12.11.2014 Views

Arbeidsreglement VAPH - Bestuurszaken

Arbeidsreglement VAPH - Bestuurszaken

Arbeidsreglement VAPH - Bestuurszaken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />

Intern Verzelfstandigd Agentschap met Rechtspersoonlijkheid<br />

Maatschappelijke zetel:<br />

Sterrenkundelaan 30<br />

1210 BRUSSEL<br />

ARBEIDSREGLEMENT<br />

Versie 3 van 26.10.2011<br />

Nummer van neerlegging bij de Inspectie van Sociale Wetten:


3<br />

Aard van de instelling: Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (<strong>VAPH</strong>)<br />

werd opgericht bij decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd<br />

agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />

(B.S. 11 juni 2004).<br />

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap is een intern verzelfstandigd<br />

agentschap met rechtspersoonlijkheid (art. 3 van het decreet van 7 mei 2004).<br />

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap is krachtens het oprichtingsdecreet en<br />

behoudens andersluidende bepalingen onderworpen aan de wet van 16 maart 1954 betreffende<br />

de controle op sommige instellingen van openbaar nut (art. 35 van het decreet van 7 mei 2004).<br />

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bestaat sinds 1 april 2006 en is de<br />

rechtsopvolger van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.<br />

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap staat onder controlebevoegdheid van<br />

de Vlaamse minister die welzijn in zijn bevoegdheid heeft (wet van 16 maart 1954 betreffende de<br />

controle op sommige instellingen, of elke andere bepaling die ze mocht wijzigen).<br />

Ondernemingsnummer: 887.164.275


4<br />

TITEL 1 – DEFINITIES EN TOEPASSINGSGEBIED.<br />

Art. 1. Voor de toepassing van het arbeidsreglement wordt verstaan onder:<br />

1° werkgever / instelling: Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;<br />

2° VPS: Vlaams PersoneelsStatuut of Raamstatuut of Besluit van de<br />

Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende<br />

vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de<br />

diensten van de Vlaamse overheid;<br />

3° personeel: de ambtenaren, de ambtenaren op proef en de contractuele<br />

personeelsleden van het <strong>VAPH</strong>;<br />

4° personeelslid: elk lid van het personeel;<br />

5° ambtenaar: elk personeelslid dat toegelaten is tot de proeftijd met het<br />

oog op een vaste benoeming of dat in vast dienstverband<br />

benoemd is;<br />

6° contractueel personeelslid: elk personeelslid dat in dienst genomen is met een<br />

arbeidsovereenkomst overeenkomstig de wet van 3 juli<br />

1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;<br />

7° de leidend ambtenaar: de administrateur-generaal;<br />

8° afdelingshoofd: elk personeelslid dat belast is met de leiding van een<br />

afdeling;<br />

9° diensthoofd: de personen en hun vervangers vermeld in bijlage 11 (voor<br />

alle artikelen van het arbeidsreglement behalve artikel 30 en<br />

31) en bijlage 12 (voor artikel 30 en 31 van het<br />

arbeidsreglement) ;<br />

10° afdeling: Managementondersteuning, Inschrijvingen en<br />

doelgroepenbeheer, Ondersteuning en doelgroepenbeleid,<br />

Zorg, Organisatie en Beleid<br />

11° administratieve standplaats de stad of de gemeente waar het personeelslid hoofdzakelijk<br />

zijn ambt uitoefent;<br />

12° externe: werknemer die geen contractueel of vastbenoemd<br />

personeelslid van het <strong>VAPH</strong> is, maar voor rekening van<br />

een derde werkgever onder het gezag en op een<br />

vestigingsplaats van het <strong>VAPH</strong> werkt.<br />

13° hij: zij/hij (Bij conventie wordt het mannelijk voornaamwoord<br />

gebruikt dat evenwaardig op personeelsleden van beide<br />

geslachten doelt)


5<br />

14° organisatorische eenheid: dienst of cel<br />

15° leidinggevende : de diensthoofden en alle andere personeelsleden die leiding<br />

hebben over een organisatorische eenheid en die<br />

overeenkomstig hun functiebeschrijving leidinggevende<br />

taken hebben<br />

Artikel 2 § 1. Dit arbeidsreglement is van toepassing op alle statutaire en contractuele<br />

personeelsleden.<br />

§ 2. Dit arbeidsreglement is eveneens van toepassing op de jobstudenten en de externen, tenzij<br />

anders vermeld.<br />

§ 3. De bepalingen van dit arbeidsreglement gelden ook voor het personeelslid dat zijn prestaties<br />

verricht op een andere vestigingsplaats dan de administratieve standplaats.<br />

§ 4. De statutaire of contractuele bepalingen hebben voorrang indien de bepalingen van dit<br />

arbeidsreglement tegenstrijdig zouden zijn met het VPS.<br />

§ 5. De werkgever en de personeelsleden, voor zover deze laatsten een exemplaar hebben<br />

ontvangen, zijn gebonden door de bepalingen die in het arbeidsreglement voorkomen en zijn<br />

ertoe gehouden ze na te leven.<br />

§ 6. In individuele gevallen kan worden afgeweken van één of meerdere bepalingen van dit<br />

arbeidsreglement. Deze afwijking moet, na overleg, schriftelijk vastgelegd worden tussen<br />

werkgever en personeelslid.<br />

§ 7. Het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd :<br />

- electronisch via het intranet onder de rubriek ‘ondersteunend / personeel’<br />

- papieren versie : in te kijken op de personeelsdienst.<br />

TITEL 2. – ALGEMENE BEPALINGEN<br />

Art. 3 Alle personeelsleden oefenen, uitgezonderd wanneer zij in opdracht zijn, hun arbeid uit<br />

op hun standplaats, zoals vastgesteld met inachtneming van de bepalingen van het VPS.<br />

Mits akkoord van de leidend ambtenaar kunnen sommige categorieën van personeelsleden in<br />

functie van de organisatie van het werk, vrijgesteld worden van de verplichting vastgesteld in het<br />

eerste lid.


6<br />

TITEL 3. – WERKTIJDREGELING.<br />

Hoofdstuk 1 – Arbeidsduur en werkrooster<br />

Afdeling 1 – Algemene bepalingen<br />

Art. 4. De arbeidsduur is geregeld door de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van<br />

sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, zoals deze zal<br />

worden gewijzigd.<br />

Art. 5 § 1. Een gemiddelde arbeidsweek omvat vijf werkdagen: maandag, dinsdag, woensdag,<br />

donderdag en vrijdag en bedraagt voor een voltijds personeelslid 38 uur.<br />

De gewone dagprestatie bedraagt 7.36 uur, een halve dagprestatie 3.48 uur. Deze tijdsduur wordt<br />

ook in rekening gebracht bij vakantie, ziekte, enz...<br />

Op het einde van elke maand wordt het aantal gepresteerde uren verrekend door een vergelijking<br />

te maken met de referentietijd die, voor een voltijdse tewerkstelling, 7.36 uur x het aantal<br />

arbeidsdagen bedraagt.<br />

§ 2. Het personeelslid dat deeltijds werkt, vermindert de arbeidsduur in ofwel halve dagen, ofwel<br />

in hele dagen.<br />

Enkel de ambtenaar met verlof voor deeltijdse prestaties kan de arbeidsduur verminderen in uren.<br />

Voor de personeelsleden met deeltijdse prestaties worden de per dag te verrichten gemiddelde<br />

prestaties in verhouding verminderd.<br />

§ 3. De verplichte rusttijd tijdens de middag bedraagt minimaal 30 minuten. De rusttijd tijdens<br />

de middag geldt niet als arbeidstijd.<br />

§ 4. Indien het personeelslid in een kalendermaand minstens één dag effectieve arbeidsprestaties<br />

verricht, heeft hij recht op een vermeerdering van zijn saldo met 60 minuten voor vertragingen<br />

op de weg naar het werk. Dit betekent dat de personeelsleden met effectieve prestaties<br />

maandelijks automatisch een forfait van 1 uur als werktijd aangerekend krijgen, maar dat de<br />

vertragingen op de weg naar het werk niet geregulariseerd worden, tenzij zij afzonderlijk meer<br />

dan 30 minuten voor het gebruik van het openbaar vervoer of 60 minuten bij andere<br />

transportmodi bedragen in vergelijking met hun normale uur van aankomst. Als normaal uur van<br />

aankomst geldt het gemiddelde van de laatste 5 “komen”–boekingen ‘s morgens.<br />

Art. 6 § 1. De maximumduur die voor een dagprestatie wordt aangerekend bedraagt 9.00 uur. De<br />

maximumduur voor een halve dagprestatie bedraagt 5.12 uur.


7<br />

§2. De tijd voor 7.30 uur en na 18 uur kan niet als prestatie worden beschouwd, tenzij het<br />

diensthoofd bij wijze van uitzondering vraagt bijkomende uren te presteren, zoals bepaald in<br />

art. 22 van dit reglement.<br />

Op vraag van het personeelslid kan de leidend ambtenaar in uitzonderlijke, individuele gevallen<br />

een afwijking toestaan gedurende een welbepaalde beperkte periode. De regeling, zoals bepaald in<br />

art. 22 van dit reglement, is dan van toepassing.<br />

Art. 7. § 1. Er zijn twee soorten werktijdregelingen nl. een variabele werktijdregeling en<br />

specifieke werktijdregelingen.<br />

§ 2. De personeelsleden zijn onderworpen aan de variabele werktijdregeling met uitzondering<br />

van diegenen die om redenen inherent aan hun functie, aan een specifieke werktijdregeling zijn<br />

onderworpen.<br />

Art. 8. De leidend ambtenaar kan aan bepaalde personeelsleden een specifieke werktijdregeling<br />

opleggen: indien de aanwezigheid omwille van dienstredenen tijdens de opgelegde uren vereist is<br />

of indien misbruiken of pogingen tot vervalsing worden vastgesteld.<br />

Art. 9. Mogelijke aanvragen tot afwijking van de werktijdregeling dienen langs hiërarchische weg<br />

bij het afdelingshoofd, en bij afwezigheid de leidend ambtenaar, ingediend te worden, voldoende<br />

gemotiveerd en zo mogelijk gestaafd met de nodige bewijsstukken.<br />

Afdeling 2. – Variabele werktijdregeling<br />

Indeling van de dagelijkse werktijd<br />

Art. 10. De werktijd bestaat uit stamtijden, glijtijden en servicetijd.<br />

De variabele werktijdregeling heeft als normtijd een dagelijkse gemiddelde prestatie van<br />

7 uur 36 min.<br />

De stamtijd is de periode waarin ieder personeelslid aanwezig moet zijn, tenzij een vakantie, een<br />

verlof, een ziekte, een opdracht, een dienstvrijstelling of een andere reden de afwezigheid<br />

verantwoordt.<br />

De glijtijd is de periode waarin het personeelslid elke dag zijn uur van aankomst of vertrek kiest,<br />

rekening houdend met de goede werking van de afdeling en dienst.<br />

De servicetijd is de tijdsduur waarin de diensten (en niet elk individueel personeelslid) bereikbaar<br />

moeten zijn. De servicetijd loopt van 8.30 uur tot 12.30 uur en van 13.15 uur tot 17.00 uur.<br />

Tijdens de maanden juli en augustus is de servicetijd ’s namiddags beperkt tot 16.00 uur. Het<br />

diensthoofd zorgt ervoor dat de dienst operationeel is tijdens de servicetijd.


8<br />

Dagschema<br />

Art. 11. Het dagschema bestaat uit 5 periodes:<br />

De voormiddag van 7.30 uur tot 9.15 uur = glijtijd<br />

Van 9.15 uur tot 11.45 uur = stamtijd<br />

De middag Van 11.45 uur tot 14.00 uur = glijtijd<br />

De namiddag Van 14.00 uur tot 16.00 uur = stamtijd<br />

Van 16.00 uur tot 18.00 uur = glijtijd<br />

De invloed van deeltijdse prestaties op de dagprestatie<br />

Art. 12. De personeelsleden die deeltijds werken, zijn ook aan het systeem van de variabele<br />

werktijdregeling onderworpen. Na onderling overleg bepaalt het diensthoofd de dagen en/of<br />

dagdelen van hun werktijdschema.<br />

Bij voltijdse tewerkstelling krijgen de personeelsleden, die een halve dag vrij nemen, 3.48 uur in<br />

rekening gebracht. Tijdens de andere halve dag werkt het personeelslid tenminste tijdens de<br />

stamtijden, namelijk van 9.15 uur tot 11.45 uur of van 14.00 uur tot 16.00 uur.<br />

De prikklok rekent de personeelsleden die hun verlof of vakantie beginnen aan het einde van de<br />

middagglijtijd, en de personeelsleden die hun verlof of vakantie beëindigen aan het begin van de<br />

middagglijtijd, een middagpauze aan. Deze middagpauze wordt anders berekend dan de<br />

middagpauze voor een volledige werkdag en bedraagt niet noodzakelijk 30 minuten.<br />

De personeelsleden die in de voormiddag een halve dag vrij nemen, wordt een middagpauze<br />

aangerekend vanaf het inprikken tot 30 minuten na aanvang van de normale middagglijtijd, indien<br />

zij voor dit tijdstip inprikken.<br />

De personeelsleden die in de namiddag een halve dag vrij nemen, wordt een middagpauze<br />

aangerekend vanaf 30 minuten voor het einde van de middagpauze tot het uitprikken indien zij<br />

na het voornoemde tijdstip uitprikken.<br />

Credit- en debetsaldo<br />

Art. 13 § 1. Op het einde van elke maand heeft het personeelslid ofwel een overschot (credit of<br />

boni) ofwel een tekort (debet) aan werkelijk gepresteerde uren.<br />

§ 2. Het gecumuleerd credit dat naar de volgende maand overgedragen wordt kan vanaf 1 januari<br />

2009 maximum 200 uren bedragen. Als overgangsmaatregel gelden volgende maximum over te<br />

dragen uren op het einde van de maand:<br />

Van 1 januari 2007 tot 31 december 2007: 600 uur<br />

Van 1 januari 2008 tot 31 december 2008: 400 uur<br />

§ 3. Het aantal debeturen op het einde van de maand mag nooit hoger liggen dan de gemiddelde<br />

dagnorm of 7.36 uur bij voltijdse tewerkstelling. De debeturen moeten gerecupereerd worden<br />

binnen de variabele werktijdregeling van 7.30 uur tot 18.00 uur, zonder de dagprestatie van 9 uur


9<br />

te overschrijden, exclusief de middagpauze. Indien het maximaal aantal debeturen zonder geldige<br />

reden wordt overschreden, zal onverminderd de toepassing van de geldende tuchtregeling:<br />

1. in de eerste plaats het jaarlijks vakantieverlof worden verminderd a rato van dit tekort;<br />

2. bij gebrek aan jaarlijks vakantieverlof het debet boven de maximumgrens als onwettige<br />

afwezigheid worden beschouwd. In dit geval verliest het betrokken personeelslid zijn<br />

recht op salaris.<br />

§ 4. Bij het einde van de tewerkstelling mag het saldo van het personeelslid niet negatief zijn.<br />

Een negatief uursaldo wordt beschouwd als onwettige afwezigheid en betekent een verlies van<br />

loon voor het betrokken personeelslid. Per begonnen half dagdeel aan debeturen verliest de<br />

jobstudent a rato zijn recht op salaris.<br />

Opdrachten<br />

Art. 14. § 1. Een opdracht is elke afwezigheid die rechtstreeks werd opgedragen door de leidend<br />

ambtenaar, het afdelingshoofd, het diensthoofd, de HRM-opdrachthouder of elke hiermee<br />

vergelijkbare afwezigheid.<br />

§ 2. De afwezigheid wordt geregulariseerd mits inachtneming van de middagpauze en de<br />

wettelijke bepaling betreffende de arbeidsduur.<br />

De verplaatsingstijd in functie van een opdracht wordt eveneens geregulariseerd. Wanneer het<br />

personeelslid van zijn woonplaats vertrekt naar een opdracht en/of wanneer het personeelslid<br />

van de opdracht vertrekt naar huis, dan wordt de normale woon-werk verplaatsingstijd hiervan<br />

afgetrokken.<br />

Indien de effectieve verplaatsingstijd minder is dan de normale verplaatsingstijd, dan wordt enkel<br />

de effectieve verplaatsingstijd verrekend.<br />

Werktijdregeling op specifieke dagen<br />

Art. 15. Op de eerste werkdag wordt het begin van de effectieve prestaties van het personeelslid<br />

vastgelegd op het uur van het onthaal bij de personeelsdienst. Op de eerste werkdag wordt het<br />

begin van de effectieve prestaties van de jobstudent vastgelegd op 8.45 uur.<br />

Art. 16. De namiddag van de laatste werkdag voor Kerstmis, Pasen en het Feest van de Arbeid<br />

wordt voor de personeelsleden die in de namiddag tijdens de stamtijden aanwezig zijn, een forfait<br />

van 1 uur als werktijd aangerekend. Op die werkdag begint de avondglijtijd bij uitzondering om<br />

15.00 uur. De servicetijd eindigt om 16.00 uur.<br />

Afdeling 3. - Specifieke werktijdregeling<br />

Art. 17 § 1. Afhankelijk van de behoeften van de dienst kan de leidend ambtenaar na overleg met<br />

het personeelslid en het diensthoofd aan een aantal personeelsleden een specifieke<br />

werktijdregeling opleggen.<br />

Dit is onder meer het geval voor:


10<br />

1. het onthaalpersoneel;<br />

2. de telefonisten;<br />

3. de personeelsleden die werken in diensten die in contact komen met het publiek;<br />

4. de personeelsleden in continudienst;<br />

5. de chauffeurs.<br />

Bij deze werktijdregeling kunnen evenwel geen nieuwe voordelen of compensaties opgelegd<br />

worden die strijdig zijn met de statutaire bepalingen van het VPS.<br />

§ 2. Bij deze specifieke werktijdregeling kunnen onder meer:<br />

‣ verplichtingen worden opgelegd om sommige vaste uren te presteren binnen de glijtijden;<br />

‣ andere glijtijden worden opgelegd;<br />

‣ vaste dienstroosters worden opgelegd.<br />

§ 3. De personeelsleden van het hoofdbestuur die de functie van onthaalpersoneel of telefonist<br />

uitoefenen, dienen in onderlinge afspraak het onthaal van de bezoekers en de bediening van de<br />

telefooncentrale tussen 8.00 uur en 16.30 uur te verzekeren. Voor de provinciale afdelingen<br />

gelden volgende tijdstippen : tussen 8.30 uur en 12.30 uur en tussen 13.15 uur en 17.00 uur.<br />

§ 4. De bestuurder van de directiewagen kan uit hoofde van zijn taak prestaties moeten leveren<br />

buiten de normale diensturen.<br />

Afdeling 4. - Meting van en controle op de arbeidstijd<br />

Art. 18. De aan- en afwezigheden van de personeelsleden worden verplicht opgenomen in een<br />

systeem van tijdsregistratie.<br />

Art. 19 § 1. De registratie gebeurt aan de hand van een gepersonaliseerde prikkaart die bij het<br />

binnenkomen en het verlaten van het gebouw (ook tijdens de middagpauze) moet ingevoerd<br />

worden in de daartoe bestemde terminals.<br />

§ 2. Het personeelslid dat voor het nemen van de middagpauze de gebouwen van het agentschap<br />

verlaat of dat een middagpauze neemt van meer dan een half uur, is verplicht om bij het begin en<br />

het einde van de middagpauze te prikken.<br />

§ 3. De volgende personeelsleden zijn vrijgesteld van de verplichting vermeld in § 1:<br />

1. het personeelslid van rang A2 of A3;<br />

2. het personeelslid van rang A1 dat aan het hoofd staat van een provinciale afdeling of dat<br />

een mandaat van opdrachthouder bekleedt;<br />

3. de bestuurder van de directiewagen;<br />

Art. 20 § 1. Het diensthoofd is verantwoordelijk voor de optimale dienstverlening en de<br />

maximale beschikbaarheid van zijn organisatorische eenheid.<br />

§ 2. Het diensthoofd draagt de verantwoordelijkheid voor de correcte toepassing van de<br />

werktijdregeling in zijn organisatorische eenheid.


11<br />

Art. 21 § 1. De personeelsleden dienen de werktijdregeling loyaal toe te passen. Tegenover elk<br />

misbruik zal streng worden opgetreden, inzonderheid ingeval van herhaling.<br />

§ 2. Tenzij in geval van overmacht zal overeenkomstig de bepalingen van het VPS de ambtenaar<br />

die afwezig is zonder verlof, vakantie of dienstvrijstelling te hebben gekregen, van rechtswege op<br />

non-activiteit zonder salaris komen te staan, onverminderd de eventuele toepassing van tuchtstraf<br />

of van de administratieve maatregelen.<br />

§ 3. Tenzij in geval van overmacht zal de arbeidsovereenkomst van het contractueel<br />

personeelslid dat afwezig is zonder verlof, vakantie of dienstvrijstelling te hebben gekregen, van<br />

rechtswege geschorst worden. In deze stand verliest het personeelslid zijn recht op verhoging in<br />

salaris.<br />

§ 4. In elk geval wordt het prikken voor andere personeelsleden en het met opzet bewust nietprikken<br />

tijdens de middagpauze als een zware fout beschouwd die, behalve een vermelding in het<br />

individueel evaluatiedossier door middel van persoonlijke nota’s en het toepassen van<br />

tuchtstraffen, aanleiding geeft tot het opleggen van een specifieke werktijdregeling, zonder enige<br />

vorm van recuperatie.<br />

Afdeling 5. - Extra prestaties<br />

Prestaties buiten de normale werkuren voor alle personeelsleden onderworpen aan de variabele<br />

werktijdregeling<br />

Art. 22. Indien er uitzonderlijk buiten de normale werkuren prestaties verricht moeten worden,<br />

kan er als volgt gerecupereerd worden:<br />

1. Prestaties tijdens de week na 18 uur worden gecompenseerd aan 100% van de<br />

gepresteerde uren. Tevens worden in dit geval de uren gepresteerd vóór 18.00 uur en<br />

boven de maximale dagprestatie van 9 uur ook in aanmerking genomen aan 100%.<br />

2. Prestaties op zaterdag: compensatie aan 125% van de gepresteerde uren.<br />

3. Prestaties op zon– en feestdagen: compensatie aan 200% van de gepresteerde uren.<br />

Deze compensaties worden bij het saldo gevoegd. Indien voldoende voor minstens een halve dag<br />

kan het personeelslid mits goedkeuring van het afdelingshoofd de gepresteerde uren als<br />

dienstvrijstelling opnemen per halve of volledige dag. In dit geval moet de dienstvrijstelling<br />

binnen de maand worden opgenomen.<br />

Afdeling 6 – Werktijdregeling bij stakingen<br />

Art. 23. § 1. Bij aangekondigde stakingsacties moet het personeelslid dat niet wenst deel te<br />

nemen aan de staking, alles in het werk stellen om op het werk aanwezig te zijn. Een zelfde regel<br />

geldt bij aangekondigde betogingen en aangekondigde stakingen van het openbaar vervoer.<br />

Als het personeelslid bijkomende verplaatsingskosten maakt (openbaar vervoer of eigen vervoer),<br />

kan het deze kosten recupereren overeenkomstig de bepalingen van deel VII, titel 3,<br />

hoofdstukken 1 en 2 van het VPS of in elke andere bepaling die ze mocht wijzigen. Indien het<br />

personeelslid gebruik maakt van privé-voertuigen, poogt het zo veel mogelijk te carpoolen met<br />

andere collega’s.


12<br />

Enkel bij stakingen die beperkt zijn tot het openbaar vervoer kan het personeelslid gebruik<br />

maken van zijn boni-uren om thuis te blijven.<br />

Het personeelslid kan een dag onbetaald verlof verschuiven naar de stakingsdag en presteert op<br />

de als onbetaalde verlof voorziene dag (binnen de maandgrenzen - RSZ).<br />

Indien functioneel haalbaar kan het personeelslid thuis werken, mits sluitende en voorafgaande<br />

afspraken met het afdelingshoofd en een opvolging van de resultaten.<br />

Het personeelslid kan eveneens gebruik maken van de andere afwezigheden opgenomen in dit<br />

reglement.<br />

§ 2. Indien de toegang tot de werkplaats belet wordt, dient het personeelslid tussen 8.45 uur en<br />

9.15 uur de aanwezigheidslijst te tekenen.<br />

§ 3. Indien na controle zou blijken dat de afwezigheid ongegrond was, of dat het personeelslid<br />

geen ziekteverlof of andere toegestaan verlof of afwezigheid kan inroepen, wordt de afwezigheid<br />

beschouwd als een stakingsdag.<br />

§ 4. Het personeelslid dat deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking is wel in<br />

dienstactiviteit, maar verliest zijn salaris voor de duur van de afwezigheid. Hij vult het formulier<br />

“personeelslid in staking” in , dat als bijlage 15 bij dit reglement is gevoegd.<br />

§ 5. Bij een aangekondigde staking zoals een 24-uren staking van het openbaar vervoer, gelden<br />

attesten niet. Ieder personeelslid kan immers tijdig de nodige schikkingen treffen. Attesten<br />

kunnen nog enkel voor onverwachte, volledig onaangekondigde, spontane stakingen.<br />

Afdeling 7 – Toegangscontrole<br />

Art. 24. Alle personeelsleden die het hoofdbestuur betreden, moeten zich, om<br />

veiligheidsredenen laten registreren. In het inkomsas of aan de ingang van de parking laat het<br />

personeelslid zijn kaart inlezen door de kaartlezer en de schuifdeur of poort gaat open. Ook<br />

personeelsleden van de provinciale afdelingen moeten zich via hun kaart aanmelden in het<br />

inkomsas. Een zelfde toegangscontrole geldt ook bij het verlaten van het hoofdbestuur via het<br />

uitgangssas en de uitgang van de parking.<br />

Personeelsleden die een vaste parkeerplaats werden toegewezen, hebben tijdens de glijtijden via<br />

hun kaart onbeperkte toegang tot de parking. Personeelsleden die slechts uitzonderlijk met de<br />

wagen komen hebben de mogelijkheid om occasioneel hun wagen in de parking te parkeren.<br />

Afdeling 8 – Werktijdregeling voor de externe personeelsleden<br />

Art 25. De externe is enkel aan volgende delen van de werktijdregeling onderworpen:<br />

1. artikel 10 tot en met 12 en artikel 14 inzake de variabele werktijdregeling;<br />

2. artikel 18 tot en met 21 inzake de meting en controle op de arbeidstijd;<br />

3. artikel 26 inzake de toegangscontrole.


