STAND VAN DE DRUGSPROBLEMATIEK IN EUROPA - EMCDDA
STAND VAN DE DRUGSPROBLEMATIEK IN EUROPA - EMCDDA
STAND VAN DE DRUGSPROBLEMATIEK IN EUROPA - EMCDDA
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 6: Opioïdengebruik en injecterend drugsgebruik<br />
Figuur 8:Schattingen van deprevalentie van injecterend<br />
drugsgebruik (gevallen per 1000 personen in de leeftijd<br />
van 15tot 64 jaar)<br />
Gevallen per 1000<br />
16<br />
12<br />
8<br />
4<br />
0<br />
Hongarije (2005) CR<br />
Cyprus (2006) TP<br />
Kroatië (2006) MM<br />
Griekenland (2006) CR<br />
Duitsland (2005) MM<br />
NB: Het symbool staat voor een puntschatting, terwijl een<br />
streepje een onzekerheidsinterval aangeeft, die ofwel<br />
een 95%-betrouwbaarheidsinterval is, ofwel een op een<br />
sensitiviteitsanalyse gebaseerd interval. Voor Estland is<br />
de bovenste grens van het onzekerheidsinterval buiten de<br />
schaal (37,9 per 1 000). De doelgroepen kunnen enigszins<br />
verschillend zijn vanwege verschillen in schattingsmethoden<br />
en gegevensbronnen; daarom is terughoudendheid geboden<br />
bij het maken van vergelijkingen. Afkortingen van de<br />
gebruikte schattingsmethoden: CR =Capture-Recapture<br />
(Capture/release steekproefprocédé); TM=Treatment<br />
Multiplier (behandelingsmultiplier); MI =multivariate indicator<br />
(multivariabele indicator): TP=Truncated Poisson (Poissonverdeling);<br />
MM=Mortality Multiplier (mortaliteitsmultiplier);<br />
CM=Combined methodes (combinatie van methoden); OT=Other<br />
methods (andere methoden). Zie Figuur PDU-2 inhet Statistical<br />
Bulletin 2008 voor meer details.<br />
Bronnen: nationale focal points van het Reitox-netwerk.<br />
drugsgebruikers/heroïnegebruikers die in behandeling<br />
gaan kunnen een aanwijzing zijn voor trends indebredere<br />
groep van problematische opioïdengebruikers. In negen<br />
landen (Denemarken, Duitsland, Ierland, Griekenland,<br />
Verenigd Koninkrijk (2005) AM<br />
Tsjechië (2006) OT<br />
Finland (2002) CM<br />
Slowakije (2006) OT<br />
Noorwegen (2005) CM<br />
Estland (2004) CR<br />
Frankrijk, Italië, Zweden, het Verenigd Koninkrijk,<br />
Turkije) is tussen 2002 en2006 een daling van het<br />
percentage injecterende drugsgebruikers waargenomen,<br />
terwijl twee landen (Roemenië, Slowakije) een stijging<br />
rapporteren. Tussen delanden zijn duidelijke verschillen<br />
te zien in de aantallen injecterende drugsgebruikers<br />
onder heroïnegebruikers die in behandeling gaan, met<br />
de laagste percentages injecterende drugsgebruikers in<br />
Spanje, Frankrijk en Nederland (lager dan 25%)ende<br />
hoogste (hoger dan 80 %) in Bulgarije, Tsjechië, Roemenië,<br />
Slowakije en Finland ( 114 ).<br />
Van deopioïdengebruikers die in 2006 voor het eerst<br />
aan een extramurale behandeling begonnen, zei een iets<br />
kleiner deel dedrug te injecteren (rond de 40 %). Als we<br />
naar de trends kijken, nam het percentage injecterende<br />
drugsgebruikers onder nieuwe opioïdencliënten inde<br />
dertien landen waar voldoende gegevens beschikbaar<br />
waren afvan 43 %in2003 tot 35 %in2006 ( 115 ).<br />
Uit een analyse van degegevens over behandelaanvragen<br />
van denegen landen die hebben deelgenomen aan<br />
een proefstudie bleek dat ongeveer 63 %van alle<br />
opioïdencliënten (degenen die alinbehandeling waren en<br />
degenen die het afgelopen jaar in behandeling zijn gegaan)<br />
zei de drug bij het begin van debehandeling te injecteren ( 116 ).<br />
Hieruit kan worden afgeleid dat onder de cliënten die alin<br />
behandeling waren het percentage injecterende cliënten bij<br />
het begin van debehandeling relatief hoog was.<br />
Studies onder injecterende drugsgebruikers inEuropa<br />
kunnen nieuwe informatie opleveren over de verschillen<br />
in het injecterend drugsgebruik tussen delanden enover<br />
ontwikkelingen indetijd. Veel landen voeren regelmatig,<br />
meestal inhet kader van tests opinfectieziekten, herhaalstudies<br />
uit onder groepen injecterende drugsgebruikers, die in<br />
verschillende settings worden gerekruteerd omdemogelijkheid<br />
om te generaliseren zo groot mogelijk temaken. Bij het<br />
maken van vergelijkingen tussen landen moet denodige<br />
voorzichtigheid worden betracht vanwege demogelijkheid<br />
dat er bij derekrutering van deelnemers aan deze studies<br />
ongelijke selectiecriteria worden gehanteerd ( 117 ).<br />
In enkele landen is het percentage nieuwe injecterende<br />
drugsgebruikers (drugsgebruikers die minder dan twee<br />
jaar drugs injecteren) in deze studies hoog (hoger dan<br />
20 %), terwijl dit percentage inverschillende landen onder<br />
de 10 %ligt (figuur 9). Jonge injecterende drugsgebruikers<br />
( 114 ) Zie de tabellen PDU-104, TDI-4, TDI-5 enTDI-17 deel (v) in het Statistical Bulletin 2008.<br />
( 115 ) Zie figuur TDI-7 en tabel TDI-17 deel (i) in het Statistical Bulletin 2008.<br />
( 116 ) Zie de tabellen TDI-17 deel (v) en TDI-40 in het Statistical Bulletin 2008.<br />
( 117 ) Het kan worden verwacht dat het aandeel van jonge ofnieuwe injecterende drugsgebruikers lager is in steekproeven die zijn genomen onder<br />
gebruikers die in behandeling zijn dan in steekproeven die zijn genomen in meer „open” settings, zoals laagdrempelige diensten, omdat cliënten die<br />
in behandeling gaan dat over het algemeen pas naenkele jaren van drugsgebruik doen. Uit statistische analysen van het verband tussen desetting<br />
waarin gerekruteerd wordt enhet aandeel van jonge of nieuwe injecterende drugsgebruikers blijkt echter geen statistische significantie, wat erop<br />
duidt dat de setting waarin wordt gerekruteerd (aangeduid als „alleen drugsbehandeling”, „geen drugsbehandeling” en „gemengde settings”) niet<br />
van grote invloed op deze aandelen is.<br />
79