Risicorapport aanraakspanningen - Waverail

Elektrische beïnvloeding van een 25 kV
tractiesysteem op met aluminium gelamineerde
kunststof buizen
In opdracht van Projectorganisatie Betuweroute
Doorwerth, 29 november 2007
referentie: NS070301-R03 MJ
Auteur: M. Janssen
Auteur datum 29-11-2007 gecontroleerd datum 29-11-2007
© PETERSBURG CONSULTANTS B.V. - POSTBUS 11 - 6865 ZG DOORWERTH - TEL. +31(0)26 339 73 60 - FAX +31(0)26 334 24 09
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

2
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
Copyright © Petersburg Consultants B.V., Doorwerth, the Netherlands. All rights reserved.
Dit document bevat vertrouwelijke informatie. Overdracht van de informatie aan derden zonder schriftelijke toestemming van of namens
Petersburg Consultants B.V. is verboden. Hetzelfde geldt voor het kopiëren van het document of een gedeelte daarvan.
Petersburg Consultants B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige
of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die
informatie of gegevens te gebruiken.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

3
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
INHOUD
blz.
1 INLEIDING 4
2 EISEN EN UITGANGSPUNTEN 5
2.1 Elektrische beïnvloeding 5
2.2 Toetsing van overbruggingsspanningen op veiligheid 5
2.3 Gegevens tractiesysteem 6
2.4 Bodemweerstand 6
2.5 Unity Check voor buisleidingen 7
2.6 Gegevens aluminium gelamineerde buisleidingen 8
3 RISICO OP ONTOELAATBARE BEINVLOEDING 10
3.1 Algemeen 10
3.2 Beïnvloeding op elektrisch gesegmenteerde Al gelamineerde buisleidingen 10
3.3 Beïnvloeding op elektrisch doorverbonden Al gelamineerde buisleidingen 11
3.3.1 Te verwachten beïnvloeding op basis van de Unity Check 11
3.3.2 Te verwachten beïnvloeding op basis van detailberekeningen 11
4 CONCLUSIE 13
Bijlage A, Overzicht tractiesysteem Betuweroute
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

4
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
1 INLEIDING
Projectorganisatie Betuweroute realiseert in opdracht van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat de aanleg van de Betuweroute waarbij een 25 kV wisselstroom tractiesysteem
wordt toegepast in de tracédelen Havenspoorlijn en A-15 tracé.
Toepassing van het 25 kV tractiesysteem zorgt ervoor dat meer treinen met grotere
vermogens kunnen worden ingezet en de infrastructuur beter kan worden benut dan met
1500 V gelijkstroom tractiesystemen het geval is.
Eén van de gevolgen van het toepassen van een wisselstroomsysteem is dat door inductieve
koppeling in nabijgelegen parallelle metalen installaties (zoals geleiderails en kabels) stromen
en spanningen worden geïnduceerd. De optredende spanningen moeten, onder meer conform
ProRail richtlijn RLN000134, worden getoetst.
Voor bepaalde toepassingen (bijvoorbeeld wisselverwarming, drinkwaterleiding) wordt in
toenemende mate gebruik gemaakt van met een aluminium scherm voorziene kunststof
buisleidingen. Deze leidingen zijn door het metalen scherm gasdicht is voor bijvoorbeeld
waterdamp en zuurstof. Met het toepassen van de aluminium laag is echter sprake van een
geleidende buisleiding waardoor mogelijk rekening moet worden gehouden met inductieve
beïnvloeding. Deze rapportage geeft antwoord op de vraag of rekening moet worden
gehouden met inductieve beïnvloeding bij toepassing van aluminium gelamineerde kunststof
buizen nabij het 25 kV tractiesysteem en op welke wijze ontoelaatbare beïnvloeding kan
worden voorkomen.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