13<br />

De externe kan uren, dagdelen en dagen recupereren, na overleg met zijn diensthoofd bij het<br />

<strong>VAPH</strong> en volgens de regeling geldend bij zijn eigen werkgever.<br />

Hoofdstuk 2. - Afwezigheden.<br />

Afdeling 1 Algemene bepalingen.<br />

Art. 26. Het personeelslid dat te laat komt, dient onmiddellijk de reden daarvan mee te delen aan<br />

zijn diensthoofd.<br />

Art. 27. § 1. Alle afwezigheden dienen in principe vooraf aan het diensthoofd aangevraagd te<br />

worden.<br />

Ingeval wegens omstandigheden buiten de wil van het personeelslid een afwezigheid niet vooraf<br />

kan worden aangevraagd, dient het personeelslid zijn diensthoofd zo snel mogelijk en uiterlijk<br />

binnen het uur na het normale begin van zijn activiteiten telefonisch op de hoogte te brengen<br />

inzake de reden van zijn afwezigheid en daarna een aanvraag in te dienen.<br />

De aanvraag voor verlof, spoedverlof, omstandigheidsverlof, syndicaal verlof, politiek verlof,<br />

bepaalde dienstvrijstellingen of gebruik van fleximinuten gebeurt door middel van het<br />

elektronisch tijdsbeheersysteem Timeweb. Dit systeem wordt eveneens gebruikt voor het<br />

aanvragen van alle af-en aanwezigheden die een regularisatie van de prikklok vereisen zoals o.a.<br />

dienstopdrachten, thuiswerk, verlet te recupereren, opspaarverlof en andere dienstvrijstellingen<br />

en voor het melden van vertragingen, afwijkingen toegestaan door het diensthoofd, alle te<br />

recupereren uitzonderingen.<br />

§ 2. Afwezigheden wegens ziekte kunnen enkel door de personeelsdienst worden geregistreerd.<br />

§ 3. Deze afdeling is niet van toepassing voor de externe.<br />

Afdeling 2 Afwezigheden tijdens de stamtijd<br />

Art. 28. Het is verboden de arbeid vroegtijdig te onderbreken zonder toestemming van zijn<br />

diensthoofd of afdelingshoofd.<br />

Het personeelslid dat zonder toestemming afwezig blijft van zijn werk, verliest het recht op<br />

salaris voor de uren die hij niet presteerde.<br />

Afwezigheid tijdens de stamtijd: de fleximinuten<br />

Art. 29 § 1. Om een betere afstemming tussen de vrije tijd en de werktijd te bereiken, beschikken<br />

de personeelsleden, ongeacht hun prestatieregime of de datum van indiensttreding per<br />

kalenderjaar, over een contingent van 1800 fleximinuten (30 uur) om afwezig te zijn tijdens de<br />

stamtijden. Het personeelslid bouwt het krediet zelf op via de variabele werktijdregeling. Het<br />

personeelslid dat geen boni heeft, kan geen fleximinuten opnemen.


14<br />

§ 2. Het is niet mogelijk meer dan 90 minuten tegelijk op te nemen van het contingent van<br />

30 uren.<br />

§ 3. Tijdens de namiddagen,vermeld in artikel 16 van dit reglement is het niet mogelijk om meer<br />

dan 30 minuten tegelijk op te nemen van het contingent van 30 uren.<br />

§ 4. Dit artikel is niet van toepassing voor de jobstudenten.<br />

Verlet niet te recupereren<br />

Art. 30. Voor de activiteiten vermeld in bijlage 3 gevoegd bij dit reglement, moet het<br />

personeelslid ofwel de stamtijden, ofwel de benodigde tijd met een maximum van 3.48 uur of<br />

7.36 uur niet inhalen. Het personeelslid vraagt hiervoor de toestemming aan de diensthoofden<br />

zoals bepaald in bijlage 12 gevoegd bij dit reglement, op voorhand of zo snel mogelijk na de<br />

activiteit.<br />

Verlet te recupereren<br />

Art 31. In zeer uitzonderlijke gevallen kan een diensthoofd zoals bepaald in bijlage 12 gevoegd<br />

bij dit reglement, toestaan om afwezig te zijn tijdens te stamtijden. De beslissing over dit verlet,<br />

dat steeds ingehaald moet worden, kan door de directieraad, die waakt over een uniforme<br />

toepassing, gewijzigd worden.<br />

Behoudens in het geval het diensthoofd anders beslist, recupereert het personeelslid steeds de<br />

afwezigheid.<br />

Deze afdeling is niet van toepassing voor de externe.<br />

Afdeling 3 – Rustdagen.<br />

Art. 32. De gewone dagen van inactiviteit zijn:<br />

1. de zaterdagen en de zondagen;<br />

2. de feestdagen en de compensatiedagen, zoals geregeld door deel X, titel 2 van het VPS,<br />

zoals dit zal worden gewijzigd, en de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden<br />

gewijzigd;<br />

3. de jaarlijkse vakantiedagen, zoals geregeld door deel X, titel 2 van het VPS, zoals dit zal<br />

worden gewijzigd, en de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd.<br />

Feestdagen<br />

Art. 33. § 1. Onverminderd de wettelijke bepalingen voorzien voor het deeltijds personeelslid,<br />

wordt het normale loon gewaarborgd op de volgende 10 wettelijke feestdagen, de decretale<br />

feestdag en de drie reglementaire verlofdagen:<br />

De wettelijke feestdagen zijn:<br />

1. 1 januari (Nieuwjaar),


15<br />

2. Paasmaandag,<br />

3. 1 mei (Feest van de arbeid),<br />

4. Onze Heer Hemelvaart,<br />

5. Pinkstermaandag,<br />

6. 21 juli (Nationale feestdag),<br />

7. 15 augustus (O.-L.-Vrouw Hemelvaart),<br />

8. 1 november (Allerheiligen),<br />

9. 11 november (Wapenstilstand),<br />

10. 25 december (Kerstmis).<br />

De decretale feestdag is 11 juli (Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap).<br />

De reglementaire verlofdagen zijn :<br />

1. 2 november (Allerzielen),<br />

2. 15 november (Koningsfeest);<br />

3. 26 december (tweede kerstdag).<br />

§ 2. Ter vervanging van de verlofdagen vermeld in § 1, die samenvallen met een zaterdag of<br />

zondag, heeft het personeelslid vakantie in de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar.<br />

§ 3. Het externe personeelslid dat op de verlofdagen vermeld in § 1 overeenkomstig de<br />

rechtsverhouding met zijn eigen werkgever geacht wordt te werken, kan die dag ofwel<br />

compenseren op zijn uursaldo ofwel verlof nemen.<br />

Jaarlijkse vakantie<br />

Art. 34. De jaarlijkse vakantie is geregeld door deel X, titel 2 van het VPS, zoals dit zal worden<br />

gewijzigd, en de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd.<br />

Het personeelslid moet zijn vakantie ten minstens één week voor de aanvangsdatum aanvragen<br />

aan zijn diensthoofd. Hij moet het tenminste één werkdag vooraf aanvragen als de vakantie<br />

minder dan een week bedraagt.<br />

Het personeelslid kan, in overleg met zijn diensthoofd en rekening houdend met de<br />

dienstnoodwendigheden zijn vakantie vrij kiezen.<br />

Ingeval wegens omstandigheden buiten de wil van het personeelslid de vakantie niet vooraf kan<br />

aangevraagd worden, moet het personeelslid zo snel mogelijk en uiterlijk binnen het uur na het<br />

normale begin van zijn activiteiten zijn diensthoofd telefonisch op de hoogte brengen en daarna<br />

zo spoedig mogelijk via het elektronisch tijdsbeheersysteem een aanvraag indienen.<br />

De overdracht van maximaal elf verlofdagen, zoals bepaald in deel X, titel 2, art. 9 § 1 van het<br />

VPS, zoals dit zal gewijzigd worden, wordt geregistreerd onder ‘opspaarverlof’.<br />

Het personeelslid kan jaarlijks bijkomend aan het verlof voor het lopende jaar en zonder<br />

planningsgesprek maximaal 5 van de opgespaarde verlofdagen, bedoeld in deel X, titel 2, art. 9 § 1<br />

van het VPS, opnemen.<br />

De externe heeft recht op vakantie, zoals bepaald door de rechtsverhouding met zijn werkgever.


16<br />

Afdeling 4 – De dienstvrijstellingen<br />

Art. 35 § 1. De personeelsleden hebben omwille van gebeurtenissen (administratieve of<br />

burgerlijke verplichting, medische, sociaal culturele aangelegenheden, …) recht op<br />

dienstvrijstelling overeenkomstig de bepalingen vermeld in het VPS en in het reglement vermeld<br />

in bijlage 1, gevoegd bij dit arbeidsreglement.<br />

De aanvraag gebeurt via het elektronisch tijdsbeheersysteem minstens één werkdag op voorhand.<br />

§ 2. Deze afdeling is niet van toepassing voor de externe.<br />

Afdeling 5 – Het omstandigheidsverlof.<br />

Art. 36. Een personeelslid heeft het recht van het werk afwezig te blijven omwille van een aantal<br />

omstandigheden die aan het privé-leven gerelateerd zijn, zoals bijvoorbeeld huwelijk, het<br />

overlijden van een familielid.<br />

In bijlage 2, gevoegd bij dit arbeidsreglement wordt een overzicht gegeven van de gebeurtenissen<br />

en het aantal dagen.<br />

De aanvraag gebeurt via het elektronisch tijdsbeheersysteem minstens één werkdag op voorhand.<br />

In geval van een overlijden kan hiervan afgeweken worden. De nodige attesten ter staving dienen<br />

aan de personeelsdienst bezorgd te worden.<br />

Deze afdeling is niet van toepassing voor de externe.<br />

Afdeling 6 – Ziekte of ongeval.<br />

Art. 37 § 1. Elk personeelslid heeft recht op ziekteverlof. Wanneer vakantieverlof en ziekteverlof<br />

samenvallen, kan vakantieverlof enkel ingetrokken worden als het nog niet aangevangen is.<br />

De ziektemelding<br />

§ 2. Elke afwezigheid wegens ziekte wordt vóór 10 uur ‘s morgens door het personeelslid<br />

persoonlijk, of door een tussenpersoon, via de snelste weg aan de dienst, in principe het<br />

diensthoofd, meegedeeld. Enkel bij afwezigheid wordt contact opgenomen met diens secretariaat<br />

of bij afwezigheid van een secretariaatsmedewerker, de personeelsdienst. Enkel wanneer de<br />

telefoon niet werkt, kan een mail gestuurd worden naar personeel@vaph.be of een fax naar<br />

02/223.12.32 (fax personeelsdienst). Ook indien het personeelslid slechts tijdens de namiddag<br />

dient te werken, wordt het diensthoofd vóór 10 uur verwittigd. Tevens deelt het personeelslid mee<br />

op welk adres hij zich bevindt, indien zijn feitelijke verblijfplaats verschilt van zijn domicilieadres.<br />

Het personeelslid dat in een provinciale afdeling is tewerkgesteld, verwittigt bij afwezigheid van<br />

het diensthoofd, een andere leidinggevende van de provinciale afdeling. Hij maakt hiervoor<br />

gebruik van de telefoonnummers (en eventueel het noodnummer) en de e-mailadressen van de<br />

betrokkenen op de provinciale afdeling.<br />

Het personeelslid stuurt het volledig ingevulde voorgedrukt attest (ziektemeldingsformulier dat<br />

door de werkgever ter beschikking is gesteld) dat door de behandelde arts ingevuld en ondertekend<br />

is binnen de 24 uur na het doktersbezoek rechtstreeks naar het geneeskundig controleorgaan onder


17<br />

gesloten enveloppe en voldoende gefrankeerd. De naam en het adres van dit orgaan staan vermeld<br />

op het attest. Attestenboekjes zijn beschikbaar bij de personeelsdienst.<br />

Nadat het personeelslid een arts heeft geconsulteerd, meldt het personeelslid de vermoedelijke duur<br />

van zijn afwezigheid onmiddellijk aan zijn diensthoofd, die op zijn beurt de personeelsdienst<br />

hiervan dadelijk op de hoogte brengt.<br />

Het personeelslid dat niet tijdig of niet volgens andere in deze paragraaf voorgeschreven regels<br />

verwittigt, wordt geacht een dag jaarlijks verlof te nemen.<br />

Wanneer het personeelslid één dag ziek is en geen arts consulteert, moet het personeelslid dit<br />

duidelijk melden aan het diensthoofd. Het personeelslid moet toch het ziektemeldingsformulier<br />

opsturen naar het controleorgaan met de vermelding “ééndagsziekte”. Het personeelslid vult op het<br />

formulier zelf zijn naam, personeelsnummer en adres (of eventuele tijdelijke verblijfplaats) in,<br />

alsook de datum van de ééndagsziekte. Als het personeelslid geen ziektemeldingsformulier<br />

opstuurt, is het ongewettigd afwezig.<br />

Iedere afwezigheid wegens ziekte moet met het ziektemeldingsformulier worden gestaafd.<br />

§ 3. De regels vermeld in § 1, zijn van toepassing in geval van verlenging van de ziekte.<br />

§ 4. Personeelsleden die afwezig zijn wegens ziekte en die naar het buitenland willen gaan, brengen<br />

hun diensthoofd daarvan minstens één week op voorhand op de hoogte. De personeelsdienst<br />

brengt het ziektecontroleorgaan op de hoogte en kan desgewenst een controle aanvragen<br />

§ 5. Een dag ziekteverlof voor een jobstudent betekent automatisch een dag loonverlies.<br />

§ 6. Voor het ziektemeldingsformulier en eventuele vragen of klachten over de ziektecontrole kan<br />

het personeelslid terecht bij de personeelsdienst.<br />

De geneeskundige controle<br />

Art. 38. § 1. De personeelsdienst kan op verzoek van de leidend ambtenaar of van ieder<br />

afdelingshoofd het geneeskundig controleorgaan verzoeken om een controle van een personeelslid<br />

met ziekteverlof. Dit verzoek kan schriftelijk, telefonisch, per fax of per e-mail ingediend worden.<br />

Het controleorgaan kan, in afspraak met de betrokken entiteit, ook op eigen initiatief controles<br />

uitvoeren.<br />

In geval van hospitalisatie wordt geen medische controle uitgevoerd.<br />

§ 2. Voor de geneeskundige controle wegens ziekte doet de instelling een beroep op Mensura<br />

Absenteïsme. De hoofdzetel is gelegen te 3500 HASSELT, Taxandria center, Gouverneur<br />

Roppesingel 25. Telefonisch is Mensura Absenteïsme te bereiken op het nummer 011/30.12.52; per<br />

fax op het nummer 011/30.12.51.<br />

§ 3. Het medisch onderzoek wordt door het controleorgaan onaangekondigd uitgevoerd in de<br />

woon- of verblijfplaats van het zieke personeelslid. De controlerende arts dient zich wel te<br />

legitimeren.<br />

Het onderzoek mag op alle werkdagen (van maandag tot en met vrijdag) plaatsvinden.<br />

De controles gebeuren tussen 12 uur stipt en 19.30 uur .<br />

De controles mogen alleen worden uitgevoerd door Nederlandstalige artsen.


18<br />

§ 4. Het personeelslid dat een attest heeft waaruit blijkt dat hij de woning niet mag verlaten, is<br />

verplicht in de woon- of verblijfplaats aanwezig te zijn. Indien het personeelslid bijvoorbeeld om<br />

een bepaalde behandeling te volgen toch plant om tijdelijk afwezig te zijn, dient het personeelslid<br />

de personeelsdienst hiervan vooraf te verwittigen.<br />

Bij afwezigheid laat de controlearts een bericht achter waarin het personeelslid wordt uitgenodigd<br />

zich tijdens de vermelde spreekuren aan te melden bij de bevoegde arts. Het personeelslid dient<br />

onverwijld contact op te nemen met de personeelsdienst omtrent zijn afwezigheid.<br />

Het personeelslid dat het werk spontaan vervroegd hervat heeft, brengt zelf het controleorgaan<br />

op de hoogte als het voor een controlebezoek werd uitgenodigd.<br />

Het personeelslid dat een attest heeft dat hij de woning wel mag verlaten, kan bij afwezigheid<br />

tijdens een controle door het geneeskundig controleorgaan schriftelijk worden opgeroepen om<br />

zich voor een controle aan te melden.<br />

De reiskosten zijn voor rekening van het personeelslid.<br />

Het personeelslid dat één dag ziek is en geen arts consulteert, is verplicht thuis te blijven om<br />

controle toe te laten.<br />

Doel en resultaat van de geneeskundige controle<br />

Art. 39. De controlerende arts oordeelt na medisch onderzoek of de afwezigheid wegens ziekte<br />

gerechtvaardigd is.<br />

Oordeelt de controlerende arts dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is, dan deelt hij<br />

dit, bij middel van een document dat voor ontvangst wordt ondertekend, onmiddellijk mee aan<br />

het personeelslid. Het personeelslid kan dan afwezig blijven voor de duur van het toegestane<br />

ziekteverlof.<br />

Oordeelt de controlerende arts dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is, dan<br />

deelt hij dit eveneens, bij middel van een document dat voor ontvangst wordt ondertekend,<br />

onmiddellijk mee aan het personeelslid.<br />

Indien het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat met de<br />

bevindingen van de controlearts, wordt dit door de controlearts vermeld op het bovenvermelde<br />

document.<br />

Indien de controlearts van mening is dat de ambtenaar vervroegd het werk dient te hervatten,<br />

neemt hij contact op met de behandelende arts vooraleer een beslissing tot werkhervatting te<br />

nemen en deelt hem dit voornemen mee.<br />

Als de behandelende arts na overleg akkoord gaat met het oordeel van de controlearts, dan dient<br />

het personeelslid de dienst te hervatten op de eerstvolgende werkdag na de in kennisstelling of op<br />

de (latere) datum bepaald door de controlearts.<br />

Arbitrage<br />

Art. 40. Indien de behandelende arts niet akkoord gaat met de diagnose van de controlerende<br />

arts neemt hij binnen de 24 uur contact op met de controlerende arts.


19<br />

Komen beide artsen tot een akkoord, wordt dit zowel aan het personeelslid als aan het <strong>VAPH</strong><br />

meegedeeld door de controlerende arts.<br />

Indien beide artsen geen overeenstemming bereiken over de uiteindelijke beslissing dan kan de<br />

meest belanghebbende partij, binnen de 2 dagen nadat het personeelslid de bevindingen van de<br />

controlearts heeft ontvangen, na akkoord van de controlearts en de behandelende arts, een arts<br />

als scheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999<br />

betreffende de controlegeneeskunde.<br />

Zo spoedig mogelijk na zijn aanstelling onderzoekt deze arbitrerende arts het personeelslid. Hij<br />

deelt onmiddellijk zijn beslissing aan de betrokkene mee bij middel van een document dat voor<br />

ontvangst wordt ondertekend.<br />

De beslissing van deze laatste is bindend.<br />

De beslissing van de geneesheer-arbiter wordt schriftelijk door Mensura Absenteïsme aan het<br />

<strong>VAPH</strong> en het personeelslid bevestigd. Tot op de dag van ontvangst van deze beslissing is het<br />

afwezig personeelslid in ziekteverlof.<br />

Als de arbitrerende arts de afwezigheid niet medisch gerechtvaardigd acht, dan moet het<br />

personeelslid de dienst hervatten de eerstvolgende werkdag of op een door de arbitrerende arts<br />

vastgestelde latere datum.<br />

Betwistingen over een bepaalde ziekteperiode kunnen alleen worden beslecht via een<br />

arbitrageprocedure.<br />

Een nieuw attest van de behandelende arts over dezelfde periode en met dezelfde diagnose kan<br />

de betwisting niet beslechten en is daarom nietig.<br />

De kostprijs van een arbitrage is ten laste van de verliezende partij, hetzij van het personeelslid,<br />

hetzij van het controleorgaan, al naargelang het geval. Indien de datum van de<br />

arbeidsongeschiktheid voorgesteld door de arbitrerende arts een datum is die ligt tussen de door<br />

de behandelende arts en de controlearts voorgestelde data, worden de kosten evenredig verdeeld<br />

tussen beide partijen.<br />

Sancties<br />

Art 41. Indien het personeelslid, ingeval van afwezigheid bij een controle aan huis, niet onmiddellijk<br />

contact opneemt met de werkgever, namelijk de personeelsdienst, stelt het personeelslid zich bloot<br />

aan mogelijke sancties, tuchtmaatregelen of het omzetten van ziekteverlof in jaarlijks verlof.<br />

De ambtenaren die zonder gegronde reden weigeren zich aan een controle te onderwerpen, kunnen<br />

worden bestraft met een tuchtstraf. De contractuele personeelsleden kunnen hun recht op<br />

gewaarborgd loon verliezen.<br />

De personeelsleden die de dienst niet tijdig hervatten zonder geldige reden, zijn ongewettigd<br />

afwezig. Zij hebben geen recht op salaris gedurende hun ongewettigde afwezigheid.<br />

Indien het personeelslid dat één dag ziek is, geen arts heeft geraadpleegd, en de controlerende<br />

arts oordeelt na medisch onderzoek dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is,<br />

kan de leidend ambtenaar beslissen om ziekteverlof om te zetten in vakantieverlof of in<br />

gewettigde of ongewettigde afwezigheid.


20<br />

Deeltijdse prestaties wegens ziekte<br />

Art. 42 § 1. Het verlof voor medisch deeltijdse prestaties heeft steeds de volledige herintegratie<br />

van het personeelslid tot doel.<br />

§ 2. Indien het ziektecontroleorgaan van oordeel is, dat een zieke, statutaire ambtenaar geschikt<br />

is om zijn ambt minstens met deeltijdse prestaties op te nemen, dan geeft het geneeskundig<br />

controleorgaan daarvan schriftelijk kennis aan de werkgever en de ambtenaar zelf. Het<br />

ziektecontroleorgaan spreekt zich uit over de gezondheidstoestand van de ambtenaar na de<br />

behandelend arts vooraf te hebben geconsulteerd. Bij conflict wordt eveneens na overleg een<br />

arbitrerend arts aangesteld volgens dezelfde procedure zoals in artikel 40 bepaald.<br />

De ambtenaar die wegens ziekte afwezig is, kan ook zelf vragen om zijn ambt weer te mogen<br />

opnemen met deeltijdse prestaties. Daarvoor maakt de ambtenaar aan het ziektecontroleorgaan<br />

een geneeskundig attest over. Indien oordeelt dat de gezondheidstoestand van de ambtenaar dat<br />

toelaat, brengt het ziektecontroleorgaan de werkgever en de ambtenaar zelf daarvan schriftelijk<br />

op de hoogte.<br />

Het ziektecontroleorgaan staat deeltijdse prestaties toe voor een periode van hoogstens drie<br />

maanden (eventueel verschillende malen verlengbaar voor ten hoogste dezelfde periode, indien<br />

het ziektecontroleorgaan bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de lichamelijke toestand van de<br />

ambtenaar dit toelaat).<br />

Dit nieuw medisch onderzoek vindt plaats volgens dezelfde procedure.<br />

De deeltijdse prestaties wegens ziekte moeten de ambtenaar toelaten om na een periode van<br />

zware of langdurige ziekte opnieuw zijn volledige dagtaak op te nemen. De bedoeling van het<br />

verlof voor deeltijdse prestaties wegens ziekte is de ambtenaar die afwezig geweest is wegens<br />

ziekte, de mogelijkheid te geven om zich opnieuw aan te passen aan het normale arbeidstempo en<br />

hem te re-integreren in zijn functie. Dat betekent dat een ambtenaar niet onbeperkt kan<br />

gebruikmaken van het verlof voor deeltijdse prestaties wegens ziekte.<br />

Die regeling belet niet dat de ambtenaar die deeltijds werkt wegens ziekte, mag proberen om zijn<br />

functie voltijds te hervatten. Als hij vaststelt dat hij een voltijdse job toch niet aankan, mag hij<br />

weer overschakelen op deeltijdse prestaties wegens ziekte voor de duur van de oorspronkelijke<br />

toegestane periode, zonder dat hij daarvoor opnieuw een aanvraag hoeft in te dienen. De<br />

ambtenaar moet wel zijn personeelsdienst daarvan op de hoogte brengen.<br />

§ 3. Het contractuele personeelslid dat arbeidsongeschikt is, kan aan de adviserende arts van het<br />

ziekenfonds vragen om het werk gedurende zijn arbeidsongeschiktheid deeltijds te hervatten. Bij<br />

die procedure komt het geneeskundig controleorgaan niet tussenbeide.Voorwaarde is wel dat het<br />

contractuele personeelslid door de adviserende arts nog voor minstens 50% arbeidsgeschikt<br />

wordt bevonden. Als de adviserende arts toestemming verleent, bepaalt hij zelf de deeltijdse<br />

arbeidsregeling waarin het personeelslid mag werken.De werkgever kan de werkhervatting van<br />

het personeelslid in de door de adviserende arts bepaalde arbeidsregeling al dan niet toestaan.<br />

De ziekteverzekeringswet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn van toepassing.<br />

Deze afdeling is niet van toepassing voor de externe.


