STAND VAN DE DRUGSPROBLEMATIEK IN EUROPA - EMCDDA

STAND VAN DE DRUGSPROBLEMATIEK IN EUROPA - EMCDDA STAND VAN DE DRUGSPROBLEMATIEK IN EUROPA - EMCDDA

16.11.2014 Views

Jaarverslag 2008: Stand van dedrugsproblematiek inEuropa Gebruiks- enaanvoerdelicten De verhouding tussen drugsdelicten inverband met het gebruik en die inverband met de aanvoer (dealen, handel, productie) isvergelijkbaar met de verhouding die invoorgaande jaren is gerapporteerd. Demeeste Europese landen melden dat het grootste deel van de delicten te maken heeft met bezit en/ofgebruik van drugs, met inSpanje in2006 zelfs een percentage van 93 %( 11 ). In Tsjechië, Nederland, Turkije en Noorwegen houden de meeste gerapporteerde drugsdelicten echter verband met de aanvoer van drugs, met percentages van 52% (Turkije) tot 88% (Tsjechië) van alle in2006 gerapporteerde drugsdelicten. Het aantal drugsdelicten inverband met gebruik is in de Europese Unie tussen 2001 en2006 met gemiddeld 51 % toegenomen, waarbij in twee derde van de rapporterende landen een opwaartse trend is waargenomen en alleen Slovenië enNoorwegen in die periode van vijf jaar een neerwaartse trend lieten zien ( 12 ). Daarnaast moet worden opgemerkt dat, als percentage van alle drugsdelicten, de hoeveelheid gebruiksdelicten indehelft van de rapporterende landen indezelfde periode gestegen is. Ook het aantal delicten in verband met de aanvoer van drugs istoegenomen in de periode 2001-2006, maar met een gemiddelde stijging van 12 %indeEuropese Unie ging dit veel minder snel. In deze periode ishet aantal aanvoerdelicten inruim dehelft van derapporterende landen gestegen, maar gedaald in vier landen (Duitsland, Cyprus, Nederland, Slovenië) ( 13 ). Trends per drug In de meeste Europese landen bleef cannabis in 2006 de illegale drug die het vaakst een rol speelt bij gerapporteerde drugsdelicten ( 14 ). In de landen waar dit het geval is, kwam 36tot 86 %van alle drugsdelicten voor rekening van strafbare feiten die verband houden met cannabis. In enkele landen voerden andere drugs dan cannabis de lijst van drugsdelicten aan: inTsjechië ging het bij 60 %van alle drugsdelicten ommetamfetamine, in Malta lag het percentage voor heroïne op 41 %. In Luxemburg waren de drugsdelicten bijna gelijk verdeeld over cannabis, heroïne en cocaïne. In de periode 2001-2006 is het aantal drugsdelicten waarbij cannabis betrokken was indemeeste rapporterende landen gestegen of gelijk gebleven, met een gemiddelde stijging van 34 %indeEuropese Unie (figuur 2). InBulgarije, Tsjechië (2002-2006), Italië en Slovenië was evenwel sprake van een neerwaartse trend ( 15 ). Het aantal delicten waarbij cocaïne in het spel was steeg indeperiode 2001-2006 in alle Europese landen met uitzondering van Bulgarije, Duitsland enSlowakije. Het EU-gemiddelde nam in die periode met 61% toe. Met betrekking tot drugsdelicten waarbij heroïne een rol speelt is in de periode 2001-2006 het beeld anders dan Figuur 2:Geïndexeerde trends in de verslagen voor drugsdelicten indeEU-lidstaten, 2001-2006 Index (2001 =100) 175 150 125 100 75 50 2001 2002 2003 2004 2005 2006 —— Cocaïne —— Amfetamine —— Alle aangiften —— Cannabis —— Ecstasy —— Heroïne NB: De getoonde trends vormen de weerslag van de beschikbare