10.11.2014 Views

download dit artikel - Rboi

download dit artikel - Rboi

download dit artikel - Rboi

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

www.romagazine.nl<br />

<br />

juni 2013<br />

ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu<br />

Veranderend<br />

winkellandschap<br />

Zorgen om luchtkwaliteit<br />

De grote en middelgrote steden<br />

dreigen de normen niet te halen<br />

Nel de Jager<br />

‘Je moet proberen de ziel van de<br />

straat te doorgronden’<br />

Flexibel bestemmingsplan<br />

Vertrouwen als basis voor ontwikkeling<br />

Zandheuvel, Westland


uimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu<br />

VERANDEREND WINKELLANDSCHAP<br />

Over achterhaalde en<br />

nieuwe winkelconcepten<br />

De opmars van internet en funshoppen vragen om een andere planologie van het winkelaanbod.<br />

Christaller is achterhaald, net als de klassieke planologische onderzoeken, en met<br />

winkelmeters ontwikkelen om het financiële plaatje rond te krijgen is het helemaal gedaan.<br />

Niet alles kan meer overal. De toekomst is aan de uitgekiende winkelconcepten op basis van<br />

de kwaliteiten op de winkellocatie en toegesneden op de specifieke behoefte van het publiek.<br />

Een analyse en vooruitblik.<br />

Er was eens…<br />

Een wereld waarin detailhandel in Nederland gepland werd<br />

volgens strakke richtlijnen en alle spelers in de markt wisten<br />

waar ze aan toe waren. Het toverwoord was duurzame<br />

ontwrichting van de voorzieningen of winkelstructuur.<br />

Inderdaad een toverwoord: niemand wist precies wat het<br />

was, maar het werkte wel. Winkels waren planbaar en de<br />

overheid plande waar het goed was. Winkeliers verdienden er<br />

aan, de ontwikkelaars verdienden er aan, de beleggers<br />

verdienden er aan en de gemeenten verdienden er aan.<br />

Winkelpanden werden, net als woningen alleen maar meer<br />

waard. Met het toevoegen van winkels konden projecten die<br />

niet haalbaar waren, haalbaar gemaakt worden.<br />

Toen gebeurde er van alles tegelijk<br />

In de uitspraken van de Marne en Sugar City heeft de Raad<br />

van State het geheim van de ontwrichting onthuld. Ontwrichting<br />

heeft te maken met de mogelijkheden van<br />

inwoners van een gebied om op acceptabele afstand van hun<br />

woning hun inkopen te kunnen doen; het consumentenbelang.<br />

Ontwrichting heeft dus niet te maken met de behoefte<br />

aan winkels, met het voorkomen van een te groot aanbod<br />

aan winkels, waardoor bestaande winkels eventueel zullen<br />

verdwijnen door de toegenomen concurrentie; het ondernemersbelang.<br />

Kortom wanneer er door een nieuwe ontwikkeling<br />

andere bestaande winkels verdwijnen, is er geen sprake<br />

van ontwrichting. Het geheim is onthuld, maar de stok<br />

Einde aan de autonome<br />

bestedingsgroei<br />

achter de deur is ook verdwenen, want effectief zal ontwrichting<br />

vrijwel nooit voorkomen.<br />

Wanneer ontwrichting zijn magie heeft verloren, heeft ook<br />

het onderzoek dat moest aantonen dat er geen sprake is van<br />

ontwrichting – het Distributie Planologisch Onderzoek<br />

(DPO) - zijn magie verloren. De uitkomsten van <strong>dit</strong> DPO<br />

bepaalde jarenlang de maatvoering van ontwikkelingen.<br />

Nieuwe ontwikkelingen mogen nu leiden tot sluiting elders.<br />

èè<br />

juni 2013<br />

17


uimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu<br />

Trend<br />

Dit leidt tot een grotere beleidsruimte voor gemeenten, die<br />

het primaat hebben in de winkelplanning. Het leidt er verder<br />

toe dat de concurrentie tussen gemeenten is toegenomen<br />

omdat winkelprojecten met elkaar mogen concurreren.<br />

Het DPO heeft wel jarenlang gewerkt. De eerlijkheid gebiedt<br />

te zeggen dat <strong>dit</strong> mede het geval was omdat er vaak veel tijd<br />