5
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
2 EISEN EN UITGANGSPUNTEN
2.1 Elektrische beïnvloeding
Voor een aluminium gelamineerde kunststof buisleiding moet in het eventuele geval van een
parallelloop met een nabijgelegen hoogspanningsverbinding of 25 kV tractiesysteem rekening
worden gehouden met onderlinge elektrische beïnvloedingen. Er zijn drie
beïnvloedingsvormen waarmee in principe rekening moet worden gehouden, te weten
weerstands-, capacitieve en inductieve beïnvloeding:
• Weerstandsbeïnvloeding. Uitsluitend wanneer sprake is van een zeer kleine afstand tussen
het tractiesysteem en de aluminium gelamineerde kunststof buis en aanraakbare metalen
delen van deze buis kan dit mechanisme een rol van betekenis spelen. De afstand tussen
de buis en spoorlijn bedraagt in dat geval slechts enkele meters. Van belang is dat
onderscheid wordt gemaakt tussen ProRail installaties, die moeten voldoen aan NEN-EN
50122-1 en installaties van derden die moeten voldoen aan NPR2760.
• Capacitieve beïnvloeding. Hiervan kan uitsluitend sprake zijn bij een goed geïsoleerd,
bovengronds object op kleine afstand van het tractiesysteem. Voor de aluminium
gelamineerde kunststof buizen wordt uitgegaan van een ondergrondse ligging waardoor
geen rekening gehouden hoeft te worden met capacitieve beïnvloeding;
• Inductieve beïnvloeding. Hiermee moet rekening worden gehouden wanneer aluminium
gelamineerde kunststof buizen over enige lengte op kleine afstand parallel liggen aan het
tractiesysteem. De Unity Check voor buisleidingen geeft aan of er sprake kan zijn van
inductieve beïnvloeding (U.C. > 1).
2.2 Toetsing van overbruggingsspanningen op veiligheid
Voor het beoordelen van de veiligheid worden de overbruggingsspanningen conform
NPR 2760 en NEN-EN 50122-1 gehanteerd. De toelaatbare overbruggingsspanningen zijn in
de tabellen 1 en 2 gegeven als een functie van de tijdsduur dat deze spanning aanwezig is. De
tijdsduur varieert tussen continue spanningen (≥ 1 seconde) en kortstondige spanningen
veroorzaakt door foutsituaties in de beïnvloedingsbron.
Tabel 1, Toelaatbare overbruggingsspanningen volgens NPR 2760
afschakeltijd
[s]
Maximaal toelaatbare overbruggingsspanning categorie B
[V]
≤ 0,1 1500
0,2 750
0,3 500
0,5 300
≥ 1 50
Toelaatbare overbruggingsspanning bij werkzaamheden [V]
≥ 1 25
Bij het vaststellen van eventuele te nemen maatregelen wordt veelal uitgegaan van een
maximaal toelaatbare aanraakspanning van 25 V tijdens nominale bedrijfssituaties. Hiermee
wordt voorkomen dat voor uitvoering van werkzaamheden aanvullende, tijdelijke maatregelen
moeten worden genomen.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

6
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
Tabel 2, Toelaatbare aanraakspanningen volgens NEN-EN 50122-1
tijdsduur
Maximaal toelaatbare overbruggingsspanning
[s]
[V]
Kortdurend
Tijdelijk
Permanent
0,01 940
0,05 935
0,1 842
0,2 670
0,3 497
0,4 305
0,5 225
0,6 160
0,7 130
0,8 110
0,9 90
1,0 80
≤ 300 65
>300 60
>300 (werkzaamheden) 25
Afhankelijk van de eigenaar en de ligging van de aluminium gelamineerde buis moet worden
voldaan aan de eisen conform NPR 2760 of NEN-EN 50122-1. Indien de aluminium
gelamineerde buis in het beheersgebied van ProRail ligt en eigendom is van ProRail moet
worden voldaan aan de criteria volgens NEN-50122-1. In overige situaties moeten aluminium
gelamineerde buizen voldoen aan de eisen conform NPR 2760.
2.3 Gegevens tractiesysteem
In de beschouwingen is uitgegaan van een AT tractiesysteem. De in dit systeem voor
transport van elektrisch vermogen gebruikte geleiders zijn:
- rijdraden;
- negatieve feeders;
- lineaire aardkabels;
- equipotentiaalgeleiders;
- spoorstaven.
In bijlage A is een overzicht van het in de beschouwingen gehanteerde tractiesysteem
gegeven.
2.4 Bodemweerstand
Ten behoeve van het project Betuweroute zijn bodemweerstanden gemeten. De gemeten
waarden zijn opgenomen in Bijlage B. Voor gebruik in de Unity Check wordt voor het A-15
tracé een waarde van 60 Ω·m gehanteerd en voor het gebied nabij de Havenspoorlijn 20 Ω·m.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

