Ontwerp handleiding4.2 MB - Viessmann
Ontwerp handleiding4.2 MB - Viessmann
Ontwerp handleiding4.2 MB - Viessmann
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VIESMANN<br />
Olie-/gasketel<br />
80 tot 1950 kW<br />
<strong>Ontwerp</strong>handleiding<br />
<strong>Ontwerp</strong>- en bedrijfsinstructies voor verwarmings- en<br />
warmwatergenerator tot 110 ºC volgens<br />
EN 12828 resp. tot 120 ºC volgens EN 12953<br />
VITOPLEX 200<br />
VITOPLEX 300<br />
VITOROND 200<br />
VITOROND 200<br />
type SX2<br />
type TX3<br />
type VD2A<br />
type VD2<br />
5819 426 NL 4/2008
Inhoudsopgave<br />
Inhoudsopgave<br />
1. Vitoplex 200, type SX2, 90 tot<br />
560 kW<br />
2. Vitoplex 200, type SX2, 700 tot<br />
1950 kW<br />
3. Vitoplex 300, type TX3, 80 tot<br />
460 kW<br />
4. Vitoplex 300, type TX3, 575 tot<br />
1750 kW<br />
5. Vitorond 200, type VD2A, 125 tot<br />
270 kW<br />
6. Vitorond 200, type VD2, 320 tot<br />
1080 kW<br />
1. 1 Productbeschrijving . ................................................ 5<br />
1. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 5<br />
2. 1 Productbeschrijving . ................................................ 6<br />
2. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen . ................. 6<br />
3. 1 Productbeschrijving . ................................................ 7<br />
3. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 7<br />
4. 1 Productbeschrijving . ................................................ 8<br />
4. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 8<br />
5. 1 Productbeschrijving . ................................................ 9<br />
5. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 9<br />
6. 1 Productbeschrijving . ................................................ 10<br />
6. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen . ................. 10<br />
7. Brander 7. 1 Technische gegevens Vitoflame 100, type VEH III . . . . ..................... 11<br />
7. 2 Technische gegevens Vitoflame 100, type VG III . . . . . ..................... 14<br />
8. Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />
8. 1 Productbeschrijving . ................................................ 18<br />
8. 2 Technische gegevens ................................................ 19<br />
&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex en Vitorond (tot 560 kW). . . 19<br />
&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 300, type TX3 (575 tot 1750<br />
kW).............................................................. 20<br />
&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 200, type SX2 (700 tot<br />
1950 kW) . ........................................................ 23<br />
&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitorond 200 (630 tot 1080 kW) . . . . 25<br />
&Doorstroomweerstandverwarmingswaterzijde .......................... 27<br />
&Vermogensgegevens . . . ............................................ 28<br />
&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 28<br />
9. Installatie-accessoires 9. 1 Technische gegevens ................................................ 29<br />
&Accessoiresvoorverwarmingscircuits................................. 29<br />
10. <strong>Ontwerp</strong>handleiding 10. 1Levering,verplaatsingenopstelling .................................... 39<br />
&Levering.......................................................... 39<br />
&Verplaatsingenopstelling........................................... 39<br />
&Installatieruimte ................................................... 39<br />
&Belastbareketelafdekking........................................... 40<br />
10. 2Configuratievandeinstallatie ......................................... 40<br />
&Aanvoertemperaturen .............................................. 40<br />
&Veiligheidstemperaturen ............................................ 40<br />
&Keuze van het nominale vermogen .................................... 40<br />
&Eisenvoordeverwarmingsbelasting .................................. 41<br />
&Pompgestuurde drukregelsystemen . . . ................................ 41<br />
10. 3Hydraulischeintegratie............................................... 41<br />
&Verwarmingsaansluitingen. . . ........................................ 41<br />
&Ketelcircuit- en bijmengpompen . . .................................... 41<br />
&Systeemaccessoires ............................................... 42<br />
&Toepassingsvoorbeelden ............................................ 42<br />
10. 4 Veiligheidstechnische uitrusting . . . .................................... 42<br />
&Algemene aanwijzingen . ............................................ 43<br />
&Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires . . ..................... 43<br />
10. 5 Brandstoffen . . . .................................................... 44<br />
10. 6 Brander . . . ........................................................ 44<br />
&Geschikte brander . ................................................ 44<br />
&Montage van de brander ............................................ 44<br />
&Afstelling van de brander ............................................ 45<br />
10. 7Rookgasgeleiding................................................... 45<br />
&Vereisten volgens stookverordening. . . ................................ 45<br />
&Configuratievanderookgasinstallatie................................. 45<br />
&Schoorsteendiagrammen. ........................................... 46<br />
10. 8Geluidsisolatie...................................................... 47<br />
&Luchtgeluidsisolatie................................................ 47<br />
&Contactgeluidsisolatie.............................................. 48<br />
&Accessoiresvoordegeluidsisolatie ................................... 48<br />
5819 426 NL<br />
2 VIESMANN Olie-/gasketel
Inhoudsopgave (vervolg)<br />
10. 9Richtwaardenvoordewaterkwaliteit ................................... 48<br />
&Verwarmingsinstallaties met werktemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift<br />
(VDI 2035) ........................................................ 48<br />
&Verwarmingsinstallaties met toegestane aanvoertemperaturen boven 100 ºC . 49<br />
&Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde. ..................... 49<br />
10.10Vitotrans300rookgas-/water-warmtewisselaar........................... 50<br />
&Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor<br />
rendementsverhoging . . ............................................ 50<br />
&Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar............................................................<br />
50<br />
&Berekening van de mogelijke energiebesparing (B E ) ..................... 51<br />
&Hydraulischeintegratie ............................................. 51<br />
&Condenswater en neutralisatie . . . .................................... 51<br />
&Opstelling neutralisatie-inrichting . .................................... 52<br />
5819 426 NL<br />
11. Regelingen 11. 1 Overzicht ketelcircuitregelingen en schakelkasten . . . ..................... 52<br />
&Installatiesmetéénketel............................................ 53<br />
&Meerketelinstallaties ............................................... 54<br />
&Schakelpunten .................................................... 56<br />
11. 2 Componenten bij levering. ............................................ 57<br />
&Toekenning van de regelingstypen .................................... 57<br />
&Keteltemperatuursensor ............................................ 57<br />
&Boilertemperatuursensor............................................ 57<br />
&Buitentemperatuursensor ........................................... 57<br />
11. 3 Vitotronic 100, type GC1, bestelnr. 7248 083 . ............................ 58<br />
&Technische gegevens. . . ............................................ 58<br />
&Leveringsomvang.................................................. 59<br />
&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 59<br />
11. 4 Vitotronic 200, type GW1, bestelnr. 7248 084. ............................ 59<br />
&Technische gegevens. . . ............................................ 59<br />
&Bijlevering........................................................ 61<br />
&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 61<br />
11. 5 Vitotronic 300, type GW2, bestelnr. 7248 085. ............................ 61<br />
&Technische gegevens. . . ............................................ 61<br />
&Bijlevering........................................................ 63<br />
&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 63<br />
11. 6 Vitotronic 300-K, type MW1, bestelnr. 7248 233. . . . . . ..................... 64<br />
&Technische gegevens. . . ............................................ 64<br />
&Leveringsomvang.................................................. 65<br />
&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 66<br />
11. 7 Regelingsaccessoires. ............................................... 66<br />
&Toekennen van accessoires aan het regelingstype . . ..................... 66<br />
&Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep . . . ............. 66<br />
&Mengklepmotor voor flensmengklep . . . ................................ 67<br />
&Stekker sÖ. ....................................................... 67<br />
&Stekker gS. ....................................................... 67<br />
&Stekkervoorsensoren.............................................. 67<br />
&Klemtemperatuursensor............................................. 68<br />
&Dompeltemperatuursensor .......................................... 68<br />
&Dompeltemperatuurregelaar......................................... 68<br />
&Klemtemperatuurregelaar . . . ........................................ 69<br />
&OpmerkingvoorVitotrol200en300................................... 69<br />
&Vitotrol200 ....................................................... 69<br />
&Vitotrol300 ....................................................... 70<br />
&Ruimtetemperatuursensor........................................... 70<br />
&Rookgastemperatuursensor ......................................... 70<br />
&Externe aansturing . ................................................ 71<br />
&Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen. ..................... 71<br />
&Functie-uitbreiding 0–10V........................................... 72<br />
&Functies in combinatie met functie-uitbreiding 0 – 10V(accessoires)........ 72<br />
&Boilertemperatuursensor............................................ 73<br />
&Dompelhuls....................................................... 73<br />
&Hulprelais ........................................................ 74<br />
&Contrastekkers fA en lÖ. ........................................... 74<br />
&Communicatiemodule LON . . ........................................ 74<br />
&LON-verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen . . . ..... 74<br />
&Verlenging van de verbindingskabel . . . ................................ 74<br />
&Afsluitweerstand(2stuks)........................................... 74<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 3
Inhoudsopgave (vervolg)<br />
11. 8 Lokale aansluitingen . ................................................ 75<br />
&Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of<br />
Vitotronic 300, type GW2 ............................................ 75<br />
&Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en<br />
Vitotronic 100, type GC1 via LON . .................................... 76<br />
&Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installatiesmet1ketel<br />
.................................................... 77<br />
&Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de<br />
Vitotronic 100, type GC1 ............................................ 78<br />
&Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON . . . ..................... 80<br />
12. Appendix 12. 1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen . . . ..................... 80<br />
&Algemeen over warmwater-generatoren voor lage druk met veiligheidstemperaturentot110ºC<br />
.................................................. 80<br />
&Gasinstallatie ..................................................... 80<br />
&Leidingaansluitingen . . . ............................................ 80<br />
&Elektrischeinstallatie............................................... 80<br />
&Bedieningshandleiding. . ............................................ 81<br />
&Rookgasinstallatie ................................................. 81<br />
13. Index ........................................................................ 82<br />
5819 426 NL<br />
4 VIESMANN Olie-/gasketel
Vitoplex 200, type SX2, 90 tot 560 kW<br />
1.1 Productbeschrijving<br />
Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />
Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />
Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />
110 ºC<br />
Toegestane werkdruk 4 bar<br />
& CE-markering:<br />
– CE-0085 BQ 0020 (90 tot 400 kW) volgens rendementsrichtlijn<br />
92/42/EEG<br />
en<br />
– CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen90/396/EEG<br />
& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur.<br />
Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />
88 % (H s )/94 % (H i ).<br />
Verbetering van het normrendement door condensatiebenutting<br />
met Vitotrans 300.<br />
& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard voor schone<br />
verbranding met lage uitstoot van stikstofoxide.<br />
& Geen minimumdebiet van het verwarmingswater vereist, goede<br />
interne circulatie ook zonder ketelcircuitpomp.<br />
& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control voor eenvoudige<br />
hydraulische integratie – bijmengpomp en retourtemperatuurverhoging<br />
zijn overbodig.<br />
& Geen laagwaterstandbeveiliging nodig tot 300 kW.<br />
& Gemakkelijke verplaatsing naar stookruimtes en plaatsbesparende<br />
opstelling door compacte constructie – belangrijk bij<br />
modernisering.<br />
& Alle aansluitingen voor de veiligheidstechnische uitrusting aanwezig.<br />
Geen extra aanvoertussenstuk nodig.<br />
& Lange branderlooptijden en minder schakelintervallen door<br />
grote waterinhoud sparen het milieu.<br />
& Unit olie-/gasventilatorbrander Vitoflame 100 tot 270 kW<br />
beschikbaar.<br />
& Fastfix-montagesysteem voor regeling en isolatie.<br />
& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />
door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />
Vitotronic. Gestandaardiseerde LON maakt de complete integratie<br />
mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />
1<br />
1.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />
Vereisten<br />
Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />
1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />
2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde)* 1 Geen<br />
3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />
– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />
4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />
5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />
Geen minimumbelasting vereist<br />
6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />
– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />
Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />
– worden uitgeschakeld<br />
7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />
Opmerking<br />
Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />
5819 426 NL<br />
*1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 5
Vitoplex 200, type SX2, 700 tot 1950 kW<br />
2.1 Productbeschrijving<br />
2<br />
Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />
Drietreksketel<br />
Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />
Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />
110 ºC<br />
Toegestane werkdruk 6 bar<br />
& CE-markering: CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />
90/396/EEG<br />
& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur.<br />
Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />
88 % (H s )/94 % (H i ).<br />
Verbetering van het normrendement door condensatiebenutting<br />
met Vitotrans 300.<br />
& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor<br />
een schone verbranding met geringe schadelijke uitstoot van<br />
stikstofoxide.<br />
& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />
en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />
circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />
hydraulische integratie.<br />
& Lange branderlooptijden en minder schakelintervallen door<br />
grote waterinhoud sparen het milieu.<br />
& Gemakkelijke verplaatsing naar installatieruimtes door compacte<br />
constructie – belangrijk bij modernisering.<br />
& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />
& Bij veiligheidstemperaturen tot 110 ºC geen extra aanvoertussenstuk<br />
nodig, de voor de uitrusting benodigde aansluitingen<br />
bevinden zich op de verwarmingsketel.<br />
& Begaanbare ketelafdekking – vereenvoudigt de montage en het<br />
onderhoud.<br />
& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />
door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />
Vitotronic. Gestandaardiseerde LON maakt de complete integratie<br />
mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />
2.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen<br />
Vereisten<br />
Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />
1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />
2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde)* 1 – Oliestook 40 ºC – Oliestook 53 ºC<br />
– Gasstook 53 ºC – Gasstook 53 ºC<br />
3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />
– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />
4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />
5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />
Geen minimumbelasting vereist<br />
6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />
– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />
Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />
– worden uitgeschakeld<br />
7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />
Opmerking<br />
Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />
*1 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />
5819 426 NL<br />
6 VIESMANN Olie-/gasketel
Vitoplex 300, type TX3, 80 tot 460 kW<br />
3.1 Productbeschrijving<br />
Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />
Drietreksketel met meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak<br />
Voor gebruik met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur<br />
Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />
110 resp. 120 ºC<br />
Toegestane werkdruk 4 bar<br />
& CE-markering:<br />
– CE-0085 AQ 0300 (80 tot 405 kW) volgens rendementsrichtlijn<br />
92/42/EEG<br />
en<br />
– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />
tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />
90/396/EEG<br />
of<br />
– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />
tot 120 ºC CE-0035 volgens richtlijn drukapparatuur<br />
97/23/EEG<br />
& Meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak voor een hoge<br />
bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur.<br />
& Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />
90 % (H s )/96 % (H i ).<br />
Stijging van het normrendement door condensatiebenutting met<br />
roestvaststalen rookgas-/water-warmtewisselaar Vitotrans 300.<br />
& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor<br />
een schone verbranding met geringe schadelijke uitstoot van<br />
stikstofoxide.<br />
& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />
en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />
circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />
hydraulische integratie.<br />
& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control vervangt bijmengpomp<br />
of constante retourtemperatuurverhoging en spaart<br />
montagetijd en kosten.<br />
& Compacte bouwijze voor een gemakkelijke plaatsing in stookruimtes<br />
en lage opstelhoogtes.<br />
& Aangebrachte rookgasverzamelkast. De rookgasafvoer is niet<br />
direct op de ketelwand met water gelast, maar op de triplex-buizen<br />
aangebracht die uit de verwarmingsketel steken. Daardoor<br />
wordt de condensatie van de rookgassen in de rookgasafvoer<br />
tegengewerkt.<br />
& Bij veiligheidstemperaturen tot 110 ºC geen extra aanvoertussenstuk<br />
nodig, de voor de uitrusting benodigde aansluitingen<br />
bevinden zich op de verwarmingsketel.<br />
& Tot 300 kW geen laagwaterstandbeveiliging vereist.<br />
& Unit brander tot 460 kW – afgeregeld en met stekkers en bedrading.<br />
& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />
& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />
door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />
Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />
integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />
3<br />
3.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />
Vereisten<br />
Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />
1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />
2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 Geen<br />
3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 40 ºC – Oliestook 50 ºC<br />
– Gasstook 50 ºC – Gasstook 60 ºC<br />
4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />
5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />
Geen minimumbelasting vereist<br />
6. Verlaagde werking Als geen warmte nodig is, kan de verwarmingsketel worden uitgeschakeld.<br />
7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />
Opmerking<br />
Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />
5819 426 NL<br />
*1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 7
Vitoplex 300, type TX3, 575 tot 1750 kW<br />
4.1 Productbeschrijving<br />
Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />
Drietreksketel met meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak<br />
Voor gebruik met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur<br />
Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />
110 resp. 120 ºC<br />
Toegestane werkdruk 6 bar<br />
& CE-markering:<br />
– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />
tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />
90/396/EEG<br />
of<br />
– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />
tot 120 ºC CE-0035 volgens richtlijn drukapparatuur<br />
97/23/EEG<br />
& Meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak voor een hoge<br />
bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur.<br />
& Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />
90 % (H s )/96 % (H i ).<br />
Verbetering van het normrendement door condensatiebenutting<br />
met Vitotrans 300.<br />
& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor<br />
een schone verbranding met geringe schadelijke uitstoot van<br />
stikstofoxide.<br />
& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />
en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />
circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />
hydraulische integratie.<br />
& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control vervangt bijmengpomp<br />
of constante retourtemperatuurverhoging en spaart<br />
montagetijd en kosten.<br />
& Compacte bouwijze voor een gemakkelijke plaatsing in stookruimtes<br />
en lage opstelhoogtes.<br />
& Aangebrachte rookgasverzamelkast. De rookgasafvoer is niet<br />
direct op de ketelwand met water gelast, maar op de triplex-buizen<br />
aangebracht die uit de verwarmingsketel steken. Daardoor<br />
wordt de condensatie van de rookgassen in de rookgasafvoer<br />
tegengewerkt.<br />
& Bij veiligheidstemperaturen tot 110 ºC geen extra aanvoertussenstuk<br />
nodig, de voor de uitrusting benodigde aansluitingen<br />
bevinden zich op de verwarmingsketel.<br />
& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />
& Begaanbare ketelafdekking – vereenvoudigt de montage en het<br />
onderhoud.<br />
& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />
door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />
Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />
integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />
4<br />
4.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />
Vereisten<br />
Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />
1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />
2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 Geen<br />
3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 40 ºC – Oliestook 50 ºC<br />
– Gasstook 50 ºC – Gasstook 60 ºC<br />
4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />
5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />
Geen minimumbelasting vereist<br />
6. Verlaagde werking Als geen warmte nodig is, kan de verwarmingsketel worden uitgeschakeld.<br />
7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />
Opmerking<br />
Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />
*1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden.<br />
5819 426 NL<br />
8 VIESMANN Olie-/gasketel
Vitorond 200, type VD2A, 125 tot 270 kW<br />
5.1 Productbeschrijving<br />
Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />
Drietreksketel in gietijzeren segmentconstructie (naar keuze als<br />
blok of in afzonderlijke segmenten leverbaar)<br />
Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />
Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />
110 °C<br />
Toegestane werkdruk 6 bar<br />
& CE-markering:<br />
– CE-0085 BS 0005 volgens rendementsrichtlijn 92/42/EEG<br />
en<br />
– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />
tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />
90/396/EEG<br />
& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur.<br />
Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />
88 % (H s )/94 % (H i ).<br />
Stijging van het normrendement tot 12 % door condensatiebenutting<br />
