Jarige Shell biedt zicht op 'Gouden Hollanders'

“INVESTEERDERS IN ENERGIETECHNOLOGIE
HEBBEN INMIDDELS AL EEN TIJDSHORIZON
VAN VIJF TOT TIEN JAAR GEKREGEN.”
Ton Hoff:
natuurkunde,
strategie en milieu
Ton Hoff is sinds begin 2003
directievoorzitter van het ECN. Hij
studeerde Natuurkunde aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam, waar hij
in 1977 ook promoveerde. Na zijn
promotie trad hij in dienst van de
Koninklijke/Shell Groep, waar hij
aanvankelijk vooral in research en
engineering werkzaam was, afwisselend
in Amsterdam en Houston.
Daarna werkte hij in de strategische
planning afdeling van Shell
International in London, als retail
development manager bij Shell
Nederland Verkoop in Rotterdam en
als Research directeur bij Billiton
Research te Arnhem. Na terugkeer
als Technology Manager Materials
Engineering in R&D en een periode
als interne business consultant
voor Shell International, werd hij
benoemd tot manager milieuzaken
van Shell Nederland.
20 - SEPTEMBER / OKTOBER 2007 - SHELL VENSTER
ders; ‘er moet snel iets veranderen,
maar ik nog even niet’. Hij vindt dat
de industrie het maar moet oplossen
en de overheid het moet betalen.
Alsof de overheid een apart lichaam
is met eigen geld en alsof de industrie
de kosten niet zou afwentelen op de
consument.”
“Klimaat, milieu en energie is nu een
hype”, constateert Ton Hoff. “Dat zal
wel weer afnemen. Maar daar moeten
wetenschappers, politici en ondernemers
zich niet door laten leiden,
zij moeten gewoon met veel doorzettingsvermogen
door gaan.”
En: “Met name de westerse wereld
heeft nu enorme haast, en die botst
op de mogelijkheden. Op zich is die
haast begrijpelijk, we moeten ons
echter niet laten leiden door paniek.
De sense of urgency moet omhoog,
of in elk geval hoog blijven, en er
moeten ook meer fondsen komen,
maar het R&D-geld moeten we slim
besteden, niet uit blijven geven aan al
bestaande technologie.”
In zijn visie moet ook een nauwkeurige
balans bestaan tussen research
en ontwikkeling en de commerciële
implementatie daarvan. Dus zijn directe
banden tussen wetenschap en
bedrijfsleven belangrijk. “R&D zonder
industriepartners werkt niet.”
Een slimme MEP
Als extra stimulans voor het implementatie-
en het R&D-traject bepleit
Ton Hoff de instelling van een fonds
dat gevoed moet worden met een
kleine opslag op de kilowattuurprijs.
“Zeg enkele tienden van een cent. Dat
moet twee bestemmingen krijgen.
Ten eerste ondersteunt de overheid
daarmee de implementatie van nieuwe
energietechnologieën, die nog
niet zó goedkoop zijn dat ze commercieel
kunnen overleven. De tweede
bestemming, die in omvang veel min-
der groot zal zijn dan de eerste, is bedoeld
om research en ontwikkeling
te versnellen.”
Stelt ook: “De combinatie van die
twee leidt tot een structurele verlaging
van de kostencurve. Er moet een
goede balans zijn tussen aandacht
voor ontwikkeling én implementatie
van nieuwe energietechnologie.”
Volgens de ECN-directeur moet het
bij die implementatie vooral gaan om
technologie-ontwikkeling. “Ik noem
het de ‘Smart MEP’, een energiesubsidie
zonder echter het open-einde
karakter als in de vroegere MEP (Milieukwaliteit
Elektriciteitsproductie
- red.). De subsidie is echt bedoeld om
de technologie via demonstratieprojecten
telkens op een hoger niveau
te krijgen. Elk jaar wordt dan een
budget vastgesteld voor ontwikkelingen
als zon, wind, biomassa en misschien
getijden. Dat geld wordt over
die compartimenten verdeeld, zodat