7
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
2.5 Unity Check voor buisleidingen
Conform RLN 00134 kan met de Unity Check worden gecontroleerd of door inductieve
beïnvloeding van het tractiesysteem mogelijk een ontoelaatbare aanraakspanning of risico op
wisselstroombeïnvloeding op een buisleiding wordt veroorzaakt. Wanneer door het
tractiesysteem geen ontoelaatbare inductieve beïnvloeding kan worden veroorzaakt op het
betreffende object is de Unity Check kleiner dan 1. Indien de UC groter of gelijk is aan 1
bestaat de kans dat het betreffende object ontoelaatbaar wordt beïnvloed door het
tractiesysteem. Voor objecten met een UC groter of gelijk aan 1 moet in een nadere
beschouwing worden gecontroleerd of daadwerkelijk sprake is van ontoelaatbare
beïnvloeding op dit object. De Unity Check geeft hiermee de grenzen (combinaties lengte en
afstand) waarbuiten rekening moet worden gehouden met mogelijke beïnvloeding op
aluminium gelegeerde buisleidingen door het tractiesysteem.
De Unity Check voor buisleidingen wordt overeenkomstig RLN00134 beschreven door:
UC = 0,957*
L * I *[0,4314*log( ρ ) + 2,297−log(
d)]*
fa
* fb
* fc
* fd
* fe
waarbij geldt:
• L, variabel: lengte parallelloop buisleiding met 25 kV-spoor in km;
• d, variabel: gemiddelde onderlinge afstand tussen het hart van het buitenste 25
kV-spoor en de buisleiding in meter;
• I, vast: stroom. De volgende mogelijkheden zijn van toepassing:
– normaal bedrijf en corrosie: 1,
– kortsluitingen: 12;
• ρ, variabel: bodemweerstand in Ωm op circa 25 m diepte (zie paragraaf 2.4);
• f a , variabel: correctiefactor afhankelijk van de buisleidingloop. Bij het
beschouwen van de aluminium gelamineerde buizen is rekening gehouden met
een vaste waarde van 0,5 indien sprake is van een buisleiding zonder
detectiesysteem en 1 indien een detectiesysteem is toegepast;
• f b , variabel: correctiefactor afhankelijk van aanwezige installatiedelen; Bij het
beschouwen van de aluminium gelamineerde buizen is uitgegaan van worst –
case omstandigheden (buisleiding is aanraakbaar en er is sprake van uitvoering
van werkzaamheden) en is een waarde van 2 gehanteerd;
• f c , variabel: correctiefactor afhankelijk van het corrosierisico. Voor aluminium
gelamineerde buizen is dit niet van belang daar geen sprake is van een ferrometalen
buisleiding.
• f d , variabel: correctiefactor afhankelijk van buisleidingbekleding; Voor goed
isolerende buisleidingbekleding bedraagt deze 1;
• f e , variabel: factor afhankelijk van de bedrijfstoestand van het
tractievoedingssysteem. De volgende mogelijkheden zijn van toepassing:
– f e = x 1 / f c voor normaal bedrijf, waarbij x 1 de maximale
baanvakbelastingsstroom in kA per spoor ter plaatse is. In de beschouwing
is rekening gehouden met een waarde van 1.
– f e = 0,0232 / f b / f c voor kortsluiting;
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

