15.11.2014 Views

het artikel - Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

het artikel - Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

het artikel - Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BALANCEREND NAAR EEN EVENWICHT:<br />

Energieneutrale gebouwen en<br />

In de komende jaren gaat Nederland steeds energiezuiniger<br />

bouwen. Uiteindelijk moet dit in 2020 leiden tot energieneutraal<br />

op <strong>het</strong> gebouwgebonden energiegebruik. Dat ligt<br />

vast in Europees en Nederlands overheidsbeleid. Ook bij<br />

renovaties leveren vergaande energiebesparingsmaatregelen<br />

belangrijke voordelen op. Woningen en gebouwen kunnen<br />

hierdoor de concurrentie weer aan en de huisvestingskosten<br />

blijven aanvaardbaar voor de gebruiker. Maar om energieneutrale<br />

gebouwen<br />

te realiseren, zijn ingrijpende<br />

wijzigingen in<br />

<strong>het</strong> ontwerpproces<br />

onvermijdelijk.<br />

Auteurs:<br />

Eric Willems (l) en Erwin Roijen<br />

Figuur 1. Impressie van een gebouw in<br />

De Wijk van Morgen.<br />

EXERGIEBENADERING<br />

De tweede hoofdmethode die als basis<br />

geschikt is voor energieneutraal bouwen<br />

is de exergiebenadering. De centrale gedachte<br />

achter de exergiebenadering is dat<br />

de kwaliteit van de aangeboden energie<br />

zoveel mogelijk aansluit bij de kwaliteit<br />

van de gevraagde energie III . Ook bij de<br />

exergiebenadering is vraagbeperking <strong>het</strong><br />

belangrijkst (stap 1 van de Trias Energetica).<br />

Maar daarna speelt de stedenbouwkundige<br />

situatie een rol: de vraag of er<br />

met actieve en passieve zonnewarmte<br />

laagwaardige (rest)warmte in de omgeving<br />

beschikbaar is (stap 2 van de Trias Energeningen<br />

te ontwerpen. De eerste methode<br />

is passiefbouwen. Zowel voor nieuwbouw<br />

als voor bestaande bouw maken we<br />

optimaal gebruik van stap één in de Trias<br />

Energetica: beperk de energievraag door<br />

bouwkundige maatregelen (extra isoleren,<br />

zeer luchtdicht bouwen, geïsoleerde<br />

ramen, deuren en kozijnen voorzien van<br />

HR+++ (drievoudig) glas) en geen koudebruggen.<br />

Hierin staat de bouwkunde<br />

centraal. Daarnaast maakt <strong>het</strong> concept<br />

gebruik van HR-ventilatie met wtw en<br />

zomernachtventilatie. Een gecertificeerde<br />

bepalingsmethode is PHPP-NL. Voorbeeldprojecten<br />

zijn <strong>het</strong> Columbuskwartier te Almere,<br />

de Wijk van morgen te Heerlen en de<br />

Bestaande wijk van Morgen te Kerkrade II .<br />

Illustratie kan echt<br />

niet groter. Kwaliteit<br />

is beroerd (er moet<br />

een betere zijn)<br />

Naarmate een gebouw energiezuiniger<br />

wordt, neemt de onderlinge samenhang<br />

tussen bouwkundige, bouwfysische en<br />

installatietechnische eigenschappen<br />

enerzijds, en de prestaties van <strong>het</strong> energieverbruik,<br />

comfort en gebruikersgemak<br />

anderzijds, toe. Dit vraagt om een integrale<br />

aanpak (integraal ontwerpen) en een<br />

benadering vanuit concepten. Bovendien,<br />

om energieneutrale projecten tot stand te<br />

brengen is ook een proces- en systeeminnovatie<br />

nodig. Deze innovatie zal zich bij<br />

energieneutrale gebouwen nadrukkelijk<br />

richten op de interactie met de omgeving.<br />

Naast <strong>het</strong> oogsten van duurzame energie<br />

zal dit ook bestaan uit <strong>het</strong> slim uitwisselen<br />

van energie tussen gebouwen en duurzame<br />

bronnen.<br />

ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW<br />