zat tussen het opstellen van het DPO en de uitvoering. Dat<br />

kwam door de lange procedures. In een periode waarin de<br />

behoefte aan winkelmeters autonoom groeide, door de groei<br />

van de bevolking en de welvaart, was er bij opening vrijwel<br />

altijd weer een tekort aan meters. Een tijdelijke conjunctuurterugval<br />

werd veelal door de groei van de bevolking gecompenseerd.<br />

Trendbreuken<br />

Dat is structureel veranderd. De bevolking groeit in een<br />

groot aantal gebieden niet meer. In steeds meer gebieden in<br />

Nederland zal de bevolking gaan krimpen Er is sprake van<br />

vergrijzing en ontgroening, wat leidt tot een vermindering<br />

van de bestedingen in veel branchegroepen; al is de 70 jarige<br />

van nu anders dan de 70 jarige van 30 jaar geleden. Bovendien<br />

is het koopgedrag structureel aan het veranderen. De<br />

consument besteedt steeds meer online – via internet. Van<br />

de bestedingen aan non-food <strong>artikel</strong>en gaat in 2012<br />

inmiddels meer dan 10 procent via internet. Dat komt<br />

overeen met 2,3 miljoen winkelmeters in de non-food. Die<br />

verandering vond in een periode van 12 jaar plaats. Er zijn<br />

winkelprojecten van een paar duizend meters die er net zo<br />

lang over doen om gerealiseerd te worden!<br />

Het is de verwachting dat het aandeel bestedingen via<br />

internet de komende jaren nog substantieel zal groeien naar<br />

tussen de 20-25 procent in 2020. Dat zijn 5 miljoen<br />

winkelmeters!<br />

Einde aan de mythe van<br />

de universele toepassing van<br />

Christaller<br />

Deze veranderingen gaan snel. Eigenlijk zijn alle cijfers van<br />

voor 2008, zeker in de non-food niet meer bruikbaar. Er zijn<br />

echter grote verschillen tussen branches. De bestedingen in<br />

supermarkten groeien nog, maar de bestedingen in foodspeciaalzaken<br />

zijn in 4 jaar met 10 procent gedaald. De<br />

bestedingen in warenhuizen, en winkels in de branches spel/<br />

media, bruin en witgoed, doe-het-zelf en wonen zijn in 4 jaar<br />

met meer dan 10 procent gedaald.<br />

Wanneer we deze percentages in ogenschouw nemen, dan<br />

valt de leegstand nog mee. Uit de cijfers blijkt dat er eerst is<br />

ingeteerd. In de branches waar sprake was van een daling<br />

van bestedingen zijn de vloerproductiviteiten substantieel<br />

gedaald. Er zit echter een ondergrens aan het interen op<br />

winstgevendheid. Daardoor zal de daling in bestedingen in<br />

winkels de komende tijd 1 op 1 te zien zijn in de afname van<br />

Door toename internetverkopen neemt het aantal winkelmeters<br />

sterk af.<br />

Beeld Martin de Jong<br />

winkelmeters en de toename van de leegstand, zeker bij<br />

afloop van het huurcontract.<br />

De behoefte aan winkelmeters werd altijd berekend door de<br />

bestedingen te confronteren met de vloerproductiviteit.<br />

Wanneer we <strong>dit</strong> systeem toepassen voor Nederland op de<br />

periode 2008 – 2011 (4 jaar) dan is er een afname van het<br />

aantal winkelmeters per 1000 inwoners in Nederland in 4<br />

jaar te verwachten van 6 procent. Dat is 15 procent in 10<br />

jaar! Daar kan geen bevolkingsgroei tegenop.<br />

Funshoppen<br />

In de detailhandelsplanning was conform de theorie van<br />

Christaller (uit 1933) altijd uitgangspunt dat de consument<br />

kiest voor de dichtstbijzijnde voorziening die voorziet in hun<br />

behoefte. Heel recent heeft de RABO-bank een onderzoek<br />

gepubliceerd (Fun of functie, mei 2013) dat onderbouwt wat<br />

we wel wisten maar lange tijd niet in de praktijk brachten in<br />

de winkelplanning. Het onderzoek toont aan dat de<br />

ontwikkelingsmogelijkheden van winkelgebieden samenhangen<br />

met hun grootte. Uit cijfers blijkt dat in kleinere kernen<br />

de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling plaatsvond,<br />

op basis van het beter binden van hun eigen bevolking.<br />

Dit is boodschappen en aankopen doen op basis van functie.<br />