8
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
2.6 Gegevens aluminium gelamineerde buisleidingen
Aluminium gelamineerde buisleidingen zijn kunststof leidingen waarin een aluminium
scherm is opgenomen. Deze leidingen zijn hierdoor onder meer geschikt om te worden
toegepast voor drinkwatertransport in een vervuilde omgeving. ProRail past dergelijke
leidingen toe voor drinkwatertransport en wisselverwarmingssystemen.
De leidingen hebben een diameter variërend van circa 14 tot 1200 mm en een (totale)
wanddikte van 2 tot 25 mm.
Voor de optredende beïnvloeding zijn de diameter en dikte van de aluminium buis van
belang. De diameter van het aluminium scherm ligt tussen 12 en circa 1190 mm, met een
wanddikte van ongeveer 0,1 tot 0,5 mm.
Verdeer gegevens van het aluminium scherm en de gebruikte kunststoffen zijn [2]:
- specifieke weerstand van het aluminium (ρ): 0,027 Ω mm 2 /m
- relatieve permeabiliteit van het aluminium (µ r ): 1,0000208
- oppervlakteweerstand van de PE mantel: > 10 13 Ω
- specifieke doorgangsweerstand van de PE mantel: > 10 16 Ω
- doorslagvastheid van de PE mantel: > 700 kV/cm
De dikte van de mantel buiten het aluminium scherm is afhankelijk van de buisdiameter en
bedraagt minimaal 1 mm en kan oplopen tot 10 mm. Hiermee zou de mantel in staat moeten
zijn om een spanning van circa 70 kV te weerstaan zonder doorslag. Rekening houdend met
veroudering van de mantel lijkt deze waarde aan de hoge kant, maar aangenomen mag worden
dat de maximale, conform NPR 2760 toelaatbare spanning van 1500 V door de mantel wordt
doorstaan.
De maximale handelslengte van dergelijke buisleidingen is 200 m (HAKATHEN, Egeplast:
100 m, leiding voor wisselverwarming: 50 m). Bij toepassing voor wisselverwarming worden
de buizen per lengte doorgelast, waarbij de mantel normaliter steeds elektrisch wordt
geïsoleerd met kunststof scheidingsringen.
Bij toepassing van bijvoorbeeld lekdetectie systemen worden voorzieningen getroffen om de
aluminium mantel bij buislassen elektrisch continue te verbinden. Ook bij toepassing in
drinkwatersystemen wordt met aluminium tape een “electrolas” gemaakt, waarbij de
schermen aan weerszijden van de koppeling elektrisch worden doorverbonden. In de
beoordeling moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van doorgelaste schermen
in geval van een lekdetectie systeem of drinkwaterleiding.
Normaliter worden geen voorzieningen getroffen om de schermen elektrisch door te
verbinden. Afbeelding 1 laat een opengewerkt verbindingsstuk zien waaruit duidelijk blijkt
dat het aluminium scherm isolerend is verbonden met de koppeling. Wanneer deze
koppelingen zijn toegepast is de maximale elektrische lengte van de buis begrensd tot zo’n
200 m.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

9
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
Afbeelding 1, opengewerkte koppeling aluminium gelamineerde buis.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

