerpunten<br />
in studiejaar 2009 - 2010<br />
Speerpunt 1: kennisdeling moet blijven<br />
7<br />
8e GDW Kennisdeling<br />
De bedrijfstakgroep GDW heeft vanaf november 2006 tot<br />
februari 2010 samen met kenniscentrum Calibris en <strong>MBO</strong><br />
2010 acht kennisdelingsbijeenkomsten georganiseerd.<br />
Deze landelijke conferenties met in totaal meer dan<br />
tweeduizend deelnemers zijn uitgegroeid tot de parel in<br />
de kroon van de omvangrijke GDW-netwerkstructuur.<br />
Kenmerkend voor deze succesvolle conferenties,<br />
waarvan de achtste in februari ook de laatste was, is hun<br />
veel zijdige deelnemersbestand. <strong>Midden</strong>managers,<br />
onderwijsontwikkelaars, teamleiders, docenten,<br />
onderwijsinspecteurs, beleidsmakers en werkveldvertegenwoordigers<br />
hebben de workshops en plenaire<br />
sessies met hun inbreng verrijkt. Juist die veelzijdigheid in<br />
combinatie met de breedte van de onderwerpen maakt<br />
dit soort conferenties onmisbaar, blijkt uit de evaluatie<br />
van de laatste bijeenkomst. Een deelnemer vermeldde op<br />
het evaluatieformulier: “We delen hier niet alleen kennis,<br />
maar ook een gemeenschappelijk gevoel: dit is het<br />
onderwijs waar we voor willen st<strong>aan</strong>.”<br />
Rennie ten Dam (<strong>ROC</strong> Horizoncollege) was op alle acht<br />
kennisdelings bijeenkomsten de dagvoorzitter. Hij<br />
formuleert enkele ideeën over een mogelijk vervolg. “Voor<br />
docenten en onderwijsontwikkelaars speelt een rol dat de<br />
clusterbijeenkomsten van <strong>MBO</strong> 2010 binnenkort verdwijnen.<br />
Die voorzagen in een behoefte om <strong>aan</strong> de hand van<br />
kwalificatiedossiers innovaties uit te wisselen. We zouden<br />
in de activiteitenplannen van de GDW-achterbannen<br />
kenniskringen voor docenten kunnen opnemen. Hier en<br />
daar gebeurt dat al een <strong>aan</strong>tal jaren, bijvoorbeeld bij<br />
sociaal-cultureel werk. Wat de werkvelden betreft is mijn<br />
ervaring dat veel scholen lokaal en regionaal hun werkveld<br />
inlichten over vernieuwingen in de opleidingen.”<br />
Start en finish<br />
“Daarnaast blijven er voldoende grensoverstijgende en<br />
gemeenschappelijke onderwerpen over, waar we ook<br />
landelijk opererende sociale partners bij kunnen<br />
betrekken. Zoals een GDW-specifieke invulling van<br />
landelijke mbo-thema’s als het bpv-protocol en de<br />
examenprofielen. We doen er goed <strong>aan</strong> om, waar mogelijk<br />
samen met Calibris, een vervolg op de kennisdeling<br />
van de grond te tillen. Want het is zoals een kennisdelingsdeelnemer<br />
(met een verwijzing naar het thema<br />
van de laatste bijeenkomst) op zijn evaluatieformulier<br />
noteerde: ‘Het is niet verstandig om tussen start en finish<br />
te stoppen, en bovendien schuift in het onderwijs de<br />
finish toch altijd op’.”<br />
Kenniscentrum Calibris is een vertrouwde samenwerkingspartner<br />
van de bedrijfstakgroep GDW, die tal<br />
van bijdragen <strong>aan</strong> workshops heeft geleverd. Daarnaast<br />
spitsten deelnemers uit de roc’s tijdens plenaire bijeenkomsten<br />
steevast hun oren om Hanny Vroom, teammanager<br />
Ontwikkeling & Innovatie en programmamanager bij<br />
Calibris, te horen vertellen over de nieuwste versies van<br />
kwalificatiedossiers. “De jarenlange samenwerking heeft<br />
de band tussen Calibris en de bedrijfstakgroep <strong>aan</strong>zienlijk<br />
versterkt”, aldus Hanny. “We zijn gestopt met deze kennisdeling<br />
in de verwachting dat het competentiegerichte<br />
onderwijs (cgo) in augustus 2010 mbo-breed ingevoerd<br />
zou zijn. Nu dat niet zo is pleit ik er voor dat we dit traject<br />
samen afmaken, in elk geval tot en met het eerste jaar dat<br />
cgo wel breed is ingevoerd.”<br />
Domeinoverstijgende thema’s<br />
Maria Wessels, die als beleidsadviseur van <strong>MBO</strong> 2010 de<br />
laatste twee kennisdelingsbijeenkomsten heeft
8e GDW Kennisdeling<br />
8e GDW Kennisdeling<br />
8 meegemaakt, wijst vanuit de optiek van docenten op het<br />
belang van kennisuitwisseling in breder verband. “Deels<br />
kun je de doelgroepen van kennisdeling via andere<br />
best<strong>aan</strong>de gremia bereiken. Maar dan nog, op scholen is<br />
veelal sprake van interne gerichtheid. Vaak is het voor<br />
docenten binnen één roc al lastig om collega’s te spreken.<br />
Buiten de deur ervaringen uitwisselen leert dat het gras<br />
elders niet altijd groener is en biedt mogelijkheden om<br />
bij elkaar enthousiasme op te doen. Via haar achterbannen<br />
heeft de bedrijfstakgroep GDW een goede<br />
structuur om docenten te bedienen. Maar ook dan blijven<br />
domeinoverstijgende thema’s als examinering, taal en<br />
rekenen, moderne vreemde talen en Leren, Loopb<strong>aan</strong> en<br />
Burgerschap nog jaren lang actueel.”<br />
Investeringsagenda mbo:<br />
nu of nooit om mondiale top 5 te halen<br />
Jan van Zijl: “Het mbo zelf investeert in ontwikkeling door samenwerking met het bedrijfsleven<br />
en in nieuwe technieken, methoden en kennisvergrotende leerwerkomgevingen.” Tegelijkertijd<br />
weet het mbo zich voor een <strong>aan</strong>tal uitdagingen geplaatst, zoals grootstedelijke problematiek en<br />
krimp in regio’s als Limburg en Zeeland.<br />
“Om de bijdrage <strong>aan</strong> de economische ontwikkeling versneld verder te versterken pleiten we voor<br />