Het onderzoek toont ook aan dat grote winkelgebieden<br />

(+ 60.000 m 2 wvo) een positieve ontwikkeling laten zien<br />

door een toegenomen toevloeiing. Dit hangt samen met het<br />

winkelen op basis van beleving = fun. Aardig is dat de<br />

RABO-bank laat zien dat er een verband is tussen de hoogte<br />

van de toevloeiing en de ontwikkeling van de omzet en de<br />

het aantal restaurants en cafés.<br />

De middelgrote winkelgebieden, in de meeste Nederlandse<br />

gemeenten dus, vallen tussen wal en schip. Zij zijn te groot<br />

juni 2013<br />

18


voor de functie boodschappengebied, waardoor een<br />

behoorlijke toevloeiing uit andere gebieden noodzakelijk is.<br />

Zij zijn echter te klein en hebben veelal te weinig beleving<br />

om die toevloeiing te genereren. Bovendien zijn veel van<br />

deze gebieden de afgelopen jaren gegroeid vanuit het idee<br />

dat men meer toevloeiing zou genereren. Iets wat de buren<br />

in veel gevallen ook hadden gedacht. In de winkelgebieden<br />

die tussen tafellaken en servet in zitten, zullen de komende<br />

jaren de klappen vallen wat betreft leegstand. Dit geldt naar<br />

verwachting ook voor de perifere winkelgebieden. De<br />

functionele bouwmarkt voor het eigen verzorgingsgebied of<br />

het grote thematische winkelgebied met veel horeca hebben<br />

beperkt last van internet. De perifere winkelgebieden daar<br />

tussenin zullen de teruggang in de detailhandelsbestedingen<br />

in fysieke winkels hard gaan voelen. Deze trend wordt<br />

bevestigd door de eveneens recent verschenen evaluatie van<br />

de binnenstadsmonitor (Emma Retail, mei 2013), die<br />

aangeeft dat voor binnensteden de groep die lang in een<br />

gebied verblijft (+ 2 uur) belangrijker is geworden (van 30<br />

naar 40 procent). Deze groep bezoekt de binnen stad veelal<br />

laagfrequent en woont relatief ver weg.<br />

Omslag<br />

Wanneer we een dagje willen gaan winkelen is afstand steeds<br />

minder de beperkende factor geworden. We besteden minder<br />

tijd aan winkelen, maar wanneer we dan gaan winkelen, dan<br />

kiezen we voor het meest aantrekkelijke gebied om te<br />

verblijven. Dit is steeds vaker een grote stad, of een<br />

specifieke grote winkel met horeca, waarbij men een aantal<br />

kleinere steden voorbij rijdt.<br />

De verhalen na een dagje winkelen gaan ook vaak niet over<br />

de winkels, die zijn op veel plaatsen hetzelfde, maar over de<br />

horeca: het leuke terras of de lekkere lunch. Onderzoek uit<br />

Probleem vooral bij middelgrote<br />

winkelgebieden<br />

de jaren 90, uitgevoerd door RBOI in het plaatsje Sluis gaf al<br />

aan dat Belgen de kwaliteit van de horeca het belangrijkste<br />

element vinden bij de keuze van een plaats om te winkelen.<br />

Wat dat betreft lijken Nederlanders steeds meer op Belgen.<br />

Ontwikkelaars zijn gestopt met het op risico en op basis van<br />

èè<br />

Noord-Beveland: winkels concentreren<br />

In Kamperland - Gemeente Noord-Beveland, 5 dorpen totaal<br />

ca. 7.000 inwoners - komt een nieuw winkelcentrum. Het is<br />

een krimpgebied met een toeristische functie. Er zijn twee<br />

opties: niets doen, waardoor in de dorpen vrijwel alles<br />

verdwijnt of actief winkels concentreren waardoor er in één<br />

plaats een zo compleet mogelijk winkelaanbod is. Gekozen is<br />

voor het laatste. Het winkelcentrum wordt ontwikkeld door<br />

de eigenaar van de C1000-supermarkt. Alle huurders zijn op<br />

voorhand bekend. In een interactief planproces en in<br />

samenwerking tussen gemeente, de eigenaar van de<br />

supermarkt en de architect en RBOI is het idee in 6 maanden<br />

op haalbaarheid getoetst en uitgewerkt tot een bouwplan en<br />

een bestemmingsplan gereed voor de procedure.<br />

Plankaar t en<br />

impressie<br />

winkelgebied<br />

Kamperland.<br />

Beeld RBOI<br />

juni 2013<br />

19


uimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu<br />

Trend<br />

tijdelijke functies is een tijdelijke optie. Met name in<br />