10
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
3 RISICO OP ONTOELAATBARE BEINVLOEDING
3.1 Algemeen
Onderscheid wordt gemaakt tussen toepassing van aluminium gelamineerde buis met of
zonder lekdetectie systeem. Bij toepassing van een lekdetectie systeem wordt bij iedere
koppeling van leidingdelen, een elektrische verbinding gemaakt tussen de aluminium
schermen aan weerszijden van de koppeling. Hierdoor kunnen grotere elektrisch continue
lengten worden verkregen.
3.2 Beïnvloeding op elektrisch gesegmenteerde Al gelamineerde buisleidingen
Een aluminium gelamineerde buisleiding heeft een maximale elektrisch continue lengte van
200 m. Met de Unity Check kan worden gecontroleerd of mogelijk ontoelaatbare
aanraakspanningen kunnen ontstaan.
Voor het beoordelen van de aluminium gelamineerde buisleidingen met de Unity Check (zie
2.5) is uitgegaan van:
UC = 0,957*
L * I *[0,4314*log( ρ ) + 2,297−log(
d)]*
f * f * f * f * f
a
b
c
d
e
waarbij geldt:
• L: 0,2 km, zijnde de maximale lengte (handelsmaat);
• d: 1 m;
• I: 1, normaal bedrijf is maatgevend;
• ρ, 60 Ωm (zie paragraaf 2.4);
• f a , 0,5: Vanwege de korte lengte en het ontbreken van aardingen;
• f b , 2: Uitgegaan wordt van werkzaamheden en aanraakbare delen;
• f c , 1: Risico op wisselstroomcorrosie wordt niet beschouwd;
• f d , 1: Zeer goed isolerende PE mantel waardoor geen reductie optreedt;
• fe, 1 / fc: nominaal bedrijf is maatgevend.
Vooral voor kleine afstanden tussen spoor en object geeft de Unity Check relatief grote
afwijkingen waarmee een aanmerkelijk grotere beïnvloeding wordt voorspeld dan op grond
van nauwkeurige berekeningen blijkt. Desondanks wordt met bovenstaande uitgangspunten
gevonden dat het resultaat van de Unity Check circa 0,59 is. Hiermee is vastgesteld dat er
door beïnvloeding van het 25 kV tractiesysteem geen ontoelaatbare spanningen kunnen
optreden op aluminium gelamineerde buisleidingen zonder lekdetectie systeem.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

11
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
3.3 Beïnvloeding op elektrisch doorverbonden Al gelamineerde buisleidingen
3.3.1 Te verwachten beïnvloeding op basis van de Unity Check
Een elektrisch doorverbonden aluminium gelamineerde buisleiding heeft een onbekende
elektrisch continue lengte, mogelijk veel groter dan 200 m. Bij toepassing van een lekdetectie
systeem is de leiding aan één zijde verbonden met aarde. Op grond van de Unity Check wordt
geconcludeerd dat hierdoor al bij lengten groter dan circa 170 m, bij een afstand tussen hart
buitenste spoor en buisleiding van 1 m, mogelijk ontoelaatbare spanningen door beïnvloeding
worden veroorzaakt:
UC = 0,957*
L * I *[0,4314*log( ρ ) + 2,297−log(
d)]*
f * f * f * f * f
a
b
c
d
e
waarbij geldt:
• L: 0,170 km, zijnde de lengte waarbij het resultaat van de Unity Check juist
kleiner is dan 1;
• d: 1 m;
• I: 1, normaal bedrijf is maatgevend;
• ρ, 60 Ωm (zie paragraaf 2.4);
• f a , 1: Vanwege de mogelijk aanwezige enkelzijdige aarding;
• f b , 2: Uitgegaan wordt van werkzaamheden en aanraakbare delen;
• f c , 1: Risico op wisselstroomcorrosie wordt niet beschouwd;
• f d , 1: Zeer goed isolerende PE mantel waardoor geen reductie optreedt;
• fe, 1 / fc: nominaal bedrijf is maatgevend.
Met bovenstaande uitgangspunten is het resultaat van de Unity Check 0,997.
3.3.2 Te verwachten beïnvloeding op basis van detailberekeningen
Omdat de beïnvloeding voor kleine afstanden tussen spoor en buis en rekening houdend met
de gegevens van de aluminium gelamineerde buisleidingen naar verwachting veel minder
ernstig is dan op grond van de Unity Check wordt verwacht, is met nauwkeurige
berekeningen de maximale lengte waarbij nog juist geen ontoelaatbare beïnvloeding optreedt
voor verschillende onderlinge afstanden berekend. De berekende lengte waarbij tijdens
normaal bedrijf een maximale spanning van 25 V bedraagt is berekend, rekening houdend
met:
- nominaal bedrijf in het tractiesysteem, AT-bedrijf;
- bodemweerstand 60 Ωm, hetgeen maatgevend is voor de Betuweroute;
- enkelzijdig geaarde aluminium buisleiding met:
o diameter 14 mm (kleinste diameter scherm is maatgevend voor buisleidingen
in de range 16 – 1200 mm diameter);
o wanddikte 0,4 mm;
o bekleding: 1 mm PE;
o verdere gegevens zie paragraaf 2.6.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