21<br />

Afdeling 7 – Arbeidsongeval, ongeval op de weg naar en van het werk, EHBO en<br />

verbandkisten<br />

Art. 43 § 1. De ambtenaar en het contractuele personeelslid hebben recht op ziekteverlof bij een<br />

arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk of een beroepsziekte en dit<br />

overeenkomstig de federale bepalingen ter zake.<br />

§ 2. De te volgen procedure:<br />

Bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het werk, of een beroepsziekte volgt het<br />

personeelslid (statutair en contractueel) dezelfde procedure als bij ziekte.<br />

Bovendien doet het personeelslid zo spoedig mogelijk aangifte van het arbeidsongeval of de<br />

beroepsziekte bij de personeelsdienst.<br />

Een arbeidsongeval of een ongeval op weg naar en van het werk wordt aangegeven door middel<br />

van het ingevuld formulier "aangifte van een ongeval". Voor een vlotte afhandeling wordt dit<br />

formulier zo spoedig mogelijk ingediend bij de personeelsdienst. De personeelsdienst zal<br />

de aangifte overmaken aan de bevoegde instanties (Ethias - Medex).<br />

Als het ongeval een arbeidsongeschiktheid van meer dan één dag tot gevolg heeft of kan hebben,<br />

moet daarbij een doktersattest (model B) worden gevoegd.<br />

In geval van een beroepsziekte gebeurt de aangifte door middel van een in tweevoud opgemaakt<br />

formulier BZ1 en het geneeskundig getuigschrift (formulier BZ2).<br />

Het staat de behandelend arts evenwel vrij zijn getuigschrift op een afzonderlijk blad op te stellen,<br />

voor zover dit getuigschrift antwoordt op al de vragen gesteld in de verschillende rubrieken van<br />

vermeld formulier BZ2; hij voegt dit dan bij dit formulier. Het geneeskundig getuigschrift moet<br />

altijd worden overgelegd onder gesloten enveloppe; deze enveloppe vermeldt duidelijk: “medisch<br />

getuigschrift BZ2 betreffende ... (naam van het slachtoffer)”.<br />

Ingevolge de wet van 19 oktober 1998 is de werkgever waarbij het arbeidsongeval van een<br />

contractueel personeelslid wordt aangegeven, verplicht om binnen de dertig dagen na ontvangst<br />

van de aangifte het ziekenfonds of de Hulpkas van het personeelslid te verwittigen indien er<br />

twijfel bestaat over de erkenning van het arbeidsongeval. Toch wordt aan contractuele<br />

personeelsleden aangeraden om, in afwachting van de erkenning van het arbeidsongeval of de<br />

beroepsziekte, steeds ook zelf aangifte te doen bij hun ziekenfonds. Zij vullen daartoe het<br />

“Inlichtingenblad uitkeringen” in dat door het ziekenfonds wordt verstrekt.<br />

Tevens wordt zowel aan de contractuele als aan de statutaire personeelsleden aangeraden hun<br />

dokters- en apothekerskosten aan te bieden bij hun ziekenfonds zolang er geen erkenning heeft<br />

plaatsgevonden van het arbeidsongeval of de beroepsziekte.<br />

Het slachtoffer heeft er alle belang bij om alle formulieren nauwkeurig en volledig in te vullen of<br />

te laten invullen.<br />

§ 3. De erkenning van arbeidsongevallen en beroepsziekten en de toekenning van<br />

schadevergoeding


22<br />

De leidend ambtenaar neemt de juridische beslissing met betrekking tot de erkenning van<br />

arbeidsongevallen (inclusief ongevallen op weg naar en van het werk) en de toekenning van<br />

schadevergoeding voor arbeidsongevallen, ongevallen op weg naar en van het werk en voor<br />

beroepsziekten. Het Fonds voor Beroepsziekten neemt de juridische beslissing met betrekking<br />

tot de erkenning van beroepsziekten.<br />

MEDEX doet uitspraak over de medische aspecten van arbeidsongevallen en beroepsziekten (in<br />

samenwerking met het Fonds voor Beroepsziekten).<br />

Voor nadere inlichtingen en de nodige formulieren en attesten kan het personeelslid terecht bij de<br />

personeelsdienst.<br />

§ 4. Het personeelslid dat het slachtoffer is van een arbeidsongeval is vrij een dokter, een<br />

apotheker of een verzorgingsinstelling te kiezen.<br />

Art. 44. Ingeval van een ongeval op het werk is een verbandkist ter beschikking van de<br />

personeelsleden.<br />

De lijst waar de verbandkist(en), overeenkomstig het Algemeen Reglement voor de<br />

Arbeidsbescherming, zich bevindt (bevinden) en de lijst waar de EHBO-verantwoordelijke is te<br />

bereiken, is vermeld in bijlage 5 gevoegd dit arbeidsreglement.<br />

Art . 45 Deze afdeling is niet van toepassing voor de externe, artikel 44 uitgezonderd.<br />

TITEL 4. – SALARIS – TOELAGEN – VERGOEDINGEN.<br />

Art. 46. Elk personeelslid heeft recht op het salaris, de toelagen en de vergoedingen berekend<br />

overeenkomstig de bepalingen van deel VII (verloning) van het VPS, zoals deze zullen worden<br />

gewijzigd.<br />

Art. 47. De wijzen van meting en van controle op de arbeid met het oog op het bepalen van het<br />

loon zijn geregeld door het geldelijk statuut dat overeenkomstig deel VII van het VPS, zoals dit<br />

zal worden gewijzigd, op het personeelslid van toepassing is, en door Titel 3, Hoofdstuk 1,<br />

Afdeling 4 "Meting en controle van de arbeidstijd" van dit arbeidsreglement.<br />

Loonbeslag of -overdracht worden uitgevoerd op basis van de voorwaarden en grenzen die<br />

werden voorzien in de wet van 12 april 1965, of in elke andere bepaling die ze mocht wijzigen, en<br />

in het gerechtelijk wetboek.<br />

Art. 48. De wijze, het tijdstip en de plaats van betaling van het loon zijn geregeld door het<br />

geldelijk statuut dat overeenkomstig deel VII van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd, op het<br />

personeelslid van toepassing is.<br />

Art. 49. Bij elke uitbetaling ontvangen de personeelsleden een salarisafrekening.


23<br />

De bestanddelen van de berekening van de salarissen komen voor op de individuele rekening.<br />

Art. 50. De personeelsleden ontvangen elk jaar, naast de vereiste fiscale fiches, een afschrift van<br />

hun individuele rekening betreffende het afgelopen jaar.<br />

Art. 51. Met het oog op een juiste toepassing van de sociale en fiscale wetgeving vult het<br />

personeelslid bij de indiensttreding een inlichtingenblad in met onder meer zijn naam, zijn adres,<br />

zijn verblijfplaats, zijn rijksregisternummer, zijn burgerlijke staat, zijn gezinstoestand, zijn<br />

nationaliteit, …<br />

Het personeelslid dient bij wijziging van deze persoonlijke gegevens onmiddellijk de<br />

personeelsdienst hiervan op de hoogte te brengen.<br />

Art. 52. De externen hebben recht op de reis- en verblijfsvergoedingen vermeld in deel VII van<br />

het VPS, zoals dit gewijzigd zal worden.<br />

De uitbetaling gebeurt na vervallen termijn.<br />

Art. 53. Aan de personeelsleden van het agentschap worden overeenkomstig de geldende<br />

federale reglementeringen maaltijdcheques toegekend.<br />

De werkgeversbijdrage bedraagt 4,91 euro en de werknemersbijdrage 1,09 euro.<br />

TITEL 5. - PROEFPERIODE.<br />

Art. 54. Voor de ambtenaren gelden de proefperiodes vermeld in artikel III, 15 van het VPS of<br />

in elke andere bepaling die deze wijzigt.<br />

Art. 55. Voor de contractuele personeelsleden gelden de proefperiodes vermeld in de wet van 3<br />

juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en in art. III, 15 van het VPS, of in elke andere<br />

bepaling die ze mocht wijzigen.<br />

TITEL 6 – AANVRAAG- EN OPZEGMODALITEITEN VOOR<br />

VERLOVEN<br />

Art. 56. § 1. Deze titel regelt de aanvraag- en opzegmodaliteiten voor het onbetaald verlof, de<br />

loopbaanonderbreking en het verlof voor deeltijdse prestaties, vermeld in de titels 5, 6, en 10 van<br />

deel X van het VPS. Het personeelslid kan de aanvraagformulieren bekomen via intranet of bij de<br />

personeelsdienst.


24<br />

Een personeelslid kan een aangevraagd, respectievelijk begonnen verlofstelsel alleen opzeggen<br />

om echt dwingende redenen en na overleg met de leidend ambtenaar.<br />

Loopbaanonderbreking (algemeen stelsel)<br />

§ 2. Het personeelslid vraagt de loopbaanonderbreking, vermeld in artikel X 28 en 29 en<br />

X 41 § 1 van het VPS aan ten minste drie maanden voor het begin van het verlof. De<br />

loopbaanonderbreking vat aan bij het begin van een kalendermaand. Het personeelslid kan de<br />

loopbaanonderbreking opzeggen bij ieder begin van een kalendermaand, mits inachtneming van<br />

een opzegperiode van 2 maanden.<br />

Ouderschapsverlof (vorm van loopbaanonderbreking)<br />

§ 3. Het personeelslid vraagt het ouderschapsverlof, vermeld in artikel X 36 tot en met 38 en<br />

artikel X 41 § 2 van het VPS aan ten minste een maand voor het begin van het verlof. Het<br />

ouderschapsverlof vat aan bij het begin van een kalendermaand. Het ouderschapsverlof voor een<br />

vrouwelijk personeelslid dat aansluit op bevallingsverlof gaat in op de eerste kalenderdag na het<br />

beëindigen van het bevallingsverlof. Het personeelslid kan de loopbaanonderbreking opzeggen<br />

bij ieder begin van een kalendermaand, mits inachtneming van een opzegperiode van 2 maanden.<br />

Bijstandsverlof (vorm van loopbaanonderbreking)<br />

§ 4. Het personeelslid vraagt de loopbaanonderbreking voor bijstand aan een zwaar ziek gezinsof<br />

familielid, beschreven in art. X 34-35 en X 41 § 2 van het VPS aan ten minste in de week<br />

voorafgaand op de maandag waarop het verlof begint. Hij voegt bij de aanvraag een attest van de<br />

behandelend geneesheer van de persoon die de bijstand behoeft. Daaruit moet blijken dat het<br />

personeelslid zich bereid heeft verklaard deze bijstand te verstrekken. De identiteit van de patiënt<br />

wordt niet vermeld. De loopbaanonderbreking voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of<br />

familielid vat aan op een maandag. Het verlof is opzegbaar zonder opzegtermijn na het overlijden<br />

van het gezins- of familielid.<br />

Palliatief verlof (vorm van loopbaanonderbreking)<br />

§ 5. Het personeelslid vraagt de loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen, beschreven in<br />

artikel X 32 en 33 en in artikel X 41 § 3 van het VPS aan zonder aanvraagtermijn. Hij voegt bij de<br />

aanvraag een attest van de behandelend geneesheer van de persoon die de palliatieve zorgen<br />

behoeft. Daaruit moet blijken dat het personeelslid zich bereid heeft verklaard deze palliatieve<br />

zorgen te verstrekken. De loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen vat aan op om het even<br />

welke dag. Het verlof is opzegbaar zonder opzegtermijn na het overlijden van de verzorgde<br />

patiënt.<br />

Verlof voor deeltijdse prestaties<br />

§ 6. Het personeelslid vraagt het verlof voor deeltijdse prestaties, vermeld in artikel X 25 tot en<br />

met 27 van het VPS aan ten minste een maand voor het begin van het verlof. Het verlof voor<br />

deeltijdse prestaties vat aan bij het begin van een kalendermaand. Het personeelslid kan het verlof<br />

voor deeltijdse prestaties opzeggen bij ieder begin van een kalendermaand, mits inachtneming<br />

van een opzegperiode van 1 maand.


25<br />

Onbetaald verlof in dagen<br />

§ 7. Het personeelslid vraagt het onbetaald verlof, fractioneerbaar in dagen, vermeld in artikel<br />

X 62 § 1 1° en in artikel X 62 1° van het VPS aan ten minste één maand voor het begin van het<br />

verlof. Het personeelslid kan het onbetaald verlof enkel opzeggen voor de aanvang ervan, mits<br />

een opzegtermijn van 7 kalenderdagen.<br />

Onbetaald verlof in maanden<br />

§ 8. Het personeelslid vraagt het onbetaald verlof, fractioneerbaar in maanden, vermeld in<br />

artikel X 62 § 1 2° en in artikel X 62 2° van het VPS aan ten minste één maand voor het begin<br />

van het verlof. Het onbetaald verlof vat aan bij het begin van een kalendermaand. Het<br />

personeelslid kan het onbetaald verlof bij ieder begin van een kalendermaand opzeggen, mits<br />

inachtneming van een opzegperiode van 2 maanden.<br />

§ 9. Deze titel is niet van toepassing voor de externen.<br />

TITEL 7. – EINDE VAN DE TEWERKSTELLING.<br />

Hoofdstuk 1. – Ambtenaar<br />

Art. 57. De duur van de opzegtermijnen en / of de nadere regelen voor het bepalen van de<br />

opzegtermijnen zijn vastgesteld in de delen III en XI van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd.<br />

Hoofdstuk 2. – Het contractueel personeelslid<br />

Art. 58. De duur van de opzegtermijnen en / of de nadere regelen voor het bepalen van de<br />

opzegtermijnen zijn vastgesteld door :<br />

1. door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals deze zal worden<br />

gewijzigd<br />

2. door de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals deze zal<br />

worden gewijzigd<br />

3. door de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, zoals deze<br />

zal worden gewijzigd.<br />

Art. 59. Zonder afbreuk te doen aan het soevereine beslissingsrecht van de rechter, worden<br />

volgende tekortkomingen beschouwd als een dringende reden, met onmiddellijk ontslag zonder<br />

opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding voor gevolg:<br />

1. diefstal;<br />

2. voorleggen van valse attesten;<br />

3. plegen van geweld;


26<br />

4. herhaalde ongerechtvaardigde afwezigheden en afwezigheden zonder verwittiging, na<br />

schriftelijke ingebrekestelling;<br />

5. kennelijk wangedrag;<br />

6. talrijke en/of belangrijke vergissingen, waaruit een onvergeeflijke nalatigheid blijkt;<br />

7. opzettelijke schade toebrengen;<br />

8. het miskennen van de bepalingen van titel 8 (Rechten en plichten van de<br />

personeelsleden) van dit reglement.<br />

Dat in dit arbeidsreglement bepaalde tekortkomingen niet als dringende reden worden<br />

gekwalificeerd, houdt niet in dat geen ontslag om dringende reden kan worden gegeven om deze<br />

tekortkomingen.<br />

TITEL 8. – RECHTEN EN PLICHTEN.<br />

Hoofdstuk 1. - Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel.<br />

Art. 60. Het toezichthoudend personeel bestaat uit de leidend ambtenaar, de algemeen directeur,<br />

de afdelingshoofden en de diensthoofden.<br />

Art. 61. Wanneer het toezichthoudend personeelslid afwezig is, wordt hij vervangen. Het<br />

toezichthoudend personeelslid of zijn hiërarchische meerdere, duidt de plaatsvervanger aan. De<br />

plaatsvervanger krijgt dezelfde rechten en plichten.<br />

Art. 62. De rechten en plichten van het toezichthoudend personeel worden geregeld in het VPS,<br />

zoals dit zal worden gewijzigd, in de deontologische code vastgesteld door de Vlaamse minister,<br />

bevoegd voor de bestuurszaken, en de deontologische code van het <strong>VAPH</strong>, zoals deze zullen<br />

worden gewijzigd, en in de managementcode, zoals deze zal worden gewijzigd<br />

Het toezichthoudend personeel is verantwoordelijk voor de goede gang van het werk en voor de<br />

naleving van de geldende arbeidsvoorwaarden.<br />

Zij zijn onder meer verantwoordelijk voor :<br />

1. de controle op de aanwezigheid;<br />

2. de werkverdeling;<br />

3. de controle op het geleverde werk;<br />

4. het behoud van de orde en de tucht;<br />

5. het doen naleven van de onderrichtingen, dienstnota's;<br />

6. de evaluatie van het personeel overeenkomstig de bepalingen ter zake opgenomen in<br />

deel IV van het VPS;<br />

7. het opleggen of voorstellen van straffen overeenkomstig de tuchtregeling die is<br />

opgenomen in deel VIII van het VPS.


27<br />

Zij hebben ook het recht om vast te stellen dat een personeelslid die zich op het werk aanmeldt,<br />

klaarblijkelijk niet geschikt is om te werken en hem te verbieden het werk aan te vatten. Het<br />

personeelslid kan doorverwezen worden naar de arbeidsgeneesheer. De personeelsdienst moet<br />

onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.<br />

Hoofdstuk 2. – Rechten en plichten van de personeelsleden.<br />

Afdeling 1. – Algemene bepalingen<br />

Art. 63. De rechten en de plichten van de personeelsleden zijn opgenomen in deel II van het<br />

VPS, de deontologische code, uitgevaardigd door de Vlaamse minister bevoegd voor de<br />

bestuurszaken, en de deontologische code van het <strong>VAPH</strong>, zoals deze gewijzigd zullen worden.<br />

Rookbeleid<br />

Art. 64. In alle gebouwen van het <strong>VAPH</strong> mag er nergens gerookt worden.<br />

Alcohol- en drugsbeleid<br />

Art. 65. Illegale drugs binnenbrengen, gebruiken, verdelen of verkopen, of onder invloed zijn<br />

ervan tijdens de werkuren is niet toegestaan.<br />

De personeelsleden moeten het in het <strong>VAPH</strong> vigerende alcohol- en drugbeleid, zoals dit zal<br />

worden gewijzigd, naleven en kennis nemen van de procedures.<br />

E-mail- en internetgebruik<br />

Art. 66. De personeelsleden moeten de in het <strong>VAPH</strong> vigerende gedragscode m.b.t. het gebruik<br />

van e-mail en internet, zoals dit zal worden gewijzigd, naleven en moeten kennisnemen van het in<br />

deze code vermelde controlebeleid.<br />

Cumulatie van beroepsactiviteiten<br />

Art. 67. De personeelsleden moeten de bepalingen van artikel II, 10 tot en met 13 van het VPS<br />

inzake de onverenigbaarheden en de cumulatie van beroepsactiviteiten naleven, alsook de<br />

procedure vermeld derde lid.<br />

Om de in het VPS artikel II, 12 en 13 bedoelde toestemming tot cumulatie te verkrijgen dient het<br />

personeelslid een schriftelijke en voorafgaande aanvraag in via het afdelingshoofd bij de leidend<br />

ambtenaar.<br />

De cumulatiemachtiging vermeld in artikel II 12 en 13 van het VPS wordt verleend<br />

overeenkomstig de volgende procedure:


28<br />

1° het afdelingshoofd brengt een schriftelijk gemotiveerd advies uit binnen de vijftien<br />

kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag;<br />

2° de directieraad adviseert de cumulatie, indien de aanvraag volledig is, binnen de dertig<br />

kalenderdagen na de datum van de aanvraag;<br />

3° de leidend ambtenaar geeft toestemming voor cumulatie of weigert die, indien de aanvraag<br />

volledig is, binnen dertig kalenderdagen na de datum van de aanvraag;<br />

4° de ambtenaar wordt binnen dertig kalenderdagen na de datum van zijn aanvraag in kennis<br />

gesteld van de gemotiveerde beslissing van de leidend ambtenaar tot toestemming of tot<br />

weigering.<br />

De toestemming kan worden herroepen. De beslissing tot toestemming, tot weigering en tot<br />

herroeping wordt met redenen omkleed.<br />

Afdeling 2 - Maatregelen ter bescherming van de personeelsleden tegen geweld,<br />

pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.<br />

Wetgeving<br />

Art. 68. Door de wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en<br />

ongewenst sexueel gedrag op het werk en het Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de<br />

bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst sexueel gedrag op het werk is het<br />

personeelslid beschermd tegen daden van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het<br />

werk (OSGW).<br />

De materiële en organisatorische maatregelen ter voorkoming van geweld, pesterijen en<br />

ongewenst seksueel gedrag op het werk zijn opgenomen in de rondzendbrief<br />

DVO/BZ/P&O/2009/7 zoals deze zal worden gewijzigd of vervangen.<br />

Soorten ontoelaatbaar gedrag<br />

Art. 69. De wet erkent drie soorten ontoelaatbaar gedrag:<br />

§ 1. Pesten: Een personeelslid wordt herhaaldelijk en gedurende een langere periode negatief<br />

behandeld op het werk. Volgende negatieve gedragingen zijn mogelijke voorbeelden: het<br />

belemmeren van communicatiemogelijkheden (b.v. roepen, tieren, toegang tot informatie<br />

weigeren,...) sociale relaties op het werk doen verslechteren (b.v. zwijgen of weggaan wanneer<br />

deze persoon, binnenkomt,…) de persoonlijke reputatie bekladden (b.v. roddelen, openbaar<br />

belachelijk maken, …) het uitoefenen van het werk bemoeilijken (b.v. geen tot teveel werk geven,<br />

beroepsfouten verzinnen, …) of de gezondheid belasten (b.v. gevaarlijke werk laten uitvoeren,<br />

…). Door dit gedrag komt de gepeste in een zwakkere positie terecht en kan deze zich steeds<br />

moeilijker verdedigen. Er is geen sprake van pesten wanneer het om een éénmalige gebeurtenis<br />

gaat of als mensen die aan elkaar gewaagd zijn een conflict uitvechten.<br />

§ 2. Ongewenst seksueel gedrag op het werk: woorden, gebaren of aanrakingen van seksuele<br />

aard of met een seksuele betekenis, die als onprettig of zelfs vernederend ervaren worden door de<br />

persoon tot wie ze gericht zijn.


29<br />

§ 3. Geweld op het werk: elke gebeurtenis waarbij een personeelslid psychologisch of fysiek<br />

wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van zijn of haar werk. Deze<br />

gebeurtenis moet niet noodzakelijk meerdere keren optreden.<br />

Beginselverklaring<br />

Art. 70. § 1 In de instelling is er geen plaats voor ontoelaatbaar gedrag en mag geen enkel<br />

personeelslid het slachtoffer zijn van geweld, pesten of ongewenst seksueel gedrag op het werk.<br />

Om dit te bereiken wordt een inspanning gevraagd van zowel leidinggevenden als van alle<br />

personeelsleden.<br />

§ 2. De leidinggevenden verbinden zich ertoe:<br />

1. Evenveel aandacht te besteden aan kwaliteitsvolle en motiverende<br />

arbeidsomstandigheden als aan de te behalen resultaten;<br />

2. Alert te zijn voor wat er leeft binnen hun teams, afdelingen en administraties;<br />

3. Acties te ondernemen om het ongewenste gedrag te doen stoppen;<br />

4. Niet te tolereren dat de persoonlijke grenzen van hun medewerkers worden<br />

overschreden;<br />

5. Een voorbeeldfunctie te vervullen.<br />

§ 3. De personeelsleden verbinden zich ertoe:<br />

1. Mee te werken aan het creëren van een positief arbeidsklimaat;<br />

2. Niet mee te werken aan pesterijen of ander ongeoorloofd gedrag;<br />

3. Melding te maken van inbreuken op de wetgeving die zij zelf ondervinden of getuige van<br />

zijn;<br />

4. Waar kan zelf verantwoordelijkheid op nemen om tot oplossingen te komen.<br />

§ 4. De werkgever verbindt er zich toe:<br />

1. Toezicht te houden op de toepassing van de wetgeving van kracht;<br />

2. Acties op te zetten om het arbeidsklimaat verder positief te bevorderen;<br />

3. Zich hierbij te laten adviseren door de preventieadviseurs van de interne en externe dienst<br />

voor preventie en bescherming op het werk;<br />

4. Hierover te communiceren.<br />

Toepasselijke procedures<br />

De procedures die van toepassing zijn als er feiten gemeld worden, en die betrekking hebben op<br />

een van de volgende aspecten, zijn opgenomen in de rondzendbrief DVO/BZ/P&O/2009/7,<br />

zoals die zal worden gewijzigd:<br />

1. het onthaal van en de adviesverlening aan de personen die verklaren het voorwerp te<br />

zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk ;<br />

2. de nadere regels volgens welke die personen een beroep kunnen doen op de<br />

preventieadviseur en de vertrouwenspersonen, aangewezen voor de feiten van geweld,<br />

pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk ;<br />

3. de snelle en volledig onpartijdige interventie van de vertrouwenspersoon en de<br />

preventieadviseur ;


30<br />

4. de wedertewerkstelling van de werknemers die verklaard hebben dat ze het voorwerp zijn<br />

geweest van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, en de<br />

begeleiding van die personen naar aanleiding van hun wedertewerkstelling.<br />

Informele procedure<br />

Art. 71. Indien het personeelslid van oordeel is dat een rechtstreeks gesprek met de dader niet<br />

zal kunnen leiden tot stopzetten van het OGW of indien het personeelslid dat gesprek gevoerd<br />

heeft en het geen resultaat had, kan het personeelslid een beroep doen op de externe<br />

preventieadviseur-OGW aangesteld door de werkgever. De contactgegevens van deze externe<br />

dienst worden vermeld in bijlage 4 gevoegd bij dit reglement. Bij deze dienst komt het<br />

personeelslid terecht bij specialisten van buiten het agentschap. Zij bieden een luisterend oor en<br />

kunnen het personeelslid verder raad geven. Zij zijn bij de uitvoering van deze taak gehouden tot<br />

absolute geheimhouding.<br />

Formele procedure<br />

Art. 72. Naast de informele procedure of wanneer de bemiddeling voorzien in artikel 70 van dit<br />

reglement tot geen resultaat leidt of onmogelijk blijkt, kan ieder personeelslid dat meent<br />

slachtoffer te zijn van pesten, geweld of ongewenst seksueel gedrag, wie de dader ook mag zijn,<br />

klacht indienen.<br />

De formele klacht moet ingediend worden bij de externe preventieadviseur.<br />

De klacht moet met reden omkleed zijn.<br />

Als de procedure bij de externe preventieadviseur geen oplossing biedt, kan een klacht bij de<br />

dienst toezicht op het welzijn op het werk, waarvan de adressen vermeld zijn in bijlage 9, gevoegd<br />

bij dit reglement en desnoods bij de rechtbank.<br />

Wanneer de pogingen van de Arbeidsinspectie eveneens op niets uitdraaien, kan die het dossier<br />

doorschuiven naar de arbeidsauditeur. Dat is de persoon die het ambt van openbaar ministerie<br />

vervult bij de arbeidsrechtbank. Ook de vakbonden kunnen een klacht indienen.<br />

Het klachtenregister ‘ongewenst gedrag door externen’<br />

Verklaringen van personeelsleden die menen het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen en<br />

ongewenst seksueel gedrag op het werk door personen die extern zijn aan de organisatie b.v.<br />

klanten of leveranciers, worden genoteerd en opgenomen in een speciaal register ‘ongewenst<br />

gedrag door externen’. Alleen de werkgever, de externe preventieadviseur en de arbeidsinspectie<br />

‘Toezicht op het Welzijn op het Werk’ hebben toegang tot dit register.<br />

Psychologische ondersteuning<br />

Werknemers die, naast de ondersteuning door de preventieadviseur bijkomende psychologische<br />

ondersteuning nodig hebben n.a.v. traumatische gebeurtenissen in de werkcontext, kunnen door<br />

hen verwezen worden naar gespecialiseerde diensten.