met roestvaststalen rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
Vitotrans 300.<br />
& Drietreksketel, daardoor milieuvriendelijke verbranding met<br />
lage uitstoot van stikstofoxide.<br />
& Eutectoplex-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid<br />
en lange gebruiksduur. De homogene samenstelling<br />
van het eutectische, speciale grijze gietijzer zorgt voor een<br />
gelijkmatige warmtestroom en voorkomt spanningsscheuren.<br />
& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control voor eenvoudige<br />
hydraulische integratie – bijmengpomp en retourtemperatuurverhoging<br />
zijn overbodig.<br />
& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />
& Eenvoudige en snelle montage van de afzonderlijke gietijzeren<br />
segmenten door groef- en veersysteem met duurzame elastische<br />
afdichting aan rookgaszijde.<br />
& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />
en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />
circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />
hydraulische integratie.<br />
& Probleemloos transport ook bij moeilijk toegankelijke ruimtes<br />
door segmentconstructie en laag transportgewicht van de<br />
afzonderlijke segmenten.<br />
& De speciale stroming van het water zorgt voor een gelijkmatige<br />
retourtemperatuurverdeling en vermijdt condensvorming bij<br />
lage temperaturen.<br />
& Unit brander – afgeregeld en met stekkers en bedrading.<br />
& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />
door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />
Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />
integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />
5.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />
Vereisten<br />
Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />
1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />
2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 Geen Geen<br />
3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />
– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />
4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />
5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />
Geen minimumbelasting vereist<br />
6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />
– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />
5<br />
Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />
– worden uitgeschakeld<br />
7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />
Opmerking<br />
Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />
5819 426 NL<br />
*1 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 9
Vitorond 200, type VD2, 320 tot 1080 kW<br />
6.1 Productbeschrijving<br />
Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />
Drietreksketel in gietijzeren segmentconstructie<br />
Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />
Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />
110 ºC<br />
Toegestane werkdruk 6 bar<br />
& CE-markering:<br />
– CE-0085 AS 0002 (tot 380 kW) volgens rendementsrichtlijn<br />
92/42/EEG<br />
en<br />
– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />
tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />
90/396/EEG<br />
& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur.<br />
Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />
88 % (H s )/94 % (H i ).<br />
Stijging van het normrendement door condensatiebenutting met<br />
roestvaststalen rookgas-/water-warmtewisselaar Vitotrans 300.<br />
& Drietreksketel, daardoor milieuvriendelijke verbranding met<br />
lage uitstoot van stikstofoxide.<br />
& Eutectoplex-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid<br />
en lange gebruiksduur. De homogene samenstelling<br />
van het eutectische, speciale grijze gietijzer zorgt voor een<br />
gelijkmatige warmtestroom en voorkomt spanningsscheuren.<br />
& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />
& Probleemloos transport ook bij moeilijk toegankelijke installatieruimtes<br />
door segmentconstructie en laag transportgewicht van<br />
de afzonderlijke segmenten.<br />
& Eenvoudige en snelle montage van de afzonderlijke gietijzeren<br />
segmenten door systeem met dubbele groef en duurzame elastische<br />
afdichting aan rookgaszijde.<br />
& De speciale stroming van het water zorgt voor een gelijkmatige<br />
retourtemperatuurverdeling en vermijdt condensvorming bij<br />
lage temperaturen.<br />
& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />
door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />
Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />
integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />
6.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen<br />
Vereisten<br />
Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />
1. Verwarmingswaterdebiet 30% bij nom. vermogen<br />
2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 – Oliestook 40 ºC – Oliestook 53 ºC<br />
– Gasstook 53 ºC – Gasstook 53 ºC<br />
3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />
– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />
4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />
5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />
Geen minimumbelasting vereist<br />
6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />
– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />
Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />
– worden uitgeschakeld<br />
7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />
6<br />
Opmerking<br />
Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />
*1 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />
5819 426 NL<br />
10 VIESMANN Olie-/gasketel
Brander<br />
7.1 Technische gegevens Vitoflame 100, type VEH III<br />
Vermogen van de brander 1e/2e trap<br />
Komt overeen met het nom. vermogen van de ketel.<br />
Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex 200<br />
Nom.vermogen van de verwarmingsketel<br />
kW 90 120 150 200 270<br />
Nom. vermogen van de brander<br />
kW 68/97 91/130 114/163 152/217 205/293<br />
1./2. trap<br />
Brandertype VEH III-1SX VEH III-2SX VEH III-3SX VEH III-4SX VEH III-5SX<br />
Olieverbruik<br />
1. trap kg/h 6,6 8,3 9,9 11,9 17,3<br />
liter/h 7,7 9,8 11,8 14,1 20,3<br />
2. trap kg/h 8,3 10,9 13,8 18,3 24,7<br />
liter/h 9,8 12,9 16,4 22,3 29,0<br />
Prototypenr. volgens EN 267<br />
aangevraagd.<br />
Spanning V 230<br />
Frequentie Hz 50<br />
Motortoerental tpm 2800<br />
Uitvoering<br />
tweetraps<br />
Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70<br />
Afmetingen<br />
Lengte (maat a) mm 418<br />
Breedte mm 400<br />
Hoogte (maat b) mm 538<br />
Gewicht kg 26<br />
Aansluitingen<br />
R<br />
⅜<br />
Zuig- en retourleiding op de meegeleverde<br />
olieslangen<br />
Max. toegestane voordruk<br />
in de voedingsleidingen<br />
(bij ringleidingen)<br />
bar 2<br />
Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex 300<br />
Nominaal vermogen<br />
kW 80 105 130 170 225 285<br />
van de verwarmingsketel<br />
Nom. vermogen van de brander kW 61/87 80/115 99/142 130/186 171/245 217/310<br />
1./2. trap<br />
Brandertype VEH III-1TX VEHIII-2TX VEH III-3TX VEH III-4TX VEH III-5TX VEH III-6TX<br />
Olieverbruik<br />
1. trap kg/h 5,2 6,8 8,4 10,9 14,4 18,2<br />
liter/h 6,1 7,9 9,8 12,8 17,0 21,4<br />
2. trap kg/h 7,4 9,6 11,9 15,6 20,6 26,1<br />
liter/h 8,7 11,3 14,0 18,3 24,3 30,7<br />
Prototypenr. volgens EN 267<br />
aangevraagd.<br />
Spanning V 230<br />
Frequentie Hz 50<br />
Motortoerental tpm 2800<br />
Uitvoering<br />
tweetraps<br />
Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70<br />
Afmetingen<br />
Lengte (maat a) mm 418<br />
Breedte mm 400<br />
Hoogte (maat b) mm 538<br />
Gewicht kg 26<br />
Aansluitingen<br />
R<br />
⅜<br />
Zuig- en retourleiding op de meegeleverde<br />
olieslangen<br />
Max. toegestane voordruk<br />
in de voedingsleidingen<br />
(bij ringleidingen)<br />
bar 2<br />
7<br />
5819 426 NL<br />
Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitorond 200<br />
Nominaal vermogen<br />
kW 125 160 195 230 270<br />
van de verwarmingsketel<br />
Nom. vermogen van de brander<br />
kW 95/136 122/174 149/213 175/250 205/293<br />
1./2. trap<br />
Brandertype VEH III-1VD VEH III-2VD VEH III-3VD VEH III-4VD VEH III-5VD<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 11
Brander (vervolg)<br />
Nominaal vermogen<br />
kW 125 160 195 230 270<br />
van de verwarmingsketel<br />
Nom. vermogen van de brander<br />
kW 95/136 122/174 149/213 175/250 205/293<br />
1./2. trap<br />
Olieverbruik<br />
1. trap kg/h 7,9 10,3 12,4 14,7 17,3<br />
liter/h 9,3 12,1 14,5 17,3 20,3<br />
2. trap kg/h 11,5 14,7 17,9 21,0 24,7<br />
liter/h 13,5 17,3 21,0 24,8 29,0<br />
Prototypenr. volgens EN 267<br />
aangevraagd.<br />
Spanning V 230<br />
Frequentie Hz 50<br />
Motortoerental tpm 2800<br />
Uitvoering<br />
tweetraps<br />
Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70<br />
Afmetingen<br />
Lengte (maat a) mm 418<br />
Breedte mm 400<br />
Hoogte (maat b) mm 538<br />
Gewicht kg 26<br />
Aansluitingen<br />
R<br />
⅜<br />
Zuig- en retourleiding op de meegeleverde<br />
olieslangen<br />
Max. toegestane voordruk<br />
in de voedingsleidingen<br />
(bij ringleidingen)<br />
bar 2<br />
Gecertificeerde kwaliteit<br />
CE-markering volgens bestaande EG-richtlijnen.<br />
7<br />
A Serviceschakelaar (voor branderinstelling)<br />
B Adapterkap<br />
C Snelsluiting<br />
D Elektronische ontstekingseenheid<br />
E Stelmotor<br />
F Automatische branderregeling<br />
G Retourleiding<br />
H Zuigleiding<br />
I Magneetklep 2. trap<br />
K Magneetklep 1. trap<br />
L Vlambewaker<br />
M Ontstoringstoets<br />
N Olieleiding<br />
O Oliepomp<br />
P Ventilatormotor<br />
R Ventilatorhuis<br />
S Ventilatorwaaier<br />
T Geluidsdemper aanzuiglucht<br />
U Luchtregelklep<br />
V Injectorstaaf<br />
W Vuurhaard<br />
X Geleidingsbrug<br />
Y Stuwschijf<br />
Z Injector oliebrander<br />
5819 426 NL<br />
12 VIESMANN Olie-/gasketel
Brander (vervolg)<br />
a Ontstekingselektrodes<br />
b Ontstekingsleiding<br />
c Flens<br />
7<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 13
Brander (vervolg)<br />
7.2 Technische gegevens Vitoflame 100, type VG III<br />
Vermogen van de brander 1./2. trap<br />
Komt overeen met het nom. vermogen van de ketel.<br />
Aansluitwaarden<br />
H uB gebaseerd op 1013 mbar en 15 °C gastemperatuur.<br />
Vitoflame 100 gas-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex<br />
Vitoplex 200 (type SX2)<br />
Vitoplex 300 (type TX3)<br />
Nominaal vermogen<br />
kW 90 120 150 200 80 105 130 170 225<br />
van de verwarmingsketel<br />
Nom. vermogen van de brander<br />
kW 59/98 78/130 98/163 130/217 52/87 69/115 85/142 112/186 147/245<br />
1./2. trap<br />
Brandertype VG III-2 VG III-3 VG III-4 VG III-5 VG III-1 VG III-2 VG III-3 VG III-4 VG III-5<br />
Product-identificatienummer CE-0085 AQ 0222 CE-0085 AQ 0222<br />
Spanning V 230 230<br />
Frequentie Hz 50 50<br />
Opg. vermogen W 200 225 250 390 200 225 250 340 390<br />
Motortoerental tpm 2800 2800<br />
Uitvoering tweetraps tweetraps<br />
Afmetingen<br />
Brander:<br />
Lengte (maat d) mm 410 410 410 430 410 410 410 430 430<br />
Breedte (maat a) mm 576 576 576 576 576 576 576 576 576<br />
Hoogte (maat e) mm 596 596 596 596 596 596 596 596 596<br />
Combinatiearmatuur:<br />
Maat f mm 295 295 295 295 295 295 295 295 295<br />
Maat b mm 43 51 83 83 43 51 83 83 102<br />
Maat g mm 85 63 63 63 85 63 63 63 15<br />
Maat h mm 733 733 733 733 733 733 733 733 743<br />
Maat c mm 412 420 500 500 412 420 500 500 545<br />
Gewicht kg 41 41 41 48 41 41 41 48 48<br />
Brander met combinatiearmatuur<br />
Gasaansluitdruk mbar 25 25<br />
Gasaansluiting R 1 1 1 1¼ ¾ 1 1 1 1¼<br />
Aansluitwaarden<br />
Op basis van max. belasting<br />
Op gas met H uB<br />
Aardgas E 9,45 kWh/m 3 m 3 /h 10,4 13,8 17,3 23,0 9,2 12,1 14,9 19,5 25,9<br />
34,02 MJ/m 3<br />
Aardgas LL 8,13 kWh/m 3 m 3 /h 12,0 16,0 20,1 26,7 10,7 14,0 17,4 22,7 30,1<br />
29,25 MJ/m 3<br />
7<br />
5819 426 NL<br />
14 VIESMANN Olie-/gasketel
Brander (vervolg)<br />
A Gasafsluitkraan<br />
B Keteldeur<br />
Opmerking<br />
De combinatiearmatuur kan naar keuze rechts of links worden<br />
gemonteerd.<br />
5819 426 NL<br />
Vitoflame 100 gas-ventilatorbrander in combinatie met Vitorond 200<br />
Nominaal vermogen<br />
kW 125 160 195<br />
van de verwarmingsketel<br />
Nom. vermogen van de brander kW 82/136 104/174 128/213<br />
1./2. trap<br />
Brandertype VG III-3R VG III-4R VG III-5R<br />
Product-identificatienummer CE-0085 AQ 0222<br />
Spanning V 230<br />
Frequentie Hz 50<br />
Opg. vermogen W 250 340 390<br />
Motortoerental tpm 2800<br />
Uitvoering<br />
tweetraps<br />
Afmetingen<br />
Brander:<br />
Lengte (maat d) mm 410 430 430<br />
Breedte (maat a) mm 576 576 576<br />
Hoogte (maat e) mm 596 596 596<br />
Combinatiearmatuur:<br />
Maat f mm 288 288 288<br />
Maat b mm 85 85 130<br />
Maat g mm 63 63 15<br />
Maat h mm 810 810 810<br />
Maat c mm 500 500 545<br />
Gewicht<br />
kg 41<br />
Brander met combinatiearmatuur<br />
Gasaansluitdruk mbar 25<br />
Gasaansluiting<br />
R (binnendraad)<br />
1 1 1¼<br />
Aansluitwaarden<br />
Op basis van max. belasting<br />
Op gas<br />
met H uB<br />
Aardgas E 9,45 kWh/m 3 m 3 /h 14,5 18,6 22,6<br />
34,02 MJ/m 3<br />
Aardgas LL 8,13 kWh/m 3 m 3 /h 16,9 21,6 26,3<br />
29,2 MJ/m 3<br />
7<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 15
Brander (vervolg)<br />
Gecertificeerde kwaliteit<br />
CE-markering volgens bestaande EG-richtlijnen.<br />
A Gasafsluitkraan<br />
B Keteldeur<br />
Opmerking<br />
De combinatiearmatuur kan naar keuze rechts of links worden<br />
gemonteerd.<br />
7<br />
5819 426 NL<br />
16 VIESMANN Olie-/gasketel
Brander (vervolg)<br />
A Combinatiearmatuur<br />
B Snelsluiting<br />
C Stelmotor<br />
D Luchtdrukbewaker<br />
E Ventilatormotor<br />
F Ontgrendelingstoets<br />
G Gasbranderautomaat<br />
H Ontstekingstransformator<br />
K Mengklepsysteem<br />
L Ontstekingselektrode<br />
M Stuwschijf<br />
N Ionisatie-elektrode<br />
O Branderbuis<br />
P Ventilatorwaaier<br />
R Geluidsdemper aanzuiglucht<br />
S Branderkap<br />
T Luchtregelklep<br />
U Serviceschakelaar voor branderinstelling<br />
V Flensafdichting<br />
W Kogelafsluitkraan<br />
7<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 17
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
8.1 Productbeschrijving<br />
8<br />
A Reinigingsopening<br />
B Inox-Crossal verwarmingsoppervlak van roestvast staal<br />
C Isolatie<br />
De voordelen op een rij<br />
& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar in combinatie<br />
met Vitoplex- en Vitorond-verwarmingsketel als HR-eenheid.<br />
& Grote betrouwbaarheid en lange levensduur door corrosiebestendig<br />
roestvast staal. Roestvast staal 316Ti is geschikt voor<br />
werking op gas en kortstondige werking op olie bij combinatiestook,<br />
roestvast staal 904L voor de constante werking op lichte<br />
huisbrandolie voor condensatiebenutting.<br />
& Compacte constructie - plaatsbesparend direct achter de verwarmingsketel<br />
op te stellen.<br />
& Gemakkelijke hydraulische integratie - naar keuze kunnen het<br />
totale debiet of voor de optimalisering van de condensatiebenutting<br />
een deel van de waterhoeveelheid via Vitotrans 300 worden<br />
geleid.<br />
& Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar met Inox-Crossal<br />
verwarmingsoppervlak voor verwarmingsketels van 80 tot 560<br />
kW en met Inox-Tubal verwarmingsoppervlak tot 6600 kW.<br />
& Verticaal geplaatst Inox-Crossal verwarmingsoppervlak voor<br />
een grote betrouwbaarheid en een lange levensduur.<br />
& Effectieve warmteoverdracht en intensieve condensatie.<br />
& Op de Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar afgestemde<br />
neutralisatie-inrichtingen leverbaar.<br />
5819 426 NL<br />
18 VIESMANN Olie-/gasketel
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
8.2 Technische gegevens<br />
Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex en Vitorond (tot 560 kW)<br />
& Vitoplex 300, type TX3<br />
Van 80 tot 460 kW nom. vermogen<br />
& Vitoplex 200, type SX2<br />
Van 90 tot 560 kW nom. vermogen<br />
& Vitorond 200<br />
Van 125 tot 560 kW nom. vermogen<br />
8<br />
Nom. vermogen verwarmingsketel<br />
– Vitoplex 300 (type TX3) kW 80-105 130-170 225-285 345-460<br />
– Vitoplex 200 (type SX2) kW 90-120 150-200 270-350 440–560<br />
– Vitorond 200 kW 125* 1 160-195 * 1 230-320 * 1 380-560<br />
Geschikte Vitotrans 300<br />
voor Vitoplex (type SX2 en TX3) en Vitorond 200<br />
– Gasstook Bestelnr. Z000 701 Z000 702 Z002 118 Z000 704<br />
– Oliestook Bestelnr. Z000 705 Z000 706 Z002 120 Z000 708<br />
Nominaal vermogensbereik van<br />
de Vitotrans 300 * 2 * 2 voor<br />
– Gasstook van kW 7,7 11,8 21,3 30,3<br />
tot kW 11,9 19,0 33,3 48,9<br />
– Oliestook van kW 5,2 8,2 14,6 20,8<br />
tot kW 8,1 13,0 22,7 33,5<br />
Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />
met verwarmingsketel als HR-eenheid:<br />
– Vitoplex 300 CE-0085 AS 0204<br />
– Vitoplex 200 CE-0085 AS 0203<br />
– Vitorond 200 CE-0085 AU 0327<br />
Toeg. werkdruk bar 4 4 4 6<br />
Toegest. aanvoertemperatuur °C 110 110 110 110<br />
(veiligheidstemperatuur)<br />
Weerstand rookgaszijde* 3 Pa 65 85 100 105<br />
mbar 0,65 0,85 1,00 1,05<br />
Rookgashoeveelheid van kg/h 136 213 383 546<br />
tot kg/h 213 341 596 954<br />
Totale afmetingen<br />
Totale lengte (maat h) met tegenflenzen<br />
mm 666 781 859 995<br />
Totale breedte (maat b) mm 714 746 818 912<br />
Totale hoogte (maat c) mm 1037 1152 1167 1350<br />
Transportmaten<br />
Lengte zonder tegenflens mm 648 760 837 928<br />
Breedte (maat a) mm 618 636 706 839<br />
Hoogte (maat d) mm 1081 1098 1172 1296<br />
Gewicht warmtewisselaar kg 94 119 144 234<br />
Totaalgewicht kg 125 150 188 284<br />
Warmtewisselaar met isolatie<br />
Inhoud<br />
Verwarmingswater l 70 97 134 181<br />
Rookgas m 3 0,055 0,096 0,133 0,223<br />
Aansluitingen<br />
Verwarmingswateraanvoer en - DN 40 50 50 65<br />
retour<br />
Condenswaterafvoer R ½ ½ ½ ½<br />
Rookgasaansluiting<br />
– Naar verwarmingsketel NW 180 200 200 250<br />
– Naar het rookgassysteem NW 150 200 200 250<br />
5819 426 NL<br />
*1 Als deze Vitorond 200 in combinatie met Vitotrans 300 wordt gebruikt, mag de werkdruk van de verwarmingsinstallatie slechts 4 bar<br />
bedragen.<br />
*2 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />
van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />
Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />
*3 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />
Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen, <strong>Viessmann</strong> Vitoflame 100 branders kunnen niet in combinatie met Vitotrans 300<br />
worden gebruikt.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 19
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
8<br />
A Extra Sok R½<br />
AGA Rookgasafvoer<br />
E Aftap (R ½)<br />
HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />
Maattabel<br />
Bestelnr. Z000 701 Z000 702 Z002 118 Z000 704<br />
Z000 705 Z000 706 Z002 120 Z000 708<br />
a mm 618 636 706 839<br />
b mm 714 746 818 912<br />
c mm 1037 1152 1167 1350<br />
d mm 1081 1098 1172 1296<br />
e mm 851 907 960 1080<br />
f mm 100 119 80 150<br />
g mm 181 201 201 251<br />
h mm 666 781 859 995<br />
i mm 151 201 201 251<br />
k mm 181 223 184 284<br />
l mm 187 227 198 285<br />
m mm 868 954 963 1130<br />
Maat g en i: Binnendiameter<br />
HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />
KOA Condenswaterafvoer (R ½)<br />
R Reinigingsopening<br />
Bij levering<br />
Warmtewisselaar-basislichaam met aangebouwde rookgasverzamelkast.<br />
Tegenflenzen zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />
1 doos met isolatie<br />
Aansluiting rookgaszijde<br />
Vitoplex 200/300<br />
De rookgasaansluiting van de verwarmingsketel en van de rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
liggen na de compensatie met de<br />
stelpoten op dezelfde hoogte en moeten met een verbindingsmanchet<br />
(accessoire) worden verbonden (niet lassen).<br />
Vitorond 200<br />
Het hoogteverschil tussen de rookgasaansluiting van de verwarmingsketel<br />
en van de rookgas-/water-warmtewisselaar moet met<br />
een overgangsstuk (door installateur) worden gecompenseerd.<br />
Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 300, type TX3 (575 tot 1750 kW)<br />
Nom. vermogen verwarmingsketel kW 575 720 895 1120 1400 1750<br />
Geschikte Vitotrans 300 voor<br />
Vitoplex 300,type TX3<br />
– Gasstook Bestelnr. Z000 783 Z000 784 Z000 785<br />
– Oliestook Bestelnr. Z000 786 Z000 787 Z000 935<br />
Nominaal vermogen van de<br />
Vitotrans 300* 1<br />
– Gasstook kW 55 68 85 106 133 166<br />
– Oliestook kW 37 47 58 73 91 114<br />
Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />
CE-0085 BQ 0418<br />
met verwarmingsketel als<br />
HR-eenheid<br />
*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />
van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />
Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />
20 VIESMANN Olie-/gasketel<br />
5819 426 NL
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
Nom. vermogen verwarmingsketel kW 575 720 895 1120 1400 1750<br />
Geschikte Vitotrans 300 voor<br />
Vitoplex 300,type TX3<br />
– Gasstook Bestelnr. Z000 783 Z000 784 Z000 785<br />
– Oliestook Bestelnr. Z000 786 Z000 787 Z000 935<br />
Nominaal vermogen van de<br />
Vitotrans 300* 1<br />
– Gasstook kW 55 68 85 106 133 166<br />
– Oliestook kW 37 47 58 73 91 114<br />
Toeg. werkdruk bar 6 6 6 6 6 6<br />
Toegest. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />
°C 110 110 110 110 110 110<br />
Weerstand rookgaszijde* 2 Pa 180 130 80 130 130 210<br />
m bar 1,8 1,3 0,8 1,3 1,3 2,1<br />
Rookgashoeveelheid kg/h 980 1225 1525 1910 2390 2980<br />
Totale afmetingen<br />
Totale lengte (maat f) mm 824 964 1092<br />
Totale breedte (maat m) met tegenflenzen<br />
mm 937 1077 1227<br />
Totale hoogte (maat i) mm 2095 2199 2533<br />
Transportmaten<br />
Lengte mm 824 964 1092<br />
Breedte (maat m) zonder tegenflenzen<br />
mm 833 969 1113<br />
Hoogte (maat a) mm 1925 2029 2366<br />
Totaalgewicht warmtewisselaar kg 265 415 655<br />
met isolatie<br />
Inhoud<br />
Verwarmingswater l 135 275 380<br />
Rookgas m 3 0,193 0,389 0,683<br />
Aansluitingen<br />
Verwarmingswateraanvoer en - PN 16 DN 80 100 125<br />
retour<br />
Condenswaterafvoer R ½ ½ ½<br />
Rookgasaansluiting NW 250 300 400<br />
8<br />
5819 426 NL<br />
*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />
van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />
Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />
*2 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />
Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 21
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
8<br />
A Verbindingsmanchet<br />
B Rookgasovergang<br />
AGA Rookgasafvoer<br />
E Aftapaansluiting<br />
Maattabel<br />
Bestelnr. Z000 783 Z000 784 Z000 785<br />
Z000 786 Z000 787 Z000 935<br />
a mm 1925 2029 2366<br />
b mm 1290 1524 1665<br />
c mm 1769 1845 2132<br />
d mm 90 89 154<br />
e mm 420 420 530<br />
f mm 824 964 1092<br />
g mm 251 301 401<br />
h mm 285 312 492<br />
i mm 2095 2199 2533<br />
k mm 479 542 721<br />
l mm 390 441 609<br />
m mm 833 969 1113<br />
n mm 1573 1612 1838<br />
HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />
HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />
KOA Condenswaterafvoer<br />
R Reinigingsopening<br />
Maat b: Afhankelijk van de uitvoering van de rookgasovergang B<br />
Maat g: Binnendiameter<br />
Bij levering<br />
Warmtewisselaar-basislichaam met rookgasverzamelkast en aangebouwde<br />
voet.<br />
Tegenflenzen en schroeven zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />
1 Doos met isolatie voor rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
1 Doos met manchet<br />
1 Krat met rookgasovergang<br />
1 Doos met isolatie voor rookgasovergang<br />
5819 426 NL<br />
22 VIESMANN Olie-/gasketel
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 200, type SX2 (700 tot 1950 kW)<br />
Nom. vermogen verwarmingsketel kW 700 900 1100 1300 1600 1950<br />
Geschikte Vitotrans 300 voor<br />
Vitoplex 200, type SX2<br />
– Gasstook Bestelnr. Z005 499 Z005 500 Z005 501 Z005 501 Z000 785 Z000 785<br />
– Oliestook Bestelnr. Z005 502 Z005 503 Z005 504 Z005 504 Z000 935 Z000 935<br />
Nominaal vermogen van de<br />
Vitotrans 300* 1<br />
– Gasstook kW 66 85 105 123 152 185<br />
– Oliestook kW 45 58 72 85 104 127<br />
Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />
CE-0085 BQ 0419<br />
met verwarmingsketel als HR-eenheid<br />
Toeg. werkdruk bar 6 6 6 6 6 6<br />
Toegest. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />
°C 110 110 110 110 110 110<br />
Weerstand rookgaszijde* 2 Pa 130 180 130 180 170 260<br />
m bar 1,3 1,8 1,3 1,8 1,7 2,6<br />
Rookgashoeveelheid kg/h 1170 1500 1840 2160 2670 3250<br />
Totale afmetingen<br />
Totale lengte (maat f) mm 824 964 1092<br />
Totale breedte (maat m) met tegenflenzen<br />
mm 937 1077 1227<br />
Totale hoogte (maat i) mm 2095 2199 2533<br />
Transportmaten<br />
Lengte mm 824 964 1092<br />
Breedte (maat m) zonder tegenflenzen<br />
mm 833 969 1113<br />
Hoogte (maat a) mm 1925 2029 2366<br />
Totaalgewicht warmtewisselaar met kg 265 415 655<br />
isolatie<br />
Inhoud<br />
Verwarmingswater l 135 275 380<br />
Rookgas m 3 0,193 0,389 0,683<br />
Aansluitingen<br />
Verwarmingswateraanvoer en - PN 16 DN 80 100 125<br />
retour<br />
Condenswaterafvoer R ½ ½ ½<br />
Rookgasaansluiting NW 250 300 400<br />
8<br />
5819 426 NL<br />
*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />
van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />
Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />
*2 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />
Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 23
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
8<br />
A Verbindingsmanchet<br />
B Rookgasovergang<br />
AGA Rookgasafvoer<br />
E Aftapaansluiting<br />
Maattabel<br />
Bestelnr. Z005 499 Z005 500 Z000 785<br />