informatie over het aantal landelijke aangiften van drugsdelicten (zowel overtredingen als misdrijven) als gerapporteerd door de rechtshandhavingsinstantiesindeEU-lidstaten.Voordeberekening van een algemene EU-trend zijn alle reeksen geïndexeerd tegen een basisniveau van 100 in 2001 en gewogen op basis van de bevolkingsgrootte; de totale aantallen aangiften in 2006 in de landen waarop de trends zijn gebaseerd (vóór weging) waren: amfetamine 41 069; cannabis 550 878; cocaïne 100 117; ecstasy 17 598; heroïne 77 242; alle meldingen 936 866. Landen die voor twee ofmeer jaar achter elkaar geen gegevens hebben verstrekt zijn niet meegenomen indetrendberekeningen: de algemene trend is gebaseerd op alle EU-lidstaten, behalve het Verenigd Koninkrijk, de trend voor cannabis is gebaseerd op achttien landen, detrend voor heroïne op achttien landen, de trend voor cocaïne op zeventien landen, de trend voor amfetamine optwaalf landen endetrend voor ecstasy opdertien landen. Voor meer informatie over degebruikte methodologie, zie figuur DLO-3inhet Statistical Bulletin. Bronnen: nationale focal points van het Reitox-netwerk en voor bevolkingscijfers Eurostat (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/). 26 ( 11 ) Zie tabel DLO-2 in het Statistical Bulletin 2008. ( 12 ) Zie figuur DLO-2 en tabel DLO-4 in het Statistical Bulletin 2008. ( 13 ) Zie tabel DLO-5 in het Statistical Bulletin 2008. ( 14 ) Zie tabel DLO-3 in het Statistical Bulletin 2008. ( 15 ) Zie tabel DLO-6 in het Statistical Bulletin 2008. Zie voor een aanvullende analyse van delicten inverband met cannabis hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 1: Beleid en wetgeving bij cannabis encocaïne: het totaal daalde indeEuropese Unie met gemiddeld 14 %, vooral tussen 2001 en2003. De nationale trends in heroïnedelicten laten echter een gemengd beeld zien in deze periode, met opwaartse trends in een derde van delanden ( 16 ). De gemiddelde trends indeEUvoor delicten inverband met amfetamine enecstasy vertonen een piek in2004. Terwijl detrend voor amfetaminedelicten opwaarts bleef (gemiddelde stijgingen van 41% tussen 2001 en2006), fluctueerde het EU-gemiddelde voor ecstasydelicten in die periode, maar zonder tussen 2001 en2006 veel verandering tevertonen. Nationaal onderzoek naar drugs Het drugsprobleem wordt in alle Europese landen onderzocht, waar het informatie oplevert die essentieel is voor het beschrijven enbegrijpen van degevolgen die drugs opnationale schaal hebben. Opbasis van verslagen uit 25 lidstaten, Kroatië en Noorwegen, kan een overzicht worden gegeven van deorganisatie van het onderzoek naar drugs dat in Europese landen wordt verricht. Ineen periode waarin het belang van zogenaamde evidence-based interventies steeds meer wordt onderkend, is het opvallend dat 21 landen rapporteren dat onderzoeksresultaten inieder geval in enige mate inhet drugsbeleid worden meegenomen. Coördinatie en financiering Onderzoek naar drugs wordt vermeld in de nationale drugsstrategieën of -actieplannen van 20van de 27 rapporterende landen, hetzij als een specifiek onderwerp, hetzij als een essentieel element van evidence-based beleid. In15van de 27 rapporterende landen bestaan er structuren voor decoördinatie