Bij gebrek aan een eensluidende, algemeen<br />

geaccepteerde definitie gaan we hier<br />

ervan uit dat energieneutraal gelijk is aan<br />

een fossiel energieverbruik van nul over<br />

een jaar gemeten. Dan blijkt al snel dat<br />

energieneutrale gebouwen nog steeds fossiele<br />

brandstoffen kunnen gebruiken, mits<br />

zij dit op een ander moment compenseren<br />

met de opwekking van duurzame energie.<br />

In de praktijk zijn woningen met een EPC<br />

van circa 0,3 [-] al energieneutraal te maken<br />

door eigen opwekking van duurzame<br />

energie I . Daarbij mist de EPC-berekening<br />

de componenten gebruikersgebonden en<br />

materiaalgebonden energieverbruik, die<br />

we dus nog apart moeten beoordelen.<br />

Er zijn twee hoofdmethoden om deze wo-<br />

I<br />

Energieneutraal Bouwen, hoe doe je dat?; versie 04-10-2010; AgentschapNL; Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer<br />

II<br />

www.DeWijkvanMorgen.nl; Columbuskwartier Almere, BAM/<strong>Cauberg</strong>-<strong>Huygen</strong> 2010<br />

III<br />

Exergiewaarde biedt inzicht in duurzaamheid; E.J.A. Roijen; VV+; juli/augustus 2008<br />

26 ISSO ThemaTech - april 2012 - Energieneutraal Bouwen


smart grids<br />

tica). Tot slot gaat <strong>het</strong> in deze methode om satie van ventilatorenergie voor ventilatie,<br />

de afstemming van de technische installaties<br />

op de beschikbaarheid van laagwaartoetreding<br />

en verdiepingshoogte. Voor<br />

optimalisatie glaspercentage, daglichtdige<br />

warmte. De interactie tussen gebied gebouwgebonden zonne-energie is een<br />

en installatie staat centraal. Voorbeelden kantoorgebouw minder geschikt door<br />

zijn <strong>het</strong> mijnwaterproject in Heerlen en <strong>het</strong> meestal beperkte, nuttig te gebruiken<br />

Rijnenburg in Utrecht IV .<br />

dakoppervlak of door de schaduwwerking<br />

Om deze gebouwen vervolgens energieneutraal<br />

te maken zal in een all-electric<br />

op gevels door omliggende gebouwen.<br />

situatie nog zeker 40 kWhe/m 2 uit duurzame<br />

bronnen gehaald moeten worden. kelijker te kijken naar vraagbeperking van<br />

Daarom ligt <strong>het</strong> voor de hand om nadruk-<br />

Dit kan grotendeels met zonne-energie, gebruikersafhankelijk gebouwgebonden<br />

mits smart grids de mismatch in vraag en energiegebruik (GAGE) zoals buitenverlichting,<br />

liften, maar ook <strong>het</strong> gebruikers-<br />

zonaanbod corrigeren.<br />

afhankelijke energiegebruik (GA) zoals ict,<br />

ENERGIENEUTRALE KANTOREN<br />

huisdrukkerijen en keukenapparatuur.<br />

Zoals ook uit de berekeningen aan energieconcepten<br />

voor kantoorgebouwen V blijkt, energienul kantoorgebouw dat kunnen<br />

Willen we naar een op jaarbasis netto<br />

lijkt <strong>het</strong> er op dat bij een EPC van 0,75 de we voor deze energieposten niet om<br />

rek uit <strong>het</strong> energiezuinig ontwerpen op vraagbeperking en de inzet van duurzame<br />

vraagbeperking wel is bereikt. Binnen de bronnen heen. In energiezuinige kantoren<br />

kwaliteits- en comforteisen (temperatuur, bedraagt <strong>het</strong> aandeel van GAGE en GA al<br />

tocht, verlichting, enzovoorts) leveren snel meer dan 55% van <strong>het</strong> totale primaire<br />

zaken als extra thermisch isoleren en<br />

energiegebruik (zie figuur 2).<br />

warmteterugwinning nauwelijks nog iets<br />

op. Op basis van investeringskosten zijn er Voor de kantoorgebouwen is specifiek<br />

nog tal van optimalisatiemogelijkheden. bekeken welke kansen gebouwgebonden<br />