31<br />

Bescherming<br />

Art. 73. De tuchtprocedure wordt geschorst in de gevallen vermeld door artikel 32tredecies van<br />

de wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst<br />

seksueel gedrag op het werk, dit is wanneer de ambtenaar klacht indient of een getuigenverklaring<br />

aflegt wegens ongewenst seksueel gedrag op het werk of pesterijen op het werk. Het<br />

personeelslid is beschermd tegen ontslag, behalve om redenen die vreemd zijn aan de klacht,<br />

gedurende 12 maanden vanaf de indiening van de formele klacht of de getuigenverklaring. De<br />

bewijslast berust bij de werkgever die moet aantonen dat de redenen voor het ontslag geen<br />

verband houden met de klacht. De bescherming is dus niet absoluut.<br />

Sancties<br />

Art. 74 §1. Ambtenaren die zich schuldig maken aan geweld, pesten of ongewenst seksueel<br />

gedrag op het werk worden door de werkgever gesanctioneerd met één van de straffen vermeld<br />

in deel VIII van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd. Contractuele personeelsleden die zich<br />

schuldig maken aan geweld, feiten of ongewenst seksueel gedrag worden gesanctioneerd met een<br />

terechtwijzing, blaam of ontslag.<br />

§ 2. Als blijkt dat iemand vals beschuldigd werd van geweld, pesten of ongewenst seksueel<br />

gedrag, zijn sancties, zoals vermeld in titel 9 van dit arbeidsreglement, mogelijk.<br />

Informatie en bijstand<br />

Art. 75 § 1. Voor meer inlichtingen kan het personeelslid terecht bij de contactpersonen<br />

opgenomen in bijlage 13 bij dit reglement. Deze contactpersonen nemen evenwel noch in de<br />

formele procedure noch in de informele procedure enige taak op.<br />

§ 2. Het personeelslid kan zich in alle procedures laten bijstaan door een vakbondsafgevaardigde.<br />

Afdeling 3 - Bepalingen in verband met de bescherming van de privacy van de<br />

personeelsgegevens.<br />

Art. 76. De door de werkgever ingezamelde of verkregen persoonsgegevens worden beheerd<br />

volgens de regels opgelegd door en krachtens de wet van 8 december 1992 tot bescherming van<br />

de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.<br />

De door de werkgever ingezamelde of verkregen persoonsgegevens worden door hem<br />

bijgehouden in manuele en geautomatiseerde bestanden.<br />

De persoonsgegevens worden gebruikt in het kader van het personeelsbeheer en de toepassing<br />

van de sociale wetgeving.<br />

De eventuele mededeling van persoonsgegevens aan welbepaalde derden gebeurt overeenkomstig<br />

de voormelde wet.


32<br />

Afdeling 4 - Vorming.<br />

Art. 77. Aan de personeelsleden kan worden opgelegd om een vormingsactiviteit te volgen<br />

tijdens de diensturen. De personeelsleden die op eigen initiatief wensen deel te nemen aan een<br />

vormingsactiviteit tijdens de diensturen, kunnen hiervoor toelating krijgen.<br />

Indien het volgen van een vormingsactiviteit buiten de normale diensturen wordt opgelegd door<br />

de werkgever, wordt aan het personeelslid vormingsverlof toegekend.<br />

Personeelsleden die op eigen initiatief deelnemen aan een vormingsactiviteit buiten de normale<br />

diensturen, kunnen vormingsverlof aanvragen.<br />

Deze paragraaf is niet van toepassing voor de externen.<br />

TITEL 9. – SANCTIES.<br />

Hoofdstuk 1. – Ambtenaren.<br />

Art. 78. De straffen voor het statutaire personeel zijn geregeld in het VPS, zoals dat zal worden<br />

gewijzigd. De beroepsmogelijkheden tegen die straffen zijn geregeld in het VPS, zoals dat zal<br />

worden gewijzigd.<br />

Hoofdstuk 2. – Contractuele personeelsleden.<br />

Art. 79. Voor het contractuele personeel bestaat het bestraffingssysteem uit de volgende sancties<br />

: terechtwijzing, blaam en ontslag.<br />

TITEL 10 - GENEESKUNDIGE ONDERZOEKEN<br />

Art. 80. De bepalingen van de wet van 28 januari 2003 betreffende de medische onderzoeken die<br />

binnen het kader van de arbeidsverhoudingen worden uitgevoerd, of elke andere bepaling die ze<br />

mocht wijzigen, zijn van toepassing.<br />

Art. 81. De Administratieve Gezondheidsdienst, met als zetel Simon Bolivarlaan 30/3, 1000<br />

Brussel, is belast met het uitvoeren van:<br />

1. de medische expertise ingeval van een arbeidsongeval of ongeval op de weg naar en<br />

van het werk (vaststellen percentage blijvende arbeidsongeschiktheid en datum van<br />

consolidatie);


33<br />

2. erkenning en medische expertise van beroepsziekte;<br />

3. de medische onderzoeken door de pensioencommissie voor de ambtenaren (expertise<br />

met het oog op vroegtijdige pensionering).<br />

De werkwijze van de Administratieve Gezondheidsdienst en de mogelijkheid van beroep is<br />

opgenomen in het reglement van de Administratieve Gezondheidsdienst.<br />

De coördinaten waar de medische centra te bereiken zijn, zijn opgenomen in bijlage 7 gevoegd bij<br />

dit arbeidsreglement.<br />

Art. 82. In opdracht van de werkgever voert de arbeidsgeneeskundige dienst de geneeskundige<br />

onderzoeken uit die zijn voorgeschreven door de wettelijke bepalingen inzake welzijn op het<br />

werk en die niet door de Administratieve Gezondheidsdienst worden verricht.<br />

Naast de verplichte geneeskundige onderzoeken in het kader van de verplichtingen inzake welzijn<br />

op het werk, voeren de arbeidsgeneeskundige diensten op vraag van de werkgever<br />

geschiktheidsonderzoeken uit.<br />

De geschiktheidsonderzoeken die tijdens de loopbaan van een personeelslid worden uitgevoerd,<br />

hebben tot doel na te gaan of de persoon in kwestie nog in staat is om, medisch gezien, op<br />

normale en regelmatige wijze zijn dienst waar te nemen. De hiermede belaste artsen zullen, voor<br />

ieder geval afzonderlijk, de functie trachten te bepalen die het best overeenkomt met de<br />

lichamelijke toestand van het onderzochte personeelslid. De arbeidsgeneeskundige dienst kan dus<br />

beperkende of bijzondere werkvoorwaarden adviseren. De conclusies van de onderzoekende<br />

geneesheren dienen als een advies te worden beschouwd. Omwille van omstandigheden die eigen<br />

zijn aan de specifieke werksituatie, kan de werkgever het besluit nemen om het door de<br />

arbeidsgeneesheer geformuleerde advies niet uit te voeren.<br />

De coördinaten waar de arbeidsgeneeskundige dienst te bereiken is, zijn opgenomen in bijlage 6,<br />

gevoegd bij dit arbeidsreglement.<br />

Indien het personeelslid dat schriftelijk op de hoogte wordt gebracht van de resultaten van het<br />

geneeskundig onderzoek, niet akkoord gaat met het uitgebrachte gemotiveerde advies, kan hij<br />

binnen dertig dagen beroep aantekenen bij de arbeidsrechtbank.<br />

Art. 83. Deze titel is niet van toepassing op de externen.<br />

TITEL 11 – ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN.<br />

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid<br />

Art. 84. Het <strong>VAPH</strong> is aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid onder het nummer<br />

096-0829089-06.


34<br />

Vakantiegeld<br />

Art. 85. Het vakantiegeld wordt door het <strong>VAPH</strong> zelf uitbetaald.<br />

Kinderbijslag<br />

Art. 86. Het <strong>VAPH</strong> is aangesloten bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers,<br />

Trierstr 70 te 1040 Brussel.<br />

Het aansluitingsnummer voor de ambtenaar is 584 00000<br />

Het aansluitingsnummer voor het contractuele personeelslid is: 149 99082<br />

Het aansluitingsnummer voor het gesubsidieerd contractueel personeelslid is: 164 99809<br />

Arbeidsongevallen<br />

Art. 87. De arbeidsongevallenverzekeraar van het <strong>VAPH</strong> is: ETHIAS, Prins Bisschopssingel 73<br />

te 3500 Hasselt. Het polisnummer is 06.050.904.<br />

Interne Dienst voor Preventie en Bescherming<br />

Art. 88. Het hoofd van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming staat vermeld in<br />

bijlage 10 bij dit reglement.<br />

Adressen inspectiediensten<br />

Art. 89. De adressen van de regionale kantoren van de inspectie van sociale wetten, de<br />

technische inspectie, de medische inspectie en de sociale inspectie zijn als bijlage 8 bij dit<br />

reglement gevoegd.<br />

Vakbondsactiviteiten<br />

Art. 90. § 1. De bepalingen van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen<br />

tussen de overheid en de vakbonden en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot<br />

uitvoering van wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en<br />

de vakbonden zijn van toepassing.<br />

§ 2. De lijst met de namen van de vakbondsvertegenwoordigers in de subentiteitscomités is als<br />

bijlage 14 aan dit reglement toegevoegd.<br />

TITEL 12- OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN<br />

Art. 91. De volgende dienstnota's worden opgeheven :


35<br />

1. Dienstnota 2003/30 betreffende Werktijdregeling en dienstvrijstellingen in het Vlaams<br />

Fonds van 29 oktober 2003;<br />

2. Dienstnota 2002/3 betreffende Het ziekteverlof en het toezicht op de afwezigheid wegens<br />

ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte van 27 juni 2002;<br />

3. Dienstnota 2003/21 betreffende Welzijn op het werk. Wat met ongewenst gedrag op het<br />

werk (OGW)? Houding van Vlaams Fonds t.o.v. over geweld, pesterijen en ongewenst<br />

seksueel gedrag op het werk. (OSGW);<br />

4. Dienstnota 2002/16 betreffende Deeltijdse prestaties en tweede bijsturing stambesluit van<br />

28 juni 2002.<br />

5. Dienstnota’s 2005/5, 2005/19 en 2005/21 betreffende Richtlijnen naar aanleiding van de<br />

aangekondigde syndicale acties van 23 maart 2005, 5 oktober 2005 en 25 oktober 2005<br />

6. Dienstnota 2000/15 betreffende nieuwe formulieren inzake arbeidsongevallen van<br />

14 april 2000<br />

Art. 92. Dit arbeidsreglement treedt in werking op 1 januari 2007<br />

Voor de werkgever,<br />

Laurent BURSENS<br />

Leidend ambtenaar<br />

Voor de werknemers,<br />

Sam Van Bastelaere William Vanmarsenille Dora Weckhuysen<br />

Voorzitter ACV-Openbare Voorzitter ACOD- Sector Voorzitter VSOA-<strong>VAPH</strong><br />

diensten-<strong>VAPH</strong><br />

Overheidsdiensten-<strong>VAPH</strong>


Bijlagen bij het arbeidsreglement<br />

Bijlage 1: Dienstvrijstellingen<br />

overzicht dienstvrijstellingen<br />

1) uitoefening van sommige politieke mandaten of<br />

ambten<br />

2) vakbondsactiviteiten :<br />

- puntjes 1 en 2 van punt 2 van bijlage 1<br />

- puntje 3 van punt 2 van bijlage 1<br />

attest<br />

- persoonlijke oproeping of doorlopende<br />

opdracht<br />

- voorafgaand verzoek ingediend door<br />

vakorganisatie bij bevoegde overheid<br />

3) bloed- of plasma door dokter van bloedtransfusiedienst<br />

ondertekend bewijsstuk ofwel bloedgevers- of<br />

plasmageverskaart waaruit blijkt dat effectief<br />

bloed, bloedplaatjes of plasma werd gegeven<br />

4) preventieve medische onderzoeken medisch attest met vermelding 'preventief<br />

medisch (kanker)onderzoek'<br />

5) afstaan van beenmerg, organen of weefsel medisch attest<br />

6) prenataal onderzoek medisch attest met vermelding 'prenataal<br />

onderzoek' + tijdstip van onderzoek<br />

7) borstvoeding<br />

8) voorbereiding bevorderingsexamens en<br />

vergelijkende examens voor overgang naar hoger<br />

niveau<br />

9) vrijwilligers van een brandweerkorps of van een attest korpscommandant of attest Rode Kruis<br />

korps voor burgerlijke bescherming of voor de actieve<br />

vrijwilligers van het Rode Kruis<br />

10) verkiezingen attest van de voorzitter van het stem- of<br />

stemopnemingsbureau (voor de voorzitter zelf<br />

medeondertekend door de secretaris)<br />

11) topsporters, begeleiders en internationale juryleden voor de topsporter : verklaring op erewoord,<br />

verklaring van de federatie, het voorbereidingsen<br />

deelnemingsschema<br />

voor het internationaal jurylid : verklaring op<br />

erewoord, verklaring bevoegde instantie<br />

voor de trainer : verklaring op erewoord,<br />

verklaring van de topsporter, voorbereidings of<br />

deelnemingsschema, kopie<br />

diploma/getuigschrift trainersschool<br />

12) begeleiden en bijstaan van gehandicapten en zieken medisch attest mbt arbeidsongeschiktheid van<br />

de zieke/gehandicapte<br />

attest van deelname aan reis/verblijf van<br />

organiserende vereniging<br />

13) andere dienstvrijstellingen: niet-limitatieve lijst afhankelijk van de activiteit


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 37<br />

1. Dienstvrijstelling om sommige politieke mandaten uit te oefenen of ambten die<br />

ermee gelijkgesteld kunnen worden<br />

Zie daarvoor de omzendbrief PEBE/VOI/2000/13 die op het intranet van het <strong>VAPH</strong> nagelezen<br />

kan worden onder de rubriek OD & Staf / dienstnota’s.<br />

2. Dienstvrijstelling voor vakbondsactiviteiten<br />

De artikelen 81 tot 84 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet<br />

van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van<br />

het personeel regelen het vakbondsverlof en de vrijstelling van dienst.<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de erkende vakbonden en de representatieve<br />

vakbonden.<br />

Volgende vakorganisaties zijn representatief en hebben zitting in de algemene<br />

onderhandelingscomités (comités A, B en C) en mogen in alle overheidsdiensten en bijgevolg<br />

ook in het <strong>VAPH</strong> alle prerogatieven uitoefenen, bedoeld in de artikelen 16 en 17 van de<br />

voormelde wet van 19 december 1974:<br />

− de Algemene Centrale der Openbare Diensten;<br />

− de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten;<br />

− het Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt.<br />

De vrijstelling van dienst wordt gedurende de daartoe benodigde tijd toegekend aan:<br />

1. een personeelslid dat deelneemt aan de werkzaamheden van een onderhandelings- of<br />

overlegcomité, mits het personeelslid vooraf aan zijn hiërarchische meerdere een van de<br />

voorzitter van dat comité uitgaande persoonlijke occasionele oproeping of doorlopende<br />

opdracht voorlegt;<br />

2. een personeelslid dat de in de wet opgesomde prerogatieven uitoefent, namelijk:<br />

‣ stappen doet bij de overheden in het gemeenschappelijk belang van de personeelsleden of<br />

in het bijzonder belang van een personeelslid (zowel voor representatieve als voor de<br />

erkende vakorganisaties),<br />

‣ een personeelslid bijstaat dat zijn daden bij de administratieve overheid moet<br />

rechtvaardigen (zowel voor de representatieve als voor de erkende vakorganisaties),<br />

‣ tijdens de diensturen berichten uithangt (zowel voor representatieve als voor de erkende<br />

vakorganisaties),<br />

‣ tijdens de diensturen vakbondsbijdragen int (zowel voor representatieve als voor de<br />

erkende vakorganisaties),<br />

‣ aanwezig is bij de vergelijkende examens en bij de examens die voor de personeelsleden<br />

worden georganiseerd (zowel voor representatieve als voor de erkende vakorganisaties);<br />

op voorwaarde dat het personeelslid vooraf aan zijn hiërarchische meerdere een persoonlijke<br />

oproeping of doorlopende opdracht kan voorleggen;<br />

3. een personeelslid dat deelneemt aan de vergaderingen die de representatieve vakorganisaties<br />

in de lokalen beleggen, op voorwaarde dat die vakorganisaties een voorafgaand verzoek bij de<br />

bevoegde overheid hebben ingediend.<br />

(De regels inzake het syndicaal verlof worden buiten beschouwing gelaten.)


38 <strong>VAPH</strong><br />

3. Dienstvrijstelling voor bloed- of bloedplasmagevers<br />

Het personeelslid dat bloed of bloedplaatjes geeft, kan dienstvrijstelling bekomen op de dag<br />

waarop het bloed wordt afgestaan, of op de daaropvolgende dag. Bij bloedgeven is er maximaal 1<br />

dag dienstvrijstelling per kwartaal voorzien.<br />

Bij plasmaferese is er enkel recuperatie op de dag zelf mogelijk. Deze dienstvrijstelling bedraagt<br />

maximaal één dag per maand, wat betekent dat het personeelslid twee maal een halve dag kan<br />

nemen (als het personeelslid ook effectief twee maal plasma geeft).<br />

De dienstvrijstelling voor plasmafarese en bloedgeven kan niet gecumuleerd worden in een zelfde<br />

maand.<br />

Vanaf 01/07/08 is deze dienstvrijstelling voor het geven van bloed, plasma en bloedplaatjes een<br />

recht voor het personeelslid met een maximum aantal van acht keer per jaar.<br />

De eerstvolgende werkdag na de dienstvrijstelling moet het personeelslid ofwel een door de<br />

dokter van de bloedtransfusiedienst ondertekend bewijsstuk ofwel zijn bloedgevers- of<br />

plasmageverskaart naar de personeelsdienst doorsturen waaruit blijkt dat er effectief bloed,<br />

bloedplaatjes of plasma werd gegeven en men zich niet louter heeft aangeboden.<br />

4. Dienstvrijstelling voor preventieve medische onderzoeken<br />

Er kan dienstvrijstelling van één werkdag worden verleend aan het personeelslid dat zich<br />

onderwerpt aan een preventief medisch kankeronderzoek of aan een medische check up binnen<br />

de overeenkomst met de werkgever. Deze dienstvrijstelling kan éénmaal per jaar worden<br />

verleend.<br />

De afwezigheid moet worden bewezen met een medisch attest met de vermelding ‘preventief<br />

kankeronderzoek’.<br />

5. Dienstvrijstelling voor het afstaan van beenmerg, organen of weefsel<br />

Het personeelslid krijgt dienstvrijstelling<br />

‣ voor het afstaan van beenmerg a rato van maximum 4 werkdagen per afname<br />

‣ voor het afstaan van organen of weefsels voor de benodigde duur van de onderzoeken,<br />

de ziekenhuisopname en het herstel.<br />

Deze dienstvrijstelling moet worden gestaafd met een attest.<br />

6. Dienstvrijstelling voor prenataal onderzoek<br />

In toepassing van de Europese richtlijn 92/85 over de bescherming van zwangere werkneemsters<br />

wordt een dienstvrijstelling voor de duur van het onderzoek verleend aan het zwangere<br />

personeelslid dat zich onderwerpt aan een prenataal onderzoek.<br />

Deze afwezigheid moet gestaafd worden met een medisch attest met de vermelding: prenataal<br />

onderzoek en het tijdstip van het onderzoek. De kosten van het prenataal onderzoek vallen ten<br />

laste van het betrokken personeelslid.


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 39<br />

7. Dienstvrijstelling voor borstvoeding<br />

Het vrouwelijk personeelslid heeft recht op een dienstvrijstelling tijdens de benodigde tijd om<br />

haar kind met moedermelk te voeden en/of melk af te kolven. De mogelijkheid om het kind te<br />

voeden met moedermelk betekent echter niet dat het vrouwelijk personeelslid ook kan instaan<br />

voor de zorg van het kind tijdens de rest van de werkdag op de werkplaats.<br />

8. Dienstvrijstelling voor de voorbereiding van bevorderingsexamens en<br />

vergelijkende examens voor overgang naar een hoger niveau<br />

Wanneer een personeelslid deelneemt aan loopbaanexamens waarvoor moet gestudeerd worden,<br />

kan het personeelslid 2 dagen blokverlof krijgen per vak. Het personeelslid mag zelf bepalen<br />

wanneer hij deze dagen blokverlof opneemt.<br />

9. Dienstvrijstelling voor vrijwilligers van een brandweerkorps of van een korps<br />

voor burgerlijke bescherming of voor de actieve vrijwilligers van het Rode Kruis<br />

De leden van een vrijwillige brandweerdienst, van een korps voor burgerlijke bescherming of de<br />

actieve vrijwilligers van het Rode Kruis, krijgen een compenserende dienstvrijstelling voor hun,<br />

dringende hulpverlening die geheel of gedeeltelijk plaatsvindt tijdens of in een periode van 8 uur<br />

vóór het begin van de gewone dienstprestaties.<br />

In het laatste geval mag de betrokkene zijn dienstprestaties later – d.w.z. acht uur na het einde<br />

van de hulpverlening – aanvatten. De betrokkene dient zijn deelname aan en het dringende<br />

karakter van die hulpverlening te staven met een attest van zijn korpscommandant of met een<br />

attest van het Rode kruis.<br />

De voormelde dienstvrijstelling wordt jaarlijks beperkt tot 38 uur of 5 werkdagen.<br />

10. Dienstvrijstelling naar aanleiding van verkiezingen<br />

De eerstvolgende werkdag na de verkiezingen wordt er een dag compenserende dienstvrijstelling<br />

verleend aan het personeelslid dat optreedt als voorzitter, bijzitter of (adjunct-)secretaris van een<br />

stembureau of van een stemopnemingsbureau.<br />

Het personeelslid dat kiest voor de dienstvrijstelling stelt zijn diensthoofd hiervan op voorhand in<br />

kennis en vult na zijn werkzaamheden in het stem- of stemopnemingsbureau in de betreffende<br />

bijlage bij het proces-verbaal de vermelding “ambtenaar” in i.p.v. zijn bankrekeningnummer. (U<br />

ontvangt dan géén presentiegeld.)<br />

Het personeelslid moet de geleverde prestaties nadien kunnen staven met een attest van de<br />

voorzitter van het stem- of stemopnemingsbureau. Indien het personeelslid zelf als voorzitter<br />

optreedt, dient dit attest mee te worden ondertekend door de secretaris van het stem- of<br />

stemopnemingsbureau.


40 <strong>VAPH</strong><br />

11. Dienstvrijstelling ten behoeve van topsporters en hun begeleiders en<br />

internationale juryleden.<br />

A. Toepassingsgebied.<br />

Personen die in aanmerking komen voor de dienstvrijstelling:<br />

‣ de door de sportfederatie of het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC)<br />

geselecteerde of gepreselecteerde topsporters;<br />

‣ de persoonlijke trainer of ligatrainer van de geselecteerde of gepreselecteerde topsporter;<br />

‣ de gehandicaptenbegeleider van de geselecteerde of gepreselecteerde topsporter;<br />

‣ de sparringpartner van de geselecteerde of gepreselecteerde topsporter;<br />

‣ het internationale jurylid.<br />

In het geval van persoonlijke of ligatrainer worden uitsluitend sporttechnisch gekwalificeerden in<br />

aanmerking genomen (diploma licentiaat en regent in de lichamelijke opvoeding, getuigschriften<br />

van de Vlaamse Trainersschool: initiator / jeugdsportbegeleider, trainer B en trainer A).<br />

Sportmanifestaties die in aanmerking komen voor de dienstvrijstelling.<br />

‣ Olympische Spelen (zomer en winter) (préselectie en definitieve selectie door het BOIC);<br />

‣ Paralympics (préselectie en definitieve selectie door het BOIC);<br />

‣ Wereldspelen (préselectie en definitieve selectie door het BOIC);<br />

‣ Stille Spelen (selectie door de federatie);<br />

‣ Wereldkampioenschappen in de categorie senioren (selectie door de federatie);<br />

‣ Wereldbekerwedstrijden en A-tornooien vergelijkbaar met wereldkampioenschappen in<br />

de categorie senioren (selectie door de federatie);<br />

‣ Europese kampioenschappen in de categorie senioren (selectie door de federatie);<br />

‣ Universiades (selectie door het BOIC).<br />

B<br />

Duur van de dienstvrijstelling.<br />

De maximale duur van de dienstvrijstelling voor topsporters, persoonlijke en ligatrainers,<br />

gehandicaptenbegeleiders en sparringpartners wordt vastgesteld op 90 werkdagen per jaar.<br />

De maximale duur van de dienstvrijstelling voor internationale juryleden wordt beperkt tot de<br />

duur van de manifestatie waarop wordt gejureerd, met een maximum van 20 werkdagen per jaar.<br />

De dienstvrijstelling kan per halve dag worden opgenomen.<br />

C<br />

Procedure.<br />

1 Het betrokken vastbenoemd of contractueel personeelslid dient in twee exemplaren een<br />

aanvraag in.<br />

Het eerste exemplaar wordt rechtstreeks bezorgd aan de leidend ambtenaar van het <strong>VAPH</strong>; het<br />

tweede wordt bezorgd aan de leidend ambtenaar van het BLOSO.<br />

Bij de aanvraag worden de volgende documenten bevoegd:


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 41<br />

- voor de topsporter:<br />

‣ verklaring op erewoord dat de voorbereiding van en de deelname aan de<br />

sportmanifestatie waarvoor dienstvrijstelling wordt gevraagd, onbezoldigd is;<br />

‣ verklaring van de federatie of het BOIC waaruit blijkt dat hij / zij geselecteerd<br />

of gepreselecteerd is;<br />

‣ het voorbereidings- en deelnemingsschema.<br />

- voor de persoonlijke trainer of ligatrainer, gehandicaptenbegeleider en sparringpartner:<br />

‣ verklaring op erewoord dat de voorbereiding van en de deelname aan de<br />

sportmanifestatie waarvoor dienstvrijstelling wordt gevraagd, onbezoldigd is;<br />

‣ verklaring van de federatie of het BOIC waaruit blijkt dat hij / zij aangeduid is<br />

(als ligatrainer);<br />

‣ verklaring van de geselecteerde of gepreselecteerde topsporter waaruit de<br />

samenwerking tussen de aanvrager en de topsporter blijkt (persoonlijke<br />

trainer, gehandicaptenbegeleider, sparringpartner);<br />

‣ het voorbereidings- en deelnemingsschema.<br />

‣ kopie van het diploma of getuigschrift van de Vlaamse Trainersschool (voor<br />

trainers).<br />

- voor het internationaal jurylid:<br />

‣ verklaring op erewoord dat de deelname aan de sportmanifestatie waarvoor<br />

dienstvrijstelling wordt gevraagd, onbezoldigd is;<br />

‣ verklaring van de bevoegde instantie dat hij / zij geselecteerd is als<br />

internationaal jurylid.<br />

2 Het BLOSO geeft binnen de veertien dagen na het ontvangen van de aanvraag advies aan de<br />

leidend ambtenaar van de <strong>VAPH</strong>.<br />

3 De leidend ambtenaar van de <strong>VAPH</strong> beslist of de dienstvrijstelling al dan niet wordt<br />

toegekend en deelt -ten laatste één maand na het ontvangen van de aanvraag- zijn beslissing<br />

mee aan de aanvrager, met kopie aan het BLOSO.<br />

12. Dienstvrijstelling voor het begeleiden en bijstaan van gehandicapten en zieken<br />

Deze dienstvrijstelling kan worden toegestaan aan een personeelslid dat zich onbezoldigd inzet<br />

voor het begeleiden en bijstaan van gehandicapten en zieken tijdens de voor deze personen<br />

georganiseerde vakantiereizen en –verblijven in het binnen- of in het buitenland.<br />

De volgende regels zijn hierbij van toepassing:<br />

De helft van het aantal te besteden verlofdagen (werkdagen) moet worden beschouwd als<br />

dienstvrijstelling en dus niet worden aangerekend als gewone vakantieverlofdagen dan dat jaar;<br />

Het totaal aantal dagen van dergelijke dienstvrijstelling mag niet meer bedragen dan 5 per jaar.<br />

Het personeelslid moet de dienstvrijstelling verantwoorden met:<br />

‣ Een medisch attest m.b.t. de arbeidsongeschiktheid van de zieke of de gehandicapte en<br />

‣ Een attest van deelname aan de reis of het verblijf, afgegeven door de organiserende<br />

filantropische vereniging.