van onderzoek naar drugs opnationaal niveau. Slechts vijf landen melden dat onderzoek naar drugs niet isopgenomen inhun nationale strategieën ofdat zij opdit gebied geen nationale coördinatiestructuur hebben. De staat is de voornaamste financieringsbron voor onderzoek naar drugs die door de lidstaten wordt vermeld, hetzij via programma’s voor algemeen onderzoek, hetzij via onderzoeksprogramma’s op drugsgebied. Gezondheidszorg en sociale wetenschappen zijn twee van debelangrijkste terreinen voor algemeen onderzoek waarop financiering van onderzoek naar drugs plaatsvindt. Specifiek voor onderzoek naar drugs bestemde middelen kunnen beschikbaar zijn via nationale coördinatieorganen voor drugs (Tsjechië, Spanje, Frankrijk, Luxemburg, Hongarije, Polen, Portugal, Noorwegen). Bij beide typen financieringsprogramma’s wordt onderzoek naar illegale drugs vaak gekoppeld aan andere terreinen binnen het verslavingsgebied, zoals alcohol, tabak en gokken. Demiddelen zijn meestal beschikbaar via contracten voor onderzoek dat in opdracht wordt verricht of via kaderprogramma’s waarop onderzoekers een beroep doen. Andere soorten financieringsbronnen die worden genoemd zijn onder meer stichtingen, wetenschappelijke academies, particuliere instellingen, speciale fondsen voor destrijd tegen drugs, de Europese Commissie endeVerenigde Naties. Structuren en projecten Het merendeel van delanden meldt dat het onderzoek voornamelijk plaatsvindt bij universiteiten en in gespecialiseerde centra, waar soms ook nationale focal points zijn ondergebracht, gevolgd door publieke en private onderzoekscentra. Sommige landen (Duitsland, Spanje, Portugal) rapporteren het bestaan van nationale onderzoeksnetwerken. Dergelijke netwerken kunnen een belangrijke rol spelen bij deorganisatie en financiering van onderzoek, enkunnen ook directere verbanden tussen onderzoek en de praktijk bevorderen. Van degrote door de lidstaten gerapporteerde studies die sinds 2000 zijn uitgevoerd betreft meer dan de helft de epidemiologie enongeveer een derde toegepast onderzoek (voornamelijk evaluaties van interventies op het gebied van preventie enbehandeling). Er worden ook studies aangehaald naar determinanten, risico- en beschermingsfactoren voor drugsgebruik, gevolgen van drugsgebruik, endrugsmechanismen en affecten. Diverse landen melden beperkingen voor onderzoek naar drugs. Tot degeconstateerde problemen behoren: organisatorische aspecten —zoals een gebrek aan coördinatie enversnipperde middelen —(Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk), gebrek aan gekwalificeerd personeel (Letland, Hongarije) en methodologische aspecten (kwesties inzake gegevensbescherming, problemen bij het bereiken van verborgen populaties, gebrek aan continuïteit van onderzoeksprojecten). Diverse landen bestempelen debeperkte beschikbaarheid van middelen voor onderzoek naar drugs als een belangrijke beperking (België, Griekenland, Polen, Roemenië en Finland). Verspreiding In totaal zijn er 25 Europese aan intercollegiale toetsing onderhevige tijdschriften die specifiek gericht zijn op het gebied van drugs enerzijn publicaties waargenomen in elf andere talen dan het Engels. Het ( 16 ) Zie tabel DLO-7 in het Statistical Bulletin 2008. 27