Z005 502 Z005 501 Z000 935<br />
— Z005 503 —<br />
— Z005 504 —<br />
a mm 1925 2029 2366<br />
b mm 1290 1524 1665<br />
c mm 1769 1845 2132<br />
d mm 90 89 154<br />
e mm 420 420 530<br />
f mm 824 964 1092<br />
g mm 251 301 401<br />
h mm 285 312 492<br />
i mm 2095 2199 2533<br />
k mm 479 542 721<br />
l mm 390 441 609<br />
m mm 833 969 1113<br />
n mm 1573 1612 1838<br />
HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />
HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />
KOA Condenswaterafvoer<br />
R Reinigingsopening<br />
Maat b: Afhankelijk van de uitvoering van de rookgasovergang B<br />
Maat g: Binnendiameter<br />
Bij levering<br />
Warmtewisselaar-basislichaam met rookgasverzamelkast en aangebouwde<br />
voet.<br />
Tegenflenzen en schroeven zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />
1 Doos met isolatie voor rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
1 Doos met manchet<br />
1 Krat met rookgasovergang<br />
1 Doos met isolatie voor rookgasovergang<br />
5819 426 NL<br />
24 VIESMANN Olie-/gasketel
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitorond 200 (630 tot 1080 kW)<br />
Nom. vermogen verwarmingsketel kW 630 700 780 860 950 1080<br />
Geschikte Vitotrans 300<br />
– Gasstook Bestelnr. Z000 940 Z000 936<br />
– Oliestook Bestelnr. Z000 941 Z000 938<br />
Nominaal vermogen van de<br />
Vitotrans 300* 1 * 1<br />
– Gasstook kW 59 66 74 81 90 102<br />
– Oliestook kW 41 45 50 55 61 70<br />
Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />
CE-0085 BQ 0422<br />
met Vitorond 200 als HR-eenheid<br />
Toeg. werkdruk bar 6 6 6 6 6 6<br />
Toegest. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />
°C 110 110 110 110 110 110<br />
Weerstand rookgaszijde* 2 Pa 100 125 65 75 95 120<br />
mbar 1,0 1,25 0,65 0,75 0,95 1,2<br />
Rookgashoeveelheid kg/h 1074 1193 1329 1466 1620 1841<br />
Totale afmetingen<br />
Totale lengte d mm 824 964<br />
Totale breedte met tegenflenzen mm 937 1077<br />
Totale hoogte g mm 2095 2199<br />
Transportmaten<br />
Lengte d mm 824 964<br />
Breedte k zonder tegenflens mm 833 969<br />
Hoogte a mm 1925 2029<br />
Totaalgewicht Warmtewisselaar kg 265 415<br />
met isolatie<br />
Inhoud<br />
Verwarmingswater l 135 275<br />
Rookgas m 3 0,193 0,389<br />
Aansluitingen<br />
Verwarmingswateraanvoer en - PN 16 DN 80 100<br />
retour<br />
Condenswaterafvoer R ½ ½<br />
Rookgasaansluiting NW 250 300<br />
8<br />
5819 426 NL<br />
*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />
van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />
Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />
*2 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />
Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 25
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
8<br />
AGA Rookgasafvoer<br />
E Aftapaansluiting<br />
HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />
Maattabel<br />
Bestelnr. Z000 940 Z000 936<br />
Z000 941 Z000 938<br />
a mm 1925 2029<br />
b mm 1769 1845<br />
c mm 90 89<br />
d mm 824 964<br />
e mm 251 301<br />
f mm 285 312<br />
g mm 2095 2199<br />
h mm 479 542<br />
i mm 390 441<br />
k mm 833 969<br />
l mm 1573 1612<br />
HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />
KOA Condenswaterafvoer<br />
R Reinigingsopening<br />
Maat e: Binnendiameter<br />
Bij levering<br />
Warmtewisselaar-basislichaam met rookgasverzamelkast en<br />
meegeleverde voet.<br />
Tegenflenzen zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />
2 dozen met isolatie<br />
Aansluiting rookgaszijde<br />
Het hoogteverschil tussen de rookgasaansluiting van de verwarmingsketel<br />
en van de rookgas-/water-warmtewisselaar moet met<br />
een overgangsstuk (door installateur) worden gecompenseerd.<br />
5819 426 NL<br />
26 VIESMANN Olie-/gasketel
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
Doorstroomweerstand verwarmingswaterzijde<br />
Bestelnr. Z000 701, Z000 702, Z000 704, Z000 705, Z000 706,<br />
Z000 708, Z002 118 en Z002 120<br />
Bestelnr.<br />
Z000 701<br />
Z000 705<br />
Z000 702<br />
Z000 706<br />
Z002 118<br />
Z002 120<br />
Z000 704<br />
Z000 708<br />
Karakteristiek<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
8<br />
Bestelnr. Z000 783 tot Z000 787 en Z000 935 tot Z000 941<br />
Bestelnr.<br />
Z000 783<br />
Z000 786<br />
Z000 940<br />
Z000 941<br />
Z000 784<br />
Z000 787<br />
Z000 936<br />
Z000 938<br />
Z002 785<br />
Z000 935<br />
Z000 937<br />
Z002 939<br />
Karakteristiek<br />
E<br />
F<br />
G<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 27
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />
Vermogensgegevens<br />
Vitotrans 300 voor gasstook<br />
8<br />
A Rookgasintredetemperatuur 200 °C<br />
B Rookgasintredetemperatuur 180 °C<br />
Omrekening van de vermogensgegevens<br />
De vermogensgegevens van de Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />
hebben betrekking op een rookgasintredetemperatuur<br />
van 200 °C en een verwarmingswater intredetemperatuur<br />
in de warmtewisselaar van 40 °C.<br />
Bij afwijkende omstandigheden kan het vermogen worden uitgerekend<br />
door vermenigvuldiging van het aangegeven nominale vermogen<br />
met de omrekeningsfactor die uit het diagram kan worden<br />
afgeleid.<br />
Gecertificeerde kwaliteit<br />
CE-markering in overeenstemming met bestaande EG-richtlijnen<br />
bij toeg. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />
tot 110 °C conform EN 12828.<br />
5819 426 NL<br />
28 VIESMANN Olie-/gasketel
Installatie-accessoires<br />
9.1 Technische gegevens<br />
Accessoires voor verwarmingscircuits<br />
Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />
voor verwarmingsketels tot 314 kW<br />
Technische gegevens<br />
& De aanvoerverdeler en retourcollector kunnen naar keuze<br />
rechts of links van de verwarmingsketel geplaatst worden.<br />
& Een isolatie voor de Divicon verwarmingscircuitverdeler wordt<br />
meegeleverd.<br />
Opbouw en functie<br />
& Op de aanvoerverdeler en retourcollector kunnen 1 tot 4 verwarmingscircuits<br />
aangesloten worden.<br />
& Vrije aansluitingen worden door blindflenzen (meegeleverd)<br />
afgesloten.<br />
9<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 29
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Divicon-verwarmingscircuitverdeling, ernaast geplaatst<br />
voor Vitoplex 300, 80 tot 285 kW<br />
9<br />
E<br />
EL<br />
Aftap<br />
Ontluchting<br />
KR Ketelretour<br />
KV Ketelaanvoer<br />
Maattabel<br />
Nom.vermogen van de verwarmingsketel<br />
kW 80 105 130 170 225 285<br />
a mm 614 414 493 274 327 193<br />
b (DN 40 + DN 50) mm 1928 1928 1964 1964 1900 1900<br />
5819 426 NL<br />
30 VIESMANN Olie-/gasketel
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Nom.vermogen van de verwarmingsketel<br />
kW 80 105 130 170 225 285<br />
c (DN 25 + DN 32) mm 1518 1518 1554 1554 1491 1491<br />
d max. mm 1298 1298 1298 1298 1354 1354<br />
e mm 1033 1033 1033 1033 1089 1089<br />
f mm 610 610 610 610 640 640<br />
g mm 260 260 260 260 280 280<br />
h mm 170 170 170 170 173 173<br />
k mm 400 400 400 400 450 450<br />
l mm Maximale fundatiehoogte<br />
Divicon-verwarmingscircuitverdeling, ernaast<br />
geplaatst<br />
voor Vitorond 200, 125 tot 270 kW, Vitoplex 200, 90 tot 270 kW en<br />
Vitocrossal 300, 87 tot 314 kW<br />
Bij deze verwarmingsketels kunnen de voorgefabriceerde buisaansluitingen<br />
niet worden gebruikt. Met afzonderlijke stelpoten<br />
en buisaansluitingen (door installateur) kan de Divicon verwarmingscircuitverdeling<br />
ook in de buurt van de ketel worden opgesteld,<br />
als alternatief voor de wandbevestiging.<br />
9<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 31
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Divicon-verwarmingscircuitverdeling, wandmontage<br />
voor Vitoplex 200, 90 tot 270 kW, Vitoplex 300, 80 tot 285 kW,<br />
Vitorond 200, 125 tot 270 kW en Vitocrossal 300, 87 tot 314 kW<br />
9<br />
E Aftap<br />
EL Ontluchting<br />
Maattabel<br />
Nom.vermogen van de verwarmingsketel kW 80-200 225-285<br />
a (DN 25 + DN 32) mm 1186 1196<br />
b (DN 40 + DN 50) mm 1586 1606<br />
c mm 170 173<br />
Aansluitingen voor een extra verbruiker (bijv. warmwaterboiler)<br />
2 buisnippels G 1½ (buitenschroefdraad) aan de achterkant van<br />
de aanvoerverdeler en de retourcollector.<br />
5819 426 NL<br />
32 VIESMANN Olie-/gasketel
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Verwarmingscircuitaansluitingen<br />
Verwarmingscircuitaansluiting DN 25 en DN 32 (weergegeven met<br />
mengklep)<br />
Verwarmingscircuitaansluiting DN 40 en DN 50 (weergegeven met<br />
mengklep)<br />
9<br />
A Verwarmingsaanvoer<br />
B Verwarmingsretour<br />
C Kogelkraan<br />
D Terugslagklep<br />
E Circulatiepomp<br />
F 3-weg mengklep<br />
A Verwarmingsaanvoer<br />
B Verwarmingsretour<br />
C Kogelkraan<br />
D Terugslagklep<br />
E Circulatiepomp<br />
F 3-weg mengklep<br />
5819 426 NL<br />
Aansluitbaar vermogen van de verwarmingscircuitaansluitingen bij (ΔT =20K)<br />
Verwarmingscircuitaansluiting<br />
kW<br />
DN 25 40<br />
DN 32 70<br />
DN 40 140<br />
DN 50 170<br />
CV-pompen fabricaat Wilo, verschildrukregeling<br />
(om te zetten van proportionele naar constante druk)<br />
Motorbeveiliging<br />
Geïntegreerde, volledige motorbeveiliging in de klemkast voor<br />
alle verschildrukinstellingen. Belastbaarheid van de contacten<br />
voor de verzamelstoringsmelding 1 A, 250 V~.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 33
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
230 V~, 50 Hz<br />
Verwarmingscircuitaansluiting<br />
DN 25 32 40 50<br />
Pomptype E 25/1-5 E 30/1-5 Stratos 40/1-8 Stratos 50/1-8<br />
Nominaal vermogen P 2 W 47 47 200 200<br />
Toerentalbereik n min -1 600-2600 600-2600 1800-4800 1800-4800<br />
Opg. vermogen P 1 W 36-89 36-89 18-290 18-290<br />
Stroom I A 0,17-0,43 0,17-0,43 0,18-1,32 0,18-1,32<br />
Opvoerhoogte<br />
CV-pompDN25enDN32<br />
9<br />
Constante druk<br />
Proportionele druk<br />
Opvoerhoogte<br />
CV-pomp DN 50<br />
Constante druk<br />
Proportionele druk<br />
Opvoerhoogte<br />
CV-pomp DN 40<br />
Proportionele druk<br />
Constante druk<br />
5819 426 NL<br />
34 VIESMANN Olie-/gasketel
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Elektrische aansluiting<br />
CV-pompDN25enDN32<br />
C Verzamelstoringsgmelding<br />
D Extern in-/uitschakelen van de pomp<br />
E Aansluiting via relais in de schakelkast of hulprelais, bestelnr.<br />
7814 681<br />
F Stekker sÖ voor aansluiting op de Vitotronic<br />
G 3-aderige leiding voor netaansluiting op de pomp<br />
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />
BK zwart<br />
BK* zwarte ader met opdruk<br />
BN bruin<br />
BU blauw<br />
GNYE groen/geel<br />
9<br />
A Aansluitleiding met steekverbinding<br />
Elektrische aansluiting<br />
CV-pompDN40enDN50<br />
CV-pompen fabricaat Grundfos, verschildrukregeling<br />
(om te zetten van proportionele naar constante druk)<br />
Motorbeveiliging<br />
De motor en de elektronische besturing zijn tegen thermische<br />
overbelasting beschermd. Er is geen externe motorbeveiliging<br />
nodig.<br />
A Aansluitklemmen in de pomp<br />
B 4-aderige leiding voor in-/uitschakelen en storingsmelding van<br />
de pomp<br />
230 V~, 50 Hz<br />
Verwarmingscircuitaansluiting<br />
Pomptype UPE 25-60 UPE 32-60 MAGNA<br />
UPE 40-120<br />
DN 25 32 40 50<br />
MAGNA<br />
UPE 50-60<br />
Nominaal vermogen P 2 W 47 47 350 350<br />
Toerentalbereik n min -1 1500-2000 1500-2000 900-3580 680-1970<br />
Opg. vermogen P 1 W 40-100 40-100 25-445 32-335<br />
Stroom I A 0,28-0,44 0,28-0,44 0,16-2,0 0,2-1,51<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 35
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Opvoerhoogte<br />
CV-pompDN25enDN32<br />
9<br />
Constante druk<br />
Proportionele druk<br />
Opvoerhoogte<br />
CV-pomp DN 50<br />
Constante druk<br />
Proportionele druk<br />
Opvoerhoogte<br />
CV-pomp DN 40<br />
Constante druk<br />
Proportionele druk<br />
5819 426 NL<br />
36 VIESMANN Olie-/gasketel
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Elektrische aansluiting<br />
CV-pompDN25enDN32<br />
BU<br />
GNYE<br />
blauw<br />
groen/geel<br />
A Aansluitleiding met steekverbinding<br />
Elektrische aansluiting<br />
CV-pompDN40enDN50<br />
Restopvoerhoogte<br />
Restopvoerhoogte van de verwarmingscircuits<br />
Van de pompopvoerhoogte moet de doorstroomweerstand van de<br />
mengklep en van het ketelcircuit (verwarmingsketel, buisaansluitingen,<br />
aanvoerverdeler en retourcollector) afgetrokken worden.<br />
In het ketelcircuit moet rekening gehouden worden met het gehele<br />
watervolume van alle verwarmingscircuits.<br />
Doorstroomweerstand ketelcircuit<br />
(verwarmingsketel + buisaansluitingen + aanvoerverdeler en<br />
retourcollector + verwarmingscircuitaansluiting behalve mengklep)<br />
9<br />
A Netaansluiting<br />
B Signaaluitgang<br />
C Aan/Uit<br />
D Leiding voor in-/uitschakelen en storingsmelding op de pomp<br />
(4-aderig)<br />
E Verzamelstoringsgmelding<br />
F Extern in-/uitschakelen van de pomp<br />
G Aansluiting via relais in de schakelkast of hulprelais, bestelnr.<br />
7814 681<br />
H Stekker sÖ voor aansluiting op de Vitotronic<br />
K Leiding voor netaansluiting aan de pomp (3-aderig)<br />
A DN 65: Vitorond 200, 125 en 160 kW,<br />
B DN 65: Vitorond 200, 195 kW,<br />
C DN 65: Vitorond 200, 230 en 270 kW,<br />
D DN 65: Vitoplex 200/300, 80 tot 200 kW<br />
E DN 80: Vitoplex 200/300, 225 tot 285 kW<br />
5819 426 NL<br />
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />
BK zwart<br />
BK* zwarte ader met opdruk<br />
BN bruin<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 37
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Doorstroomweerstand mengklep<br />
C DN 40<br />
D DN 50<br />
Opmerking<br />
Bij de weerstanden van de buisaansluitingen tussen verwarmingsketel<br />
en verdeler wordt rekening gehouden met 6 bochten (90°) en<br />
5 m buislengte. Als door de installateur andere lengtes en verbindingsbuizen<br />
gebruikt moeten worden, moeten de extra weerstanden<br />
berekend worden en moet daarmee rekening gehouden<br />
worden.<br />
9<br />
A DN 25<br />
B DN 32<br />
Voorbeeld voor het berekenen van de restopvoerhoogte<br />
Verwarmingsinstallatie met:<br />
– Divicon verwarmingscircuitverdeling DN 80<br />
– Verwarmingscircuit<br />
1 verwarmingscircuitaansluiting DN 25 zonder mengklep,<br />
Vermogen 35 kW, Debiet max. 1,5 m 3 /h<br />
1:<br />
– Verwarmingscircuit<br />
1 verwarmingscircuitaansluiting DN 32 met mengklep, Vermogen 60 kW, Debiet max. 2,5 m 3 /h<br />
2:<br />
– Verwarmingscircuit<br />
3:<br />
1 verwarmingscircuitaansluiting DN 50 met mengklep, Vermogen 150 kW, Debiet max. 6,5 m 3 /h<br />
Totaal debiet 10,5 m 3 /h<br />
Doorstroomweerstand ketelcircuit<br />
Verwarmingsketel + buisaansluitingen + aanvoerverdeler en retourcollector + verwarmingscircuitaansluiting (behalve mengklep) (zie<br />
diagram) = 30 mbar<br />
Doorstroomweerstand mengklep<br />
(zie diagram)<br />
Mengklep DN 32 50<br />
Doorstroomweerstand mbar 18 22<br />
Som doorstroomweerstand ketelcircuit en verwarmingscircuitaansluiting<br />
Verwarmingscircuit 1: 30 mbar<br />
Verwarmingscircuit 2: 30 mbar + 18 mbar = 48 mbar<br />
Verwarmingscircuit 3: 30 mbar + 22 mbar = 52 mbar<br />
5819 426 NL<br />
38 VIESMANN Olie-/gasketel
Installatie-accessoires (vervolg)<br />
Restopvoerhoogte van de afzonderlijke verwarmingscircuits<br />
Met circulatiepomp fabricaat Wilo<br />
Verwarmingscircuit 1 2 3<br />
Opvoerhoogte van de circulatiepomp (instelbaar) mbar 100 tot 400 100 tot 280 100 tot 760<br />
Doorstroomweerstand ketelcircuit + aansl. verw. circuit mbar 30 48 52<br />
Restopvoerhoogte (instelbaar) mbar 70 tot 370 52 tot 232 48 tot 708<br />
Met circulatiepomp fabricaat Grundfos<br />
Verwarmingscircuit 1 2 3<br />
Opvoerhoogte van de circulatiepomp (instelbaar) mbar 100 tot 400 100 tot 260 150 tot 520<br />
Doorstroomweerstand ketelcircuit + aansl. verw. circuit mbar 30 48 52<br />
Restopvoerhoogte (instelbaar) mbar 70 tot 370 52 tot 212 98 tot 468<br />
Schakelkast Vitocontrol<br />
(op aanvraag)<br />
Schakelkast voor de regeling van de verwarmingsinstallatie met<br />
de Divicon verwarmingscircuitverdeling<br />
In de schakelkast zitten alle onderdelen die voor de besturing,<br />
regeling en bewaking van de verwarmingsinstallatie nodig zijn.<br />
Het systeem is zo opgebouwd dat naast de regeling van 1 tot 4<br />
verwarmingsketels overige apparaten, bijv. Vitotronic 300-K (type<br />
MW1S), Vitotronic 200-H (type HK1S of HK3S), pompbesturingen,<br />
meetapparaten, schakelklokken etc. ingebouwd kunnen worden.<br />
10<br />
<strong>Ontwerp</strong>handleiding<br />
10.1 Levering, verplaatsing en opstelling<br />
Levering<br />
Wij leveren met kraanwagens tot de locatie, inclusief uitladen zonder<br />
moeilijkheden.<br />
Voor het uitladen van verwarmingsketels waarvan het transportgewicht<br />
meer dan 10 t bedraagt, is lokaal een speciale kraan<br />
nodig.<br />
Verplaatsing en opstelling<br />
De verwarmingsketels en rookgas-/water-warmtewisselaars hebben<br />
een voldoende aantal ogen waarop hefwerktuigen kunnen<br />
worden aangeslagen. De voetrails in lengterichting vereenvoudigen<br />
de verplaatsing.<br />
Verplaatsing en opstelling op voorbereide fundaties kan op verzoek,<br />
tegen kosten, door onze vakmensen plaatsvinden.<br />
De verwarmingsketels staan op voetrails in lengterichting. Ze kunnen<br />
zonder speciale fundatie op beton worden geplaatst. Daarbij<br />
moet op de constructiehoogte van de brander worden gelet.<br />
Voor reiniging van de installatieruimte is het echter zinvol de verwarmingsketel<br />
op een sokkel te plaatsen.<br />
Zie voor geadviseerde minimumafstanden tot de wanden voor<br />
montage en onderhoudswerkzaamheden het gegevensblad van<br />
de betreffende verwarmingsketel.<br />
Als geluiddemping nodig is, kunnen de verwarmingsketels op trillingsdempers<br />
worden geplaatst. Bij de Vitoplex tot 285 kW kunnen<br />
ook geluidsisolerende stelpoten in de voetrails worden<br />
geschroefd.<br />
5819 426 NL<br />
Installatieruimte<br />
Algemene eisen aan de installatieruimte<br />
& Geen luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen (deze<br />
bevinden zich bijv. in sprays, verven, oplosmiddelen en reinigingsproducten)<br />
& Geen buitengewone stofneerslag<br />
& Geen hoge luchtvochtigheid<br />
& Vorstvrij en goed geventileerd<br />
De verwarmingsketel en de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
mogen in ruimtes waar luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen<br />
mogelijk is, slechts worden geplaatst als<br />
voldoende maatregelen worden genomen voor de aanvoer van<br />
schone verbrandingslucht.<br />
Als deze instructies niet worden opgevolgd, vervalt de garantie<br />
voor eventuele toestelschade die op één van deze oorzaken<br />
berust.<br />
Bij twijfel contact met ons opnemen.<br />
Verbrandingsluchttoevoer<br />
Voor open stookinrichtingen met een totaal nominaal vermogen<br />
van meer dan 35 kW is de verbrandingsluchttoevoer gewaarborgd<br />
als de stookinrichtingen in ruimten zijn opgesteld die een opening<br />
of leiding naar de buitenlucht hebben.<br />
De doorsnede van de opening moet bij 35 kW nom. vermogen<br />
min. 150 cm 2 bedragen. Voor elke kW nom. vermogen meer dan<br />
35 kW nom. vermogen moet de opening 2 cm 2 groter zijn.<br />
Leidingen moeten stromingstechnisch equivalent bemeten zijn.<br />
De vereiste doorsnede mag over hoogstens 2 openingen of leidingen<br />
zijn verdeeld.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 39
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
10<br />
Σ² n = som van alle nom. vermogens in kW<br />
Verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet worden<br />
afgesloten of dichtgezet als niet door speciale veiligheidsinrichtingen<br />
is gewaarborgd dat de stookinrichtingen uitsluitend bij geopende<br />
afsluiting kunnen werken. De vereiste doorsnede mag door<br />
de afsluiting of door roosters niet worden verkleind.<br />
Noodschakelaar<br />
Branders, brandstoftransportinrichtingen en regelingen van de<br />
stookinrichtingen moeten met een schakelaar (noodschakelaar)<br />
buiten de installatieruimte te allen tijde uitgeschakeld kunnen worden.<br />
Veiligheidsmaatregelen<br />
Stookinrichtingen moeten van elementen van brandbaar materiaal<br />
en vast meubilair zo ver zijn verwijderd of zodanig zijn afgeschermd<br />
dat hier bij nominaal vermogen van de stookinrichtingen<br />
geen hogere temperatuur dan 85 ºC kan optreden. Anders moet<br />
een afstand van min. 40 cm worden aangehouden.<br />
Scheepsverwarming<br />
Als verwarmingsketels voor de verwarming van schepen worden<br />
gebruikt, moet op de volgende bijzonderheden worden gelet:<br />
& op schepen worden de ingebouwde producten aan aanzienlijke<br />
belastingen blootgesteld.<br />
& Speciale eisen van de verzekeringsmaatschappijen - scheepsclassificatiemaatschappijen<br />
- moeten in acht worden genomen<br />
& Onze verwarmingsketels kunnen niet voor alle toepassingen<br />
worden gebruikt.<br />
Neem om deze reden contact op met de verantwoordelijke verkoopadviseur<br />
om bijzondere kwesties op te lossen.<br />
Belastbare ketelafdekking<br />
De Vitoplex vanaf 575 kW wordt met een aangebouwde belastbare<br />
ketelafdekking geleverd.<br />
Op verzoek kunnen ook volgens opdracht geconstrueerde ketelbordessen<br />
en trappen worden geleverd.<br />
10.2 Configuratie van de installatie<br />
Aanvoertemperaturen<br />
Om de verdelingsverliezen te beperken, adviseren wij de warmteverdelingsinstallatie<br />
en tapwaterverwarming op max. 70 ºC (aanvoertemperatuur)<br />
te configureren.<br />
Bij de verwarmingsketels met meegeleverde ketelcircuitregeling<br />
is de max. ketelwatertemperatuur begrensd tot 85 ºC. Voor verhoging<br />
van de aanvoertemperatuur kan de temperatuurregelaar worden<br />
omgezet.<br />
Veiligheidstemperaturen<br />
De verwarmingsketels van <strong>Viessmann</strong> voldoen aan EN 303 en<br />
DIN 4702 en zijn gemarkeerd volgens CE. Ze zijn inzetbaar in<br />
gesloten verwarmingsinstallaties volgens EN 12828.<br />
& Toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen):<br />
tot 110 ºC<br />
Volgens EN 12953: tot 120 ºC<br />
& Maximaal bereikbare aanvoertemperatuur:<br />
ca. 15 K onder de veiligheidstemperatuur<br />
& Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de ketelcircuitregeling:<br />
Bij levering 110 ºC<br />
om te zetten op 100°C<br />
Keuze van het nominale vermogen<br />
Verwarmingsketel volgens de benodigde verwarming selecteren.<br />
Het rendement van laagtemperaturketels en HR-ketels is over een<br />
groot gedeelte van de ketelbelasting stabiel.<br />
Daarom mag bij laagtemperatuurketels, HR-ketels en installaties<br />
met meerdere ketels het vermogen groter zijn dan de berekende<br />
verwarmingsbelasting van het gebouw.<br />
5819 426 NL<br />
40 VIESMANN Olie-/gasketel
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Eisen voor de verwarmingsbelasting<br />
Met de weersafhankelijke regelingen wordt voor berekening van<br />
de verwarmingsbelasting voldaan aan de eisen van EN 12831.<br />
Om de opwarmbelasting te reduceren wordt de nachtverlaging bij<br />
lage buitentemperaturen verminderd. Om de opwarmtijd na een<br />
verlagingsperiode te verminderen, wordt gedurende een bepaalde<br />
tijd de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />
Pompgestuurde drukregelsystemen<br />
In verwarmingsinstallaties met automatische en vooral pompgestuurde<br />
drukregelsystemen met geïntegreerde ontgassing, is voor<br />
elke verwarmingsketel een membraan-drukexpansievat voor<br />
afzonderlijke beveiliging voorgeschreven.<br />
Ketelvermogen<br />
in kW<br />
Membraan-drukexpansievat<br />
inhoud in liter<br />
tot 300 50<br />
tot 500 80<br />
tot 1000 140<br />
tot 2000 300<br />
tot 5000 800<br />
tot 10000 1600<br />
Daarmee worden de frequentie en de hoogte van de drukschommelingen<br />
verminderd. Dit draagt aanzienlijk bij tot verhoging van<br />
de bedrijfszekerheid en levensduur van de installatie.<br />
Als dit niet wordt gerespecteerd, kan schade aan de verwarmingsketel<br />
of andere installatiecomponenten ontstaan.<br />
Verder moet erop worden gelet dat uitsluitend corrosietechnisch<br />
gesloten pompgestuurde drukregelsystemen worden gebruikt, die<br />
beschermd zijn tegen indringing van zuurstof in het verwarmingswater.<br />
Anders kan door zuurstofcorrosie schade in de installatie<br />
ontstaan.<br />
Pompgestuurde drukregelsystemen met atmosferische ontgassing<br />
door cyclische drukontlasting realiseren weliswaar achteraf<br />
een centrale ontluchting van de verwarmingsinstallatie, maar verwijderen<br />
geen zuurstof in de zin van corrosiebescherming volgens<br />
VDI 2035 blad 2.<br />
10<br />
10.3 Hydraulische integratie<br />
Verwarmingsaansluitingen<br />
Bestaande installaties<br />
Voordat de verwarmingsketel op een bestaande verwarmingsinstallatie<br />
wordt aangesloten, moet de verwarmingsinstallatie grondig<br />
worden gespoeld om vuil en slik te verwijderen.<br />
Vuil en slik zetten zich anders in de verwarmingsketel af en kunnen<br />
tot plaatselijke oververhitting, geruis en corrosie leiden. Voor<br />
ketelschade die hierdoor ontstaat, geldt geen garantie. Eventueel<br />
moeten vuilvangers worden ingebouwd.<br />
Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde<br />
Alle warmteverbruikers resp. verwarmingscircuits moeten op de<br />
ketelaanvoer resp. -retour worden aangesloten. Geen aansluiting<br />
op aanvoer veiligheid of andere aansluitingen.<br />
Wij adviseren in de aanvoer- en retourleidingen van de verwarming<br />
afsluitorganen te monteren zodat later bij werkzaamheden<br />
aan de verwarmingsketel resp. aan de verwarmingscircuits het<br />
water niet uit de gehele installatie hoeft te worden afgetapt.<br />
Verwarmingscircuits<br />
Voor verwarmingscircuits met kunststofbuizen adviseren wij het<br />
gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof<br />
door de buiswanden te verhinderen. In verwarmingsinstallaties<br />
met kunststofbuizen die zuurstof doorlaten (DIN 4726) moet een<br />
systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor leveren wij<br />
aparte warmtewisselaars.<br />
Fußbodenheizungen und Heizkreise mit sehr großem Wasserinhalt<br />
müssen auch bei Nieder- und Tieftemperaturkesseln über<br />
Mischer angeschlossen werden und über die Vitotronic 300 (Typ<br />
GW2), Vitotronic 300-K of met aparte regelingen, bijv.<br />
Vitotronic 200-H worden geregeld.<br />
Eenvoudige montage<br />
De verwarmingsketel Vitoplex vereist bij veiligheidstemperaturen<br />
tot 110 ºC geen extra duur aanvoertussenstuk voor de montage<br />
van de veiligheidstechnische inrichtingen.<br />
De aansluitingen die voor de uitrusting nodig zijn, bijv. voor waterniveaubegrenzer<br />
of drukbegrenzingsinrichting bevinden zich aan<br />
de verwarmingsketel.<br />
5819 426 NL<br />
Ketelcircuit- en bijmengpompen<br />
De verwarmingsketels Vitoplex en Vitorond 200, type VD2A hebben<br />
een ketelcircuitpomp nodig voor geforceerde doorstroming.<br />
De Vitorond 200, type VD2A van 125 tot 270 kW, de Vitoplex 300<br />
van 80 tot 1750 kW en de Vitoplex 200 van 90 tot 560 kW met<br />
Therm-Control hebben meestal ook geen retourtemperatuurverhoging<br />
nodig.<br />
Zie voor meer informatie de toepassingsvoorbeelden.<br />
Voor de verwarmingsketels resp. gevallen waarbij een retourtemperatuurverhoging<br />
nodig is, is een bijmengpomp zinvol. Bij de<br />
Vitoplex-verwarmingsketels is op basis van de grote waterinhoud<br />
en de geringe interne weerstand van het verwarmingswater<br />
slechts een pomp nodig voor de retourtemperatuurverhoging (bijmengpomp)<br />
die op ca. 30 % van het totale debiet moet worden<br />
geconfigureerd.<br />
De bijmengpomp werkt alleen als de temperatuur lager is dan de<br />
minimum retourtemperatuur.<br />
De voordelen hiervan:<br />
& Kleinere pomp d.w.z. lage investeringskosten<br />
& Geringer stroomverbruik van de pomp<br />
& Kortere looptijden van de bijmengpomp<br />
& Lagere stroomkosten<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 41
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Aanwijzing voor CV-pompen<br />
CV-pompen in verwarmingsinstallaties met een nominaal vermogen<br />
> 25 kW moeten zo zijn uitgerust of ontworpen dat de elektrische<br />
vermogensopname automatisch in minstens drie trappen<br />
wordt aangepast aan de pompbehoefte die wordt bepaald door de<br />
werking, mits veiligheidstechnische belangen van de verwarmingsketel<br />
dat niet in de weg staan.<br />
10<br />
Systeemaccessoires<br />
Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />
Geprefabriceerde verwarmingscircuit-verdeling voor de aansluiting<br />
van max. 4 verwarmingscircuits op de Vitoplex tot 285 kW<br />
resp. Vitorond tot 270 kWin installaties met één ketel.<br />
In combinatie met de buisaansluitingen rechts of links naast de<br />
verwarmingsketel plaatsen of in combinatie met wandconsoles<br />
aan de wand bevestigen.<br />
Voor de Vitorond moeten de buisaansluitingen voor de Divicon<br />
lokaal worden gemaakt. Zie Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />
vanaf pagina 29.<br />
Toepassingsvoorbeelden<br />
Zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />
Ketelaansluitset voor Vitorond<br />
Voor montage van de volgende installatie-onderdelen:<br />
& Aanvoer- en retour<br />
& Veiligheidstechnische inrichtingen<br />
& Retourtemperatuurverhoging<br />
10.4 Veiligheidstechnische uitrusting<br />
EN 12828 geldt voor het ontwerp van warmwater-verwarmingsinstallaties<br />
met veiligheidstemperaturen tot max. 110 ºC.<br />
Voor 120 ºC in waterverwarmingsinstallaties moet EN 12953 in<br />
acht worden genomen.<br />
Veiligheidstechnische uitrusting volgens NEN EN 12828<br />
De norm stelt veiligheidstechnische eisen aan ketels en ketelinstallaties.<br />
Vereiste veiligheidsinrichtingen<br />
ADG Gesloten expansievat<br />
AV1 Afsluitklep<br />
AV2 Afsluitklep (tegen onbedoeld sluiten beveiligd, bijv. kapventiel)<br />
E Aftap<br />
EST Ontlastpot<br />
MA Drukindicatietoestel<br />
SDB1 Veiligheidsdrukbegrenzer max.<br />
SDB2 Veiligheidsdrukbegrenzer min.<br />
SIV Veiligheidsklep<br />
SL Veiligheidsexpansieleiding<br />
STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
TH Thermometer<br />
TR Temperatuurregelaar<br />
WB Waterniveaubegrenzer<br />
Overige legenda<br />
HK Verwarmingscircuit<br />
HKP CV-pomp<br />
HR Verwarmingswaterretour<br />
HV Verwarmingswateraanvoer<br />
5819 426 NL<br />
42 VIESMANN Olie-/gasketel
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Algemene aanwijzingen<br />
Laagwaterstandbeveiliging<br />
Volgens EN 12828 zijn verwarmingsketels voorzien van een<br />
beveiliging tegen watergebrek (waterniveaubegrenzer). Voor de<br />
Vitoplex-verwarmingsketels tot 300 kW is geen laagwaterstandbeveiliging<br />
nodig. De Vitoplex van <strong>Viessmann</strong> is voorzien van temperatuurregelaar<br />
en veiligheidstemperatuurbegrenzer met<br />
typegoedkeuring. Door tests is aangetoond dat bij een eventueel<br />
optredend gebrek aan water als gevolg van lekkage aan de verwarmingsinstallatie<br />
en gelijktijdige werking van de brander, zonder<br />
bijkomende maatregelen uitschakeling van de brander<br />
plaatsvindt voordat ontoelaatbare verwarming van de verwarmingsketel<br />
en de rookgasinstallatie intreedt.<br />
Maximale drukbegrenzing<br />
Vereist voor elke verwarmingsketel in een installatie als het nominale<br />
vermogen van de ketel > 300 kW bedraagt.<br />
De verwarmingsketels vanaf 345 kW hebben hiervoor een sok R½<br />
aan de bovenzijde van de ketel.<br />
Minimale drukbegrenzing<br />
Geadviseerd bij aanvoertemperaturen van meer dan 100 ºC en bij<br />
installaties met meerdere ketels eenmaal per installatie.<br />
Veiligheidsklep<br />
Volgens EN 12828 moeten verwarmingsketels worden voorzien<br />
van een veiligheidsklep met typegoedkeuring. Deze moet als volgt<br />
zijn gekenmerkt:<br />
& ”H” tot 3,0 bar toegestane werkdruk en max. 2700 kW vermogen<br />
& ”D/G/H” voor alle overige bedrijfsvoorwaarden<br />
De verbindingsleiding tussen verwarmingsketel en veiligheidsklep<br />
mag niet afsluitbaar zijn. Hierin mogen geen pompen, armaturen<br />
of vernauwingen aanwezig zijn.<br />
Ontlastpot<br />
Bij verwarmingsketels van meer dan 300 kW moet in de directe<br />
nabijheid van de veiligheidsklep een ontlastpot met afblaas- en<br />
afvoerleiding worden geïnstalleerd. De afblaasleiding moet in de<br />
buitenlucht uitmonden. Uittredende stoom mag niemand in gevaar<br />
brengen.<br />
De afblaasleiding van de veiligheidsklep moet zodanig zijn uitgevoerd<br />
dat geen drukverhoging mogelijk is. De monding van de<br />
afvoerleiding voor water moet zodanig zijn aangebracht dat uit de<br />
veiligheidsklep ontsnappend water zonder gevaar en observeerbaar<br />
wordt afgevoerd.<br />
Alleen als een tweede veiligheidstemperatuurbegrenzer en een<br />
tweede maximaalpressostaat worden gemonteerd, kan van de<br />
ontlastpot en de afblaasleiding worden afgezien.<br />
10<br />
Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires<br />
De tabel toont welk veiligheidstechnisch accessoire volgens<br />
EN 12828 voor de verwarmingsketel vereist is.<br />
X vereist<br />
— niet vereist<br />
5819 426 NL<br />
Nom.vermogen van de verwarmingsketel ≤ 300 kW > 300 kW<br />
Veiligheidstemperatuur<br />
110 ºC 110 ºC<br />
De veiligheidstemperatuurbegrenzer in de leveringsomvang van de ketelcircuitregeling is op 110°C ingesteld<br />
Temperatuurregelaar<br />
x<br />
x<br />
Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />
Ketelthermometer<br />
x<br />
x<br />
Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />
Drukindicatietoestel x x<br />
Manometer (als afzonderlijk accessoire)<br />
of<br />
als onderdeel van de maximaalpressostaat resp. van de kleinverdeler (alleen tot 200 kW)<br />
Veiligheidsklep<br />
x<br />
x<br />
Een veiligheidsklep van 3 bar is onderdeel van de kleinverdeler (inzetbaar tot 200 kW)<br />
Waterniveaubegrenzer<br />
x* 1 x<br />
als laagwaterstandbeveiliging<br />
Maximaalpressostaat – x<br />
Minimaalpressostaat<br />
x<br />
x<br />
Geadviseerd bij aanvoertemperaturen van meer dan 100 ºC. Bij meerketelinstallaties eenmaal per installatie.<br />
Armaturenblok met accessoires (met manometer, beveiligde afsluitklep, aftap en twee aansluitingen<br />
x<br />
x<br />
voor overige veiligheidsdrukbegrenzers)<br />
Naar keuze, accessoires volgens EN 12828 voor de montage van de veiligheidsdrukbegrenzer.<br />
Ontlastpot — X<br />
van installateur<br />
of<br />
Volgens EN 12828 is de ontlaspot niet nodig als bovendien een veiligheidstemperatuurbegrenzer en een<br />
veiligheidsdrukbegrenzer (maximaalpressostaat) worden ingebouwd.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
— X<br />
(extra)<br />
Veiligheidsdrukbegrenzer (maximaalpressostaat)<br />
(extra)<br />
— X<br />
*1 Alleen bij Vitorond 200 nodig.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 43
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Opmerking<br />
De verwarmingsketel moet bij werking op een veiligheidstemperatuur<br />
van meer dan 120 °C volgens de bedrijfsveiligheidverordening<br />
worden bewaakt. Uitrustingsonderdelen met<br />
veiligheidsfunctie moeten dan de volgende eigenschappen hebben:<br />
betrouwbare werking, redundant, ongelijksoortig en zelfbewakend.<br />
Accessoirepakket voor 120 ºC veiligheidstemperatuur is<br />
leverbaar. Meer informatie in EN 12953.<br />
10<br />
10.5 Brandstoffen<br />
De Vitoplex en Vitorond zijn geschikt voor de volgende brandstoffen:<br />
& Lichte huisbrandolie volgens DIN 51 603<br />
& Aardgas, stadsgas en propaan. De <strong>Viessmann</strong> Vitoflame 100<br />
gas-ventilatobranders zijn alleen geschikt voor de verbranding<br />
van aardgas E en LL.<br />
& Biogas en rioolwaterzuiveringsgas:<br />
De werking op biogas/rioolwaterzuiveringsgas is mogelijk.<br />
Omdat deze gassen meestal zwavelverbindingen (waarvan de<br />
samenstelling sterk kan schommelen) en andere agressieve<br />
gassen bevatten, gelden bijzondere bedrijfsvoorwaarden.<br />
– Het gas moet vrij zijn van halogeen-chloorkoolwaterstoffen.<br />
– De minimum retourtemperatuur moet in alle bedrijfssituaties<br />
boven 65 ºC liggen. Hiervoor is de montage van een effectieve<br />
retourtemperatuurverhoging nodig.<br />
– De verwarmingsketel moet permanent paraat worden gehouden,<br />
nacht- of weekendverlaging is niet toegestaan.<br />
– Omdat biogas vaak verontreinigd is, kunnen de onderhoudscycli<br />
korter worden. De verwarmingsketel moet regelmatig<br />
worden gereinigd en onderhouden.<br />
& Overige brandstoffen op aanvraag.<br />
10.6 Brander<br />
Geschikte brander<br />
De configuratie van ketel-brander vond plaats voor een max.<br />
installatiehoogte van 250 m boven NAP<br />
Olie-ventilatorbrander<br />
De brander moet volgens EN 267 zijn getest en gemarkeerd.<br />
Gas-ventilatorbrander<br />
De brander moet getest zijn volgens EN 676 en moet overeenkomstig<br />
richtlijn 90/396/EEG de CE-markering hebben.<br />
Unit-brander<br />
Voor de Vitoplex tot 225 kW en de Vitorond tot 195 kW zijn ventilatorbranders<br />
op olie of gas van <strong>Viessmann</strong> verkrijgbaar.<br />
Voor de Vitoplex van 270 tot 1750 kW en de Vitorond vanaf 320<br />
kW zijn ventilatorbranders op olie of gas van de firma's Dreizler en<br />
Weishaupt verkrijgbaar.<br />
Zie prijslijst.<br />
De levering vindt plaats door de branderfabrikant.<br />
Toepassingsgebied<br />
De verwarmingsketels werken met overdruk in de vuurhaard. Er<br />
moet een brander worden gebruikt die geschikt is voor de betreffende<br />
weerstand aan rookgaszijde (zie gegevensblad van de<br />
betreffende verwarmingsketel).<br />
Bij gebruik van de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
moet rekening worden gehouden met de extra weerstand van dit<br />
toestel. De Vitoflame 100 ventilatorbrander op olie of gas van<br />
<strong>Viessmann</strong>, 80 tot 225 kW, kan niet in combinatie met een nageschakelde<br />
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar worden<br />
gebruikt.<br />
Het materiaal van de branderkop moet geschikt zijn voor bedrijfstemperaturen<br />
tot minstens 500 ºC.<br />
Branderuitvoeringen<br />
Er kunnen meertraps of traploze (modulerende) branders worden<br />
gebruikt.<br />
Montage van de brander<br />
Vitoplex tot 560 kW<br />
Verwarmingsketels tot 130 kW: Steekcirkel van de bevestigingsgaten<br />
voor de brander, bevestigingsgaten voor de brander en<br />
branderbuisopening voldoen aan EN 226.<br />
Verwarmingsketels van 150 tot 560 kW: Steekcirkel van de branderbevestigingsgaten;<br />
de branderbevestigingsgaten en branderbuisopening<br />
voldoen aan EN 303-1.<br />
De brander kan direct op de draaibare keteldeur worden gemonteerd.<br />
Als de montageafmetingen van de brander afwijken van de<br />
afmetingen van EN 226 resp.EN 303-1, de meegeleverde branderplaat<br />
monteren en gaten volgens de afmetingen van de brander<br />
maken.<br />
Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />
worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />
van de brander vermelden.<br />
De branderbuis moet uit de isolatie van de keteldeur steken.<br />
Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />
Vitoplex 575 tot 1950 kW<br />
De meegeleverde branderplaat moet op de draaibare keteldeur<br />
worden gemonteerd. De brander moet op de branderplaat worden<br />
gemonteerd, omdat montage direct op de keteldeur zonder branderplaat<br />
niet mogelijk is.<br />
Overeenkomstig de afmetingen van de brander moeten gaten in<br />
de meegeleverde branderplaat worden geboord.<br />
Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />
worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />
van de brander vermelden.<br />
De branderbuis moet uit de isolatie van de keteldeur steken.<br />
Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />
Vitorond van 125 kW<br />
Steekcirkel van de bevestigingsgaten voor de brander, bevestigingsgaten<br />
voor de brander en branderbuisopening voldoen aan<br />
EN 226.<br />
5819 426 NL<br />
44 VIESMANN Olie-/gasketel
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Vitorond van 160 tot 1080 kW<br />
De brander moet op de branderplaat worden gemonteerd, omdat<br />
montage direct op de keteldeur zonder branderplaat niet mogelijk<br />
is. Overeenkomstig de afmetingen van de brander moeten gaten<br />
in de meegeleverde branderplaat worden geboord.<br />
Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />
worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />
van de brander vermelden.<br />
De branderbuis moet uit de isolatie van de keteldeur steken.<br />
Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />
Afstelling van de brander<br />
Het grootste olie- resp. gasdebiet van de brander moet zo worden<br />
ingesteld dat het aangegeven nominale vermogen van de verwarmingsketel<br />
niet wordt overschreden. Bij meertraps en modulerende<br />
branders erop letten dat de rookgasinstallatie geschikt<br />
moet zijn voor de lage rookgastemperaturen die tijdens deellast<br />
ontstaan.<br />
Als de Vitoplex-verwarmingsketel op een Vitotronic-regeling<br />
werkt, moeten de minimale vermogens worden aangehouden die<br />
in de bedrijfsvoorwaarden worden vermeld.<br />
10.7 Rookgasgeleiding<br />
Vereisten volgens stookverordening<br />
De lokale bouw- en stookverordening moet in acht worden genomen.<br />
& Rookgasinstallaties moeten qua binnendiameter en hoogte en<br />
indien nodig ook qua warmtegeleidingsweerstand en intern<br />
oppervlak zo zijn bemeten dat de rookgassen in alle bedrijfssituaties<br />
volgens de voorschriften naar de buitenlucht worden<br />
geleid en ten opzichte van ruimtes geen gevaarlijke overdruk<br />
kunnen ontwikkelen.<br />
& De rookgassen van stookinrichtingen voor vloeibare en gasvormige<br />
brandstoffen kunnen in schoorstenen of rookgasleidingen<br />
worden geleid.<br />
& Rookgasleidingen van gebouwen moeten ten opzichte van<br />
ramen een afstand van min. 20 cm hebben.<br />
& Afstanden tot mondingen van schoorstenen en rookgasleidingen:<br />
– De nok moet min. 40 cm worden overstegen.<br />
of<br />
Min. 1 m afstand tot het dak<br />
– Dakopbouwen en openingen van ruimtes moeten min. 1 m<br />
worden overstegen voorzover hun afstand tot de schoorstenen<br />
en rookgasleidingen minder dan 1,5 m bedraagt.<br />
– Onbeschermde bouwelementen van brandbaar materiaal, uitgezonderd<br />
dakbedekkingen moeten min. 1 m worden overstegen<br />
of min. 1,5 m hiervan verwijderd zijn.<br />
– Afwijkend hiervan kunnen verderstrekkende eisen worden<br />
gesteld als gevaar of zware belasting valt te vrezen.<br />
& Stookinstallaties met een thermisch stookvermogen van<br />
1 Megawatt of meer:<br />
De uittrede-opening van de rookgassen moet de hoogste kant<br />
van de daknok min. 3 m overstijgen en min. 10 m boven het<br />
maaiveld liggen.<br />
Vraag advies van een erkende installateur.<br />
& Stookinstallaties met een thermisch stookvermogen van<br />
>20MW:<br />
Lokale eisen moeten bij de autoriteiten worden opgevraagd.<br />
& Bij een dakhelling < 20º moet de hoogte van de uittrede-opening<br />
aan een fictieve daknok worden gerelateerd. De hoogte van de<br />
fictieve daknok moet op basis van een dakhelling van 20º worden<br />
berekend.<br />
Indien x < 1,5 m, dan a ≥ 1,0 m<br />
10<br />
5819 426 NL<br />
Configuratie van de rookgasinstallatie<br />
De bepaling van de doorsnede van de rookgasinstallatie is basis<br />
en voorwaarde voor een probleemloze werking van elke rookgasinstallatie.<br />
In de volgende doorsnedediagrammen kan de doorsnede<br />
van de rookgasinstallatie afhankelijk van het nominale<br />
thermische vermogen en de effectieve hoogte van de rookgasinstallatie<br />
worden bepaald. Bij de berekening van de doorsnedediagrammen<br />
werd EN 13384 gerespecteerd.<br />
Uitgangswaarden:<br />
& Rookgastemperatuur aan het einde van de ketel 140 tot 190 ºC<br />
en temperatuur van de omgevingslucht + 15 ºC. Hogere rookgastemperaturen<br />
verbeteren de trek meestal maar matig.<br />
& Effectieve hoogte van de rookgasinstallatie komt overeen met<br />
het hoogteverschil tussen de uittrede-aansluiting van de ketel<br />
en de monding.<br />
& Lengte van het verbindingsstuk max. ¼ van de effectieve<br />
hoogte van de rookgasinstallatie, maar niet meer dan 7 m.<br />
Gelijke doorsnede van het verbindingsstuk en de rookgasinstallatie.<br />
& Weerstandscoëfficiënt Σζ voor kering, invoering, vorm- en snelheidsveranderingen<br />
gelijk aan 2,2 (diagrammen conform Schiedel)<br />
resp. 2,5 (diagrammen conform Plewa).<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 45
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
& De weerstandscoëfficiënt Σζ = 2,2 dekt bijv. de verliezen van<br />
een verbindingsstuk met een invoering van minder dan 10º en<br />
twee bochten van 90º en een evt. benodigde snelheidsverhoging<br />
bij bijzonder grote uittrede-aansluiting van de ketel.<br />
& Er wordt geadviseerd de rookgassen onder 45º in de rookgasinstallatie<br />
in te voeren.<br />
Schoorsteendiagrammen<br />
Bij gebruik van de volgende diagrammen controleren of de voorwaarden<br />
van de berekening met betrekking tot rookgastemperatuur,<br />
lengte van het verbindingsstuk en weerstandscoëfficiënt zijn<br />
gerespecteerd. Bij grote afwijkingen worden door de technische<br />
afdelingen van de fabrikanten van rookgasinstallaties doorsnedeberekeningen<br />
gemaakt die op het betreffende project zijn afgestemd.<br />
Diagram voor ronde doorsneden (Schiedel)<br />
10<br />
Dit diagram is representatief voor dat van andere firma's. Of dit<br />
diagram voor de rookgasinstallaties van andere fabrikanten kan<br />
worden gebruikt, moet door het uitvoerende installatiebedrijf worden<br />
gecontroleerd.<br />
5819 426 NL<br />
46 VIESMANN Olie-/gasketel
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Diagram voor vierkante doorsneden (Plewa)<br />
10<br />
Dit diagram is representatief voor dat van andere firma's. Of dit<br />
diagram voor de rookgasinstallaties van andere fabrikanten kan<br />
worden gebruikt, moet door het uitvoerende installatiebedrijf worden<br />
gecontroleerd.<br />
10.8 Geluidsisolatie<br />
De in verwarmingsinstallaties gebruikte brander-/ketelsystemen,<br />
circulatiepompen en andere aggregaten veroorzaken geluid. Dit<br />
wordt van de installatieruimte via vloer, plafond en wanden naar<br />
aangrenzende ruimtes en via de rookgasinstallatie, evenals luchttoever-<br />
en luchtafvoeropeningen naar andere ruimtes en naar buiten<br />
geleid.<br />
Daar kan het als storend worden ervaren. Om dit te vermijden<br />
kunnen extra geluidsisolerende maatregelen worden genomen<br />
die al bij het ontwerp moeten worden gerespecteerd. Maatregelen<br />
die naderhand worden genomen om het geluid te verminderen zijn<br />
vaak slechts met veel moeite en hoge kosten te realiseren.<br />
Luchtgeluidsisolatie<br />
Moderne branders beschikken vaak over geluidsisolerende kappen<br />
resp. geluidsisolerende luchtaanzuigingen. Bij hoge geluidsisolerende<br />
eisen kunnen extra geluidsisolerende kappen worden<br />
gebruikt. Deze maatregel kan tegen geringe kosten ook naderhand<br />
worden genomen.<br />
Geluiddempende kappen worden voor verschillende geluidsreducties<br />
aangeboden en worden gewoonlijk overeenkomstig de<br />
installatie (type verwarmingsketel, brandstoftoevoer, bouwkundige<br />
situatie) ontworpen en gemaakt.<br />
Bij grotere installaties kan het nodig zijn de aanzuiglucht in een<br />
geluiddempend kanaal te leiden om storende geluiden buiten het<br />
gebouw te vermijden.<br />
Geluiddempers voor rookgas zijn meestal alleen bij hoge eisen<br />
van geluidisolatie vereist. Op basis van de complexiteit bij het ontstaan<br />
en de voortplanting van vlamgeluid, de samenwerking van<br />
brander, verwarmingsketel en rookgasinstallatie evenals de werkwijze<br />
(rookgasinstallatie met overdruk of onderdruk) is zeer moeilijk<br />
voorspelbaar of een geluiddemper voor de rookgassen nodig<br />
is.<br />
Voor de beoordeling van de geluidsemissie in de buurt moet<br />
daarom bij de monding van de rookgasinstallatie het geluidsniveau<br />
worden gemeten. Als eventueel geluiddemping van de rookgassen<br />
nodig is, moet hiermee al tijdens het ontwerp rekening<br />
mee worden gehouden. Belangrijk hierbij is dat achter de ketel<br />
voorzien wordt in voldoende ruimte voor de geluiddemper. De<br />
weerstand van de geluiddemper voor rookgas is nodig voor de<br />
berekening van de rookgasinstallatie volgens EN 13384.<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 47
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Contactgeluidsisolatie<br />
Een geluidsisolerend onderstel onder de verwarmingsketel is een<br />
goedkope en effectieve maatregel om trillingen te dempen. Hiervoor<br />
worden geluidsisolerende stelpoten om in het basisframe<br />
van de verwarmingsketel te schroeven en voor verwarmingsketels<br />
met een groter vermogen isolerende langsbeugels van roestvaststalen<br />
veerelementen aangeboden.<br />
Bij de dimensionering van zo'n onderstel moet het totale bedrijfsgewicht<br />
van de ketelinstallatie in acht worden genomen. Bij het<br />
gebruik van isolerende langsbeugels moet voor een effen steunvlak<br />
worden gezorgd.<br />
Vooral bij dakverwarmingscentrales is een effectieve contactgeluidsisolatie<br />
belangrijk. Voor de akoestische scheiding van de<br />
stookinrichtingen en het gebouw kunnen compensatoren worden<br />
gebruikt.<br />
Deze moeten zo dicht mogelijk bij de verwarmingsketel in de ketelaanvoer-,<br />
ketelretour- en veiligheidsleiding worden gemonteerd.<br />
Wanneer steunen of ophangingen worden gebruikt, moeten deze<br />
eveneens geluidstechnisch van het gebouw worden gescheiden.<br />
10<br />
Accessoires voor de geluidsisolatie<br />
<strong>Viessmann</strong> levert voor de verwarmingsketels Vitoplex en Vitorond<br />
de volgende accessoires voor de geluidsioslatie:<br />
& Geluidsisolerende stelpoten voor verwarmingsketels tot 285 kW<br />
& Geluidsisolerende trillingsdempers voor verwarmingsketels<br />
vanaf 320 kW<br />
10.9 Richtwaarden voor de waterkwaliteit<br />
De levensduur van elke verwarmingsketel en van de gehele verwarmingsinstallatie<br />
wordt beïnvloed door de eigenschappen van<br />
het water.<br />
De kosten van waterbehandeling zijn in ieder geval lager dan<br />
reparatie van schade aan de verwarmingsinstallatie.<br />
Onze garantie is niet van toepassing als niet aan de hierna<br />
genoemde vereisten wordt voldaan. De garantie geldt niet voor<br />
schade als gevolg van corrosie en ketelsteen.<br />
Hierna zijn de belangrijke eisen aan de waterkwaliteit samengevat.<br />
Zie voor uitgebreide aanwijzingen de afzonderlijke ontwerphandleiding<br />
”Richtwaarden voor de waterkwaliteit”. Voor de vulling en<br />
inbedrijfstelling kan van <strong>Viessmann</strong> een mobiele waterbehandelingsinstallatie<br />
worden gehuurd.<br />
Verwarmingsinstallaties met werktemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift (VDI 2035)<br />
Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen (calciumcarbonaat)<br />
op het verwarmingsoppervlak afzet. Voor verwarmingsinstallaties<br />
met werktemperaturen tot 100 °C geldt de VDIrichtlijn<br />
2035 blad 1 ”Voorkomen van schade in warmwater-verwarmingsinstallaties<br />
- kalksteenvorming in tapwater- en warmwater-verwarmingsinstallaties”<br />
met de volgende richtwaarden (zie<br />
ook de betreffende verklaringen in de originele tekst van de richtlijn):<br />
Totaal verwarmingsvermogen in kW Som aardalkaliën mol/m 3 Totale hardheid in °dH<br />
>50tot≤ 200 ≤ 2,0 ≤ 11,2<br />
> 200 tot ≤ 600 ≤ 1,5 ≤ 8,4<br />
> 600 < 0,02 < 0,11<br />
Bij de richtwaarden wordt van de volgende voorwaarden uitgegaan:<br />
& De som van de totale hoeveelheid vulwater en toegevoegd<br />
water tijdens de levensduur van de installatie overschrijdt niet<br />
het drievoudige van de waterinhoud van de verwarmingsinstallatie.<br />
& Het specifieke installatievolume is minder dan 20 liter/kW vermogen.<br />
Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het<br />
vermogen van de kleinste ketel worden ingezet.<br />
& Alle maatregelen ter voorkoming van corrosie aan de waterzijde<br />
volgens VDI 2035 blad 2 zijn genomen.<br />
Bij verwarmingsinstallaties met de volgende gegevens moeten<br />
het vulwater en toegevoegde water worden onthard:<br />
& De som van de aardalkaliën van het vulwater en toegevoegde<br />
water ligt boven de richtwaarde.<br />
& Grotere hoeveelheden vulwater en toegevoegd water zijn te<br />
verwachten.<br />
& Het specifieke installatievolume is meer dan 20 liter/kW vermogen.<br />
Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het vermogen<br />
van de kleinste ketel worden ingezet.<br />
Bij het ontwerp op het volgende letten:<br />
& Per gedeelte moeten afsluitkleppen worden gemonteerd. Daarmee<br />
wordt vermeden dat bij elke reparatie of elke uitbreiding<br />
van de installatie al het verwarmingswater moet worden afgetapt.<br />
& Bij installaties van > 50 kW moet voor het vastleggen van de<br />
hoeveelheid vulwater en toegevoegd water een watermeter<br />
worden ingebouwd. De toegevoegde waterhoeveelheden en de<br />
waterhardheid moeten in de servicehandleidingen van de verwarmingsketel<br />
worden genoteerd.<br />
& Bij installaties met een specifiek installatievolume groter dan 20<br />
liter/kW verwarmingsvermogen (bij installaties met meerdere<br />
ketels moet daarbij het vermogen van de kleinste ketel ingezet<br />
worden) moeten de eisen van de eerstvolgende hogere groep<br />
van het totale verwarmingsvermogen (volgens tabel) worden<br />
gebruikt. Bij ernstige overschrijdingen (> 50 liter/kW) moet bij<br />
som der aardalkaliën ≤ 0,02 mol/m 3 onthard worden.<br />
5819 426 NL<br />
48 VIESMANN Olie-/gasketel
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
Bedrijfsinstructies:<br />
& De inbedrijfstelling van een installatie moet trapsgewijs, beginnend<br />
met het geringste vermogen van de ketel, bij een hoog<br />
verwarmingswaterdebiet plaatsvinden. Daarmee wordt plaatselijke<br />
concentratie van kalkafzetting op het verwarmingsoppervlak<br />
van de ketel voorkomen.<br />
& Bij installaties met meerdere ketels moeten alle ketels gelijktijdig<br />
in bedrijf worden gesteld, zodat de totale kalkhoeveelheid<br />
niet op het warmteoverdrachtsoppervlak van slechts één ketel<br />
komt.<br />
& Bij uitbreidings- en reparatiewerkzaamheden moeten alleen de<br />
absoluut noodzakelijke netdelen afgetapt worden.<br />
& Als aan de waterzijde maatregelen nodig zijn, moet al bij de<br />
eerste vulling van de verwarmingsinstallatie de inbedrijfstelling<br />
met behandeld water plaatsvinden. Dat geldt ook voor elke<br />
nieuwe vulling bijv. na reparaties of uitbreiding van de installatie<br />
en voor al het toegevoegde water.<br />
& Filters, vuilvangers of andere vuil- of slibinrichtingen in het verwarmingswatercircuit<br />
moeten na de eerste of een herhaalde<br />
installatie vaker, later naar behoefte afhankelijk van de waterbehandeling<br />
(bijv. hardheid), worden gecontroleerd, gereinigd en<br />
gebruikt.<br />
Bij het respecteren van deze aanwijzingen wordt de vorming van<br />
kalkafzettingen op het verwarmingsoppervlak geminimaliseerd.<br />
Als door het niet-respecteren van de VDI-richtlijn 2035 schadelijke<br />
kalkafzettingen zijn ontstaan, is een beperkte levensduur van de<br />
ingebouwde verwarmingsapparaten in de meeste gevallen al<br />
begonnen. Het verwijderen van de kalkafzettingen kan een optie<br />
zijn voor het herstel van een deugdelijke werking. Deze maatregel<br />
moet door een installatiebedrijf worden uitgevoerd. De verwarmingsinstallatie<br />
moet voor het opnieuw in bedrijf stellen op<br />
schade worden onderzocht. Om het opnieuw vormen van overmatig<br />
veel kalksteen te voorkomen moeten de foutieve bedrijfsparameters<br />
absoluut worden gecorrigeerd.<br />
10<br />
Verwarmingsinstallaties met toegestane aanvoertemperaturen boven 100 ºC<br />
Werking op zoutarm circulatiewater<br />
Als vulwater en toegevoegd water komt uitsluitend zoutarm water,<br />
zoals ontzout water, permeaat of condensaat in aanmerking.<br />
Bij systemen met mengcondensatie is meestal zoutarm water<br />
aanwezig als geen ketelwater voor de alkalisering wordt teruggevoerd.<br />
Werking op zouthoudend water<br />
Als vul- of toegevoegd water moet zoveel mogelijk water met een<br />
laag zoutgehalte worden gebruikt dat ten minste van aardalkaliën<br />
is ontdaan (onthard).<br />
zoutarm<br />
zouthoudend<br />
El. geleidbaarheid bij 25 ºC μS/cm 10 tot 30 > 30 tot 100 > 100 tot 1500<br />
Algemene eisen<br />
zuiver, zonder sedimenten<br />
zuiver, zonder sedimenten<br />
zuiver, zonder sedimenten<br />
pH-waarde bij 25 ºC 9 - 10 9 - 10,5 9 - 10,5<br />
pH-waarde volgens tapwaterverordening/verordening<br />
≤ 9,5 ≤ 9,5 ≤ 9,5<br />
tapwaterbehandeling<br />
Zuurstof (O 2 )<br />
mg/liter < 0,1 < 0,05 < 0,02* 1<br />
(waarden bij permanente werking duidelijk<br />
lager)<br />
Aardalkaliën (Ca + Mg) mmol/liter < 0,02 < 0,02 < 0,02<br />
Fosfaat (PO 4 ) mg/liter < 5 < 10 < 15<br />
pH-waarde volgens tapwaterverordening/verordening<br />
mg/liter ≤ 7 ≤ 7 ≤ 7<br />
tapwaterbehandeling<br />
Voor warmwater-generatoren van <strong>Viessmann</strong> mg/liter < 2,5 < 5 < 15<br />
Bij gebruik van zuurstofbindmiddelen:<br />
natriumsulfiet (Na 2 SO 3 )<br />
(bij gebruik van andere geschikte producten<br />
moet rekening worden gehouden met de<br />
betreffende richtlijnen van de leverancier.)<br />
mg/liter – –
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
De voordruk van het membraanexpansievat moet minstens bij het<br />
jaarlijkse onderhoud worden gecontroleerd. Voor drukregelsystemen<br />
en corrosie zie ook het hoofdstuk ”Algemene ontwerpinstructies”.<br />
Het gebruik van gasdoorlatende onderdelen, bijv. niet diffusiedichte<br />
kunststofleidingen in vloerverwarmingen moet worden vermeden.<br />
Als ze toch worden gebruikt, moet in een<br />
systeemscheiding worden voorzien. Deze moet het door de kunststofbuizen<br />
stromende water door een warmtewisselaar van corrosiebestendig<br />
materiaal van de andere verwarmingscircuits – bijv.<br />
vandeCV-ketel– worden gescheiden.<br />
Bij een corrosietechnisch gesloten warmwater-verwarmingsinstallatie,<br />
waarbij met de hiervoor genoemde punten rekening is<br />
gehouden, zijn geen extra beschermende maatregelen tegen corrosie<br />
nodig.<br />
Als het gevaar toch bestaat dat zuurstof binnendringt, kunnen<br />
extra beschermende maatregelen worden genomen, bijv. door<br />
toevoegen van een zuurstofbindmiddel als natriumsulfiet (5 - 10<br />
mg/liter). De pH-waarde van het verwarmingswater moet 8,2 - 9,5<br />
bedragen.<br />
Als onderdelen van aluminium aanwezig zijn, gelden afwijkende<br />
voorwaarden.<br />
Als voor de bescherming tegen corrosie chemicaliën worden<br />
gebruikt, adviseren wij om bij de fabrikant van de chemische stoffen<br />
in kwestie een attest aan te vragen waarin de fabrikant bevestigt<br />
dat de chemicaliën geen gevaar vormen voor de materialen<br />
waarvan de ketel en de andere componenten van de verwarmingsinstallatie<br />
zijn gemaakt.<br />
Voor vragen heeft over de waterbehandeling adviseren wij u contact<br />
op te nemen met een gespecialiseerde firma .<br />
Meer gedetailleerde informatie staat in de VDI-richtlijn 2035-2 en<br />
EN 14868.<br />
10<br />
10.10 Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor rendementsverhoging<br />
Het naschakelen van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
bij een verwarmingsketel geeft een duidelijke verhoging<br />
van het rendement. Door condensatie van de rookgassen in de<br />
warmtewisselaar wordt de verwarmingsketel volgens de vereisten<br />
van de rendementsrichtlijn 92/42/EEG een HR-ketel.<br />
& Bij gasgestookte verwarmingsketels bedraagt de rendementsverhoging<br />
max. 12 %.<br />
& Bij werking op olie wordt op basis van het geringere watergehalte<br />
en de lage dauwpunttemperatuur ten opzichte van gas<br />
een rendementsverhoging van max. 6 % bereikt.<br />
De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar is zo ontworpen<br />
dat deze ook op een bestaande installatie kan worden aangesloten.<br />
Vitotrans 300 voor oliestook<br />
Voor de permanente of langere werking op olie is de Vitotrans 300<br />
rookgas-/water-warmtewisselaar op plaatsen waar contact is met<br />
rookgas leverbaar met het hoogwaardige roestvast staal RVS<br />
904L.<br />
Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
De rendementsverhoging en daarmee de energiebesparing ten<br />
opzichte van installaties zonder rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
wordt aanzienlijk bepaald door de temperatuur van het retourwater<br />
dat door de warmtewisselaar stroomt.<br />
De retourtemperaturen worden door het ontwerp van de installatie<br />
bepaald en nemen bij stijgende buitentemperatuur af. Voor verwarmingssystemen<br />
met ontwerptemperaturen van 75/60 ºC en<br />
40/30 ºC is het verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de<br />
buitentemperatuur in het diagram op pagina 51 weergegeven.<br />
De rendementsverhoging die door het naschakelen van een rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
wordt bereikt, is voor verschillende<br />
temperaturen van verwarmingssystemen in de tabel hierna weergegeven.<br />
De mogelijke rendementsverhoging is gebaseerd op het<br />
glijdende verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de buitentemperatuur.<br />
De verschillende rendementsverhogingen resulteren<br />
uit de verschillende rookgastemperaturen van de voorgeschakelde<br />
verwarmingsketels<br />
<strong>Ontwerp</strong>temperatuur verwarmingssysteem<br />
Rendementsverhoging<br />
door Vitotrans 300 met Vitoplex 300<br />
90/70 ºC 6,0 % 7,0 %<br />
75/60 ºC 9,0 % 10,0 %<br />
60/50 ºC 10,0 % 11,0 %<br />
40/30 ºC 11,5 % 12,5 %<br />
Het totale rendement van de HR-eenheid bestaande uit gasgestookte<br />
verwarmingsketel en Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
resulteert uit de optelling van het ketelrendement en<br />
de voor de betreffende systeemtemperatuur bepaalde rendementsverhoging<br />
van de warmtewisselaar.<br />
Voorbeeld:<br />
Rendement Vitoplex 300 = 96 %<br />
Rendementsverhoging Vitotrans 300 bij 75/60 ºC = 9 % geeft een<br />
totaal rendement van de HR-eenheid van 96 % + 9 % = 105 %.<br />
Rendementsverhoging<br />
door Vitotrans 300 met Vitoplex 200 en<br />
Vitorond 200<br />
5819 426 NL<br />
50 VIESMANN Olie-/gasketel
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
C Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />
D Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />
A Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />
B Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />
Berekening van de mogelijke energiebesparing (B E )<br />
& Jaarlijkse verwarmingscapaciteit Q a van een ketelinstallatie met<br />
² k = 460 kW en 1650 uur max. capaciteit (b a ) per jaar:<br />
& Jaarverbruik B B van aardgas LL (stookwaarde H u =<br />
8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een Vitoplex 300 met nageschakelde<br />
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar:<br />
10<br />
& Jaarverbruik B N van aardgas LL (stookwaarde H u =<br />
8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een laagtemperatuurketel<br />
Vitoplex 300 met een rendement van η N =96%:<br />
& Besparing van aardgas LL in m 3 /a :<br />
& Rendementsverhoging η AWT door het naschakelen van een<br />
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar. De ontwerptemperatuur<br />
van het verwarmingssysteem dat via de warmtewisselaar<br />
werkt, is 75/60 ºC.<br />
η AWT = 9 % (volgens tabel op pagina 50)<br />
η tot = η N + η AWT = 96 % + 9 % = 105 %<br />
& Procentuele besparing:<br />
Door het gebruik van een nageschakelde Vitotrans 300 rookgas-/<br />
water-warmtewisselaar kan ca. 8,5 % brandstof worden bespaard.<br />
Bij de modernisering van verouderde ketelinstallaties met een<br />
laag rendement worden aanzienlijke besparingen bereikt.<br />
Hydraulische integratie<br />
Via Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar kan de totale<br />
verwarmingswaterhoeveelheid, met betrekking tot het overeenkomstige<br />
nominale vermogen van de verwarmingsketel en een<br />
temperatuurverschil van min. 20 K, worden gevoerd.<br />
Als slechts een gedeeltelijk debiet via de Vitotrans 300 wordt<br />
gevoerd, om bijv. een verwarmingscircuit met lage retourtemperaturen<br />
te gebruiken, moet het nominaal debiet zo worden gekozen<br />
dat de temperatuurspreiding in de Vitotrans 300 met betrekking tot<br />
het bovenste vermogen max. 10 K bedraagt.<br />
5819 426 NL<br />
Condenswater en neutralisatie<br />
Oliestook<br />
Condenswater van deze installaties moet worden geneutraliseerd.<br />
Bovendien moet voor de neutraliseringsinstallaties voor gasgestookte<br />
verwarmingsketels een koolfilter worden gebruikt.<br />
Neutraliseringsinrichtingen<br />
Voor de HR-eenheden bestaande uit <strong>Viessmann</strong> Vitoplex/<br />
Vitorond/Vitomax verwarmingsketels en nageschakelde<br />
<strong>Viessmann</strong> Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar zijn<br />
afgestemde neutraliseringsinrichtingen leverbaar:<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 51
<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />
& Neutraliseringsinrichting met granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />
tot 500 kW met Vitotrans 300<br />
& Neutraliseringsinstallatie met granulaat en hevelpomp evenals<br />
vulindicatie voor granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />
tot 1000 kW met Vitotrans 300<br />
& Neutraliseringsinstallatie met vloeistof voor gasgestookte verwarmingsketel<br />
vanaf 1120 kW met Vitotrans 300<br />
& Neutraliseringsinstallaties voor oliegestookte verwarmingsketel<br />
met Vitotrans 300.<br />
Technische gegevens van de neutraliseringsinrichtingen resp. -<br />
installaties en accessoires zie gegevensblad ”Accessoires voor<br />
verwarmingsketels”.<br />
Opstelling neutralisatie-inrichting<br />
Bij opstelling van de volledige verwarmingsinstallatie op dezelfde<br />
hoogte wordt het condensaat in de warmtegenerator, de rookgas-/<br />
water-warmtewisselaar of de rookgasinstallatie tot op de hoogte<br />
van de toevoeraansluiting van de neutralisatie-inrichting opgestuwd.<br />
Als het condensaat volledig wegloopt, moet de neutralisatieinrichting<br />
lager worden opgesteld.<br />
Regelingen<br />
11.1 Overzicht ketelcircuitregelingen en schakelkasten<br />
11<br />
(toewijzing aan de verwarmingsketels zie prijslijst)<br />
Tot de leveringsomvang van de verwarmingsketels Vitoplex200 en<br />
300 en Vitorond 200 behoort een speciaal op de ketel afgestemde<br />
ketelcircuitregeling. Daarmee wordt de vereiste laagste ketelwatertemperatuur<br />
gegarandeerd.<br />
De ketelbeveiliging wordt gegarandeerd door:<br />
& Therm-Control (alleen Vitoplex 200 tot 560 kW, Vitoplex 300 en<br />
Vitorond 200, type VD2A, tot 270 kW)<br />
& Aansturing van een bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp<br />
& Debietvermindering van de verwarmingscircuits<br />
& Constante retourtemperatuurregeling<br />
Schakelkasten Vitocontrol met weersafhankelijke regeling<br />
Vitotronic 300-K, type MW1S voor 1 tot 4 verwarmingsketels en 2<br />
verwarmingscircuits met mengklep en overige Vitotronic 200-H,<br />
type HK1S of HK3S voor 1 resp. max. 3 verwarmingscircuits met<br />
mengklep kunnen voor elke Vitoplex en Vitorond worden geleverd.<br />
5819 426 NL<br />
52 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Installaties met één ketel<br />
Vitotronic 100, type GC1<br />
Elektronische ketelcircuitregeling<br />
& Voor verhoogde ketelwatertemperatuur<br />
of<br />
weersafhankelijke werking in combinatie met een schakelkast<br />
Vitocontrol en ingebouwde verwarmingscircuitregeling<br />
Vitotronic 200-H, type HK1S/HK3S (zie aparte gegevensblad)<br />
of<br />
weersafhankelijke werking in combinatie met externe regeling<br />
& Voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />
& Met boilertemperatuurregeling<br />
of<br />
regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />
alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />
– Therm-Control<br />
– Bijmengpomp<br />
– Regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Via functie-uitbreiding (accessoire):<br />
instelling van extra gewenste ketelwatertemperatuur via een 0 -<br />
10 V-ingang<br />
& Via externe contacten:<br />
– Vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />
– Inschakelen 1. en 2. brandertrap<br />
– Omschakeling getrapte/modulerende werking<br />
& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />
moet apart worden besteld)<br />
Volgens de verordening voor energiebesparing moet een weersafhankelijke<br />
of ruimtegestuurde regeling met tijdprogramma voor<br />
verlaagde werking worden bijgeschakeld.<br />
11<br />
Vitotronic 200, type GW1<br />
5819 426 NL<br />
Weersafhankelijke, digitale ketelcircuitregeling<br />
& Voor installaties met één ketel<br />
& Voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />
& Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />
& Met bedieningseenheid en ondersteuning in volle tekst<br />
& Met gescheiden instelbare periodes<br />
& Met boilertemperatuurregeling<br />
of<br />
regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />
alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />
– Therm-Control<br />
– Bijmengpomp<br />
– Regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Functie-uitbreiding voor de instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur<br />
via een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />
& Via externe contacten:<br />
– Werkingsprogramma-omschakeling<br />
– Vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />
– Branderblokkering<br />
– Omschakeling getrapte/modulerende werking<br />
& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />
moet apart worden besteld)<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 53
Regelingen (vervolg)<br />
Vitotronic 300, type GW2<br />
11<br />
Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling:<br />
& Voor installaties met één ketel<br />
& Voor een installatiecircuit en max. twee verwarmingscircuits<br />
met mengklep (via de LON-BUS kunnen nog eens 32 verwarmingscircuitregelingen<br />
Vitotronic 200-H worden aangesloten)<br />
Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />
nodig.<br />
& Voor tweetraps brander<br />
& Met boilertemperatuurregeling<br />
of<br />
regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />
alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />
– Therm-Control<br />
– Bijmengpomp<br />
– Regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Bedieningseenheid met ondersteuning in volle tekst<br />
& Via functie-uitbreiding (accessoire):<br />
instelling van extra gewenste ketelwatertemperatuur via een 0 -<br />
10 V-ingang<br />
& Via externe contacten:<br />
– Werkingsprogramma-omschakeling<br />
– Vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />
– Branderblokkering<br />
– Mengklep ”Open” of ”Dicht”<br />
& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />
moet apart worden besteld)<br />
Meerketelinstallaties<br />
Elke verwarmingsketel van een installatie met meerdere ketels<br />
moet met een Vitotronic 100 (type GC1) zijn uitgerust. De<br />
Vitotronic 300-K (type MW1) wordt bij elke verwarmingsketel geleverd<br />
(zie prijslijst) en moet afzonderlijk worden gemonteerd.<br />
In de Vitotronic 100 moet de communicatiemodule LON worden<br />
ingebouwd. Zie prijslijst.<br />
Bij installaties met meerdere ketels en externe regeling moet de<br />
lastafhankelijke brander- en ketelschakeling, evenals de boilertemperatuurregeling,<br />
door de bovenliggende (externe) regeling<br />
plaatsvinden.<br />
5819 426 NL<br />
54 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Vitotronic 100, type GC1<br />
Elektronische ketelcircuitregeling<br />
& Voor elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met<br />
Vitotronic 300-K, type MW1 (<strong>Viessmann</strong> cascaderegeling, wordt<br />
bij een verwarmingsketel geleverd)<br />
of<br />
voor elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie<br />
– met schakelkast Vitocontrol en ingebouwde weersafhankelijke<br />
cascaderegeling Vitotronic 300-K, type MW1S,<br />
of<br />
– met externe weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />
& Voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />
– Therm-Control<br />
– bijmengpomp<br />
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep<br />
& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON en<br />
verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen<br />
worden meegeleverd)<br />
& Bij werking met Vitotronic 300-K via externe contacten:<br />
– verwarmingsketel blokkeren<br />
– verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste inschakelen<br />
& Bij werking met externe weersafhankelijke cascaderegeling:<br />
– via 0 – 10 V-ingang van de functie-uitbreiding (accessoire):<br />
instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur<br />
en<br />
ketelvrijgave<br />
of<br />
– via externe contacten:<br />
ketelvrijgave<br />
en<br />
schakelen van de brandertrappen<br />
of<br />
– communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />
moet apart worden besteld)<br />
11<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 55
Regelingen (vervolg)<br />
Vitotronic 300-K, type MW1<br />
11<br />
Weersafhankelijke, digitale cascade- en verwarmingscircuitregeling:<br />
& Type MW1S: voor inbouw in schakelkasten (zie afzonderlijk<br />
gegevensblad).<br />
& Voor installatie met meerdere ketels<br />
& Met ketelvolgstrategie<br />
& Voor max. twee verwarmingscircuits met mengklep (via LON<br />
kunnen nog eens 32 verwarmingscircuitregelingen<br />
Vitotronic 200-H worden aangesloten).<br />
Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />
(accessoire) nodig.<br />
& In combinatie met Vitotronic 100, type GC1:<br />
voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />
& Met boilertemperatuurregeling<br />
of<br />
regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />
alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering<br />
installatie:<br />
– verdelerpomp<br />
of<br />
– bijmengpomp<br />
of<br />
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Bedieningseenheid met ondersteuning in volle tekst<br />
& Via externe contacten:<br />
– werkingsprogramma-omschakeling<br />
– vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />
– branderblokkering<br />
– mengklep ”Open” of ”Dicht”<br />
& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON en<br />
afsluitweerstanden behoren tot leveringsomvang)<br />
Schakelpunten<br />
A Instelmogelijkheden van de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
van de Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering 110 ºC)<br />
B Instelmogelijkheden van de temperatuurregelaar van de<br />
Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering 95 ºC)<br />
C Laagste ketelwatertemperatuur (zie bedrijfsvoorwaarden<br />
pagina 5 tot 10)<br />
D Brander inschakelpunten<br />
E Brander uitschakelpunten<br />
F Ingestelde stooklijn<br />
G Ingestelde maximale ketelwatertemperatuur<br />
5819 426 NL<br />
56 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
11.2 Componenten bij levering<br />
Toekenning van de regelingstypen<br />
Vitotronic 100 200 300 300-K<br />
Type GC1 GW1 GW2 MW1 MW1S<br />
Componenten<br />
Keteltemperatuursensor x x x<br />
Boilertemperatuursensor x x x<br />
Buitentemperatuursensor x x x<br />
Klemtemperatuursensor (zie accessoires)<br />
x<br />
Communicatiemodule LON (zie<br />
accessoires)<br />
x x x<br />
Opmerking<br />
voor Vitotronic 100, type GC1 alleen<br />
bij meerketelinstallaties<br />
LON-verbindingskabel (zie accessoires)<br />
x<br />
x<br />
Afsluitweerstand (zie accessoires) x x<br />
Keteltemperatuursensor<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
3,7 m, stekkerklaar<br />
Beschermingsgraad IP 32 conform EN 60529,<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +130 °C<br />
– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />
11<br />
Boilertemperatuursensor<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
5,8 m, stekkerklaar<br />
Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +90 °C<br />
– bij opslag en transport ‐20 tot +70 °C<br />
Buitentemperatuursensor<br />
Montageplaats:<br />
& Noordelijke of noordwestelijke wand van het gebouw<br />
& 2 tot 2,5 m boven de grond, bij meerdere etages ongeveer op de<br />
bovenste helft van de tweede etage<br />
Aansluiting:<br />
& 2-aderige kabel, kabellengte maximaal 35 m bij een kabeldiameter<br />
van 1,5 mm 2 koper.<br />
& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 57
Regelingen (vervolg)<br />
Technische gegevens<br />
Beschermingsgraad IP 43 volgens EN 60529<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegestane omgevingstemperatuur bij<br />
werking, opslag en transport -40 tot +70 °C<br />
11.3 Vitotronic 100, type GC1, bestelnr. 7248 083<br />
11<br />
Technische gegevens<br />
Opbouw<br />
De regeling bestaat uit basisapparaat, elektronicamodules en<br />
bedieningseenheid.<br />
Basisapparaat:<br />
& Netschakelaar<br />
& TÜV-toets<br />
& Service-testschakelaar<br />
& Optolink laptop-poort<br />
& Temperatuurregelaar<br />
DIN TR 77703<br />
of<br />
DIN TR 96803<br />
& Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
DIN STB 116904<br />
of<br />
DIN STB 98103<br />
& Werkings- en storingsindicatie<br />
& Stekkeraansluitruimte<br />
– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />
– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />
Bedieningseenheid:<br />
& Weergave van de temperaturen en storingsmeldingen<br />
& Coderingen via display van de bedieningseenheid<br />
& Knoppen:<br />
– programmakeuze<br />
– ketelwater- en tapwatertemperatuur<br />
Functies<br />
& Regeling van de ketelwatertemperatuur (= installatie-aanvoertemperatuur)<br />
op de ingestelde waarde<br />
& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />
& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />
& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Rookgastemperatuurbewaking in combinatie met rookgastemperatuursensor<br />
& Onderhoudsindicatie<br />
& Alleen bij installaties met één ketel:<br />
– adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />
(CV-pomp uit)<br />
– extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />
naar een hogere temperatuur)<br />
– regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen<br />
als alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering<br />
ketel/installatie:<br />
– opstartschakeling Therm-Control<br />
– regeling van een bijmengpomp<br />
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
Regelkarakteristiek<br />
& P-gedrag met tweepuntsuitgang bij werking met getrapte brander<br />
PI-gedrag met driepuntsuitgang bij modulerende branders,<br />
indien aanwezig<br />
& Temperatuurregelaar voor de begrenzing van de max. ketelwatertemperatuur:<br />
95 °C, om te zetten op 100 °C<br />
& Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:<br />
110 °C, om te zetten op 100 °C<br />
& Instelbereik van de gewenste ketelwatertemperatuur:<br />
20 tot max. 100 ºC (laagste schakelpunt afhankelijk van de verwarmingsketel/ketelcodeerstekker)<br />
& Instelbereik van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />
10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 95 °C<br />
Ketelcodeerstekker<br />
Voor aanpassing aan de verwarmingsketel (meegeleverd met de<br />
verwarmingsketel).<br />
Instelling van de werkingsprogramma's<br />
Bij alle werkingsprogramma's is de vorstbescherming van de verwarmingsketel<br />
en de warmwaterboiler actief.<br />
Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />
worden ingesteld:<br />
& Bij installaties met één ketel<br />
– verwarmen en warm water<br />
– alleen warm water<br />
– uitschakelwerking<br />
& Bij meerketelinstallaties<br />
– verwarmen en warm water<br />
– uitschakelwerking<br />
Zomerwerking<br />
(alleen bij installaties met één ketel; ”Alleen warm water”)<br />
De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />
moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />
De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />
ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />
Externe vraag<br />
(in combinatie met externe regelingen)<br />
& Ketelvrijgave/smoorklepsturing<br />
& Inschakelen 1. brandertrap<br />
& Inschakelen 1. en 2. brandertrap<br />
Voor elke vraag is een spanningsloos contact nodig.<br />
Technische gegevens<br />
Nom. spanning 230 V ~<br />
Nom. frequentie<br />
50 Hz<br />
Nom. stroomsterkte<br />
2 x 6 A<br />
Opg. vermogen<br />
10 W<br />
5819 426 NL<br />
58 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Beschermingsklasse<br />
I<br />
Beschermingsgraad<br />
IP 20 D volgens EN<br />
60529<br />
door opbouw/inbouw<br />
te waarborgen<br />
Werkwijze<br />
type 1B volgens<br />
EN 60 730-1<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />
gebruik in woningen<br />
en verwarmde ruimtes<br />
(normale omgevingsvoorwaarden)<br />
– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />
Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />
sÖ Schakeluitgang 4(2) A, 230 V~<br />
sA Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming<br />
4(2) A, 230 V~<br />
sL Bijmengpomp<br />
4(2) A, 230 V~<br />
of<br />
ketelcircuitpomp<br />
gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A, 230 V~<br />
gS Smoorklep<br />
of<br />
mengklepmotor constante retourtemperatuurregeling<br />
of<br />
motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />
0,2(0,1) A, 230 V~<br />
Totaal sÖ, sA, sL, gÖ, gS max. 6 A, 230 V~<br />
fA Brander 4(2) A, 230 V~<br />
lÖ Brander, 2-traps 1(0,5) A, 230 V~<br />
lÖ Brander, modulerend, indien aanwezig<br />
0,2(0,1) A, 230 V~<br />
Leveringsomvang<br />
& Keteltemperatuursensor<br />
& 1 zak met technische documentatie<br />
& Alleen bij meerketelinstallaties:<br />
– communicatiemodule LON en de verbindingskabel voor de<br />
gegevensuitwisseling van de regelingen<br />
Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />
Alleen voor installaties met één ketel apart bestellen:<br />
& Voor de boilertemperatuurregeling boilertemperatuursensor en<br />
boilerlaadpomp met terugslagklep<br />
of<br />
& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep en boilertemperatuursensor<br />
Communicatie<br />
Om communicatie met andere regelingen mogelijk te maken, bijv.<br />
met Vitotronic 200-H, is de communicatiemodule LON (accessoire)<br />
vereist.<br />
11<br />
Gecertificeerde kwaliteit<br />
VDE-goedkeuring in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels.<br />
11.4 Vitotronic 200, type GW1, bestelnr. 7248 084<br />
5819 426 NL<br />
Technische gegevens<br />
Opbouw<br />
De regeling bestaat uit basisapparaat, elektronicamodules en<br />
bedieningseenheid.<br />
Basisapparaat:<br />
& Netschakelaar<br />
& TÜV-toets<br />
& Service-testschakelaar<br />
& Optolink laptop-poort<br />
& Temperatuurregelaar<br />
DIN TR 77703<br />
of<br />
DIN TR 96803<br />
& Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
DIN STB 116904<br />
of<br />
DIN STB 98103<br />
& Werkings- en storingsindicatie<br />
& Stekkeraansluitruimte<br />
– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />
– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />
Bedieningseenheid:<br />
& Met digitale schakelklok<br />
& Verlicht display en ondersteuning in volle tekst<br />
& Instelling en indicatie van temperaturen en coderingen<br />
& Indicatie van storingsmeldingen<br />
& Alle instellingen en de belangrijkste coderingen in tekstweergave<br />
& Draaiknop voor de temperatuur bij normale werking<br />
& Knoppen:<br />
– temperatuur bij verlaagde werking<br />
– programmakeuze<br />
– vakantieprogramma<br />
– party- en spaarwerking<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 59
Regelingen (vervolg)<br />
11<br />
– tapwatertemperatuur<br />
– stooklijn voor ketelwatertemperatuur (= installatieaanvoertemperatuur)<br />
– tijd/datum<br />
Functies<br />
& Weersafhankelijke regeling van de ketelwatertemperatuur<br />
(= installatieaanvoertemperatuur)<br />
& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />
& Uitschakeling van CV-pompen en brander naar behoefte (niet<br />
bij branders op verwarmingsketels met onderste begrenzing<br />
van de ketelwatertemperatuur)<br />
& Instelling van een variabele stookgrens<br />
& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />
& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Rookgastemperatuurbewaking in combinatie met rookgastemperatuursensor<br />
& Onderhoudsindicatie<br />
& Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />
(CV-pomp uit)<br />
& Extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />
naar een hogere temperatuur)<br />
& Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />
alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />
– opstartschakeling Therm-Control<br />
– regeling van een bijmengpomp<br />
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
Volgens EN 12831 wordt voldaan aan de eisen voor de berekening<br />
van de warmtebelasting. Voor vermindering van het opwarmvermogen<br />
wordt bij lage buitentemperaturen de verlaagde<br />
ruimtetemperatuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingsperiode<br />
te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd<br />
de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />
Voor extra energiebesparing moet de temperatuurregeling per<br />
ruimte, bijv. met thermostaatkranen plaatsvinden.<br />
Regelkarakteristiek<br />
& P-gedrag met tweepuntsuitgang bij werking met getrapte brander<br />
PI-gedrag met driepuntsuitgang bij werking met modulerende<br />
brander, indien aanwezig<br />
& Temperatuurregelaar voor de begrenzing van de max. ketelwatertemperatuur:<br />
95°C, om te zetten op 100°C<br />
& Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:<br />
110°C, om te zetten op 100°C<br />
& Instelgebied van de stooklijn:<br />
– steilheid: 0,2 tot 3,5<br />
– niveau: −13 tot 40 K<br />
– max. begrenzing: 20 tot 130 °C<br />
– min. begrenzing: 1 tot 127 °C<br />
& Instelbereik van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />
10 tot 60°C, om te zetten op 10 tot 95°C<br />
Ketelcodeerstekker<br />
Voor aanpassing aan de verwarmingsketel (meegeleverd met de<br />
verwarmingsketel).<br />
Schakelklok<br />
Digitale schakelklok<br />
& Dag- en weekprogramma, jaarkalender<br />
& Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd<br />
& Automatische functie voor tapwaterverwarming en tapwatercirculatiepomp<br />
& Tijd, weekdag en standaard schakeltijden voor de ruimteverwarming,<br />
de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp zijn<br />
in de fabriek ingesteld<br />
& Schakeltijden individueel programmeerbaar, max. vier periodes<br />
per dag<br />
Kortste schakelinterval: 10 min<br />
Loopreserve: 5 jaar<br />
Instelling van de werkingsprogramma's<br />
Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbeveiliging (zie vorstbeschermingsfunctie)<br />
van de verwarmingsinstallatie actief.<br />
Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />
worden ingesteld:<br />
& Verwarmen en warm water<br />
& Alleen warm water<br />
& Uitschakelwerking<br />
Externe omschakeling werkingsprogramma is mogelijk.<br />
Vorstbeschermingsfunctie<br />
& De vorstbeschermingsfunctie wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur<br />
tot onder de ca. +1 °C daalt, d.w.z. de CV-pomp<br />
wordt ingeschakeld en het ketelwater op een laagste temperatuur<br />
gehouden (zie hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met<br />
Vitotronic-ketelcircuitregelingen”).<br />
& ”Uitschakelwerking”:<br />
Bij een hogere buitentemperatuur dan ca. +3 °C wordt de vorstbeschermingsfunctie<br />
uitgeschakeld, d.w.z. de CV-pomp en<br />
brander worden uitgeschakeld.<br />
& ”Verwarmen en warm water”<br />
De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld als de buitentemperatuur<br />
ca. +3 °C overschrijdt, d.w.z. de CV-pomp wordt<br />
uitgeschakeld en de voor de betreffende verwarmingsketel vereiste<br />
laagste ketelwatertemperatuur wordt aangehouden (zie<br />
hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen”).<br />
Zomerwerking<br />
(”Alleen warmwater”)<br />
De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />
moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />
De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />
ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />
Instelling stooklijn (steilheid en niveau)<br />
De Vitotronic 200 regelt weersafhankelijk de ketelwatertemperatuur<br />
(= installatieaanvoertemperatuur).<br />
De noodzakelijke aanvoertemperatuur voor het bereiken van een<br />
bepaalde ruimtetemperatuur is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie<br />
en de isolatie van het te verwarmen gebouw.<br />
Met het instellen van de stooklijn wordt de ketelwatertemperatuur<br />
aan deze omstandigheden aangepast.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de temperatuurregelaar en<br />
de elektronische maximum temperatuurbegrenzing naar boven<br />
begrensd.<br />
5819 426 NL<br />
60 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Technische gegevens<br />
Nom. spanning 230 V ~<br />
Nom. frequentie<br />
50 Hz<br />
Nom. stroomsterkte<br />
2 x 6 A<br />
Opg. vermogen<br />
10 W<br />
Beschermingsklasse<br />
I<br />
Beschermingsgraad<br />
IP 20 D volgens EN<br />
60529<br />
door opbouw/inbouw<br />
te waarborgen<br />
Werkwijze<br />
type 1B volgens<br />
EN 60 730-1<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />
gebruik in woningen<br />
en verwarmde ruimtes<br />
(normale omgevingsvoorwaarden)<br />
– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />
Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />
sÖ<br />
sA<br />
CV-pompen<br />
of<br />
primaire pomp boilerlaadsysteem<br />
circulatiepomp<br />
of<br />
rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
of<br />
schakeluitgang 4(2) A, 230 V~<br />
Circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />
4(2) A, 230 V~<br />
sK Tapwatercirculatiepomp 4(2) A, 230 V~<br />
sL Bijmengpomp 4(2) A, 230 V~<br />
gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A, 230 V~<br />
gS Mengklepmotor permanente<br />
retourtemperatuurregeling<br />
of<br />
motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />
0,2(0,1) A, 230 V~<br />
Totaal sÖ, sA, sK, sL, gÖ, gS max. 6 A, 230 V~<br />
fA Brander 4(2) A, 230 V~<br />
lÖ Brander, 2-traps 1(0,5) A,, 230 V~<br />
lÖ Brander, modulerend, indien aanwezig<br />
0,2(0,1) A, 230 V~<br />
11<br />
Bij levering<br />
& Bedieningseenheid<br />
& Buitentemperatuursensor<br />
& Keteltemperatuursensor<br />
& Boilertemperatuursensor<br />
& Zak met technische documentatie<br />
Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />
Apart bestellen:<br />
& Voor de boilertemperatuurregeling de circulatiepomp met terugslagklep<br />
of<br />
& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep<br />
Communicatie<br />
Voor de communicatie met andere regelingen is de communicatiemodule<br />
LON (accessoire) nodig.<br />
Gecertificeerde kwaliteit<br />
VDE-toelating in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels<br />
11.5 Vitotronic 300, type GW2, bestelnr. 7248 085<br />
5819 426 NL<br />
Technische gegevens<br />
Opbouw<br />
De regeling bestaat uit basisapparaat, elektronicamodules en<br />
bedieningseenheid.<br />
Basisapparaat:<br />
& Netschakelaar<br />
& TÜV-toets<br />
& Service-testschakelaar<br />
& Optolink laptop-poort<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 61
11<br />
Regelingen (vervolg)<br />
& Temperatuurregelaar<br />
DIN TR 77703<br />
of<br />
DIN TR 96803<br />
& Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
DIN STB 116904<br />
of<br />
DIN STB 98103<br />
& Werkings- en storingsindicatie<br />
& Stekkeraansluitruimte<br />
– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />
– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />
Bedieningseenheid:<br />
& Met digitale schakelklok<br />
& Verlicht display en ondersteuning in volle tekst<br />
& Instelling en indicatie van temperaturen en coderingen<br />
& Indicatie van storingsmeldingen<br />
& Alle instellingen en de belangrijkste coderingen in tekstweergave<br />
& Draaiknop voor de temperatuur bij normale werking<br />
& Knoppen:<br />
– temperatuur bij verlaagde werking<br />
– programmakeuze<br />
– vakantieprogramma<br />
– party- en spaarwerking<br />
– tapwatertemperatuur<br />
– stooklijn voor ketelwatertemperatuur (= installatieaanvoertemperatuur)<br />
en aanvoertemperatuur<br />
– selectie verwarmingscircuit<br />
– tijd/datum<br />
Functies<br />
& Weersafhankelijke regeling van de ketelwatertemperatuur<br />
(= installatieaanvoertemperatuur) en/of aanvoertemperatuur<br />
& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />
& Uitschakeling van CV-pompen en brander naar behoefte (niet<br />
bij branders op verwarmingsketels met onderste begrenzing<br />
van de ketelwatertemperatuur)<br />
& Instelling van een variabele stookgrens<br />
& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />
& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Rookgastemperatuurbewaking in combinatie met rookgastemperatuursensor<br />
& Onderhoudsindicatie<br />
& Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />
(CV-pomp uit, mengklep dicht)<br />
& Extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />
naar een hogere temperatuur)<br />
& Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />
alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />
– opstartschakeling Therm-Control<br />
– regeling van een bijmengpomp<br />
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
Volgens DIN EN 12831 wordt voldaan aan de eisen voor de berekening<br />
van de warmtebelasting. Voor vermindering van het<br />
opwarmvermogen wordt bij lage buitentemperaturen de verlaagde<br />
ruimtetemperatuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingsperiode<br />
te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd<br />
de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />
Voor extra energiebesparing moet de temperatuurregeling per<br />
ruimte, bijv. met thermostaatkranen plaatsvinden.<br />
Regelkarakteristiek<br />
& Ketelcircuitregeling<br />
P-gedrag met tweepuntsuitgang bij werking met getrapte brander,<br />
indien aanwezig<br />
PI-gedrag met driepuntsuitgang bij werking met modulerende<br />
brander, indien aanwezig<br />
& Verwarmingscircuitregeling<br />
PI-gedrag met driepuntsuitgang<br />
& Temperatuurregelaar voor de begrenzing van de max. ketelwatertemperatuur:<br />
95°C, om te zetten op 100°C<br />
& Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:<br />
110 °C, om te zetten op 100°C<br />
& Instelgebied van de stooklijn:<br />
– steilheid: 0,2 tot 3,5<br />
– niveau: −13 tot 40 K<br />
– max. begrenzing: 20 tot 127 °C<br />
– min. begrenzing: 1 tot 127 °C<br />
& Instelbereik van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />
10 tot 60°C, om te zetten op 10 tot 95°C<br />
Ketelcodeerstekker<br />
Voor aanpassing aan de verwarmingsketel (meegeleverd met de<br />
verwarmingsketel).<br />
Schakelklok<br />
Digitale schakelklok<br />
& Dag- en weekprogramma, jaarkalender<br />
& Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd<br />
& Automatische functie voor tapwaterverwarming en tapwatercirculatiepomp<br />
& Tijd, weekdag en standaard schakeltijden voor de ruimteverwarming,<br />
de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp zijn<br />
in de fabriek ingesteld<br />
& Schakeltijden individueel programmeerbaar, max. vier periodes<br />
per dag<br />
Kortste schakelinterval: 10 min<br />
Loopreserve: 5 jaar<br />
Instelling van de werkingsprogramma's<br />
Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbeveiliging (zie vorstbeschermingsfunctie)<br />
van de verwarmingsinstallatie actief.<br />
Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />
worden ingesteld:<br />
& Verwarmen en warm water<br />
& Alleen warm water<br />
& Uitschakelwerking<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling voor alle verwarmingscircuits<br />
gemeenschappelijk of voor geselecteerde verwarmingscircuits<br />
mogelijk.<br />
Vorstbeschermingsfunctie<br />
& De vorstbeschermingsfunctie wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur<br />
tot onder ca. +1 °C daalt, d.w.z. de CV-pomp wordt<br />
ingeschakeld en het ketelwater op een laagste temperatuur<br />
gehouden (zie hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronicketelcircuitregelingen”).<br />
& ”Uitschakelwerking”:<br />
Bij een hogere buitentemperatuur dan ca. +3 °C wordt de vorstbeschermingsfunctie<br />
uitgeschakeld, d.w.z. de CV-pomp en<br />
brander worden uitgeschakeld.<br />
& ”Verwarmen en warm water”<br />
De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld als de buitentemperatuur<br />
ca. +3 °C overschrijdt, d.w.z. de CV-pomp wordt<br />
uitgeschakeld en de voor de betreffende verwarmingsketel vereiste<br />
laagste ketelwatertemperatuur wordt aangehouden (zie<br />
hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen”).<br />
5819 426 NL<br />
62 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Zomerwerking<br />
(”Alleen warmwater”)<br />
De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />
moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />
De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />
ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />
Instelling stooklijn (steilheid en niveau)<br />
De Vitotronic 300 regelt weersafhankelijk de ketelwatertemperatuur<br />
(=installatieaanvoertemperatuur) en de aanvoertemperatuur<br />
van de verwarmingscircuits met mengklep. Daarbij wordt de ketelwatertemperatuur<br />
automatisch 0 tot 40 K hoger geregeld dan de<br />
hoogste actueel gewenste aanvoertemperatuur (bij levering 8 K).<br />
De noodzakelijke aanvoertemperatuur voor het bereiken van een<br />
bepaalde ruimtetemperatuur is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie<br />
en de isolatie van het te verwarmen gebouw.<br />
Met de instelling van de stooklijnen worden de ketelwatertemperatuur<br />
(=installatietemperatuur) en de aanvoertemperatuur aan<br />
deze omstandigheden aangepast.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de temperatuurregelaar en<br />
de elektronische maximum temperatuurbegrenzing naar boven<br />
begrensd.<br />
Technische gegevens<br />
Nom. spanning 230 V ~<br />
Nom. frequentie<br />
50 Hz<br />
Nom. stroomsterkte<br />
2 x 6 A<br />
Opg. vermogen<br />
10 W<br />
Beschermingsklasse<br />
I<br />
Beschermingsgraad<br />
IP 20 D volgens EN<br />
60529<br />
door opbouw/inbouw<br />
te waarborgen<br />
Werkwijze<br />
type 1B volgens<br />
EN 60 730-1<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />
gebruik in woningen<br />
en verwarmde ruimtes<br />
(normale omgevingsvoorwaarden)<br />
– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />
Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />
sÖ CV-pompen<br />
of<br />
primaire pomp boilerlaadsysteem<br />
of<br />
circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar,<br />
indien aanwezig<br />
of<br />
schakeluitgang 4(2) A, 230 V~<br />
sA Circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />
4(2) A, 230 V~<br />
sK Tapwatercirculatiepomp 4(2) A, 230 V~<br />
sL Bijmengpomp 4(2) A, 230 V~<br />
gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A, 230 V~<br />
gS Mengklepmotor<br />
of<br />
mengklepmotor permanente<br />
retourtemperatuurregeling<br />
of<br />
motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />
0,2(0,1) A, 230 V~<br />
Totaal sÖ, sA, sK, sL, gÖ, gS max. 6 A, 230 V~<br />
fA Brander 4(2) A, 230 V~<br />
lÖ Brander, 2-traps, indien aanwezig 1(0,5) A, 230 V~<br />
lÖ Brander, modulerend, indien aanwezig<br />
0,2(0,1) A, 230 V~<br />
11<br />
Bij levering<br />
& Bedieningseenheid<br />
& Buitentemperatuursensor<br />
& Keteltemperatuursensor<br />
& Boilertemperatuursensor<br />
& Zak met technische documentatie<br />
Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />
Apart bestellen:<br />
& Voor de boilertemperatuurregeling de circulatiepomp met terugslagklep<br />
of<br />
& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep<br />
Communicatie<br />
Voor de communicatie met andere regelingen is de communicatiemodule<br />
LON (accessoire) nodig.<br />
Gecertificeerde kwaliteit<br />
VDE-toelating in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 63
Regelingen (vervolg)<br />
11.6 Vitotronic 300-K, type MW1, bestelnr. 7248 233<br />
11<br />
Technische gegevens<br />
Opbouw<br />
De regeling bestaat uit een basistoestel, elektronicamodules en<br />
een bedieningseenheid.<br />
Basisapparaat:<br />
& Netschakelaar<br />
& Service-testschakelaar<br />
& Optolink laptop-poort<br />
& Werkings- en storingsindicatie<br />
& Stekkeraansluitruimte<br />
– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />
– de stekkers worden rechtstreeks op de voorkant van de geopende<br />
regeling aangesloten.<br />
– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />
Bedieningseenheid:<br />
& Met digitale schakelklok<br />
& Verlicht display en ondersteuning in volle tekst<br />
& Instelling en indicatie van temperaturen en coderingen<br />
& Indicatie van storingsmeldingen<br />
& Draaiknop voor de temperatuur bij normale werking<br />
& Knoppen:<br />
– temperatuur bij verlaagde werking<br />
– programmakeuze<br />
– vakantieprogramma<br />
– party- en spaarwerking<br />
– tapwatertemperatuur<br />
– stooklijnen voor installatie-aanvoertemperatuur en aanvoertemperatuur<br />
van de verwarmingscircuits met mengklep<br />
– selectie verwarmingscircuit<br />
– tijd/datum<br />
Functies<br />
& Weersafhankelijke regeling van de installatie-aanvoertemperatuur<br />
van een meerketelinstallatie met max. vier verwarmingsketels<br />
en Vitotronic 100, type GC1, (glijdend verlaagd) en de<br />
aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met mengklep<br />
& Aansturing van de verwarmingsketels volgens een willekeurige<br />
ketelvolgstrategie door sturing van de Vitotronic 100, type GC1<br />
& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />
& Uitschakeling CV-pompen naar behoefte<br />
& Instelling van een variabele stookgrens<br />
& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />
& Verzamelstoringsgmelding<br />
& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />
& Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />
(CV-pomp uit, mengklep dicht)<br />
& Extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />
naar een hogere temperatuur)<br />
& Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />
alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />
met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />
& Estrikdroging bij vloerverwarming<br />
& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering<br />
installatie:<br />
– regeling van een verdelerpomp<br />
of<br />
– regeling van een bijmengpomp<br />
of<br />
– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />
geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />
van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />
Volgens EN 12831 wordt voldaan aan de eisen voor de berekening<br />
van de warmtebelasting. Voor vermindering van het opwarmvermogen<br />
wordt bij lage buitentemperaturen de verlaagde<br />
ruimtetemperatuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingsperiode<br />
te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd<br />
de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />
Voor extra energiebesparing moet de temperatuurregeling per<br />
ruimte, bijv. met thermostaatkranen plaatsvinden.<br />
Regelkarakteristiek<br />
& PI-gedrag met driepuntsuitgang<br />
& Instelgebied van de stooklijnen:<br />
– steilheid: 0,2 tot 3,5<br />
– niveau: -13 tot 40 K<br />
– max. begrenzing: 20 tot 130 °C<br />
– min. begrenzing: 1 tot 127 °C<br />
– temperatuurverschil voor de verwarmingscircuits met mengklep:<br />
0 tot 40 K<br />
& Instelgebied van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />
10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 95 °C<br />
Schakelklok<br />
Digitale schakelklok<br />
& Dag- en weekprogramma, jaarkalender<br />
& Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd<br />
& Automatische functie voor tapwaterverwarming en tapwatercirculatiepomp<br />
& Tijd, weekdag en standaard schakeltijden voor de ruimteverwarming,<br />
de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp zijn<br />
in de fabriek ingesteld<br />
& Schakeltijden individueel programmeerbaar, max. vier periodes<br />
per dag<br />
Kortste schakelinterval: 10 min<br />
Loopreserve: 5 jaar<br />
Instelling van de werkingsprogramma's<br />
Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbeveiliging (zie vorstbeschermingsfunctie)<br />
van de verwarmingsinstallatie actief.<br />
Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />
worden ingesteld:<br />
& verwarmen en warm water<br />
& alleen warm water<br />
& uitschakelwerking<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling voor alle verwarmingscircuits<br />
gemeenschappelijk of voor geselecteerde verwarmingscircuits<br />
mogelijk.<br />
Vorstbeschermingsfunctie<br />
& De vorstbeschermingsfunctie wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur<br />
daalt onder ca. +1 °C, d.w.z. de CV-pompen worden<br />
ingeschakeld en de aanvoertemperatuur wordt op min. 10<br />
°C gehouden.<br />
& Bij een hogere buitentemperatuur dan ca. +3 °C wordt de vorstbeschermingsfunctie<br />
uitgeschakeld, d.w.z. de CV-pompen<br />
worden uitgeschakeld.<br />
Zomerwerking<br />
(”Alleen warmwater”)<br />
De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />
moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />
De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />
ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />
5819 426 NL<br />
64 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Instelling stooklijn (steilheid en niveau)<br />
De Vitotronic regelt weersafhankelijk de installatie-aanvoertemperatuur<br />
en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met<br />
mengklep. Daarbij wordt de installatie-aanvoertemperatuur automatisch<br />
0 tot 40 K (bij levering 8 K) hoger geregeld dan de<br />
hoogste momenteel benodigde gewenste aanvoertemperatuur<br />
van de verwarmingscircuits met mengklep.<br />
De noodzakelijke aanvoertemperatuur voor het bereiken van een<br />
bepaalde ruimtetemperatuur is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie<br />
en de isolatie van het te verwarmen gebouw.<br />
Met de instelling van de stooklijnen worden de installatie-aanvoertemperatuur<br />
en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits<br />
met mengklep aan deze omstandigheden aangepast.<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met mengklep<br />
is door de temperatuurregelaar en de elektronische maximum<br />
temperatuurbegrenzing van de Vitotronic 100, type GC1 naar<br />
boven begrensd.<br />
Beschermingsklasse<br />
I<br />
Beschermingsgraad<br />
IP 20 D volgens EN<br />
60529<br />
door opbouw/inbouw<br />
te waarborgen<br />
Werkwijze<br />
type 1B volgens<br />
EN 60 730-1<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />
gebruik in woningen<br />
en verwarmde ruimtes<br />
(normale omgevingsvoorwaarden)<br />
– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />
Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />
sÖ<br />
sA<br />
CV-pompen<br />
of<br />
warmtewisselaarset<br />
of<br />
schakeluitgang 4(2) A 230 V~<br />
Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming<br />
4(2) A 230 V~<br />
sK Tapwatercirculatiepomp 4(2) A 230 V~<br />
sL Bijmengpomp 4(2) A 230 V~<br />
gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A 230 V~<br />
gS Mengklepmotor<br />
of<br />
mengklepmotor permanente<br />
retourtemperatuurregeling<br />
of<br />
motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />
0,2(0,1) A 230 V~<br />
Totaal 6 A 230 V~<br />
11<br />
Afmetingen<br />
Technische gegevens<br />
Nom. spanning 230 V ~<br />
Nom. frequentie<br />
50 Hz<br />
Nom. stroomsterkte<br />
6 A<br />
Opg. vermogen<br />
10 W<br />
A Vitotronic 300-K<br />
B Console<br />
5819 426 NL<br />
Leveringsomvang<br />
& Bedieningseenheid<br />
& Communicatiemodule LON met 2 afsluitweerstanden<br />
& Buitentemperatuursensor<br />
& Aanvoertemperatuursensor<br />
& Boilertemperatuursensor<br />
& Console<br />
& Zak met technische documentatie<br />
De regeling wordt bij een verwarmingsketel van de meerketelinstallatie<br />
geleverd (zie prijslijst) en met een console aan de wand<br />
of aan de zijkant op een verwarmingsketel gemonteerd.<br />
Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />
Apart bestellen:<br />
& Voor de boilertemperatuurregeling de boilerlaadpomp met<br />
terugslagklep<br />
of<br />
& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep<br />
Verwarmingsinstallatie met verwarmingscircuit en<br />
mengklep<br />
Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />
(accessoires) nodig.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 65
Regelingen (vervolg)<br />
Gecertificeerde kwaliteit<br />
VDE-goedkeuring in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels.<br />
11.7 Regelingsaccessoires<br />
Toekennen van accessoires aan het regelingstype<br />
11<br />
Installatie met één ketel<br />
Meerketelinstallatie<br />
Vitotronic 100 200 300 300-K 100<br />
Type GC1 GW1 GW2 MW1 GC1<br />
Accessoire<br />
Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met<br />
X<br />
X<br />
mengklep<br />
Mengklepmotor X X<br />
Stekker sÖ X X X X X<br />
Stekker gS X X X X X<br />
Stekker voor sensoren X X X X X<br />
Klemtemperatuursensor X X X X X<br />
Dompeltemperatuursensor X X X X X<br />
Dompeltemperatuurregelaar X X<br />
Klemtemperatuurregelaar X X<br />
Vitotrol 200 X X X<br />
Vitotrol 300 X X X<br />
Ruimtetemperatuursensor X X<br />
Behuizing voor ruimtetemperatuursensor X X<br />
Rookgastemperatuursensor X X X X<br />
Boilertemperatuursensor<br />
X<br />
Dompelhuls X X X<br />
Draadloze tijdmodule X X X<br />
Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen X X X X<br />
Functie-uitbreiding 0–10 V X X X X<br />
Hulprelais X X X X X<br />
Contrastekkers fA en lÖ X X X X<br />
Communicatiemodule LON X X X<br />
LON-verbindingskabel X X X X<br />
LON-koppeling X X X X X<br />
LON-verbindingsstekker X X X X X<br />
LON-aansluitdoos X X X X X<br />
Afsluitweerstand X X X<br />
Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep<br />
Bestelnr. 7450 650<br />
Onderdelen:<br />
& Mengklepmotor met aansluitkabel<br />
& Stekkers voor CV‐pomp en aanvoertemperatuursensor (klemtemperatuursensor)<br />
De mengklepmotor wordt direct op de <strong>Viessmann</strong> mengklep<br />
DN 20 tot 50 en R ½ tot 1¼ gemonteerd.<br />
Mengklepmotor<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
4,2 m, stekkerklaar<br />
5819 426 NL<br />
66 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Nom. spanning 230 V~<br />
Nom. frequentie<br />
50 Hz<br />
Opg. vermogen<br />
4 W<br />
Beschermingsklasse<br />
II<br />
Beschermingsgraad IP 42 volgens EN 60529,<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />
– bij opslag en transport ‐20 tot +65 °C<br />
Draaimoment<br />
3 Nm<br />
Looptijd voor 90 ° ∢<br />
120 s<br />
Aanvoertemperatuursensor (klemtemperatuursensor)<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
5,8 m, stekkerklaar<br />
Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +120 °C<br />
– bij opslag en transport ‐20 tot +70 °C<br />
Mengklepmotor voor flensmengklep<br />
11<br />
& Bestelnr. 9522 487<br />
DN 40 en 50, zonder systeemstekker en aansluitkabel<br />
& Bestelnr. Z004344<br />
DN 65 tot 100, zonder systeemstekker en aansluitkabel<br />
Technische gegevens zie gegevensblad ”Mengkleppen em mengklepmotoren”.<br />
Stekker sÖ<br />
Bestelnr. 7415 056<br />
voor CV-pomp<br />
Stekker gS<br />
Bestelnr. 7415 057<br />
voor mengklepmotor<br />
Stekker voor sensoren<br />
Bestelnr. 7415 058<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 67
Regelingen (vervolg)<br />
Klemtemperatuursensor<br />
Bestelnr. 7183 288<br />
Voor het registreren van de aanvoer- en retourtemperatuur.<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
5,8 m, stekkerklaar<br />
Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +120 °C<br />
– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />
11<br />
Dompeltemperatuursensor<br />
Bestelnr. 7450 641<br />
Voor het registreren van de aanvoer‐ of retourtemperatuur.<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
3,8 m, stekkerklaar<br />
Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +90 °C<br />
– bij opslag en transport ‐20 tot +70 °C<br />
Dompeltemperatuurregelaar<br />
Bestelnr. 7151 728<br />
Als temperatuurbewaker voor de maximum temperatuurbegrenzing<br />
van de vloerverwarming te gebruiken.<br />
De temperatuurbewaker wordt in de verwarmingsaanvoer gemonteerd<br />
en schakelt de CV-pomp bij een te hoge aanvoertemperatuur<br />
uit.<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
4,2 m, stekkerklaar<br />
Instelbereik 30 tot 80 °C<br />
Schakelverschil<br />
max. 11 K<br />
Schakelvermogen 6(1,5) A 250 V~<br />
Instelschaal<br />
in de behuizing<br />
Dompelhuls van roestvast staal R ½ x 200 mm<br />
DIN reg. nr. DIN TR 116807<br />
of<br />
DIN TR 96803<br />
of<br />
DIN TR 110302<br />
5819 426 NL<br />
68 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Klemtemperatuurregelaar<br />
Bestelnr. 7151 729<br />
Als temperatuurbewaker voor maximum temperatuurbegrenzing<br />
van de vloerverwarming (alleen in combinatie met metalen buizen)<br />
te gebruiken.<br />
De temperatuurbewaker wordt in de verwarmingsaanvoer gemonteerd<br />
en schakelt de CV-pomp bij een te hoge aanvoertemperatuur<br />
uit.<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
4,2 m, stekkerklaar<br />
Instelbereik 30 tot 80 °C<br />
Schakelverschil<br />
max. 14 K<br />
Schakelvermogen 6(1,5) A 250V~<br />
Instelschaal<br />
in de behuizing<br />
DIN reg. nr. DIN TR 116807<br />
of<br />
DIN TR 96803<br />
of<br />
DIN TR 110302<br />
Opmerking voor Vitotrol 200 en 300<br />
Voor elk verwarmingscircuit van een verwarmingsinstallatie kan<br />
een Vitotrol 200 of een Vitotrol 300 worden ingezet.<br />
11<br />
5819 426 NL<br />
Vitotrol 200<br />
Bestelnr. 7450 017<br />
KM-BUS-deelnemer.<br />
Met de afstandsbediening Vitotrol 200 kan vanuit een willekeurige<br />
ruimte een werkingsprogramma en de gewenste kamertemperatuur<br />
(bij normale werking) voor één verwarmingscircuit worden<br />
ingesteld.<br />
De Vitotrol 200 beschikt over verlichte keuzeschakelaars van het<br />
werkingsprogramma en een party- en spaartoets.<br />
Met de storingsindicatie worden storingen op de regeling weergegeven.<br />
WS-functie:<br />
Montage op een willekeurige locatie in het gebouw.<br />
RS-functie:<br />
Montage in het belangrijkste woonverblijf aan een binnenmuur<br />
tegenover radiatoren. Niet monteren in wandmeubels of nissen, in<br />
de buurt van deuren of warmtebronnen (bijv. direct zonlicht,<br />
schoorsteen, televisie enz.).<br />
De ingebouwde kamertemperatuursensor registreert de kamertemperatuur<br />
en corrigeert evt. de benodigde aanvoertemperatuur<br />
en zorgt voor een snelle opwarming in het begin (indien gecodeerd).<br />
Aansluiting:<br />
& 2-aderige kabel, kabellengte max. 50 m (ook bij aansluiting van<br />
meerdere afstandsbedieningen)<br />
& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />
& Laagspanningsstekker behoort tot leveringsomvang<br />
Technische gegevens<br />
Voeding via KM-BUS<br />
Opgenomen vermogen<br />
0,2 W<br />
Veiligheidsklasse<br />
III<br />
Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />
door opbouw/inbouw te<br />
waarborgen<br />
Toegelaten omgevingstemperatuur<br />
– bij werking 0 tot +40 °C<br />
– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />
Instelgebied van de gewenste kamertemperatuur<br />
10 tot 30 °C<br />
om te zetten op<br />
3 tot 23 °C of<br />
17 tot 37 °C<br />
De instelling van de gewenste kamertemperatuur bij verlaagde<br />
werking geschiedt door middel van de regeling.<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 69
Regelingen (vervolg)<br />
11<br />
Vitotrol 300<br />
Bestelnr. 7248 907<br />
KM-BUS-deelnemer.<br />
De afstandsbediening Vitotrol 300 stelt voor een verwarmingscircuit<br />
de gewenste kamertemperatuur in bij normale en verlaagde<br />
werking, het werkingsprogramma en de schakeltijden voor de<br />
kamerverwarming, de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp.<br />
De Vitotrol 300 beschikt over een verlicht display en verlichte keuzeschakelaars<br />
van het werkingsprogramma, een party- en spaartoets,<br />
omschakeling van zomer-/wintertijd, toetsen voor<br />
vakantieprogramma, dag en tijd.<br />
WS-functie:<br />
Montage op een willekeurige locatie in het gebouw.<br />
RS-functie:<br />
Montage in het belangrijkste woonverblijf aan een binnenmuur<br />
tegenover radiatoren. Niet monteren in wandmeubels of nissen, in<br />
de buurt van deuren of warmtebronnen (bijv. direct zonlicht,<br />
schoorsteen, televisie enz.).<br />
De ingebouwde kamertemperatuursensor registreert de kamertemperatuur<br />
en corrigeert evt. de benodigde aanvoertemperatuur<br />
en zorgt voor een snelle opwarming in het begin (indien gecodeerd).<br />
Aansluiting:<br />
& 2-aderige kabel, kabellengte max. 50 m (ook bij aansluiting van<br />
meerdere afstandsbedieningen)<br />
& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />
& Laagspanningsstekker behoort tot leveringsomvang<br />
Technische gegevens<br />
Voeding via KM-BUS<br />
Opgenomen vermogen<br />
0,5 W<br />
Veiligheidsklasse<br />
III<br />
Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />
door opbouw/inbouw te<br />
waarborgen<br />
Toegelaten omgevingstemperatuur<br />
– bij werking 0 tot +40 °C<br />
– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />
Instelgebied van de gewenste kamertemperatuur<br />
– bij normale werking 10 tot 30 °C<br />
om te zetten op<br />
3 tot 23 °C of<br />
17 tot 37 °C<br />
– bij verlaagde werking 3 tot 37 °C<br />
Ruimtetemperatuursensor<br />
Bestelnr. 7408 012<br />
Afzonderlijke ruimtetemperatuursensor als uitbreiding voor de<br />
Vitotrol 200 en 300; te gebruiken als de Vitotrol 200 of 300 niet in<br />
het hoofdverblijf of niet op een geschikte plaats voor de registratie<br />
en instelling van de temperatuur kan worden aangebracht.<br />
Aanbrengen in het hoofdverblijf op een binnenwand tegenover de<br />
radiatoren. Niet monteren in wandmeubels of nissen, in de buurt<br />
van deuren of warmtebronnen (bijv. direct zonlicht, schoorsteen,<br />
televisie enz.).<br />
De ruimtetemperatuursensor wordt op de Vitotrol 200 of 300 aangesloten.<br />
Aansluiting:<br />
& 2-aderige kabel met een kabeldoorsnede van 1,5 mm 2 koper<br />
& Kabellengte vanaf afstandsbediening max. 30 m<br />
& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />
Technische gegevens<br />
Veiligheidsklasse<br />
III<br />
Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />
door opbouw/inbouw te<br />
waarborgen<br />
Toegelaten omgevingstemperatuur<br />
– bij werking 0 tot +40 °C<br />
– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />
Rookgastemperatuursensor<br />
Bestelnr. 7450 630<br />
Voor het opvragen van de rookgastemperatuur, rookgastemperatuurbewaking<br />
en onderhoudsindicatie bij overschrijden van een<br />
instelbare temperatuur.<br />
Met schroefdraadconus.<br />
Aanbrengen op de rookgasbuis. De afstand moet ca. 1,5 maal<br />
rookgasbuisdiameter vanaf de achterkant van de ketel in de richting<br />
van de schoorsteen bedragen.<br />
5819 426 NL<br />
70 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
& HR-ketel met concentrisch systeem <strong>Viessmann</strong>:<br />
De coaxiale buis met houder voor de rookgastemperatuursensor<br />
moet worden meebesteld.<br />
& HR-ketel met rookgasleiding (installateur):<br />
De voor de inbouw in de rookgasleiding benodigde opening<br />
moet door de installateur zijn gepland en gecontroleerd. De<br />
rookgastemperatuursensor moet in een dompelhuls van roestvast<br />
staal (van installateur) worden ingebouwd.<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
3,8 m, stekkerklaar<br />
Beschermingsgraad IP 60 conform EN 60529,<br />
te waarborgen door<br />
opbouw/inbouw<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +600 °C<br />
– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />
Externe aansturing<br />
Bestelnr. 7450 563<br />
Voor ontvangst van de tijdsignaalzender DCF 77 (locatie: Mainflingen<br />
bij Frankfurt/Main).<br />
Tijd en datum worden precies afgesteld op het kloksignaal.<br />
Aanbrengen op een buitenwand, in de richting van de zender. De<br />
ontvangstkwaliteit kan door metaalhoudend bouwmateriaal, bijv.<br />
gewapend beton, aangrenzende gebouwen en elektromagnetische<br />
storingsbronnen, bijv. hoogspannings- en bovenleidingen<br />
worden beïnvloed.<br />
Aansluiting:<br />
& 2-aderige kabel, kabellengte max. 35 m bij een kabeldoorsnede<br />
van 1,5 mm 2 koper<br />
& Kabel mag niet samen met 230/400Vkabels aangelegd worden<br />
11<br />
Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen<br />
Bestelnr. 7143 526<br />
Met kabels (3,0 m lang) en stekkers aVG en aBÖ.<br />
Er kunnen maximaal 4 extra veiligheidsinrichtingen aangesloten<br />
worden:<br />
& Laagwaterstandbeveiliging<br />
& Minimaalpressostaat<br />
& Maximaalpressostaat<br />
& Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
De stekkeradapter maakt storingsindicatie mogelijk (volle tekst) in<br />
de bijbehorende regeling.<br />
Overige bijschakelingen:<br />
& Externe uitschakeling branderregeling<br />
& Externe brandervraag (1. trap)<br />
& 3 externe storingsmeldingen (bijv. pomp, spanningsvrije contacten)<br />
5819 426 NL<br />
Technische gegevens<br />
Beschermingsgraad<br />
IP 20D volgens EN<br />
60529, door opbouw/<br />
inbouw te garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />
– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 71
Regelingen (vervolg)<br />
Functie-uitbreiding 0–10 V<br />
Bestelnr. 7174 718<br />
KM-BUS-deelnemer<br />
Met kabels en stekker fÖ en aVG.<br />
Technische gegevens<br />
Nom. spanning 230 V ~<br />
Nom. frequentie<br />
50 Hz<br />
Opg. vermogen<br />
1 W<br />
Nom. belasting van de relaisuitgang 4(2) A 230 V~<br />
Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />
door opbouw/inbouw te<br />
waarborgen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />
– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />
Functies in combinatie met functie-uitbreiding 0 – 10 V (accessoires)<br />
Functies<br />
11<br />
Vitotronic<br />
100 200 300 300-K 200-H<br />
0 – 10-V-ingang aVF<br />
Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur<br />
x x x x –<br />
en<br />
Ketelvrijgave in meerketelinstallaties x – – – –<br />
Schakeluitgang aBJ (spanningsloos contact)<br />
Nachtcontact (roor de signalering van de verlaagde werking en het – x x x x<br />
schakelen van de CV-pomp op lager toerental)<br />
of<br />
Schakelen van een toevoerpomp – – – – x<br />
Functie-uitbreiding in installaties met 1 ketel<br />
Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />
Ketelcircuitregeling<br />
Vitotronic 200<br />
of<br />
Vitotronic 300<br />
of<br />
Vitotronic 100 (codering ”01:1”)<br />
Functie<br />
Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />
0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />
5819 426 NL<br />
72 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Functie-uitbreiding in meerketelinstallaties<br />
Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />
Ketelcircuitregeling<br />
Vitotronic 100<br />
en<br />
Vitotronic 300-K<br />
Functie-uitbreiding op Vitotronic 300-K aansluiten<br />
Meerketelinstallatie met cascade van derden<br />
Vitotronic 100 (codering ”01:3”)<br />
met vrijgave via 0 – 10 V-signaal<br />
Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />
Functie<br />
Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />
0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />
Ketelcircuitregeling via 0 - 10-V-bijschakeling<br />
0tot1V<br />
– Verwarmingsketel geblokkeerd<br />
– Smoorklep dicht<br />
– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp uit<br />
1 tot 10 V<br />
– Temperatuurinstelling voor verwarmingsketel<br />
– Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur<br />
gehouden<br />
– Smoorklep open<br />
– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp vrijgegeven<br />
Opmerking<br />
Bij de hoofdketel moet de spanning meer dan 1 V zijn.<br />
Vitotronic 100<br />
met 0 - 10 V-signaal en vrijgave via schakeluitgang aVH<br />
Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />
Verwarmingsketel is vrijgegeven, de minimumtemperatuur wordt<br />
aangehouden<br />
1 - 10 V extra temperatuurinstelling<br />
Opmerking<br />
Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />
11<br />
Boilertemperatuursensor<br />
Bestelnr. 7450 633<br />
Technische gegevens<br />
Kabellengte<br />
5,8 m, stekkerklaar<br />
Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />
door opbouw/inbouw te<br />
garanderen<br />
Toegest. omgevingstemperatuur<br />
– tijdens werking 0 tot +90 °C<br />
– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />
Dompelhuls<br />
Bestelnr. 7819 693<br />
R ½ x 200 mm<br />
Voor boilertemperatuursensor, bij Viesmann warmwaterboilers<br />
meegeleverd.<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 73
Regelingen (vervolg)<br />
Hulprelais<br />
Bestelnr. 7814 681<br />
Met 4 verbreekcontacten en 4 maakcontacten.<br />
Technische gegevens<br />
Spoelspanning<br />
Nom. stroom (I th )<br />
230 V~/50 Hz<br />
16 A<br />
Contrastekkers fA en lÖ<br />
Bestelnr. 7408 790<br />
Nodig bij brander van derden zonder contrastekkers.<br />
11<br />
Communicatiemodule LON<br />
Bestelnr. 7172 173<br />
(alleen bij installaties met één ketel)<br />
Elektronische printplaat voor de gegevensuitwisseling met verwarmingscircuitregelingen<br />
Vitotronic 200-H, Vitocom 300 en voor<br />
aansluiting op bovenliggende gebouw-managementsystemen.<br />
Verbindingskabels zie hoofdstuk ”Vitocom”.<br />
LON-verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen<br />
Bestelnr. 7143 495<br />
Kabellengte 7 m, stekkerklaar.<br />
Verlenging van de verbindingskabel<br />
& Geïnstalleerde afstand 7 tot 14 m:<br />
– 2 verbindingskabels (7,0 m lang)<br />
Bestelnr. 7143 495<br />
– 1 LON-koppeling RJ45<br />
Bestelnr. 7143 496<br />
& Geïnstalleerde afstand 14 tot 900 m met verbindingsstekkers:<br />
– 2 LON-verbindingsstekkers<br />
Bestelnr. 7199 251<br />
– 2-aderige kabel, CAT5, afgeschermd of JY(St) Y 2 x 2 x 0,8<br />
van installateur<br />
& Geïnstalleerde afstand 14 tot 900 m met aansluitdozen:<br />
– 2 verbindingskabels (7,0 m lang)<br />
Bestelnr. 7143 495<br />
– 2-aderige kabel, CAT5, afgeschermd of JY(St) Y 2 x 2 x 0,8<br />
van installateur<br />
– 2 LON-aansluitdozen RJ45, CAT6<br />
Bestelnr. 7171 784<br />
Afsluitweerstand (2 stuks)<br />
Bestelnr. 7143 497<br />
Voor afsluiting van de LON-BUS op de eerste en laatste regeling.<br />
5819 426 NL<br />
74 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
11.8 Lokale aansluitingen<br />
Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of Vitotronic 300, type GW2<br />
Stekker aVD<br />
Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />
brander resp. sluiten van de mengklep.<br />
Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />
de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />
Opmerking<br />
Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />
vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />
verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />
resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />
Stekker aVH<br />
A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />
B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
A en B zijn spanningsloze contacten.<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />
”Open”<br />
Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />
worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />
worden geopend.<br />
Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />
de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />
aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Werkingsprogramma's<br />
Symbool Betekenis<br />
9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />
w<br />
Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />
rw<br />
Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />
Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />
handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />
open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />
A Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />
B Externe vraag<br />
A en B zijn spanningsloze contacten.<br />
Externe vraag<br />
Door sluiten van het contact B wordt de brander van de verwarmingsketel<br />
lastafhankelijk ingeschakeld.<br />
De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />
ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />
temperatuurregelaar.<br />
Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />
Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />
& Contact A open:<br />
modulerende werking<br />
& Contact A gesloten:<br />
tweetraps werking<br />
Codeeradres ”02” overeenkomstig instellen.<br />
11<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 75
Regelingen (vervolg)<br />
Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en Vitotronic 100, type GC1<br />
via LON<br />
Stekker aVD en aVH op Vitotronic 300-K<br />
Externe vraag<br />
Door sluiten van het contact C wordt de brander van de verwarmingsketel(s)<br />
lastafhankelijk ingeschakeld.<br />
De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />
ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />
temperatuurregelaar.<br />
Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />
Stekker aVD op Vitotronic 100, type GC1<br />
A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />
B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
C Externe vraag<br />
A, B en C zijn spanningsloze contacten.<br />
11<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />
”Open”<br />
Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />
worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />
worden geopend.<br />
Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />
de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />
aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Werkingsprogramma's<br />
Symbool Betekenis<br />
9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />
w<br />
Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />
rw<br />
Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />
Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />
handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />
open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />
Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />
brander resp. sluiten van de mengklep.<br />
Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />
de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />
Opmerking<br />
Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />
vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />
verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />
resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />
A Verwarmingsketel blokkeren<br />
B Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste inschakelen<br />
A en B zijn spanningsloze contacten.<br />
Verwarmingsketel blokkeren<br />
& Contact A gesloten:<br />
De verwarmingsketel is geblokkeerd en wordt uit de ketelvolgorde<br />
genomen, d.w.z. smoorklep resp. 3-weg-mengklep voor de<br />
constante retourtemperatuurregeling wordt gesloten, bijmengof<br />
ketelcircuitpomp wordt uitgeschakeld. De warmtevoorziening<br />
moet door de overige verwarmingsketels plaatsvinden.<br />
Opmerking<br />
Wanneer alle verwarmingsketels geblokkeerd zijn of geen overige<br />
verwarmingsketels beschikbaar zijn, is er geen vorstbescherming<br />
voor de verwarmingsinstallatie.<br />
& Contact A geopend:<br />
De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />
geplaatst.<br />
Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste<br />
inschakelen<br />
& Contact B gesloten:<br />
Verwarmingsketel wordt in de ketelvolgorde als laatste ingeschakeld.<br />
De overige verwarmingsketels nemen de warmtevoorziening<br />
van de verwarmingsinstallatie over.<br />
Wanneer de capaciteit van de overige verwarmingsketel onvoldoende<br />
is, wordt de verwarmingsketel ingeschakeld.<br />
& Contact B geopend:<br />
De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />
geplaatst.<br />
5819 426 NL<br />
76 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installaties met 1 ketel<br />
Werking met tweetraps brander<br />
& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />
wordt aangesloten.<br />
& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />
de veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of<br />
EN 12953 afhankelijk.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codeeradres ”06” voor elektronische<br />
95 °C 85 °C<br />
begrenzing van de maximum-<br />
temperatuur (Vitotronic 100)<br />
Maximumtemperatuur van de<br />
lokale regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
A 1. brandertrap ”Aan”<br />
B 2. brandertrap ”Aan”<br />
C Extern lastafhankelijk inschakelen<br />
Opmerking<br />
Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen<br />
met extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket<br />
voor veiligheidstemperatuur 120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />
Werking met modulerende brander<br />
A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />
regeling.<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />
ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
11<br />
Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />
mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />
De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />
5819 426 NL<br />
Extern lastafhankelijk inschakelen<br />
Met het sluiten van het spanningsloze contact tussen de klemmen<br />
”2” en ”3” op de steekverbinding aVH wordt de brander van de verwarmingsketel<br />
lastafhankelijk ingeschakeld.<br />
De verwarmingsketel werkt constant op de ingestelde gewenste<br />
temperatuur.<br />
De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />
ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />
temperatuurregelaar.<br />
De gewenste waarde wordt via de codering ”9b” ingesteld.<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
& Codering ”01:1” (bij levering)<br />
& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />
bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) worden ingesteld.<br />
De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />
(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) gehouden.<br />
A Stekker naar de regeling<br />
B 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />
C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />
D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />
E Stekker naar de brander<br />
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />
BK zwart<br />
BN bruin<br />
BU blauw<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 77
Regelingen (vervolg)<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />
minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
Aansluiting modulerende brander:<br />
& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />
& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />
naar de stekker lÖ op de brander.<br />
& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />
5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />
van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
& Codering ”01:1” (bij levering)<br />
& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />
bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) worden ingesteld.<br />
De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />
(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) gehouden.<br />
& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />
wordt aangesloten.<br />
& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />
de veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of<br />
EN 12953 afhankelijk.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codeeradres ”06” voor elektronische<br />
95 °C 85 °C<br />
begrenzing van de maximum-<br />
temperatuur (Vitotronic 100)<br />
Maximumtemperatuur van de<br />
lokale regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
Opmerking<br />
Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen<br />
met extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket<br />
voor veiligheidstemperatuur 120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />
11<br />
Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de Vitotronic 100, type GC1<br />
Werking met tweetraps brander<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />
ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
A 1. brandertrap ”Aan”<br />
B 2. brandertrap ”Aan”<br />
C Ketelvrijgave<br />
Smoorklep ”Open” of ”Dicht”<br />
A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />
regeling.<br />
Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />
stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />
lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />
plaatsvinden.<br />
Opmerking<br />
Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />
beslist vereist.<br />
Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />
Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />
mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />
De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />
Ketelvrijgave, smoorklep<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />
& Contact gesloten:<br />
Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />
Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />
van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />
extern worden geschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />
Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />
wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />
5819 426 NL<br />
78 VIESMANN Olie-/gasketel
Regelingen (vervolg)<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
Codering ”01:3”.<br />
De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />
veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of EN 12953<br />
afhankelijk.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codeeradres ”06” voor elektronische 95 °C 85 °C<br />
begrenzing van de maximumtemperatuur<br />
(Vitotronic 100)<br />
Maximumtemperatuur van de lokale<br />
regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
Opmerking<br />
Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen met<br />
extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket voor veiligheidstemperatuur<br />
120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />
Werking met modulerende brander<br />
Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />
stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />
lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />
plaatsvinden.<br />
Opmerking<br />
Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />
beslist vereist.<br />
Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />
minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
Aansluiting modulerende brander:<br />
& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />
& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />
naar de stekker lÖ op de brander.<br />
& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />
5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />
van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />
Ketelvrijgave, smoorklep<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />
& Contact gesloten:<br />
Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />
Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />
van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />
extern worden geschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />
Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />
wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />
11<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
Codering ”01:3”.<br />
De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />
veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of EN 12953<br />
afhankelijk.<br />
A Stekker naar de regeling<br />
B Ketelvrijgave<br />
Smoorklep ”Open” of ”Dicht”<br />
C 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />
D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />
E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />
F Stekker naar de brander<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codeeradres ”06” voor elektronische 95 °C 85 °C<br />
begrenzing van de maximumtemperatuur<br />
(Vitotronic 100)<br />
Maximumtemperatuur van de lokale<br />
regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
Opmerking<br />
Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen met<br />
extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket voor veiligheidstemperatuur<br />
120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />
5819 426 NL<br />
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />
BK zwart<br />
BN bruin<br />
BU blauw<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 79
Regelingen (vervolg)<br />
Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON<br />
De Vitotronic-regelingen beschikken over een open, gestandaardiseerde<br />
poort ”LON” (Local Operating Network).<br />
Dit universeel inzetbare, decentrale netwerk voor automatisering<br />
in gebouwen maakt behalve de communicatie van de Vitotronicregelingen<br />
onderling de bijschakeling van lokale systemen en<br />
apparaten van derden mogelijk.<br />
Zo kunnen bijv. regelingen voor afzonderlijke ruimtes of gebouwbeheersystemen<br />
direct op Vitotronic-regelingen worden aangesloten.<br />
Wijzigingen, uitbreidingen en onderhoudswerkzaamheden zijn<br />
altijd tijdens bedrijf mogelijk.<br />
Appendix<br />
12.1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen<br />
Algemeen over warmwater-generatoren voor lage druk met veiligheidstemperaturen tot 110 ºC<br />
12<br />
Het druktoestel (warmwater-generator) is volgens TRD 702<br />
gebouwd en moet volgens deze technische richtlijn worden uitgerust.<br />
De in deze technische richtlijn genoemde bedrijfsvoorwaarden<br />
moeten in acht worden genomen. Met betrekking tot het<br />
aangetoonde thermische vermogen en de verwarmingstechnische<br />
eisen voldoet deze afhankelijk van het type aan:<br />
& DIN 4702 resp. EN 303<br />
& EN 297<br />
& EN 483<br />
& EN 677<br />
(zie gegevens op het typeplaatje en in de bijgevoegde documentatie).<br />
Bij de installatie en inbedrijfstelling van deze verwarmingsketel<br />
moeten behalve de lokale bouwvoorschriften en<br />
voorschriften voor stookinstallaties nog de volgende normen,<br />
regels en richtlijnen in acht worden genomen:<br />
& DIN 18160-1: rookgasinstallaties (ontwerpuitvoeringen).<br />
& DIN 1988: technische richtlijnen voor tapwaterinstallaties<br />
(TRWI).<br />
& DIN 4753: waterverwarmingsinstallaties voor tap- en bedrijfswater.<br />
& EN 12828: verwarmingssystemen in gebouwen - ontwerp van<br />
warmwater-verwarmingsinstallaties.<br />
& EN 13384: rookgasinstallaties - warmte- en stromingstechnische<br />
berekeningen.<br />
& Bovendien EN 12953 in acht nemen bij:<br />
– warmwater-generatoren voor lage druk met veiligheidstemperaturen<br />
> 110 tot 120 ºC.<br />
& EN 12953-1: groot-waterruimketel – algemeen.<br />
& EN 12953-6: groot-waterruimketel – eisen aan de uitrusting.<br />
& EN 12953-7: groot-waterruimketel – eisen aan stookinstallaties<br />
voor vloeibare en gasvormige brandstoffen voor de verwarmingsketel<br />
& EN 12953-8: groot-waterruimketel – eisen aan veiligheidskleppen<br />
& EN 12953-10: groot-waterruimketel – eisen aan voedings- en<br />
ketelwater<br />
Toepassing van oliestook<br />
& DIN 4755: oliestookinstallaties.<br />
& DIN 4787-1 olie-verstuivingsbrander (verbruik meer dan<br />
100 kg/h).<br />
& DIN 51603-1: vloeibare brandstoffen, lichte huisbrandolie, minimumeisen.<br />
& EN 230: olie-verstuivingsbrander in monoblok-uitvoering –<br />
inrichtingen voor de veiligheid, de bewaking en de regeling<br />
evenals veiligheidstijden.<br />
& EN 267: oliebrander met ventilator.<br />
Toepassing van gasstook<br />
& EN 298: branderautomaten voor gasbranders en gastoestellen<br />
met en zonder ventilator.<br />
& EN 676: gasbrander met ventilator.<br />
Gasinstallatie<br />
De gasinstallatie moet volgens de technische aansluitvoorwaarden<br />
van de gasmaatschappij door de installateur worden uitgevoerd.<br />
De installatie moet overeenkomstig de genoemde<br />
voorwaarden worden gebruikt.<br />
Leidingaansluitingen<br />
De leidingaansluitingen op de verwarmingsketel moet zonder<br />
belasting en spanning worden uitgevoerd.<br />
Elektrische installatie<br />
De elektrische aansluiting en de elektrische installatie moeten volgens<br />
de NEN-bepalingen en de technische aansluitvoorwaarden<br />
van de elektriciteitsmaatschappij worden uitgevoerd.<br />
& DIN VDE 0100: Installeren van sterkstroominstallaties met nom.<br />
spanning tot 1000 V.<br />
& DIN VDE 0116: Elektrische uitrusting van stookinstallaties.<br />
5819 426 NL<br />
80 VIESMANN Olie-/gasketel
Appendix (vervolg)<br />
Bedieningshandleiding<br />
De installateur van de installatie moet volgens EN 12828, hoofdstuk<br />
5 en EN 12170/12171 een bedieningshandleiding voor de<br />
gehele installatie beschikbaar stellen.<br />
Rookgasinstallatie<br />
Voor HR-installaties moeten bouwtechnisch goedgekeurde of CEgemarkeerde<br />
rookgasleidingen worden gebruikt.<br />
12<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 81
Index (vervolg)<br />
12<br />
Veiligheidsdrukbegrenzer ............................................... 43<br />
A<br />
Aansluiting modulerende brander ................................. 78-79<br />
Aanvoertemperatuur .............................................. 5-10, 49<br />
Aanvoertemperatuur ...................................................... 40<br />
Accessoires voor de geluidsisolatie ................................... 48<br />
Afstanden .................................................................... 45<br />
Afstanden tot mondingen van schoorstenen ........................ 45<br />
Afstanden tot rookgasleidingen ........................................ 45<br />
B<br />
Bedrijfsvoorwaarden ................................................... 5-10<br />
Beschermende maatregelen tegen corrosie ........................ 50<br />
Bijmengpomp ............................................................... 41<br />
Blokkeren extern ....................................................... 75-76<br />
Brandbaar materiaal ...................................................... 40<br />
Brander ...................................................................... 44<br />
Brandstoffen ................................................................ 44<br />
Buitentemperatuursensor ................................................ 57<br />
C<br />
Cascade van derden ...................................................... 73<br />
Chemicaliën voor de bescherming tegen corrosie ................. 50<br />
Configuratie ............................................................ 40, 45<br />
Contactgeluidsisolatie .................................................... 48<br />
Corrosie ...................................................................... 49<br />
Corrosie aan waterzijde .................................................. 49<br />
CV-pomp ..................................................................... 42<br />
D<br />
Divicon verwarmingscircuit-verdeling ................................. 42<br />
Dompeltemperatuurregelaar ............................................ 68<br />
E<br />
Eisen aan de installatieruimte .......................................... 39<br />
Energiebesparing ................................................ 60, 62, 64<br />
Expansievat ............................................................ 41, 49<br />
Extern blokkeren ....................................................... 75-76<br />
Extern lastafhankelijk inschakelen ................................ 75-77<br />
Extern omschakelen getrapte/modulerende brander .............. 75<br />
Externe branderinschakeling ....................................... 77-79<br />
Externe vraag ........................................................... 75-76<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling .................... 75-76<br />
Extra functies ........................................................... 75-76<br />
F<br />
Functie-uitbreiding ........................................................ 72<br />
G<br />
Geluidsisolatie ............................................................. 47<br />
getrapte/modulerende brander ......................................... 75<br />
Gewenste ketelwatertemperatuur ..................................... 72<br />
H<br />
Halogeenkoolwaterstoffen ............................................... 39<br />
I<br />
Inschakelen lastafhankelijk ......................................... 75-77<br />
Installatie met 1 ketel ..................................................... 77<br />
Installatieruimte ............................................................ 39<br />
Installaties met één ketel ................................................ 53<br />
Instelling extra gewenste waarde .................................. 72-73<br />
Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur ....... 72<br />
K<br />
Ketelafdekking ............................................................. 40<br />
Ketelcircuitpomp ........................................................... 41<br />
Ketelcircuitregelingen .................................................... 52<br />
Ketelthermometer ......................................................... 43<br />
Ketelvolgorde ............................................................... 76<br />
Ketelvrijgave ............................................................ 78-79<br />
Ketelvrijgave in meerketelinstallatie .................................. 72<br />
Klemtemperatuurregelaar ............................................... 69<br />
L<br />
Laagste ketelwatertemperatuur ..................................... 5-10<br />
Laagwaterstandbeveiliging .............................................. 43<br />
Levering ..................................................................... 39<br />
Lokale regeling ......................................................... 77-78<br />
Luchtgeluidsisolatie ....................................................... 47<br />
M<br />
Maximaalpressostaat ..................................................... 43<br />
Maximale drukbegrenzing ............................................... 43<br />
Meerketelinstallatie ....................................................... 78<br />
Meerketelinstallaties ...................................................... 54<br />
Membraan-expansievat .................................................. 49<br />
Mengklep open ......................................................... 75-76<br />
Minimale drukbegrenzing ................................................ 43<br />
Modulerende brander ................................................ 77, 79<br />
N<br />
Nachtcontact ................................................................ 72<br />
Noodschakelaar ........................................................... 40<br />
Normrendement ......................................................... 5-10<br />
O<br />
Ontlastpot ................................................................... 43<br />
Opstelling .................................................................... 39<br />
P<br />
Pompgestuurde drukregelsystemen .................................. 41<br />
R<br />
Regelingen .................................................................. 52<br />
Rendementsrichtlijn .............................................. 5, 7, 9-10<br />
Rendementsverhoging ................................................... 50<br />
Richtlijn drukapparatuur ................................................. 7-8<br />
Richtlijn gastoestellen ................................................. 5-10<br />
Ruimtetemperatuursensor ............................................... 70<br />
S<br />
Schakelen van een toevoerpomp ...................................... 72<br />
Schakelkasten .............................................................. 52<br />
Schakelklok ............................................................ 60, 64<br />
Schakelpunten ............................................................. 56<br />
Schakeluitgang ............................................................. 72<br />
Schoorsteendiagrammen ................................................ 46<br />
Smoorklep ............................................................... 78-79<br />
Stekker aVD ............................................................. 75-76<br />
Stookverordening .......................................................... 45<br />
Storingsmeldingen extern ............................................... 71<br />
Systeemaccessoires ...................................................... 42<br />
T<br />
Temperatuurregelaar ..................................................... 43<br />
& dompeltemperatuur ..................................................... 68<br />
& klemtemperatuur ........................................................ 69<br />
Temperatuursensor<br />
& Buitentemperatuur ...................................................... 57<br />
& Ruimtetemperatuur ..................................................... 70<br />
Therm-Control .......................................................... 5, 7-8<br />
Tweetraps brander .................................................... 77-78<br />
5819 426 NL<br />
82 VIESMANN Olie-/gasketel
Index (vervolg)<br />
V<br />
Veiligheidsmaatregelen .................................................. 40<br />
Veiligheidstechnische uitrusting ....................................... 42<br />
Veiligheidstemperatuur .............................................. 40, 43<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer ..................................... 43<br />
Verbrandingslucht ......................................................... 39<br />
Vereisten volgens de stookverordening .............................. 45<br />
Verplaatsing ................................................................ 39<br />
Verwarmingsaansluitingen .............................................. 41<br />
Verwarmingscircuit-verdeling ........................................... 42<br />
& Divicon ..................................................................... 29<br />
Verwarmingsketel blokkeren ............................................ 76<br />
Vitotrol<br />
& 200 ......................................................................... 69<br />
& 300 ......................................................................... 70<br />
W<br />
Waterbehandeling ......................................................... 50<br />
Waterkwaliteit, richtwaarden voor de ................................. 48<br />
Werkingsprogramma-omschakeling .............................. 75-76<br />
Z<br />
Zoutarm water .............................................................. 49<br />
Zouthoudend water ........................................................ 49<br />
12<br />
5819 426 NL<br />
Olie-/gasketel VIESMANN 83
Technische wijzigingen voorbehouden.<br />
<strong>Viessmann</strong> Nederland B.V.<br />
Postbus 322<br />
2900 AH Capelle a/d IJssel<br />
Tel. : 010-458 44 44<br />
Fax : 010-458 70 72<br />
e-mail : info@viessmann.nl<br />
www.viessmann.com<br />
84 VIESMANN Olie-/gasketel<br />
5819 426 NL Gedrukt op milieuvriendelijk,<br />
chloorvrij gebleekt papier