42 <strong>VAPH</strong><br />

13. Andere dienstvrijstellingen: niet-limitatieve lijst<br />

‣ deelname aan de officiële sportdag voor de Vlaamse ambtenaren;<br />

‣ tijdens de middagglijtijd voor deelname aan het festival “Boterhammen in het Park” of<br />

een daarmee door de administratie gelijkgestelde activiteit.<br />

‣ op de eerste werkdag van het jaar voor personeelsleden die ‘s morgens ten minste 1 uur<br />

aanwezig zijn voor de gebruikelijke nieuwjaarswensen, a rato van het te presteren<br />

prestatieregime (dagnorm) van de werkdag<br />

‣ gezondheidsredenen die het vertrek van een ziek personeelslid noodzakelijk maken, a rato<br />

van het te presteren prestatieregime (dagnorm) van de werkdag<br />

‣ afwezigheid om een nieuwe betrekking te zoeken zoals voorzien in de wet op de<br />

arbeidsovereenkomsten (alleen voor contractuele personeelsleden met een gesco-statuut,<br />

startbaners of contractanten in vooropzeg).<br />

(bijlage d.d. 26/10/06)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 43<br />

Bijlage 2: Omstandigheidsverlof<br />

Het verlof moet zo kort mogelijk aansluiten bij de gebeurtenis in kwestie.<br />

1 huwelijk van het personeelslid en het afleggen van een verklaring 4 werkdagen<br />

van wettelijke samenwoning door het personeelslid<br />

2 bevalling van de echtgenote of samenwonende partner 10 werkdagen<br />

(enkel voor ambtenaren)<br />

3 vaderschapsverlof op te nemen binnen de 30 kalenderdagen vanaf 10 werkdagen<br />

de dag van de bevalling (enkel voor contractuele personeelsleden)<br />

4 overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner 4 werkdagen<br />

of bloed- of aanverwant in de 1ste graad van het personeelslid,<br />

de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner<br />

5 huwelijk van een kind 2 werkdagen<br />

6 overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid 2 werkdagen<br />

of van de samenwonende partner in een om het even welke graad<br />

maar onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid<br />

7 overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of 1 werkdag<br />

van de samenwonende partner in de 2de graad maar niet onder<br />

hetzelfde dak wonend als het personeelslid<br />

8 huwelijk van een bloed- of aanverwant in de eerste graad die geen dag van het huwelijk<br />

kind is, of in de tweede graad, van het personeelslid,<br />

de echtgeno(o)t(e) of de samenwonende partner<br />

(bijlage d.d. 26/10/06)


44 <strong>VAPH</strong><br />

Bijlage 3: Verlet niet te recupereren<br />

verlet niet te recupereren : de benodigde tijd met een maximum van 3.48 uur :<br />

‣ Ten hoogste twee personeelsleden mogen op bezoek gaan bij een zieke collega. Het<br />

diensthoofd bepaalt wanneer eventueel een tweede bezoek mag plaatshebben.<br />

‣ Ook voor begrafenissen bestaat de delegatie uit ten hoogste 2 personen. De beperking<br />

geldt niet bij het overlijden van een personeelslid.<br />

verlet niet te recupereren : de benodigde tijd met een maximum van 7.36 uur :<br />

‣ Oproeping door het gerecht als getuige of als gezworene (mits attest);<br />

‣ Oproeping om een familieraad bij te wonen (mits attest);<br />

‣ Oproeping door de burgerlijke en militaire invaliditeitscommissies en door de<br />

Administratieve Gezondheidsdienst (mits attest);<br />

‣ Oproeping door statutaire raden en commissies (mits attest);<br />

‣ Oproeping voor een Raad van Beroep in de hoedanigheid van bijzitter, verdediger,<br />

getuige of eiser (mits attest);<br />

‣ Getuigenis of hulpverlening bij ongevallen op weg naar het werk;<br />

‣ Medische behandeling als slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de<br />

weg naar of van het werk (mits attest);<br />

verlet niet te recupereren : beperkt tot de stamtijd (voor- of namiddag)<br />

‣ Inzage in het persoonlijk personeelsdossier;<br />

‣ Raadpleging van de sociale dienst.<br />

(bijlage d.d. 26/10/06)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 45<br />

Bijlage 4: Contactgegevens van de (externe) preventieadviseur OGW<br />

IDEWE-departement psychosociale aspecten<br />

Interleuvenlaan 58<br />

3001 LEUVEN<br />

psychosociale@idewe.be<br />

www.idewe.be<br />

Marieclaire.tirmarche@idewe.be<br />

telefoon: 016/39.02.50<br />

Noteer : Idewe is zo georganiseerd dat je op een centraal nummer terechtkomt. De persoon die je<br />

aan de lijn krijgt zal doorverbinden naar mevrouw Marie-Claire Tirmarche, of indien ze afwezig<br />

zou zijn met een collega. Mevrouw Tirmarche doet de coördinatie voor het <strong>VAPH</strong> en de<br />

begeleiding in sommige regio’s. Zij kan u eventueel verder laten opvolgen door een regionale<br />

collega. Daarna is er wel de garantie dat uw zaak steeds door dezelfde persoon zal behandeld<br />

worden.<br />

(bijlage d.d. 26/10/06)


46 <strong>VAPH</strong><br />

Bijlage 5: Lijst EHBO-team en verbandkisten<br />

Brussel Naam kantoor telefoon verbandkist<br />

-1 - ondergrond ― ― ― ―<br />

0 - gelijkvloers ― ― ― ―<br />

1 ste verdieping Paul Vandenbroucke 101 441 1<br />

2 de verdieping An De Meyer 214 591 1<br />

3 de verdieping Dr. Jean Stevens<br />

Dr. Anna Nouwen<br />

305<br />

304<br />

506<br />

504<br />

4 de verdieping Lisette Goeman<br />

Anne Maes<br />

410<br />

405<br />

476<br />

539<br />

1<br />

1<br />

5 de verdieping ― ― ― ―<br />

6 de verdieping Sandy Braekman 609 583 1<br />

7 de verdieping<br />

8 ste verdieping<br />

Antwerpen<br />

Diane Van Hout z.n. 03/270.34.77 1<br />

Jan Weyn<br />

Leuven Christophe Neixkens z.n. 016/31.12.27 1<br />

Hasselt Bart Vanwaelderen<br />

Dr. Erik<br />

Schalenbourg<br />

z.n.<br />

z.n.<br />

011/27.94.40<br />

011/27.94.37<br />

1<br />

Gent<br />

Kelly De Clerck<br />

Marianne Van<br />

Landuyt<br />

z.n. 09/269.23.11<br />

09/269.25.20<br />

Brugge Lies Lahaye z.n. 050/40.67.23 1<br />

Allebei<br />

verantwoordelijk<br />

voor EHBO-lokaal<br />

met afgesloten<br />

medicatie- en<br />

eerstehulpkast<br />

1<br />

(bijlage d.d. 20/10/2010)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 47<br />

Bijlage 6: Adreslijst van de centra van de arbeidsgeneeskundige dienst<br />

Idewe (d.d. 26/10/06)<br />

Zie: http://www.idewe.be/nederlands/index.html<br />

IDEWE ANTWERPEN<br />

Dr. L. DE MEULENAERE<br />

Entrepotkaai 15<br />

2000 ANTWERPEN<br />

Telefoon: 03/218.83.83<br />

Fax: 03/230.56.78<br />

E-mail: Antwerpen@idewe.be<br />

IDEWE BRUSSEL<br />

Dr. Walter DE MAAR (tevens coördinerend preventieadviseur-arbeidsgeneeskunde <strong>VAPH</strong>)<br />

Wetstraat 23<br />

1040 BRUSSEL<br />

Telefoon: 02/237.33.24<br />

Fax: 02/230.05.69<br />

E-mail: Brussel@idewe.be<br />

IDEWE GENT<br />

Dr. D. BEVERNAGE<br />

François Laurentplein 9<br />

9000 GENT<br />

Telefoon: 09/264.12.30<br />

Fax: 09/264.12.39<br />

E-mail: Gent@idewe.be<br />

IDEWE HASSELT<br />

Dr. Wlady WALCZAK<br />

Kunstlaan 16<br />

3500 HASSELT<br />

Telefoon: 011/24.94.70<br />

Fax: 011/22.35.62<br />

E-mail: Hasselt@idewe.be<br />

IDEWE LEUVEN<br />

Dr. Hilde QUINTENS<br />

Interleuvenlaan 58<br />

3001 HEVERLEE<br />

Telefoon: 016/39.04.38<br />

E-mail adres: leuven@idewe.be<br />

IDEWE ROESELARE<br />

Dr. Brigitte DE BRUYCKER<br />

Westlaan 468<br />

8800 ROESELARE<br />

Telefoon: 051/27.29.29<br />

Fax: 051/27.29.59<br />

E-mail adres: Roeselare@idewe.be


48 <strong>VAPH</strong><br />

Bijlage 7: Adreslijst van de centra van de Administratieve<br />

Gezondheidsdienst (AGD) (Medex – bestuur medische expertise)<br />

Antwerpen<br />

Pelikaanstraat 4-8<br />

2018 ANTWERPEN<br />

(provincie Antwerpen, regio Sint-Niklaas met uitzondering<br />

Lokeren)<br />

Brussel<br />

(Brussel-Halle-Vilvoorde, Drogenbos, Kraainem, Linkebeek,<br />

Simon Bolivarlaan 30 bus 3 Wemmel, Sint-Genesius-Rode, Wezembeek-Oppem, cantons<br />

1000 BRUSSEL Nijvel en Waver)<br />

Gent<br />

Centrum Ter Plaeten<br />

Sint-Lievensstraat 23 bus 1<br />

9000 GENT<br />

(Aalst, Oudenaarde, Eeklo, Gent, Dendermonde, canton<br />

Lokeren)<br />

Hasselt<br />

(provincie Limburg)<br />

Sint-Jozefstraat 10 bus 5 (TT14)<br />

3500 HASSELT<br />

Kortrijk<br />

Ijzerkaai 26-27<br />

8500 KORTRIJK<br />

Leuven<br />

Philipssite 3B<br />

3000 LEUVEN<br />

(regio Kortrijk, Roeselare, Ieper, canton Meulebeke, Oostrozebeke<br />

(uitgezonderd Lichtervelde))<br />

(regio Leuven, Diest, Tienen)<br />

Brugge<br />

(Brugge, Diksmuide, Oostende, Tielt, Veurne, Lichtervelde<br />

Koning Albert I laan 1-5, bus 1 (uitgezonderd Meulebeke-Oostrozebeke))<br />

8200 BRUGGE<br />

Libramont<br />

Rue du Dr. Lomry<br />

6800 LIBRAMONT<br />

Liege<br />

Bld Frère Orban 25<br />

4000 LIEGE<br />

Namur<br />

Pl des Célestines 25<br />

5000 NAMUR<br />

(province Luxembourg, canton Gedinne)<br />

(arrondissements Huy (sauf les cantons de Héron et Huy), Liege,<br />

Verviers, Waremme (sauf le canton de Hannut))<br />

(cantons Jodoigne, Hannut, Héron, Huy, Perwez, arrondissements<br />

Dinant (sauf canton de Gedinne), Namur)<br />

Tournai<br />

(Boussu, Hensies, Jurbise, Lens, Quaregnon, Quiévrain, Saint-<br />

Bld Eisenhower 87 Ghislain (de l’arrondissement de Mons), Enghien, Lessines, Silly<br />

7500 TOURNAI (de l’arrondissement de Soignies), arrondissements Ath, Tournai,<br />

Mouscron)<br />

(bijlage d.d. 20/10/10)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 49<br />

Bijlage 8: Adressen inspectie van sociale wetten, technische inspectie en<br />

sociale inspectie<br />

Toezicht op de Sociale Wetten<br />

DIRECTIE AALST<br />

R.A.C. De Pupillen<br />

Graanmarkt 1<br />

9300 Aalst<br />

Tel.: 053 75 13 33<br />

Fax: 053 75 13 44<br />

E-mail: tsw.aalst@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Aalst, Brakel, Denderleeuw, Erpe-Mere, Geraardsbergen, Haaltert, Herzele,<br />

Horebeke, Kluisbergen, Kruishoutem, Lede, Lierde, Maarkedal, Ninove, Oudenaarde, Ronse,<br />

Sint-Lievens-Houtem, Wortegem-Petegem, Zingem, Zottegem en Zwalm<br />

DIRECTIE ANTWERPEN<br />

Theater Building<br />

Italiëlei 124 bus 56<br />

2000 Antwerpen<br />

Antwerpen 1<br />

Tel.: 03 213 78 10<br />

Fax: 03 213 78 34<br />

E-mail: tsw.antwerpen1@werk.belgie.be<br />

Antwerpen 2<br />

Tel.: 03 213 78 10<br />

Fax: 03 213 78 34<br />

E-mail: tsw.antwerpen2@werk.belgie.be<br />

Antwerpen 3<br />

Tel.: 03 213 78 10<br />

Fax: 03 213 78 37<br />

E-mail: tsw.antwerpen3@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied : Antwerpen, Berendrecht, Lillo, Zandvliet, Berchem, Edegem, Ekeren, Kapellen,<br />

Kontich en Stabroek, Borgerhout, Brasschaat, Brecht, Essen, Kalmthout, Merksem, Schoten en<br />

Wuustwezel, Boechout, Borsbeek, Deurne, Malle, Ranst, Schilde, Wijnegem, Wommelgem,<br />

Zandhoven en Zoersel Aartselaar, Boom, Hemiksem, Hoboken, Hove, Lint, Mortsel, Niel,<br />

Rumst, Schelle, Wilrijk en Zwijndrecht<br />

DIRECTIE BRUGGE<br />

Breidelstraat 3<br />

8000 Brugge<br />

Brugge - Oost<br />

Tel.: 050 44 20 30


50 <strong>VAPH</strong><br />

Fax: 050 44 20 39<br />

E-mail: tsw.brugge-oost@werk.belgie.be<br />

Brugge - West<br />

Tel.: 050 44 20 30<br />

Fax: 050 44 20 39<br />

E-mail: tsw.brugge-west@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Alveringem, Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, Knokke-Heist,<br />

Oostkamp, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke Bredene, De Haan, De Panne, Diksmuide, Gistel,<br />

Houthulst, Ichtegem, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Lo-Reninge, Middelkerke, Nieuwpoort,<br />

Oostende, Oudenburg en Veurne<br />

DIRECTIE BRUSSEL<br />

Ernest Blerotstraat 1<br />

1070 Brussel<br />

Tel.: 02 235 54 01 (Permanentie N en F)<br />

Fax: 02 235 54 04<br />

E-mail: tsw.brussel@werk.belgie.be - cls.bruxelles@emploi.belgique.be<br />

Ambtsgebied: het administratief arrondissement Brussel.<br />

DIRECTIE GENT<br />

Savaanstraat 11/002<br />

9000 Gent<br />

Gent - West<br />

Tel.: 09 265 41 11<br />

Fax: 09 265 41 10<br />

E-mail: tsw.gent-west@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Aalter, De Pinte, Deinze, Eeklo, Gavere, Gent, Kaprijke, Knesselare, Lovendegem,<br />

Maldegem, Nazareth, Nevele, Sint-Laureins, Sint-Martens-Latem, Waarschoot, Zomergem en<br />

Zulte<br />

Gent - Oost<br />

Tel.: 09 265 41 11<br />

Fax: 09 265 41 10<br />

E-mai : tsw.gent-oost@werk.belgie.be<br />

Attaché-directiehoofd : Arlette Boeckx<br />

Ambtsgebied : Assenede, Destelbergen, Evergem, Gent, Laarne, Lochristi, Melle, Merelbeke,<br />

Moerbeke-Waas, Oosterzele, Wachtebeke, Wetteren en Zelzate<br />

DIRECTIE HALLE-VILVOORDE<br />

d'Aubreméstraat 16<br />

1800 Vilvoorde<br />

Halle-Vilvoorde 1<br />

Tel.: 02 257 87 30


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 51<br />

Fax: 02 252 44 95<br />

E-mail: tsw.halle-vilvoorde1@werk.belgie.be<br />

Halle-Vilvoorde 2<br />

Tel.: 02 257 87 30<br />

Fax: 02 252 44 95<br />

E-mail: tsw.halle-vilvoorde2@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Hoeilaart, Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode,Vilvoorde, Steenokkerzeel,<br />

Machelen, Grimbergen, Kapelle-op-den-Bos, Kampenhout, Zaventem, Luchthaven, Kraainem,<br />

Wezembeek-Oppem, Zemst en Overijse Halle, Herne, Bever, Galmaarden, Sint-Pieters-Leeuw,<br />

Beersel, Pepingen, Dilbeek, Asse, Ternat, Opwijk, Lennik, Gooik, Roosdaal, Liedekerke,<br />

Wemmel, Merchtem, Affligem, Londerzeel en Meise<br />

Openingsuren:<br />

Maandag en vrijdag van 9u tot 12u<br />

Woensdag van 9u tot 17u, zonder onderbreking<br />

Buiten deze uren: op afspraak<br />

DIRECTIE HASSELT<br />

TT14<br />

Sint-Jozefsstraat 10.9<br />

3500 Hasselt<br />

Tel.: 011 35 08 80<br />

Fax: 011 35 08 98<br />

E-mail: tsw.hasselt@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Beringen, Bocholt, Diepenbeek, Gingelom, Halen, Ham, Hamont-Achel, Hasselt,<br />

Hechtel-Eksel, Herk-de-Stad, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Leopoldsburg, Lommel,<br />

Lummen, Neerpelt, Nieuwerkerken, Overpelt, Peer, Sint-Truiden, Tessenderlo en Zonhoven.<br />

DIRECTIE KORTRIJK<br />

IJzerkaai 26-27<br />

8500 Kortrijk<br />

Tel.: 056 26 05 41<br />

Fax: 056 25 78 91<br />

E-mail: tsw.kortrijk@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen,<br />

Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem en Zwevegem<br />

DIRECTIE LEUVEN<br />

Federaal administratief centrum<br />

Philipssite 3A - bus 8<br />

3001 Leuven<br />

Tel.: 016 31 88 00<br />

Fax: 016 31 88 10<br />

E-mail: tsw.leuven@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied : Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek,<br />

Boutersem, Diest, Geetbets, Glabbeek, Haacht, Herent, Hoegaarden, Holsbeek, Huldenberg,


52 <strong>VAPH</strong><br />

Keerbergen, Kortenaken, Kortenberg, Landen, Leuven, Linter, Lubbeek, Oud Heverlee,<br />

Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tervuren, Tielt-Winge, Tienen, Tremelo en Zoutleeuw<br />

DIRECTIE MECHELEN<br />

Louizastraat 1<br />

2800 Mechelen<br />

Tel.: 015 45 09 80<br />

Fax: 015 45 09 99<br />

E-mail: tsw.mechelen@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Berlaar, Bonheiden, Bornem, Duffel, Heist-op-den-Berg, Lier, Mechelen, Nijlen,<br />

Putte, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver en Willebroek.<br />

DIRECTIE ROESELARE<br />

Kleine Bassinstraat 16<br />

8800 Roeselare<br />

Tel.: 051 26 54 30<br />

Fax: 051 24 66 16<br />

E-mail: tsw.roeselare@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Ardooie, Dentergem, Heuvelland, Hooglede, Ieper, Ingelmunster, Izegem,<br />

Langemark-Poelkapelle, Ledegem, Lichtervelde, Mesen, Meulebeke, Moorslede, Oostrozebeke,<br />

Pittem, Poperinge, Roeselare, Ruislede, Staden, Tielt, Vleteren, Wielsbeke, Wingene en<br />

Zonnebeke<br />

DIRECTIE SINT-NIKLAAS<br />

Kazernestraat 16 - blok C<br />

9100 Sint-Niklaas<br />

Tel.: 03 760 01 90<br />

Fax: 03 760 01 99<br />

E-mail: tsw.sint-niklaas@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Berlare, Beveren-Waas, Buggenhout, Dendermonde, Hamme, Kruibeke, Lebbeke,<br />

Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster, Wichelen en Zele<br />

DIRECTIE TONGEREN<br />

E. Jaminéstraat 13<br />

3700 Tongeren<br />

Tel.: 012 23 16 96 of 012 24 13 19<br />

Fax: 012 39 24 53<br />

E-mail: tsw.tongeren@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Alken, As, Bilzen, Borgloon, Bree, Dilsen-Stokkem, Genk, Heers, Herstappe,<br />

Hoeselt, Kinrooi, Kortessem, Lanaken, Maaseik, Maasmechelen, Meeuwen-Gruitrode,<br />

Opglabbeek, Riemst, Tongeren, Voeren, Wellen en Zutendaal


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 53<br />

DIRECTIE TURNHOUT<br />

Warandestraat 49<br />

2300 Turnhout<br />

Tel.: 014 44 50 10<br />

Fax: 014 44 50 20<br />

E-mail: tsw.turnhout@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: Arendonk, Baarle-Hertog, Balen, Beerse, Dessel, Geel, Grobbendonk, Herentals,<br />

Herenthout, Herselt, Hoogstraten, Hulsthout, Kasterlee, Laakdal, Lille, Meerhout, Merksplas,<br />

Mol, Olen, Oud-Turnhout, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Turnhout, Vorselaar, Vosselaar en<br />

Westerlo<br />

DIRECTIE VERVOER MECHELEN<br />

Louizastraat 1A<br />

2800 Mechelen<br />

Tel.: 015 45 09 91<br />

Fax: 015 45 09 97<br />

E-mail: tsw.vervoer@werk.belgie.be<br />

SOCIALE INSPECTIE<br />

DIRECTIE – GENERAAL SOCIALE INSPECTIE<br />

Kruidtuinlaan 50, bus 110<br />

1000 Brussel<br />

Tel.: 02/528.65.46 of 02/528.65.47<br />

Fax: 02/528.69.64 of 02/528.69.65<br />

REGIO BRUSSEL HOOFDSTAD<br />

Kruidtuinlaan 50, bus 1<br />

1000 Brussel<br />

Tel.: 02/528.65.48<br />

Fax: 02/528.69.64 of 02/528.69.65<br />

REGIO ANTWERPEN<br />

Antwerp<br />

Italiëlei 124 bus 63 (15e verdieping)<br />

2000 Antwerpen<br />

Tel.: 03/206.99.00<br />

Fax: 03/226.90.47<br />

Mechelen<br />

Louizastraat 1A<br />

2800 Mechelen<br />

Tel.: 015/45.09.80<br />

Fax: 015/45.09.99<br />

Turnhout


54 <strong>VAPH</strong><br />

Warandestraat 49<br />

2300 Turnhout<br />

Tel.: 014/44.50.12<br />

REGIO BRUSSEL – VLAAMS-BRABANT<br />

Brussel<br />

Kruidtuinlaan 50, bus 110<br />

1000 Brussel<br />

Tel.: 02/528.65.48<br />

Fax: 02/528.69.64 of 02/528.69.65<br />

Leuven<br />

Philipssite 3a bus 7<br />

3000 Leuven<br />

Tel.: 016/29.32.69<br />

REGIO LIMBURG<br />

St-Jozefstraat 10<br />

bus 8.1 en 8.2<br />

3500 Hasselt<br />

Tel. : 011/35.08.20<br />

Fax : 011/35.08.38<br />

REGIO OOST - VLAANDEREN<br />

Ketelvest 26 / 002<br />

9000 GENT<br />

Tel. : 09/265.41.41<br />

Fax: 09/265.41.45<br />

REGIO WEST - VLAANDEREN<br />

Brugge<br />

Oude Gentweg 75c<br />

8000 Brugge<br />

Tel.: 050/44.59.60<br />

Fax: 050/44.59.70<br />

Kortrijk<br />

Ijzerkaai 26-27<br />

8500 Kortrijk<br />

Tel.: 056/20.57.12<br />

(bijlage d.d. 31/08/2011)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 55<br />

Bijlage 9: Adressen Toezicht op het Welzijn op het Werk<br />

Toezicht op het Welzijn op het Werk<br />

DIRECTIE ANTWERPEN<br />

Theater Building<br />

Italiëlei 124 bus 77<br />

2000 Antwerpen<br />

Tel.: 03 232 79 05<br />

Fax: 03 226 02 53<br />

E-mail: tww.antwerpen@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: provincie Antwerpen<br />

DIRECTIE BRUSSEL<br />

Ernest Blerotstraat 1<br />

1070 Brussel<br />

Tel.: 02 233 45 46<br />

Fax: 02 233 45 23<br />

E-mail: tww.brussel@werk.belgie.be - cbe.bruxelles@emploi.belgique.be<br />

Ambtsgebied: het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest<br />

DIRECTIE LIMBURG<br />

Koning Albertstraat 16B<br />

3290 Diest<br />

Tel.: 013 35 90 50<br />

Fax: 013 35 90 89<br />

E-mail: tww.limburg.vlaamsbrabant@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: provincie Limburg<br />

DIRECTIE VLAAMS-BRABANT<br />

Philipssite 3A bus 8<br />

3001 Leuven<br />

Tel : 016 31 88 30<br />

Fax : 016 31 88 44<br />

DIRECTIE OOST-VLAANDEREN<br />

Ketelvest 26/202<br />

9000 Gent<br />

Tel.: 09 265 78 60<br />

Fax: 09 265 78 61<br />

E-mail: tww.oost-vlaanderen@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: provincie Oost-Vlaanderen<br />

