11.11.2014 Views

Wenk Rechtspraak ondernemingsrecht 2012/25_26

Wenk Rechtspraak ondernemingsrecht 2012/25_26

Wenk Rechtspraak ondernemingsrecht 2012/25_26

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

echtspraak <strong>ondernemingsrecht</strong> RO <strong>2012</strong>/<strong>25</strong><br />

Wanneer is een bestuurder van een beherend<br />

vennoot van een commanditaire vennootschap<br />

aansprakelijk jegens de commanditaire vennoten<br />

op grond van onrechtmatig handelen?<br />

De 6 eisers zijn commanditaire vennoten in de commanditaire<br />

vennootschap Roundnice Real Estate C.V.<br />

(Roundnice). De beherend vennoot van Roundnice is de<br />

rechtspersoon naar Duits recht Mei Middle Europe<br />

Investments GmbH (MEI), waar gedaagde op zijn beurt<br />

weer ‘Geschaeftsfuhrer’ ofwel bestuurder is.<br />

De aandelen in MEI worden voor 50% gehouden<br />

door AHK Beheer B.V. (AHK), de door gedaagde gecontroleerde<br />

vennootschap. De overige 50% van de<br />

aandelen worden gehouden door Reggehuys Management<br />

B.V. (Reggehuys). Reggehuys heeft op haar beurt<br />

een ‘miljoenen’schuld aan een Tjechische vennootschap<br />

Labyrint CZ sro (Labyrint CZ).<br />

Roundnice heeft ten doel de aan- en verkoop van<br />

een industriebedrijf met bedrijfspanden in Tsjechië. In<br />

totaal zijn er 58 vennoten die elk een inbreng van<br />

€ 50.000 dienden te storten op rekening van Roundnice.<br />

Deze bedragen zijn vervolgens door MEI betaald<br />

aan Labyrint, en kort daarna verrekend met de vordering<br />

die Labyrint CZ op Reggehuys had. De bedragen<br />

zijn niet aangewend voor de aankoop van onroerend<br />

goed. MEI heeft voor het overige geen verantwoording<br />

afgelegd over het ingelegde kapitaal. De jaarrekeningen<br />

van Roundnice zijn niet gepubliceerd.<br />

Rb.: Nu MEI als bestuurder van Roundnice een ernstig<br />

verwijt kan worden gemaakt en daarmee aansprakelijk<br />

is jegens eisers, is gedaagde op grond van art. 2:11<br />

BW naast MEI hoofdelijk aansprakelijk is voor de door<br />

eisers geleden schade.<br />

Zie ook:<br />

• HR 20 juni 2008, RO 2008/57, NJ 2009/21, JOR<br />

2008/<strong>26</strong>0 (Willemsen/Nom);<br />

• HR 14 maart 2003, NJ 2003/327 (Hovuma/<br />

Spreeuwenberg);<br />

• HR 29 november 2002, NJ 2003/455, JOR 2003/<br />

2(Berghuizer Papierfabriek).;<br />

• Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 10 februari<br />

2011, RO 2011/39 (Enquête MEI).<br />

Zie anders:<br />

• Rb. Amsterdam 7 september 2011, LJN<br />

BT8994;<br />

• Rb. Amsterdam 13 augustus 2008, RF 2009/6,<br />

JOR 2008/277;<br />

• Rb. 's‐Hertogenbosch 1 september 2000, V‐N<br />

2001/6.30;<br />

• Rb. Leeuwarden 2 november 2011, LJN<br />

BV2387;<br />

• Rb. Rotterdam 7 oktober 1999, JOR 2000/28;<br />

• Groene Serie Privaatrecht – Personenassociaties<br />

Hoofdstuk 1 – Inleiding, paragraaf 8.<br />

<strong>Wenk</strong>:<br />

Strikt genomen betreft deze uitspraak geen bestuurdersaansprakelijkheid,<br />

maar de vraag of een<br />

bestuurder van een beherend vennoot aansprakelijk<br />

is jegens de commandieten indien sprake is<br />