Denk hierbij aan de reductie van <strong>het</strong> op photovoltaïsche (pv)-cellen en windenergie<br />

hebben, in eerste instantie in dakop-<br />

te stellen koelvermogen (zoals beperking<br />

capaciteit van de wko-bronnen), optimalistelling.<br />

Beperkte plaatsing van pv-pane-<br />

Figuur 2. Verdeling van energieposten van een kantoorgebouw met EPC=0,75.<br />

len aan de gevel reduceert <strong>het</strong> rendement<br />

met circa 50%. Daarnaast leidt de verticale<br />

opstelling tot een oriëntatierendement van<br />

minimaal 70%. Op de zuidgevel bedraagt<br />

<strong>het</strong> totale rendement circa 35% van <strong>het</strong><br />

maximale rendement. Zelfs bij een verdere<br />

doorontwikkeling van de pv-techniek blijven<br />

de opbrengsten beperkt. Daar ligt dan<br />

ook een voorname reden om voor opwekking<br />

van duurzame stroom te zoeken naar<br />

gebiedsoplossingen VI VII .<br />

VOORWAARDEN VOOR INTEGRAAL<br />

ONTWERPEN<br />

Uit <strong>het</strong> voorgaande blijkt dat ontwerpen<br />

van energieneutrale gebouwen een<br />

andere aanpak vereist dan <strong>het</strong> ‘stapelen’<br />

of ‘toevoegen’ van energiebesparende<br />

maatregelen en duurzame energie in een<br />

project. Het gaat juist om een integrale<br />

aanpak, die al begint bij de eerste ideeën<br />

rond een project. Naarmate <strong>het</strong> gebouw<br />

energiezuiniger wordt, neemt de onderlinge<br />

samenhang toe op <strong>het</strong> gebied van:<br />

1. energiebesparende maatregelen en<br />

duurzame energie (onderlinge verhouding);<br />

2. energiebronnen en lokale omstandigheden/kenmerken<br />

(mogelijkheden<br />

voor energie uit wind, zon, bodem,<br />

water, restwarmte en biomassa);<br />

3. bouwkundige, bouwfysische en installatietechnische<br />

aspecten en maatregelen;<br />

4. thema’s als comfort, binnenklimaat en<br />

gebruiksgemak;<br />

5. investeringskosten en gebruikskosten.<br />

In de toekomst zullen materiaalgebonden<br />

energie en gebruik van grondstoffen steeds<br />

belangrijker worden, omdat die een groter<br />

deel van de totale energievraag gaan vormen<br />

naarmate gebouwen in de gebruiksfase<br />

minder energie gebruiken. Hierop<br />

gaan we echter in dit <strong>artikel</strong> niet verder in.<br />

IV<br />

www.remining-lowex.org V E. Willems; TVVL Magazine: Energieneutrale kantoren? Kijk eens om je heen! 2010<br />

VI<br />

UKP NESK: Unieke Kansen Programma Naar Energieneutrale Scholen en Kantoren 2009<br />

VII<br />

UKP NESK-rapporten Energieneutrale Kantoorgebouwen, in opdracht van IPMMC, 2009<br />