DIRECTIE WEST-VLAANDEREN<br />

Breidelstraat 3<br />

8000 Brugge


56 <strong>VAPH</strong><br />

Tel.: 050 44 20 20<br />

Fax: 050 44 20 29<br />

E-mail: tww.west-vlaanderen@werk.belgie.be<br />

Ambtsgebied: provincie West-Vlaanderen<br />

(bijlage d.d. 31/08/2011)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 57<br />

Bijlage 10: Contactgegevens hoofd interne dienst voor preventie en<br />

bescherming op het werk<br />

De heer Paul Vandenbroucke<br />

Sterrenkundelaan 30<br />

1210 Brussel<br />

telefoon: 02/225.84.41<br />

e-mail : paul.vandenbroucke@vaph.be<br />

(bijlage d.d. 03/03/2010)


58 <strong>VAPH</strong><br />

Bijlage 11 Lijst van de diensthoofden i.f.v. arbeidsreglement<br />

Leidend ambtenaar (Laurent Bursens)<br />

Algemeen directeur (Dany Dewulf)<br />

Afdelingshoofd Organisatie en Beleid (Dany Dewulf)<br />

Afdelingshoofd Inschrijvingen en doelgroepenbeheer (Evert Wuyts)<br />

Afdelingshoofd Ondersteuning Doelgroepenbeleid (Dirk Vanderstighelen)<br />

Afdelingshoofd Zorg(Jos Theunis)<br />

Afdelingshoofd Managementondersteuning (Willy De Pauw)<br />

Hoofd juridische cel (Sam Van Bastelaere)<br />

Hoofd cel inclusie (Rudi Kennes)<br />

Hoofd informatiecel (Luc Dewilde)<br />

Hoofd studiecel (Catherine Molleman)<br />

Hoofd medische cel (Jan Stevens)<br />

Hoofd HR-cel (Marijke Bosteels)<br />

Hoofd PAB-cel (Els Winters)<br />

Hoofd PGB-cel (Katrien Panis)<br />

Hoofd personeel (Nadia Antonis)<br />

Hoofd informatica (Dirk Dons)<br />

Hoofd Boekhouding (Dora Weckhuysen)<br />

Hoofd Logistiek (Ann De Meyer)<br />

Hoofd KOC (Annemie Deleyn)<br />

Hoofd PA Antwerpen (X)<br />

Hoofd PA Limburg (Marcel Schuurmans)<br />

Hoofd PA Oost-Vlaanderen (Annie De Ridder)<br />

Hoofd PA West-Vlaanderen (Sandra Polfliet)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 59<br />

Hoofd PA Brabant (Denise Stryckmans)<br />

Hoofd subsidiëring (Kurt Asselman)<br />

Hoofd cliëntenregistratie (Nadine Frison)<br />

Hoofd erkenningen (Patrick De Kinder)<br />

Hoofd afrekeningen (Anne Moeys)<br />

Hoofd zorgregie (Marc Sevenhant)<br />

Hoofd personeelsgerelateerde materies (Maurice Verbeiren)<br />

(bijlage d.d. 31/08/11)


60 <strong>VAPH</strong><br />

Bijlage 12 Lijst van de diensthoofden die delegatie kregen van de leidend<br />

ambtenaar (art 30 en 31 van het arbeidsreglement - verlet te recupereren en<br />

niet te recupereren)<br />

Leidend ambtenaar (Laurent Bursens)<br />

Algemeen directeur (Dany Dewulf)<br />

Afdelingshoofd Organisatie en Beleid (Dany Dewulf)<br />

Afdelingshoofd Inschrijvingen en doelgroepenbeheer (Evert Wuyts)<br />

Afdelingshoofd Ondersteuning Doelgroepenbeleid (Dirk Vanderstighelen)<br />

Afdelingshoofd Zorg (Jos Theunis)<br />

Afdelingshoofd Managementondersteuning (Willy De Pauw)<br />

Hoofd subsidiëring (Kurt Asselman)<br />

Hoofd Juridische cel (Sam Van Bastelaere)<br />

Hoofd informatiecel (Luc Dewilde)<br />

Hoofd medische cel : (Jan Stevens)<br />

Hoofd HR-cel (Marijke Bosteels)<br />

Hoofd Personeel (Nadia Antonis)<br />

Hoofd informatica (Dirk Dons)<br />

Hoofd Boekhouding (Dora Weckhuysen)<br />

Hoofd Logistiek (Ann De Meyer)<br />

Hoofd KOC (Annemie Deleyn)<br />

Hoofd PA Antwerpen ( X)<br />

Hoofd PA Limburg (Marcel Schuurmans)<br />

Hoofd PA Oost-Vlaanderen (Annie De Ridder)<br />

Hoofd PA West-Vlaanderen (Sandra Polfliet)<br />

Hoofd PA Brabant (Denise Stryckmans)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 61<br />

(bijlage d.d. 31/08/11)<br />

Bijlage 13: Lijst van de contactpersonen in verband met ongewenst gedrag<br />

op het werk (OGW)<br />

Mevrouw Marijke Bosteels<br />

HR-verantwoordelijke<br />

02/225.85.72<br />

Marijke.bosteels@vaph.be<br />

Mevrouw Nadia Antonis<br />

Diensthoofd personeelsdienst<br />

Voorzitter van de sociale dienst<br />

02/225.86.78<br />

nadia.antonis@vaph.be<br />

Mevrouw Karolien Corten<br />

Maatschappelijk assistent van de Sociale dienst<br />

02/225.84.45<br />

karolien.corten@vaph.be<br />

Emancipatieambtenaar of diversiteitsconsulent<br />

Maatschappelijk assistent<br />

02/225.84.45<br />

karolien.corten@vaph.be<br />

De heer Paul Vandenbroucke<br />

Preventieadviseur van het <strong>VAPH</strong><br />

02/225.84.47<br />

paul.vandenbroucke@vaph.be<br />

(bijlage d.d. 20/10/2010)


62 <strong>VAPH</strong><br />

Bijlage 14: Lijst van de werknemersvertegenwoordigers in het comité voor<br />

veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen<br />

(subentiteitscomité)<br />

A.C.O.D. A.C.V.-O.D. V.S.O.A.<br />

Hoofdbestuur P. Dupan K. Asselman D. Weckhuysen<br />

I. Redant<br />

W. Vanmarsenille A. Vanermen C. Sermant<br />

PA Brabant<br />

M. Saen<br />

P. De Cock<br />

V. Meynckens ―<br />

PA Antwerpen D. Van Hout ―<br />

V. Demil M.J. De Greef<br />

PA Limburg L. Rooseleers A. Rouma<br />

(PA Brabant)<br />

B.Vanwaelderen<br />

PA Oost-<br />

Vlaanderen<br />

M. Lannoo<br />

M.Van de Velde<br />

A. Deleersnijder<br />

J. Roos<br />

―<br />

PA West-<br />

Vlaanderen<br />

P.Dupan<br />

G. De Temmerman<br />

A. Van Landschoot<br />

―<br />

(bijlage d.d. 20/10/10)


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : BIJLAGEN 63<br />

Bijlage 15: Formulier voor personeelslid in staking<br />

INLICHTINGSBLAD<br />

PERSONEELSLID IN STAKING<br />

Info personeelslid<br />

NAAM<br />

: …………………………………………………………………………………<br />

PERSONEELSNUMMER : ……………<br />

ADRES<br />

GRAAD<br />

DIENST<br />

: …………………………………………………………………………………<br />

: ………………………………………………………………………………….<br />

: ………………………………………………………………………………….<br />

Info afwezigheid<br />

Ik verklaar op eer dat ik afwezig zal zijn/was op het <strong>VAPH</strong> ten gevolge van mijn deelname aan<br />

een stakingsactie op datum van<br />

…………………………………<br />

gedurende een volledige dag.<br />

Deze afwezigheid zal a rato worden ingehouden op mijn salaris.<br />

Datum :……………………………….<br />

Handtekening : ……………………….


Toelichting bij het arbeidsreglement<br />

De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen was oorspronkelijk grosso modo<br />

niet van toepassing op de overheidssector tenzij het ging om openbare instellingen met een<br />

industriële of commerciële activiteit of die geneeskundige, profylactische of hygiënische<br />

verzorging verleenden.<br />

De wet van 18 december 2002 wijzigt de voormelde wet van 8 april 1965 in die zin dat het<br />

toepassingsgebied wordt uitgebreid tot het statutaire en contractuele personeel van de overheid.<br />

Ook de overheidswerkgevers dienen m.i.v. 1 juli 2003 over een arbeidsreglement te beschikken.<br />

Art. 1. 12°<br />

Hiermee worden in eerste instantie de externe informatici bedoeld.<br />

Art. 2 § 4 en 6. De bepalingen uit een statutaire rechtspositieregeling (VPS of<br />

Agentschapsspecifiek besluit) en een arbeidsovereenkomst gaan voor op het arbeidsreglement.<br />

Art. 3. Geen commentaar.<br />

Art. 4. Geen commentaar.<br />

Art. 5. § 1. Enkel de APKB-regel wordt verankerd die de ambtenaar het recht geeft om de<br />

gemiddelde maximum arbeidsduur van 38 uur per week niet te overschrijden.<br />

Daarnaast bepaalt de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten<br />

van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector (BS 5 januari 2001), zoals gewijzigd,<br />

dat de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur niet meer dan 38 uren per week mag belopen over een<br />

referentieperiode van vier maanden (te verlengen tot maximum 12 maanden in bepaalde<br />

gevallen).<br />

§ 3. De middagpauze bedraagt minstens 30 minuten. Het systeem voorziet automatisch in een<br />

middagpauze van 30 minuten die niet als dagprestatie aangerekend wordt, ook indien de<br />

geregistreerde middagpauze minder dan 30 minuten bedraagt. De wetgeving bepaalt dat<br />

doorwerken tijdens middagpauze absoluut niet mag, ook niet met verletbon of verletblad.<br />

Indien een werkvergadering de middagpauze in beslag neemt en een personeelslid na de<br />

middagglijtijd toch een kleine maaltijd (vb. broodje) wil halen, dan meldt hij dit via het<br />

electronisch tijdsregistratiesysteem met “broodje halen ten gevolge van middagvergadering” en<br />

duidt dit als “verlet niet te recupereren” aan.<br />

§ 4. Het uur van de maand X wordt toegevoegd op het ogenblik dat de eerste tikking in maand<br />

X wordt geregistreerd in het systeem.<br />

Art. 6. De maximale dagprestatie bedraagt 9.00 u. Dit wil zeggen dat de prikklok u nooit meer<br />

dan 9.00 uur aanrekent. Analoog bedraagt de maximumduur voor een halve dagprestatie 5.12 uur<br />

(= 9.00 uur - 3.48 uur)


66 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

Wetgeving: normale, maximale dagprestatie = 9u, slechts in uitzonderlijke gevallen = 11u. Alle<br />

prestaties hierboven zijn voor personeelsleden van een openbare dienst, als het <strong>VAPH</strong>, volledig<br />

verboden. Een dubbele maaltijdvergoeding is dus niet mogelijk.<br />

Uitzonderlijke gevallen zijn:<br />

‣ bij dringende werken aan machines of materieel<br />

‣ om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval<br />

Het personeelslid kan zelf ook de vraag stellen om bijkomende prestaties te leveren. Het is de<br />

leidend ambtenaar die dan zal oordelen over het uitzonderlijke karakter van het individuele geval.<br />

Art. 7. Bij het Vlaams Fonds werken wij met een variabele werktijd in de plaats van met vaste<br />

werkuren. Zo kan het personeelslid zijn werktijd aanpassen aan de dienstregeling van het<br />

openbaar vervoer, aan bepaalde gezinsverplichtingen en aan persoonlijke verlangens. Als<br />

tegenprestatie wordt de aanwezigheid geregistreerd. De toepassing van de variabele<br />

werktijdregeling doet uiteraard geen afbreuk aan de verplichtingen die een openbare dienst heeft<br />

tegenover het publiek en aan de goede werking van de dienst.<br />

Art. 8. Geen commentaar.<br />

Art. 9. Geen commentaar.<br />

Art. 10. Binnen de glijtijd kiest het personeelslid elke dag zijn uur van aankomst of vertrek.<br />

Daarbij houdt hij of zij natuurlijk rekening met de goede werking van de dienst.<br />

Een afwijking is mogelijk via de fleximinuten.<br />

Art. 11. Geen commentaar.<br />

Art. 12. De personeelsleden die in de voormiddag een halve dag vrij nemen, wordt een<br />

middagpauze aangerekend vanaf het inprikken tot 30 minuten na aanvang van de normale<br />

middagglijtijd, indien zij voor dit tijdstip inprikken.<br />

Dit betekent dat:<br />

‣ wie inprikt om 11.50 uur een middagpauze van 25’ wordt aangerekend;<br />

‣ wie inprikt om 12.00 uur een middagpauze van 15’ wordt aangerekend;<br />

‣ wie inprikt vanaf 12.15 uur geen middagpauze wordt aangerekend.<br />

De personeelsleden die in de namiddag een halve dag vrij nemen, wordt een middagpauze<br />

aangerekend vanaf 30 minuten voor het einde van de middagpauze tot het uitprikken indien zij<br />

na het voornoemde tijdstip uitprikken.<br />

Dit betekent dat:<br />

‣ wie uitprikt vóór 13.30 uur geen middagpauze wordt aangerekend;<br />

‣ wie uitprikt om 13.45 uur een middagpauze van 15’ wordt aangerekend;<br />

‣ wie uitprikt om 13.55 uur een middagpauze van 25’ wordt aangerekend.


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 67<br />

Art. 13. De afbouw van de boni is in uitvoering van de directieraden van 9 januari 2004, punt 1<br />

en 13 februari 2004, punt 1.1 en volgens notulen tussenoverlegcomité-VFSIPH van 25 maart<br />

2004, punt 7.<br />

Het aantal debeturen op het einde van de maand mag nooit hoger liggen dan 7.36 uur (d.w.z.<br />

saldo staat onder –7.36 uur). De dagnorm betekent bijvoorbeeld 3.48 uur voor een persoon die<br />

halftijds presteert.<br />

§ 4. Dit wil zeggen zodra uw saldo negatief is, verliest u een halve dag loon. Overschrijdt uw<br />

negatief saldo 3u48, dan verliest u een volledige dag loon.<br />

Art. 14 § 1. Worden beschouwd als opdrachten in de zin van artikel 14 § 1:<br />

• Een vormingsactiviteit<br />

• Zetelen in een comité of commissie i.f.v. <strong>VAPH</strong> taken<br />

• Deelnemen aan het beheer van de sociale dienst<br />

• …<br />

Art 14 § 2: Het personeelslid geeft de te regulariseren tijd door via time-web. Het personeelslid<br />

verrekend dus zelf de duurtijd van de opdracht of de vorming en de tijd die nodig was voor de<br />

verplaatsing. Van de verplaatsingstijd trekt het personeelslid de normale woonwerkverplaatsingstijd<br />

af.<br />

Art. 15. Geen commentaar.<br />

Art. 16. De servicetijd is beperkt tot 16.00 u. Iedereen die tot 16.00 heeft gepresteerd, krijgt een<br />

uur bij op de prikklok. Na 16.00 u worden geen prestaties meer in rekening gebracht dus elke<br />

tikking na 16.00 uur wordt maar geteld tot 17.00 uur. Een analoge toepassing gebeurt bij het<br />

uitzonderlijk toestaan van een uur dienstvrijstelling nav welbepaalde redenen (zoals bvb tropische<br />

temperaturen) waar de servicetijd stopt op 17.00 uur.<br />

Art. 17 § 2. Naargelang de behoeften van elke dienst kan de leidend ambtenaar of de door hem<br />

gedelegeerde ambtenaar, na overleg in het bevoegde overlegcomité, aan een aantal<br />

personeelsleden een specifieke werktijdregeling opleggen, onder meer aan:<br />

‣ het onthaalpersoneel + telefonie;<br />

‣ de personeelsleden die werken in diensten die in contact komen met het publiek;<br />

‣ de chauffeurs.<br />

Bij deze specifieke werktijdregeling kunnen onder meer naargelang van het geval:<br />

‣ verplichtingen worden opgelegd om sommige vaste uren te presteren binnen de glijtijden;<br />

‣ andere glijtijden worden opgelegd.<br />

Het stelsel van de variabele werktijdregeling blijft principieel de regel. Het aantal uitzonderingen<br />

wordt zo veel mogelijk beperkt.


68 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

§ 3. Vermelding “een afwijkende arbeidstijdregeling kan opgelegd worden aan onthaalbediende,<br />

bode, chauffeur, huisbewaarder” mag niet: voor chauffeur en huisbewaarder werken wij dus met<br />

een gesplitst werkrooster.<br />

Het onthaal en de telefooncentrale worden in het hoofdbestuur vóór 8.00 uur en na 16.30 uur<br />

verzekerd door de huisbewaarder of diens vervanger.<br />

Art. 18. Geen commentaar.<br />

Art. 19. In de volgende situaties moet geprikt worden:<br />

‣ aankomst ’s morgens en vertrek ’s avonds,<br />

‣ bij het begin en einde van elke afwezigheid of pauze buitenshuis,<br />

‣ als je plant een middagpauze te nemen van meer dan 30 minuten en het gebouw niet zal<br />

verlaten.<br />

Je prikt voor jezelf en niet voor collega’s.<br />

Alle personeelsleden moeten persoonlijk via hun badge de volgende gegevens registreren:<br />

‣ aankomst op en vertrek ‘s morgens of aan het einde van een toegestane afwezigheid;<br />

‣ het begin en het einde van de middagpauze, indien ze het gebouw verlaten of, alhoewel ze<br />

het gebouw niet verlaten, een middagpauze nemen van meer dan 30 minuten.<br />

Personeelsleden die het gebouw niet verlaten en slechts 30 minuten of minder<br />

middagpauze nemen, hoeven dus niet te prikken. De prikklok rekent hen automatisch<br />

30 minuten aan;<br />

‣ vertrek ‘s avonds of bij het begin van een toegestane afwezigheid;<br />

De personeelsleden die hun badge niet bij zich hebben vragen onmiddellijk een vervangbadge:<br />

‣ bij het hoofdbestuur: aan de personeelsdienst;<br />

‣ in de provinciale afdelingen: aan het door het diensthoofd aangewezen personeelslid en<br />

verwittigen onmiddellijk de personeelsdienst (opdat de vervangbadge kan geactiveerd<br />

worden).<br />

De “komen”–boeking wordt pas daarna geregistreerd met de vervangbadge.<br />

De geregistreerde gegevens worden verwerkt en bijgehouden.<br />

Wanneer een personeelslid het <strong>VAPH</strong> binnenkomt of verlaat, houdt hij zijn badge vóór de<br />

prikklok op zowat 10 centimeter. Het personeelslid hoort een signaal en het display geeft ook aan<br />

dat de actie geregistreerd werd. De prikklok volgt automatisch het ritme van uw handelingen: een<br />

eerste registratie is ‘komen’, dan volgt gaan → komen → gaan enzovoort.<br />

oranje knop<br />

?<br />

Via deze toets kan het personeelslid zijn uursaldo opvragen. Dit<br />

cijfer is het aantal debet- of boni-uren bij afsluiting van de<br />

voorgaande werkdag.<br />

De toetsen gebruikt het personeelslid als volgt: hij drukt eerst de desbetreffende toets in en houdt<br />

nadien uw badge vóór de prikklok op een 10-tal centimeter.<br />

Verlet te recupereren (alsook de fleximinuten) hoeft niet via specifieke toetsen geregistreerd te<br />

worden op de prikklok. Het personeelslid prikt gewoon in of uit.


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 69<br />

Art. 20. Geen commentaar.<br />

Art. 21. Geen commentaar.<br />

Art. 22. Indien personeelsleden het <strong>VAPH</strong> vertegenwoordigen op een beurs of dergelijke,<br />

worden de regels voor opdrachten zoals bepaald in artikel 14 en voor extra prestaties zoals<br />

bepaald in artikel 22 toegepast.<br />

Daarnaast kan er een toelage worden uitgekeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel VII 30<br />

van het VPS .<br />

Het <strong>VAPH</strong> houdt de wettelijke minima aan. De wet schrijft eveneens voor dat de recuperatie<br />

moet opgenomen worden binnen de 2 weken, met uitzondering van de leidinggevenden, die deze<br />

recuperatie dienen op te nemen en binnen de 4 maanden.<br />

In de directieraad van 17 april 2007 werd volgende interpretatie gegeven aan overuren :<br />

De directie is van mening dat het maken van overuren uitzonderlijk moet blijven.<br />

• prestaties op weekdagen na 18.00 uur worden slechts als overuren aanzien indien er op<br />

voorhand een expliciete verklaring van het afdelingshoofd wordt opgemaakt met een<br />

omschrijving van de uitzonderlijke opdracht ; meedeling hiervan aan personeelsdienst<br />

• personeelsleden die zelf later dan 18.00 doorwerken of tijdens weekend- of feestdagen komen<br />

werken, maken hierbij GEEN overuren. Slechts hoog uitzonderlijk indien de overuren niet te<br />

voorzien waren, kan het afdelingshoofd een gemotiveerde regularisatie schrijven en<br />

doorzenden naar de personeelsdienst.<br />

• opdrachten die uitlopen tot na 18.00 uur : bijvoegen bij boni-uren. Uitzondering : bijzondere<br />

opdrachten werkmannen<br />

• De opdracht loopt van vertrek thuis tot aankomst thuis mits het verrekenen van de normale<br />

verplaatsingstijd.<br />

• de gemaakte overuren kunnen opgeteld worden tot men aan een halve of volledige dag komt.<br />

Het saldo blijft behouden en wordt doorgeschoven naar de volgende maand.<br />

• leidinggevenden : dit zijn de diensthoofden zoals vermeld in bijlage 11 van het<br />

arbeidsreglement<br />

• overuren worden opgeteld tot men aan een halve of volledige dag komt. Er is geen<br />

combinatie met flexi-minuten mogelijk.<br />

• voor opdrachten die tussen 7.30 u en 18.00 plaatshebben : een eventueel vertrek vóór 7.30 u<br />

en een eventuele aankomst terug thuis na 18.00 uur worden niet geteld bij de overuren, maar<br />

wel bij de boni-uren.<br />

• prestaties vóór 7.30 en na 18.00 zijn wel overuren indien uw diensthoofd bij wijze van<br />

uitzondering vraagt om deze uren bijkomend te presteren<br />

• telkens wanneer u te kennen geeft dat u overuren hebt gemaakt, zal uw dossierbeheerder uw<br />

saldo aan overuren laten weten. Check dit altijd eerst vooraleer recup te nemen. Dit<br />

voorkomt misverstanden.<br />

Art. 23. Geen commentaar.<br />

Art. 24. Veiligheidsredenen zijn het opstellen van zo correct mogelijke evacuatielijsten.


70 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

De procedure voor personeelsleden die occasioneel met de wagen komen wordt uitgewerkt door<br />

de dienst logistiek en bevindt zich op het intranet onder OD & Staf / logistiek.<br />

Art. 25. Geen commentaar.<br />

Art. 26. Geen commentaar.<br />

Art. 27 § 1 Om afwezigheden door te geven wordt gebruik gemaakt van het elektronisch<br />

tijdsbeheersysteem. Dit is een systeem waarbij de afwezigheden elektronisch aan het diensthoofd<br />

aangevraagd worden. Na goedkeuring van het diensthoofd wordt de afwezigheid automatisch<br />

geregistreerd in het tijdregistratiesysteem (Easytime). Easytime krijgt dus enerzijds<br />

registratiegegevens door van de prikklok, maar anderzijds de registratie van dagen/uren via timeweb<br />

op initiatief van de personeelsleden zelf. Door dit geïnformatiseerd systeem kan het<br />

personeelslid een overzicht van alle tijdregistraties en afwezigheden op zijn computer<br />

consulteren. Op een eenvoudige wijze kan nagegaan worden welke verlofrechten hij nog heeft.<br />

Het uursaldi kan nagegaan worden met opgave van het aantal debet- of boni-uren bij afsluiting<br />

van de voorgaande werkdag.<br />

Volgende afwezigheden worden aangevraagd via Time-web:<br />

− verlof;<br />

− opdracht<br />

(opdrachten die langer dan 3.48 uur (halve dag) of 7.36 uur (volledige dag) duren : u<br />

vraagt de opdracht aan via Time-web en kiest bij 'duur' voor uren : u vult de werkelijke<br />

uren in van uw opdracht);<br />

− telewerken;<br />

− recuperatie;<br />

- fleximinuten;<br />

− opspaarverlof.<br />

Volgende afwezigheden worden gemeld via Time-web:<br />

− bloed/plasma melding;<br />

− treinvertraging melding;<br />

− preventief kankeronderzoek melding;<br />

− omstandigheidsverlof melding;<br />

− syndicaal verlof melding;<br />

− vormingsverlof melding;<br />

− andere dienstvrijstellingen melding.<br />

De afwezigheid wordt pas definitief wanneer de personeelsdienst het desbetreffend attest heeft<br />

ontvangen.<br />

Art. 28. Geen commentaar.<br />

Art. 29 § 1. Het personeelslid dat fleximinuten wil gebruiken heeft met andere woorden boni of<br />

saldo-uren gepresteerd en staat dus positief op de prikklok. Met deze fleximinuten kan het<br />

personeelslid bijvoorbeeld iets vroeger naar huis gaan om een persoonlijke afspraak na te komen.<br />

Op andere ogenblikken van de dag kan het personeelslid de fleximinuten gebruiken om


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 71<br />

bijvoorbeeld een langere middagpauze te nemen of om persoonlijke aangetekende zendingen af<br />

te halen op het postkantoor.<br />

§ 2. Het personeelslid kan dus geen extra halve dag verlof nemen. Het <strong>VAPH</strong> beschikt niet over<br />

een recuperatieregeling en de fleximinuten zijn geen recuperatieregeling voor halve of hele dagen.<br />

§ 3. Het betreft de werkdagen voor Kerstmis, Pasen en het Feest van de Arbeid, waar de<br />

stamtijd stopt om 15.00 uur. Anders ontstaat een recuperatieregeling in halve dagen op deze drie<br />

namiddagen, wat is strijd is met de motivering van § 3.<br />

Art. 30. Voor de activiteiten waarvoor de stamtijden niet moeten worden ingehaald, regulariseert<br />

de prikklok het verlet niet te recupereren als volgt:<br />

‣ voor een verlet waarbij er wordt ingeprikt na de stamtijd: regularisatie vanaf 9.15 u<br />

‣ voor een verlet waarbij wordt uitgeprikt voor de stamtijd: regularisatie tot 16 u.<br />

‣ gedeeltelijke afwezigheid met inbegrip van de middagpauze: regularisatie tot 11.45 uur en<br />

vanaf 14 uur.<br />

Voor de andere activiteiten van bijlage 3 :<br />

‣ indien de activiteit een halve dag in beslag neemt : de benodigde tijd met een maximum<br />

van 3.48 uur<br />

‣ indien de activiteit een volledige dag in beslag neemt : de benodigde tijd met een<br />

maximum van 7.36 uur<br />

Art. 31. Doktersbezoeken en ziekenhuisbezoeken gebeuren in principe buiten de stamtijden.<br />

Valt uw afspraak binnen de stamtijd, dan kunnen de fleximinuten eventueel een oplossing bieden.<br />

(Zo ook voor een bloedafname ‘s morgens vroeg: in de loop van de voormiddag wordt u terug<br />

op het werk verwacht. De afwezigheid blijft steeds te recupereren en u kan gebruik maken van de<br />

fleximinuten.)<br />

Alleen in zeldzame situaties kan afgeweken worden van de algemene regel. Het<br />

diensthoofd beschikt hierbij over een zekere appreciatiebevoegdheid. Onder een ‘uitzonderlijke’<br />

situatie wordt onder meer begrepen dat:<br />

‣ het niet gaat om zaken die frequent in het dagelijks leven voorkomen (vb. NIET: ik heb<br />

toch veel uren, ik moet met de kinderen naar de dokter, ik zou graag boodschappen gaan<br />

doen, terwijl er minder volk is, …)<br />

‣ het niet mogelijk is deze zaak anders te regelen (vb. afspraak met huisdokter kan buiten<br />

de werkuren)<br />

‣ het nemen van een hele of een halve dag verlof voor het personeelslid uiteraard wel een<br />

oplossing maar toch wel een onevenredig “dure” oplossing is<br />

U recupereert steeds de afwezigheid, ook de zeldzame uitzondering. Slechts in geval van<br />

overmacht kan het diensthoofd de afwezigheid als “niet te recupereren” aanduiden.<br />

De bedoeling is hier niet om ertoe te komen dat elk diensthoofd elke voorgelegde<br />

afwijking weigert. Het is wel de bedoeling dat het diensthoofd zijn verantwoordelijkheid neemt<br />

en de gevraagde afwijking evalueert: dit betekent dat afwijkingen om persoonlijke redenen dus<br />

enkel kunnen als de reden door de leidinggevende gekend is (wat niet betekent dat ze aan de<br />

personeelsdienst moet medegedeeld worden) en uitzonderlijk blijft.<br />

De directieraad bewaakt de eenvormigheid in interpretatie, hoort desnoods het<br />

diensthoofd en geeft, waar nodig, feedback. Indien geen reden voor het verlet gekend is, kan de<br />

afwezigheid enkel via verlof geregeld worden.<br />

De directieraad kan de beslissing van het diensthoofd wijzigen.