middelgrote steden en in middelgrote winkelgebieden in de<br />

periferie zal moeten worden gezocht naar een structurele<br />

andere invulling van winkelpanden of gebieden die hun<br />

functie verliezen. Nog altijd gaat die aanpak uit van de<br />

klassieke winkelfunctie die gebieden hadden. Dat is de ogen<br />

sluiten voor de nieuwe werkelijkheid. Van belang is te<br />

onderkennen welke gebieden het als winkelgebied niet meer<br />

gaan redden en hier nieuw beleid voor op te stellen, gericht<br />

op andere functies.<br />

Voor een deel liggen deze gebieden aan randen van het<br />

Plannen op basis DPO heeft z’n<br />

langste tijd gehad<br />

L eegstand winkelpanden op veel plekken str uctureel;<br />

Amsterdamsestraatweg Utrecht.<br />

Beeld Marcel Bayer<br />

een DPO ontwikkelen van winkelmeters, die vervolgens<br />

moeten worden ingevuld. Zelfs RABO-vastgoed trekt zich<br />

terug uit het ontwikkelen van winkelvastgoed. De winkelprojecten<br />

die nu worden opgestart, zijn projecten in opdracht<br />

van of direct voor de eindgebruiker. Winkelmeters als<br />

productiemiddel voor retailers, een goed centrum wordt een<br />

asset voor woongebieden en toeristengebieden en veel<br />

minder een middel voor ontwikkelaars, beleggers en<br />

gemeenten om (snel) geld te verdienen.<br />

Verdienmodel<br />

In het voorgaande is het woord economische crisis niet<br />

gevallen, hoewel de effecten van de economische crisis wel in<br />

de bestedingscijfers zitten. De beschreven ontwikkelingen en<br />

trends zijn structureel en zullen het winkellandschap dus<br />

structureel veranderen. De tijd van voor 2008 komt in<br />

winkelland niet meer terug.<br />

We waren gewend om investeringen in winkelgebieden te<br />

financieren uit de uitbreiding van het aantal winkelmeters.<br />

Die tijd is in de meeste winkelgebieden voorbij.<br />

Om in te spelen op de veranderingen moet er geïnvesteerd<br />

worden in winkelgebieden terwijl deze in de meeste gevallen<br />

gelijktijdig kleiner worden. Dit vereist een ander verdienmodel,<br />

met een langere termijn. Het gaat daarbij om investeringen<br />

met als doel het op peil houden van de functie van het<br />

winkelgebied om daarmee de huurwaarde/vastgoedwaarde<br />

op peil te houden; onderhoud.<br />

We zullen dus om moeten leren gaan met een structurele<br />

afname van de behoefte aan winkelmeters. Het invullen met<br />

centra. Dit zijn gebieden die van oudsher van kleur veranderen.<br />

Jane Jacobs heeft ons al ruim 50 jaar geleden geleerd<br />

dat het creëren van de goede voorwaarden voor ondernemerschap<br />

en organische verandering hier belangrijk is. Bestemmingsplannen<br />

zijn hier vaak niet op afgestemd. In deze<br />

gebieden is het belangrijk te gaan werken met bestemmingsplannen<br />

die ruimte bieden aan niet verwachte en niet<br />

planbare ontwikkelingen. In deze plannen moeten slechts<br />

die zaken worden uitgesloten die beleidsmatig echt ongewenst<br />

zijn. Dat is wennen.<br />

Multichannel<br />

Detailhandelsplanning wordt weer winkelplanning of nog<br />

liever planning van commerciële voorzieningen en concepten.<br />

Deze planning en het onderzoek hiervoor zal veel<br />

specifieker en marktgerichter moeten zijn. Het zal moeten<br />

gaan over concrete functies en concrete eindgebruikers en<br />

niet meer over abstracte meters. Onderzoek moet zich<br />

Denken in vraaggestuurde<br />

concepten en niet in meters<br />

richten op het onderzoeken van specifieke behoefte en<br />

haalbare commerciële concepten in plaats van het voorkomen<br />

van abstracte ontwrichting. We zullen moeten leren<br />

denken vanuit concepten die aansluiten op de veranderde<br />

consument. Waren we gewend aan steeds grotere supermarkten<br />

om boodschappen te doen, ook voor boodschappen<br />

wordt multichannel de toekomst. Er zullen straks gewone<br />

supermarkten zijn (wel minimaal 1.200 m2 wvo voor een<br />