extra investeringen. Door het mbo zelf en - in financiële, faciliterende en waar nodig stimulerende<br />
zin - door het Rijk.”<br />
Mei 2010
Zadkine, Rotterdam<br />
<strong>ROC</strong> ID College, Zoetermeer<br />
Speerpunt 2: maatschappelijk <strong>vertrouwen</strong> in<br />
mbo-diploma<br />
9<br />
Een mbo-diploma moet herkenbaar zijn en st<strong>aan</strong> voor<br />
kwaliteit. Tegelijkertijd moet het recht doen <strong>aan</strong> de<br />
diversiteit van het mbo met zijn veelzijdig opleidings<strong>aan</strong>bod<br />
en verschillende opleidingsniveaus. Om het maatschappelijk<br />
<strong>vertrouwen</strong> in het diploma te bevestigen en<br />
te vergroten werkt het mbo in het project Examenprofiel<br />
<strong>aan</strong> de kwaliteit van de examens. De GDW-sector doet<br />
mee <strong>aan</strong> dit project, waarvan de tweede fase eind juni<br />
2010 is afgesloten.<br />
In dit project heeft elke sector zijn eigen werkgroep en<br />
Marieke Wentink leidt de GDW-werkgroep. “Er zijn het<br />
afgelopen studiejaar op vier gebieden resultaten<br />
geboekt”, vertelt Marieke. “Ten eerste hebben we de<br />
ontwikkelde examenprofielen voor de kwalificatiedossiers<br />
van Helpende Zorg en Welzijn en Onderwijsassistent<br />
in het format van de tweede fase gezet. Voor<br />
Maatschappelijke Zorg hebben we een examenprofiel<br />
ontwikkeld en we zijn gestart met een examenprofiel<br />
voor Sport & Bewegen. Uit de gesprekken met de diverse<br />
werkgroepen bleek dat de sectorale afspraken in de<br />
examenprofielen niet erg afwijken. Vandaar dat we voor<br />
Onderwijsassistent, Helpende Zorg en Welzijn en<br />
Maatschappelijke Zorg de afspraken in één examenprofiel<br />
hebben gezet. Specifieke afspraken hebben we in een<br />
bijlage opgenomen. Dit document is een basis voor<br />
afspraken in het examenprofiel voor Sport & Bewegen.”<br />
“Daarnaast zijn we voor de GDW-sector als geheel begonnen<br />
met de ontwikkeling van een competentieprofiel<br />
voor beoordelaars. Doel is te bevorderen dat overal de<br />
beoordeling van nieuwe examenvormen als portfolio’s en<br />
proeven van bekwaamheid professioneel gebeurt. Bij<br />
deze ontwikkeling was zowel het onderwijs als het<br />
bedrijfsleven en het kenniscentrum betrokken. Het<br />
concept-compententieprofiel ligt nu voor bij de kerngroep<br />
van de bedrijfstakgroep GDW.”<br />
Duidelijkheid bevordert <strong>vertrouwen</strong><br />
“Ten tweede hebben we binnen het landelijk project<br />
Examenprofiel onderzoek ged<strong>aan</strong> naar de consequenties<br />
van examenprofielen op regionaal niveau, dus voor roc’s<br />
en werkveldinstellingen. Deze onderzoeken zetten we<br />
komend studiejaar voort. De voorlopige conclusie is dat<br />
die consequenties erg meevallen. Roc’s hoeven niet veel<br />
<strong>aan</strong> de huidige examenpraktijken te veranderen. Wel is<br />
het nodig dat ze hun afspraken met de instellingen beter<br />
vastleggen. Ten derde zijn alle processen die te maken<br />
hebben met examinering in een landelijk traject in de<br />
juiste volgorde beschreven, inclusief een overzicht van<br />
wie waarvoor verantwoordelijk is. Bij deze zogenoemde<br />
procesarchitectuur is een concept-begrippenlijst<br />
gevoegd die geldt voor het hele mbo. Als nu bijvoorbeeld<br />
het begrip ‘proeve van bekwaamheid’ <strong>aan</strong> de orde komt,<br />
dan heeft iedereen daar hetzelfde beeld bij. Ik denk dat<br />
duidelijkheid over de procesarchitectuur het <strong>vertrouwen</strong><br />
van het bedrijfsleven in de examinering bevordert.”<br />
“Ten vierde hebben we geregeld dat onderwerpen uit de<br />
diverse werkgroepen tijdig ter sprake komen in bestuurlijke<br />
trajecten. Dat oogt niet spectaculair, maar voor een<br />
goede voortgang is het onontbeerlijk. Wanneer wij<br />
afspraken maken over zaken die extra geld kosten, dan<br />
kunnen we op een gegeven moment niet verder als we
<strong>ROC</strong> ID College, Zoetermeer<br />
10 niet weten wie dat betaalt. En als wij <strong>aan</strong> de slag willen<br />
met profielen voor kwalificatiedossiers waar verschillende<br />
kenniscentra bij betrokken zijn, dan moet ook dat<br />
bestuurlijk worden geregeld. Al met al geven de<br />
resultaten op de diverse gebieden <strong>aan</strong> dat het ontwikkelen<br />
van examenprofielen een proces is dat nog volop in<br />
beweging is en voortdurend heen en weer gaat tussen<br />
landelijk, sectoraal en regionaal niveau”, aldus Marieke.<br />
Voortzetting onder voorwaarden<br />
De landelijke Regiegroep Examinering die het project<br />
Examenprofiel voor het gehele mbo <strong>aan</strong>stuurt heeft na<br />
achterbanberaad in juni 2010 besloten het project voort<br />
te zetten. Wel heeft de Regiegroep <strong>aan</strong> dit besluit enkele<br />
voorwaarden verbonden. Er moet sprake zijn van een<br />
gelijkwaardige betrokkenheid van het georganiseerde<br />
bedrijfsleven, de invoering van profielen moet betaalbaar<br />
zijn, het toezicht van de onderwijsinspectie moet proportioneel<br />
zijn en het eindresultaat concreet. Eind 2010<br />
bekijkt de Regiegroep in hoeverre <strong>aan</strong> deze voorwaarden<br />
is vold<strong>aan</strong>. Daarnaast vormt komend studiejaar de<br />
communicatie over dit project een speerpunt. Naast<br />
informatie via www.examenprofiel.nl komen er regionale<br />
bijeenkomsten om alle betrokkenen te informeren over<br />
de voortgang van het project.
