Sportverenigingen als maatschappelijke ... - Mulier Instituut
Sportverenigingen als maatschappelijke ... - Mulier Instituut
Sportverenigingen als maatschappelijke ... - Mulier Instituut
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een kleine groep verenigingen biedt geen enkele van de genoemde activiteiten aan. Vier vijfde<br />
van de verenigingen is matig actief en biedt één of twee van de genoemde activiteiten aan. 3 Bij<br />
nadere analyse van de wijze waarop de <strong>maatschappelijke</strong> inzet van verenigingen samenhangt<br />
met structurele kenmerken en voorwaarden bij de sportverenigingen, is een positief verband<br />
geconstateerd met de grootte van de vereniging, met het hebben van een eigen sportaccommodatie,<br />
met een hoge opkomst bij nevenactiviteiten en met een minder goede financiële situatie.<br />
Heeft de vereniging veel gezelligheidssporters dan is zij eerder beperkt actief (het gaat dan<br />
vaak om kleine clubs). Er is geen samenhang gevonden met de beschikbaarheid van betaald of<br />
vrijwillig kader (De Schepper, 2010).<br />
Zo<strong>als</strong> hiervoor geschetst, geven gemeenten de laatste jaren de <strong>maatschappelijke</strong> rol van verenigingen<br />
een steeds centraler plaats in hun sportbeleid. In aansluiting op deze plannen zijn ook<br />
enkele lokale onderzoeken uitgevoerd naar het maatschappelijk actief zijn van sportverenigingen.<br />
In het Sportplan 2009-2012 van Amsterdam is <strong>als</strong> ambitie opgenomen dat 20 procent<br />
van de 800 verenigingen in 2012 maatschappelijk actief is. In 2008 is de stand van zaken van<br />
de <strong>maatschappelijke</strong> activiteiten van Amsterdamse sportverenigingen onderzocht (De Groot,<br />
2008). 4 In dit onderzoek wordt een vereniging <strong>als</strong> maatschappelijk actief beschouwd <strong>als</strong> zij:<br />
• participeert in een gemeentelijk stimuleringsproject (bijvoorbeeld ‘JIB’, ‘Topscore’, ‘BOS’<br />
en ‘Meedoen Alle Jeugd door Sport’), of<br />
• participeert in een project van een <strong>maatschappelijke</strong> organisatie zo<strong>als</strong> scholen, sportbonden<br />
en welzijnsorganisaties (bijvoorbeeld het aanbieden van kinderopvang, naschoolse<br />
opvang of sportbuurtwerk), of<br />
• op eigen initiatief <strong>maatschappelijke</strong> activiteiten organiseert (bijvoorbeeld zomerkamp<br />
voor kinderen uit de buurt, beachvolleyballen in het park waarbij iedereen mee kan doen,<br />
velden openstellen voor hangjongeren of een dag varen met gehandicapte jongeren).<br />
De Groot concludeert dat twee derde van de Amsterdamse sportverenigingen maatschappelijk<br />
actief is uitgaande van de hiervoor gegeven omschrijving. Daarvan is 16 procent wekelijks<br />
maatschappelijk actief door middel van continue activiteiten zo<strong>als</strong> kinderopvang op de club.<br />
‘Bijna alle sportverenigingen merken op dat een sportvereniging per definitie al maatschappelijk<br />
actief is. De sportverenigingen hebben het idee dat dit weleens wordt vergeten door<br />
beleidsmakers en vinden dat er ook aandacht en waardering moet zijn voor de kerntaken van een<br />
sportvereniging omdat deze op zichzelf al heel waardevol zijn. Daarbij wordt ook herhaaldelijk<br />
opgemerkt dat de positie en identiteit van de vereniging uitgangspunt zou moeten zijn bij het<br />
inzetten van sportverenigingen bij <strong>maatschappelijke</strong> vraagstukken’ (De Groot, 2008: 42).<br />
In 2010 voerden De Groot en Duijvestijn een soortgelijk onderzoek uit in het Amsterdamse<br />
stadsdeel Zuid. Eén op de vijf van de onderzochte clubs (n=98) is wekelijks in enige vorm maatschappelijk<br />
actief, 17 procent is dat met regelmaat en 80 procent is in enige mate maatschappelijk<br />
actief. Het zijn vooral de grotere clubs met jeugd die zich structureel hiermee bezighouden.<br />
SPORTVERENIGINGEN ALS MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENERS<br />
63