27


INTEGRATIE VAN GEBOUW MET GEBIED<br />

Vanuit <strong>het</strong> gebouw en vanuit <strong>het</strong> gebied<br />

kunnen windenergie en zonne-energie in<br />

grote mate voorhanden zijn, maar geregeld<br />

niet op tijden dat er energievraag optreedt.<br />

Het opheffen van deze ongelijktijdigheid<br />

van energievraag en aanbod van duurzame<br />

bronnen kan door <strong>het</strong> opslaan van energie<br />

in tijden van overschot en <strong>het</strong> voeren van<br />

voorraadbeheer ten tijde van schaarste.<br />

Men kan in verschillende cycli energie bufferen<br />

in relevante energiehoeveelheden:<br />

dagcyclus, warmte en koude bufferen in<br />

vaten of in de constructie met betonkernactivering<br />

en/of Phase Change<br />

Materials (PCM’s)<br />

seizoenscyclus, <strong>het</strong> bufferen van warmte<br />

en koude in de bodem via wko-grondwatersystemen<br />

dag en seizoenscyclus: Nog niet<br />

commercieel beschikbaar: compacte<br />

thermochemische materialen (TCM)<br />

voor warmteopslag van zonne-energie<br />

en opslag van duurzame elektriciteit uit<br />

zonne-energie in auto-accu’s en nog te<br />

ontwikkelen technieken.<br />

UITWISSELEN VAN ENERGIESTROMEN<br />

In Europa wekken we duurzame energie<br />

op via een breed scala aan energiedragers<br />

zoals wind, zon, biomassa en waterkracht.<br />

Het op grote schaal uitwisselen van energie<br />

kan, als <strong>het</strong> gaat om elektriciteit, uitstekend<br />

via een transportnet dat in Europa<br />

al aanwezig is, en nog verder zal worden<br />

uitgebreid. Ook handelen marktpartijen op<br />

een Europese markt (APX stroombeurs) in<br />

elektrisch vermogen en elektriciteit. Voor<br />

een enkel kantoorgebouw (zelfs een zeer<br />

groot kantoorgebouw is nog geen speler<br />

op de APX stroombeurs), kan de prijsvorming<br />

op dit net als een markt van volledige<br />

mededinging worden beschouwd.<br />

Onder de juiste voorwaarden is <strong>het</strong><br />

realiseren van gebouwgebonden opslag<br />

van elektriciteit (accu’s) overbodig. Deze<br />

voorwaarden zullen in de komende jaren<br />

voor de zakelijke markt en de woningbouw<br />

beschikbaar komen. Daarbij gaat <strong>het</strong> om:<br />

goede en slimme bemetering die de<br />

energievraag snel op <strong>het</strong> wisselende<br />

aanbod van duurzame (goedkope) elektriciteit<br />

kan afstemmen;<br />

voorspellen van duurzaam aanbod<br />

waardoor opslag in warmte en koude via<br />

elektriciteit kan plaatsvinden.<br />

Deze voorwaarden zijn onderdeel van <strong>het</strong><br />

zogenaamde smart grid, dat een tweeledig<br />

doel heeft:<br />

<strong>het</strong> voorkomen van uitbreiding van de<br />

huidige netcapaciteit bij een toename<br />

van <strong>het</strong> elektrisch energiegebruik;<br />

<strong>het</strong> kunnen matchen (balanceren) van<br />

vraag en aanbod van duurzaam energie.<br />

De slimme energiemeter ‘avant la lettre’<br />