Zadkine, Rotterdam<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
Speerpunt 3: goede beroepspraktijkvorming<br />
11<br />
Nadat werkgeversorganisaties VNO-NCW en<br />
MKB-<strong>Nederland</strong> onderzoek lieten doen naar ervaringen<br />
van leerbedrijven bij de beroepspraktijkvorming (bpv) in<br />
het mbo, hebben de bij het mbo betrokken landelijke<br />
organisaties ruim een jaar geleden het zogenoemde<br />
bpv-protocol getekend. Doel van dit protocol is <strong>vertrouwen</strong><br />
creëren tussen leerbedrijven, onderwijsinstellingen<br />
en studenten. De afdeling Maatschappelijke Zorg van<br />
<strong>ROC</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> (<strong>ROC</strong> MN) hanteert een samenwerkingsmodel<br />
dat op wederzijds <strong>vertrouwen</strong> is<br />
gebaseerd en bijdraagt <strong>aan</strong> succesvol competentiegericht<br />
leren en opleiden.<br />
Voordat Alje Drost, praktijkcoördinator van de opleidingen<br />
Medewerker Maatschappelijke Zorg van <strong>ROC</strong> MN, dit<br />
model toelicht benadrukt hij dat de bpv daarvan een<br />
onderdeel is. “Bij competentiegericht opleiden gaat het<br />
om de vraag: welke gevolgen heeft het voor de opleiding<br />
als de student al vanaf het begin de beroepspraktijk<br />
centraal stelt? Over de consequenties van dit leren op de<br />
werkplek hebben we intensieve contacten met onze<br />
werkveldorganisaties. In ons samenwerkingsmodel zitten<br />
in de zogenoemde microdriehoek een student, een<br />
werkbegeleider uit de praktijk en een loopb<strong>aan</strong>begeleider<br />
uit de school <strong>aan</strong> tafel. De microdriehoek zorgt voor<br />
een optimaal leerproces van de individuele student in de<br />
praktijk en op school.”<br />
“Een microdriehoek draagt studentoverstijgende zaken,<br />
die op het organisatieniveau van instelling en opleiding<br />
spelen en belangrijk zijn voor de afstemming tussen<br />
onderwijs en praktijk, over <strong>aan</strong> de mesodriehoek. Die<br />
bestaat uit twee vertegenwoordigers namens de studenten,<br />
twee namens de instelling (waaronder één met<br />
beslissingsbevoegdheid) en twee namens de opleiding<br />
(eveneens inclusief één beslisser). De mesodriehoek zorgt<br />
voor een inhoudelijk en organisatorisch goede <strong>aan</strong>sluiting<br />
tussen onderwijs en praktijk, met zonodig beleids<strong>aan</strong>passingen.<br />
Instellingsoverstijgende zaken dragen zij<br />
over <strong>aan</strong> de macrodriehoek.”<br />
Studentenparticipatie<br />
“De macrodriehoek bestaat uit studentenvertegenwoordigers,<br />
twee vertegenwoordigers per werkveldinstelling<br />
(inclusief beslisser) en vier vertegenwoordigers van de<br />
opleiding (inclusief één beslisser, één onderwijsontwikkelaar<br />
en één bpv-verantwoordelijke). De macrodriehoek<br />
zorgt op strategisch niveau van werkveld en opleiding<br />
voor een goede afstemming en agendeert relevante<br />
externe ontwikkelingen. De microdriehoek functioneert<br />
overal waar dat nodig is en voldoet heel goed. De samenwerking<br />
in de meso- en macrodriehoek is nog in opbouw.<br />
Om in elke driehoek en dus op alle niveaus de stem van<br />
de studenten goed te kunnen laten horen, heeft iedere<br />
lesgroep per opleidingsfase eens per twee m<strong>aan</strong>den een<br />
vast overlegmoment. De bevindingen uit de lesgroepen<br />
worden ingebracht in het studentenoverleg van de<br />
afdeling.”<br />
Afdelingsmanager Gerrit van Arkel van <strong>ROC</strong> MN geeft <strong>aan</strong><br />
dat de roc’s, de werkveldinstellingen en de studenten in<br />
de geest van de driehoek ook breder samenwerken.<br />
“Instellingen nemen deel <strong>aan</strong> onderwijsontwikkeling en<br />
leveren gastdocenten, vertegenwoordigers in<br />
sub examencommissies en assessoren om de proeven van<br />
bekwaamheid <strong>aan</strong> het eind van een opleiding te beoordelen.<br />
Wij trainen die assessoren, evenals de werkbegeleiders<br />
uit de praktijk, voor de rol die wij van hen
Zadkine, Rotterdam<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
12 verwachten bij competentiegericht opleiden. Instelling<br />
en opleiding begeleiden samen en beoordelen samen,<br />
onder eindverantwoordelijkheid van de school.”<br />
Fundament van <strong>vertrouwen</strong><br />
“Onder al deze vormen van samenwerking ligt een stevig<br />
fundament van <strong>vertrouwen</strong> tussen opleiding en werkveld,<br />
dat door jarenlange contacten is gevormd. Al<br />
zestien jaar geleden maakte de Vereniging<br />
Gehandicaptenzorg <strong>Nederland</strong> een beroepsprofiel voor<br />
werkers in de zorg. Roc’s, hbo-scholen en werkveldinstellingen<br />
houden zich nog steeds intensief bezig met de<br />
vraag: hoe vertalen we een dergelijk profiel in opleidingen?<br />
Wij zijn zelf vorig jaar gestart met een opleiding<br />
Maatschappelijke Zorg, ontwikkeld samen met de werkveldorganisaties<br />
Sherpa, Amerpoort en Reinaerde. Ook<br />
daarbij blijkt dat het laten wegvallen van de traditionele<br />
schotten tussen zorg en welzijn, zoals in deze opleiding<br />
gebeurt, een langdurig proces is dat vraagt om <strong>vertrouwen</strong><br />
in elkaar.”<br />
De noodzaak van harde technische<br />
vaardigheden<br />
Innovatie moet beginnen in de schoolbanken. Hier dienen de studenten de eerste kennis en<br />
ervaring op te doen met nieuwe technologieën, apparatuur en werkwijzen. Met het competentiegericht<br />
beroepsonderwijs is geprobeerd studenten bredere algemene kennis en meer zelfstandigheid<br />
bij te brengen. Dat was en is een loffelijk en zinvol streven. Vooral als het gecombineerd<br />
kan worden met <strong>aan</strong>dacht voor het eerlijke ambacht en vakmanschap.<br />
Een roc-directeur in Trouw, de Verdieping, 22 juni 2010
Zadkine, Rotterdam<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
Speerpunt 4: scholing van gastouders<br />
13<br />
Een klus van forse omvang kwam eind 2009 op het mbo<br />
af. In 2010 moeten voor 1 september tienduizenden<br />
gastouders worden geschoold. Zij moeten g<strong>aan</strong> voldoen<br />
<strong>aan</strong> de deskundigheidseisen die de nieuwe wet kinderopvang<br />
stelt. Ouders die de opvang van hun kinderen<br />
laten verzorgen door gastouders krijgen vanaf 2010<br />
alleen nog kinderopvangtoeslag als hun gastouder voor<br />
1 september 2010 is <strong>aan</strong>gemeld bij de gemeente en per<br />
1 januari 2011 in het Landelijk Register Kinderopvang<br />
staat vermeld. Alleen gastouders die <strong>aan</strong> de nieuwe eisen<br />
voldoen komen in <strong>aan</strong>merking voor vermelding in dit<br />
register.<br />
De <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> en de bedrijfstakgroep GDW stelden half<br />
december 2009 een Taskforce Gastouders Kinderopvang<br />
in. Die stond vanaf dat moment dagelijks paraat om tal<br />
van vragen van roc’s te beantwoorden. Van ingewikkelde<br />
bekostigingskwesties tot simpele maar belangrijke<br />
vragen als: Wat houdt goed gastouderschap in? Welke<br />
eisen stelt de overheid <strong>aan</strong> ons als we die scholing g<strong>aan</strong><br />
<strong>aan</strong>bieden? Hoe zien de verschillende scholingsroutes er<br />
uit? “Hectisch, maar boeiend. En uitermate nuttig”, zo<br />
kijkt taskforce-voorzitter Bert Fintelman op die periode<br />
terug. “We hielden samen met het ministerie van OCW de<br />
beleidsontwikkelingen scherp in het oog. Zo konden we<br />
in een <strong>aan</strong>loopperiode vol onduidelijkheden de roc’s<br />
voorzien van actuele en juiste informatie.”<br />
Voorkeur voor diplomaroute<br />
De circa 50.000 gastouders waar het hier om gaat,<br />
moeten voldoen <strong>aan</strong> alle eisen die worden gesteld voor<br />
het diploma Helpende Zorg en Welzijn of Helpende<br />