van wanprestatie van deze beherend vennoot. De<br />

rechtbank past bij het beantwoorden van deze<br />

vraag echter wel de norm ex art. 2:9 BW toe.<br />

Eisers in deze procedure vorderen schadevergoeding<br />

van gedaagde uit hoofde van onrechtmatige<br />

daad, welke eruit bestaat dat gedaagde,<br />

als bestuurder van MEI, het heeft toegelaten dat<br />

MEI, als beherend vennoot van Roundnice, haar<br />

verplichtingen jegens eisers niet is nagekomen.<br />

De rechtbank bevestigt dat sprake is van onrechtmatig<br />

handelen van gedaagde, maar past<br />

een afwijkende redenering toe.<br />

Daarbij stelt de rechtbank voorop dat MEI haar<br />

verplichtingen als beherend vennoot jegens de<br />

commanditaire vennoten niet is nagekomen.<br />

MEI heeft geen verantwoording afgelegd over<br />

het door haar gevoerde financiële beleid, zij heeft<br />

de jaarrekeningen van Roundnice niet gepubliceerd<br />

en heeft het vennootschapsvermogen niet<br />

aangewend voor het doel zoals dat is omschreven<br />

in de vennootschapsakte. Van dit laatste oordeelt<br />

de rechtbank dat MEI als bestuurder jegens de CV<br />

gehouden is om het vennootschappelijk kapitaal<br />

louter aan te wenden binnen de statutaire doelstelling.<br />

De rechtbank kijkt hierbij dus niet alleen<br />

naar de grondslagen voor een beroep op wanprestatie.<br />

Vervolgens oordeelt de rechtbank dat onderzocht<br />

moet worden in hoeverre MEI van deze<br />

tekortkomingen ook een ernstig verwijt kan worden<br />

gemaakt, nu ‘voor de aansprakelijkheid van<br />

bestuurders [immers geldt] dat daarvan pas sprake<br />

kan zijn indien de bestuurder van de gemaakte fout<br />

een ernstig verwijt kan worden gemaakt’ (zie r.o.<br />

4.22). Dit is een toepassing van de norm van art.<br />

2:9 BW, namelijk het ernstig persoonlijk verwijt.<br />

De rechtbank stelt — in lijn met die redenering<br />

— dat het in strijd handelen met de bepalingen<br />

van de vennootschapsakte op gelijke voet kan<br />

worden gesteld met het in strijd handelen met<br />

de statutaire beschermingsbepalingen van een<br />

BV, welk handelen door de Hoge Raad als handelen<br />

in strijd met art. 2:9 BW is gesanctioneerd<br />

(zie de door de Hoge Raad ontwikkelde norm uit<br />

zijn arrest van 29 november 2002, NJ 2003/455<br />

(Berghuizer Papierfabriek)). De rechtbank vindt<br />

dat deze norm voor bestuurders van besloten en<br />

naamloze vennootschappen tevens toepassing<br />

vindt in de verhouding tussen beherend vennoot<br />

en commanditaire vennootschap. De rechtbank<br />

stelt dat, ‘gesteld nog gebleken is immers dat aan<br />

de bestuurder van een C.V. andere, minder zware<br />

eisen op het punt van een behoorlijke taakvervulling<br />

mogen worden gesteld dan aan een bestuurder van<br />

een rechtspersoon zoals bedoeld in boek 2 BW.’ (zie<br />

r.o. 4.23)<br />

Nu de norm van art. 2:9 BW ook geldt als norm<br />

voor externe bestuurdersaansprakelijkheid in het<br />

geval dat een individuele aandeelhouder de bestuurder<br />

aansprakelijk stelt voor de wijze waarop<br />

RO Afl. 4 - <strong>2012</strong> 235

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!