PARkEt PARQuEt - Magazines Construction

Plaatsingstechniek in de kijker
kunnen mechanisch aan de ondergrond vastgemaakt worden
voor zover er geen akoestische eisen gesteld worden. In dat geval
dient een dempingsmateriaal onder de spieën voorzien te worden.
Kurk en rubber zijn uitstekende dempende materialen.
Wanneer de lambourdes geplaatst worden op een draagvloer
die niet blijvend droog is, moet er een dampscherm van minimaal
0,2 mm voorzien worden onder de lambourdes. Tussen de
lambordes kan eventueel thermische isolatie voorzien worden.
Plaatsen van platen, parket en plankenvloeren
op houten roostering
constructie gecontroleerd worden. Eventuele aanpassingen
kunnen plaatselijk of over het gehele oppervlak uitgevoerd
worden.
Als men de aanpassingen zo beperkt mogelijk wil houden dan
kan men een bebordingsplank (volige) langs de balkenconstructie
aanbrengen. De bevestiging ervan kan gebeuren met
schroeven of met nagels.
Indien men over voldoende ruimte beschikt kan ook een latwerk
op de bestaande balken geplaatst worden. Dit kan zowel
evenwijdig als loodrecht op de bestaande balkenconstructie.
De aanpassingen dienen bovenaan uitgelijnd te worden men
kan dit doen met de waterpasdarm (eventueel digitaal), laser of
waterpas.
2. Lambourdes.
Wanneer men al over een drager (beton, hout- of steenachtige
draagvloer) beschikt kan men gebruik maken van lambourdes
(kepers, latten).
De afmetingen van lambourdes hebben gewoonlijk een breedte
van 40➞80 cm en een dikte van 20➞52 mm. Afhankelijk van
de breedte en de dikte dienen de ondersteuningspunten voorzien
te worden.
Als men over een degelijke roostering beschikt kan men parket
en plankenvloeren van minimaal 18 mm dikte hierop rechtstreeks
nagelen of schroeven eventueel in combinatie met lijm.
Voor vloerbedekkingen die dunner zijn dan 18 mm dient men
eerst een plaatmateriaal (minimale dikte 18 mm) te voorzien.
De meest gebruikte platen hiervoor zijn: multiplex, OSB,
spaanplaat, ... Het vochtgehalte van de platen dient rond de 7%
(+/- 3%) te bedragen.
1. Plaatmaterialen.
Spaanplaat is geschikt voor structurele doeleinden in droge
omstandigheden. Er zijn ook spaanplaten verkrijgbaar met
een versterkte weerstand tegen vocht. Indien men kiest voor
een gelijmde plaatsing dan kan men beter voor dit laatste type
kiezen vanwege de betere oppervlaktesterkte: 0,45 N/mm².
OSB (Oriented Strand Board)
OSB 1: Niet dragende platen in droge omstandigheden
OSB 2: Dragende toepassingen in droge omstandigheden
OSB 3: Dragende toepassingen in vochtige omstandigheden
Tegenwoordig wordt vooral het type OSB-3 gebruikt als
draagvloer. De oppervlaktesterkte van een plaat (dikte 18 mm)
bedraagt 0,3 N/mm².
Multiplex is opgebouwd uit meerdere dunne lagen die onderling
verlijmd zijn. De kwaliteit van de verlijming is geschikt
voor gebruik in droge omstandigheden.
Andere platen zoals softboard, hardboard, MDF of minerale
plaattypes worden beter niet als onderlaag gebruikt voor
gelijmde en/of genagelde plaatsing omwille van een te geringe
interne cohesie.
Tussen muren, lichte scheidingswanden en lambourdes wordt
steeds een afstand van 20 mm voorzien.
Als men beschikt over een continue drager die voldoende vlak
is, kan men latten van 20 mm verlijmen en/of mechanisch
bevestigen. Plaatselijk kunnen eventuele vlakheidafwijkingen
bijgewerkt worden met het nodige aantal spieën.
De spieën worden in geval van ongelijke dragers aan de lambourdes
vastgemaakt met lijm, schroeven of nagels. Spieën
SEPTEMBER/SEPTEMBRE 2009 ■ Parket-Parquet
7