Welzijn (niveau 2). Dat kan via een route waarin men bij<br />
een roc dit diploma haalt (de diploma- of extraneüsroute).<br />
Of langs de certificeringsroute waarin men geen diploma,<br />
maar wel het certificaat goed gastouderschap verkrijgt.<br />
Die route loopt via het gastouderbureau of de contractafdeling<br />
van een roc. De taskforce heeft een voorkeur<br />
voor de diplomaroute. Bert geeft <strong>aan</strong> waarom. “De<br />
deelnemer heeft er meer <strong>aan</strong>. Die haalt een diploma met<br />
een civiel effect. Daarmee kan hij of zij later ook terecht<br />
bij een werkgever of een vervolgopleiding op een hoger<br />
niveau g<strong>aan</strong> doen. En voor de roc’s geldt dat de diplomaroute<br />
beter <strong>aan</strong>sluit bij hun manier van werken. Daarmee<br />
kunnen zij de scholingsmarkt sneller bedienen.”<br />
De onderwijsinspectie ziet scherp toe op de kwaliteit van<br />
de twee routes. Bij het Graafschap College in Doetinchem<br />
stonden de inspecteurs al in februari 2010 op de stoep.<br />
“Dat gebeurde overigens op ons eigen verzoek”, vertelt<br />
Theo Blom, directeur van de sector Zorg en Welzijn van<br />
dit roc. “Dankzij onze jarenlange goede contacten met de<br />
instellingen voor kinderopvang en gastouderbureaus in<br />
onze regio konden we snel met onze diplomaroute van<br />
start. Meteen vanaf het begin wilden we weten of ons<br />
<strong>aan</strong>bod voldeed <strong>aan</strong> de kwaliteitscriteria van de inspectie.<br />
Die kwam tot een positief oordeel en zo had het<br />
Graafschap College als eerste roc een goedgekeurde<br />
opleiding voor gastouders in huis. Onze ervaringen<br />
hebben we ingebracht in de taskforce en uitgewisseld<br />
met andere roc’s in de laatste kennisdelingsbijeenkomst<br />
van de bedrijfstakgroep GDW.”<br />
Gemengd publiek<br />
Onder gastouders leeft het idee dat ze bij een diplomaroute<br />
weer m<strong>aan</strong>den in de schoolbanken moeten g<strong>aan</strong><br />
zitten om een opleiding te volgen, en dat een certificeringsroute<br />
veel vlugger en eenvoudiger gaat. Theo maakt
<strong>ROC</strong> ID College, Zoetermeer<br />
14 duidelijk dat dit niet het geval is. “De eisen zijn in beide<br />
routes dezelfde. Met een doorlooptijd van vier of vijf<br />
weken hebben bij ons 400 gastouders via examentrainingen<br />
hun diploma gehaald. Een heel gemengd publiek.<br />
Sommigen haakten tussentijds af en anderen vonden<br />
deze scholing makkelijk. Weer anderen waren buitengewoon<br />
trots op hun diploma. Vooral die man van 63 jaar<br />
uit Armenië, vergezeld van zijn hele familie, <strong>aan</strong> wie ik het<br />
eerste diploma van zijn leven mocht uitreiken.”<br />
Werken of doorleren na mbo-diploma?<br />
Opleidingen voor de zorg-, welzijns- en sportkwalificaties hebben een hoog rendement. Het<br />
overgrote deel van de gediplomeerden (zo’n 80%) die g<strong>aan</strong> werken komt terecht in de bedrijfstak<br />
die <strong>aan</strong>sluit op hun opleiding (CBS, 2009). Maar hoeveel studenten zijn direct na de opleiding<br />
beschikbaar voor de arbeidsmarkt? Sinds een <strong>aan</strong>tal jaren kiezen steeds meer studenten ervoor<br />
om door te leren, bijvoorbeeld via de route mbo-hbo. De economische crisis en de oproep van<br />
de overheid <strong>aan</strong> gediplomeerden om verder te leren, hebben dit extra gestimuleerd. Ook uit<br />
onderzoek van Calibris blijkt een groot gedeelte van de studenten te kiezen voor een<br />
vervolgopleiding.<br />
Onderwijs & Gezondheidszorg, vakblad voor opleiders in het gezondheidszorgonderwijs, maart 2010<br />
<strong>ROC</strong> ID College, Zoetermeer
Praktijkvoorbeelden uit de vijf<br />
sectoren<br />
Onderwijsberoepen (OB)<br />
Stefanie Tielens, <strong>ROC</strong> Eindhoven:<br />
“Blij met keuze voor mbo”<br />
17<br />
Delton College Zwolle<br />
Drie jaar geleden had Stefanie Tielens na het behalen van<br />
haar vmbo-t-diploma twee mogelijkheden om naar de<br />
pabo te g<strong>aan</strong>: via de havo of via het mbo. Zij koos voor de<br />
mbo-route. Stefanie volgde op de School voor Welzijn,<br />
Cultuur & Onderwijs van <strong>ROC</strong> Eindhoven de driejarige<br />
opleiding tot onderwijsassistent. Nu, <strong>aan</strong> het eind van<br />
deze opleiding, is zij er van overtuigd dat zij destijds de<br />
goede keuze maakte.<br />
In vergelijking met het algemene en meer theoretische<br />
karakter van de havo zijn het vooral de praktijkgerichtheid<br />
van het mbo en de gedegen voorbereiding op de<br />
pabo die Stefanie bijzonder <strong>aan</strong>spreken. “Al vanaf het<br />
begin kreeg ik een beeld van wat mij later te wachten<br />
staat. Na oriënterende stages in het eerste studiejaar heb<br />
ik in de volgende twee studiejaren drie dagen per week<br />
stage gelopen op een basisschool. Zo leer je de praktijk<br />
alvast kennen. En wat de pabo betreft, mijn doorstroomportfolio<br />
en de taal- en rekentoetsen die ik inmiddels heb<br />
afgelegd geven goed inzicht in mijn sterke en minder<br />
sterke punten bij het g<strong>aan</strong> volgen van die opleiding. Al<br />
met al ben ik blij met mijn keuze voor het mbo.”<br />
Vooraf toetsen<br />
Mbo’ers die doorstromen naar de pabo zijn verplicht<br />
toetsen af te leggen om hun taal- en rekenvaardigheid te<br />
testen. Dat kan op de pabo zelf, maar in Eindhoven ook al<br />
halverwege het laatste jaar van de opleiding tot onderwijsassistent.<br />
Een groot voordeel, vindt Stefanie. “Vooraf<br />
dacht ik dat ik er niet zo goed in was. Maar inmiddels ben<br />
ik voor mijn rekentoets geslaagd en bij taal moet ik nog<br />
<strong>aan</strong> enkele punten verder werken. En de inhoud van mijn<br />
doorstroomportfolio is afgestemd op de zeven competenties<br />
die leraren primair onderwijs moeten bezitten om<br />
goed te kunnen werken. Tijdens het assessment bij mijn<br />
toelating tot de pabo kwam naar voren dat ik op het<br />
gebied van twee competenties een <strong>aan</strong>tal vrijstellingen<br />
krijg.”<br />
Marjan Emck, docent en coördinator derde leerjaar van de<br />
Eindhovense opleiding tot onderwijsassistent, benadrukt<br />
dat inzicht in eigen kennen en kunnen voor doorstromers<br />
van groot belang is. “Wij merken dat onze studenten last<br />
hebben van negatieve publiciteit over taal- en rekenvaardigheden<br />
van pabo-studenten. Daardoor is al gauw<br />
de gedachte: de pabo halen we toch niet. Door vooraf te<br />
toetsen met de wetenschap dat ze het later nog eens<br />
mogen proberen kun je al in het mbo met speciale lessen<br />
en individuele tips tijdig lacunes <strong>aan</strong>vullen. De inmiddels<br />
twee jaar lange ervaring leert dat vooraf toetsen succesvol<br />
is. Van de dertig deelnemers die dit vorig studiejaar<br />
deden heeft meer dan de helft de rekentoets inmiddels<br />
gehaald. Bij taal is dat een kwart en de anderen zitten er<br />
dicht tegen<strong>aan</strong>.”<br />
Regionaal overleg<br />
“Goede doorstroom regelen is echter meer dan alleen<br />
toetsen. Al een <strong>aan</strong>tal jaren zitten roc’s en pabo’s uit onze
Delton College Zwolle<br />
Delton College Zwolle<br />
18 regio <strong>aan</strong> tafel om onderwijsprogramma’s en de <strong>aan</strong>pak<br />
van vakdocenten op elkaar af te stemmen. Onze doorstromers<br />
volgen al een <strong>aan</strong>tal m<strong>aan</strong>den lessen op de<br />
Fontys-pabo, gastdocenten van de pabo geven hier les en<br />
eerstejaars pabo-studenten komen onze derdejaars<br />
studenten voorlichting geven over het verloop van hun<br />
studie. Een zorgvuldige intake, het portfolio en een<br />
assessment vormen het sluitstuk van een gedegen<br />
voorbereiding waarmee onze studenten hun vervolgopleiding<br />
met <strong>vertrouwen</strong> tegemoet kunnen zien.”