72 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

Personeelsleden die een ganse periode regelmatig behandelingen moeten ondergaan (=<br />

meer dan 2 keer), kunnen contact opnemen met de personeelsdienst om in overleg een regeling<br />

uit te werken. De situatie wordt anoniem voorgelegd aan de directieraad.<br />

Art. 32. Geen commentaar.<br />

Art. 33. § 1. “Behalve de wettelijke bepalingen voor het deeltijds personeelslid”: een personeelslid<br />

dat op een feestdag in loopbaanonderbreking, verlof voor deeltijdse prestaties enz. is, heeft voor die<br />

dag geen recht op loon.<br />

Art. 34. Geen commentaar.<br />

Art. 35. Geen commentaar.<br />

Art. 36. Geen commentaar.<br />

Art. 37. De basisprincipes van het ziekteverlof voor statutairen (cf. VPS):<br />

‣ Elke ambtenaar die afwezig is wegens ziekte, heeft ziekteverlof. Tijdens het ziekteverlof<br />

behoudt hij al zijn administratieve en geldelijke rechten (VPS, X, 17).<br />

‣ Tijdens een periode van halftijdse prestaties wegens ziekte worden de halve of hele<br />

werkdagen afwezigheid van een ambtenaar ook als ziekteverlof in aanmerking genomen<br />

(RS, X, 22).<br />

‣ Vanaf het ogenblik dat de ambtenaar tijdens zijn loopbaan het totaal van 666 werkdagen<br />

ziekteverlof bereikt heeft (zie ook punt 3 van deze nota), kan het orgaan belast met de<br />

geneeskundige controle op de afwezigheden wegens ziekte, Encare Absenteïsme, een<br />

voorstel formuleren aan de Administratieve Gezondheidsdienst (AGD) tot definitieve<br />

ongeschiktverklaring van de ambtenaar (afhankelijk van de ernst van de ziekte). Voor de<br />

berekening van de periode van 666 werkdagen geldt 1 januari 1995 als begindatum (RS, X,<br />

20).<br />

‣ De dagen arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval, een ongeval op weg<br />

naar en van het werk, een ongeval van gemeen recht veroorzaakt door de schuld van een<br />

derde of een beroepsziekte worden niet verrekend in die termijn van 666 werkdagen. De<br />

ambtenaar krijgt hiervoor onbeperkt ziekteverlof (RS, X, 23).<br />

‣ De berekening van het ziekteverlof van de personeelsleden gebeurt pro rata bij het<br />

samenvallen van ziekte met verlof voor deeltijdse prestaties.<br />

‣ Een ambtenaar die 222 werkdagen afwezig is geweest wegens ziekte vanaf de leeftijd van<br />

60 jaar, wordt ambtshalve gepensioneerd zonder definitief ongeschikt te zijn bevonden. De<br />

pensionering gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de<br />

222 ziektedagen bereikt. Deze regel geldt niet ingeval van afwezigheid ten gevolge van een<br />

arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het werk en een beroepsziekte (RS, XI, 7).<br />

Voor het contractuele personeel geldt inzake ziekteverlof de reglementering van de privé-sector:<br />

zie titel IV van de wet van 9 augustus 1963 tot vaststelling en organisatie van een regeling voor<br />

verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, het Koninklijk besluit van 4 november 1963 tot<br />

uitvoering van de wet van 9 augustus 1963, en artikel 31 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />

arbeidsovereenkomsten.


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 73<br />

Mensura Absenteïsme is het vroegere Gecoli of Gemeenschappelijke Controledienst van<br />

Limburgse Ondernemingen.<br />

De attesten zijn per 10 gebundeld in een boekje dat aan elk personeelslid wordt overhandigd. Elk<br />

personeelslid kan steeds nieuwe attesten bij de personeelsdienst aanvragen of afhalen. Het<br />

personeelslid verstuurt luik A & B onmiddellijk a het ziektecontroleorgaan. Het personeelslid houdt<br />

luik C zorgvuldig bij, zodat het personeelslid zelf ook een bewijs in handen heeft.<br />

Ook indien het personeelslid slechts tijdens de namiddag dient te werken, wordt het diensthoofd<br />

vóór 10 uur verwittigd: zoals bijvoorbeeld verlof in de voormiddag, afwezigheid omwille van<br />

deeltijdse prestaties of loopbaanonderbreking.<br />

Eendagsziekten : steeds attest versturen naar het ziektecontroleorgaan.<br />

De snelste weg is steeds de telefoon. Bij ontstentenis daarvan wordt de mail, de fax, ... gebruikt: de<br />

telefoon biedt tevens de garantie dat de boodschap daadwerkelijk tijdig ontvangen wordt.<br />

Het ziektecontroleorgaan houdt van elk personeelslid een medisch dossier bij. Om dit dossier up<br />

to date te houden, worden alle medische attesten door het personeelslid per post verstuurd naar de<br />

hoofdzetel van Mensura Absenteïsme.<br />

Het samenvallen van ziekte met vakantieverlof<br />

Indien de ambtenaar ziek wordt voor het begin van zijn vakantieverlof, kan hij dat<br />

intrekken. Indien hij tijdens het vakantieverlof ziek wordt, loopt het verlof door tot het<br />

einde van de duur waarvoor het werd aangevraagd (algemene regel), behalve ingeval van<br />

opneming in het ziekenhuis (dan wordt het vakantieverlof opgeschort). Slechts het<br />

resterende gedeelte van de afwezigheid wegens ziekte dat het vakantieverlof overschrijdt, wordt<br />

aangerekend als ziekteverlof.<br />

Het samenvallen van ziekte met andere verloven (verschillend van vakantieverlof)<br />

Indien ziekteverlof samenvalt met andere verloven, is de algemene regel dat het verlof niet wordt<br />

ingetrokken of opgeschort. Indien de ambtenaar ziek wordt voor de aanvang van of tijdens een<br />

toegekend verlof, dan is de duur van de afwezigheid wegens ziekte die samenvalt met het<br />

toegekende verlof geen ziekteverlof. Uiteraard is de afwezigheid voor de aanvang van het<br />

toegekende verlof wel ziekteverlof.<br />

Deze algemene regel is van toepassing op de volgende verloven:<br />

‣ compensatieverlof tussen Kerstmis en Nieuwjaar;<br />

‣ bevallingsverlof en opvangverlof;<br />

‣ ouderschapsverlof;<br />

‣ verlof voor deeltijdse prestaties;<br />

‣ verlof voor loopbaanonderbreking;<br />

‣ vormingsverlof;<br />

‣ omstandigheidsverlof;<br />

‣ gecontingenteerd verlof;<br />

‣ verlof voor militaire dienst of burgerdienst;<br />

‣ profylactisch verlof (behalve ingeval van besmettelijke ziekte);<br />

‣ politiek verlof.<br />

De afwezigheid wegens ziekte tijdens de volgende drie verloven is wel ziekteverlof, ofschoon ook<br />

hier het verlof niet wordt ingetrokken of opgeschort:


74 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

‣ verlof voor opdracht (detachering);<br />

‣ verlof om in vredestijd als vrijwilliger prestaties te verrichten bij het korps voor burgerlijke<br />

veiligheid;<br />

‣ vakbondsverlof (voor de vaste afgevaardigden).<br />

Het gaat hier immers telkens om een verlof met dienstactiviteit (d.w.z. in principe<br />

bezoldigd) waarbij de titularis elders tewerkgesteld is (al dan niet in overheidsdienst). Na het<br />

verstrijken van het verlof bezorgt de ambtenaar aan zijn personeelsdienst een dienststaat met daarin<br />

het aantal dagen afwezigheid wegens ziekte tijdens dat verlof.<br />

Daarnaast zijn er nog enkele specifieke regelingen:<br />

‣ De dagen afwezigheid wegens ziekte gedurende de periode van zes weken die de werkelijke<br />

bevallingsdatum voorafgaan, worden als bevallingsverlof beschouwd.<br />

‣ Het profylactisch verlof kan niet worden toegestaan aan ambtenaren die zelf door de<br />

besmettelijke ziekte zijn aangetast. Vanaf het ogenblik dat de ambtenaar zelf de<br />

verschijnselen van de ziekte vertoont, wordt het voorbehoedend verlof in ziekteverlof<br />

omgezet.<br />

‣ Bij langdurige ziekte kan men het verlof voor deeltijdse prestaties en het verlof voor<br />

loopbaanonderbreking opzeggen, als men de statutaire opzegtermijn (één maand voor het<br />

verlof voor deeltijdse prestaties en twee maanden voor het verlof voor<br />

loopbaanonderbreking) naleeft.<br />

Op de contractuele personeelsleden is dezelfde regeling van toepassing als op de statutaire<br />

ambtenaren, met uitzondering echter van de volgende specifieke regelingen:<br />

‣ indien men de laatste zes weken voor de werkelijke bevallingsdatum zonder onderbreking<br />

afwezig is wegens ziekte, dan wordt deze afwezigheid als bevallingsverlof beschouwd;<br />

hervat men echter het werk voor de bevalling dan is het ziekteverlof;<br />

‣ het verlof voor loopbaanonderbreking is niet opzegbaar bij langdurige ziekte;<br />

‣ het ziekteverlof wijzigt het deeltijds contract niet.<br />

Enkel statutaire personeelsleden die langdurig ziek zijn, kunnen, indien zij dit aangeven, per<br />

kalenderjaar elf van hun jaarlijkse vakantiedagen opsparen. Dit verlof moet opgenomen worden<br />

onder dezelfde modaliteiten als de andere personeelsleden.<br />

Art. 38. Bij de ziektecontrole dienen de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de<br />

controlegeneeskunde gerespecteerd te worden.<br />

Het personeelslid dat zelf het initiatief neemt om naar de controlearts te stappen, zonder<br />

opgeroepen te worden, betaalt zelf deze consultatie.<br />

Het personeelslid wordt nooit opgeroepen bij een controlearts van de eigen woonplaats.<br />

De vroegere regeling dat het personeelslid de eerste drie dagen altijd ter beschikking moest staan<br />

van een controle vervalt.<br />

Art. 39. Geen commentaar<br />

Art. 40. Geen commentaar.<br />

Art. 41. De toestand non-activiteit stemt overeen met een ongewettigde afwezigheid en de<br />

inhouding van het loon van één werkdag en heeft invloed op de berekening van anciënniteiten.


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 75<br />

Art. 42. Geen commentaar.<br />

Art. 43. De te volgen procedure bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het<br />

werk, of een beroepsziekte:<br />

1. Vul het aangifteformulier "Aangifte van arbeidsongeval" zo volledig mogelijk in (dit heette<br />

vroeger Model A).<br />

2. De rubrieken II en III kunnen ingevuld worden door het slachtoffer of zijn<br />

rechthebbende, zijn hiërarchische overste of door elk ander belanghebbende.<br />

3. De rubrieken I, IV, V en VI worden door de preventieadviseur en de personeelsdienst<br />

ingevuld.<br />

4. De aangifte moet ondertekend worden door de aangever, de rechthebbende, de<br />

hiërarchische overste of een andere persoon.<br />

5. Kleef een briefje van het ziekenfonds op het formulier "Aanvullende inlichtingen bestemd voor<br />

Ethias" en bezorg het aan de personeelsdienst. De gegevens worden ingevuld door de<br />

personeelsdienst.<br />

6. Laat het "Geneeskundig getuigschrift" invullen door de behandelende arts.<br />

7. Stuur uw ziekte-attest (met vermelding "arbeidsongeval") op naar Encare Absenteïsme.<br />

8. Stuur het "Medisch attest Medex" op naar: Geneeskundig Centrum Medex, FOD<br />

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Victor Hortaplein 40<br />

bus 10, 1060 Brussel.<br />

9. Als u apothekerskosten maakt is het belangrijk om aan de apotheker te melden dat het<br />

om een arbeidsongeval gaat. Deze bezorgt u dan een wettelijk kassaticket om over te<br />

maken aan Ethias.<br />

10. Wat eventuele ziekenhuisfacturen betreft, ofwel betaalt u deze zelf en worden ze nadien<br />

terugbetaald door Ethias. Ofwel worden de facturen rechtstreeks betaald door Ethias.<br />

Over dit laatste verloopt wel wat tijd. Tip: zeg in het ziekenhuis dat het gaat om een<br />

arbeidsongeval.<br />

11. U wacht best met het indienen van dokters- en apothekerskosten bij uw ziekenfonds. Van<br />

het arbeidsongeval erkend wordt, kan u terugbetaling vragen aan Ethias.<br />

Art. 44-45. Geen commentaar.<br />

Art. 46. Het geldelijk statuut is opgenomen in het VPS van 13 januari 2006 door het wijzigend<br />

besluit van de Vlaamse regering van 16 maart 2007.<br />

Art. 47. Geen commentaar<br />

Art. 48. Het salaris wordt per maand, na het verlopen van de termijn, betaald, met dien verstande<br />

dat het op de rekening van het personeelslid wordt bijgeschreven uiterlijk de laatste werkdag van<br />

de maand. Het salaris van de maand december wordt op de rekening van het personeelslid<br />

geboekt uiterlijk de eerste werkdag van de maand januari.<br />

Toelagen en vergoedingen worden eveneens na het verlopen van de termijn betaald.


76 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

Wanneer de arbeidsverhouding een einde neemt in de loop van een maand, wordt het nog<br />

verschuldigde salaris uitbetaald op de eerstvolgende betaaldag.<br />

Het salaris en alle toelagen en vergoedingen worden in giraal geld betaald, namelijk door middel<br />

van een overschrijving bij een bankinstelling naar keuze.<br />

Art. 49-50. Geen commentaar<br />

Art. 51. Het <strong>VAPH</strong> wijst op het belang voor de loonberekening van een tijdige aangifte van een<br />

wijzigende gezinssamenstelling.<br />

Art. 52. Dit betreft enkele de reis- en maaltijdvergoeding voor externe informatici in opdracht<br />

van het <strong>VAPH</strong>.<br />

Art. 53-55. Geen commentaar.<br />

Art. 56. Dit artikel regelt de aanvraagmodaliteiten, aanvraag- en opzegtermijnen van verloven.<br />

Gecoördineerd overzicht van de verloven met de belangrijkste modaliteiten gespecifieerd in<br />

zowel het VPS als het arbeidsreglement<br />

verlof aanvraagtermijn opzegtermijn bijzondere voorwaarden<br />

loopbaanonderbreking 3 maand 2 maand begin kalendermaand<br />

per 3 tot 12 maand<br />

maximaal 72 maanden<br />

voltijds en 72 maanden<br />

halftijds per loopbaan<br />

voor ambtenaren<br />

contractanten volgens<br />

privé-stelsel<br />

niet combineerbaar met<br />

verlof voor deeltijdse<br />

prestaties<br />

haltijdse<br />

loopbaanonderbreking<br />

tot pensioen<br />

3 maand enkel voor ambtenaren<br />

minstens 50 jaar<br />

niet combineerbaar met<br />

deeltijdse prestaties<br />

ouderschapsverlof 1 maand 2 maand aansluitbaar op<br />

bevallingsverlof<br />

3 maand voltijds of<br />

6 maand halftijds per kind<br />

na geboorte of adoptie tot<br />

het kind 12 wordt<br />

bijstandsverlof<br />

in de loop van de week<br />

voor de aanvang<br />

geen opzegtermijn<br />

begin maandag<br />

doktersattest<br />

per 1 tot 3 maand<br />

maximaal 12 maanden


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 77<br />

voltijds of 24 maanden<br />

halftijds per patiënt<br />

palliatief verlof geen aanvraagtermijn geen opzegtermijn begin elke werkdag<br />

doktersattest<br />

één maand, eenmaal<br />

verlengbaar met één<br />

maand per patiënt<br />

verlof voor deeltijdse<br />

prestaties<br />

onbetaald verlof in<br />

dagen<br />

onbetaald verlof in<br />

maanden<br />

1 maand 1 maand enkel voor statutairen<br />

begin kalendermaand<br />

na 60 maanden vertraagde<br />

opbouw van de<br />

schaalanciënniteit<br />

1 maand 7 dagen voor<br />

aanvang<br />

maximaal 20 dagen per<br />

kalenderjaar<br />

1 maand 2 maanden begin kalendermaand<br />

maximaal 60 maanden per<br />

loopbaan<br />

§ 2. Voltijdse en halftijdse loopbaanonderbrekingen loopbaanonderbreking tot pensioen. De<br />

opzegtermijn van drie maanden is bedoeld als transitieperiode voor de contractuele vervanger en<br />

om de administratie naar de federale overheid in orde te brengen.<br />

§ 3. Ouderschapsverlof onder de vorm van loopbaanonderbreking: onderscheid voor<br />

vrouwelijke personeelsleden tussen ouderschapsverlof dat wel en niet aansluit bij bevallingsverlof<br />

§ 4. Loopbaanonderbreking voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid<br />

§ 5. Loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen<br />

§ 6. Verlof voor deeltijdse prestaties<br />

§ 7. Onbetaald verlof in dagen (voorheen: gecontingenteerd verlof)<br />

§ 8. Onbetaald verlof in maanden / jaren (voorheen: gecontingenteerd verlof). De opzegtermijn<br />

van drie maanden is bedoeld als transitieperiode van de contractuele vervanger.<br />

§ 9. Hoewel dit artikel systematisch verwijst naar het VPS, dat niet van toepassing is voor de<br />

externen, wordt de uitsluiting van de externen voor dit artikel hier geëxpliciteerd<br />

Art. 57-60. Geen commentaar.<br />

Art. 61. Het diensthoofd is volledig verantwoordelijk voor de optimale dienstverlening en de<br />

maximale beschikbaarheid van zijn dienst. Hij draagt zorg voor de correcte toepassing van de<br />

werktijdregeling in zijn dienst. Hij zorgt er voor dat elk document duidelijk leesbaar getekend<br />

wordt en volledig ingevuld is.<br />

De diensthoofden volgen de tikkingen van hun personeelsleden op via time-web. Zij zullen<br />

personen die de stamtijden manifest niet volgen, opvolgen en, indien nodig, maatregelen treffen.<br />

Zij schakelen hierbij uiteraard ook de andere leidinggevenden van de dienst (evaluatoren) in.


78 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

Omwille van de gelijkberechtiging van alle personeelsleden zal de personeelsdienst elk verlet dat<br />

afwijkt van de normale toepassing, elke uitzondering en alle aanvragen om afwijkingen op globale<br />

basis inventariseren. Op basis van een evalutatieverslag kan de directieraad oordelen over<br />

eventueel te nemen maatregelen of bijsturingen.<br />

Art. 62-63. De deontologische code van het <strong>VAPH</strong> kan slechts aanvullende bepalingen aan de<br />

globale deontologische code opnemen voor specifieke aangelegenheden die betrekking hebben<br />

op het agentschap zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de globale deontologische code.<br />

(artiktel II 7 § 1 en § 2 van het VPS)<br />

Art. 64-67. Geen commentaar.<br />

Art. 68. Het <strong>VAPH</strong> wenst zich voor de invulling van de preventie tegen ongewenst gedrag niet<br />

te beperken tot het weergeven van modelteksten, maar zich in het kader van een actief en<br />

gedragen welzijnsbeleid te engageren. De directie van het <strong>VAPH</strong>, de HR-, de personeels- en de<br />

preventiedienst van het <strong>VAPH</strong> en de sociale partners van het <strong>VAPH</strong> wensen zich, samen met<br />

alle personeelsleden in te zetten voor het welzijn van alle werknemers van het <strong>VAPH</strong>. Zij willen<br />

dat er dynamisch samengewerkt wordt met respect en een gezamenlijk doel: samen zo efficiënt<br />

en effectief mogelijk de opdrachten, gegeven aan het <strong>VAPH</strong>, vervullen in een omgeving waar we<br />

ons goed mogen voelen.<br />

Er wordt dan ook verwacht dat<br />

‣ iedereen in de omgang met collega’s, leidinggevenden, medewerkers en klanten de andere<br />

met respect behandelt;<br />

‣ dat iedere vorm van fysiek of verbaal geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op<br />

het werk achterwege gelaten wordt;<br />

‣ dat ieder personeelslid dergelijk gedrag bij anderen niet steunt of toelaat.<br />

Binnen het <strong>VAPH</strong> zal er binnen het globaal preventieplan aandacht zijn voor het<br />

preventief uitbannen van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. Indien het zich toch<br />

voordoet zal de directie, vermits het hier om volstrekt ontoelaatbaar gedrag gaat, na het volgen<br />

van de vastgelegde procedure, gepaste maatregelen, eventueel sancties, nemen.<br />

Werken aan een geïntegreerd welzijnsbeleid betekent aandacht hebben voor allerlei psychosociale<br />

aspecten op de werkvloer m.a.w. aandacht hebben voor vragen rond stress op het werk,<br />

pesterijen, ongewenst seksueel gedrag, geweld, alcohol- en drugsgebruik en voor de verbanden<br />

daartussen.<br />

Ook de wetgever had daar oog voor : de wet van 11 juni 2002 voegt in de Wet Welzijn in<br />

dat welzijn o.a. ook wordt nagestreefd door maatregelen die betrekking hebben op OGW. Deze<br />

wet en het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld,<br />

pesterijen en ongewenst sexueel gedrag op het werk leggen de werkgever op een globaal<br />

preventieplan op te maken , uit te voeren via jaarlijkse actieplannen.<br />

De hoofdmoot van deze wetten zijn dan ook preventieve maatregelen, daarnaast is er een<br />

repressief luik dat gaat over de bescherming van de betrokken werknemers.<br />

Initiatieven die in het raam van een algemeen welzijnsbeleid genomen worden door de<br />

werkgever zullen geïntegreerd gebeuren met reeds bestaande en/of geplande initiatieven in de<br />

organisatie. We denken hier bv. aan functioneringsgesprekken, inspanningen rond interne en<br />

externe communicatie, tevredenheidsenquêtes enz..