is de bekende dubbeltariefmeter die dagen<br />

nachttarief kan onderscheiden. Deze<br />

meter zal interactief worden met naar<br />

keuze korte af langere tijd- en prijsvensters.<br />

Kema is ruim een jaar geleden een eerste,<br />

kleinschalig smart grid experiment gestart<br />

bij een aantal woningen in de gemeente<br />

Hoogkerk in Groningen VIII .<br />

ENERGIENEUTRAAL MET<br />

VIJF-STAPPEN-VISIE<br />

Het ontwerpen van energieneutrale<br />

gebouwen vergt meer dan een triasenergetica.<br />

Ook energieopslag en duurzame<br />

bronnen uit de omgeving zijn niet<br />

onderscheidend voor deze methode. Voor<br />

een energieneutrale gebouwde omgeving<br />

ontstaat de behoefte aan een fundamenteel<br />

andere ontwerpsystematiek, die<br />

bestaat uit de volgende vijf stappen:<br />

1. Energievraag beperken. Voorkomen is<br />

beter dan genezen blijft de basis.<br />

2. Duurzame bronnen inzetten. Dit zijn de<br />

Figuur 3.<br />

De vijf-stappen- visie in<br />

beeld (Erik Willems).<br />

Energieuitwisseling via<br />

buffering van energie<br />

enige energiebronnen die voorhanden<br />

zijn, vanzelfsprekend komen ze daardoor<br />

in de tweede stap.<br />

3. Bufferen van warmte en koude. Buffering<br />

op de tijdschaal van dag (constructie,<br />

PCM) van week (PCM) en seizoen<br />

(wko, thermochemische warmteopslag)<br />

is toepasbaar om vraag en aanbod<br />

van duurzame warmte (zon, geothermie,<br />

wind via warmtepomp) en koude<br />

(grondwater, koude via wind, sorptiekoeling)<br />

bij elkaar te brengen.<br />

4. Markt met vele aanbieders van duurzame<br />

elektriciteit. Zoals uit de berekeningen<br />

is gebleken kan een gebouw<br />

onmogelijk op eigen terrein in de eigen<br />

elektriciteitsbehoefte voorzien, zelfs<br />

na vergaande vraagbeperking. Het<br />

ligt daarom zeer voor de hand om de<br />

energieopwekking buiten <strong>het</strong> eigen<br />

terrein te combineren met de behoefte<br />

van anderen. Daarmee komen we bij<br />

de geboorte van <strong>het</strong> smart grid voor<br />

elektriciteit, warmte en zelfs gas.<br />

5. Gebruik fossiele brandstoffen als backup<br />

voor noodgevallen of in tijden van<br />

schaarste van duurzame bronnen.<br />

GEBOUWMAATREGELEN OF<br />

GEBIEDSMAATREGELEN?<br />

Vanuit duurzame gebouwen volgt bijna<br />

vanzelfsprekend de relatie met duurzame<br />

gebieden. Met een rekentool6 is <strong>het</strong> mogelijk<br />

om voor gebouwen en hun omgeving<br />

te bepalen welke energie-uitwisseling<br />

men zou kunnen kiezen. In figuur 4 is een<br />

Maximale inzet duurzame<br />

energiebronnen<br />

Gebiedsopwekking en<br />

uitwisseling duurzame<br />

elektriciteit via smart-grid<br />

Energievraag<br />

gebouw(en)<br />

Beperken energievraag<br />

Fossiel<br />

energiegebruik<br />

VIII<br />

Internationale primeur slimme energienetten in Hoogkerk, Persbericht Kema 8 maart 2010<br />