Delton College Zwolle<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
Sport & Bewegen (S&B)<br />
Roc’s starten met opleiding<br />
BeweegKuur-instructeur<br />
19<br />
Op veel manieren wordt <strong>aan</strong> het onderwijs gevraagd in te<br />
spelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Meestal is<br />
dat een kwestie van reageren op trends die zich in de<br />
samenleving voordoen. Soms vervult het onderwijs een<br />
voortrekkersrol door te anticiperen op zaken die nog uit<br />
de verf moeten komen. Een voorbeeld daarvan leveren<br />
de achttien roc’s die in september 2010 beginnen met het<br />
opleiden van BeweegKuur-instructeurs.<br />
Drie jaar geleden startte het <strong>Nederland</strong>s Instituut voor<br />
Sport en Bewegen (NISB) samen met een groot <strong>aan</strong>tal<br />
partners uit de zorgsector de ontwikkeling van de<br />
BeweegKuur. Deze kuur is onderdeel van het beleid van<br />
het ministerie van VWS dat de nadruk gaat leggen op<br />
preventie van chronische ziekten. “In dit stadium is de<br />
BeweegKuur bedoeld voor mensen met diabetes (type 2)<br />
en met overgewicht”, vertelt NISB-adviseur implementatie<br />
Robby Aldenkamp. “Na verwijzing door de huisarts<br />
kunnen zij in samenspraak met een leefstijladviseur<br />
kiezen uit drie beweegprogramma’s. Die variëren in duur<br />
en intensiteit, en in twee van de drie programma’s spelen<br />
ook de fysiotherapeut en diëtist een rol.”<br />
Keuze voor mbo<br />
“Doel van de BeweegKuur is een opstap te zijn naar een<br />
actieve leefstijl met meer beweging. Welk programma<br />
men ook kiest, er komt vroeger of later (maximaal na een<br />
jaar) altijd een moment dat de begeleiding door zorgprofessionals<br />
afloopt en mensen zelf hun weg zoeken in<br />
het plaatselijke sport- en beweeg<strong>aan</strong>bod. Op dat<br />
moment moeten in dat lokale <strong>aan</strong>bod professioneel<br />
geschoolde instructeurs beschikbaar zijn, die wat de<br />
BeweegKuur betreft van de hoed en de rand weten. Die<br />
behoefte <strong>aan</strong> scholing was voor het NISB <strong>aan</strong>leiding om<br />
contact te leggen met het beroepsonderwijs. Daar waar<br />
wij door onze activiteiten als kenniscentrum tot nu toe<br />
vooral relaties hadden met het hbo, hebben we nu<br />
- vanwege de aard van de opleiding die ons voor ogen<br />
staat - gekozen voor het benaderen van het mbo.”<br />
Het contact tussen het NISB en het mbo werd gelegd in<br />
het achterbanberaad Sport & Bewegen van de bedrijfstakgroep<br />
GDW. Daar reageerde de achterban enthousiast<br />
op de vraag om scholing. Dorien Duindam, docent<br />
sportmassage en teamcoördinator op de School voor<br />
Sport en Bewegen van <strong>ROC</strong> Tilburg, schreef een handleiding<br />
voor de opleiding tot BeweegKuur-instructeur.<br />
“Het is geen compleet nieuwe opleiding”, geeft Dorien<br />
<strong>aan</strong>. “Daarvoor is het bereik van de BeweegKuur nog te<br />
klein. Dat kan anders worden, wanneer de kuur door<br />
politieke besluitvorming ook wordt gebruikt als preventieprogramma<br />
bij ziekten als COPD en bij hartfalen. In dit<br />
stadium gaat het om een verdiepingsmodule binnen<br />
best<strong>aan</strong>de opleidingen. Deze module is samen met<br />
kenniscentrum Calibris ontwikkeld, past binnen de<br />
kwalificatiestructuur van de opleidingen Sport &<br />
Bewegen en vormt daardoor voor het ministerie van OCW<br />
en de buitenwereld een herkenbaar geheel.”
Zadkine, Rotterdam<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
20 “Afgelopen jaar hebben drie roc’s (Arnhem, Haarlem en<br />
Tilburg) de handleiding in de praktijk getest. In september<br />
2010 starten achttien roc’s met de opleiding. De roc’s<br />
ontwikkelen ook cursussen voor mensen die al in de<br />
S&B-sector werkzaam zijn. Wanneer de zorgverzekeraars<br />
de BeweegKuur opnemen in het basispakket, dan stelt<br />
het NISB als eis dat elk deelnemend roc naast initiële<br />
opleidingen ook dergelijke cursussen gaat <strong>aan</strong>bieden.<br />
Hier is sprake van een potentiële groeimarkt, maar veel<br />
hangt af van de vraag of opname in het basispakket er<br />
ook komt. De ambitie van minister Klink is om dit in<br />
januari 2012 geregeld te hebben, maar besluiten hierover<br />
hangen af van komende begrotingsbesprekingen. Hoe<br />
het ook uitpakt, de BeweegKuur legt in elk geval een<br />
nieuwe verbinding tussen de zorg en de sector Sport &<br />
Bewegen. Het is goed dat we daar als mbo vanaf het<br />
begin bovenop zitten.”<br />
Arbeidsmarkt Zorg, Welzijn en Sport<br />
De arbeidsmarkt in de zorg is minder gespannen geworden. Toch blijft er een <strong>aan</strong>zienlijke<br />
vervangings- en uitbreidingsvraag. Vooral voor verpleegkundigen (niveau 4 en hbo) en voor<br />
verzorgenden (niveau 3) is de kans op werk goed. Jeugdzorg en Kinderopvang zijn groeiers<br />
binnen welzijn. De kans op werk voor mbo-gediplomeerden in Jeugdzorg is ongunstig, omdat<br />
de branche vooral werkt met oudere, ervaren krachten. Bij Kinderopvang is vooral niveau 3<br />
populair. Sportgediplomeerden komen niet alleen in sporteigenbranches (fitness, zwembaden)<br />
terecht, maar ook steeds meer in buurtwerk en kinderopvang. De arbeidsmarktsituatie bij<br />
apothekers is precair. De branche kent een mobiliteitscentrum om opgeleiden te behouden.<br />
COLO Barometer van de stageplaatsen- en banenmarkt juni 2010 (bron: Calibris).