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 79<br />

Zoals reeds vermeld is binnen dit geheel is er ook aandacht voor een individueel luik : de<br />

procedures die van toepassing zal zijn wanneer een werknemer het slachtoffer meent te zijn van<br />

geweld, pesterijen of OSGW en de bescherming die de werknemers hierbij gegeven wordt,<br />

worden hierna behandeld.<br />

Bij de verankering in de welzijnswet werd ook het engagement van de werknemer<br />

gevraagd; als één van de verplichtingen van de werknemer wordt gezien: “ op positieve wijze<br />

bijdragen tot het beleid dat tot stand wordt gebracht in het kader van de bescherming van de<br />

werknemers tegen geweld, pesterijen en OSGW, zich onthouden van iedere daad van geweld,<br />

pesterijen en OSGW en zich onthouden van ieder wederrechtelijk gebruik van de<br />

klachtenprocedure”<br />

Preventie en bescherming op het werk zijn dan ook slechts echt mogelijk in een cultuur<br />

van dialoog en openheid waarbinnen over deze zaken kan gesproken worden. Spreken zal<br />

uiteraard niet genoeg zijn , maar door te spreken kunnen er wel afspraken gemaakt worden,<br />

duidelijkheid geschept worden over wat kan en niet kan, wat de verschillende opvattingen zijn en<br />

wat we verwachten van elkaar.<br />

Voor de regelgeving en meer informatie, zie:<br />

‣ Codex Welzijn op het Werk, waarin opgenomen wet op het welzijn van de werknemers ,<br />

inzonderheid art. 4 § 1 en Titel VIII<br />

‣ Wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst<br />

sexueel gedrag op het werk (BS 22 juni 2002)<br />

‣ KB en omzendbrief van het Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling van 11 juli 2002, BS<br />

van 18 juli 2002<br />

‣ Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, De bescherming tegen geweld,<br />

pesterijen en OSGW, brochure<br />

‣ D. UYTERLINDE Pesten op het werk, http://www.omgaanmet pesten.nl<br />

‣ S. EMMERECHTS. Pesten, Wat doen we eraan? Op school, op het werk, thuis en in relaties.<br />

Antwerpen, 1999. (beschikbaar in <strong>VAPH</strong>-bibliotheek)<br />

‣ S. EMMERECHTS. Mobbing of pesten op het werk. Antwerpen, 2001.<br />

‣ www.idewe.be, klik op: risicobeheersing/ psychosociaal<br />

‣ www.fgov.be, klik op: home/burgers/werken/welzijn/pesterijen, OSGW en geweld …<br />

‣ www.prevent.be, klik op: documentatie/preventdoc<br />

Art. 69. De wet maakt een onderscheid tussen drie vormen van OGW: geweld, pesten en<br />

ongewenst seksueel gedrag.<br />

§ 1. Pesterijen op het werk omvatten elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen<br />

de instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen,<br />

handelingen, gebaren, en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de<br />

persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer bij de<br />

uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een<br />

bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Het<br />

betreft systematisch zwartmaken of belachelijk maken van, of roddelen over iemand, te veel, te<br />

weinig of zinloos werk geven, iemands werk hinderen of saboteren, iemand sociaal isoleren, geen<br />

gevolg geven aan wat iemand zegt, ...<br />

§ 2. Onder ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan elke vorm van verbaal, nietverbaal<br />

of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die er zich schuldig aan maakt,<br />

weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op


80 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

het werk. Het zijn ongewenste aanrakingen, (on)dubbelzinnige opmerkingen, lonken en gluren,<br />

aandringen iets te gaan drinken, ...<br />

§ 3. Onder geweld op het werk wordt verstaan elk voorval waarbij een personeelslid wordt lastig<br />

gevallen, bedreigd of aangevallen tijdens de uitvoering van het werk: verbale agressie (vloeken,<br />

schelden), bedreigingen, fysiek geweld<br />

Waar trek je de lijn tussen gewenst en ongewenst gedrag?<br />

Het gaat hier niet om objectieve criteria. In dergelijke zaken legt ieder zijn grenzen. (men praat<br />

daarom soms ook over ongewenst grensoverschrijdend gedrag) Wat voor de één door de beugel<br />

kan als plagen, wordt door de ander beschouwd als pesterij. Een korte aanraking van de arm is<br />

voor de één onaanvaardbaar, anderen zien er geen graten in. Wat voor de één een grapje is, is<br />

voor de ander een rechtstreekse aanval op een persoon. Wat wel duidelijk is dat er voor een partij<br />

een grens overschreden wordt. Het is daarom ook beter onmiddellijk te reageren en te zeggen dat<br />

je bepaalde gedragingen niet apprecieert. Wel zijn het aanhoudend karakter en de frequentie van<br />

de ongewenste gedragingen, het systematisch en gepland voorkomen ervan en soms ook het<br />

aantal personen dat betrokken is, een aanduiding rond de ernst van het probleem.<br />

Wat zijn de gevolgen van OGW?<br />

Bij mensen die te lijden hebben van OGW treden vaak gezondheidsproblemen op.<br />

Psychosomatische klachten als hoofdpijn, maag- en darmklachten, hartkloppingen, stress en<br />

slaapstoornissen, concentratiestoornissen Sommigen gaan zich bang en depressief voelen.. Ook<br />

de omgeving van de werknemer lijdt eronder; meer fouten in het werk, tijdverlies door discussies<br />

en geroddel, slechte sfeer, meer personeelsverloop, ziekteverzuim, slecht imago. Ook de dader zal<br />

veelal het vertrouwen van collega’s verliezen, zijn reputatie en professionaliteit zullen in twijfel<br />

getrokken worden, hij stelt zich ev. bloot aan sancties.<br />

OGW is dus een verliespost voor iedereen, het slachtoffer, de dader en de instelling.<br />

Art. 70. Geen commentaar.<br />

Art. 71. Indien het personeelslid van oordeel is dat een rechtstreeks gesprek met de dader niet zal<br />

kunnen leiden tot stopzetten van het OGW of indien hij dat gesprek gevoerd heeft en het geen<br />

resultaat had, kan hij beroep doen op een aantal middelen. De externe preventieadviseur is,<br />

conform de wet, een universitair geschoolde met een specifieke vorming psychologie of<br />

sociologie van de arbeid. Deze persoon is niet te verwarren met de interne preventieadviseur<br />

(veiligheid). Deze externe dienst biedt volgende mogelijkheden:<br />

1) advies<br />

Het personeelslid kan bij deze persoon terecht om vertrouwelijk het probleem aan te kaarten.<br />

Indien het personeelslid geen verdere stappen wil ondernemen stopt de procedure daar. Het<br />

contact blijft een vertrouwelijk iets tussen het personeelslid en de preventieadviseur-OGW.<br />

2) informele procedure en bemiddeling<br />

De informele bemiddeling heeft tot doel dat de feiten, indien ze gebeurden, moeten stoppen. Het is echter<br />

niet meer mogelijk volledig anoniem te blijven. De aangeklaagde zal immers gecontacteerd<br />

worden over de precieze klacht. Alle betrokkenen mogen hun versie van de feiten geven. Zij<br />

kunnen rekenen op discretie en er volgen nooit sancties. Het is de bedoeling dat de aangeklaagde<br />

zich bewust wordt van het feit dat zijn/haar gedrag ervaren wordt als grensoverschrijdend. Er


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 81<br />

kan samen met klager en aangeklaagde gezocht worden naar te ondernemen stappen. Eventueel<br />

kan, op verzoek van de klager, de hiërarchische lijn informeel gecontacteerd worden en ook samen<br />

hiermee oplossingen gezocht worden. Eventueel kunnen de oplossingen opgenomen worden in<br />

een informeel schriftelijk dossier, dat door de externe preventieadviseur wordt bewaard. Na een<br />

zekere tijd volgt er een evaluatiegesprek met de klager, waarin wordt nagegaan of het probleem is<br />

opgelost. Indien dit niet zo is kan de klager aan de preventieadviseur-OGW opnieuw vragen actie<br />

te ondernemen.<br />

3) de formele procedure<br />

In de informele fase had de klager het ganse verloop in eigen handen. Er wordt enkel contact<br />

gelegd voor zover hij dat wil en hij kan elk ogenblik de procedure stoppen. Als het personeelslid<br />

in de formele procedure stapt is er geen weg terug. Er wordt dan een echt onderzoek ingesteld en<br />

je hebt geen verdere invloed meer op de afhandeling. Dat kan ook voor het personeelslid als<br />

klager gevolgen hebben want als zou blijken dat de beschuldigingen vals waren, kan de klager zelf<br />

een sanctie oplopen.<br />

Om de formele procedure te starten is het nodig dat een met reden omklede klacht wordt<br />

ingediend bij de preventieadviseur OGW.<br />

In een met reden omklede klacht<br />

‣ worden feiten omschreven (wat gebeurde er?);<br />

‣ worden namen genoemd (wie zijn de daders?).<br />

Belangrijk is dat een klacht zoveel mogelijk objectieve elementen bevat en eventuele getuigen<br />

noemt. Een kopie van deze klacht wordt door de preventieadviseur-OGW rechtstreeks en<br />

vertrouwelijk naar de werkgever (de leidend ambtenaar) gestuurd.<br />

Art 72. De preventieadviseur-OGW zal de klacht dan onderzoeken. Hij zal ernaar streven de<br />

feiten van het voorval/de voorvallen helder te krijgen; ontdaan van subjectieve elementen. Hij<br />

hoort de klager, de aangeklaagde en eventuele getuige, mogelijk ook de hiërarchische lijn of<br />

eventuele andere slachtoffers. Hij onderzoekt de factoren die van invloed zijn op het ontstaan<br />

van het probleem, peilt naar de oorzaken en beoordeelt de gevolgen.<br />

Na afloop van het onderzoek maakt hij een verslag op waarin worden vermeld:<br />

‣ namen van klager en aangeklaagde(n);<br />

‣ beschrijving van de feiten;<br />

‣ zijn beoordeling van de gegrondheid van de klacht en een advies aan de werkgever (de<br />

leidend ambtenaar, of, indien het gaat om een personeelslid van A2 of hoger, de<br />

bevoegde minister). In dit advies kwalificeert de preventieadviseur de feiten niet in<br />

juridische zin of beantwoordt hij geen schuldvraag in juridische zin. Hij geeft wel<br />

aanbevelingen om een einde te maken aan het ongewenste gedrag.<br />

Als de klacht als terecht beschouwd wordt door de preventieadviseur is de werkgever verplicht<br />

maatregelen te nemen. Indien de feiten toch doorgaan of indien de werkgever geen maatregelen<br />

neemt, went de preventieadviseur zich in overleg met het slachtoffer tot de medische inspectie.<br />

Er wordt geen kopie van het verslag gegeven aan klager of beklaagde. De klager heeft wel het<br />

recht te horen van de werkgever welk gevolg er gegeven werd aan zijn klacht.<br />

Bescherming van de werknemer: vanaf het moment dat een formele klacht wordt ingediend is<br />

het personeelslid als werknemer beschermd tegen ontslag of eenzijdige wijziging van de<br />

arbeidsvoorwaarden. De bescherming geldt evenwel niet als het ontslag of de eenzijdige wijziging<br />

van de arbeidsvoorwaarden niets te maken hebben met de reden van de klacht. Ook getuigen<br />

genieten dezelfde bescherming. De bescherming geldt voor 12 maanden vanaf het indienen van


82 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

de klacht of het afleggen van de getuigenverklaring. Bij de klacht voor een rechtbank (zie hierna)<br />

geldt de bescherming tot de termijn om in beroep te gaan tegen het vonnis verstreken is.<br />

4) externe procedures<br />

De procedures binnen het <strong>VAPH</strong> zijn erop gericht de betrokkenen (klager, aangeklaagde,<br />

leidinggevende) zelf de conflicten te laten regelen binnen de organisatie. Deze procedures bieden<br />

de beste kans op bevredigend resultaat. Daarnaast bestaan er nog externe procedures waar je<br />

beroep op kan doen:<br />

4a) klacht bij de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk<br />

Het zijn de sociale inspecteurs van de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk die belast zijn<br />

met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de regelgeving inzake OGW. Zij zullen in<br />

de eerste plaats onderzoeken of de feiten wel onder de toepassing van de regelgeving vallen en<br />

indien dat zo is, de nodige stappen ondernemen om de werkgever ertoe aan te zetten de passende<br />

maatregelen te treffen.<br />

Voor de adressen van de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk: zie bijlage 9 bij dit<br />

reglement.<br />

4b) klacht bij de rechtbank (arbeidsrechtbank of correctionele rechtbank)<br />

De dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk kan een proces-verbaal opmaken en doorzenden<br />

aan de arbeidsauditeur met de vraag de zaak te onderzoeken. De klager kan de zaak ook zelf<br />

overmaken aan de arbeidsauditeur of een vordering instellen bij de bevoegde rechtbank. Na een<br />

laatste poging tot oplossing kan de auditeur dan dagvaarden. Voor de arbeidsrechtbank kan het<br />

slachtoffer reïntegratie in zijn (oude) job vragen indien hij ontslagen werd of zijn werk gewijzigd<br />

werd; hij kan ook schadeloosstelling vragen. Voor slagen en verwondingen, aanranding, stalking<br />

en laster en eerroof kan men ook bij de politierechtbank of de correctionele rechtbank klacht<br />

neerleggen.<br />

Art. 73. Vanaf het moment dat een klacht wordt ingediend, is het personeelslid beschermd tegen<br />

ontslag of eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De bescherming geldt wel niet als het<br />

ontslag niets te maken heeft met de reden van de klacht, met name het pesten, OSGW of geweld.<br />

Ook eventuele getuigen genieten dezelfde bescherming. De bescherming geldt voor de<br />

12 maanden vanaf het indienen van de klacht of het afleggen van de getuigenverklaring. Bij een<br />

klacht voor een rechtbank geldt de bescherming tot dat de termijn om in beroep of verzet te<br />

gaan, verstreken is.<br />

Art. 74. Binnen de interne formele procedure van het <strong>VAPH</strong>: Op basis van de adviezen van de<br />

preventieadviseur OGW aan de leidend ambtenaar kunnen sancties overwogen worden. T.o.v.<br />

een personeelslid dat zich schuldig maakt aan geweld, pesten of OSGW, zijn diverse maatregelen<br />

mogelijk. Deze kunnen variëren van een gesprek tot een berisping of van een negatieve evaluatie<br />

tot een tuchtstraf (met name : blaam, inhouding van salaris, tuchtschorsing, lagere inschaling,<br />

terugzetting in graad, ontslag, van ambtswege afzetting). Hetzelfde geldt voor het personeelslid<br />

waarvan zou komen vast te staan dat hij valse beschuldigingen uitte. Op basis van andere<br />

procedures: naast de algemene bepalingen van het burgerlijk wetboek, het strafwetboek en de<br />

algemene bepaling van de Wet Welzijn art 81 voert de Wet OGW aan de Wet Welzijn een art. 88<br />

bis toe aan de Wet Welzijn met een specifieke strafsanctie. Sancties zijn dus mogelijk zowel tegen<br />

de werkgever als verantwoordelijke voor het preventiebeleid, als tegen de werknemer die de<br />

klachtenprocedure misbruikt als ten aanzien van de dader van OGW.


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 83<br />

Art. 75 § 1. Het <strong>VAPH</strong> heeft ervoor gekozen, omwille van een zo groot mogelijke objectiviteit,<br />

de procedure buiten het agentschap te houden. De taak van de contactpersonen beperkt zich tot<br />

informatieverstrekking en doorverwijzing: welke verschillende procedures er zijn, wat daar de<br />

consequenties van zijn enz…m.a.w. voor inhoudelijk advies rond OGW is de aanspreekpersoon<br />

enkel de externe preventieadviseur van IDEWE.<br />

Art. 76. Geen commentaar.<br />

Art. 77. Geen commentaar.<br />

Art. 78. De bepalingen met betrekking tot straffen en geldboeten die gelden voor de privésector,<br />

zijn niet van toepassing voor het statutaire en contractuele personeel in openbare dienst<br />

die, vóór de inwerkingtreding van deze bepaling, niet onder het toepassingsgebied van deze wet<br />

vielen. Artikel 25 van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 bepaalt dat “het beding<br />

waarbij de werkgever zich het recht voorbehoudt om de voorwaarden van de overeenkomst<br />

eenzijdig te wijzigen, nietig is.” De mogelijkheid om een tuchtreglement te voorzien voor<br />

ambtenaren bestaat eruit dat:<br />

‣ de wet op de arbeidsreglementen inzake straffen en geldboeten ook in de toekomst niet<br />

van toepassing is en er dus geen beperking is naar soort tuchtmaatregelen en<br />

toepasbaarheid;<br />

‣ de arbeidsovereenkomstenwet evenmin van toepassing is en er dus geen verbod is op<br />

bedingen die de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen.<br />

Aangezien er wel een arbeidsreglement voor de overheid moet komen zal minstens een expliciete<br />

verwijzing dienen opgenomen in dit reglement naar de tuchtrechtelijke bepalingen van het<br />

personeelsstatuut. Artikel 77 van het voorontwerp beoogt aan deze verplichting tegemoet te<br />

komen.<br />

Art. 79. Voor contractanten zijn de klassieke sancties die de rechtspositieregelingen van<br />

overheidspersoneel voorzien meestal niet toepasbaar. De regeling inzake geldboeten en straffen is<br />

niet van toepassing op het contractueel personeel van de overheid, voor zover zij vóór de<br />

inwerkingtreding van de wet niet onder het toepassingsgebied vielen (dus wel op de voormelde<br />

soorten openbare instellingen). Er zijn dus in regel geen beperkingen vanuit de wet op de<br />

arbeidsreglementen. Echter gelden als algemeen beginsel artikels 6 en 25 van de<br />

arbeidsovereenkomstenwet waardoor de werkgever onder geen enkel beding de rechten van de<br />

werknemer mag inkorten of zijn plichten verzwaren. Op grond van deze bepaling kan voor<br />

contractanten geen specifiek tuchtstelsel buiten het gewone arbeidsrechtelijke worden ingevoerd.<br />

Een sanctie zoals een tuchtschorsing kan worden gelijkgesteld met een eenzijdige en substantiële<br />

wijziging van essentiële arbeidsvoorwaarden. Om ontoelaatbaar gedrag van contractuele<br />

personeelsleden tegen te gaan kan door het <strong>VAPH</strong> dan ook enkel een beroep gedaan worden op<br />

het gewone instrumentarium dat door het arbeidsrecht wordt aangereikt (terechtwijzing,<br />

opzegging, ontslag om dringende redenen, ...). Deze sancties kaderen in een normale<br />

gezagsuitoefening die is toegelaten in het arbeidsrecht.<br />

Art. 80-92. Geen commentaar.


Inhoudsopgave<br />

Ontwerp van arbeidsreglement voor het <strong>VAPH</strong>.....................................................................................1<br />

TITEL 1 – DEFINITIES EN TOEPASSINGSGEBIED..............................................................4<br />

TITEL 2. – ALGEMENE BEPALINGEN.......................................................................................5<br />

TITEL 3. – WERKTIJDREGELING. ...............................................................................................6<br />

Hoofdstuk 1 – Arbeidsduur en werkrooster...................................................................................6<br />

Afdeling 1 – Algemene bepalingen ..............................................................................................6<br />

Afdeling 2. – Variabele werktijdregeling .....................................................................................7<br />

Indeling van de dagelijkse werktijd..........................................................................................7<br />

Dagschema..................................................................................................................................8<br />

De invloed van deeltijdse prestaties op de dagprestatie .......................................................8<br />

Credit- en debetsaldo.................................................................................................................8<br />

Opdrachten .................................................................................................................................9<br />

Werktijdregeling op specifieke dagen......................................................................................9<br />

Afdeling 3. - Specifieke werktijdregeling....................................................................................9<br />

Afdeling 4. - Meting van en controle op de arbeidstijd...........................................................10<br />

Afdeling 5. - Extra prestaties .....................................................................................................11<br />

Prestaties buiten de normale werkuren voor alle personeelsleden onderworpen aan de<br />

variabele werktijdregeling........................................................................................................11<br />

Afdeling 6 – Werktijdregeling bij stakingen..............................................................................11<br />

Afdeling 7 – Toegangscontrole...................................................................................................12<br />

Afdeling 8 – Werktijdregeling voor de externe personeelsleden ...........................................12<br />

Hoofdstuk 2. - Afwezigheden. ........................................................................................................13<br />

Afdeling 1 Algemene bepalingen................................................................................................13<br />

Afdeling 2 Afwezigheden tijdens de stamtijd ...........................................................................13<br />

Afwezigheid tijdens de stamtijd: de fleximinuten................................................................13<br />

Verlet niet te recupereren........................................................................................................14<br />

Verlet te recupereren ...............................................................................................................14<br />

Afdeling 3 – Rustdagen................................................................................................................14<br />

Feestdagen.................................................................................................................................14<br />

Jaarlijkse vakantie .....................................................................................................................15<br />

Afdeling 4 – De dienstvrijstellingen...........................................................................................16<br />

Afdeling 5 – Het omstandigheidsverlof. ...................................................................................16<br />

Afdeling 6 – Ziekte of ongeval. ..................................................................................................16<br />

De ziektemelding......................................................................................................................16<br />

De geneeskundige controle.....................................................................................................17<br />

Doel en resultaat van de geneeskundige controle ...............................................................18<br />

Arbitrage....................................................................................................................................18<br />

Sancties ......................................................................................................................................19<br />

Deeltijdse prestaties wegens ziekte........................................................................................20<br />

Afdeling 7 – Arbeidsongeval, ongeval op de weg naar en van het werk, EHBO en<br />

verbandkisten ................................................................................................................................21<br />

TITEL 4. – SALARIS – TOELAGEN – VERGOEDINGEN. ..................................................22<br />

TITEL 5. - PROEFPERIODE...........................................................................................................23<br />

TITEL 6 – AANVRAAG- EN OPZEGMODALITEITEN VOOR VERLOVEN................23<br />

Loopbaanonderbreking (algemeen stelsel) ...........................................................................24<br />

Ouderschapsverlof (vorm van loopbaanonderbreking) .....................................................24<br />

Bijstandsverlof (vorm van loopbaanonderbreking) ............................................................24<br />

Palliatief verlof (vorm van loopbaanonderbreking) ............................................................24


<strong>VAPH</strong> ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING 85<br />

Verlof voor deeltijdse prestaties.............................................................................................24<br />

Onbetaald verlof in dagen.......................................................................................................25<br />

Onbetaald verlof in maanden.................................................................................................25<br />

TITEL 7. – EINDE VAN DE TEWERKSTELLING..................................................................25<br />

Hoofdstuk 1. – Ambtenaar..............................................................................................................25<br />

Hoofdstuk 2. – Het contractueel personeelslid ............................................................................25<br />

TITEL 8. – RECHTEN EN PLICHTEN........................................................................................26<br />

Hoofdstuk 1. - Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel. ...............................26<br />

Hoofdstuk 2. – Rechten en plichten van de personeelsleden.....................................................27<br />

Afdeling 1. – Algemene bepalingen ...........................................................................................27<br />

Rookbeleid ................................................................................................................................27<br />

Alcoholpreventiebeleid............................................................................................................27<br />

E-mail- en internetgebruik......................................................................................................27<br />

Cumulatie van beroepsactiviteiten.........................................................................................27<br />

Afdeling 2 - Maatregelen ter bescherming van de personeelsleden tegen geweld, pesterijen<br />

en ongewenst seksueel gedrag op het werk. .............................................................................28<br />

Wetgeving..................................................................................................................................28<br />

Soorten ontoelaatbaar gedrag.................................................................................................28<br />

Beginselverklaring ....................................................................................................................29<br />

Informele procedure................................................................................................................29<br />

Formele procedure...................................................................................................................30<br />

Het klachtenregister ‘ongewenst gedrag door externen’ ....................................................30<br />

Psychologische ondersteuning ...............................................................................................30<br />

Bescherming..............................................................................................................................31<br />

Sancties ......................................................................................................................................31<br />

Informatie en bijstand .............................................................................................................31<br />

Afdeling 3 - Bepalingen in verband met de bescherming van de privacy van de<br />

personeelsgegevens.......................................................................................................................31<br />

Afdeling 4 - Vorming...................................................................................................................32<br />

TITEL 9. – SANCTIES. ......................................................................................................................32<br />

Hoofdstuk 1. – Ambtenaren............................................................................................................32<br />

Hoofdstuk 2. – Contractuele personeelsleden..............................................................................32<br />

TITEL 10 - GENEESKUNDIGE ONDERZOEKEN................................................................32<br />

TITEL 11 – ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN. ..............................................................33<br />

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid .......................................................................................33<br />

Vakantiegeld..............................................................................................................................34<br />

Kinderbijslag .............................................................................................................................34<br />

Arbeidsongevallen....................................................................................................................34<br />

Interne Dienst voor Preventie en Bescherming ..................................................................34<br />

Adressen inspectiediensten.....................................................................................................34<br />

Vakbondsactiviteiten ...............................................................................................................34<br />

TITEL 12- OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN...............................................................34<br />

Bijlagen bij het arbeidsreglement .............................................................................................................36<br />

Bijlage 1: Dienstvrijstellingen ..........................................................................................................36<br />

1. Dienstvrijstelling om sommige politieke mandaten uit te oefenen of ambten die ermee<br />

gelijkgesteld kunnen worden.......................................................................................................37<br />

2. Dienstvrijstelling voor vakbondsactiviteiten ........................................................................37<br />

3. Dienstvrijstelling voor bloed- of bloedplasmagevers..........................................................38<br />

4. Dienstvrijstelling voor preventieve medische onderzoeken ..............................................38<br />

5. Dienstvrijstelling voor het afstaan van beenmerg, organen of weefsel ............................38<br />

6. Dienstvrijstelling voor prenataal onderzoek.........................................................................38


86 ARBEIDSREGLEMENT : TOELICHTING <strong>VAPH</strong><br />

7. Dienstvrijstelling voor borstvoeding .....................................................................................39<br />

8. Dienstvrijstelling voor de voorbereiding van bevorderingsexamens en vergelijkende<br />

examens voor overgang naar een hoger niveau .......................................................................39<br />

9. Dienstvrijstelling voor vrijwilligers van een brandweerkorps of van een korps voor<br />

burgerlijke bescherming of voor de actieve vrijwilligers van het Rode Kruis .....................39<br />

10. Dienstvrijstelling naar aanleiding van verkiezingen...........................................................39<br />

11. Dienstvrijstelling ten behoeve van topsporters en hun begeleiders en internationale<br />

juryleden.........................................................................................................................................40<br />

12. Dienstvrijstelling voor het begeleiden en bijstaan van gehandicapten en zieken .........41<br />

13. Andere dienstvrijstellingen: niet-limitatieve lijst ................................................................42<br />

Bijlage 2: Omstandigheidsverlof .....................................................................................................43<br />

Bijlage 3: Verlet niet te recupereren................................................................................................44<br />

Bijlage 4: Contactgegevens van de (externe) preventieadviseur OGW.....................................45<br />

Bijlage 5: Lijst EHBO-team en verbandkisten..............................................................................46<br />

Bijlage 6: Adreslijst van de centra van de arbeidsgeneeskundige dienst Idewe........................47<br />

Bijlage 7: Adreslijst van de centra van de Administratieve Gezondheidsdienst (AGD).........48<br />

Bijlage 8: Adressen inspectie van sociale wetten, technische inspectie en sociale inspectie...49<br />

Inspectie van de sociale wetten...................................................................................................49<br />

Technische inspectie ..................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.<br />

Sociale Inspectie............................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.<br />

Bijlage 9: Adressen Toezicht op het Welzijn op het Werk .........................................................55<br />

Bijlage 10: Contactgegevens hoofd interne dienst voor preventie en bescherming op het<br />

werk.....................................................................................................................................................57<br />

Bijlage 11 Lijst van de diensthoofden i.f.v. arbeidsreglement.....................................................58<br />

Bijlage12 : Lijst van de diensthoofden die delegatie kregen van de leidend ambtenaar<br />

(art 30 en art 31 AR)…………………………………………………………………55<br />

Bijlage 13 : Lijst van de contactpersonen in verband met ongewenst gedrag op het werk<br />

(OGW)..............................................................................................................................................606<br />

Bijlage 14 : Lijst van de werknemersvertegenwoordigers in het comité voor veiligheid,<br />

gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen (subentiteitscomité)........................................62<br />

Bijlage 15 : Formulier voor personeelslid in staking ....................................................................63<br />

Toelichting bij het arbeidsreglement .......................................................................................................65<br />

Inhoudsopgave ...........................................................................................................................................84

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!