PARkEt PARQuEt - Magazines Construction

Plaatsingstechniek in de kijker
Genagelde plaatsing
op houten balkenstructuur
Nog niet zo lang geleden werden vloerbalken en plankenvloeren
gebruikt als scheiding tussen twee verdiepingen.
Zowel in eenvoudige arbeiderswoningen als in majestueuze
herenhuizen kon men deze werkwijze aantreffen. Door
de opkomst van welfsels in combinatie met dekvloeren,
raakte deze plaatsingstechniek meer en meer in onbruik.
Door de steeds toenemende interesse voor duurzaam bouwen
wordt deze plaatsingstechniek wel terug populairder.
Deze manier van werken is bovendien ook gekend voor zijn
erg specifieke eigenschap, namelijk het veren, een eigenschap
die erg belangrijk is bij sportvloeren.
Hoog tijd dus om enkele regels van het vak op te frissen.
Materialen voor de onderconstructie
Meestal wordt voor de onderconstructie gebruik gemaakt van
naaldhout. Aangezien het om constructiehout gaat, dient het
beschermd te worden tegen insectenaantasting. Dit gebeurt in
een station met Algemeen Technische Goedkeuring (ATG) en er
wordt hiervoor een attest afgeleverd. Wanneer aan het verduurzamingproduct
kleurmiddelen toegevoegd werden, vermijdt
men best onmiddellijk contact tussen vloerbedekking en constructiehout.
Het kleurmiddel kan immers vlekken veroorzaken
op de droge afwerkingvloer.
Het hout dat men voor de constructie gebruikt, moet een
vochtgehalte hebben dat zo dicht mogelijk aanleunt bij het te
verwachten evenwichtsvochtgehalte. Er wordt een gemiddelde
waarde van 12% (±4%) aanbevolen. (±4% individuele meetwaarden
mogen + of - 4% afwijken m.a.w. 8 tot 16%).
Er worden vier gebruiksklassen vooropgesteld:
KLASSE A: residentiële ruimte
KLASSE B: kantoor, openbare gebouw , school,
KLASSE C: vergaderzaal, theater , restaurant , winkelruimte
KLASSE D: archief en stockageruimte
Opbouw van de houten constructie
1. Houten balkenlaag
Men spreekt van een houten balkenlaag indien de vloerbalken
slechts op twee punten ondersteund worden. Meestal zijn deze
steunpunten ingewerkt in het metselwerk.
Voorbeeld:
De afmetingen van de componenten van de houten constructie
moeten zodanig gekozen worden dat ze de stabiliteit kunnen
verzekeren. Ze mogen de sterkte niet overschrijden in de uiterste
grenstoestand (breken bij maximale te verwachten belasting).
De relatieve vervorming ervan mag het vooropgestelde
criterium niet overschrijden (bv. 1/300 of 1/500).
Men dient ook te controleren of vaak voorkomende belasting
geen trilling gaat veroorzaken die onaanvaardbaar is voor de
bewoners. Gebruikelijk voorziet men een vervorming van
1/300 van de overspanning.
De keuze van de HOH-afstanden van de steunpunten is afhankelijk
van de doorbuiging van zowel balk als afwerkvloer .
De doorsnede van de balken wordt gegeven in mm. Men
spreekt van d x b (d = dikte, b = breedte/hoogte).
De vlakheidseisen (afwijking 6 mm onder lat van 2 m) moeten
zowel in het geval van een bestaande als bij een nieuwe
6 Parket-Parquet ■ SEPTEMBER/SEPTEMBRE 2009