Zadkine, Rotterdam<br />
<strong>ROC</strong> ID College, Zoetermeer<br />
Assisterende beroepen in de gezondheidszorg<br />
(AG) Wim Brittijn, Zadkine-West:<br />
“Onze meesterproef garandeert waarde van<br />
een mbo-diploma”<br />
21<br />
Competentiegericht beroepsonderwijs brengt andere<br />
vormen van examinering met zich mee dan de traditionele<br />
eindexamens. Zo kunnen deelnemers gedurende<br />
hun opleiding een portfolio opbouwen met bewijzen van<br />
hun opgedane kennis en bekwaamheden, en daarover<br />
een eindgesprek voeren. Een andere mogelijkheid is om<br />
<strong>aan</strong> het eind van de opleiding een proeve van bekwaamheid<br />
af te leggen. De opleidingen voor apothekers-,<br />
dokters- en tandartsassistenten van Zadkine in Rotterdam<br />
kiezen voor het laatste en noemen deze vorm van examinering<br />
- net als in de tijd van de gilden - de meesterproef.<br />
Bij Zadkine zijn deze drie opleidingen voor assisterenden<br />
in de gezondheidszorg (AG) gevestigd in het Lokaal<br />
Opleidingen Centrum Zadkine-West. Wim Brittijn, onderwijsleider<br />
op West, vertelt wat er bij het afnemen van die<br />
meesterproef komt kijken. “De eerste vraag is: neem je<br />
die meesterproef af in de praktijk - bijvoorbeeld in een<br />
apotheek - of op school? Tot nu toe kiezen wij meestal<br />
voor een praktijksimulatie in de school. Daar hebben wij<br />
een <strong>aan</strong>tal redenen voor. Om te beginnen hebben wij<br />
behoorlijke <strong>aan</strong>tallen studenten die een meesterproef<br />
moeten afleggen. Dat verstoort de dagelijkse gang van<br />
zaken bij een apotheek, dokter of tandarts behoorlijk.<br />
Daarnaast heb je in de zorg te maken met privacy; niet<br />
elke patiënt zit te wachten op een student die examen<br />
komt doen.”<br />
“Verder moeten alle relevante aspecten van de opleiding<br />
bij examinering tot hun recht komen. De inhoud van<br />
AG-opleidingen is - zoals in het hele mbo - gebaseerd op<br />
een analyse van de beroepspraktijk. Op grond van die<br />
analyse zijn kerntaken van het beroep en daarvan afgeleide<br />
werkprocessen vastgelegd. Om de waarde van een<br />
mbo-diploma te kunnen garanderen, moet je zeker<br />
weten dat die werkprocessen allemaal bij een meesterproef<br />
<strong>aan</strong> de orde komen. Bij zo’n proef in de praktijk zal<br />
dat lang niet altijd het geval zijn. Bij simulatie in de school<br />
heb je dat meer in de hand.”<br />
Deskundige beoordelaars<br />
“Een ander belangrijk aspect bij de meesterproef is de<br />
deskundigheid van degenen die het resultaat van de<br />
meesterproef moeten beoordelen. Zadkine organiseert<br />
speciale cursussen voor deze beoordelaars. Mensen uit<br />
het werkveld, zoals apothekers, doen enthousiast <strong>aan</strong> die<br />
cursussen mee. Ook evalueren zij samen met ons de gang<br />
van zaken bij meesterproeven, en tijdens de opleiding<br />
zetten wij apothekersassistenten in als onderwijsinstructeurs.<br />
Zo zijn velen uit het werkveld <strong>aan</strong> onze<br />
opleidingen verbonden. Vooral de betrokkenheid van<br />
apothekers bij onze schoolsimulaties is groot. Daarom<br />
willen we voorzichtig g<strong>aan</strong> proberen om bij die opleiding<br />
bij de meesterproef een mix te maken van schoolsimulatie<br />
en examinering in de beroepspraktijk. Zelf hebben wij<br />
daar ook baat bij. Schoolsimulaties voor een grote groep
Zadkine, Rotterdam<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
22 studenten betekenen een fors tijdsbeslag op onze interne<br />
organisatie, en vanwege het veelvuldig gebruik van<br />
praktijklokalen een verstoring van het onderwijs <strong>aan</strong><br />
andere studenten.”<br />
Goedkeuring van inspectie<br />
Binnen het mbo hebben 27 roc’s AG-opleidingen in huis.<br />
Zij zijn allemaal <strong>aan</strong>gesloten bij de Stichting Examinering<br />
Assisterende Beroepen in de Gezondheidszorg (STeAG).<br />
Deze stichting heeft begin 2009 voorbeelden van<br />
proeven van bekwaamheid ontwikkeld. Die heeft de<br />
onderwijsinspectie beoordeeld en goedgekeurd.<br />
Wim Brittijn daarover: “Zadkine gebruikt die voorbeelden<br />
graag, maar ook dan blijf je als roc nog altijd zelf verantwoordelijk<br />
voor de kwaliteit van je examinering. Wij<br />
hebben er dan ook baat bij om in het achterbanberaad<br />
van de AG-opleidingen met de andere roc’s te overleggen<br />
over het toespitsen van het STeAG-materiaal op de<br />
eigen praktijk. Zo blijven we extra scherp op de kwaliteit<br />
van onze meesterproef en kunnen we de waarde van ons<br />
mbo-diploma garanderen.”<br />
VWS Stagefonds Zorg: “Je kunt in Den Haag<br />
veel regelen, maar het moet op regionaal<br />
niveau gebeuren…”,<br />
Aldus Aloys Kersten, coördinator arbeidsmarktbeleid van het ministerie van VWS. Hoog op de<br />
agenda st<strong>aan</strong> de te verwachten tekorten. Om jongeren te stimuleren om voor de zorg te kiezen,<br />
financiert het ministerie -<strong>aan</strong>vullend op hetgeen het zorgveld zelf doet- een <strong>aan</strong>tal projecten.<br />
Langs verschillende wegen wordt al het nodige ged<strong>aan</strong> om scholieren te bewegen om voor de<br />
zorg te kiezen.<br />
… Er komen geluiden uit het veld dat het niet alleen moeilijker wordt om goede stages te<br />
bieden, maar ook om voldoende stageplaatsen te bieden. Met Calibris, de <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong>, HBO-raad<br />
en zorginstellingen, dus <strong>aan</strong> opleidingskant en zorgkant, wordt gezocht naar nieuwe wegen.<br />
Onderwijs & Gezondheidszorg, vakblad voor opleiders in het gezondheidszorgonderwijs, juni 2010
Delton College Zwolle<br />
Delton College Zwolle<br />
Verpleging & Verzorging (V&V)<br />
Nieuwe examens op de campus Winschoten<br />
“Onze eerste verantwoordelijkheid is talenten<br />
ontwikkelen”<br />
23<br />
Op de campus Winschoten van het Noorderpoort-college<br />
waren het de laatste twee weken van juni 2010 spannende<br />
tijden voor de tweedejaars studenten <strong>aan</strong> de<br />
opleiding Helpende Zorg en Welzijn. Zij voerden het<br />
eindgesprek over hun portfolio en waren de eersten die<br />
op deze manier hun opleiding afsloten.<br />
In Winschoten heeft het Noorderpoort-college met de<br />
invoering van het competentiegerichte onderwijs ook de<br />
examinering van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn<br />
(niveau 2) ingrijpend veranderd. Deze bestaat nu uit twee<br />
delen. In het eerste studiejaar leggen de deelnemers een<br />
proeve van bekwaamheid af en <strong>aan</strong> het eind van het<br />
tweede studiejaar is er een assessment <strong>aan</strong> de hand van<br />
hun portfolio. “Aan deze nieuwe werkwijze is een grondige<br />