12
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
De lengte waarbij de maximale spanning op de buisleiding 25 V bedraagt, is berekend en
uitgezet tegen de afstand in afbeelding 2. De in de afbeelding gegeven kromme geeft aan
bij welke combinaties lengte en afstand onder ongunstige omstandigheden tijdens
nominaal bedrijf een maximale spanning van 25 V kan optreden. Voor combinaties onder
de aangegeven kromme kan niet worden uitgesloten dat ontoelaatbare aanraakspanningen
optreden. Voor combinaties boven de kromme is dit uitgesloten.
10000
afstand buis - hart buitenste spoor [m]
1000
100
10
U buis,max < 25 V
U buis,max > 25 V
1
0,1 1 10
Lengte parallel aan tractiesysteem [km]
Afbeelding 2, lengte en afstand waarbij beïnvloeding door 25 kV tractiesysteem op aluminium
gelamineerde buis mogelijk ontoelaatbaar is.
Uit de resultaten als gegeven in afbeelding 2 blijkt dat de beïnvloeding van het tractiesysteem
van de Betuweroute (Havenspoor en A-15 tracé) op aluminium gelamineerde buisleidingen
bij parallelle lengten tot circa 560 m (aluminium gelamineerde buisleidingen met
lekdetectiesysteem of toegepast als drinkwaterleiding) niet leidt tot ontoelaatbare
aanraakspanningen. Bij grotere parallelle lengten moet mogelijk rekening worden gehouden
met ontoelaatbare aanraakspanningen, een en ander afhankelijk van de precieze opstelling van
detectieapparatuur, de lengte van het te bewaken leidingdeel en de precieze leidingloop.
Indien het een leiding van ProRail betreft en de leiding ligt op spoorwegterrein mag rekening
worden gehouden met aanmerkelijk hogere aanraakspanningen. De lengte waarbij rekening
moet worden gehouden met mogelijk ontoelaatbare aanraakspanningen is voor dergelijke
leidingen aanmerkelijk groter (zie 2.2, tabel 2).
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

13
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
4 CONCLUSIE
Aluminium gelamineerde kunststof buizen worden niet ontoelaatbaar beïnvloed door het
25 kV tractiesysteem van de Betuweroute indien isolerende koppelingen worden toegepast.
Normaliter worden isolerende koppelingen toegepast, zodat de maximale lengte waarover de
buis wordt beïnvloed circa 200 m bedraagt (maximale handelsmaat van dergelijke leidingen).
Wanneer de koppelingen onjuist worden gemonteerd (isolerende ring wordt vergeten) of
wanneer bewust doorkoppelingen worden gemaakt (bijvoorbeeld bij toepassing lekdetectie
systeem of drinkwatersystemen) moet rekening worden gehouden met mogelijk ontoelaatbare
beïnvloeding op dergelijke buisleidingtypen. Dit zou onder omstandigheden mogelijk het
geval kunnen zijn bij parallel liggende aluminium gelamineerde buisleiding met een lengte
van meer dan 560 m. Aanbevolen wordt om bij toepassing van onafgebroken in de
lengterichting geleidend doorgelaste aluminium gelamineerde buisleidingen, gedetailleerd te
controleren of mogelijk maatregelen tegen ontoelaatbare aanraakspanningen moeten worden
getroffen.
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