28 ISSO ThemaTech - april 2012 - Energieneutraal Bouwen


Figuur 4. Opzet van een gebiedsrekenschema uit transep-dgo IX .<br />

rekenschema te zien waarin men rekening<br />

houdt met energiegebruikers en energieproductie-eenheden.<br />

De volgende ontwerpopgave<br />

betreft <strong>het</strong> uitwerken van deze<br />

tool waarbij men uitgaat van de energieconcepten<br />

die worden ontwikkeld binnen<br />

de vijf-stappen-visie. Binnen transep-dgo6<br />

zal hiervoor een eerste aanzet worden<br />

gegeven.<br />

Gezien de geringe invloed op de verlaging<br />

van <strong>het</strong> energiegebruik door verregaande<br />

bouwfysische maatregelen, zoals gebouwvorm,<br />

extra isolatie, bijzondere gevels, ontstaat<br />

er meer bereidheid voor <strong>het</strong> verschuiven<br />

van kosten van <strong>het</strong> gebouw naar de<br />

technische installaties voor de benutting<br />

van duurzame energiebronnen. Omdat<br />

er voor goed geïsoleerde gebouwen met<br />

efficiënte apparatuur voldoende winbare<br />

duurzame bronnen in de omgeving aanwezig<br />

zijn, vergroot dit de ontwerpvrijheid.<br />

Bovendien vragen installaties voor duurzame<br />

energiebronnen slechts financiering<br />

en onderhoudskosten (en dus geen inkoop<br />

van fossiele brandstof) waardoor exploitatie<br />

op termijn goedkoper is dan de huidige<br />

installaties op fossiele brandstoffen.<br />

THEORIE VERSUS PRAKTIJK<br />

Smart grids voor elektriciteit, warmte/<br />

koude en gas vormen een randvoorwaarde<br />

voor energieneutraal bouwen. Technisch<br />

gezien kan <strong>het</strong> bestaande elektriciteitsnetwerk<br />

tot 30% worden belast door decentrale,<br />

fluctuerende opwekkers. Bij een<br />

grotere inzet van bijvoorbeeld zon-pv en<br />

wkk’s zijn regeltechnische aanpassingen<br />

vereist X . De vergaande vraagreductie van<br />

nieuwe gebouwen maakt de economische<br />

haalbaarheid van warmte- en koudenetten<br />

echter steeds lastiger. Maar bi-directionele<br />

warmte- en koudenetten bieden meer<br />

perspectieven voor wat betreft financiële<br />

exploitatie.<br />

De relatief kleine hulp van buitenaf die<br />

gebouwen nodig hebben om energieneutraal<br />

te worden, vergt vaak hoge<br />

investeringen. Voor de uitwisseling van<br />

elektriciteit kunnen particuliere huishoudens<br />

al gebruik maken van de wettelijke<br />

salderingsmogelijkheid, maar voor alle<br />

andere gebruikers zonder ‘eigen’ elektriciteitsnetwerk<br />

is elektriciteitsuitwisseling<br />

door teruglevering aan <strong>het</strong> publieke net<br />

financieel onaantrekkelijk. Bestaande<br />

financiële en juridische structuren moeten<br />

niet worden onderschat bij <strong>het</strong> zoeken<br />

naar een optimaal evenwicht tussen energieneutrale<br />

gebouwen en smart grids.<br />

BEHEER EN EXPLOITATIE<br />

Het realiseren van de berekende besparingen<br />

zijn haalbaar door een kwaliteitsverbetering<br />

van ontwerp en realisatie en in de<br />

exploitatiefase. Daarvoor is een transitie<br />

nodig in besluitvorming en energieconcepten,<br />

om deze potentie te kunnen<br />

benutten. In alle andere gevallen zal er<br />

ongecontroleerd duurzaam opgewekte<br />

energie worden geproduceerd zonder aanwijsbare<br />

bestemming. Deze visie op een<br />

dergelijk wijze van toekomstig bouwen is<br />

uitgewerkt in de EOS-Transep-DGO XI .<br />

Over de auteurs:<br />

Ir. Eric Willems is adviseur bij <strong>Cauberg</strong>-<strong>Huygen</strong><br />

<strong>Raadgevende</strong> <strong>Ingenieurs</strong> en lid van de AdviesGroep<br />

Nieuwbouw Breeam-NL/DGBC.<br />

Ing. Erwin Roijen is adviseur bij <strong>Cauberg</strong>-<strong>Huygen</strong><br />

<strong>Raadgevende</strong> <strong>Ingenieurs</strong>.<br />

IX<br />

EOS-LT Transep-dgo 2009-2013, www.duurzamegebiedsontwikkeling.nl<br />

X<br />

Opgewekt door de buurt – smartgridonderzoek in Nederland; Prof. Ir. Lou van der Sluis; TU Delft Library; december 2011<br />

XI<br />

Willems ir. E.M.M., ir. F. de Haas, Duurzame gebiedsontwikkeling: neem de regie! Stedebouw & Architectuur, februari 2010<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!