voorbereiding vooraf geg<strong>aan</strong>”, vertelt Joke de Jonge,<br />
die als senior beleidsmedewerker de docenten in<br />
Winschoten ondersteunt en de kwaliteit van de examens<br />
bewaakt. “Al in mei 2008 is voor deze twee examenmomenten<br />
gekozen. Daarmee hoeven de deelnemers<br />
niet meer gespannen naar één eindexamen toe te werken<br />
waar alles van afhangt. Daarnaast doet de opzet van het<br />
portfolio recht <strong>aan</strong> het zelfstandig leren onder<br />
begeleiding.”<br />
Kwaliteitsgaranties<br />
“Het Consortium Beroepsonderwijs heeft het<br />
sturingsmateriaal ontwikkeld dat wij gebruiken om<br />
deelnemers te beoordelen. Dat geldt voor alle zorg- en<br />
welzijnsopleidingen binnen het Noorderpoort. Daarmee<br />
verschaffen we duidelijkheid <strong>aan</strong> het werkveld. Verder<br />
zijn alle werkprocessen en alle daar<strong>aan</strong> verbonden prestatie-indicatoren<br />
die in de opleidingen voorkomen gedekt<br />
door de examens. Dat is een harde eis, die we al vanaf het<br />
begin van alle opleidingen stellen. Binnen deze kaders,<br />
die de nodige kwaliteitsgaranties bieden, is de campus<br />
Winschoten als zelfstandige school binnen het<br />
Noorderpoort vrij om zelf te bepalen hoe deze school de<br />
gestelde doelen bereikt. Daarmee kunnen we inspelen op<br />
de specifieke scholingsbehoefte van onze regio.”<br />
Die maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de regio<br />
weegt zwaar in Winschoten. Richard Prins, docent<br />
omgangskunde en stagecoördinator van het<br />
Noorderpoort, is daar heel duidelijk over. “Wij willen<br />
bijdragen <strong>aan</strong> de sociaal-economische ontwikkeling van<br />
Oost-Groningen. Onze eerste verantwoordelijkheid is de<br />
talenten van onze studenten te ontwikkelen. In ons<br />
minder zakelijk en meer op de mens gerichte schoolklimaat<br />
stimuleren we waar mogelijk doorstroming naar<br />
een hoger niveau. Van onze studenten Helpende Zorg en<br />
Welzijn haalt 98 procent het diploma. Daarvan stroomt<br />
weer 80 procent door naar een verwante opleiding op<br />
niveau 3, en ook daar redden ze het. Voor studenten die
24 na hun proeve van bekwaamheid in het eerste studiejaar<br />
niet verder blijken te kunnen, hebben we gewaarborgd<br />
dat ze op niveau 1 uitstromen met een diploma<br />
Zorghulp.”<br />
Ruimte voor maatwerk<br />
Het assessment <strong>aan</strong> de hand van het portfolio stond<br />
gepland voor week 25 en 26. “Maar er was ruimte voor<br />
flexibiliteit en maatwerk”, benadrukt Grieta Konings,<br />
teammanager mbo van de campus Winschoten. “Van de<br />
zeventig tweedejaars ging tweederde op voor het<br />
assessment. Een enkeling had dat al eerder ged<strong>aan</strong>. De<br />
anderen moesten nog meer bewijzen verzamelen. Daar<br />
kregen ze de nodige tijd voor. Daarna konden deze<br />
studenten op een geschikt moment tussentijds<br />
uitstromen, zodat ze niet weer een heel studiejaar <strong>aan</strong> de<br />
opleiding vastzitten. Het verzamelen en selecteren van<br />
relevante bewijzen doen alle studenten samen met hun<br />
studieloopb<strong>aan</strong> begeleider. Voorafg<strong>aan</strong>d <strong>aan</strong> het assessment<br />
beoordelen twee assessoren van buiten onze<br />
school onafhankelijk van elkaar het portfolio, waarna zij<br />
hun bevindingen op elkaar afstemmen en samen het<br />
afrondend gesprek met de student voorbereiden. Al met<br />
al een <strong>aan</strong>pak waar onze studenten veel baat bij hebben<br />
en waarvan de kwaliteit gewaarborgd is.”<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
<strong>ROC</strong> ID College, Zoetermeer<br />
<strong>ROC</strong> ID College, Zoetermeer
Zadkine, Rotterdam<br />
Welzijn (WZ)<br />
Achterbanberaad werkt blikverruimend<br />
25<br />
Kennisdelingsconferenties, werkconferenties, ledenvergaderingen,<br />
clusterbijeenkomsten, platforms, kerngroepen,<br />
commissievergaderingen, achterbanberaden.....de werknemers<br />
in het mbo kunnen vele bijeenkomsten bezoeken<br />
om hun inzichten en ervaringen bij de tijd te houden. Wat<br />
betekenen dit soort bijeenkomsten voor het echte werk<br />
binnen de school?<br />
Twee deelnemers <strong>aan</strong> het achterbanberaad van de sector<br />
Welzijn, beiden gepokt en gemazeld in het vergadercircuit,<br />
brengen de betekenis van dit beraad voor het<br />
voetlicht. Hannette Tiemersma, domeinleider Welzijn van<br />
het Da Vinci-college in Dordrecht, neemt er inmiddels<br />
dertien jaar <strong>aan</strong> deel. “Sinds 1997 vervul ik een managementfunctie.<br />
Ik mis de achterbanbijeenkomsten niet<br />
graag, en ik kan wel zeggen dat ik er een deel van het vak<br />
heb geleerd. Het halen en brengen van kennis verloopt in<br />
een heel open sfeer. Er heerst geen benepen koopmanschap;<br />
tips, visies en ervaringen komen zonder terughoudendheid<br />
op tafel. Een belangrijk aspect ervan is het<br />
doorspreken van nieuwe kwalificatiedossiers. Dat levert<br />
mij de nodige inzichten op over hoe ik die binnen ons<br />
eigen roc moet lezen en toepassen.”<br />
Specifiek karakter<br />
“Uitwisselen van kennis is sinds jaren een cultuurkenmerk<br />
van de sector Welzijn. Dat gebeurde al in 1999 bij de<br />
toenmalige kwalificatiestructuur welzijn. Ook toen had ik<br />
daar baat bij, want het leverde mij met mijn achtergrond<br />
(de inservice-opleidingen uit de gezondheidszorg) een<br />
behoorlijke versnelling van mijn kennisproces op.<br />
Doordat jarenlang dezelfde mensen bij elkaar komen<br />
bouw je een hecht netwerk op, dat speciaal gericht is op<br />
middenmanagers. Dat specifieke karakter maakt ook dat<br />
je de kennisdelingsconferenties die de bedrijfstakgroep<br />
GDW, Calibris en <strong>MBO</strong> 2010 organiseerden voort<strong>aan</strong> niet<br />
via een achterbanberaad kunt laten lopen. Het gaat daar<br />
om andere onderwerpen en andere doelgroepen. Ook<br />
die kennisdelingsconferenties hebben hun waarde<br />
inmiddels bewezen en ik ga er dan ook van uit dat ze<br />
langs andere weg behouden kunnen blijven.”<br />
Janny van den Oever is van origine verpleegkundige,<br />
werd in 1970 docent en vervolgens teamleider en manager.<br />
Momenteel ondersteunt zij als senior-adviseur de<br />
directie Welzijn en Onderwijs van het Rotterdamse<br />
Albeda College. “Juist omdat het achterbanberaad rocoverstijgend<br />
is, werkt het op mij erg inspirerend”, geeft zij<br />
<strong>aan</strong>. “Er is nooit naijver; je zit er niet <strong>aan</strong> elkaars boterham.<br />
Bedenk wel dat het voor managers vaak heel lastig is om<br />
in hun eigen organisatie buiten de geijkte kaders te<br />