goed assortiment); hybride supermarkten: een kleinere<br />

supermarkt goed bereikbaar in drukke gebieden met veel<br />

vers in de winkel (wat eten we vandaag?); afhaalmogelijkheden<br />

voor de standaard boodschappen (wat heb ik deze week<br />

nodig?), die op bestelling klaar staan, pick-up points op goed<br />

bereikbare plekken tussen woon- en werkgebieden; en<br />

belevenis supermarkten als uitje en om inspiratie op te doen.<br />

juni 2013<br />

20


ontwikkeling, infrastructuur en milieu<br />

Functie<br />

Visies op de ontwikkeling van winkelgebieden zullen<br />

voortaan primair uit moeten gaan van de functie van een<br />

winkelgebied en de maatregelen die nodig zijn voor een<br />

optimaal vervullen van die functie. Bij boodschappengebieden<br />

is daarom de aanwezigheid van een compleet supermarktaanbod,<br />

met aanvullende winkels in dagelijkse en<br />

frequent benodigde niet-dagelijkse <strong>artikel</strong>en essentieel, in<br />

combinatie met bereikbaarheid en gratis parkeren. Boodschappengebieden<br />

met gratis parkeren presteren beter dan<br />

gebieden met betaald parkeren. De samenstelling van het<br />

aanbod is belangrijker dan het aantal meters.<br />

Bij het bepalen van de bovenlokale functie zijn realiteitszin<br />

en regionale afstemming cruciale voorwaarden. Het<br />

beantwoorden van de vraag: ‘waarom zou ik mijn beperkte<br />

tijd inzetten om juist daar te gaan winkelen’ moet daarbij<br />

leidend zijn. Uit een analyse van DPO’s voor een aantal losse<br />

projecten in een stad van ca. 80.000 inwoners bleek dat hier<br />

minimaal 120.000 inwoners nodig waren. Ieder project had<br />

de buren naar zich toe gerekend.<br />

Hoewel de markt en de consument bepalend zijn, is sturing<br />

van de winkelplanning noodzakelijk. Gelet op het eigenbelang<br />

van gemeenten en de moeilijke beslissingen die nodig<br />

zullen zijn in een krimpende markt, is regionale afstemming<br />

onontkoombaar.<br />

Regionale afstemming<br />

noodzakelijk<br />

Er liggen kansen voor specifieke concepten die vernieuwend<br />

zijn en uitgaan van de nieuwe consument. Het gaat daarbij<br />

om een totaalconcept waarbij de consument wordt vermaakt,<br />

terwijl hij geld uitgeeft. Dit hoeft geen Disney te<br />

zijn, want kan net zo goed liggen in de branches van boeken,<br />

media, sport of antiek, maar wel met de kwaliteit en<br />

consumentgerichtheid van Disney.<br />

é Koos Seerden<br />

Directeur Rho adviseurs voor leefruimte (voorheen<br />

RBOI + Bureau Vijn)<br />

Jumbo Breda: ‘live’ koken in de winkel<br />

Jumbo Foodmarkt in Breda is een nieuw supermarktconcept<br />

(met 6.000 m2 wvo de grootste supermarkt van Nederland)<br />

op een perifere locatie. Deze supermarkt had ingevuld<br />

kunnen worden als een gewone grotere supermarkt. Door<br />

zijn omvang moet de winkel echter zijn omzet uit een groot<br />

gebied halen. Daarom is nagedacht hoe deze winkel consumenten<br />

kan verleiden om verder te rijden. Consumenten zijn<br />

hiertoe alleen te verleiden wanneer het productaanbod<br />

bijzonder, gezond, lekker en goedkoop is, in combinatie met<br />

fun. Er is daarom gekozen voor een bijzonder groot assortiment<br />

dat hier op inspeelt gecombineerd met horeca inclusief<br />

‘live’ koken in de winkel. Klanten kunnen zelf kiezen of ze<br />

alleen de ingrediënten meenemen en het gerecht zelf thuis<br />

maken, het gerecht kant-en-klaar mee naar huis nemen of<br />

het gerecht ter plaatse opeten in het Foodmarkt Café.<br />

Boodschappen doen wordt zo een belevenis (kopen – inspireren<br />

– proeven).Door de combinatie met goedkope en<br />

goede horeca ontstaat een soort IKEA-model. Hier is de<br />

horeca een essentieel onderdeel van de aantrekkingskracht.<br />

‘Live ’ koken<br />

bi j Jumbo<br />

Foodmarkt,<br />

Breda;<br />

boodschappen<br />

doen als<br />

belevenis<br />

Beeld Jumbo<br />

juni 2013<br />

21<br />

ruimtelijke

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!