Jaarverslag 2008: Stand van dedrugsproblematiek inEuropa<br />

Gebruiks- enaanvoerdelicten<br />

De verhouding tussen drugsdelicten inverband met<br />

het gebruik en die inverband met de aanvoer (dealen,<br />

handel, productie) isvergelijkbaar met de verhouding<br />

die invoorgaande jaren is gerapporteerd. Demeeste<br />

Europese landen melden dat het grootste deel van de<br />

delicten te maken heeft met bezit en/ofgebruik van drugs,<br />

met inSpanje in2006 zelfs een percentage van 93 %( 11 ).<br />

In Tsjechië, Nederland, Turkije en Noorwegen houden de<br />

meeste gerapporteerde drugsdelicten echter verband met<br />

de aanvoer van drugs, met percentages van 52% (Turkije)<br />

tot 88% (Tsjechië) van alle in2006 gerapporteerde<br />

drugsdelicten.<br />

Het aantal drugsdelicten inverband met gebruik is in de<br />

Europese Unie tussen 2001 en2006 met gemiddeld 51 %<br />

toegenomen, waarbij in twee derde van de rapporterende<br />

landen een opwaartse trend is waargenomen en alleen<br />

Slovenië enNoorwegen in die periode van vijf jaar een<br />

neerwaartse trend lieten zien ( 12 ). Daarnaast moet worden<br />

opgemerkt dat, als percentage van alle drugsdelicten,<br />

de hoeveelheid gebruiksdelicten indehelft van de<br />

rapporterende landen indezelfde periode gestegen is.<br />

Ook het aantal delicten in verband met de aanvoer van<br />

drugs istoegenomen in de periode 2001-2006, maar met<br />

een gemiddelde stijging van 12 %indeEuropese Unie<br />

ging dit veel minder snel. In deze periode ishet aantal<br />

aanvoerdelicten inruim dehelft van derapporterende<br />

landen gestegen, maar gedaald in vier landen (Duitsland,<br />

Cyprus, Nederland, Slovenië) ( 13 ).<br />

Trends per drug<br />

In de meeste Europese landen bleef cannabis in<br />

2006 de illegale drug die het vaakst een rol speelt bij<br />

gerapporteerde drugsdelicten ( 14 ). In de landen waar dit<br />

het geval is, kwam 36tot 86 %van alle drugsdelicten<br />

voor rekening van strafbare feiten die verband houden<br />

met cannabis. In enkele landen voerden andere drugs dan<br />

cannabis de lijst van drugsdelicten aan: inTsjechië ging<br />

het bij 60 %van alle drugsdelicten ommetamfetamine,<br />

in Malta lag het percentage voor heroïne op 41 %. In<br />

Luxemburg waren de drugsdelicten bijna gelijk verdeeld<br />

over cannabis, heroïne en cocaïne.<br />

In de periode 2001-2006 is het aantal drugsdelicten<br />

waarbij cannabis betrokken was indemeeste<br />

rapporterende landen gestegen of gelijk gebleven, met een<br />

gemiddelde stijging van 34 %indeEuropese Unie (figuur<br />

2). InBulgarije, Tsjechië (2002-2006), Italië en Slovenië<br />

was evenwel sprake van een neerwaartse trend ( 15 ).<br />

Het aantal delicten waarbij cocaïne in het spel was<br />

steeg indeperiode 2001-2006 in alle Europese landen<br />

met uitzondering van Bulgarije, Duitsland enSlowakije.<br />

Het EU-gemiddelde nam in die periode met 61% toe.<br />

Met betrekking tot drugsdelicten waarbij heroïne een rol<br />

speelt is in de periode 2001-2006 het beeld anders dan<br />

Figuur 2:Geïndexeerde trends in de verslagen voor<br />

drugsdelicten indeEU-lidstaten, 2001-2006<br />

Index (2001 =100)<br />

175<br />

150<br />

125<br />

100<br />

75<br />

50<br />

2001 2002 2003 2004 2005 2006<br />

—— Cocaïne<br />

—— Amfetamine<br />

—— Alle aangiften<br />

—— Cannabis<br />

—— Ecstasy<br />

—— Heroïne<br />

NB: De getoonde trends vormen de weerslag van de beschikbare<br />

informatie over het aantal landelijke aangiften van drugsdelicten<br />

(zowel overtredingen als misdrijven) als gerapporteerd door de<br />

rechtshandhavingsinstantiesindeEU-lidstaten.Voordeberekening<br />

van een algemene EU-trend zijn alle reeksen geïndexeerd tegen<br />

een basisniveau van 100 in 2001 en gewogen op basis van de<br />

bevolkingsgrootte; de totale aantallen aangiften in 2006 in de<br />

landen waarop de trends zijn gebaseerd (vóór weging) waren:<br />

amfetamine 41 069; cannabis 550 878; cocaïne 100 117;<br />

ecstasy 17 598; heroïne 77 242; alle meldingen 936 866.<br />

Landen die voor twee ofmeer jaar achter elkaar geen gegevens<br />

hebben verstrekt zijn niet meegenomen indetrendberekeningen:<br />

de algemene trend is gebaseerd op alle EU-lidstaten, behalve<br />

het Verenigd Koninkrijk, de trend voor cannabis is gebaseerd<br />

op achttien landen, detrend voor heroïne op achttien landen,<br />

de trend voor cocaïne op zeventien landen, de trend voor<br />

amfetamine optwaalf landen endetrend voor ecstasy opdertien<br />

landen. Voor meer informatie over degebruikte methodologie,<br />

zie figuur DLO-3inhet Statistical Bulletin.<br />

Bronnen: nationale focal points van het Reitox-netwerk en voor<br />

bevolkingscijfers Eurostat (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/).<br />

26<br />

( 11 ) Zie tabel DLO-2 in het Statistical Bulletin 2008.<br />

( 12 ) Zie figuur DLO-2 en tabel DLO-4 in het Statistical Bulletin 2008.<br />

( 13 ) Zie tabel DLO-5 in het Statistical Bulletin 2008.<br />

( 14 ) Zie tabel DLO-3 in het Statistical Bulletin 2008.<br />

( 15 ) Zie tabel DLO-6 in het Statistical Bulletin 2008. Zie voor een aanvullende analyse van delicten inverband met cannabis hoofdstuk 3.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!