treden. Dat kan gevolgen hebben voor je eigen afdeling<br />
en je eigen mensen. Een achterbanberaad verruimt je<br />
referentiekader. Dat is nodig, want ik zie in het onderwijs<br />
weer de neiging om lijnen hiërarchisch van boven naar<br />
beneden te laten lopen. Die ontwikkeling is niet goed<br />
voor het denken in een breder perspectief en het delen<br />
van elkaars zorgen.”<br />
Het papier regeert<br />
“Iets soortgelijks zie je bij docenten. Steeds meer is het<br />
onderwijs g<strong>aan</strong> denken in modules, eindtermen en<br />
kwalificatiedossiers. Systematiek en ordening maken een<br />
docent ondergeschikt <strong>aan</strong> documenten, waardoor zijn
26 eigen ontwikkeling in het gedrang komt. Het papier<br />
regeert. Toen ik in 1980 lessen verpleegkunde kwam<br />
geven op een voorloper van het Albeda College, kreeg ik<br />
één A-viertje met <strong>aan</strong>wijzingen. Daar kon ik drie jaar mee<br />
vooruit. Naar de rest van de lesinhoud moest ik zelf in de<br />
praktijk op zoek g<strong>aan</strong>. Het competentiegerichte onderwijs<br />
van nu biedt een gigantische kans<br />
om de beroepspraktijk weer leidend te maken. Bij alle<br />
competenties, kennis, houdingen en vaardigheden die<br />
momenteel de revue passeren doet een docent er goed<br />
<strong>aan</strong> om de clou van zijn vak niet uit het oog te verliezen:<br />
waarom sta ik voor de klas? Ik denk: om goed beroepsonderwijs<br />
te geven.”<br />
Zadkine, Rotterdam
Zadkine, Rotterdam<br />
Zadkine, Rotterdam<br />
Zorgsector positief over eerste effecten<br />
modernisering beroepsonderwijs<br />
27<br />
Leidinggevenden in de zorgsector zijn positief over de kwaliteiten van beginnende verpleegkundigen<br />
en helpenden zorg en welzijn met een mbo-opleiding. Dit blijkt uit onderzoek van<br />
TNO in samenwerking met Calibris, GGZ <strong>Nederland</strong>, NVZ Vereniging van Ziekenhuizen en A+O<br />
VVT.<br />
In het onderzoek is gekeken naar de effecten van de modernisering van het beroepsonderwijs<br />
(competentiegericht) versus het oude, eindtermgerichte onderwijs. Het doel van deze modernisering<br />
is onder andere om het onderwijs beter te laten <strong>aan</strong>sluiten op de arbeidsmarkt.<br />
Met ruim 500.000 studenten is het mbo de grootste onderwijssector van ons land. Sinds 2004<br />
werkt de sector <strong>aan</strong> de modernisering van het onderwijs. Dit betekent dat nu ook in de zorgsector<br />
de eerste mbo’ers met een competentiegerichte opleiding <strong>aan</strong> het werk zijn.<br />
De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat leidinggevenden vinden dat de nieuwe<br />
lichting studenten het beter doen dan de studenten die zijn opgeleid volgens<br />
eindtermenonderwijs.<br />
Aan de andere kant leiden de verbeteringen van het onderwijs nog niet tot een <strong>aan</strong>toonbare<br />
versterking van de inzetbaarheid en kwaliteit van beginnende beroepsbeoefenaren. Onderwijs<br />
en zorg zien dat dan ook als belangrijkste verbeterpunt en g<strong>aan</strong> de komende tijd samen daarop<br />
inzetten.<br />
<strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> Extra editie Beleidsinformatie Beroepsonderwijs, 10 juni 2010
Cijfers<br />
Tabel 1 Aantal deelnemers GDW (per kalenderjaar)<br />
GDW 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />
Welzijn 61.746 66.359 68.152 68.922 67.638 64.126 62.084<br />
V&V 48.921 46.031 44.915 47.381 52.693 55.485 59.693<br />
S&B 9.139 10.379 13.082 14.736 15.395 15.601 16.515<br />
AG 6.949 6.904 6.934 7.172 7.146 7.189 7.549<br />
Specialist 398 291 235 172 251 337 294<br />
Totaal 127.153 129.964 133.318 138.383 143.123 142.738 146.135<br />
29<br />
Toelichting<br />
<br />
<br />
<br />
BRON: <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> 2009<br />
Tabel 2 Ontwikkeling <strong>aan</strong>tal deelnemers GDW (per kalenderjaar)<br />
GDW 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />
Welzijn 100% 107% 110% 112% 110% 104% 101%<br />
V&V 100% 94% 92% 97% 108% 113% 122%<br />
S&B 100% 114% 143% 161% 168% 171% 181%<br />
AG 100% 99% 100% 103% 103% 103% 109%<br />
Specialist 100% 73% 59% 43% 63% 85% 74%<br />
Totaal 100% 102% 105% 109% 113% 112% 115%<br />
Toelichting<br />
<br />
<br />
<br />
BRON: <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> 2009<br />
Meer weten over de feiten en cijfers van de GDW-kwalificatiestructuur? www.coordinatiepunt.nl<br />
Zadkine, Rotterdam
Bijlage<br />
Afkortingen<br />
31<br />
De meesten van u kennen onderst<strong>aan</strong>de afkortingen. Voor diegenen die nieuw zijn of interesse hebben<br />
in onze branche st<strong>aan</strong> hieronder alle, in dit jaarbericht, genoemde afkortingen.<br />
AG<br />
Calibris<br />
cgo<br />
COPD<br />
Fontys<br />
GDW<br />
havo<br />
hbo<br />
mbo<br />
NISB<br />
OCW<br />
pabo<br />
roc<br />
STeAG<br />
vmbo-t<br />
VWS<br />
Assisterende beroepen in de Gezondheidszorg<br />
Kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport<br />
competentie gericht onderwijs<br />
Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronisch obstructieve longziekte)<br />
opleidingscentrum speciale onderwijszorg (hogeschool)<br />
Gezondheidszorg, Dienstverlening en Welzijn<br />
hoger algemeen voortgezet onderwijs<br />
hoger beroepsonderwijs<br />
middelbaar beroepsonderwijs<br />
<strong>Nederland</strong>s Instituut voor Sport en Bewegen<br />
Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen<br />
pedagogische academie voor basisonderwijs<br />
regionaal opleidingscentrum<br />
Stichting Examinering Assisterende beroepen in de Gezondheidszorg<br />
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs- theoretische leerweg<br />
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />
Delton College Zwolle
32<br />
Colofon<br />
Uitgave: oktober 2010<br />
Tekst: Ruud Sneller<br />
Redactie: <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> / btg GDW kerngroep<br />
Fotografie: Marina Popova, oud-student <strong>ROC</strong> A12 Ede<br />
Vormgeving en druk: Drukkerij Libertas, Bunnik<br />
Oplage: 1500<br />
Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten<br />
worden ontleend. Ondanks de uiterste zorgvuldigheid<br />
waarmee deze uitgave tot stand is gekomen, is de<br />
<strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong> niet <strong>aan</strong>sprakelijk voor eventuele drukfouten.<br />
Noch voor het gebruik van de inhoud van de teksten en<br />
de daaruit vloeiende feiten, omstandigheden en gevolgen.<br />
Overname van teksten is uitsluitend toegest<strong>aan</strong> na<br />
schriftelijke toestemming van de <strong>MBO</strong> <strong>Raad</strong>.
Bedrijfstakgroep<br />
gdw<br />
Gezondheidszorg,<br />
Dienstverlening en Welzijn