14
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
BRONVERMELDING
[1] ProRail RLN00134, versie 1.4: “Beoordeling EMC tussen 25 kV / 50 Hz TEV en
installaties van derden”, d.d. 12-9-2005
[2] E-mail bericht van dhr. Wim de Groot (Conval) d.d. 13 februari 2006 met enkele
uitgangspunten betreffende aluminium gelamineerde buisleidingen.
[3] Documentatie Egeplast SLA buisleidingen
[4] Documentatie HAKATHEN buisleidingen
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

Bijlage A, Overzicht tractiesysteem
NS070301-R03 MJ
Afbeelding A1, Geometrie geleidersysteem gebogen palen
Afbeelding A2, Geometrie geleidersysteem rechte palen
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE

Bijlage A, Overzicht tractiesysteem
2
NS070301-R03 MJ
29 november 2007
Tabellen met te hanteren stroomsterkten per geleider (AT en RT)
10 kA kortsluiting Stroom [A] Fase [graden]
Rijdraad R-spoor: 10000.0 -180.0
Rijdraad P-spoor: 0.0 0.0
Negatieve feeder R-spoor 0.0 0.0
Negatieve Feeder P-spoor 0.0 0.0
Equipotentiaal geleider R-spoor: 2183.8 0.0
Equipotentiaal geleider P-spoor: 1160.2 0.0
Lineaire aarder R-spoor: 532.2 0.0
Lineaire aarder P-spoor: 375.2 0.0
Spoorstaaf R-spoor: 1048.1 0.0
Spoorstaaf R-spoor: 1133.7 0.0
Spoorstaaf P-spoor: 895.1 0.0
Spoorstaaf P-spoor: 829.9 0.0
Kabelbundel zijde R-spoor: 524.0 0.0
Kabelbundel zijde P-spoor: 371.1 0.0
stroom door aarde 946.7 0.0
1000 A AT-bedrijf lange secties: Stroom [A] Fase [graden]
Rijdraad R-spoor: 193.0 -170.0
Rijdraad P-spoor: 193.0 -170.0
Negatieve feeder R-spoor 190.0 -176.0
Negatieve Feeder P-spoor 190.0 -176.0
Equipotentiaal geleider R-spoor: 143.0 14.0
Equipotentiaal geleider P-spoor: 143.0 14.0
Lineaire aarder R-spoor: 33.0 10.0
Lineaire aarder P-spoor: 33.0 10.0
Spoorstaaf R-spoor: 50.0 -1.0
Spoorstaaf R-spoor: 50.0 0.0
Spoorstaaf P-spoor: 50.0 -1.0
Spoorstaaf P-spoor: 50.0 0.0
Kabelbundel zijde R-spoor: 30.0 9.0
Kabelbundel zijde P-spoor: 30.0 9.0
stroom door aarde 154.6 1.0
langdurige gemiddelde belasting Stroom [A] Fase [graden]
Rijdraad R-spoor: 83.7 -170.0
Rijdraad P-spoor: 83.7 -170.0
Negatieve feeder R-spoor 81.8 -176.0
Negatieve Feeder P-spoor 81.8 -176.0
Equipotentiaal geleider R-spoor: 63.9 14.0
Equipotentiaal geleider P-spoor: 63.9 14.0
Lineaire aarder R-spoor: 14.3 10.0
Lineaire aarder P-spoor: 14.3 10.0
Spoorstaaf R-spoor: 22.4 -1.0
Spoorstaaf R-spoor: 22.4 0.0
Spoorstaaf P-spoor: 22.4 -1.0
Spoorstaaf P-spoor: 22.4 0.0
Kabelbundel zijde R-spoor: 13.7 9.0
Kabelbundel zijde P-spoor: 13.7 9.0
PETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETERSBURGPETE