10.11.2014 Views

Ontwerp handleiding4.2 MB - Viessmann

Ontwerp handleiding4.2 MB - Viessmann

Ontwerp handleiding4.2 MB - Viessmann

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VIESMANN<br />

Olie-/gasketel<br />

80 tot 1950 kW<br />

<strong>Ontwerp</strong>handleiding<br />

<strong>Ontwerp</strong>- en bedrijfsinstructies voor verwarmings- en<br />

warmwatergenerator tot 110 ºC volgens<br />

EN 12828 resp. tot 120 ºC volgens EN 12953<br />

VITOPLEX 200<br />

VITOPLEX 300<br />

VITOROND 200<br />

VITOROND 200<br />

type SX2<br />

type TX3<br />

type VD2A<br />

type VD2<br />

5819 426 NL 4/2008


Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

1. Vitoplex 200, type SX2, 90 tot<br />

560 kW<br />

2. Vitoplex 200, type SX2, 700 tot<br />

1950 kW<br />

3. Vitoplex 300, type TX3, 80 tot<br />

460 kW<br />

4. Vitoplex 300, type TX3, 575 tot<br />

1750 kW<br />

5. Vitorond 200, type VD2A, 125 tot<br />

270 kW<br />

6. Vitorond 200, type VD2, 320 tot<br />

1080 kW<br />

1. 1 Productbeschrijving . ................................................ 5<br />

1. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 5<br />

2. 1 Productbeschrijving . ................................................ 6<br />

2. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen . ................. 6<br />

3. 1 Productbeschrijving . ................................................ 7<br />

3. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 7<br />

4. 1 Productbeschrijving . ................................................ 8<br />

4. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 8<br />

5. 1 Productbeschrijving . ................................................ 9<br />

5. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control. . . 9<br />

6. 1 Productbeschrijving . ................................................ 10<br />

6. 2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen . ................. 10<br />

7. Brander 7. 1 Technische gegevens Vitoflame 100, type VEH III . . . . ..................... 11<br />

7. 2 Technische gegevens Vitoflame 100, type VG III . . . . . ..................... 14<br />

8. Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />

8. 1 Productbeschrijving . ................................................ 18<br />

8. 2 Technische gegevens ................................................ 19<br />

&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex en Vitorond (tot 560 kW). . . 19<br />

&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 300, type TX3 (575 tot 1750<br />

kW).............................................................. 20<br />

&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 200, type SX2 (700 tot<br />

1950 kW) . ........................................................ 23<br />

&Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitorond 200 (630 tot 1080 kW) . . . . 25<br />

&Doorstroomweerstandverwarmingswaterzijde .......................... 27<br />

&Vermogensgegevens . . . ............................................ 28<br />

&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 28<br />

9. Installatie-accessoires 9. 1 Technische gegevens ................................................ 29<br />

&Accessoiresvoorverwarmingscircuits................................. 29<br />

10. <strong>Ontwerp</strong>handleiding 10. 1Levering,verplaatsingenopstelling .................................... 39<br />

&Levering.......................................................... 39<br />

&Verplaatsingenopstelling........................................... 39<br />

&Installatieruimte ................................................... 39<br />

&Belastbareketelafdekking........................................... 40<br />

10. 2Configuratievandeinstallatie ......................................... 40<br />

&Aanvoertemperaturen .............................................. 40<br />

&Veiligheidstemperaturen ............................................ 40<br />

&Keuze van het nominale vermogen .................................... 40<br />

&Eisenvoordeverwarmingsbelasting .................................. 41<br />

&Pompgestuurde drukregelsystemen . . . ................................ 41<br />

10. 3Hydraulischeintegratie............................................... 41<br />

&Verwarmingsaansluitingen. . . ........................................ 41<br />

&Ketelcircuit- en bijmengpompen . . .................................... 41<br />

&Systeemaccessoires ............................................... 42<br />

&Toepassingsvoorbeelden ............................................ 42<br />

10. 4 Veiligheidstechnische uitrusting . . . .................................... 42<br />

&Algemene aanwijzingen . ............................................ 43<br />

&Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires . . ..................... 43<br />

10. 5 Brandstoffen . . . .................................................... 44<br />

10. 6 Brander . . . ........................................................ 44<br />

&Geschikte brander . ................................................ 44<br />

&Montage van de brander ............................................ 44<br />

&Afstelling van de brander ............................................ 45<br />

10. 7Rookgasgeleiding................................................... 45<br />

&Vereisten volgens stookverordening. . . ................................ 45<br />

&Configuratievanderookgasinstallatie................................. 45<br />

&Schoorsteendiagrammen. ........................................... 46<br />

10. 8Geluidsisolatie...................................................... 47<br />

&Luchtgeluidsisolatie................................................ 47<br />

&Contactgeluidsisolatie.............................................. 48<br />

&Accessoiresvoordegeluidsisolatie ................................... 48<br />

5819 426 NL<br />

2 VIESMANN Olie-/gasketel


Inhoudsopgave (vervolg)<br />

10. 9Richtwaardenvoordewaterkwaliteit ................................... 48<br />

&Verwarmingsinstallaties met werktemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift<br />

(VDI 2035) ........................................................ 48<br />

&Verwarmingsinstallaties met toegestane aanvoertemperaturen boven 100 ºC . 49<br />

&Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde. ..................... 49<br />

10.10Vitotrans300rookgas-/water-warmtewisselaar........................... 50<br />

&Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor<br />

rendementsverhoging . . ............................................ 50<br />

&Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar............................................................<br />

50<br />

&Berekening van de mogelijke energiebesparing (B E ) ..................... 51<br />

&Hydraulischeintegratie ............................................. 51<br />

&Condenswater en neutralisatie . . . .................................... 51<br />

&Opstelling neutralisatie-inrichting . .................................... 52<br />

5819 426 NL<br />

11. Regelingen 11. 1 Overzicht ketelcircuitregelingen en schakelkasten . . . ..................... 52<br />

&Installatiesmetéénketel............................................ 53<br />

&Meerketelinstallaties ............................................... 54<br />

&Schakelpunten .................................................... 56<br />

11. 2 Componenten bij levering. ............................................ 57<br />

&Toekenning van de regelingstypen .................................... 57<br />

&Keteltemperatuursensor ............................................ 57<br />

&Boilertemperatuursensor............................................ 57<br />

&Buitentemperatuursensor ........................................... 57<br />

11. 3 Vitotronic 100, type GC1, bestelnr. 7248 083 . ............................ 58<br />

&Technische gegevens. . . ............................................ 58<br />

&Leveringsomvang.................................................. 59<br />

&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 59<br />

11. 4 Vitotronic 200, type GW1, bestelnr. 7248 084. ............................ 59<br />

&Technische gegevens. . . ............................................ 59<br />

&Bijlevering........................................................ 61<br />

&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 61<br />

11. 5 Vitotronic 300, type GW2, bestelnr. 7248 085. ............................ 61<br />

&Technische gegevens. . . ............................................ 61<br />

&Bijlevering........................................................ 63<br />

&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 63<br />

11. 6 Vitotronic 300-K, type MW1, bestelnr. 7248 233. . . . . . ..................... 64<br />

&Technische gegevens. . . ............................................ 64<br />

&Leveringsomvang.................................................. 65<br />

&Gecertificeerdekwaliteit............................................. 66<br />

11. 7 Regelingsaccessoires. ............................................... 66<br />

&Toekennen van accessoires aan het regelingstype . . ..................... 66<br />

&Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep . . . ............. 66<br />

&Mengklepmotor voor flensmengklep . . . ................................ 67<br />

&Stekker sÖ. ....................................................... 67<br />

&Stekker gS. ....................................................... 67<br />

&Stekkervoorsensoren.............................................. 67<br />

&Klemtemperatuursensor............................................. 68<br />

&Dompeltemperatuursensor .......................................... 68<br />

&Dompeltemperatuurregelaar......................................... 68<br />

&Klemtemperatuurregelaar . . . ........................................ 69<br />

&OpmerkingvoorVitotrol200en300................................... 69<br />

&Vitotrol200 ....................................................... 69<br />

&Vitotrol300 ....................................................... 70<br />

&Ruimtetemperatuursensor........................................... 70<br />

&Rookgastemperatuursensor ......................................... 70<br />

&Externe aansturing . ................................................ 71<br />

&Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen. ..................... 71<br />

&Functie-uitbreiding 0–10V........................................... 72<br />

&Functies in combinatie met functie-uitbreiding 0 – 10V(accessoires)........ 72<br />

&Boilertemperatuursensor............................................ 73<br />

&Dompelhuls....................................................... 73<br />

&Hulprelais ........................................................ 74<br />

&Contrastekkers fA en lÖ. ........................................... 74<br />

&Communicatiemodule LON . . ........................................ 74<br />

&LON-verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen . . . ..... 74<br />

&Verlenging van de verbindingskabel . . . ................................ 74<br />

&Afsluitweerstand(2stuks)........................................... 74<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 3


Inhoudsopgave (vervolg)<br />

11. 8 Lokale aansluitingen . ................................................ 75<br />

&Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of<br />

Vitotronic 300, type GW2 ............................................ 75<br />

&Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en<br />

Vitotronic 100, type GC1 via LON . .................................... 76<br />

&Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installatiesmet1ketel<br />

.................................................... 77<br />

&Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de<br />

Vitotronic 100, type GC1 ............................................ 78<br />

&Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON . . . ..................... 80<br />

12. Appendix 12. 1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen . . . ..................... 80<br />

&Algemeen over warmwater-generatoren voor lage druk met veiligheidstemperaturentot110ºC<br />

.................................................. 80<br />

&Gasinstallatie ..................................................... 80<br />

&Leidingaansluitingen . . . ............................................ 80<br />

&Elektrischeinstallatie............................................... 80<br />

&Bedieningshandleiding. . ............................................ 81<br />

&Rookgasinstallatie ................................................. 81<br />

13. Index ........................................................................ 82<br />

5819 426 NL<br />

4 VIESMANN Olie-/gasketel


Vitoplex 200, type SX2, 90 tot 560 kW<br />

1.1 Productbeschrijving<br />

Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />

Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />

Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />

110 ºC<br />

Toegestane werkdruk 4 bar<br />

& CE-markering:<br />

– CE-0085 BQ 0020 (90 tot 400 kW) volgens rendementsrichtlijn<br />

92/42/EEG<br />

en<br />

– CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen90/396/EEG<br />

& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur.<br />

Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />

88 % (H s )/94 % (H i ).<br />

Verbetering van het normrendement door condensatiebenutting<br />

met Vitotrans 300.<br />

& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard voor schone<br />

verbranding met lage uitstoot van stikstofoxide.<br />

& Geen minimumdebiet van het verwarmingswater vereist, goede<br />

interne circulatie ook zonder ketelcircuitpomp.<br />

& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control voor eenvoudige<br />

hydraulische integratie – bijmengpomp en retourtemperatuurverhoging<br />

zijn overbodig.<br />

& Geen laagwaterstandbeveiliging nodig tot 300 kW.<br />

& Gemakkelijke verplaatsing naar stookruimtes en plaatsbesparende<br />

opstelling door compacte constructie – belangrijk bij<br />

modernisering.<br />

& Alle aansluitingen voor de veiligheidstechnische uitrusting aanwezig.<br />

Geen extra aanvoertussenstuk nodig.<br />

& Lange branderlooptijden en minder schakelintervallen door<br />

grote waterinhoud sparen het milieu.<br />

& Unit olie-/gasventilatorbrander Vitoflame 100 tot 270 kW<br />

beschikbaar.<br />

& Fastfix-montagesysteem voor regeling en isolatie.<br />

& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />

door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />

Vitotronic. Gestandaardiseerde LON maakt de complete integratie<br />

mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />

1<br />

1.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />

Vereisten<br />

Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />

1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />

2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde)* 1 Geen<br />

3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />

– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />

4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />

5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />

Geen minimumbelasting vereist<br />

6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />

– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />

Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />

– worden uitgeschakeld<br />

7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />

Opmerking<br />

Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />

5819 426 NL<br />

*1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 5


Vitoplex 200, type SX2, 700 tot 1950 kW<br />

2.1 Productbeschrijving<br />

2<br />

Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />

Drietreksketel<br />

Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />

Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />

110 ºC<br />

Toegestane werkdruk 6 bar<br />

& CE-markering: CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />

90/396/EEG<br />

& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur.<br />

Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />

88 % (H s )/94 % (H i ).<br />

Verbetering van het normrendement door condensatiebenutting<br />

met Vitotrans 300.<br />

& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor<br />

een schone verbranding met geringe schadelijke uitstoot van<br />

stikstofoxide.<br />

& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />

en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />

circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />

hydraulische integratie.<br />

& Lange branderlooptijden en minder schakelintervallen door<br />

grote waterinhoud sparen het milieu.<br />

& Gemakkelijke verplaatsing naar installatieruimtes door compacte<br />

constructie – belangrijk bij modernisering.<br />

& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />

& Bij veiligheidstemperaturen tot 110 ºC geen extra aanvoertussenstuk<br />

nodig, de voor de uitrusting benodigde aansluitingen<br />

bevinden zich op de verwarmingsketel.<br />

& Begaanbare ketelafdekking – vereenvoudigt de montage en het<br />

onderhoud.<br />

& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />

door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />

Vitotronic. Gestandaardiseerde LON maakt de complete integratie<br />

mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />

2.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen<br />

Vereisten<br />

Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />

1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />

2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde)* 1 – Oliestook 40 ºC – Oliestook 53 ºC<br />

– Gasstook 53 ºC – Gasstook 53 ºC<br />

3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />

– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />

4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />

5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />

Geen minimumbelasting vereist<br />

6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />

– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />

Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />

– worden uitgeschakeld<br />

7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />

Opmerking<br />

Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />

*1 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />

5819 426 NL<br />

6 VIESMANN Olie-/gasketel


Vitoplex 300, type TX3, 80 tot 460 kW<br />

3.1 Productbeschrijving<br />

Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />

Drietreksketel met meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak<br />

Voor gebruik met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur<br />

Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />

110 resp. 120 ºC<br />

Toegestane werkdruk 4 bar<br />

& CE-markering:<br />

– CE-0085 AQ 0300 (80 tot 405 kW) volgens rendementsrichtlijn<br />

92/42/EEG<br />

en<br />

– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />

tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />

90/396/EEG<br />

of<br />

– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />

tot 120 ºC CE-0035 volgens richtlijn drukapparatuur<br />

97/23/EEG<br />

& Meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak voor een hoge<br />

bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur.<br />

& Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />

90 % (H s )/96 % (H i ).<br />

Stijging van het normrendement door condensatiebenutting met<br />

roestvaststalen rookgas-/water-warmtewisselaar Vitotrans 300.<br />

& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor<br />

een schone verbranding met geringe schadelijke uitstoot van<br />

stikstofoxide.<br />

& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />

en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />

circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />

hydraulische integratie.<br />

& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control vervangt bijmengpomp<br />

of constante retourtemperatuurverhoging en spaart<br />

montagetijd en kosten.<br />

& Compacte bouwijze voor een gemakkelijke plaatsing in stookruimtes<br />

en lage opstelhoogtes.<br />

& Aangebrachte rookgasverzamelkast. De rookgasafvoer is niet<br />

direct op de ketelwand met water gelast, maar op de triplex-buizen<br />

aangebracht die uit de verwarmingsketel steken. Daardoor<br />

wordt de condensatie van de rookgassen in de rookgasafvoer<br />

tegengewerkt.<br />

& Bij veiligheidstemperaturen tot 110 ºC geen extra aanvoertussenstuk<br />

nodig, de voor de uitrusting benodigde aansluitingen<br />

bevinden zich op de verwarmingsketel.<br />

& Tot 300 kW geen laagwaterstandbeveiliging vereist.<br />

& Unit brander tot 460 kW – afgeregeld en met stekkers en bedrading.<br />

& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />

& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />

door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />

Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />

integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />

3<br />

3.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />

Vereisten<br />

Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />

1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />

2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 Geen<br />

3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 40 ºC – Oliestook 50 ºC<br />

– Gasstook 50 ºC – Gasstook 60 ºC<br />

4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />

5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />

Geen minimumbelasting vereist<br />

6. Verlaagde werking Als geen warmte nodig is, kan de verwarmingsketel worden uitgeschakeld.<br />

7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />

Opmerking<br />

Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />

5819 426 NL<br />

*1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 7


Vitoplex 300, type TX3, 575 tot 1750 kW<br />

4.1 Productbeschrijving<br />

Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />

Drietreksketel met meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak<br />

Voor gebruik met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur<br />

Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />

110 resp. 120 ºC<br />

Toegestane werkdruk 6 bar<br />

& CE-markering:<br />

– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />

tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />

90/396/EEG<br />

of<br />

– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />

tot 120 ºC CE-0035 volgens richtlijn drukapparatuur<br />

97/23/EEG<br />

& Meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak voor een hoge<br />

bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur.<br />

& Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />

90 % (H s )/96 % (H i ).<br />

Verbetering van het normrendement door condensatiebenutting<br />

met Vitotrans 300.<br />

& Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor<br />

een schone verbranding met geringe schadelijke uitstoot van<br />

stikstofoxide.<br />

& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />

en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />

circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />

hydraulische integratie.<br />

& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control vervangt bijmengpomp<br />

of constante retourtemperatuurverhoging en spaart<br />

montagetijd en kosten.<br />

& Compacte bouwijze voor een gemakkelijke plaatsing in stookruimtes<br />

en lage opstelhoogtes.<br />

& Aangebrachte rookgasverzamelkast. De rookgasafvoer is niet<br />

direct op de ketelwand met water gelast, maar op de triplex-buizen<br />

aangebracht die uit de verwarmingsketel steken. Daardoor<br />

wordt de condensatie van de rookgassen in de rookgasafvoer<br />

tegengewerkt.<br />

& Bij veiligheidstemperaturen tot 110 ºC geen extra aanvoertussenstuk<br />

nodig, de voor de uitrusting benodigde aansluitingen<br />

bevinden zich op de verwarmingsketel.<br />

& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />

& Begaanbare ketelafdekking – vereenvoudigt de montage en het<br />

onderhoud.<br />

& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />

door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />

Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />

integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />

4<br />

4.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />

Vereisten<br />

Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />

1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />

2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 Geen<br />

3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 40 ºC – Oliestook 50 ºC<br />

– Gasstook 50 ºC – Gasstook 60 ºC<br />

4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />

5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />

Geen minimumbelasting vereist<br />

6. Verlaagde werking Als geen warmte nodig is, kan de verwarmingsketel worden uitgeschakeld.<br />

7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />

Opmerking<br />

Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />

*1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden.<br />

5819 426 NL<br />

8 VIESMANN Olie-/gasketel


Vitorond 200, type VD2A, 125 tot 270 kW<br />

5.1 Productbeschrijving<br />

Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />

Drietreksketel in gietijzeren segmentconstructie (naar keuze als<br />

blok of in afzonderlijke segmenten leverbaar)<br />

Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />

Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />

110 °C<br />

Toegestane werkdruk 6 bar<br />

& CE-markering:<br />

– CE-0085 BS 0005 volgens rendementsrichtlijn 92/42/EEG<br />

en<br />

– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />

tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />

90/396/EEG<br />

& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur.<br />

Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />

88 % (H s )/94 % (H i ).<br />

Stijging van het normrendement tot 12 % door condensatiebenutting<br />

met roestvaststalen rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

Vitotrans 300.<br />

& Drietreksketel, daardoor milieuvriendelijke verbranding met<br />

lage uitstoot van stikstofoxide.<br />

& Eutectoplex-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid<br />

en lange gebruiksduur. De homogene samenstelling<br />

van het eutectische, speciale grijze gietijzer zorgt voor een<br />

gelijkmatige warmtestroom en voorkomt spanningsscheuren.<br />

& Geïntegreerde startschakeling Therm-Control voor eenvoudige<br />

hydraulische integratie – bijmengpomp en retourtemperatuurverhoging<br />

zijn overbodig.<br />

& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />

& Eenvoudige en snelle montage van de afzonderlijke gietijzeren<br />

segmenten door groef- en veersysteem met duurzame elastische<br />

afdichting aan rookgaszijde.<br />

& Geen minimum verwarmingswaterdebiet vereist – brede waterwanden<br />

en grote waterinhoud zorgen voor een goede interne<br />

circulatie en betrouwbare warmteoverdracht – vereenvoudigde<br />

hydraulische integratie.<br />

& Probleemloos transport ook bij moeilijk toegankelijke ruimtes<br />

door segmentconstructie en laag transportgewicht van de<br />

afzonderlijke segmenten.<br />

& De speciale stroming van het water zorgt voor een gelijkmatige<br />

retourtemperatuurverdeling en vermijdt condensvorming bij<br />

lage temperaturen.<br />

& Unit brander – afgeregeld en met stekkers en bedrading.<br />

& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />

door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />

Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />

integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />

5.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control<br />

Vereisten<br />

Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />

1. Verwarmingswaterdebiet Geen<br />

2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 Geen Geen<br />

3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />

– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />

4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />

5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />

Geen minimumbelasting vereist<br />

6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />

– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />

5<br />

Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />

– worden uitgeschakeld<br />

7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />

Opmerking<br />

Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />

5819 426 NL<br />

*1 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 9


Vitorond 200, type VD2, 320 tot 1080 kW<br />

6.1 Productbeschrijving<br />

Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas<br />

Drietreksketel in gietijzeren segmentconstructie<br />

Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur.<br />

Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />

110 ºC<br />

Toegestane werkdruk 6 bar<br />

& CE-markering:<br />

– CE-0085 AS 0002 (tot 380 kW) volgens rendementsrichtlijn<br />

92/42/EEG<br />

en<br />

– voor toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen)<br />

tot 110 ºC CE-0085 volgens richtlijn gastoestellen<br />

90/396/EEG<br />

& Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur.<br />

Normrendement voor werking op lichte huisbrandolie:<br />

88 % (H s )/94 % (H i ).<br />

Stijging van het normrendement door condensatiebenutting met<br />

roestvaststalen rookgas-/water-warmtewisselaar Vitotrans 300.<br />

& Drietreksketel, daardoor milieuvriendelijke verbranding met<br />

lage uitstoot van stikstofoxide.<br />

& Eutectoplex-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid<br />

en lange gebruiksduur. De homogene samenstelling<br />

van het eutectische, speciale grijze gietijzer zorgt voor een<br />

gelijkmatige warmtestroom en voorkomt spanningsscheuren.<br />

& Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage.<br />

& Probleemloos transport ook bij moeilijk toegankelijke installatieruimtes<br />

door segmentconstructie en laag transportgewicht van<br />

de afzonderlijke segmenten.<br />

& Eenvoudige en snelle montage van de afzonderlijke gietijzeren<br />

segmenten door systeem met dubbele groef en duurzame elastische<br />

afdichting aan rookgaszijde.<br />

& De speciale stroming van het water zorgt voor een gelijkmatige<br />

retourtemperatuurverdeling en vermijdt condensvorming bij<br />

lage temperaturen.<br />

& Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie<br />

door communicatief, digitaal regelingssysteem<br />

Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete<br />

integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen.<br />

6.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen<br />

Vereisten<br />

Werking met branderbelasting ≥ 60 % < 60 %<br />

1. Verwarmingswaterdebiet 30% bij nom. vermogen<br />

2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) * 1 – Oliestook 40 ºC – Oliestook 53 ºC<br />

– Gasstook 53 ºC – Gasstook 53 ºC<br />

3. Laagste ketelwatertemperatuur – Oliestook 50 ºC – Oliestook 60 ºC<br />

– Gasstook 60 ºC – Gasstook 65 ºC<br />

4. Tweetraps brander 1. trap 60 % van het nom. vermogen Geen minimumbelasting vereist<br />

5. Modulerende brander Tussen 60 en 100 % van het nom. vermogen<br />

Geen minimumbelasting vereist<br />

6. Verlaagde werking Installaties met één ketel en hoofdketel van installaties met meerdere ketels<br />

– Werking met laagste ketelwatertemperatuur<br />

Volgende ketels van installaties met meerdere ketels<br />

– worden uitgeschakeld<br />

7. Weekendverlaging Zoals verlaagde werking<br />

6<br />

Opmerking<br />

Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 48.<br />

*1 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />

5819 426 NL<br />

10 VIESMANN Olie-/gasketel


Brander<br />

7.1 Technische gegevens Vitoflame 100, type VEH III<br />

Vermogen van de brander 1e/2e trap<br />

Komt overeen met het nom. vermogen van de ketel.<br />

Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex 200<br />

Nom.vermogen van de verwarmingsketel<br />

kW 90 120 150 200 270<br />

Nom. vermogen van de brander<br />

kW 68/97 91/130 114/163 152/217 205/293<br />

1./2. trap<br />

Brandertype VEH III-1SX VEH III-2SX VEH III-3SX VEH III-4SX VEH III-5SX<br />

Olieverbruik<br />

1. trap kg/h 6,6 8,3 9,9 11,9 17,3<br />

liter/h 7,7 9,8 11,8 14,1 20,3<br />

2. trap kg/h 8,3 10,9 13,8 18,3 24,7<br />

liter/h 9,8 12,9 16,4 22,3 29,0<br />

Prototypenr. volgens EN 267<br />

aangevraagd.<br />

Spanning V 230<br />

Frequentie Hz 50<br />

Motortoerental tpm 2800<br />

Uitvoering<br />

tweetraps<br />

Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70<br />

Afmetingen<br />

Lengte (maat a) mm 418<br />

Breedte mm 400<br />

Hoogte (maat b) mm 538<br />

Gewicht kg 26<br />

Aansluitingen<br />

R<br />

⅜<br />

Zuig- en retourleiding op de meegeleverde<br />

olieslangen<br />

Max. toegestane voordruk<br />

in de voedingsleidingen<br />

(bij ringleidingen)<br />

bar 2<br />

Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex 300<br />

Nominaal vermogen<br />

kW 80 105 130 170 225 285<br />

van de verwarmingsketel<br />

Nom. vermogen van de brander kW 61/87 80/115 99/142 130/186 171/245 217/310<br />

1./2. trap<br />

Brandertype VEH III-1TX VEHIII-2TX VEH III-3TX VEH III-4TX VEH III-5TX VEH III-6TX<br />

Olieverbruik<br />

1. trap kg/h 5,2 6,8 8,4 10,9 14,4 18,2<br />

liter/h 6,1 7,9 9,8 12,8 17,0 21,4<br />

2. trap kg/h 7,4 9,6 11,9 15,6 20,6 26,1<br />

liter/h 8,7 11,3 14,0 18,3 24,3 30,7<br />

Prototypenr. volgens EN 267<br />

aangevraagd.<br />

Spanning V 230<br />

Frequentie Hz 50<br />

Motortoerental tpm 2800<br />

Uitvoering<br />

tweetraps<br />

Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70<br />

Afmetingen<br />

Lengte (maat a) mm 418<br />

Breedte mm 400<br />

Hoogte (maat b) mm 538<br />

Gewicht kg 26<br />

Aansluitingen<br />

R<br />

⅜<br />

Zuig- en retourleiding op de meegeleverde<br />

olieslangen<br />

Max. toegestane voordruk<br />

in de voedingsleidingen<br />

(bij ringleidingen)<br />

bar 2<br />

7<br />

5819 426 NL<br />

Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitorond 200<br />

Nominaal vermogen<br />

kW 125 160 195 230 270<br />

van de verwarmingsketel<br />

Nom. vermogen van de brander<br />

kW 95/136 122/174 149/213 175/250 205/293<br />

1./2. trap<br />

Brandertype VEH III-1VD VEH III-2VD VEH III-3VD VEH III-4VD VEH III-5VD<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 11


Brander (vervolg)<br />

Nominaal vermogen<br />

kW 125 160 195 230 270<br />

van de verwarmingsketel<br />

Nom. vermogen van de brander<br />

kW 95/136 122/174 149/213 175/250 205/293<br />

1./2. trap<br />

Olieverbruik<br />

1. trap kg/h 7,9 10,3 12,4 14,7 17,3<br />

liter/h 9,3 12,1 14,5 17,3 20,3<br />

2. trap kg/h 11,5 14,7 17,9 21,0 24,7<br />

liter/h 13,5 17,3 21,0 24,8 29,0<br />

Prototypenr. volgens EN 267<br />

aangevraagd.<br />

Spanning V 230<br />

Frequentie Hz 50<br />

Motortoerental tpm 2800<br />

Uitvoering<br />

tweetraps<br />

Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70<br />

Afmetingen<br />

Lengte (maat a) mm 418<br />

Breedte mm 400<br />

Hoogte (maat b) mm 538<br />

Gewicht kg 26<br />

Aansluitingen<br />

R<br />

⅜<br />

Zuig- en retourleiding op de meegeleverde<br />

olieslangen<br />

Max. toegestane voordruk<br />

in de voedingsleidingen<br />

(bij ringleidingen)<br />

bar 2<br />

Gecertificeerde kwaliteit<br />

CE-markering volgens bestaande EG-richtlijnen.<br />

7<br />

A Serviceschakelaar (voor branderinstelling)<br />

B Adapterkap<br />

C Snelsluiting<br />

D Elektronische ontstekingseenheid<br />

E Stelmotor<br />

F Automatische branderregeling<br />

G Retourleiding<br />

H Zuigleiding<br />

I Magneetklep 2. trap<br />

K Magneetklep 1. trap<br />

L Vlambewaker<br />

M Ontstoringstoets<br />

N Olieleiding<br />

O Oliepomp<br />

P Ventilatormotor<br />

R Ventilatorhuis<br />

S Ventilatorwaaier<br />

T Geluidsdemper aanzuiglucht<br />

U Luchtregelklep<br />

V Injectorstaaf<br />

W Vuurhaard<br />

X Geleidingsbrug<br />

Y Stuwschijf<br />

Z Injector oliebrander<br />

5819 426 NL<br />

12 VIESMANN Olie-/gasketel


Brander (vervolg)<br />

a Ontstekingselektrodes<br />

b Ontstekingsleiding<br />

c Flens<br />

7<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 13


Brander (vervolg)<br />

7.2 Technische gegevens Vitoflame 100, type VG III<br />

Vermogen van de brander 1./2. trap<br />

Komt overeen met het nom. vermogen van de ketel.<br />

Aansluitwaarden<br />

H uB gebaseerd op 1013 mbar en 15 °C gastemperatuur.<br />

Vitoflame 100 gas-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex<br />

Vitoplex 200 (type SX2)<br />

Vitoplex 300 (type TX3)<br />

Nominaal vermogen<br />

kW 90 120 150 200 80 105 130 170 225<br />

van de verwarmingsketel<br />

Nom. vermogen van de brander<br />

kW 59/98 78/130 98/163 130/217 52/87 69/115 85/142 112/186 147/245<br />

1./2. trap<br />

Brandertype VG III-2 VG III-3 VG III-4 VG III-5 VG III-1 VG III-2 VG III-3 VG III-4 VG III-5<br />

Product-identificatienummer CE-0085 AQ 0222 CE-0085 AQ 0222<br />

Spanning V 230 230<br />

Frequentie Hz 50 50<br />

Opg. vermogen W 200 225 250 390 200 225 250 340 390<br />

Motortoerental tpm 2800 2800<br />

Uitvoering tweetraps tweetraps<br />

Afmetingen<br />

Brander:<br />

Lengte (maat d) mm 410 410 410 430 410 410 410 430 430<br />

Breedte (maat a) mm 576 576 576 576 576 576 576 576 576<br />

Hoogte (maat e) mm 596 596 596 596 596 596 596 596 596<br />

Combinatiearmatuur:<br />

Maat f mm 295 295 295 295 295 295 295 295 295<br />

Maat b mm 43 51 83 83 43 51 83 83 102<br />

Maat g mm 85 63 63 63 85 63 63 63 15<br />

Maat h mm 733 733 733 733 733 733 733 733 743<br />

Maat c mm 412 420 500 500 412 420 500 500 545<br />

Gewicht kg 41 41 41 48 41 41 41 48 48<br />

Brander met combinatiearmatuur<br />

Gasaansluitdruk mbar 25 25<br />

Gasaansluiting R 1 1 1 1¼ ¾ 1 1 1 1¼<br />

Aansluitwaarden<br />

Op basis van max. belasting<br />

Op gas met H uB<br />

Aardgas E 9,45 kWh/m 3 m 3 /h 10,4 13,8 17,3 23,0 9,2 12,1 14,9 19,5 25,9<br />

34,02 MJ/m 3<br />

Aardgas LL 8,13 kWh/m 3 m 3 /h 12,0 16,0 20,1 26,7 10,7 14,0 17,4 22,7 30,1<br />

29,25 MJ/m 3<br />

7<br />

5819 426 NL<br />

14 VIESMANN Olie-/gasketel


Brander (vervolg)<br />

A Gasafsluitkraan<br />

B Keteldeur<br />

Opmerking<br />

De combinatiearmatuur kan naar keuze rechts of links worden<br />

gemonteerd.<br />

5819 426 NL<br />

Vitoflame 100 gas-ventilatorbrander in combinatie met Vitorond 200<br />

Nominaal vermogen<br />

kW 125 160 195<br />

van de verwarmingsketel<br />

Nom. vermogen van de brander kW 82/136 104/174 128/213<br />

1./2. trap<br />

Brandertype VG III-3R VG III-4R VG III-5R<br />

Product-identificatienummer CE-0085 AQ 0222<br />

Spanning V 230<br />

Frequentie Hz 50<br />

Opg. vermogen W 250 340 390<br />

Motortoerental tpm 2800<br />

Uitvoering<br />

tweetraps<br />

Afmetingen<br />

Brander:<br />

Lengte (maat d) mm 410 430 430<br />

Breedte (maat a) mm 576 576 576<br />

Hoogte (maat e) mm 596 596 596<br />

Combinatiearmatuur:<br />

Maat f mm 288 288 288<br />

Maat b mm 85 85 130<br />

Maat g mm 63 63 15<br />

Maat h mm 810 810 810<br />

Maat c mm 500 500 545<br />

Gewicht<br />

kg 41<br />

Brander met combinatiearmatuur<br />

Gasaansluitdruk mbar 25<br />

Gasaansluiting<br />

R (binnendraad)<br />

1 1 1¼<br />

Aansluitwaarden<br />

Op basis van max. belasting<br />

Op gas<br />

met H uB<br />

Aardgas E 9,45 kWh/m 3 m 3 /h 14,5 18,6 22,6<br />

34,02 MJ/m 3<br />

Aardgas LL 8,13 kWh/m 3 m 3 /h 16,9 21,6 26,3<br />

29,2 MJ/m 3<br />

7<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 15


Brander (vervolg)<br />

Gecertificeerde kwaliteit<br />

CE-markering volgens bestaande EG-richtlijnen.<br />

A Gasafsluitkraan<br />

B Keteldeur<br />

Opmerking<br />

De combinatiearmatuur kan naar keuze rechts of links worden<br />

gemonteerd.<br />

7<br />

5819 426 NL<br />

16 VIESMANN Olie-/gasketel


Brander (vervolg)<br />

A Combinatiearmatuur<br />

B Snelsluiting<br />

C Stelmotor<br />

D Luchtdrukbewaker<br />

E Ventilatormotor<br />

F Ontgrendelingstoets<br />

G Gasbranderautomaat<br />

H Ontstekingstransformator<br />

K Mengklepsysteem<br />

L Ontstekingselektrode<br />

M Stuwschijf<br />

N Ionisatie-elektrode<br />

O Branderbuis<br />

P Ventilatorwaaier<br />

R Geluidsdemper aanzuiglucht<br />

S Branderkap<br />

T Luchtregelklep<br />

U Serviceschakelaar voor branderinstelling<br />

V Flensafdichting<br />

W Kogelafsluitkraan<br />

7<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 17


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

8.1 Productbeschrijving<br />

8<br />

A Reinigingsopening<br />

B Inox-Crossal verwarmingsoppervlak van roestvast staal<br />

C Isolatie<br />

De voordelen op een rij<br />

& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar in combinatie<br />

met Vitoplex- en Vitorond-verwarmingsketel als HR-eenheid.<br />

& Grote betrouwbaarheid en lange levensduur door corrosiebestendig<br />

roestvast staal. Roestvast staal 316Ti is geschikt voor<br />

werking op gas en kortstondige werking op olie bij combinatiestook,<br />

roestvast staal 904L voor de constante werking op lichte<br />

huisbrandolie voor condensatiebenutting.<br />

& Compacte constructie - plaatsbesparend direct achter de verwarmingsketel<br />

op te stellen.<br />

& Gemakkelijke hydraulische integratie - naar keuze kunnen het<br />

totale debiet of voor de optimalisering van de condensatiebenutting<br />

een deel van de waterhoeveelheid via Vitotrans 300 worden<br />

geleid.<br />

& Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar met Inox-Crossal<br />

verwarmingsoppervlak voor verwarmingsketels van 80 tot 560<br />

kW en met Inox-Tubal verwarmingsoppervlak tot 6600 kW.<br />

& Verticaal geplaatst Inox-Crossal verwarmingsoppervlak voor<br />

een grote betrouwbaarheid en een lange levensduur.<br />

& Effectieve warmteoverdracht en intensieve condensatie.<br />

& Op de Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar afgestemde<br />

neutralisatie-inrichtingen leverbaar.<br />

5819 426 NL<br />

18 VIESMANN Olie-/gasketel


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

8.2 Technische gegevens<br />

Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex en Vitorond (tot 560 kW)<br />

& Vitoplex 300, type TX3<br />

Van 80 tot 460 kW nom. vermogen<br />

& Vitoplex 200, type SX2<br />

Van 90 tot 560 kW nom. vermogen<br />

& Vitorond 200<br />

Van 125 tot 560 kW nom. vermogen<br />

8<br />

Nom. vermogen verwarmingsketel<br />

– Vitoplex 300 (type TX3) kW 80-105 130-170 225-285 345-460<br />

– Vitoplex 200 (type SX2) kW 90-120 150-200 270-350 440–560<br />

– Vitorond 200 kW 125* 1 160-195 * 1 230-320 * 1 380-560<br />

Geschikte Vitotrans 300<br />

voor Vitoplex (type SX2 en TX3) en Vitorond 200<br />

– Gasstook Bestelnr. Z000 701 Z000 702 Z002 118 Z000 704<br />

– Oliestook Bestelnr. Z000 705 Z000 706 Z002 120 Z000 708<br />

Nominaal vermogensbereik van<br />

de Vitotrans 300 * 2 * 2 voor<br />

– Gasstook van kW 7,7 11,8 21,3 30,3<br />

tot kW 11,9 19,0 33,3 48,9<br />

– Oliestook van kW 5,2 8,2 14,6 20,8<br />

tot kW 8,1 13,0 22,7 33,5<br />

Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />

met verwarmingsketel als HR-eenheid:<br />

– Vitoplex 300 CE-0085 AS 0204<br />

– Vitoplex 200 CE-0085 AS 0203<br />

– Vitorond 200 CE-0085 AU 0327<br />

Toeg. werkdruk bar 4 4 4 6<br />

Toegest. aanvoertemperatuur °C 110 110 110 110<br />

(veiligheidstemperatuur)<br />

Weerstand rookgaszijde* 3 Pa 65 85 100 105<br />

mbar 0,65 0,85 1,00 1,05<br />

Rookgashoeveelheid van kg/h 136 213 383 546<br />

tot kg/h 213 341 596 954<br />

Totale afmetingen<br />

Totale lengte (maat h) met tegenflenzen<br />

mm 666 781 859 995<br />

Totale breedte (maat b) mm 714 746 818 912<br />

Totale hoogte (maat c) mm 1037 1152 1167 1350<br />

Transportmaten<br />

Lengte zonder tegenflens mm 648 760 837 928<br />

Breedte (maat a) mm 618 636 706 839<br />

Hoogte (maat d) mm 1081 1098 1172 1296<br />

Gewicht warmtewisselaar kg 94 119 144 234<br />

Totaalgewicht kg 125 150 188 284<br />

Warmtewisselaar met isolatie<br />

Inhoud<br />

Verwarmingswater l 70 97 134 181<br />

Rookgas m 3 0,055 0,096 0,133 0,223<br />

Aansluitingen<br />

Verwarmingswateraanvoer en - DN 40 50 50 65<br />

retour<br />

Condenswaterafvoer R ½ ½ ½ ½<br />

Rookgasaansluiting<br />

– Naar verwarmingsketel NW 180 200 200 250<br />

– Naar het rookgassysteem NW 150 200 200 250<br />

5819 426 NL<br />

*1 Als deze Vitorond 200 in combinatie met Vitotrans 300 wordt gebruikt, mag de werkdruk van de verwarmingsinstallatie slechts 4 bar<br />

bedragen.<br />

*2 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />

van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />

Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />

*3 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />

Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen, <strong>Viessmann</strong> Vitoflame 100 branders kunnen niet in combinatie met Vitotrans 300<br />

worden gebruikt.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 19


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

8<br />

A Extra Sok R½<br />

AGA Rookgasafvoer<br />

E Aftap (R ½)<br />

HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />

Maattabel<br />

Bestelnr. Z000 701 Z000 702 Z002 118 Z000 704<br />

Z000 705 Z000 706 Z002 120 Z000 708<br />

a mm 618 636 706 839<br />

b mm 714 746 818 912<br />

c mm 1037 1152 1167 1350<br />

d mm 1081 1098 1172 1296<br />

e mm 851 907 960 1080<br />

f mm 100 119 80 150<br />

g mm 181 201 201 251<br />

h mm 666 781 859 995<br />

i mm 151 201 201 251<br />

k mm 181 223 184 284<br />

l mm 187 227 198 285<br />

m mm 868 954 963 1130<br />

Maat g en i: Binnendiameter<br />

HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />

KOA Condenswaterafvoer (R ½)<br />

R Reinigingsopening<br />

Bij levering<br />

Warmtewisselaar-basislichaam met aangebouwde rookgasverzamelkast.<br />

Tegenflenzen zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />

1 doos met isolatie<br />

Aansluiting rookgaszijde<br />

Vitoplex 200/300<br />

De rookgasaansluiting van de verwarmingsketel en van de rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

liggen na de compensatie met de<br />

stelpoten op dezelfde hoogte en moeten met een verbindingsmanchet<br />

(accessoire) worden verbonden (niet lassen).<br />

Vitorond 200<br />

Het hoogteverschil tussen de rookgasaansluiting van de verwarmingsketel<br />

en van de rookgas-/water-warmtewisselaar moet met<br />

een overgangsstuk (door installateur) worden gecompenseerd.<br />

Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 300, type TX3 (575 tot 1750 kW)<br />

Nom. vermogen verwarmingsketel kW 575 720 895 1120 1400 1750<br />

Geschikte Vitotrans 300 voor<br />

Vitoplex 300,type TX3<br />

– Gasstook Bestelnr. Z000 783 Z000 784 Z000 785<br />

– Oliestook Bestelnr. Z000 786 Z000 787 Z000 935<br />

Nominaal vermogen van de<br />

Vitotrans 300* 1<br />

– Gasstook kW 55 68 85 106 133 166<br />

– Oliestook kW 37 47 58 73 91 114<br />

Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />

CE-0085 BQ 0418<br />

met verwarmingsketel als<br />

HR-eenheid<br />

*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />

van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />

Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />

20 VIESMANN Olie-/gasketel<br />

5819 426 NL


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

Nom. vermogen verwarmingsketel kW 575 720 895 1120 1400 1750<br />

Geschikte Vitotrans 300 voor<br />

Vitoplex 300,type TX3<br />

– Gasstook Bestelnr. Z000 783 Z000 784 Z000 785<br />

– Oliestook Bestelnr. Z000 786 Z000 787 Z000 935<br />

Nominaal vermogen van de<br />

Vitotrans 300* 1<br />

– Gasstook kW 55 68 85 106 133 166<br />

– Oliestook kW 37 47 58 73 91 114<br />

Toeg. werkdruk bar 6 6 6 6 6 6<br />

Toegest. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />

°C 110 110 110 110 110 110<br />

Weerstand rookgaszijde* 2 Pa 180 130 80 130 130 210<br />

m bar 1,8 1,3 0,8 1,3 1,3 2,1<br />

Rookgashoeveelheid kg/h 980 1225 1525 1910 2390 2980<br />

Totale afmetingen<br />

Totale lengte (maat f) mm 824 964 1092<br />

Totale breedte (maat m) met tegenflenzen<br />

mm 937 1077 1227<br />

Totale hoogte (maat i) mm 2095 2199 2533<br />

Transportmaten<br />

Lengte mm 824 964 1092<br />

Breedte (maat m) zonder tegenflenzen<br />

mm 833 969 1113<br />

Hoogte (maat a) mm 1925 2029 2366<br />

Totaalgewicht warmtewisselaar kg 265 415 655<br />

met isolatie<br />

Inhoud<br />

Verwarmingswater l 135 275 380<br />

Rookgas m 3 0,193 0,389 0,683<br />

Aansluitingen<br />

Verwarmingswateraanvoer en - PN 16 DN 80 100 125<br />

retour<br />

Condenswaterafvoer R ½ ½ ½<br />

Rookgasaansluiting NW 250 300 400<br />

8<br />

5819 426 NL<br />

*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />

van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />

Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />

*2 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />

Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 21


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

8<br />

A Verbindingsmanchet<br />

B Rookgasovergang<br />

AGA Rookgasafvoer<br />

E Aftapaansluiting<br />

Maattabel<br />

Bestelnr. Z000 783 Z000 784 Z000 785<br />

Z000 786 Z000 787 Z000 935<br />

a mm 1925 2029 2366<br />

b mm 1290 1524 1665<br />

c mm 1769 1845 2132<br />

d mm 90 89 154<br />

e mm 420 420 530<br />

f mm 824 964 1092<br />

g mm 251 301 401<br />

h mm 285 312 492<br />

i mm 2095 2199 2533<br />

k mm 479 542 721<br />

l mm 390 441 609<br />

m mm 833 969 1113<br />

n mm 1573 1612 1838<br />

HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />

HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />

KOA Condenswaterafvoer<br />

R Reinigingsopening<br />

Maat b: Afhankelijk van de uitvoering van de rookgasovergang B<br />

Maat g: Binnendiameter<br />

Bij levering<br />

Warmtewisselaar-basislichaam met rookgasverzamelkast en aangebouwde<br />

voet.<br />

Tegenflenzen en schroeven zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />

1 Doos met isolatie voor rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

1 Doos met manchet<br />

1 Krat met rookgasovergang<br />

1 Doos met isolatie voor rookgasovergang<br />

5819 426 NL<br />

22 VIESMANN Olie-/gasketel


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitoplex 200, type SX2 (700 tot 1950 kW)<br />

Nom. vermogen verwarmingsketel kW 700 900 1100 1300 1600 1950<br />

Geschikte Vitotrans 300 voor<br />

Vitoplex 200, type SX2<br />

– Gasstook Bestelnr. Z005 499 Z005 500 Z005 501 Z005 501 Z000 785 Z000 785<br />

– Oliestook Bestelnr. Z005 502 Z005 503 Z005 504 Z005 504 Z000 935 Z000 935<br />

Nominaal vermogen van de<br />

Vitotrans 300* 1<br />

– Gasstook kW 66 85 105 123 152 185<br />

– Oliestook kW 45 58 72 85 104 127<br />

Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />

CE-0085 BQ 0419<br />

met verwarmingsketel als HR-eenheid<br />

Toeg. werkdruk bar 6 6 6 6 6 6<br />

Toegest. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />

°C 110 110 110 110 110 110<br />

Weerstand rookgaszijde* 2 Pa 130 180 130 180 170 260<br />

m bar 1,3 1,8 1,3 1,8 1,7 2,6<br />

Rookgashoeveelheid kg/h 1170 1500 1840 2160 2670 3250<br />

Totale afmetingen<br />

Totale lengte (maat f) mm 824 964 1092<br />

Totale breedte (maat m) met tegenflenzen<br />

mm 937 1077 1227<br />

Totale hoogte (maat i) mm 2095 2199 2533<br />

Transportmaten<br />

Lengte mm 824 964 1092<br />

Breedte (maat m) zonder tegenflenzen<br />

mm 833 969 1113<br />

Hoogte (maat a) mm 1925 2029 2366<br />

Totaalgewicht warmtewisselaar met kg 265 415 655<br />

isolatie<br />

Inhoud<br />

Verwarmingswater l 135 275 380<br />

Rookgas m 3 0,193 0,389 0,683<br />

Aansluitingen<br />

Verwarmingswateraanvoer en - PN 16 DN 80 100 125<br />

retour<br />

Condenswaterafvoer R ½ ½ ½<br />

Rookgasaansluiting NW 250 300 400<br />

8<br />

5819 426 NL<br />

*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />

van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />

Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />

*2 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />

Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 23


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

8<br />

A Verbindingsmanchet<br />

B Rookgasovergang<br />

AGA Rookgasafvoer<br />

E Aftapaansluiting<br />

Maattabel<br />

Bestelnr. Z005 499 Z005 500 Z000 785<br />

Z005 502 Z005 501 Z000 935<br />

— Z005 503 —<br />

— Z005 504 —<br />

a mm 1925 2029 2366<br />

b mm 1290 1524 1665<br />

c mm 1769 1845 2132<br />

d mm 90 89 154<br />

e mm 420 420 530<br />

f mm 824 964 1092<br />

g mm 251 301 401<br />

h mm 285 312 492<br />

i mm 2095 2199 2533<br />

k mm 479 542 721<br />

l mm 390 441 609<br />

m mm 833 969 1113<br />

n mm 1573 1612 1838<br />

HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />

HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />

KOA Condenswaterafvoer<br />

R Reinigingsopening<br />

Maat b: Afhankelijk van de uitvoering van de rookgasovergang B<br />

Maat g: Binnendiameter<br />

Bij levering<br />

Warmtewisselaar-basislichaam met rookgasverzamelkast en aangebouwde<br />

voet.<br />

Tegenflenzen en schroeven zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />

1 Doos met isolatie voor rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

1 Doos met manchet<br />

1 Krat met rookgasovergang<br />

1 Doos met isolatie voor rookgasovergang<br />

5819 426 NL<br />

24 VIESMANN Olie-/gasketel


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

Technische gegevens Vitotrans 300 voor Vitorond 200 (630 tot 1080 kW)<br />

Nom. vermogen verwarmingsketel kW 630 700 780 860 950 1080<br />

Geschikte Vitotrans 300<br />

– Gasstook Bestelnr. Z000 940 Z000 936<br />

– Oliestook Bestelnr. Z000 941 Z000 938<br />

Nominaal vermogen van de<br />

Vitotrans 300* 1 * 1<br />

– Gasstook kW 59 66 74 81 90 102<br />

– Oliestook kW 41 45 50 55 61 70<br />

Product-identificatienummer Vitotrans 300 in combinatie<br />

CE-0085 BQ 0422<br />

met Vitorond 200 als HR-eenheid<br />

Toeg. werkdruk bar 6 6 6 6 6 6<br />

Toegest. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />

°C 110 110 110 110 110 110<br />

Weerstand rookgaszijde* 2 Pa 100 125 65 75 95 120<br />

mbar 1,0 1,25 0,65 0,75 0,95 1,2<br />

Rookgashoeveelheid kg/h 1074 1193 1329 1466 1620 1841<br />

Totale afmetingen<br />

Totale lengte d mm 824 964<br />

Totale breedte met tegenflenzen mm 937 1077<br />

Totale hoogte g mm 2095 2199<br />

Transportmaten<br />

Lengte d mm 824 964<br />

Breedte k zonder tegenflens mm 833 969<br />

Hoogte a mm 1925 2029<br />

Totaalgewicht Warmtewisselaar kg 265 415<br />

met isolatie<br />

Inhoud<br />

Verwarmingswater l 135 275<br />

Rookgas m 3 0,193 0,389<br />

Aansluitingen<br />

Verwarmingswateraanvoer en - PN 16 DN 80 100<br />

retour<br />

Condenswaterafvoer R ½ ½<br />

Rookgasaansluiting NW 250 300<br />

8<br />

5819 426 NL<br />

*1 Vermogen van de Vitotrans 300 bij een rookgaskoeling bij gasstook van 200/65 °C, bij oliestook van 200/70 °C en een temperatuurverhoging<br />

van het verwarmingswater in de Vitotrans 300 van 40 °C tot 42,5 °C.<br />

Omrekening naar andere temperaturen zie pagina 28.<br />

*2 Weerstand rookgaszijde bij nominaal vermogen. De brander moet de weerstand aan rookgaszijde van de verwarmingsketel, van de<br />

Vitotrans 300 en van de rookgasleiding overwinnen.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 25


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

8<br />

AGA Rookgasafvoer<br />

E Aftapaansluiting<br />

HR Verwarmingswaterretour (intrede)<br />

Maattabel<br />

Bestelnr. Z000 940 Z000 936<br />

Z000 941 Z000 938<br />

a mm 1925 2029<br />

b mm 1769 1845<br />

c mm 90 89<br />

d mm 824 964<br />

e mm 251 301<br />

f mm 285 312<br />

g mm 2095 2199<br />

h mm 479 542<br />

i mm 390 441<br />

k mm 833 969<br />

l mm 1573 1612<br />

HV Verwarmingswateraanvoer (uittrede)<br />

KOA Condenswaterafvoer<br />

R Reinigingsopening<br />

Maat e: Binnendiameter<br />

Bij levering<br />

Warmtewisselaar-basislichaam met rookgasverzamelkast en<br />

meegeleverde voet.<br />

Tegenflenzen zitten op de aansluitingen vastgeschroefd.<br />

2 dozen met isolatie<br />

Aansluiting rookgaszijde<br />

Het hoogteverschil tussen de rookgasaansluiting van de verwarmingsketel<br />

en van de rookgas-/water-warmtewisselaar moet met<br />

een overgangsstuk (door installateur) worden gecompenseerd.<br />

5819 426 NL<br />

26 VIESMANN Olie-/gasketel


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

Doorstroomweerstand verwarmingswaterzijde<br />

Bestelnr. Z000 701, Z000 702, Z000 704, Z000 705, Z000 706,<br />

Z000 708, Z002 118 en Z002 120<br />

Bestelnr.<br />

Z000 701<br />

Z000 705<br />

Z000 702<br />

Z000 706<br />

Z002 118<br />

Z002 120<br />

Z000 704<br />

Z000 708<br />

Karakteristiek<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

8<br />

Bestelnr. Z000 783 tot Z000 787 en Z000 935 tot Z000 941<br />

Bestelnr.<br />

Z000 783<br />

Z000 786<br />

Z000 940<br />

Z000 941<br />

Z000 784<br />

Z000 787<br />

Z000 936<br />

Z000 938<br />

Z002 785<br />

Z000 935<br />

Z000 937<br />

Z002 939<br />

Karakteristiek<br />

E<br />

F<br />

G<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 27


Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar (vervolg)<br />

Vermogensgegevens<br />

Vitotrans 300 voor gasstook<br />

8<br />

A Rookgasintredetemperatuur 200 °C<br />

B Rookgasintredetemperatuur 180 °C<br />

Omrekening van de vermogensgegevens<br />

De vermogensgegevens van de Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />

hebben betrekking op een rookgasintredetemperatuur<br />

van 200 °C en een verwarmingswater intredetemperatuur<br />

in de warmtewisselaar van 40 °C.<br />

Bij afwijkende omstandigheden kan het vermogen worden uitgerekend<br />

door vermenigvuldiging van het aangegeven nominale vermogen<br />

met de omrekeningsfactor die uit het diagram kan worden<br />

afgeleid.<br />

Gecertificeerde kwaliteit<br />

CE-markering in overeenstemming met bestaande EG-richtlijnen<br />

bij toeg. aanvoertemperatuur (veiligheidstemperatuur)<br />

tot 110 °C conform EN 12828.<br />

5819 426 NL<br />

28 VIESMANN Olie-/gasketel


Installatie-accessoires<br />

9.1 Technische gegevens<br />

Accessoires voor verwarmingscircuits<br />

Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />

voor verwarmingsketels tot 314 kW<br />

Technische gegevens<br />

& De aanvoerverdeler en retourcollector kunnen naar keuze<br />

rechts of links van de verwarmingsketel geplaatst worden.<br />

& Een isolatie voor de Divicon verwarmingscircuitverdeler wordt<br />

meegeleverd.<br />

Opbouw en functie<br />

& Op de aanvoerverdeler en retourcollector kunnen 1 tot 4 verwarmingscircuits<br />

aangesloten worden.<br />

& Vrije aansluitingen worden door blindflenzen (meegeleverd)<br />

afgesloten.<br />

9<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 29


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Divicon-verwarmingscircuitverdeling, ernaast geplaatst<br />

voor Vitoplex 300, 80 tot 285 kW<br />

9<br />

E<br />

EL<br />

Aftap<br />

Ontluchting<br />

KR Ketelretour<br />

KV Ketelaanvoer<br />

Maattabel<br />

Nom.vermogen van de verwarmingsketel<br />

kW 80 105 130 170 225 285<br />

a mm 614 414 493 274 327 193<br />

b (DN 40 + DN 50) mm 1928 1928 1964 1964 1900 1900<br />

5819 426 NL<br />

30 VIESMANN Olie-/gasketel


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Nom.vermogen van de verwarmingsketel<br />

kW 80 105 130 170 225 285<br />

c (DN 25 + DN 32) mm 1518 1518 1554 1554 1491 1491<br />

d max. mm 1298 1298 1298 1298 1354 1354<br />

e mm 1033 1033 1033 1033 1089 1089<br />

f mm 610 610 610 610 640 640<br />

g mm 260 260 260 260 280 280<br />

h mm 170 170 170 170 173 173<br />

k mm 400 400 400 400 450 450<br />

l mm Maximale fundatiehoogte<br />

Divicon-verwarmingscircuitverdeling, ernaast<br />

geplaatst<br />

voor Vitorond 200, 125 tot 270 kW, Vitoplex 200, 90 tot 270 kW en<br />

Vitocrossal 300, 87 tot 314 kW<br />

Bij deze verwarmingsketels kunnen de voorgefabriceerde buisaansluitingen<br />

niet worden gebruikt. Met afzonderlijke stelpoten<br />

en buisaansluitingen (door installateur) kan de Divicon verwarmingscircuitverdeling<br />

ook in de buurt van de ketel worden opgesteld,<br />

als alternatief voor de wandbevestiging.<br />

9<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 31


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Divicon-verwarmingscircuitverdeling, wandmontage<br />

voor Vitoplex 200, 90 tot 270 kW, Vitoplex 300, 80 tot 285 kW,<br />

Vitorond 200, 125 tot 270 kW en Vitocrossal 300, 87 tot 314 kW<br />

9<br />

E Aftap<br />

EL Ontluchting<br />

Maattabel<br />

Nom.vermogen van de verwarmingsketel kW 80-200 225-285<br />

a (DN 25 + DN 32) mm 1186 1196<br />

b (DN 40 + DN 50) mm 1586 1606<br />

c mm 170 173<br />

Aansluitingen voor een extra verbruiker (bijv. warmwaterboiler)<br />

2 buisnippels G 1½ (buitenschroefdraad) aan de achterkant van<br />

de aanvoerverdeler en de retourcollector.<br />

5819 426 NL<br />

32 VIESMANN Olie-/gasketel


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Verwarmingscircuitaansluitingen<br />

Verwarmingscircuitaansluiting DN 25 en DN 32 (weergegeven met<br />

mengklep)<br />

Verwarmingscircuitaansluiting DN 40 en DN 50 (weergegeven met<br />

mengklep)<br />

9<br />

A Verwarmingsaanvoer<br />

B Verwarmingsretour<br />

C Kogelkraan<br />

D Terugslagklep<br />

E Circulatiepomp<br />

F 3-weg mengklep<br />

A Verwarmingsaanvoer<br />

B Verwarmingsretour<br />

C Kogelkraan<br />

D Terugslagklep<br />

E Circulatiepomp<br />

F 3-weg mengklep<br />

5819 426 NL<br />

Aansluitbaar vermogen van de verwarmingscircuitaansluitingen bij (ΔT =20K)<br />

Verwarmingscircuitaansluiting<br />

kW<br />

DN 25 40<br />

DN 32 70<br />

DN 40 140<br />

DN 50 170<br />

CV-pompen fabricaat Wilo, verschildrukregeling<br />

(om te zetten van proportionele naar constante druk)<br />

Motorbeveiliging<br />

Geïntegreerde, volledige motorbeveiliging in de klemkast voor<br />

alle verschildrukinstellingen. Belastbaarheid van de contacten<br />

voor de verzamelstoringsmelding 1 A, 250 V~.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 33


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

230 V~, 50 Hz<br />

Verwarmingscircuitaansluiting<br />

DN 25 32 40 50<br />

Pomptype E 25/1-5 E 30/1-5 Stratos 40/1-8 Stratos 50/1-8<br />

Nominaal vermogen P 2 W 47 47 200 200<br />

Toerentalbereik n min -1 600-2600 600-2600 1800-4800 1800-4800<br />

Opg. vermogen P 1 W 36-89 36-89 18-290 18-290<br />

Stroom I A 0,17-0,43 0,17-0,43 0,18-1,32 0,18-1,32<br />

Opvoerhoogte<br />

CV-pompDN25enDN32<br />

9<br />

Constante druk<br />

Proportionele druk<br />

Opvoerhoogte<br />

CV-pomp DN 50<br />

Constante druk<br />

Proportionele druk<br />

Opvoerhoogte<br />

CV-pomp DN 40<br />

Proportionele druk<br />

Constante druk<br />

5819 426 NL<br />

34 VIESMANN Olie-/gasketel


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Elektrische aansluiting<br />

CV-pompDN25enDN32<br />

C Verzamelstoringsgmelding<br />

D Extern in-/uitschakelen van de pomp<br />

E Aansluiting via relais in de schakelkast of hulprelais, bestelnr.<br />

7814 681<br />

F Stekker sÖ voor aansluiting op de Vitotronic<br />

G 3-aderige leiding voor netaansluiting op de pomp<br />

Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />

BK zwart<br />

BK* zwarte ader met opdruk<br />

BN bruin<br />

BU blauw<br />

GNYE groen/geel<br />

9<br />

A Aansluitleiding met steekverbinding<br />

Elektrische aansluiting<br />

CV-pompDN40enDN50<br />

CV-pompen fabricaat Grundfos, verschildrukregeling<br />

(om te zetten van proportionele naar constante druk)<br />

Motorbeveiliging<br />

De motor en de elektronische besturing zijn tegen thermische<br />

overbelasting beschermd. Er is geen externe motorbeveiliging<br />

nodig.<br />

A Aansluitklemmen in de pomp<br />

B 4-aderige leiding voor in-/uitschakelen en storingsmelding van<br />

de pomp<br />

230 V~, 50 Hz<br />

Verwarmingscircuitaansluiting<br />

Pomptype UPE 25-60 UPE 32-60 MAGNA<br />

UPE 40-120<br />

DN 25 32 40 50<br />

MAGNA<br />

UPE 50-60<br />

Nominaal vermogen P 2 W 47 47 350 350<br />

Toerentalbereik n min -1 1500-2000 1500-2000 900-3580 680-1970<br />

Opg. vermogen P 1 W 40-100 40-100 25-445 32-335<br />

Stroom I A 0,28-0,44 0,28-0,44 0,16-2,0 0,2-1,51<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 35


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Opvoerhoogte<br />

CV-pompDN25enDN32<br />

9<br />

Constante druk<br />

Proportionele druk<br />

Opvoerhoogte<br />

CV-pomp DN 50<br />

Constante druk<br />

Proportionele druk<br />

Opvoerhoogte<br />

CV-pomp DN 40<br />

Constante druk<br />

Proportionele druk<br />

5819 426 NL<br />

36 VIESMANN Olie-/gasketel


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Elektrische aansluiting<br />

CV-pompDN25enDN32<br />

BU<br />

GNYE<br />

blauw<br />

groen/geel<br />

A Aansluitleiding met steekverbinding<br />

Elektrische aansluiting<br />

CV-pompDN40enDN50<br />

Restopvoerhoogte<br />

Restopvoerhoogte van de verwarmingscircuits<br />

Van de pompopvoerhoogte moet de doorstroomweerstand van de<br />

mengklep en van het ketelcircuit (verwarmingsketel, buisaansluitingen,<br />

aanvoerverdeler en retourcollector) afgetrokken worden.<br />

In het ketelcircuit moet rekening gehouden worden met het gehele<br />

watervolume van alle verwarmingscircuits.<br />

Doorstroomweerstand ketelcircuit<br />

(verwarmingsketel + buisaansluitingen + aanvoerverdeler en<br />

retourcollector + verwarmingscircuitaansluiting behalve mengklep)<br />

9<br />

A Netaansluiting<br />

B Signaaluitgang<br />

C Aan/Uit<br />

D Leiding voor in-/uitschakelen en storingsmelding op de pomp<br />

(4-aderig)<br />

E Verzamelstoringsgmelding<br />

F Extern in-/uitschakelen van de pomp<br />

G Aansluiting via relais in de schakelkast of hulprelais, bestelnr.<br />

7814 681<br />

H Stekker sÖ voor aansluiting op de Vitotronic<br />

K Leiding voor netaansluiting aan de pomp (3-aderig)<br />

A DN 65: Vitorond 200, 125 en 160 kW,<br />

B DN 65: Vitorond 200, 195 kW,<br />

C DN 65: Vitorond 200, 230 en 270 kW,<br />

D DN 65: Vitoplex 200/300, 80 tot 200 kW<br />

E DN 80: Vitoplex 200/300, 225 tot 285 kW<br />

5819 426 NL<br />

Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />

BK zwart<br />

BK* zwarte ader met opdruk<br />

BN bruin<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 37


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Doorstroomweerstand mengklep<br />

C DN 40<br />

D DN 50<br />

Opmerking<br />

Bij de weerstanden van de buisaansluitingen tussen verwarmingsketel<br />

en verdeler wordt rekening gehouden met 6 bochten (90°) en<br />

5 m buislengte. Als door de installateur andere lengtes en verbindingsbuizen<br />

gebruikt moeten worden, moeten de extra weerstanden<br />

berekend worden en moet daarmee rekening gehouden<br />

worden.<br />

9<br />

A DN 25<br />

B DN 32<br />

Voorbeeld voor het berekenen van de restopvoerhoogte<br />

Verwarmingsinstallatie met:<br />

– Divicon verwarmingscircuitverdeling DN 80<br />

– Verwarmingscircuit<br />

1 verwarmingscircuitaansluiting DN 25 zonder mengklep,<br />

Vermogen 35 kW, Debiet max. 1,5 m 3 /h<br />

1:<br />

– Verwarmingscircuit<br />

1 verwarmingscircuitaansluiting DN 32 met mengklep, Vermogen 60 kW, Debiet max. 2,5 m 3 /h<br />

2:<br />

– Verwarmingscircuit<br />

3:<br />

1 verwarmingscircuitaansluiting DN 50 met mengklep, Vermogen 150 kW, Debiet max. 6,5 m 3 /h<br />

Totaal debiet 10,5 m 3 /h<br />

Doorstroomweerstand ketelcircuit<br />

Verwarmingsketel + buisaansluitingen + aanvoerverdeler en retourcollector + verwarmingscircuitaansluiting (behalve mengklep) (zie<br />

diagram) = 30 mbar<br />

Doorstroomweerstand mengklep<br />

(zie diagram)<br />

Mengklep DN 32 50<br />

Doorstroomweerstand mbar 18 22<br />

Som doorstroomweerstand ketelcircuit en verwarmingscircuitaansluiting<br />

Verwarmingscircuit 1: 30 mbar<br />

Verwarmingscircuit 2: 30 mbar + 18 mbar = 48 mbar<br />

Verwarmingscircuit 3: 30 mbar + 22 mbar = 52 mbar<br />

5819 426 NL<br />

38 VIESMANN Olie-/gasketel


Installatie-accessoires (vervolg)<br />

Restopvoerhoogte van de afzonderlijke verwarmingscircuits<br />

Met circulatiepomp fabricaat Wilo<br />

Verwarmingscircuit 1 2 3<br />

Opvoerhoogte van de circulatiepomp (instelbaar) mbar 100 tot 400 100 tot 280 100 tot 760<br />

Doorstroomweerstand ketelcircuit + aansl. verw. circuit mbar 30 48 52<br />

Restopvoerhoogte (instelbaar) mbar 70 tot 370 52 tot 232 48 tot 708<br />

Met circulatiepomp fabricaat Grundfos<br />

Verwarmingscircuit 1 2 3<br />

Opvoerhoogte van de circulatiepomp (instelbaar) mbar 100 tot 400 100 tot 260 150 tot 520<br />

Doorstroomweerstand ketelcircuit + aansl. verw. circuit mbar 30 48 52<br />

Restopvoerhoogte (instelbaar) mbar 70 tot 370 52 tot 212 98 tot 468<br />

Schakelkast Vitocontrol<br />

(op aanvraag)<br />

Schakelkast voor de regeling van de verwarmingsinstallatie met<br />

de Divicon verwarmingscircuitverdeling<br />

In de schakelkast zitten alle onderdelen die voor de besturing,<br />

regeling en bewaking van de verwarmingsinstallatie nodig zijn.<br />

Het systeem is zo opgebouwd dat naast de regeling van 1 tot 4<br />

verwarmingsketels overige apparaten, bijv. Vitotronic 300-K (type<br />

MW1S), Vitotronic 200-H (type HK1S of HK3S), pompbesturingen,<br />

meetapparaten, schakelklokken etc. ingebouwd kunnen worden.<br />

10<br />

<strong>Ontwerp</strong>handleiding<br />

10.1 Levering, verplaatsing en opstelling<br />

Levering<br />

Wij leveren met kraanwagens tot de locatie, inclusief uitladen zonder<br />

moeilijkheden.<br />

Voor het uitladen van verwarmingsketels waarvan het transportgewicht<br />

meer dan 10 t bedraagt, is lokaal een speciale kraan<br />

nodig.<br />

Verplaatsing en opstelling<br />

De verwarmingsketels en rookgas-/water-warmtewisselaars hebben<br />

een voldoende aantal ogen waarop hefwerktuigen kunnen<br />

worden aangeslagen. De voetrails in lengterichting vereenvoudigen<br />

de verplaatsing.<br />

Verplaatsing en opstelling op voorbereide fundaties kan op verzoek,<br />

tegen kosten, door onze vakmensen plaatsvinden.<br />

De verwarmingsketels staan op voetrails in lengterichting. Ze kunnen<br />

zonder speciale fundatie op beton worden geplaatst. Daarbij<br />

moet op de constructiehoogte van de brander worden gelet.<br />

Voor reiniging van de installatieruimte is het echter zinvol de verwarmingsketel<br />

op een sokkel te plaatsen.<br />

Zie voor geadviseerde minimumafstanden tot de wanden voor<br />

montage en onderhoudswerkzaamheden het gegevensblad van<br />

de betreffende verwarmingsketel.<br />

Als geluiddemping nodig is, kunnen de verwarmingsketels op trillingsdempers<br />

worden geplaatst. Bij de Vitoplex tot 285 kW kunnen<br />

ook geluidsisolerende stelpoten in de voetrails worden<br />

geschroefd.<br />

5819 426 NL<br />

Installatieruimte<br />

Algemene eisen aan de installatieruimte<br />

& Geen luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen (deze<br />

bevinden zich bijv. in sprays, verven, oplosmiddelen en reinigingsproducten)<br />

& Geen buitengewone stofneerslag<br />

& Geen hoge luchtvochtigheid<br />

& Vorstvrij en goed geventileerd<br />

De verwarmingsketel en de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

mogen in ruimtes waar luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen<br />

mogelijk is, slechts worden geplaatst als<br />

voldoende maatregelen worden genomen voor de aanvoer van<br />

schone verbrandingslucht.<br />

Als deze instructies niet worden opgevolgd, vervalt de garantie<br />

voor eventuele toestelschade die op één van deze oorzaken<br />

berust.<br />

Bij twijfel contact met ons opnemen.<br />

Verbrandingsluchttoevoer<br />

Voor open stookinrichtingen met een totaal nominaal vermogen<br />

van meer dan 35 kW is de verbrandingsluchttoevoer gewaarborgd<br />

als de stookinrichtingen in ruimten zijn opgesteld die een opening<br />

of leiding naar de buitenlucht hebben.<br />

De doorsnede van de opening moet bij 35 kW nom. vermogen<br />

min. 150 cm 2 bedragen. Voor elke kW nom. vermogen meer dan<br />

35 kW nom. vermogen moet de opening 2 cm 2 groter zijn.<br />

Leidingen moeten stromingstechnisch equivalent bemeten zijn.<br />

De vereiste doorsnede mag over hoogstens 2 openingen of leidingen<br />

zijn verdeeld.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 39


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

10<br />

Σ² n = som van alle nom. vermogens in kW<br />

Verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet worden<br />

afgesloten of dichtgezet als niet door speciale veiligheidsinrichtingen<br />

is gewaarborgd dat de stookinrichtingen uitsluitend bij geopende<br />

afsluiting kunnen werken. De vereiste doorsnede mag door<br />

de afsluiting of door roosters niet worden verkleind.<br />

Noodschakelaar<br />

Branders, brandstoftransportinrichtingen en regelingen van de<br />

stookinrichtingen moeten met een schakelaar (noodschakelaar)<br />

buiten de installatieruimte te allen tijde uitgeschakeld kunnen worden.<br />

Veiligheidsmaatregelen<br />

Stookinrichtingen moeten van elementen van brandbaar materiaal<br />

en vast meubilair zo ver zijn verwijderd of zodanig zijn afgeschermd<br />

dat hier bij nominaal vermogen van de stookinrichtingen<br />

geen hogere temperatuur dan 85 ºC kan optreden. Anders moet<br />

een afstand van min. 40 cm worden aangehouden.<br />

Scheepsverwarming<br />

Als verwarmingsketels voor de verwarming van schepen worden<br />

gebruikt, moet op de volgende bijzonderheden worden gelet:<br />

& op schepen worden de ingebouwde producten aan aanzienlijke<br />

belastingen blootgesteld.<br />

& Speciale eisen van de verzekeringsmaatschappijen - scheepsclassificatiemaatschappijen<br />

- moeten in acht worden genomen<br />

& Onze verwarmingsketels kunnen niet voor alle toepassingen<br />

worden gebruikt.<br />

Neem om deze reden contact op met de verantwoordelijke verkoopadviseur<br />

om bijzondere kwesties op te lossen.<br />

Belastbare ketelafdekking<br />

De Vitoplex vanaf 575 kW wordt met een aangebouwde belastbare<br />

ketelafdekking geleverd.<br />

Op verzoek kunnen ook volgens opdracht geconstrueerde ketelbordessen<br />

en trappen worden geleverd.<br />

10.2 Configuratie van de installatie<br />

Aanvoertemperaturen<br />

Om de verdelingsverliezen te beperken, adviseren wij de warmteverdelingsinstallatie<br />

en tapwaterverwarming op max. 70 ºC (aanvoertemperatuur)<br />

te configureren.<br />

Bij de verwarmingsketels met meegeleverde ketelcircuitregeling<br />

is de max. ketelwatertemperatuur begrensd tot 85 ºC. Voor verhoging<br />

van de aanvoertemperatuur kan de temperatuurregelaar worden<br />

omgezet.<br />

Veiligheidstemperaturen<br />

De verwarmingsketels van <strong>Viessmann</strong> voldoen aan EN 303 en<br />

DIN 4702 en zijn gemarkeerd volgens CE. Ze zijn inzetbaar in<br />

gesloten verwarmingsinstallaties volgens EN 12828.<br />

& Toeg. aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen):<br />

tot 110 ºC<br />

Volgens EN 12953: tot 120 ºC<br />

& Maximaal bereikbare aanvoertemperatuur:<br />

ca. 15 K onder de veiligheidstemperatuur<br />

& Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de ketelcircuitregeling:<br />

Bij levering 110 ºC<br />

om te zetten op 100°C<br />

Keuze van het nominale vermogen<br />

Verwarmingsketel volgens de benodigde verwarming selecteren.<br />

Het rendement van laagtemperaturketels en HR-ketels is over een<br />

groot gedeelte van de ketelbelasting stabiel.<br />

Daarom mag bij laagtemperatuurketels, HR-ketels en installaties<br />

met meerdere ketels het vermogen groter zijn dan de berekende<br />

verwarmingsbelasting van het gebouw.<br />

5819 426 NL<br />

40 VIESMANN Olie-/gasketel


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Eisen voor de verwarmingsbelasting<br />

Met de weersafhankelijke regelingen wordt voor berekening van<br />

de verwarmingsbelasting voldaan aan de eisen van EN 12831.<br />

Om de opwarmbelasting te reduceren wordt de nachtverlaging bij<br />

lage buitentemperaturen verminderd. Om de opwarmtijd na een<br />

verlagingsperiode te verminderen, wordt gedurende een bepaalde<br />

tijd de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />

Pompgestuurde drukregelsystemen<br />

In verwarmingsinstallaties met automatische en vooral pompgestuurde<br />

drukregelsystemen met geïntegreerde ontgassing, is voor<br />

elke verwarmingsketel een membraan-drukexpansievat voor<br />

afzonderlijke beveiliging voorgeschreven.<br />

Ketelvermogen<br />

in kW<br />

Membraan-drukexpansievat<br />

inhoud in liter<br />

tot 300 50<br />

tot 500 80<br />

tot 1000 140<br />

tot 2000 300<br />

tot 5000 800<br />

tot 10000 1600<br />

Daarmee worden de frequentie en de hoogte van de drukschommelingen<br />

verminderd. Dit draagt aanzienlijk bij tot verhoging van<br />

de bedrijfszekerheid en levensduur van de installatie.<br />

Als dit niet wordt gerespecteerd, kan schade aan de verwarmingsketel<br />

of andere installatiecomponenten ontstaan.<br />

Verder moet erop worden gelet dat uitsluitend corrosietechnisch<br />

gesloten pompgestuurde drukregelsystemen worden gebruikt, die<br />

beschermd zijn tegen indringing van zuurstof in het verwarmingswater.<br />

Anders kan door zuurstofcorrosie schade in de installatie<br />

ontstaan.<br />

Pompgestuurde drukregelsystemen met atmosferische ontgassing<br />

door cyclische drukontlasting realiseren weliswaar achteraf<br />

een centrale ontluchting van de verwarmingsinstallatie, maar verwijderen<br />

geen zuurstof in de zin van corrosiebescherming volgens<br />

VDI 2035 blad 2.<br />

10<br />

10.3 Hydraulische integratie<br />

Verwarmingsaansluitingen<br />

Bestaande installaties<br />

Voordat de verwarmingsketel op een bestaande verwarmingsinstallatie<br />

wordt aangesloten, moet de verwarmingsinstallatie grondig<br />

worden gespoeld om vuil en slik te verwijderen.<br />

Vuil en slik zetten zich anders in de verwarmingsketel af en kunnen<br />

tot plaatselijke oververhitting, geruis en corrosie leiden. Voor<br />

ketelschade die hierdoor ontstaat, geldt geen garantie. Eventueel<br />

moeten vuilvangers worden ingebouwd.<br />

Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde<br />

Alle warmteverbruikers resp. verwarmingscircuits moeten op de<br />

ketelaanvoer resp. -retour worden aangesloten. Geen aansluiting<br />

op aanvoer veiligheid of andere aansluitingen.<br />

Wij adviseren in de aanvoer- en retourleidingen van de verwarming<br />

afsluitorganen te monteren zodat later bij werkzaamheden<br />

aan de verwarmingsketel resp. aan de verwarmingscircuits het<br />

water niet uit de gehele installatie hoeft te worden afgetapt.<br />

Verwarmingscircuits<br />

Voor verwarmingscircuits met kunststofbuizen adviseren wij het<br />

gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof<br />

door de buiswanden te verhinderen. In verwarmingsinstallaties<br />

met kunststofbuizen die zuurstof doorlaten (DIN 4726) moet een<br />

systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor leveren wij<br />

aparte warmtewisselaars.<br />

Fußbodenheizungen und Heizkreise mit sehr großem Wasserinhalt<br />

müssen auch bei Nieder- und Tieftemperaturkesseln über<br />

Mischer angeschlossen werden und über die Vitotronic 300 (Typ<br />

GW2), Vitotronic 300-K of met aparte regelingen, bijv.<br />

Vitotronic 200-H worden geregeld.<br />

Eenvoudige montage<br />

De verwarmingsketel Vitoplex vereist bij veiligheidstemperaturen<br />

tot 110 ºC geen extra duur aanvoertussenstuk voor de montage<br />

van de veiligheidstechnische inrichtingen.<br />

De aansluitingen die voor de uitrusting nodig zijn, bijv. voor waterniveaubegrenzer<br />

of drukbegrenzingsinrichting bevinden zich aan<br />

de verwarmingsketel.<br />

5819 426 NL<br />

Ketelcircuit- en bijmengpompen<br />

De verwarmingsketels Vitoplex en Vitorond 200, type VD2A hebben<br />

een ketelcircuitpomp nodig voor geforceerde doorstroming.<br />

De Vitorond 200, type VD2A van 125 tot 270 kW, de Vitoplex 300<br />

van 80 tot 1750 kW en de Vitoplex 200 van 90 tot 560 kW met<br />

Therm-Control hebben meestal ook geen retourtemperatuurverhoging<br />

nodig.<br />

Zie voor meer informatie de toepassingsvoorbeelden.<br />

Voor de verwarmingsketels resp. gevallen waarbij een retourtemperatuurverhoging<br />

nodig is, is een bijmengpomp zinvol. Bij de<br />

Vitoplex-verwarmingsketels is op basis van de grote waterinhoud<br />

en de geringe interne weerstand van het verwarmingswater<br />

slechts een pomp nodig voor de retourtemperatuurverhoging (bijmengpomp)<br />

die op ca. 30 % van het totale debiet moet worden<br />

geconfigureerd.<br />

De bijmengpomp werkt alleen als de temperatuur lager is dan de<br />

minimum retourtemperatuur.<br />

De voordelen hiervan:<br />

& Kleinere pomp d.w.z. lage investeringskosten<br />

& Geringer stroomverbruik van de pomp<br />

& Kortere looptijden van de bijmengpomp<br />

& Lagere stroomkosten<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 41


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Aanwijzing voor CV-pompen<br />

CV-pompen in verwarmingsinstallaties met een nominaal vermogen<br />

> 25 kW moeten zo zijn uitgerust of ontworpen dat de elektrische<br />

vermogensopname automatisch in minstens drie trappen<br />

wordt aangepast aan de pompbehoefte die wordt bepaald door de<br />

werking, mits veiligheidstechnische belangen van de verwarmingsketel<br />

dat niet in de weg staan.<br />

10<br />

Systeemaccessoires<br />

Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />

Geprefabriceerde verwarmingscircuit-verdeling voor de aansluiting<br />

van max. 4 verwarmingscircuits op de Vitoplex tot 285 kW<br />

resp. Vitorond tot 270 kWin installaties met één ketel.<br />

In combinatie met de buisaansluitingen rechts of links naast de<br />

verwarmingsketel plaatsen of in combinatie met wandconsoles<br />

aan de wand bevestigen.<br />

Voor de Vitorond moeten de buisaansluitingen voor de Divicon<br />

lokaal worden gemaakt. Zie Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />

vanaf pagina 29.<br />

Toepassingsvoorbeelden<br />

Zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden.<br />

Ketelaansluitset voor Vitorond<br />

Voor montage van de volgende installatie-onderdelen:<br />

& Aanvoer- en retour<br />

& Veiligheidstechnische inrichtingen<br />

& Retourtemperatuurverhoging<br />

10.4 Veiligheidstechnische uitrusting<br />

EN 12828 geldt voor het ontwerp van warmwater-verwarmingsinstallaties<br />

met veiligheidstemperaturen tot max. 110 ºC.<br />

Voor 120 ºC in waterverwarmingsinstallaties moet EN 12953 in<br />

acht worden genomen.<br />

Veiligheidstechnische uitrusting volgens NEN EN 12828<br />

De norm stelt veiligheidstechnische eisen aan ketels en ketelinstallaties.<br />

Vereiste veiligheidsinrichtingen<br />

ADG Gesloten expansievat<br />

AV1 Afsluitklep<br />

AV2 Afsluitklep (tegen onbedoeld sluiten beveiligd, bijv. kapventiel)<br />

E Aftap<br />

EST Ontlastpot<br />

MA Drukindicatietoestel<br />

SDB1 Veiligheidsdrukbegrenzer max.<br />

SDB2 Veiligheidsdrukbegrenzer min.<br />

SIV Veiligheidsklep<br />

SL Veiligheidsexpansieleiding<br />

STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

TH Thermometer<br />

TR Temperatuurregelaar<br />

WB Waterniveaubegrenzer<br />

Overige legenda<br />

HK Verwarmingscircuit<br />

HKP CV-pomp<br />

HR Verwarmingswaterretour<br />

HV Verwarmingswateraanvoer<br />

5819 426 NL<br />

42 VIESMANN Olie-/gasketel


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Algemene aanwijzingen<br />

Laagwaterstandbeveiliging<br />

Volgens EN 12828 zijn verwarmingsketels voorzien van een<br />

beveiliging tegen watergebrek (waterniveaubegrenzer). Voor de<br />

Vitoplex-verwarmingsketels tot 300 kW is geen laagwaterstandbeveiliging<br />

nodig. De Vitoplex van <strong>Viessmann</strong> is voorzien van temperatuurregelaar<br />

en veiligheidstemperatuurbegrenzer met<br />

typegoedkeuring. Door tests is aangetoond dat bij een eventueel<br />

optredend gebrek aan water als gevolg van lekkage aan de verwarmingsinstallatie<br />

en gelijktijdige werking van de brander, zonder<br />

bijkomende maatregelen uitschakeling van de brander<br />

plaatsvindt voordat ontoelaatbare verwarming van de verwarmingsketel<br />

en de rookgasinstallatie intreedt.<br />

Maximale drukbegrenzing<br />

Vereist voor elke verwarmingsketel in een installatie als het nominale<br />

vermogen van de ketel > 300 kW bedraagt.<br />

De verwarmingsketels vanaf 345 kW hebben hiervoor een sok R½<br />

aan de bovenzijde van de ketel.<br />

Minimale drukbegrenzing<br />

Geadviseerd bij aanvoertemperaturen van meer dan 100 ºC en bij<br />

installaties met meerdere ketels eenmaal per installatie.<br />

Veiligheidsklep<br />

Volgens EN 12828 moeten verwarmingsketels worden voorzien<br />

van een veiligheidsklep met typegoedkeuring. Deze moet als volgt<br />

zijn gekenmerkt:<br />

& ”H” tot 3,0 bar toegestane werkdruk en max. 2700 kW vermogen<br />

& ”D/G/H” voor alle overige bedrijfsvoorwaarden<br />

De verbindingsleiding tussen verwarmingsketel en veiligheidsklep<br />

mag niet afsluitbaar zijn. Hierin mogen geen pompen, armaturen<br />

of vernauwingen aanwezig zijn.<br />

Ontlastpot<br />

Bij verwarmingsketels van meer dan 300 kW moet in de directe<br />

nabijheid van de veiligheidsklep een ontlastpot met afblaas- en<br />

afvoerleiding worden geïnstalleerd. De afblaasleiding moet in de<br />

buitenlucht uitmonden. Uittredende stoom mag niemand in gevaar<br />

brengen.<br />

De afblaasleiding van de veiligheidsklep moet zodanig zijn uitgevoerd<br />

dat geen drukverhoging mogelijk is. De monding van de<br />

afvoerleiding voor water moet zodanig zijn aangebracht dat uit de<br />

veiligheidsklep ontsnappend water zonder gevaar en observeerbaar<br />

wordt afgevoerd.<br />

Alleen als een tweede veiligheidstemperatuurbegrenzer en een<br />

tweede maximaalpressostaat worden gemonteerd, kan van de<br />

ontlastpot en de afblaasleiding worden afgezien.<br />

10<br />

Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires<br />

De tabel toont welk veiligheidstechnisch accessoire volgens<br />

EN 12828 voor de verwarmingsketel vereist is.<br />

X vereist<br />

— niet vereist<br />

5819 426 NL<br />

Nom.vermogen van de verwarmingsketel ≤ 300 kW > 300 kW<br />

Veiligheidstemperatuur<br />

110 ºC 110 ºC<br />

De veiligheidstemperatuurbegrenzer in de leveringsomvang van de ketelcircuitregeling is op 110°C ingesteld<br />

Temperatuurregelaar<br />

x<br />

x<br />

Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />

Ketelthermometer<br />

x<br />

x<br />

Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />

Drukindicatietoestel x x<br />

Manometer (als afzonderlijk accessoire)<br />

of<br />

als onderdeel van de maximaalpressostaat resp. van de kleinverdeler (alleen tot 200 kW)<br />

Veiligheidsklep<br />

x<br />

x<br />

Een veiligheidsklep van 3 bar is onderdeel van de kleinverdeler (inzetbaar tot 200 kW)<br />

Waterniveaubegrenzer<br />

x* 1 x<br />

als laagwaterstandbeveiliging<br />

Maximaalpressostaat – x<br />

Minimaalpressostaat<br />

x<br />

x<br />

Geadviseerd bij aanvoertemperaturen van meer dan 100 ºC. Bij meerketelinstallaties eenmaal per installatie.<br />

Armaturenblok met accessoires (met manometer, beveiligde afsluitklep, aftap en twee aansluitingen<br />

x<br />

x<br />

voor overige veiligheidsdrukbegrenzers)<br />

Naar keuze, accessoires volgens EN 12828 voor de montage van de veiligheidsdrukbegrenzer.<br />

Ontlastpot — X<br />

van installateur<br />

of<br />

Volgens EN 12828 is de ontlaspot niet nodig als bovendien een veiligheidstemperatuurbegrenzer en een<br />

veiligheidsdrukbegrenzer (maximaalpressostaat) worden ingebouwd.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

— X<br />

(extra)<br />

Veiligheidsdrukbegrenzer (maximaalpressostaat)<br />

(extra)<br />

— X<br />

*1 Alleen bij Vitorond 200 nodig.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 43


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Opmerking<br />

De verwarmingsketel moet bij werking op een veiligheidstemperatuur<br />

van meer dan 120 °C volgens de bedrijfsveiligheidverordening<br />

worden bewaakt. Uitrustingsonderdelen met<br />

veiligheidsfunctie moeten dan de volgende eigenschappen hebben:<br />

betrouwbare werking, redundant, ongelijksoortig en zelfbewakend.<br />

Accessoirepakket voor 120 ºC veiligheidstemperatuur is<br />

leverbaar. Meer informatie in EN 12953.<br />

10<br />

10.5 Brandstoffen<br />

De Vitoplex en Vitorond zijn geschikt voor de volgende brandstoffen:<br />

& Lichte huisbrandolie volgens DIN 51 603<br />

& Aardgas, stadsgas en propaan. De <strong>Viessmann</strong> Vitoflame 100<br />

gas-ventilatobranders zijn alleen geschikt voor de verbranding<br />

van aardgas E en LL.<br />

& Biogas en rioolwaterzuiveringsgas:<br />

De werking op biogas/rioolwaterzuiveringsgas is mogelijk.<br />

Omdat deze gassen meestal zwavelverbindingen (waarvan de<br />

samenstelling sterk kan schommelen) en andere agressieve<br />

gassen bevatten, gelden bijzondere bedrijfsvoorwaarden.<br />

– Het gas moet vrij zijn van halogeen-chloorkoolwaterstoffen.<br />

– De minimum retourtemperatuur moet in alle bedrijfssituaties<br />

boven 65 ºC liggen. Hiervoor is de montage van een effectieve<br />

retourtemperatuurverhoging nodig.<br />

– De verwarmingsketel moet permanent paraat worden gehouden,<br />

nacht- of weekendverlaging is niet toegestaan.<br />

– Omdat biogas vaak verontreinigd is, kunnen de onderhoudscycli<br />

korter worden. De verwarmingsketel moet regelmatig<br />

worden gereinigd en onderhouden.<br />

& Overige brandstoffen op aanvraag.<br />

10.6 Brander<br />

Geschikte brander<br />

De configuratie van ketel-brander vond plaats voor een max.<br />

installatiehoogte van 250 m boven NAP<br />

Olie-ventilatorbrander<br />

De brander moet volgens EN 267 zijn getest en gemarkeerd.<br />

Gas-ventilatorbrander<br />

De brander moet getest zijn volgens EN 676 en moet overeenkomstig<br />

richtlijn 90/396/EEG de CE-markering hebben.<br />

Unit-brander<br />

Voor de Vitoplex tot 225 kW en de Vitorond tot 195 kW zijn ventilatorbranders<br />

op olie of gas van <strong>Viessmann</strong> verkrijgbaar.<br />

Voor de Vitoplex van 270 tot 1750 kW en de Vitorond vanaf 320<br />

kW zijn ventilatorbranders op olie of gas van de firma's Dreizler en<br />

Weishaupt verkrijgbaar.<br />

Zie prijslijst.<br />

De levering vindt plaats door de branderfabrikant.<br />

Toepassingsgebied<br />

De verwarmingsketels werken met overdruk in de vuurhaard. Er<br />

moet een brander worden gebruikt die geschikt is voor de betreffende<br />

weerstand aan rookgaszijde (zie gegevensblad van de<br />

betreffende verwarmingsketel).<br />

Bij gebruik van de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

moet rekening worden gehouden met de extra weerstand van dit<br />

toestel. De Vitoflame 100 ventilatorbrander op olie of gas van<br />

<strong>Viessmann</strong>, 80 tot 225 kW, kan niet in combinatie met een nageschakelde<br />

Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar worden<br />

gebruikt.<br />

Het materiaal van de branderkop moet geschikt zijn voor bedrijfstemperaturen<br />

tot minstens 500 ºC.<br />

Branderuitvoeringen<br />

Er kunnen meertraps of traploze (modulerende) branders worden<br />

gebruikt.<br />

Montage van de brander<br />

Vitoplex tot 560 kW<br />

Verwarmingsketels tot 130 kW: Steekcirkel van de bevestigingsgaten<br />

voor de brander, bevestigingsgaten voor de brander en<br />

branderbuisopening voldoen aan EN 226.<br />

Verwarmingsketels van 150 tot 560 kW: Steekcirkel van de branderbevestigingsgaten;<br />

de branderbevestigingsgaten en branderbuisopening<br />

voldoen aan EN 303-1.<br />

De brander kan direct op de draaibare keteldeur worden gemonteerd.<br />

Als de montageafmetingen van de brander afwijken van de<br />

afmetingen van EN 226 resp.EN 303-1, de meegeleverde branderplaat<br />

monteren en gaten volgens de afmetingen van de brander<br />

maken.<br />

Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />

worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />

van de brander vermelden.<br />

De branderbuis moet uit de isolatie van de keteldeur steken.<br />

Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />

Vitoplex 575 tot 1950 kW<br />

De meegeleverde branderplaat moet op de draaibare keteldeur<br />

worden gemonteerd. De brander moet op de branderplaat worden<br />

gemonteerd, omdat montage direct op de keteldeur zonder branderplaat<br />

niet mogelijk is.<br />

Overeenkomstig de afmetingen van de brander moeten gaten in<br />

de meegeleverde branderplaat worden geboord.<br />

Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />

worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />

van de brander vermelden.<br />

De branderbuis moet uit de isolatie van de keteldeur steken.<br />

Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />

Vitorond van 125 kW<br />

Steekcirkel van de bevestigingsgaten voor de brander, bevestigingsgaten<br />

voor de brander en branderbuisopening voldoen aan<br />

EN 226.<br />

5819 426 NL<br />

44 VIESMANN Olie-/gasketel


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Vitorond van 160 tot 1080 kW<br />

De brander moet op de branderplaat worden gemonteerd, omdat<br />

montage direct op de keteldeur zonder branderplaat niet mogelijk<br />

is. Overeenkomstig de afmetingen van de brander moeten gaten<br />

in de meegeleverde branderplaat worden geboord.<br />

Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />

worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />

van de brander vermelden.<br />

De branderbuis moet uit de isolatie van de keteldeur steken.<br />

Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />

Afstelling van de brander<br />

Het grootste olie- resp. gasdebiet van de brander moet zo worden<br />

ingesteld dat het aangegeven nominale vermogen van de verwarmingsketel<br />

niet wordt overschreden. Bij meertraps en modulerende<br />

branders erop letten dat de rookgasinstallatie geschikt<br />

moet zijn voor de lage rookgastemperaturen die tijdens deellast<br />

ontstaan.<br />

Als de Vitoplex-verwarmingsketel op een Vitotronic-regeling<br />

werkt, moeten de minimale vermogens worden aangehouden die<br />

in de bedrijfsvoorwaarden worden vermeld.<br />

10.7 Rookgasgeleiding<br />

Vereisten volgens stookverordening<br />

De lokale bouw- en stookverordening moet in acht worden genomen.<br />

& Rookgasinstallaties moeten qua binnendiameter en hoogte en<br />

indien nodig ook qua warmtegeleidingsweerstand en intern<br />

oppervlak zo zijn bemeten dat de rookgassen in alle bedrijfssituaties<br />

volgens de voorschriften naar de buitenlucht worden<br />

geleid en ten opzichte van ruimtes geen gevaarlijke overdruk<br />

kunnen ontwikkelen.<br />

& De rookgassen van stookinrichtingen voor vloeibare en gasvormige<br />

brandstoffen kunnen in schoorstenen of rookgasleidingen<br />

worden geleid.<br />

& Rookgasleidingen van gebouwen moeten ten opzichte van<br />

ramen een afstand van min. 20 cm hebben.<br />

& Afstanden tot mondingen van schoorstenen en rookgasleidingen:<br />

– De nok moet min. 40 cm worden overstegen.<br />

of<br />

Min. 1 m afstand tot het dak<br />

– Dakopbouwen en openingen van ruimtes moeten min. 1 m<br />

worden overstegen voorzover hun afstand tot de schoorstenen<br />

en rookgasleidingen minder dan 1,5 m bedraagt.<br />

– Onbeschermde bouwelementen van brandbaar materiaal, uitgezonderd<br />

dakbedekkingen moeten min. 1 m worden overstegen<br />

of min. 1,5 m hiervan verwijderd zijn.<br />

– Afwijkend hiervan kunnen verderstrekkende eisen worden<br />

gesteld als gevaar of zware belasting valt te vrezen.<br />

& Stookinstallaties met een thermisch stookvermogen van<br />

1 Megawatt of meer:<br />

De uittrede-opening van de rookgassen moet de hoogste kant<br />

van de daknok min. 3 m overstijgen en min. 10 m boven het<br />

maaiveld liggen.<br />

Vraag advies van een erkende installateur.<br />

& Stookinstallaties met een thermisch stookvermogen van<br />

>20MW:<br />

Lokale eisen moeten bij de autoriteiten worden opgevraagd.<br />

& Bij een dakhelling < 20º moet de hoogte van de uittrede-opening<br />

aan een fictieve daknok worden gerelateerd. De hoogte van de<br />

fictieve daknok moet op basis van een dakhelling van 20º worden<br />

berekend.<br />

Indien x < 1,5 m, dan a ≥ 1,0 m<br />

10<br />

5819 426 NL<br />

Configuratie van de rookgasinstallatie<br />

De bepaling van de doorsnede van de rookgasinstallatie is basis<br />

en voorwaarde voor een probleemloze werking van elke rookgasinstallatie.<br />

In de volgende doorsnedediagrammen kan de doorsnede<br />

van de rookgasinstallatie afhankelijk van het nominale<br />

thermische vermogen en de effectieve hoogte van de rookgasinstallatie<br />

worden bepaald. Bij de berekening van de doorsnedediagrammen<br />

werd EN 13384 gerespecteerd.<br />

Uitgangswaarden:<br />

& Rookgastemperatuur aan het einde van de ketel 140 tot 190 ºC<br />

en temperatuur van de omgevingslucht + 15 ºC. Hogere rookgastemperaturen<br />

verbeteren de trek meestal maar matig.<br />

& Effectieve hoogte van de rookgasinstallatie komt overeen met<br />

het hoogteverschil tussen de uittrede-aansluiting van de ketel<br />

en de monding.<br />

& Lengte van het verbindingsstuk max. ¼ van de effectieve<br />

hoogte van de rookgasinstallatie, maar niet meer dan 7 m.<br />

Gelijke doorsnede van het verbindingsstuk en de rookgasinstallatie.<br />

& Weerstandscoëfficiënt Σζ voor kering, invoering, vorm- en snelheidsveranderingen<br />

gelijk aan 2,2 (diagrammen conform Schiedel)<br />

resp. 2,5 (diagrammen conform Plewa).<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 45


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

& De weerstandscoëfficiënt Σζ = 2,2 dekt bijv. de verliezen van<br />

een verbindingsstuk met een invoering van minder dan 10º en<br />

twee bochten van 90º en een evt. benodigde snelheidsverhoging<br />

bij bijzonder grote uittrede-aansluiting van de ketel.<br />

& Er wordt geadviseerd de rookgassen onder 45º in de rookgasinstallatie<br />

in te voeren.<br />

Schoorsteendiagrammen<br />

Bij gebruik van de volgende diagrammen controleren of de voorwaarden<br />

van de berekening met betrekking tot rookgastemperatuur,<br />

lengte van het verbindingsstuk en weerstandscoëfficiënt zijn<br />

gerespecteerd. Bij grote afwijkingen worden door de technische<br />

afdelingen van de fabrikanten van rookgasinstallaties doorsnedeberekeningen<br />

gemaakt die op het betreffende project zijn afgestemd.<br />

Diagram voor ronde doorsneden (Schiedel)<br />

10<br />

Dit diagram is representatief voor dat van andere firma's. Of dit<br />

diagram voor de rookgasinstallaties van andere fabrikanten kan<br />

worden gebruikt, moet door het uitvoerende installatiebedrijf worden<br />

gecontroleerd.<br />

5819 426 NL<br />

46 VIESMANN Olie-/gasketel


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Diagram voor vierkante doorsneden (Plewa)<br />

10<br />

Dit diagram is representatief voor dat van andere firma's. Of dit<br />

diagram voor de rookgasinstallaties van andere fabrikanten kan<br />

worden gebruikt, moet door het uitvoerende installatiebedrijf worden<br />

gecontroleerd.<br />

10.8 Geluidsisolatie<br />

De in verwarmingsinstallaties gebruikte brander-/ketelsystemen,<br />

circulatiepompen en andere aggregaten veroorzaken geluid. Dit<br />

wordt van de installatieruimte via vloer, plafond en wanden naar<br />

aangrenzende ruimtes en via de rookgasinstallatie, evenals luchttoever-<br />

en luchtafvoeropeningen naar andere ruimtes en naar buiten<br />

geleid.<br />

Daar kan het als storend worden ervaren. Om dit te vermijden<br />

kunnen extra geluidsisolerende maatregelen worden genomen<br />

die al bij het ontwerp moeten worden gerespecteerd. Maatregelen<br />

die naderhand worden genomen om het geluid te verminderen zijn<br />

vaak slechts met veel moeite en hoge kosten te realiseren.<br />

Luchtgeluidsisolatie<br />

Moderne branders beschikken vaak over geluidsisolerende kappen<br />

resp. geluidsisolerende luchtaanzuigingen. Bij hoge geluidsisolerende<br />

eisen kunnen extra geluidsisolerende kappen worden<br />

gebruikt. Deze maatregel kan tegen geringe kosten ook naderhand<br />

worden genomen.<br />

Geluiddempende kappen worden voor verschillende geluidsreducties<br />

aangeboden en worden gewoonlijk overeenkomstig de<br />

installatie (type verwarmingsketel, brandstoftoevoer, bouwkundige<br />

situatie) ontworpen en gemaakt.<br />

Bij grotere installaties kan het nodig zijn de aanzuiglucht in een<br />

geluiddempend kanaal te leiden om storende geluiden buiten het<br />

gebouw te vermijden.<br />

Geluiddempers voor rookgas zijn meestal alleen bij hoge eisen<br />

van geluidisolatie vereist. Op basis van de complexiteit bij het ontstaan<br />

en de voortplanting van vlamgeluid, de samenwerking van<br />

brander, verwarmingsketel en rookgasinstallatie evenals de werkwijze<br />

(rookgasinstallatie met overdruk of onderdruk) is zeer moeilijk<br />

voorspelbaar of een geluiddemper voor de rookgassen nodig<br />

is.<br />

Voor de beoordeling van de geluidsemissie in de buurt moet<br />

daarom bij de monding van de rookgasinstallatie het geluidsniveau<br />

worden gemeten. Als eventueel geluiddemping van de rookgassen<br />

nodig is, moet hiermee al tijdens het ontwerp rekening<br />

mee worden gehouden. Belangrijk hierbij is dat achter de ketel<br />

voorzien wordt in voldoende ruimte voor de geluiddemper. De<br />

weerstand van de geluiddemper voor rookgas is nodig voor de<br />

berekening van de rookgasinstallatie volgens EN 13384.<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 47


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Contactgeluidsisolatie<br />

Een geluidsisolerend onderstel onder de verwarmingsketel is een<br />

goedkope en effectieve maatregel om trillingen te dempen. Hiervoor<br />

worden geluidsisolerende stelpoten om in het basisframe<br />

van de verwarmingsketel te schroeven en voor verwarmingsketels<br />

met een groter vermogen isolerende langsbeugels van roestvaststalen<br />

veerelementen aangeboden.<br />

Bij de dimensionering van zo'n onderstel moet het totale bedrijfsgewicht<br />

van de ketelinstallatie in acht worden genomen. Bij het<br />

gebruik van isolerende langsbeugels moet voor een effen steunvlak<br />

worden gezorgd.<br />

Vooral bij dakverwarmingscentrales is een effectieve contactgeluidsisolatie<br />

belangrijk. Voor de akoestische scheiding van de<br />

stookinrichtingen en het gebouw kunnen compensatoren worden<br />

gebruikt.<br />

Deze moeten zo dicht mogelijk bij de verwarmingsketel in de ketelaanvoer-,<br />

ketelretour- en veiligheidsleiding worden gemonteerd.<br />

Wanneer steunen of ophangingen worden gebruikt, moeten deze<br />

eveneens geluidstechnisch van het gebouw worden gescheiden.<br />

10<br />

Accessoires voor de geluidsisolatie<br />

<strong>Viessmann</strong> levert voor de verwarmingsketels Vitoplex en Vitorond<br />

de volgende accessoires voor de geluidsioslatie:<br />

& Geluidsisolerende stelpoten voor verwarmingsketels tot 285 kW<br />

& Geluidsisolerende trillingsdempers voor verwarmingsketels<br />

vanaf 320 kW<br />

10.9 Richtwaarden voor de waterkwaliteit<br />

De levensduur van elke verwarmingsketel en van de gehele verwarmingsinstallatie<br />

wordt beïnvloed door de eigenschappen van<br />

het water.<br />

De kosten van waterbehandeling zijn in ieder geval lager dan<br />

reparatie van schade aan de verwarmingsinstallatie.<br />

Onze garantie is niet van toepassing als niet aan de hierna<br />

genoemde vereisten wordt voldaan. De garantie geldt niet voor<br />

schade als gevolg van corrosie en ketelsteen.<br />

Hierna zijn de belangrijke eisen aan de waterkwaliteit samengevat.<br />

Zie voor uitgebreide aanwijzingen de afzonderlijke ontwerphandleiding<br />

”Richtwaarden voor de waterkwaliteit”. Voor de vulling en<br />

inbedrijfstelling kan van <strong>Viessmann</strong> een mobiele waterbehandelingsinstallatie<br />

worden gehuurd.<br />

Verwarmingsinstallaties met werktemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift (VDI 2035)<br />

Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen (calciumcarbonaat)<br />

op het verwarmingsoppervlak afzet. Voor verwarmingsinstallaties<br />

met werktemperaturen tot 100 °C geldt de VDIrichtlijn<br />

2035 blad 1 ”Voorkomen van schade in warmwater-verwarmingsinstallaties<br />

- kalksteenvorming in tapwater- en warmwater-verwarmingsinstallaties”<br />

met de volgende richtwaarden (zie<br />

ook de betreffende verklaringen in de originele tekst van de richtlijn):<br />

Totaal verwarmingsvermogen in kW Som aardalkaliën mol/m 3 Totale hardheid in °dH<br />

>50tot≤ 200 ≤ 2,0 ≤ 11,2<br />

> 200 tot ≤ 600 ≤ 1,5 ≤ 8,4<br />

> 600 < 0,02 < 0,11<br />

Bij de richtwaarden wordt van de volgende voorwaarden uitgegaan:<br />

& De som van de totale hoeveelheid vulwater en toegevoegd<br />

water tijdens de levensduur van de installatie overschrijdt niet<br />

het drievoudige van de waterinhoud van de verwarmingsinstallatie.<br />

& Het specifieke installatievolume is minder dan 20 liter/kW vermogen.<br />

Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het<br />

vermogen van de kleinste ketel worden ingezet.<br />

& Alle maatregelen ter voorkoming van corrosie aan de waterzijde<br />

volgens VDI 2035 blad 2 zijn genomen.<br />

Bij verwarmingsinstallaties met de volgende gegevens moeten<br />

het vulwater en toegevoegde water worden onthard:<br />

& De som van de aardalkaliën van het vulwater en toegevoegde<br />

water ligt boven de richtwaarde.<br />

& Grotere hoeveelheden vulwater en toegevoegd water zijn te<br />

verwachten.<br />

& Het specifieke installatievolume is meer dan 20 liter/kW vermogen.<br />

Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het vermogen<br />

van de kleinste ketel worden ingezet.<br />

Bij het ontwerp op het volgende letten:<br />

& Per gedeelte moeten afsluitkleppen worden gemonteerd. Daarmee<br />

wordt vermeden dat bij elke reparatie of elke uitbreiding<br />

van de installatie al het verwarmingswater moet worden afgetapt.<br />

& Bij installaties van > 50 kW moet voor het vastleggen van de<br />

hoeveelheid vulwater en toegevoegd water een watermeter<br />

worden ingebouwd. De toegevoegde waterhoeveelheden en de<br />

waterhardheid moeten in de servicehandleidingen van de verwarmingsketel<br />

worden genoteerd.<br />

& Bij installaties met een specifiek installatievolume groter dan 20<br />

liter/kW verwarmingsvermogen (bij installaties met meerdere<br />

ketels moet daarbij het vermogen van de kleinste ketel ingezet<br />

worden) moeten de eisen van de eerstvolgende hogere groep<br />

van het totale verwarmingsvermogen (volgens tabel) worden<br />

gebruikt. Bij ernstige overschrijdingen (> 50 liter/kW) moet bij<br />

som der aardalkaliën ≤ 0,02 mol/m 3 onthard worden.<br />

5819 426 NL<br />

48 VIESMANN Olie-/gasketel


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

Bedrijfsinstructies:<br />

& De inbedrijfstelling van een installatie moet trapsgewijs, beginnend<br />

met het geringste vermogen van de ketel, bij een hoog<br />

verwarmingswaterdebiet plaatsvinden. Daarmee wordt plaatselijke<br />

concentratie van kalkafzetting op het verwarmingsoppervlak<br />

van de ketel voorkomen.<br />

& Bij installaties met meerdere ketels moeten alle ketels gelijktijdig<br />

in bedrijf worden gesteld, zodat de totale kalkhoeveelheid<br />

niet op het warmteoverdrachtsoppervlak van slechts één ketel<br />

komt.<br />

& Bij uitbreidings- en reparatiewerkzaamheden moeten alleen de<br />

absoluut noodzakelijke netdelen afgetapt worden.<br />

& Als aan de waterzijde maatregelen nodig zijn, moet al bij de<br />

eerste vulling van de verwarmingsinstallatie de inbedrijfstelling<br />

met behandeld water plaatsvinden. Dat geldt ook voor elke<br />

nieuwe vulling bijv. na reparaties of uitbreiding van de installatie<br />

en voor al het toegevoegde water.<br />

& Filters, vuilvangers of andere vuil- of slibinrichtingen in het verwarmingswatercircuit<br />

moeten na de eerste of een herhaalde<br />

installatie vaker, later naar behoefte afhankelijk van de waterbehandeling<br />

(bijv. hardheid), worden gecontroleerd, gereinigd en<br />

gebruikt.<br />

Bij het respecteren van deze aanwijzingen wordt de vorming van<br />

kalkafzettingen op het verwarmingsoppervlak geminimaliseerd.<br />

Als door het niet-respecteren van de VDI-richtlijn 2035 schadelijke<br />

kalkafzettingen zijn ontstaan, is een beperkte levensduur van de<br />

ingebouwde verwarmingsapparaten in de meeste gevallen al<br />

begonnen. Het verwijderen van de kalkafzettingen kan een optie<br />

zijn voor het herstel van een deugdelijke werking. Deze maatregel<br />

moet door een installatiebedrijf worden uitgevoerd. De verwarmingsinstallatie<br />

moet voor het opnieuw in bedrijf stellen op<br />

schade worden onderzocht. Om het opnieuw vormen van overmatig<br />

veel kalksteen te voorkomen moeten de foutieve bedrijfsparameters<br />

absoluut worden gecorrigeerd.<br />

10<br />

Verwarmingsinstallaties met toegestane aanvoertemperaturen boven 100 ºC<br />

Werking op zoutarm circulatiewater<br />

Als vulwater en toegevoegd water komt uitsluitend zoutarm water,<br />

zoals ontzout water, permeaat of condensaat in aanmerking.<br />

Bij systemen met mengcondensatie is meestal zoutarm water<br />

aanwezig als geen ketelwater voor de alkalisering wordt teruggevoerd.<br />

Werking op zouthoudend water<br />

Als vul- of toegevoegd water moet zoveel mogelijk water met een<br />

laag zoutgehalte worden gebruikt dat ten minste van aardalkaliën<br />

is ontdaan (onthard).<br />

zoutarm<br />

zouthoudend<br />

El. geleidbaarheid bij 25 ºC μS/cm 10 tot 30 > 30 tot 100 > 100 tot 1500<br />

Algemene eisen<br />

zuiver, zonder sedimenten<br />

zuiver, zonder sedimenten<br />

zuiver, zonder sedimenten<br />

pH-waarde bij 25 ºC 9 - 10 9 - 10,5 9 - 10,5<br />

pH-waarde volgens tapwaterverordening/verordening<br />

≤ 9,5 ≤ 9,5 ≤ 9,5<br />

tapwaterbehandeling<br />

Zuurstof (O 2 )<br />

mg/liter < 0,1 < 0,05 < 0,02* 1<br />

(waarden bij permanente werking duidelijk<br />

lager)<br />

Aardalkaliën (Ca + Mg) mmol/liter < 0,02 < 0,02 < 0,02<br />

Fosfaat (PO 4 ) mg/liter < 5 < 10 < 15<br />

pH-waarde volgens tapwaterverordening/verordening<br />

mg/liter ≤ 7 ≤ 7 ≤ 7<br />

tapwaterbehandeling<br />

Voor warmwater-generatoren van <strong>Viessmann</strong> mg/liter < 2,5 < 5 < 15<br />

Bij gebruik van zuurstofbindmiddelen:<br />

natriumsulfiet (Na 2 SO 3 )<br />

(bij gebruik van andere geschikte producten<br />

moet rekening worden gehouden met de<br />

betreffende richtlijnen van de leverancier.)<br />

mg/liter – –


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

De voordruk van het membraanexpansievat moet minstens bij het<br />

jaarlijkse onderhoud worden gecontroleerd. Voor drukregelsystemen<br />

en corrosie zie ook het hoofdstuk ”Algemene ontwerpinstructies”.<br />

Het gebruik van gasdoorlatende onderdelen, bijv. niet diffusiedichte<br />

kunststofleidingen in vloerverwarmingen moet worden vermeden.<br />

Als ze toch worden gebruikt, moet in een<br />

systeemscheiding worden voorzien. Deze moet het door de kunststofbuizen<br />

stromende water door een warmtewisselaar van corrosiebestendig<br />

materiaal van de andere verwarmingscircuits – bijv.<br />

vandeCV-ketel– worden gescheiden.<br />

Bij een corrosietechnisch gesloten warmwater-verwarmingsinstallatie,<br />

waarbij met de hiervoor genoemde punten rekening is<br />

gehouden, zijn geen extra beschermende maatregelen tegen corrosie<br />

nodig.<br />

Als het gevaar toch bestaat dat zuurstof binnendringt, kunnen<br />

extra beschermende maatregelen worden genomen, bijv. door<br />

toevoegen van een zuurstofbindmiddel als natriumsulfiet (5 - 10<br />

mg/liter). De pH-waarde van het verwarmingswater moet 8,2 - 9,5<br />

bedragen.<br />

Als onderdelen van aluminium aanwezig zijn, gelden afwijkende<br />

voorwaarden.<br />

Als voor de bescherming tegen corrosie chemicaliën worden<br />

gebruikt, adviseren wij om bij de fabrikant van de chemische stoffen<br />

in kwestie een attest aan te vragen waarin de fabrikant bevestigt<br />

dat de chemicaliën geen gevaar vormen voor de materialen<br />

waarvan de ketel en de andere componenten van de verwarmingsinstallatie<br />

zijn gemaakt.<br />

Voor vragen heeft over de waterbehandeling adviseren wij u contact<br />

op te nemen met een gespecialiseerde firma .<br />

Meer gedetailleerde informatie staat in de VDI-richtlijn 2035-2 en<br />

EN 14868.<br />

10<br />

10.10 Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor rendementsverhoging<br />

Het naschakelen van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

bij een verwarmingsketel geeft een duidelijke verhoging<br />

van het rendement. Door condensatie van de rookgassen in de<br />

warmtewisselaar wordt de verwarmingsketel volgens de vereisten<br />

van de rendementsrichtlijn 92/42/EEG een HR-ketel.<br />

& Bij gasgestookte verwarmingsketels bedraagt de rendementsverhoging<br />

max. 12 %.<br />

& Bij werking op olie wordt op basis van het geringere watergehalte<br />

en de lage dauwpunttemperatuur ten opzichte van gas<br />

een rendementsverhoging van max. 6 % bereikt.<br />

De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar is zo ontworpen<br />

dat deze ook op een bestaande installatie kan worden aangesloten.<br />

Vitotrans 300 voor oliestook<br />

Voor de permanente of langere werking op olie is de Vitotrans 300<br />

rookgas-/water-warmtewisselaar op plaatsen waar contact is met<br />

rookgas leverbaar met het hoogwaardige roestvast staal RVS<br />

904L.<br />

Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

De rendementsverhoging en daarmee de energiebesparing ten<br />

opzichte van installaties zonder rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

wordt aanzienlijk bepaald door de temperatuur van het retourwater<br />

dat door de warmtewisselaar stroomt.<br />

De retourtemperaturen worden door het ontwerp van de installatie<br />

bepaald en nemen bij stijgende buitentemperatuur af. Voor verwarmingssystemen<br />

met ontwerptemperaturen van 75/60 ºC en<br />

40/30 ºC is het verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de<br />

buitentemperatuur in het diagram op pagina 51 weergegeven.<br />

De rendementsverhoging die door het naschakelen van een rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

wordt bereikt, is voor verschillende<br />

temperaturen van verwarmingssystemen in de tabel hierna weergegeven.<br />

De mogelijke rendementsverhoging is gebaseerd op het<br />

glijdende verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de buitentemperatuur.<br />

De verschillende rendementsverhogingen resulteren<br />

uit de verschillende rookgastemperaturen van de voorgeschakelde<br />

verwarmingsketels<br />

<strong>Ontwerp</strong>temperatuur verwarmingssysteem<br />

Rendementsverhoging<br />

door Vitotrans 300 met Vitoplex 300<br />

90/70 ºC 6,0 % 7,0 %<br />

75/60 ºC 9,0 % 10,0 %<br />

60/50 ºC 10,0 % 11,0 %<br />

40/30 ºC 11,5 % 12,5 %<br />

Het totale rendement van de HR-eenheid bestaande uit gasgestookte<br />

verwarmingsketel en Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

resulteert uit de optelling van het ketelrendement en<br />

de voor de betreffende systeemtemperatuur bepaalde rendementsverhoging<br />

van de warmtewisselaar.<br />

Voorbeeld:<br />

Rendement Vitoplex 300 = 96 %<br />

Rendementsverhoging Vitotrans 300 bij 75/60 ºC = 9 % geeft een<br />

totaal rendement van de HR-eenheid van 96 % + 9 % = 105 %.<br />

Rendementsverhoging<br />

door Vitotrans 300 met Vitoplex 200 en<br />

Vitorond 200<br />

5819 426 NL<br />

50 VIESMANN Olie-/gasketel


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

C Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />

D Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />

A Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />

B Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />

Berekening van de mogelijke energiebesparing (B E )<br />

& Jaarlijkse verwarmingscapaciteit Q a van een ketelinstallatie met<br />

² k = 460 kW en 1650 uur max. capaciteit (b a ) per jaar:<br />

& Jaarverbruik B B van aardgas LL (stookwaarde H u =<br />

8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een Vitoplex 300 met nageschakelde<br />

Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar:<br />

10<br />

& Jaarverbruik B N van aardgas LL (stookwaarde H u =<br />

8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een laagtemperatuurketel<br />

Vitoplex 300 met een rendement van η N =96%:<br />

& Besparing van aardgas LL in m 3 /a :<br />

& Rendementsverhoging η AWT door het naschakelen van een<br />

Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar. De ontwerptemperatuur<br />

van het verwarmingssysteem dat via de warmtewisselaar<br />

werkt, is 75/60 ºC.<br />

η AWT = 9 % (volgens tabel op pagina 50)<br />

η tot = η N + η AWT = 96 % + 9 % = 105 %<br />

& Procentuele besparing:<br />

Door het gebruik van een nageschakelde Vitotrans 300 rookgas-/<br />

water-warmtewisselaar kan ca. 8,5 % brandstof worden bespaard.<br />

Bij de modernisering van verouderde ketelinstallaties met een<br />

laag rendement worden aanzienlijke besparingen bereikt.<br />

Hydraulische integratie<br />

Via Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar kan de totale<br />

verwarmingswaterhoeveelheid, met betrekking tot het overeenkomstige<br />

nominale vermogen van de verwarmingsketel en een<br />

temperatuurverschil van min. 20 K, worden gevoerd.<br />

Als slechts een gedeeltelijk debiet via de Vitotrans 300 wordt<br />

gevoerd, om bijv. een verwarmingscircuit met lage retourtemperaturen<br />

te gebruiken, moet het nominaal debiet zo worden gekozen<br />

dat de temperatuurspreiding in de Vitotrans 300 met betrekking tot<br />

het bovenste vermogen max. 10 K bedraagt.<br />

5819 426 NL<br />

Condenswater en neutralisatie<br />

Oliestook<br />

Condenswater van deze installaties moet worden geneutraliseerd.<br />

Bovendien moet voor de neutraliseringsinstallaties voor gasgestookte<br />

verwarmingsketels een koolfilter worden gebruikt.<br />

Neutraliseringsinrichtingen<br />

Voor de HR-eenheden bestaande uit <strong>Viessmann</strong> Vitoplex/<br />

Vitorond/Vitomax verwarmingsketels en nageschakelde<br />

<strong>Viessmann</strong> Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar zijn<br />

afgestemde neutraliseringsinrichtingen leverbaar:<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 51


<strong>Ontwerp</strong>handleiding (vervolg)<br />

& Neutraliseringsinrichting met granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />

tot 500 kW met Vitotrans 300<br />

& Neutraliseringsinstallatie met granulaat en hevelpomp evenals<br />

vulindicatie voor granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />

tot 1000 kW met Vitotrans 300<br />

& Neutraliseringsinstallatie met vloeistof voor gasgestookte verwarmingsketel<br />

vanaf 1120 kW met Vitotrans 300<br />

& Neutraliseringsinstallaties voor oliegestookte verwarmingsketel<br />

met Vitotrans 300.<br />

Technische gegevens van de neutraliseringsinrichtingen resp. -<br />

installaties en accessoires zie gegevensblad ”Accessoires voor<br />

verwarmingsketels”.<br />

Opstelling neutralisatie-inrichting<br />

Bij opstelling van de volledige verwarmingsinstallatie op dezelfde<br />

hoogte wordt het condensaat in de warmtegenerator, de rookgas-/<br />

water-warmtewisselaar of de rookgasinstallatie tot op de hoogte<br />

van de toevoeraansluiting van de neutralisatie-inrichting opgestuwd.<br />

Als het condensaat volledig wegloopt, moet de neutralisatieinrichting<br />

lager worden opgesteld.<br />

Regelingen<br />

11.1 Overzicht ketelcircuitregelingen en schakelkasten<br />

11<br />

(toewijzing aan de verwarmingsketels zie prijslijst)<br />

Tot de leveringsomvang van de verwarmingsketels Vitoplex200 en<br />

300 en Vitorond 200 behoort een speciaal op de ketel afgestemde<br />

ketelcircuitregeling. Daarmee wordt de vereiste laagste ketelwatertemperatuur<br />

gegarandeerd.<br />

De ketelbeveiliging wordt gegarandeerd door:<br />

& Therm-Control (alleen Vitoplex 200 tot 560 kW, Vitoplex 300 en<br />

Vitorond 200, type VD2A, tot 270 kW)<br />

& Aansturing van een bijmengpomp, ketelcircuitpomp of verdelerpomp<br />

& Debietvermindering van de verwarmingscircuits<br />

& Constante retourtemperatuurregeling<br />

Schakelkasten Vitocontrol met weersafhankelijke regeling<br />

Vitotronic 300-K, type MW1S voor 1 tot 4 verwarmingsketels en 2<br />

verwarmingscircuits met mengklep en overige Vitotronic 200-H,<br />

type HK1S of HK3S voor 1 resp. max. 3 verwarmingscircuits met<br />

mengklep kunnen voor elke Vitoplex en Vitorond worden geleverd.<br />

5819 426 NL<br />

52 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Installaties met één ketel<br />

Vitotronic 100, type GC1<br />

Elektronische ketelcircuitregeling<br />

& Voor verhoogde ketelwatertemperatuur<br />

of<br />

weersafhankelijke werking in combinatie met een schakelkast<br />

Vitocontrol en ingebouwde verwarmingscircuitregeling<br />

Vitotronic 200-H, type HK1S/HK3S (zie aparte gegevensblad)<br />

of<br />

weersafhankelijke werking in combinatie met externe regeling<br />

& Voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />

& Met boilertemperatuurregeling<br />

of<br />

regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />

alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />

– Therm-Control<br />

– Bijmengpomp<br />

– Regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Via functie-uitbreiding (accessoire):<br />

instelling van extra gewenste ketelwatertemperatuur via een 0 -<br />

10 V-ingang<br />

& Via externe contacten:<br />

– Vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />

– Inschakelen 1. en 2. brandertrap<br />

– Omschakeling getrapte/modulerende werking<br />

& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />

moet apart worden besteld)<br />

Volgens de verordening voor energiebesparing moet een weersafhankelijke<br />

of ruimtegestuurde regeling met tijdprogramma voor<br />

verlaagde werking worden bijgeschakeld.<br />

11<br />

Vitotronic 200, type GW1<br />

5819 426 NL<br />

Weersafhankelijke, digitale ketelcircuitregeling<br />

& Voor installaties met één ketel<br />

& Voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />

& Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />

& Met bedieningseenheid en ondersteuning in volle tekst<br />

& Met gescheiden instelbare periodes<br />

& Met boilertemperatuurregeling<br />

of<br />

regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />

alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />

– Therm-Control<br />

– Bijmengpomp<br />

– Regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Functie-uitbreiding voor de instelling van de gewenste ketelwatertemperatuur<br />

via een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />

& Via externe contacten:<br />

– Werkingsprogramma-omschakeling<br />

– Vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />

– Branderblokkering<br />

– Omschakeling getrapte/modulerende werking<br />

& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />

moet apart worden besteld)<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 53


Regelingen (vervolg)<br />

Vitotronic 300, type GW2<br />

11<br />

Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling:<br />

& Voor installaties met één ketel<br />

& Voor een installatiecircuit en max. twee verwarmingscircuits<br />

met mengklep (via de LON-BUS kunnen nog eens 32 verwarmingscircuitregelingen<br />

Vitotronic 200-H worden aangesloten)<br />

Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />

nodig.<br />

& Voor tweetraps brander<br />

& Met boilertemperatuurregeling<br />

of<br />

regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />

alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />

– Therm-Control<br />

– Bijmengpomp<br />

– Regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Bedieningseenheid met ondersteuning in volle tekst<br />

& Via functie-uitbreiding (accessoire):<br />

instelling van extra gewenste ketelwatertemperatuur via een 0 -<br />

10 V-ingang<br />

& Via externe contacten:<br />

– Werkingsprogramma-omschakeling<br />

– Vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />

– Branderblokkering<br />

– Mengklep ”Open” of ”Dicht”<br />

& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />

moet apart worden besteld)<br />

Meerketelinstallaties<br />

Elke verwarmingsketel van een installatie met meerdere ketels<br />

moet met een Vitotronic 100 (type GC1) zijn uitgerust. De<br />

Vitotronic 300-K (type MW1) wordt bij elke verwarmingsketel geleverd<br />

(zie prijslijst) en moet afzonderlijk worden gemonteerd.<br />

In de Vitotronic 100 moet de communicatiemodule LON worden<br />

ingebouwd. Zie prijslijst.<br />

Bij installaties met meerdere ketels en externe regeling moet de<br />

lastafhankelijke brander- en ketelschakeling, evenals de boilertemperatuurregeling,<br />

door de bovenliggende (externe) regeling<br />

plaatsvinden.<br />

5819 426 NL<br />

54 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Vitotronic 100, type GC1<br />

Elektronische ketelcircuitregeling<br />

& Voor elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met<br />

Vitotronic 300-K, type MW1 (<strong>Viessmann</strong> cascaderegeling, wordt<br />

bij een verwarmingsketel geleverd)<br />

of<br />

voor elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie<br />

– met schakelkast Vitocontrol en ingebouwde weersafhankelijke<br />

cascaderegeling Vitotronic 300-K, type MW1S,<br />

of<br />

– met externe weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />

& Voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />

– Therm-Control<br />

– bijmengpomp<br />

– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep<br />

& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON en<br />

verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen<br />

worden meegeleverd)<br />

& Bij werking met Vitotronic 300-K via externe contacten:<br />

– verwarmingsketel blokkeren<br />

– verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste inschakelen<br />

& Bij werking met externe weersafhankelijke cascaderegeling:<br />

– via 0 – 10 V-ingang van de functie-uitbreiding (accessoire):<br />

instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur<br />

en<br />

ketelvrijgave<br />

of<br />

– via externe contacten:<br />

ketelvrijgave<br />

en<br />

schakelen van de brandertrappen<br />

of<br />

– communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON<br />

moet apart worden besteld)<br />

11<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 55


Regelingen (vervolg)<br />

Vitotronic 300-K, type MW1<br />

11<br />

Weersafhankelijke, digitale cascade- en verwarmingscircuitregeling:<br />

& Type MW1S: voor inbouw in schakelkasten (zie afzonderlijk<br />

gegevensblad).<br />

& Voor installatie met meerdere ketels<br />

& Met ketelvolgstrategie<br />

& Voor max. twee verwarmingscircuits met mengklep (via LON<br />

kunnen nog eens 32 verwarmingscircuitregelingen<br />

Vitotronic 200-H worden aangesloten).<br />

Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />

(accessoire) nodig.<br />

& In combinatie met Vitotronic 100, type GC1:<br />

voor tweetraps of modulerende brander, indien aanwezig<br />

& Met boilertemperatuurregeling<br />

of<br />

regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />

alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering<br />

installatie:<br />

– verdelerpomp<br />

of<br />

– bijmengpomp<br />

of<br />

– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

& Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Bedieningseenheid met ondersteuning in volle tekst<br />

& Via externe contacten:<br />

– werkingsprogramma-omschakeling<br />

– vraag met instelling van de gewenste aanvoertemperatuur<br />

– branderblokkering<br />

– mengklep ”Open” of ”Dicht”<br />

& Communicatie mogelijk via LON (communicatiemodule LON en<br />

afsluitweerstanden behoren tot leveringsomvang)<br />

Schakelpunten<br />

A Instelmogelijkheden van de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

van de Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering 110 ºC)<br />

B Instelmogelijkheden van de temperatuurregelaar van de<br />

Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering 95 ºC)<br />

C Laagste ketelwatertemperatuur (zie bedrijfsvoorwaarden<br />

pagina 5 tot 10)<br />

D Brander inschakelpunten<br />

E Brander uitschakelpunten<br />

F Ingestelde stooklijn<br />

G Ingestelde maximale ketelwatertemperatuur<br />

5819 426 NL<br />

56 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

11.2 Componenten bij levering<br />

Toekenning van de regelingstypen<br />

Vitotronic 100 200 300 300-K<br />

Type GC1 GW1 GW2 MW1 MW1S<br />

Componenten<br />

Keteltemperatuursensor x x x<br />

Boilertemperatuursensor x x x<br />

Buitentemperatuursensor x x x<br />

Klemtemperatuursensor (zie accessoires)<br />

x<br />

Communicatiemodule LON (zie<br />

accessoires)<br />

x x x<br />

Opmerking<br />

voor Vitotronic 100, type GC1 alleen<br />

bij meerketelinstallaties<br />

LON-verbindingskabel (zie accessoires)<br />

x<br />

x<br />

Afsluitweerstand (zie accessoires) x x<br />

Keteltemperatuursensor<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

3,7 m, stekkerklaar<br />

Beschermingsgraad IP 32 conform EN 60529,<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +130 °C<br />

– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />

11<br />

Boilertemperatuursensor<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

5,8 m, stekkerklaar<br />

Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +90 °C<br />

– bij opslag en transport ‐20 tot +70 °C<br />

Buitentemperatuursensor<br />

Montageplaats:<br />

& Noordelijke of noordwestelijke wand van het gebouw<br />

& 2 tot 2,5 m boven de grond, bij meerdere etages ongeveer op de<br />

bovenste helft van de tweede etage<br />

Aansluiting:<br />

& 2-aderige kabel, kabellengte maximaal 35 m bij een kabeldiameter<br />

van 1,5 mm 2 koper.<br />

& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 57


Regelingen (vervolg)<br />

Technische gegevens<br />

Beschermingsgraad IP 43 volgens EN 60529<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegestane omgevingstemperatuur bij<br />

werking, opslag en transport -40 tot +70 °C<br />

11.3 Vitotronic 100, type GC1, bestelnr. 7248 083<br />

11<br />

Technische gegevens<br />

Opbouw<br />

De regeling bestaat uit basisapparaat, elektronicamodules en<br />

bedieningseenheid.<br />

Basisapparaat:<br />

& Netschakelaar<br />

& TÜV-toets<br />

& Service-testschakelaar<br />

& Optolink laptop-poort<br />

& Temperatuurregelaar<br />

DIN TR 77703<br />

of<br />

DIN TR 96803<br />

& Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

DIN STB 116904<br />

of<br />

DIN STB 98103<br />

& Werkings- en storingsindicatie<br />

& Stekkeraansluitruimte<br />

– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />

– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />

Bedieningseenheid:<br />

& Weergave van de temperaturen en storingsmeldingen<br />

& Coderingen via display van de bedieningseenheid<br />

& Knoppen:<br />

– programmakeuze<br />

– ketelwater- en tapwatertemperatuur<br />

Functies<br />

& Regeling van de ketelwatertemperatuur (= installatie-aanvoertemperatuur)<br />

op de ingestelde waarde<br />

& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />

& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />

& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Rookgastemperatuurbewaking in combinatie met rookgastemperatuursensor<br />

& Onderhoudsindicatie<br />

& Alleen bij installaties met één ketel:<br />

– adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />

(CV-pomp uit)<br />

– extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />

naar een hogere temperatuur)<br />

– regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen<br />

als alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering<br />

ketel/installatie:<br />

– opstartschakeling Therm-Control<br />

– regeling van een bijmengpomp<br />

– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilelaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

Regelkarakteristiek<br />

& P-gedrag met tweepuntsuitgang bij werking met getrapte brander<br />

PI-gedrag met driepuntsuitgang bij modulerende branders,<br />

indien aanwezig<br />

& Temperatuurregelaar voor de begrenzing van de max. ketelwatertemperatuur:<br />

95 °C, om te zetten op 100 °C<br />

& Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:<br />

110 °C, om te zetten op 100 °C<br />

& Instelbereik van de gewenste ketelwatertemperatuur:<br />

20 tot max. 100 ºC (laagste schakelpunt afhankelijk van de verwarmingsketel/ketelcodeerstekker)<br />

& Instelbereik van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />

10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 95 °C<br />

Ketelcodeerstekker<br />

Voor aanpassing aan de verwarmingsketel (meegeleverd met de<br />

verwarmingsketel).<br />

Instelling van de werkingsprogramma's<br />

Bij alle werkingsprogramma's is de vorstbescherming van de verwarmingsketel<br />

en de warmwaterboiler actief.<br />

Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />

worden ingesteld:<br />

& Bij installaties met één ketel<br />

– verwarmen en warm water<br />

– alleen warm water<br />

– uitschakelwerking<br />

& Bij meerketelinstallaties<br />

– verwarmen en warm water<br />

– uitschakelwerking<br />

Zomerwerking<br />

(alleen bij installaties met één ketel; ”Alleen warm water”)<br />

De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />

moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />

De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />

ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />

Externe vraag<br />

(in combinatie met externe regelingen)<br />

& Ketelvrijgave/smoorklepsturing<br />

& Inschakelen 1. brandertrap<br />

& Inschakelen 1. en 2. brandertrap<br />

Voor elke vraag is een spanningsloos contact nodig.<br />

Technische gegevens<br />

Nom. spanning 230 V ~<br />

Nom. frequentie<br />

50 Hz<br />

Nom. stroomsterkte<br />

2 x 6 A<br />

Opg. vermogen<br />

10 W<br />

5819 426 NL<br />

58 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Beschermingsklasse<br />

I<br />

Beschermingsgraad<br />

IP 20 D volgens EN<br />

60529<br />

door opbouw/inbouw<br />

te waarborgen<br />

Werkwijze<br />

type 1B volgens<br />

EN 60 730-1<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />

gebruik in woningen<br />

en verwarmde ruimtes<br />

(normale omgevingsvoorwaarden)<br />

– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />

Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />

sÖ Schakeluitgang 4(2) A, 230 V~<br />

sA Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming<br />

4(2) A, 230 V~<br />

sL Bijmengpomp<br />

4(2) A, 230 V~<br />

of<br />

ketelcircuitpomp<br />

gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A, 230 V~<br />

gS Smoorklep<br />

of<br />

mengklepmotor constante retourtemperatuurregeling<br />

of<br />

motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />

0,2(0,1) A, 230 V~<br />

Totaal sÖ, sA, sL, gÖ, gS max. 6 A, 230 V~<br />

fA Brander 4(2) A, 230 V~<br />

lÖ Brander, 2-traps 1(0,5) A, 230 V~<br />

lÖ Brander, modulerend, indien aanwezig<br />

0,2(0,1) A, 230 V~<br />

Leveringsomvang<br />

& Keteltemperatuursensor<br />

& 1 zak met technische documentatie<br />

& Alleen bij meerketelinstallaties:<br />

– communicatiemodule LON en de verbindingskabel voor de<br />

gegevensuitwisseling van de regelingen<br />

Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />

Alleen voor installaties met één ketel apart bestellen:<br />

& Voor de boilertemperatuurregeling boilertemperatuursensor en<br />

boilerlaadpomp met terugslagklep<br />

of<br />

& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep en boilertemperatuursensor<br />

Communicatie<br />

Om communicatie met andere regelingen mogelijk te maken, bijv.<br />

met Vitotronic 200-H, is de communicatiemodule LON (accessoire)<br />

vereist.<br />

11<br />

Gecertificeerde kwaliteit<br />

VDE-goedkeuring in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels.<br />

11.4 Vitotronic 200, type GW1, bestelnr. 7248 084<br />

5819 426 NL<br />

Technische gegevens<br />

Opbouw<br />

De regeling bestaat uit basisapparaat, elektronicamodules en<br />

bedieningseenheid.<br />

Basisapparaat:<br />

& Netschakelaar<br />

& TÜV-toets<br />

& Service-testschakelaar<br />

& Optolink laptop-poort<br />

& Temperatuurregelaar<br />

DIN TR 77703<br />

of<br />

DIN TR 96803<br />

& Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

DIN STB 116904<br />

of<br />

DIN STB 98103<br />

& Werkings- en storingsindicatie<br />

& Stekkeraansluitruimte<br />

– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />

– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />

Bedieningseenheid:<br />

& Met digitale schakelklok<br />

& Verlicht display en ondersteuning in volle tekst<br />

& Instelling en indicatie van temperaturen en coderingen<br />

& Indicatie van storingsmeldingen<br />

& Alle instellingen en de belangrijkste coderingen in tekstweergave<br />

& Draaiknop voor de temperatuur bij normale werking<br />

& Knoppen:<br />

– temperatuur bij verlaagde werking<br />

– programmakeuze<br />

– vakantieprogramma<br />

– party- en spaarwerking<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 59


Regelingen (vervolg)<br />

11<br />

– tapwatertemperatuur<br />

– stooklijn voor ketelwatertemperatuur (= installatieaanvoertemperatuur)<br />

– tijd/datum<br />

Functies<br />

& Weersafhankelijke regeling van de ketelwatertemperatuur<br />

(= installatieaanvoertemperatuur)<br />

& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />

& Uitschakeling van CV-pompen en brander naar behoefte (niet<br />

bij branders op verwarmingsketels met onderste begrenzing<br />

van de ketelwatertemperatuur)<br />

& Instelling van een variabele stookgrens<br />

& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />

& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Rookgastemperatuurbewaking in combinatie met rookgastemperatuursensor<br />

& Onderhoudsindicatie<br />

& Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />

(CV-pomp uit)<br />

& Extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />

naar een hogere temperatuur)<br />

& Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />

alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />

– opstartschakeling Therm-Control<br />

– regeling van een bijmengpomp<br />

– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

Volgens EN 12831 wordt voldaan aan de eisen voor de berekening<br />

van de warmtebelasting. Voor vermindering van het opwarmvermogen<br />

wordt bij lage buitentemperaturen de verlaagde<br />

ruimtetemperatuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingsperiode<br />

te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd<br />

de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />

Voor extra energiebesparing moet de temperatuurregeling per<br />

ruimte, bijv. met thermostaatkranen plaatsvinden.<br />

Regelkarakteristiek<br />

& P-gedrag met tweepuntsuitgang bij werking met getrapte brander<br />

PI-gedrag met driepuntsuitgang bij werking met modulerende<br />

brander, indien aanwezig<br />

& Temperatuurregelaar voor de begrenzing van de max. ketelwatertemperatuur:<br />

95°C, om te zetten op 100°C<br />

& Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:<br />

110°C, om te zetten op 100°C<br />

& Instelgebied van de stooklijn:<br />

– steilheid: 0,2 tot 3,5<br />

– niveau: −13 tot 40 K<br />

– max. begrenzing: 20 tot 130 °C<br />

– min. begrenzing: 1 tot 127 °C<br />

& Instelbereik van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />

10 tot 60°C, om te zetten op 10 tot 95°C<br />

Ketelcodeerstekker<br />

Voor aanpassing aan de verwarmingsketel (meegeleverd met de<br />

verwarmingsketel).<br />

Schakelklok<br />

Digitale schakelklok<br />

& Dag- en weekprogramma, jaarkalender<br />

& Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd<br />

& Automatische functie voor tapwaterverwarming en tapwatercirculatiepomp<br />

& Tijd, weekdag en standaard schakeltijden voor de ruimteverwarming,<br />

de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp zijn<br />

in de fabriek ingesteld<br />

& Schakeltijden individueel programmeerbaar, max. vier periodes<br />

per dag<br />

Kortste schakelinterval: 10 min<br />

Loopreserve: 5 jaar<br />

Instelling van de werkingsprogramma's<br />

Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbeveiliging (zie vorstbeschermingsfunctie)<br />

van de verwarmingsinstallatie actief.<br />

Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />

worden ingesteld:<br />

& Verwarmen en warm water<br />

& Alleen warm water<br />

& Uitschakelwerking<br />

Externe omschakeling werkingsprogramma is mogelijk.<br />

Vorstbeschermingsfunctie<br />

& De vorstbeschermingsfunctie wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur<br />

tot onder de ca. +1 °C daalt, d.w.z. de CV-pomp<br />

wordt ingeschakeld en het ketelwater op een laagste temperatuur<br />

gehouden (zie hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met<br />

Vitotronic-ketelcircuitregelingen”).<br />

& ”Uitschakelwerking”:<br />

Bij een hogere buitentemperatuur dan ca. +3 °C wordt de vorstbeschermingsfunctie<br />

uitgeschakeld, d.w.z. de CV-pomp en<br />

brander worden uitgeschakeld.<br />

& ”Verwarmen en warm water”<br />

De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld als de buitentemperatuur<br />

ca. +3 °C overschrijdt, d.w.z. de CV-pomp wordt<br />

uitgeschakeld en de voor de betreffende verwarmingsketel vereiste<br />

laagste ketelwatertemperatuur wordt aangehouden (zie<br />

hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen”).<br />

Zomerwerking<br />

(”Alleen warmwater”)<br />

De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />

moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />

De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />

ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />

Instelling stooklijn (steilheid en niveau)<br />

De Vitotronic 200 regelt weersafhankelijk de ketelwatertemperatuur<br />

(= installatieaanvoertemperatuur).<br />

De noodzakelijke aanvoertemperatuur voor het bereiken van een<br />

bepaalde ruimtetemperatuur is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie<br />

en de isolatie van het te verwarmen gebouw.<br />

Met het instellen van de stooklijn wordt de ketelwatertemperatuur<br />

aan deze omstandigheden aangepast.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de temperatuurregelaar en<br />

de elektronische maximum temperatuurbegrenzing naar boven<br />

begrensd.<br />

5819 426 NL<br />

60 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Technische gegevens<br />

Nom. spanning 230 V ~<br />

Nom. frequentie<br />

50 Hz<br />

Nom. stroomsterkte<br />

2 x 6 A<br />

Opg. vermogen<br />

10 W<br />

Beschermingsklasse<br />

I<br />

Beschermingsgraad<br />

IP 20 D volgens EN<br />

60529<br />

door opbouw/inbouw<br />

te waarborgen<br />

Werkwijze<br />

type 1B volgens<br />

EN 60 730-1<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />

gebruik in woningen<br />

en verwarmde ruimtes<br />

(normale omgevingsvoorwaarden)<br />

– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />

Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />

sÖ<br />

sA<br />

CV-pompen<br />

of<br />

primaire pomp boilerlaadsysteem<br />

circulatiepomp<br />

of<br />

rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

of<br />

schakeluitgang 4(2) A, 230 V~<br />

Circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />

4(2) A, 230 V~<br />

sK Tapwatercirculatiepomp 4(2) A, 230 V~<br />

sL Bijmengpomp 4(2) A, 230 V~<br />

gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A, 230 V~<br />

gS Mengklepmotor permanente<br />

retourtemperatuurregeling<br />

of<br />

motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />

0,2(0,1) A, 230 V~<br />

Totaal sÖ, sA, sK, sL, gÖ, gS max. 6 A, 230 V~<br />

fA Brander 4(2) A, 230 V~<br />

lÖ Brander, 2-traps 1(0,5) A,, 230 V~<br />

lÖ Brander, modulerend, indien aanwezig<br />

0,2(0,1) A, 230 V~<br />

11<br />

Bij levering<br />

& Bedieningseenheid<br />

& Buitentemperatuursensor<br />

& Keteltemperatuursensor<br />

& Boilertemperatuursensor<br />

& Zak met technische documentatie<br />

Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />

Apart bestellen:<br />

& Voor de boilertemperatuurregeling de circulatiepomp met terugslagklep<br />

of<br />

& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep<br />

Communicatie<br />

Voor de communicatie met andere regelingen is de communicatiemodule<br />

LON (accessoire) nodig.<br />

Gecertificeerde kwaliteit<br />

VDE-toelating in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels<br />

11.5 Vitotronic 300, type GW2, bestelnr. 7248 085<br />

5819 426 NL<br />

Technische gegevens<br />

Opbouw<br />

De regeling bestaat uit basisapparaat, elektronicamodules en<br />

bedieningseenheid.<br />

Basisapparaat:<br />

& Netschakelaar<br />

& TÜV-toets<br />

& Service-testschakelaar<br />

& Optolink laptop-poort<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 61


11<br />

Regelingen (vervolg)<br />

& Temperatuurregelaar<br />

DIN TR 77703<br />

of<br />

DIN TR 96803<br />

& Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

DIN STB 116904<br />

of<br />

DIN STB 98103<br />

& Werkings- en storingsindicatie<br />

& Stekkeraansluitruimte<br />

– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />

– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />

Bedieningseenheid:<br />

& Met digitale schakelklok<br />

& Verlicht display en ondersteuning in volle tekst<br />

& Instelling en indicatie van temperaturen en coderingen<br />

& Indicatie van storingsmeldingen<br />

& Alle instellingen en de belangrijkste coderingen in tekstweergave<br />

& Draaiknop voor de temperatuur bij normale werking<br />

& Knoppen:<br />

– temperatuur bij verlaagde werking<br />

– programmakeuze<br />

– vakantieprogramma<br />

– party- en spaarwerking<br />

– tapwatertemperatuur<br />

– stooklijn voor ketelwatertemperatuur (= installatieaanvoertemperatuur)<br />

en aanvoertemperatuur<br />

– selectie verwarmingscircuit<br />

– tijd/datum<br />

Functies<br />

& Weersafhankelijke regeling van de ketelwatertemperatuur<br />

(= installatieaanvoertemperatuur) en/of aanvoertemperatuur<br />

& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />

& Uitschakeling van CV-pompen en brander naar behoefte (niet<br />

bij branders op verwarmingsketels met onderste begrenzing<br />

van de ketelwatertemperatuur)<br />

& Instelling van een variabele stookgrens<br />

& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />

& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Rookgastemperatuurbewaking in combinatie met rookgastemperatuursensor<br />

& Onderhoudsindicatie<br />

& Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />

(CV-pomp uit, mengklep dicht)<br />

& Extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />

naar een hogere temperatuur)<br />

& Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />

alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Aansluiting externe storingsmeldinrichting mogelijk<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering:<br />

– opstartschakeling Therm-Control<br />

– regeling van een bijmengpomp<br />

– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

Volgens DIN EN 12831 wordt voldaan aan de eisen voor de berekening<br />

van de warmtebelasting. Voor vermindering van het<br />

opwarmvermogen wordt bij lage buitentemperaturen de verlaagde<br />

ruimtetemperatuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingsperiode<br />

te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd<br />

de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />

Voor extra energiebesparing moet de temperatuurregeling per<br />

ruimte, bijv. met thermostaatkranen plaatsvinden.<br />

Regelkarakteristiek<br />

& Ketelcircuitregeling<br />

P-gedrag met tweepuntsuitgang bij werking met getrapte brander,<br />

indien aanwezig<br />

PI-gedrag met driepuntsuitgang bij werking met modulerende<br />

brander, indien aanwezig<br />

& Verwarmingscircuitregeling<br />

PI-gedrag met driepuntsuitgang<br />

& Temperatuurregelaar voor de begrenzing van de max. ketelwatertemperatuur:<br />

95°C, om te zetten op 100°C<br />

& Instelling van de veiligheidstemperatuurbegrenzer:<br />

110 °C, om te zetten op 100°C<br />

& Instelgebied van de stooklijn:<br />

– steilheid: 0,2 tot 3,5<br />

– niveau: −13 tot 40 K<br />

– max. begrenzing: 20 tot 127 °C<br />

– min. begrenzing: 1 tot 127 °C<br />

& Instelbereik van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />

10 tot 60°C, om te zetten op 10 tot 95°C<br />

Ketelcodeerstekker<br />

Voor aanpassing aan de verwarmingsketel (meegeleverd met de<br />

verwarmingsketel).<br />

Schakelklok<br />

Digitale schakelklok<br />

& Dag- en weekprogramma, jaarkalender<br />

& Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd<br />

& Automatische functie voor tapwaterverwarming en tapwatercirculatiepomp<br />

& Tijd, weekdag en standaard schakeltijden voor de ruimteverwarming,<br />

de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp zijn<br />

in de fabriek ingesteld<br />

& Schakeltijden individueel programmeerbaar, max. vier periodes<br />

per dag<br />

Kortste schakelinterval: 10 min<br />

Loopreserve: 5 jaar<br />

Instelling van de werkingsprogramma's<br />

Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbeveiliging (zie vorstbeschermingsfunctie)<br />

van de verwarmingsinstallatie actief.<br />

Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />

worden ingesteld:<br />

& Verwarmen en warm water<br />

& Alleen warm water<br />

& Uitschakelwerking<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling voor alle verwarmingscircuits<br />

gemeenschappelijk of voor geselecteerde verwarmingscircuits<br />

mogelijk.<br />

Vorstbeschermingsfunctie<br />

& De vorstbeschermingsfunctie wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur<br />

tot onder ca. +1 °C daalt, d.w.z. de CV-pomp wordt<br />

ingeschakeld en het ketelwater op een laagste temperatuur<br />

gehouden (zie hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronicketelcircuitregelingen”).<br />

& ”Uitschakelwerking”:<br />

Bij een hogere buitentemperatuur dan ca. +3 °C wordt de vorstbeschermingsfunctie<br />

uitgeschakeld, d.w.z. de CV-pomp en<br />

brander worden uitgeschakeld.<br />

& ”Verwarmen en warm water”<br />

De vorstbeschermingsfunctie wordt uitgeschakeld als de buitentemperatuur<br />

ca. +3 °C overschrijdt, d.w.z. de CV-pomp wordt<br />

uitgeschakeld en de voor de betreffende verwarmingsketel vereiste<br />

laagste ketelwatertemperatuur wordt aangehouden (zie<br />

hoofdstuk ”Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen”).<br />

5819 426 NL<br />

62 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Zomerwerking<br />

(”Alleen warmwater”)<br />

De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />

moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />

De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />

ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />

Instelling stooklijn (steilheid en niveau)<br />

De Vitotronic 300 regelt weersafhankelijk de ketelwatertemperatuur<br />

(=installatieaanvoertemperatuur) en de aanvoertemperatuur<br />

van de verwarmingscircuits met mengklep. Daarbij wordt de ketelwatertemperatuur<br />

automatisch 0 tot 40 K hoger geregeld dan de<br />

hoogste actueel gewenste aanvoertemperatuur (bij levering 8 K).<br />

De noodzakelijke aanvoertemperatuur voor het bereiken van een<br />

bepaalde ruimtetemperatuur is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie<br />

en de isolatie van het te verwarmen gebouw.<br />

Met de instelling van de stooklijnen worden de ketelwatertemperatuur<br />

(=installatietemperatuur) en de aanvoertemperatuur aan<br />

deze omstandigheden aangepast.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de temperatuurregelaar en<br />

de elektronische maximum temperatuurbegrenzing naar boven<br />

begrensd.<br />

Technische gegevens<br />

Nom. spanning 230 V ~<br />

Nom. frequentie<br />

50 Hz<br />

Nom. stroomsterkte<br />

2 x 6 A<br />

Opg. vermogen<br />

10 W<br />

Beschermingsklasse<br />

I<br />

Beschermingsgraad<br />

IP 20 D volgens EN<br />

60529<br />

door opbouw/inbouw<br />

te waarborgen<br />

Werkwijze<br />

type 1B volgens<br />

EN 60 730-1<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />

gebruik in woningen<br />

en verwarmde ruimtes<br />

(normale omgevingsvoorwaarden)<br />

– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />

Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />

sÖ CV-pompen<br />

of<br />

primaire pomp boilerlaadsysteem<br />

of<br />

circulatiepomp rookgas-/waterwarmtewisselaar,<br />

indien aanwezig<br />

of<br />

schakeluitgang 4(2) A, 230 V~<br />

sA Circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />

4(2) A, 230 V~<br />

sK Tapwatercirculatiepomp 4(2) A, 230 V~<br />

sL Bijmengpomp 4(2) A, 230 V~<br />

gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A, 230 V~<br />

gS Mengklepmotor<br />

of<br />

mengklepmotor permanente<br />

retourtemperatuurregeling<br />

of<br />

motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />

0,2(0,1) A, 230 V~<br />

Totaal sÖ, sA, sK, sL, gÖ, gS max. 6 A, 230 V~<br />

fA Brander 4(2) A, 230 V~<br />

lÖ Brander, 2-traps, indien aanwezig 1(0,5) A, 230 V~<br />

lÖ Brander, modulerend, indien aanwezig<br />

0,2(0,1) A, 230 V~<br />

11<br />

Bij levering<br />

& Bedieningseenheid<br />

& Buitentemperatuursensor<br />

& Keteltemperatuursensor<br />

& Boilertemperatuursensor<br />

& Zak met technische documentatie<br />

Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />

Apart bestellen:<br />

& Voor de boilertemperatuurregeling de circulatiepomp met terugslagklep<br />

of<br />

& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep<br />

Communicatie<br />

Voor de communicatie met andere regelingen is de communicatiemodule<br />

LON (accessoire) nodig.<br />

Gecertificeerde kwaliteit<br />

VDE-toelating in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 63


Regelingen (vervolg)<br />

11.6 Vitotronic 300-K, type MW1, bestelnr. 7248 233<br />

11<br />

Technische gegevens<br />

Opbouw<br />

De regeling bestaat uit een basistoestel, elektronicamodules en<br />

een bedieningseenheid.<br />

Basisapparaat:<br />

& Netschakelaar<br />

& Service-testschakelaar<br />

& Optolink laptop-poort<br />

& Werkings- en storingsindicatie<br />

& Stekkeraansluitruimte<br />

– aansluiting externe apparaten via systeemstekker<br />

– de stekkers worden rechtstreeks op de voorkant van de geopende<br />

regeling aangesloten.<br />

– aansluiting van draaistroomverbruikers via extra vermogensrelais<br />

Bedieningseenheid:<br />

& Met digitale schakelklok<br />

& Verlicht display en ondersteuning in volle tekst<br />

& Instelling en indicatie van temperaturen en coderingen<br />

& Indicatie van storingsmeldingen<br />

& Draaiknop voor de temperatuur bij normale werking<br />

& Knoppen:<br />

– temperatuur bij verlaagde werking<br />

– programmakeuze<br />

– vakantieprogramma<br />

– party- en spaarwerking<br />

– tapwatertemperatuur<br />

– stooklijnen voor installatie-aanvoertemperatuur en aanvoertemperatuur<br />

van de verwarmingscircuits met mengklep<br />

– selectie verwarmingscircuit<br />

– tijd/datum<br />

Functies<br />

& Weersafhankelijke regeling van de installatie-aanvoertemperatuur<br />

van een meerketelinstallatie met max. vier verwarmingsketels<br />

en Vitotronic 100, type GC1, (glijdend verlaagd) en de<br />

aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met mengklep<br />

& Aansturing van de verwarmingsketels volgens een willekeurige<br />

ketelvolgstrategie door sturing van de Vitotronic 100, type GC1<br />

& Elektronische maximum en minimum temperatuurbegrenzing<br />

& Uitschakeling CV-pompen naar behoefte<br />

& Instelling van een variabele stookgrens<br />

& Pomp-blokkeerbeveiliging<br />

& Verzamelstoringsgmelding<br />

& Geïntegreerd diagnosesysteem<br />

& Adaptieve boilertemperatuurregeling met voorrangsschakeling<br />

(CV-pomp uit, mengklep dicht)<br />

& Extra functie voor de tapwaterverwarming (kortstondig verwarmen<br />

naar een hogere temperatuur)<br />

& Regeling van een boilerlaadsysteem met menggroep (alleen als<br />

alternatief voor de regeling van een constante retourtemperatuurverhoging<br />

met geregelde 3-weg klep mogelijk)<br />

& Estrikdroging bij vloerverwarming<br />

& Met beschermende functies voor de ketel afhankelijk van uitvoering<br />

installatie:<br />

– regeling van een verdelerpomp<br />

of<br />

– regeling van een bijmengpomp<br />

of<br />

– regeling van een constante retourtemperatuurverhoging met<br />

geregelde 3-weg klep (alleen als alternatief voor de regeling<br />

van een boilerlaadsysteem met menggroep mogelijk)<br />

Volgens EN 12831 wordt voldaan aan de eisen voor de berekening<br />

van de warmtebelasting. Voor vermindering van het opwarmvermogen<br />

wordt bij lage buitentemperaturen de verlaagde<br />

ruimtetemperatuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingsperiode<br />

te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd<br />

de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />

Voor extra energiebesparing moet de temperatuurregeling per<br />

ruimte, bijv. met thermostaatkranen plaatsvinden.<br />

Regelkarakteristiek<br />

& PI-gedrag met driepuntsuitgang<br />

& Instelgebied van de stooklijnen:<br />

– steilheid: 0,2 tot 3,5<br />

– niveau: -13 tot 40 K<br />

– max. begrenzing: 20 tot 130 °C<br />

– min. begrenzing: 1 tot 127 °C<br />

– temperatuurverschil voor de verwarmingscircuits met mengklep:<br />

0 tot 40 K<br />

& Instelgebied van de gewenste tapwatertemperatuur:<br />

10 tot 60 °C, om te zetten op 10 tot 95 °C<br />

Schakelklok<br />

Digitale schakelklok<br />

& Dag- en weekprogramma, jaarkalender<br />

& Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd<br />

& Automatische functie voor tapwaterverwarming en tapwatercirculatiepomp<br />

& Tijd, weekdag en standaard schakeltijden voor de ruimteverwarming,<br />

de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp zijn<br />

in de fabriek ingesteld<br />

& Schakeltijden individueel programmeerbaar, max. vier periodes<br />

per dag<br />

Kortste schakelinterval: 10 min<br />

Loopreserve: 5 jaar<br />

Instelling van de werkingsprogramma's<br />

Voor alle werkingsprogramma's is de vorstbeveiliging (zie vorstbeschermingsfunctie)<br />

van de verwarmingsinstallatie actief.<br />

Met de programmakeuzeknoppen kunnen de volgende werkingsprogramma's<br />

worden ingesteld:<br />

& verwarmen en warm water<br />

& alleen warm water<br />

& uitschakelwerking<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling voor alle verwarmingscircuits<br />

gemeenschappelijk of voor geselecteerde verwarmingscircuits<br />

mogelijk.<br />

Vorstbeschermingsfunctie<br />

& De vorstbeschermingsfunctie wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur<br />

daalt onder ca. +1 °C, d.w.z. de CV-pompen worden<br />

ingeschakeld en de aanvoertemperatuur wordt op min. 10<br />

°C gehouden.<br />

& Bij een hogere buitentemperatuur dan ca. +3 °C wordt de vorstbeschermingsfunctie<br />

uitgeschakeld, d.w.z. de CV-pompen<br />

worden uitgeschakeld.<br />

Zomerwerking<br />

(”Alleen warmwater”)<br />

De brander wordt alleen ingeschakeld als de warmwaterboiler<br />

moet worden verwarmd (geschakeld door de boilertemperatuurregeling).<br />

De voor de betreffende verwarmingsketel benodigde minimale<br />

ketelwatertemperatuur wordt aangehouden.<br />

5819 426 NL<br />

64 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Instelling stooklijn (steilheid en niveau)<br />

De Vitotronic regelt weersafhankelijk de installatie-aanvoertemperatuur<br />

en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met<br />

mengklep. Daarbij wordt de installatie-aanvoertemperatuur automatisch<br />

0 tot 40 K (bij levering 8 K) hoger geregeld dan de<br />

hoogste momenteel benodigde gewenste aanvoertemperatuur<br />

van de verwarmingscircuits met mengklep.<br />

De noodzakelijke aanvoertemperatuur voor het bereiken van een<br />

bepaalde ruimtetemperatuur is afhankelijk van de verwarmingsinstallatie<br />

en de isolatie van het te verwarmen gebouw.<br />

Met de instelling van de stooklijnen worden de installatie-aanvoertemperatuur<br />

en de aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits<br />

met mengklep aan deze omstandigheden aangepast.<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits met mengklep<br />

is door de temperatuurregelaar en de elektronische maximum<br />

temperatuurbegrenzing van de Vitotronic 100, type GC1 naar<br />

boven begrensd.<br />

Beschermingsklasse<br />

I<br />

Beschermingsgraad<br />

IP 20 D volgens EN<br />

60529<br />

door opbouw/inbouw<br />

te waarborgen<br />

Werkwijze<br />

type 1B volgens<br />

EN 60 730-1<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />

gebruik in woningen<br />

en verwarmde ruimtes<br />

(normale omgevingsvoorwaarden)<br />

– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />

Nominale belasting van de relaisuitgangen<br />

sÖ<br />

sA<br />

CV-pompen<br />

of<br />

warmtewisselaarset<br />

of<br />

schakeluitgang 4(2) A 230 V~<br />

Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming<br />

4(2) A 230 V~<br />

sK Tapwatercirculatiepomp 4(2) A 230 V~<br />

sL Bijmengpomp 4(2) A 230 V~<br />

gÖ Verzamelstoringsgmelding 4(2) A 230 V~<br />

gS Mengklepmotor<br />

of<br />

mengklepmotor permanente<br />

retourtemperatuurregeling<br />

of<br />

motor 3-weg mengklep boilerlaadsysteem<br />

0,2(0,1) A 230 V~<br />

Totaal 6 A 230 V~<br />

11<br />

Afmetingen<br />

Technische gegevens<br />

Nom. spanning 230 V ~<br />

Nom. frequentie<br />

50 Hz<br />

Nom. stroomsterkte<br />

6 A<br />

Opg. vermogen<br />

10 W<br />

A Vitotronic 300-K<br />

B Console<br />

5819 426 NL<br />

Leveringsomvang<br />

& Bedieningseenheid<br />

& Communicatiemodule LON met 2 afsluitweerstanden<br />

& Buitentemperatuursensor<br />

& Aanvoertemperatuursensor<br />

& Boilertemperatuursensor<br />

& Console<br />

& Zak met technische documentatie<br />

De regeling wordt bij een verwarmingsketel van de meerketelinstallatie<br />

geleverd (zie prijslijst) en met een console aan de wand<br />

of aan de zijkant op een verwarmingsketel gemonteerd.<br />

Verwarmingsinstallatie met warmwaterboiler<br />

Apart bestellen:<br />

& Voor de boilertemperatuurregeling de boilerlaadpomp met<br />

terugslagklep<br />

of<br />

& Boilerlaadsysteem HydroTap met menggroep<br />

Verwarmingsinstallatie met verwarmingscircuit en<br />

mengklep<br />

Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />

(accessoires) nodig.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 65


Regelingen (vervolg)<br />

Gecertificeerde kwaliteit<br />

VDE-goedkeuring in combinatie met <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketels.<br />

11.7 Regelingsaccessoires<br />

Toekennen van accessoires aan het regelingstype<br />

11<br />

Installatie met één ketel<br />

Meerketelinstallatie<br />

Vitotronic 100 200 300 300-K 100<br />

Type GC1 GW1 GW2 MW1 GC1<br />

Accessoire<br />

Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met<br />

X<br />

X<br />

mengklep<br />

Mengklepmotor X X<br />

Stekker sÖ X X X X X<br />

Stekker gS X X X X X<br />

Stekker voor sensoren X X X X X<br />

Klemtemperatuursensor X X X X X<br />

Dompeltemperatuursensor X X X X X<br />

Dompeltemperatuurregelaar X X<br />

Klemtemperatuurregelaar X X<br />

Vitotrol 200 X X X<br />

Vitotrol 300 X X X<br />

Ruimtetemperatuursensor X X<br />

Behuizing voor ruimtetemperatuursensor X X<br />

Rookgastemperatuursensor X X X X<br />

Boilertemperatuursensor<br />

X<br />

Dompelhuls X X X<br />

Draadloze tijdmodule X X X<br />

Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen X X X X<br />

Functie-uitbreiding 0–10 V X X X X<br />

Hulprelais X X X X X<br />

Contrastekkers fA en lÖ X X X X<br />

Communicatiemodule LON X X X<br />

LON-verbindingskabel X X X X<br />

LON-koppeling X X X X X<br />

LON-verbindingsstekker X X X X X<br />

LON-aansluitdoos X X X X X<br />

Afsluitweerstand X X X<br />

Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep<br />

Bestelnr. 7450 650<br />

Onderdelen:<br />

& Mengklepmotor met aansluitkabel<br />

& Stekkers voor CV‐pomp en aanvoertemperatuursensor (klemtemperatuursensor)<br />

De mengklepmotor wordt direct op de <strong>Viessmann</strong> mengklep<br />

DN 20 tot 50 en R ½ tot 1¼ gemonteerd.<br />

Mengklepmotor<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

4,2 m, stekkerklaar<br />

5819 426 NL<br />

66 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Nom. spanning 230 V~<br />

Nom. frequentie<br />

50 Hz<br />

Opg. vermogen<br />

4 W<br />

Beschermingsklasse<br />

II<br />

Beschermingsgraad IP 42 volgens EN 60529,<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />

– bij opslag en transport ‐20 tot +65 °C<br />

Draaimoment<br />

3 Nm<br />

Looptijd voor 90 ° ∢<br />

120 s<br />

Aanvoertemperatuursensor (klemtemperatuursensor)<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

5,8 m, stekkerklaar<br />

Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +120 °C<br />

– bij opslag en transport ‐20 tot +70 °C<br />

Mengklepmotor voor flensmengklep<br />

11<br />

& Bestelnr. 9522 487<br />

DN 40 en 50, zonder systeemstekker en aansluitkabel<br />

& Bestelnr. Z004344<br />

DN 65 tot 100, zonder systeemstekker en aansluitkabel<br />

Technische gegevens zie gegevensblad ”Mengkleppen em mengklepmotoren”.<br />

Stekker sÖ<br />

Bestelnr. 7415 056<br />

voor CV-pomp<br />

Stekker gS<br />

Bestelnr. 7415 057<br />

voor mengklepmotor<br />

Stekker voor sensoren<br />

Bestelnr. 7415 058<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 67


Regelingen (vervolg)<br />

Klemtemperatuursensor<br />

Bestelnr. 7183 288<br />

Voor het registreren van de aanvoer- en retourtemperatuur.<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

5,8 m, stekkerklaar<br />

Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +120 °C<br />

– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />

11<br />

Dompeltemperatuursensor<br />

Bestelnr. 7450 641<br />

Voor het registreren van de aanvoer‐ of retourtemperatuur.<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

3,8 m, stekkerklaar<br />

Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +90 °C<br />

– bij opslag en transport ‐20 tot +70 °C<br />

Dompeltemperatuurregelaar<br />

Bestelnr. 7151 728<br />

Als temperatuurbewaker voor de maximum temperatuurbegrenzing<br />

van de vloerverwarming te gebruiken.<br />

De temperatuurbewaker wordt in de verwarmingsaanvoer gemonteerd<br />

en schakelt de CV-pomp bij een te hoge aanvoertemperatuur<br />

uit.<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

4,2 m, stekkerklaar<br />

Instelbereik 30 tot 80 °C<br />

Schakelverschil<br />

max. 11 K<br />

Schakelvermogen 6(1,5) A 250 V~<br />

Instelschaal<br />

in de behuizing<br />

Dompelhuls van roestvast staal R ½ x 200 mm<br />

DIN reg. nr. DIN TR 116807<br />

of<br />

DIN TR 96803<br />

of<br />

DIN TR 110302<br />

5819 426 NL<br />

68 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Klemtemperatuurregelaar<br />

Bestelnr. 7151 729<br />

Als temperatuurbewaker voor maximum temperatuurbegrenzing<br />

van de vloerverwarming (alleen in combinatie met metalen buizen)<br />

te gebruiken.<br />

De temperatuurbewaker wordt in de verwarmingsaanvoer gemonteerd<br />

en schakelt de CV-pomp bij een te hoge aanvoertemperatuur<br />

uit.<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

4,2 m, stekkerklaar<br />

Instelbereik 30 tot 80 °C<br />

Schakelverschil<br />

max. 14 K<br />

Schakelvermogen 6(1,5) A 250V~<br />

Instelschaal<br />

in de behuizing<br />

DIN reg. nr. DIN TR 116807<br />

of<br />

DIN TR 96803<br />

of<br />

DIN TR 110302<br />

Opmerking voor Vitotrol 200 en 300<br />

Voor elk verwarmingscircuit van een verwarmingsinstallatie kan<br />

een Vitotrol 200 of een Vitotrol 300 worden ingezet.<br />

11<br />

5819 426 NL<br />

Vitotrol 200<br />

Bestelnr. 7450 017<br />

KM-BUS-deelnemer.<br />

Met de afstandsbediening Vitotrol 200 kan vanuit een willekeurige<br />

ruimte een werkingsprogramma en de gewenste kamertemperatuur<br />

(bij normale werking) voor één verwarmingscircuit worden<br />

ingesteld.<br />

De Vitotrol 200 beschikt over verlichte keuzeschakelaars van het<br />

werkingsprogramma en een party- en spaartoets.<br />

Met de storingsindicatie worden storingen op de regeling weergegeven.<br />

WS-functie:<br />

Montage op een willekeurige locatie in het gebouw.<br />

RS-functie:<br />

Montage in het belangrijkste woonverblijf aan een binnenmuur<br />

tegenover radiatoren. Niet monteren in wandmeubels of nissen, in<br />

de buurt van deuren of warmtebronnen (bijv. direct zonlicht,<br />

schoorsteen, televisie enz.).<br />

De ingebouwde kamertemperatuursensor registreert de kamertemperatuur<br />

en corrigeert evt. de benodigde aanvoertemperatuur<br />

en zorgt voor een snelle opwarming in het begin (indien gecodeerd).<br />

Aansluiting:<br />

& 2-aderige kabel, kabellengte max. 50 m (ook bij aansluiting van<br />

meerdere afstandsbedieningen)<br />

& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />

& Laagspanningsstekker behoort tot leveringsomvang<br />

Technische gegevens<br />

Voeding via KM-BUS<br />

Opgenomen vermogen<br />

0,2 W<br />

Veiligheidsklasse<br />

III<br />

Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />

door opbouw/inbouw te<br />

waarborgen<br />

Toegelaten omgevingstemperatuur<br />

– bij werking 0 tot +40 °C<br />

– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />

Instelgebied van de gewenste kamertemperatuur<br />

10 tot 30 °C<br />

om te zetten op<br />

3 tot 23 °C of<br />

17 tot 37 °C<br />

De instelling van de gewenste kamertemperatuur bij verlaagde<br />

werking geschiedt door middel van de regeling.<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 69


Regelingen (vervolg)<br />

11<br />

Vitotrol 300<br />

Bestelnr. 7248 907<br />

KM-BUS-deelnemer.<br />

De afstandsbediening Vitotrol 300 stelt voor een verwarmingscircuit<br />

de gewenste kamertemperatuur in bij normale en verlaagde<br />

werking, het werkingsprogramma en de schakeltijden voor de<br />

kamerverwarming, de tapwaterverwarming en de tapwatercirculatiepomp.<br />

De Vitotrol 300 beschikt over een verlicht display en verlichte keuzeschakelaars<br />

van het werkingsprogramma, een party- en spaartoets,<br />

omschakeling van zomer-/wintertijd, toetsen voor<br />

vakantieprogramma, dag en tijd.<br />

WS-functie:<br />

Montage op een willekeurige locatie in het gebouw.<br />

RS-functie:<br />

Montage in het belangrijkste woonverblijf aan een binnenmuur<br />

tegenover radiatoren. Niet monteren in wandmeubels of nissen, in<br />

de buurt van deuren of warmtebronnen (bijv. direct zonlicht,<br />

schoorsteen, televisie enz.).<br />

De ingebouwde kamertemperatuursensor registreert de kamertemperatuur<br />

en corrigeert evt. de benodigde aanvoertemperatuur<br />

en zorgt voor een snelle opwarming in het begin (indien gecodeerd).<br />

Aansluiting:<br />

& 2-aderige kabel, kabellengte max. 50 m (ook bij aansluiting van<br />

meerdere afstandsbedieningen)<br />

& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />

& Laagspanningsstekker behoort tot leveringsomvang<br />

Technische gegevens<br />

Voeding via KM-BUS<br />

Opgenomen vermogen<br />

0,5 W<br />

Veiligheidsklasse<br />

III<br />

Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />

door opbouw/inbouw te<br />

waarborgen<br />

Toegelaten omgevingstemperatuur<br />

– bij werking 0 tot +40 °C<br />

– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />

Instelgebied van de gewenste kamertemperatuur<br />

– bij normale werking 10 tot 30 °C<br />

om te zetten op<br />

3 tot 23 °C of<br />

17 tot 37 °C<br />

– bij verlaagde werking 3 tot 37 °C<br />

Ruimtetemperatuursensor<br />

Bestelnr. 7408 012<br />

Afzonderlijke ruimtetemperatuursensor als uitbreiding voor de<br />

Vitotrol 200 en 300; te gebruiken als de Vitotrol 200 of 300 niet in<br />

het hoofdverblijf of niet op een geschikte plaats voor de registratie<br />

en instelling van de temperatuur kan worden aangebracht.<br />

Aanbrengen in het hoofdverblijf op een binnenwand tegenover de<br />

radiatoren. Niet monteren in wandmeubels of nissen, in de buurt<br />

van deuren of warmtebronnen (bijv. direct zonlicht, schoorsteen,<br />

televisie enz.).<br />

De ruimtetemperatuursensor wordt op de Vitotrol 200 of 300 aangesloten.<br />

Aansluiting:<br />

& 2-aderige kabel met een kabeldoorsnede van 1,5 mm 2 koper<br />

& Kabellengte vanaf afstandsbediening max. 30 m<br />

& Kabel mag niet samen met 230/400-V-kabels aangelegd worden<br />

Technische gegevens<br />

Veiligheidsklasse<br />

III<br />

Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />

door opbouw/inbouw te<br />

waarborgen<br />

Toegelaten omgevingstemperatuur<br />

– bij werking 0 tot +40 °C<br />

– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />

Rookgastemperatuursensor<br />

Bestelnr. 7450 630<br />

Voor het opvragen van de rookgastemperatuur, rookgastemperatuurbewaking<br />

en onderhoudsindicatie bij overschrijden van een<br />

instelbare temperatuur.<br />

Met schroefdraadconus.<br />

Aanbrengen op de rookgasbuis. De afstand moet ca. 1,5 maal<br />

rookgasbuisdiameter vanaf de achterkant van de ketel in de richting<br />

van de schoorsteen bedragen.<br />

5819 426 NL<br />

70 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

& HR-ketel met concentrisch systeem <strong>Viessmann</strong>:<br />

De coaxiale buis met houder voor de rookgastemperatuursensor<br />

moet worden meebesteld.<br />

& HR-ketel met rookgasleiding (installateur):<br />

De voor de inbouw in de rookgasleiding benodigde opening<br />

moet door de installateur zijn gepland en gecontroleerd. De<br />

rookgastemperatuursensor moet in een dompelhuls van roestvast<br />

staal (van installateur) worden ingebouwd.<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

3,8 m, stekkerklaar<br />

Beschermingsgraad IP 60 conform EN 60529,<br />

te waarborgen door<br />

opbouw/inbouw<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +600 °C<br />

– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />

Externe aansturing<br />

Bestelnr. 7450 563<br />

Voor ontvangst van de tijdsignaalzender DCF 77 (locatie: Mainflingen<br />

bij Frankfurt/Main).<br />

Tijd en datum worden precies afgesteld op het kloksignaal.<br />

Aanbrengen op een buitenwand, in de richting van de zender. De<br />

ontvangstkwaliteit kan door metaalhoudend bouwmateriaal, bijv.<br />

gewapend beton, aangrenzende gebouwen en elektromagnetische<br />

storingsbronnen, bijv. hoogspannings- en bovenleidingen<br />

worden beïnvloed.<br />

Aansluiting:<br />

& 2-aderige kabel, kabellengte max. 35 m bij een kabeldoorsnede<br />

van 1,5 mm 2 koper<br />

& Kabel mag niet samen met 230/400Vkabels aangelegd worden<br />

11<br />

Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen<br />

Bestelnr. 7143 526<br />

Met kabels (3,0 m lang) en stekkers aVG en aBÖ.<br />

Er kunnen maximaal 4 extra veiligheidsinrichtingen aangesloten<br />

worden:<br />

& Laagwaterstandbeveiliging<br />

& Minimaalpressostaat<br />

& Maximaalpressostaat<br />

& Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

De stekkeradapter maakt storingsindicatie mogelijk (volle tekst) in<br />

de bijbehorende regeling.<br />

Overige bijschakelingen:<br />

& Externe uitschakeling branderregeling<br />

& Externe brandervraag (1. trap)<br />

& 3 externe storingsmeldingen (bijv. pomp, spanningsvrije contacten)<br />

5819 426 NL<br />

Technische gegevens<br />

Beschermingsgraad<br />

IP 20D volgens EN<br />

60529, door opbouw/<br />

inbouw te garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />

– bij opslag en transport −20 tot +65 °C<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 71


Regelingen (vervolg)<br />

Functie-uitbreiding 0–10 V<br />

Bestelnr. 7174 718<br />

KM-BUS-deelnemer<br />

Met kabels en stekker fÖ en aVG.<br />

Technische gegevens<br />

Nom. spanning 230 V ~<br />

Nom. frequentie<br />

50 Hz<br />

Opg. vermogen<br />

1 W<br />

Nom. belasting van de relaisuitgang 4(2) A 230 V~<br />

Beschermingsgraad IP 30 volgens EN 60529<br />

door opbouw/inbouw te<br />

waarborgen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +40 °C<br />

– bij opslag en transport -20 tot +65 °C<br />

Functies in combinatie met functie-uitbreiding 0 – 10 V (accessoires)<br />

Functies<br />

11<br />

Vitotronic<br />

100 200 300 300-K 200-H<br />

0 – 10-V-ingang aVF<br />

Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur<br />

x x x x –<br />

en<br />

Ketelvrijgave in meerketelinstallaties x – – – –<br />

Schakeluitgang aBJ (spanningsloos contact)<br />

Nachtcontact (roor de signalering van de verlaagde werking en het – x x x x<br />

schakelen van de CV-pomp op lager toerental)<br />

of<br />

Schakelen van een toevoerpomp – – – – x<br />

Functie-uitbreiding in installaties met 1 ketel<br />

Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />

Ketelcircuitregeling<br />

Vitotronic 200<br />

of<br />

Vitotronic 300<br />

of<br />

Vitotronic 100 (codering ”01:1”)<br />

Functie<br />

Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />

0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />

5819 426 NL<br />

72 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Functie-uitbreiding in meerketelinstallaties<br />

Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />

Ketelcircuitregeling<br />

Vitotronic 100<br />

en<br />

Vitotronic 300-K<br />

Functie-uitbreiding op Vitotronic 300-K aansluiten<br />

Meerketelinstallatie met cascade van derden<br />

Vitotronic 100 (codering ”01:3”)<br />

met vrijgave via 0 – 10 V-signaal<br />

Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />

Functie<br />

Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />

0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />

Ketelcircuitregeling via 0 - 10-V-bijschakeling<br />

0tot1V<br />

– Verwarmingsketel geblokkeerd<br />

– Smoorklep dicht<br />

– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp uit<br />

1 tot 10 V<br />

– Temperatuurinstelling voor verwarmingsketel<br />

– Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur<br />

gehouden<br />

– Smoorklep open<br />

– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp vrijgegeven<br />

Opmerking<br />

Bij de hoofdketel moet de spanning meer dan 1 V zijn.<br />

Vitotronic 100<br />

met 0 - 10 V-signaal en vrijgave via schakeluitgang aVH<br />

Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />

Verwarmingsketel is vrijgegeven, de minimumtemperatuur wordt<br />

aangehouden<br />

1 - 10 V extra temperatuurinstelling<br />

Opmerking<br />

Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />

11<br />

Boilertemperatuursensor<br />

Bestelnr. 7450 633<br />

Technische gegevens<br />

Kabellengte<br />

5,8 m, stekkerklaar<br />

Beschermingsgraad IP 32 volgens EN 60529,<br />

door opbouw/inbouw te<br />

garanderen<br />

Toegest. omgevingstemperatuur<br />

– tijdens werking 0 tot +90 °C<br />

– bij opslag en transport -20 tot +70 °C<br />

Dompelhuls<br />

Bestelnr. 7819 693<br />

R ½ x 200 mm<br />

Voor boilertemperatuursensor, bij Viesmann warmwaterboilers<br />

meegeleverd.<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 73


Regelingen (vervolg)<br />

Hulprelais<br />

Bestelnr. 7814 681<br />

Met 4 verbreekcontacten en 4 maakcontacten.<br />

Technische gegevens<br />

Spoelspanning<br />

Nom. stroom (I th )<br />

230 V~/50 Hz<br />

16 A<br />

Contrastekkers fA en lÖ<br />

Bestelnr. 7408 790<br />

Nodig bij brander van derden zonder contrastekkers.<br />

11<br />

Communicatiemodule LON<br />

Bestelnr. 7172 173<br />

(alleen bij installaties met één ketel)<br />

Elektronische printplaat voor de gegevensuitwisseling met verwarmingscircuitregelingen<br />

Vitotronic 200-H, Vitocom 300 en voor<br />

aansluiting op bovenliggende gebouw-managementsystemen.<br />

Verbindingskabels zie hoofdstuk ”Vitocom”.<br />

LON-verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen<br />

Bestelnr. 7143 495<br />

Kabellengte 7 m, stekkerklaar.<br />

Verlenging van de verbindingskabel<br />

& Geïnstalleerde afstand 7 tot 14 m:<br />

– 2 verbindingskabels (7,0 m lang)<br />

Bestelnr. 7143 495<br />

– 1 LON-koppeling RJ45<br />

Bestelnr. 7143 496<br />

& Geïnstalleerde afstand 14 tot 900 m met verbindingsstekkers:<br />

– 2 LON-verbindingsstekkers<br />

Bestelnr. 7199 251<br />

– 2-aderige kabel, CAT5, afgeschermd of JY(St) Y 2 x 2 x 0,8<br />

van installateur<br />

& Geïnstalleerde afstand 14 tot 900 m met aansluitdozen:<br />

– 2 verbindingskabels (7,0 m lang)<br />

Bestelnr. 7143 495<br />

– 2-aderige kabel, CAT5, afgeschermd of JY(St) Y 2 x 2 x 0,8<br />

van installateur<br />

– 2 LON-aansluitdozen RJ45, CAT6<br />

Bestelnr. 7171 784<br />

Afsluitweerstand (2 stuks)<br />

Bestelnr. 7143 497<br />

Voor afsluiting van de LON-BUS op de eerste en laatste regeling.<br />

5819 426 NL<br />

74 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

11.8 Lokale aansluitingen<br />

Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of Vitotronic 300, type GW2<br />

Stekker aVD<br />

Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />

brander resp. sluiten van de mengklep.<br />

Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />

de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />

Opmerking<br />

Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />

vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />

verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />

resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />

Stekker aVH<br />

A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />

B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

A en B zijn spanningsloze contacten.<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />

”Open”<br />

Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />

worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />

worden geopend.<br />

Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />

de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />

aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Werkingsprogramma's<br />

Symbool Betekenis<br />

9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />

w<br />

Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />

rw<br />

Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />

Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />

handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />

open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />

A Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />

B Externe vraag<br />

A en B zijn spanningsloze contacten.<br />

Externe vraag<br />

Door sluiten van het contact B wordt de brander van de verwarmingsketel<br />

lastafhankelijk ingeschakeld.<br />

De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />

ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />

temperatuurregelaar.<br />

Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />

Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />

& Contact A open:<br />

modulerende werking<br />

& Contact A gesloten:<br />

tweetraps werking<br />

Codeeradres ”02” overeenkomstig instellen.<br />

11<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 75


Regelingen (vervolg)<br />

Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en Vitotronic 100, type GC1<br />

via LON<br />

Stekker aVD en aVH op Vitotronic 300-K<br />

Externe vraag<br />

Door sluiten van het contact C wordt de brander van de verwarmingsketel(s)<br />

lastafhankelijk ingeschakeld.<br />

De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />

ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />

temperatuurregelaar.<br />

Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />

Stekker aVD op Vitotronic 100, type GC1<br />

A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />

B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

C Externe vraag<br />

A, B en C zijn spanningsloze contacten.<br />

11<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />

”Open”<br />

Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />

worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />

worden geopend.<br />

Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />

de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />

aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Werkingsprogramma's<br />

Symbool Betekenis<br />

9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />

w<br />

Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />

rw<br />

Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />

Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />

handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />

open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />

Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />

brander resp. sluiten van de mengklep.<br />

Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />

de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />

Opmerking<br />

Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />

vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />

verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />

resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />

A Verwarmingsketel blokkeren<br />

B Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste inschakelen<br />

A en B zijn spanningsloze contacten.<br />

Verwarmingsketel blokkeren<br />

& Contact A gesloten:<br />

De verwarmingsketel is geblokkeerd en wordt uit de ketelvolgorde<br />

genomen, d.w.z. smoorklep resp. 3-weg-mengklep voor de<br />

constante retourtemperatuurregeling wordt gesloten, bijmengof<br />

ketelcircuitpomp wordt uitgeschakeld. De warmtevoorziening<br />

moet door de overige verwarmingsketels plaatsvinden.<br />

Opmerking<br />

Wanneer alle verwarmingsketels geblokkeerd zijn of geen overige<br />

verwarmingsketels beschikbaar zijn, is er geen vorstbescherming<br />

voor de verwarmingsinstallatie.<br />

& Contact A geopend:<br />

De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />

geplaatst.<br />

Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste<br />

inschakelen<br />

& Contact B gesloten:<br />

Verwarmingsketel wordt in de ketelvolgorde als laatste ingeschakeld.<br />

De overige verwarmingsketels nemen de warmtevoorziening<br />

van de verwarmingsinstallatie over.<br />

Wanneer de capaciteit van de overige verwarmingsketel onvoldoende<br />

is, wordt de verwarmingsketel ingeschakeld.<br />

& Contact B geopend:<br />

De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />

geplaatst.<br />

5819 426 NL<br />

76 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installaties met 1 ketel<br />

Werking met tweetraps brander<br />

& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />

wordt aangesloten.<br />

& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />

de veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of<br />

EN 12953 afhankelijk.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codeeradres ”06” voor elektronische<br />

95 °C 85 °C<br />

begrenzing van de maximum-<br />

temperatuur (Vitotronic 100)<br />

Maximumtemperatuur van de<br />

lokale regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

A 1. brandertrap ”Aan”<br />

B 2. brandertrap ”Aan”<br />

C Extern lastafhankelijk inschakelen<br />

Opmerking<br />

Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen<br />

met extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket<br />

voor veiligheidstemperatuur 120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />

Werking met modulerende brander<br />

A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />

regeling.<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />

ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

11<br />

Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />

mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />

De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />

5819 426 NL<br />

Extern lastafhankelijk inschakelen<br />

Met het sluiten van het spanningsloze contact tussen de klemmen<br />

”2” en ”3” op de steekverbinding aVH wordt de brander van de verwarmingsketel<br />

lastafhankelijk ingeschakeld.<br />

De verwarmingsketel werkt constant op de ingestelde gewenste<br />

temperatuur.<br />

De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />

ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />

temperatuurregelaar.<br />

De gewenste waarde wordt via de codering ”9b” ingesteld.<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

& Codering ”01:1” (bij levering)<br />

& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />

bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) worden ingesteld.<br />

De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />

(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) gehouden.<br />

A Stekker naar de regeling<br />

B 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />

C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />

D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />

E Stekker naar de brander<br />

Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />

BK zwart<br />

BN bruin<br />

BU blauw<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 77


Regelingen (vervolg)<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />

minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

Aansluiting modulerende brander:<br />

& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />

& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />

naar de stekker lÖ op de brander.<br />

& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />

5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />

van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

& Codering ”01:1” (bij levering)<br />

& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />

bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) worden ingesteld.<br />

De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />

(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 5 tot 10) gehouden.<br />

& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />

wordt aangesloten.<br />

& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />

de veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of<br />

EN 12953 afhankelijk.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codeeradres ”06” voor elektronische<br />

95 °C 85 °C<br />

begrenzing van de maximum-<br />

temperatuur (Vitotronic 100)<br />

Maximumtemperatuur van de<br />

lokale regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

Opmerking<br />

Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen<br />

met extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket<br />

voor veiligheidstemperatuur 120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />

11<br />

Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de Vitotronic 100, type GC1<br />

Werking met tweetraps brander<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />

ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

A 1. brandertrap ”Aan”<br />

B 2. brandertrap ”Aan”<br />

C Ketelvrijgave<br />

Smoorklep ”Open” of ”Dicht”<br />

A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />

regeling.<br />

Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />

stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />

lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />

plaatsvinden.<br />

Opmerking<br />

Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />

beslist vereist.<br />

Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />

Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />

mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />

De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />

Ketelvrijgave, smoorklep<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />

& Contact gesloten:<br />

Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />

Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />

van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />

extern worden geschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />

Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />

wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />

5819 426 NL<br />

78 VIESMANN Olie-/gasketel


Regelingen (vervolg)<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

Codering ”01:3”.<br />

De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />

veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of EN 12953<br />

afhankelijk.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codeeradres ”06” voor elektronische 95 °C 85 °C<br />

begrenzing van de maximumtemperatuur<br />

(Vitotronic 100)<br />

Maximumtemperatuur van de lokale<br />

regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

Opmerking<br />

Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen met<br />

extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket voor veiligheidstemperatuur<br />

120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />

Werking met modulerende brander<br />

Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />

stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />

lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />

plaatsvinden.<br />

Opmerking<br />

Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />

beslist vereist.<br />

Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />

minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

Aansluiting modulerende brander:<br />

& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />

& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />

naar de stekker lÖ op de brander.<br />

& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />

5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />

van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />

Ketelvrijgave, smoorklep<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />

& Contact gesloten:<br />

Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />

Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />

van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />

extern worden geschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />

Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />

wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />

11<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

Codering ”01:3”.<br />

De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />

veiligheidstechnische inrichtingen volgens EN 12828 of EN 12953<br />

afhankelijk.<br />

A Stekker naar de regeling<br />

B Ketelvrijgave<br />

Smoorklep ”Open” of ”Dicht”<br />

C 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />

D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />

E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />

F Stekker naar de brander<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codeeradres ”06” voor elektronische 95 °C 85 °C<br />

begrenzing van de maximumtemperatuur<br />

(Vitotronic 100)<br />

Maximumtemperatuur van de lokale<br />

regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

Opmerking<br />

Een veiligheidstemperatuur van 120 °C (EN 12953) is alleen met<br />

extra zelfbewakende STB toegestaan. Accessoirepakket voor veiligheidstemperatuur<br />

120 ºC zie prijslijst <strong>Viessmann</strong>.<br />

5819 426 NL<br />

Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />

BK zwart<br />

BN bruin<br />

BU blauw<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 79


Regelingen (vervolg)<br />

Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON<br />

De Vitotronic-regelingen beschikken over een open, gestandaardiseerde<br />

poort ”LON” (Local Operating Network).<br />

Dit universeel inzetbare, decentrale netwerk voor automatisering<br />

in gebouwen maakt behalve de communicatie van de Vitotronicregelingen<br />

onderling de bijschakeling van lokale systemen en<br />

apparaten van derden mogelijk.<br />

Zo kunnen bijv. regelingen voor afzonderlijke ruimtes of gebouwbeheersystemen<br />

direct op Vitotronic-regelingen worden aangesloten.<br />

Wijzigingen, uitbreidingen en onderhoudswerkzaamheden zijn<br />

altijd tijdens bedrijf mogelijk.<br />

Appendix<br />

12.1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen<br />

Algemeen over warmwater-generatoren voor lage druk met veiligheidstemperaturen tot 110 ºC<br />

12<br />

Het druktoestel (warmwater-generator) is volgens TRD 702<br />

gebouwd en moet volgens deze technische richtlijn worden uitgerust.<br />

De in deze technische richtlijn genoemde bedrijfsvoorwaarden<br />

moeten in acht worden genomen. Met betrekking tot het<br />

aangetoonde thermische vermogen en de verwarmingstechnische<br />

eisen voldoet deze afhankelijk van het type aan:<br />

& DIN 4702 resp. EN 303<br />

& EN 297<br />

& EN 483<br />

& EN 677<br />

(zie gegevens op het typeplaatje en in de bijgevoegde documentatie).<br />

Bij de installatie en inbedrijfstelling van deze verwarmingsketel<br />

moeten behalve de lokale bouwvoorschriften en<br />

voorschriften voor stookinstallaties nog de volgende normen,<br />

regels en richtlijnen in acht worden genomen:<br />

& DIN 18160-1: rookgasinstallaties (ontwerpuitvoeringen).<br />

& DIN 1988: technische richtlijnen voor tapwaterinstallaties<br />

(TRWI).<br />

& DIN 4753: waterverwarmingsinstallaties voor tap- en bedrijfswater.<br />

& EN 12828: verwarmingssystemen in gebouwen - ontwerp van<br />

warmwater-verwarmingsinstallaties.<br />

& EN 13384: rookgasinstallaties - warmte- en stromingstechnische<br />

berekeningen.<br />

& Bovendien EN 12953 in acht nemen bij:<br />

– warmwater-generatoren voor lage druk met veiligheidstemperaturen<br />

> 110 tot 120 ºC.<br />

& EN 12953-1: groot-waterruimketel – algemeen.<br />

& EN 12953-6: groot-waterruimketel – eisen aan de uitrusting.<br />

& EN 12953-7: groot-waterruimketel – eisen aan stookinstallaties<br />

voor vloeibare en gasvormige brandstoffen voor de verwarmingsketel<br />

& EN 12953-8: groot-waterruimketel – eisen aan veiligheidskleppen<br />

& EN 12953-10: groot-waterruimketel – eisen aan voedings- en<br />

ketelwater<br />

Toepassing van oliestook<br />

& DIN 4755: oliestookinstallaties.<br />

& DIN 4787-1 olie-verstuivingsbrander (verbruik meer dan<br />

100 kg/h).<br />

& DIN 51603-1: vloeibare brandstoffen, lichte huisbrandolie, minimumeisen.<br />

& EN 230: olie-verstuivingsbrander in monoblok-uitvoering –<br />

inrichtingen voor de veiligheid, de bewaking en de regeling<br />

evenals veiligheidstijden.<br />

& EN 267: oliebrander met ventilator.<br />

Toepassing van gasstook<br />

& EN 298: branderautomaten voor gasbranders en gastoestellen<br />

met en zonder ventilator.<br />

& EN 676: gasbrander met ventilator.<br />

Gasinstallatie<br />

De gasinstallatie moet volgens de technische aansluitvoorwaarden<br />

van de gasmaatschappij door de installateur worden uitgevoerd.<br />

De installatie moet overeenkomstig de genoemde<br />

voorwaarden worden gebruikt.<br />

Leidingaansluitingen<br />

De leidingaansluitingen op de verwarmingsketel moet zonder<br />

belasting en spanning worden uitgevoerd.<br />

Elektrische installatie<br />

De elektrische aansluiting en de elektrische installatie moeten volgens<br />

de NEN-bepalingen en de technische aansluitvoorwaarden<br />

van de elektriciteitsmaatschappij worden uitgevoerd.<br />

& DIN VDE 0100: Installeren van sterkstroominstallaties met nom.<br />

spanning tot 1000 V.<br />

& DIN VDE 0116: Elektrische uitrusting van stookinstallaties.<br />

5819 426 NL<br />

80 VIESMANN Olie-/gasketel


Appendix (vervolg)<br />

Bedieningshandleiding<br />

De installateur van de installatie moet volgens EN 12828, hoofdstuk<br />

5 en EN 12170/12171 een bedieningshandleiding voor de<br />

gehele installatie beschikbaar stellen.<br />

Rookgasinstallatie<br />

Voor HR-installaties moeten bouwtechnisch goedgekeurde of CEgemarkeerde<br />

rookgasleidingen worden gebruikt.<br />

12<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 81


Index (vervolg)<br />

12<br />

Veiligheidsdrukbegrenzer ............................................... 43<br />

A<br />

Aansluiting modulerende brander ................................. 78-79<br />

Aanvoertemperatuur .............................................. 5-10, 49<br />

Aanvoertemperatuur ...................................................... 40<br />

Accessoires voor de geluidsisolatie ................................... 48<br />

Afstanden .................................................................... 45<br />

Afstanden tot mondingen van schoorstenen ........................ 45<br />

Afstanden tot rookgasleidingen ........................................ 45<br />

B<br />

Bedrijfsvoorwaarden ................................................... 5-10<br />

Beschermende maatregelen tegen corrosie ........................ 50<br />

Bijmengpomp ............................................................... 41<br />

Blokkeren extern ....................................................... 75-76<br />

Brandbaar materiaal ...................................................... 40<br />

Brander ...................................................................... 44<br />

Brandstoffen ................................................................ 44<br />

Buitentemperatuursensor ................................................ 57<br />

C<br />

Cascade van derden ...................................................... 73<br />

Chemicaliën voor de bescherming tegen corrosie ................. 50<br />

Configuratie ............................................................ 40, 45<br />

Contactgeluidsisolatie .................................................... 48<br />

Corrosie ...................................................................... 49<br />

Corrosie aan waterzijde .................................................. 49<br />

CV-pomp ..................................................................... 42<br />

D<br />

Divicon verwarmingscircuit-verdeling ................................. 42<br />

Dompeltemperatuurregelaar ............................................ 68<br />

E<br />

Eisen aan de installatieruimte .......................................... 39<br />

Energiebesparing ................................................ 60, 62, 64<br />

Expansievat ............................................................ 41, 49<br />

Extern blokkeren ....................................................... 75-76<br />

Extern lastafhankelijk inschakelen ................................ 75-77<br />

Extern omschakelen getrapte/modulerende brander .............. 75<br />

Externe branderinschakeling ....................................... 77-79<br />

Externe vraag ........................................................... 75-76<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling .................... 75-76<br />

Extra functies ........................................................... 75-76<br />

F<br />

Functie-uitbreiding ........................................................ 72<br />

G<br />

Geluidsisolatie ............................................................. 47<br />

getrapte/modulerende brander ......................................... 75<br />

Gewenste ketelwatertemperatuur ..................................... 72<br />

H<br />

Halogeenkoolwaterstoffen ............................................... 39<br />

I<br />

Inschakelen lastafhankelijk ......................................... 75-77<br />

Installatie met 1 ketel ..................................................... 77<br />

Installatieruimte ............................................................ 39<br />

Installaties met één ketel ................................................ 53<br />

Instelling extra gewenste waarde .................................. 72-73<br />

Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur ....... 72<br />

K<br />

Ketelafdekking ............................................................. 40<br />

Ketelcircuitpomp ........................................................... 41<br />

Ketelcircuitregelingen .................................................... 52<br />

Ketelthermometer ......................................................... 43<br />

Ketelvolgorde ............................................................... 76<br />

Ketelvrijgave ............................................................ 78-79<br />

Ketelvrijgave in meerketelinstallatie .................................. 72<br />

Klemtemperatuurregelaar ............................................... 69<br />

L<br />

Laagste ketelwatertemperatuur ..................................... 5-10<br />

Laagwaterstandbeveiliging .............................................. 43<br />

Levering ..................................................................... 39<br />

Lokale regeling ......................................................... 77-78<br />

Luchtgeluidsisolatie ....................................................... 47<br />

M<br />

Maximaalpressostaat ..................................................... 43<br />

Maximale drukbegrenzing ............................................... 43<br />

Meerketelinstallatie ....................................................... 78<br />

Meerketelinstallaties ...................................................... 54<br />

Membraan-expansievat .................................................. 49<br />

Mengklep open ......................................................... 75-76<br />

Minimale drukbegrenzing ................................................ 43<br />

Modulerende brander ................................................ 77, 79<br />

N<br />

Nachtcontact ................................................................ 72<br />

Noodschakelaar ........................................................... 40<br />

Normrendement ......................................................... 5-10<br />

O<br />

Ontlastpot ................................................................... 43<br />

Opstelling .................................................................... 39<br />

P<br />

Pompgestuurde drukregelsystemen .................................. 41<br />

R<br />

Regelingen .................................................................. 52<br />

Rendementsrichtlijn .............................................. 5, 7, 9-10<br />

Rendementsverhoging ................................................... 50<br />

Richtlijn drukapparatuur ................................................. 7-8<br />

Richtlijn gastoestellen ................................................. 5-10<br />

Ruimtetemperatuursensor ............................................... 70<br />

S<br />

Schakelen van een toevoerpomp ...................................... 72<br />

Schakelkasten .............................................................. 52<br />

Schakelklok ............................................................ 60, 64<br />

Schakelpunten ............................................................. 56<br />

Schakeluitgang ............................................................. 72<br />

Schoorsteendiagrammen ................................................ 46<br />

Smoorklep ............................................................... 78-79<br />

Stekker aVD ............................................................. 75-76<br />

Stookverordening .......................................................... 45<br />

Storingsmeldingen extern ............................................... 71<br />

Systeemaccessoires ...................................................... 42<br />

T<br />

Temperatuurregelaar ..................................................... 43<br />

& dompeltemperatuur ..................................................... 68<br />

& klemtemperatuur ........................................................ 69<br />

Temperatuursensor<br />

& Buitentemperatuur ...................................................... 57<br />

& Ruimtetemperatuur ..................................................... 70<br />

Therm-Control .......................................................... 5, 7-8<br />

Tweetraps brander .................................................... 77-78<br />

5819 426 NL<br />

82 VIESMANN Olie-/gasketel


Index (vervolg)<br />

V<br />

Veiligheidsmaatregelen .................................................. 40<br />

Veiligheidstechnische uitrusting ....................................... 42<br />

Veiligheidstemperatuur .............................................. 40, 43<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer ..................................... 43<br />

Verbrandingslucht ......................................................... 39<br />

Vereisten volgens de stookverordening .............................. 45<br />

Verplaatsing ................................................................ 39<br />

Verwarmingsaansluitingen .............................................. 41<br />

Verwarmingscircuit-verdeling ........................................... 42<br />

& Divicon ..................................................................... 29<br />

Verwarmingsketel blokkeren ............................................ 76<br />

Vitotrol<br />

& 200 ......................................................................... 69<br />

& 300 ......................................................................... 70<br />

W<br />

Waterbehandeling ......................................................... 50<br />

Waterkwaliteit, richtwaarden voor de ................................. 48<br />

Werkingsprogramma-omschakeling .............................. 75-76<br />

Z<br />

Zoutarm water .............................................................. 49<br />

Zouthoudend water ........................................................ 49<br />

12<br />

5819 426 NL<br />

Olie-/gasketel VIESMANN 83


Technische wijzigingen voorbehouden.<br />

<strong>Viessmann</strong> Nederland B.V.<br />

Postbus 322<br />

2900 AH Capelle a/d IJssel<br />

Tel. : 010-458 44 44<br />

Fax : 010-458 70 72<br />

e-mail : info@viessmann.nl<br />

www.viessmann.com<br />

84 VIESMANN Olie-/gasketel<br />

5819 426 NL Gedrukt op milieuvriendelijk,<br />

chloorvrij gebleekt papier

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!