Service- handleiding7.8 MB - Viessmann

Service- handleiding7.8 MB - Viessmann Service- handleiding7.8 MB - Viessmann

20.11.2014 Views

Eisen aan de waterkwaliteit (vervolg) Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde De corrosiebestendigheid van de gebruikte ijzerlegeringen aan stookwaterzijde van de CV-installaties en -ketels berust op de afwezigheid van zuurstof in het stookwater. De zuurstof in het vulwater en toegevoegde water van de CVinstallatie reageert zonder schade te veroorzaken met de materialen van de installatie. De karakteristieke zwarte kleur van het water na enige bedrijfstijd toont aan dat geen vrije zuurstof meer aanwezig is. De technische regels, vooral die van de richtlijn VDI 2035-2 adviseren daarom CV-installaties zo te ontwerpen dat voortdurende toetreding van zuurstof in het CV-water niet mogelijk is. De toetreding van zuurstof kan tijdens bedrijf gewoonlijk uitsluitend plaatsvinden: ■ via doorstroomde open expansievaten, ■ door onderdruk in de installatie, ■ via gasdoorlatende onderdelen. Gesloten installaties – bijvoorbeeld met expansievaten – bieden bij juiste grootte en systeemdruk een goede bescherming tegen het binnendringen van zuurstof uit de lucht in de installatie. De druk moet overal in de CV-installatie, ook aan de zuigzijde van de pomp, en bij elke bedrijfssituatie boven de druk van de plaatselijke atmosfeer liggen. De voordruk van het membraanexpansievat moet minstens bij het jaarlijkse onderhoud worden gecontroleerd. Het gebruik van gasdoorlatende onderdelen (bijvoorbeeld niet diffusiedichte kunststofleidingen in vloerverwarmingen) moet worden vermeden. Als ze toch worden gebruikt, moet in een systeemscheiding worden voorzien. Deze moet het door de kunststofbuizen stromende water door een warmtewisselaar van corrosiebestendig materiaal van de andere CV-circuits – bijvoorbeeld van de CV-ketel– worden gescheiden. Bij een corrosietechnisch gesloten stookwaterinstallatie die aan voornoemde punten voldoet, zijn geen extra beschermende maatregelen tegen corrosie nodig. Als desondanks het gevaar bestaat dat zuurstof binnendringt, kunnen extra beschermende maatregelen worden genomen, bijvoorbeeld door het zuurstofbindmiddel natriumsulfiet (5-10 mg/liter) in ruime mate toe te voegen). De pH-waarde van het CV-water moet 8,2-9,5 bedragen. Als onderdelen van aluminium aanwezig zijn, gelden hiervan afwijkende voorwaarden. 5683 566 NL 80

Eisen aan de waterkwaliteit (vervolg) Als chemicaliën tegen corrosie worden gebruikt, adviseren wij een verklaring van geen bezwaar voor het ketelmateriaal en het materiaal van de overige onderdelen van de CV-installatie door de producent van de chemicaliën te laten afgeven. Bij vragen over de waterbehandeling kunt u zich tot de betreffende firma's wenden. Meer gedetailleerde informatie staat in de richtlijn VDI 2035-2 en EN 14868. 5683 566 NL 81

Eisen aan de waterkwaliteit (vervolg)<br />

Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde<br />

De corrosiebestendigheid van de<br />

gebruikte ijzerlegeringen aan stookwaterzijde<br />

van de CV-installaties en -ketels<br />

berust op de afwezigheid van zuurstof in<br />

het stookwater. De zuurstof in het vulwater<br />

en toegevoegde water van de CVinstallatie<br />

reageert zonder schade te veroorzaken<br />

met de materialen van de<br />

installatie.<br />

De karakteristieke zwarte kleur van het<br />

water na enige bedrijfstijd toont aan dat<br />

geen vrije zuurstof meer aanwezig is. De<br />

technische regels, vooral die van de<br />

richtlijn VDI 2035-2 adviseren daarom<br />

CV-installaties zo te ontwerpen dat<br />

voortdurende toetreding van zuurstof in<br />

het CV-water niet mogelijk is.<br />

De toetreding van zuurstof kan tijdens<br />

bedrijf gewoonlijk uitsluitend plaatsvinden:<br />

■ via doorstroomde open expansievaten,<br />

■ door onderdruk in de installatie,<br />

■ via gasdoorlatende onderdelen.<br />

Gesloten installaties – bijvoorbeeld met<br />

expansievaten – bieden bij juiste grootte<br />

en systeemdruk een goede bescherming<br />

tegen het binnendringen van zuurstof<br />

uit de lucht in de installatie. De druk<br />

moet overal in de CV-installatie, ook aan<br />

de zuigzijde van de pomp, en bij elke<br />

bedrijfssituatie boven de druk van de<br />

plaatselijke atmosfeer liggen. De voordruk<br />

van het membraanexpansievat<br />

moet minstens bij het jaarlijkse onderhoud<br />

worden gecontroleerd. Het gebruik<br />

van gasdoorlatende onderdelen (bijvoorbeeld<br />

niet diffusiedichte kunststofleidingen<br />

in vloerverwarmingen) moet<br />

worden vermeden. Als ze toch worden<br />

gebruikt, moet in een systeemscheiding<br />

worden voorzien. Deze moet het door de<br />

kunststofbuizen stromende water door<br />

een warmtewisselaar van corrosiebestendig<br />

materiaal van de andere CV-circuits<br />

– bijvoorbeeld van de CV-ketel–<br />

worden gescheiden.<br />

Bij een corrosietechnisch gesloten<br />

stookwaterinstallatie die aan voornoemde<br />

punten voldoet, zijn geen extra<br />

beschermende maatregelen tegen corrosie<br />

nodig. Als desondanks het gevaar<br />

bestaat dat zuurstof binnendringt, kunnen<br />

extra beschermende maatregelen<br />

worden genomen, bijvoorbeeld door het<br />

zuurstofbindmiddel natriumsulfiet<br />

(5-10 mg/liter) in ruime mate toe te voegen).<br />

De pH-waarde van het CV-water<br />

moet 8,2-9,5 bedragen.<br />

Als onderdelen van aluminium aanwezig<br />

zijn, gelden hiervan afwijkende voorwaarden.<br />

5683 566 NL<br />

80

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!