de technische producten - Gunneman

de technische producten - Gunneman de technische producten - Gunneman

09.11.2014 Views

166 167 Noodverlichting EUROPESE EN FRANSE REGLEMENTERING EUROPESE REGLEMENTERING In het kader van de Europese normgeving moeten armaturen voor noodverlichting ontworpen en geproduceerd worden conform de normen EN 60598-1 (Verlichtingsarmaturen) en EN 60598-2-22 (Verlichtingsarmaturen – Bijzondere eisen – Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting). Op internationaal niveau regelt de norm IEC 62034 de automatische testsystemen voor noodverlichting met batterijvoeding. De pictogrammen en kleuren voor vluchtwegaanduiding zijn vastgelegd in de norm ISO 3864. Op het gebied van het gebruik voorziet de Europese norm EN 1838 (Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting), overeenkomstig Europese richtlijn 89/654/EEG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen, in een precies kader voor de middelen die aangewend moeten worden om een doeltreffende noodverlichting te garanderen (aanduiding van vluchtroutes, minimale verlichting van vluchtroutes, verlichting van de veiligheidsuitrusting): Vervangingsverlichting Vluchtrouteverlichting Noodverlichting Noodverlichting Antipaniekverlichting Verlichting van werkplekken met verhoogd risico Norm EN 50172 (Noodverlichtingssystemen voor vluchtwegen) ten slotte bevat de voorschriften voor de aanduiding en verlichting van vluchtwegen in geval van uitval van de normale voeding en legt de minimale eisen vast voor de noodverlichting afhankelijk van de grootte, het type en het gebruik van de ruimten. Deze norm heeft betrekking op noodverlichting in ruimten die toegankelijk zijn voor werknemers of publiek. SAMMODE ontwerpt en produceert noodverlichtingsarmaturen die voldoen aan de voorschriften van deze normen (zie optiecodes S1H en 3H van onze armaturenseries). Bovendien heeft SAMMODE een specifieke serie centrale en decentrale noodverlichtingsarmaturen ontwikkeld die gecertificeerd zijn overeenkomstig de norm NF AEAS (zie hieronder). FRANSE REGLEMENTERING Noodverlichting is verplicht voor: • instellingen die voor het publiek toegankelijk zijn (besluit van 23 juni 1980, 22 juni 1990 en 19 november 2001); • instellingen die voor personeel toegankelijk zijn (decreet 88- 1056 van 14 november 1988 en besluit van 26 februari 2003); • woongebouwen (besluit van 31 januari 1986). TWEE FUNCTIES VLUCHTROUTEVERLICHTING Vluchtrouteverlichting moet iedere persoon in staat stellen het gebouw te verlaten, door middel van lichtbronnen die er met name voor zorgen dat obstakels waargenomen kunnen worden en richtingsveranderingen aangeduid worden. Vluchtrouteverlichting dient te worden geïnstalleerd: • in gangen en doorgangen met maximaal 15 m tussen iedere armatuur; • boven iedere uitgangsdeur of nooduitgang; • boven ieder obstakel; • voor iedere richtingsverandering van de vluchtroute. Deze regeling geldt voor ruimten waarin vijftig of meer personen aanwezig zijn en ruimten met een oppervlakte van meer dan 300 m 2 op bovenverdiepingen en de begane grond en meer dan 100 m 2 in kelderverdiepingen. De vluchtrouteverlichtingsarmaturen moeten een RLLIEM hebben van minstens 45 lumen. ANTIPANIEKVERLICHTING Deze verlichting moet zorgen voor een uniforme verlichtingssterkte en een goede zichtbaarheid teneinde paniek te voorkomen. Antipaniekverlichting dient te worden geïnstalleerd in ruimten waarin meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn in kelderverdiepingen en meer dan 100 op bovenverdiepingen en de begane grond. Deze verlichting moet gebaseerd zijn op een RLLIEM van minstens 5 lumen per vierkante meter ruimteoppervlakte. De afstand tussen twee lichtbronnen mag niet groter zijn dan 4 keer de installatiehoogte. Antipaniekverlichting moet zodanig gerealiseerd worden dat iedere ruimte of hal minstens door twee lichtbronnen verlicht wordt. TWEE TYPES ARMATUREN DECENTRALE NOODVERLICHTING Armaturen voor decentrale noodverlichting moeten zijn toegelaten volgens NF AEAS (Appareils d'Éclairage Autonomes de Sécurité) en in overeenstemming zijn met de Europese norm EN 60598-2-22 en de Franse normen NFC 71800/801/805. Armaturen met een geïntegreerd zelftestsysteem moeten bovendien voldoen aan de norm NFC 71820. De markering "performance SATI" (Système Automatique de Tests Intégré) is een bewijs van deze conformiteit. De decentrale noodverlichtingsinstallatie moet beschikken over één of meer organen die centrale omschakeling naar rusttoestand mogelijk maken en die zijn opgesteld nabij het algemene bedieningsorgaan of afgetakte bedieningsorganen. CENTRALE NOODVERLICHTING • Armaturen voor centrale noodverlichting moeten zijn toegelaten volgens NF AEAS (Appareils d'Éclairage Autonomes de Sécurité) en in overeenstemming zijn met de Europese norm EN 60598-2-22 en de Franse norm UTE C 71-802. • De centrale voedingen moeten voldoen aan de norm NF C 71-815. • De voedingskabels tussen de centrale voeding en de armaturen moeten behoren tot categorie CR1, vuurbestendig. • De installatie die de noodverlichting voedt, moet onderverdeeld zijn in verscheidene stroomkringen vertrekkende vanaf een veiligheidsbord. • Er mag geen enkele beveiliging aangebracht zijn op de stroomkring van de noodverlichtingsinstallaties. • De antipaniekverlichting van iedere ruimte en de vluchtrouteverlichting van iedere gang van meer dan 15 m lang, moeten worden gerealiseerd met elk minstens twee verschillende stroomkringen die zo verschillend mogelijke trajecten volgen. Als een van de twee stroomkringen het laat afweten, moet het verlichtingsniveau voldoende blijven (geen 2 nabijgelegen lichtbronnen op dezelfde stroomkring aansluiten). • Het is toegelaten de stroomkringen van de antipaniekverlichting van verscheidene ruimten te bundelen met die van de vluchtrouteverlichting van verscheidene gangen, zodat er in totaal voor iedere type verlichting slechts twee stroomkringen moeten worden gebruikt. In dat geval blijft de bovenstaande regel van de twee stroomkringen van toepassing. • De vluchtrouteverlichting moet permanent ingeschakeld zijn als er publiek aanwezig is. • De antipaniekverlichting kan in- of uitgeschakeld zijn als er publiek aanwezig is. Indien de lichtbronnen uitgeschakeld zijn in stand-by, moet hun automatische inschakeling verzekerd worden via voldoende detectiepunten voor spanningsuitval. TECHNISCHE INFOPAGINA’S OPTIES EN ACCESSOIRES KLANTSPECIFIEKE OPLOSSINGEN REFLECTOREN EN FLOODLIGHTS TECHNISCHE PRODUCTEN DE KLASSIEKERS

168 169 Verlichtingstechnische begrippen DEFINITIES VERLICHTINGSSTERKTE (E) De lichtstroom die een oppervlakte ontvangt. Deze waarde maakt het mogelijk te kwantificeren hoeveel verlichting er nodig is om een gegeven taak uit te voeren. Eenheid = lux (lx) - 1 lx = 1 lm/m 2 LICHTRENDEMENT Verhouding tussen de lichtstroom die een armatuur of lamp afgeeft en het opgenomen vermogen. Eenheid = lumen per watt (lm/W). BEHOUDFACTOR Verhouding tussen het gemiddelde verlichtingsniveau na een bepaalde gebruiksduur en het gemiddelde verlichtingsniveau in nieuwstaat. Op basis daarvan kan de afname van de lichtstroom door slijtage van de lichtbronnen en stofafzetting worden geschat en kan de installatie gedimensioneerd worden zodat het vereiste verlichtingsniveau ook na verloop van tijd nog wordt gehaald. DEPRECIATIEFACTOR (= 1 - behoudfactor) Maakt het mogelijk het gemiddelde verlichtingsniveau na verloop van tijd, als de lichtstroom afneemt (lampslijtage, stofafzetting enz.), te berekenen. LICHTSTROOM (O) De hoeveelheid licht die een lichtbron in één seconde afgeeft. Eenheid = lumen (lm) KLEURWEERGAVE-INDEX (KWI) De mogelijkheid van een lichtbron om de verschillende kleuren van het zichtbare spectrum ongewijzigd weer te geven. Deze waarde varieert van 0 tot 100. RUIMTE-INDEX Verhouding tussen de afmetingen van een ruimte: K = K = L x B H ( L + B) H: hoogte tussen het werkvlak en het vlak van de armaturen L: lengte van de ruimte B: breedte van de ruimte LICHTSTERKTE (I) De lichtstraling van één bron in één seconde in een bepaalde richting (ruimtehoek van een steradiaal). Eenheid: candela (cd) LUMINANTIE (L) De lichtsterkte afgegeven door een oppervlak in een gegeven richting. De helderheid van een oppervlak die het oog waarneemt. Eenheid = candela per vierkante meter (cd/m 2 ) RENDEMENT De verhouding tussen de lichtstroom die een armatuur afgeeft en de lichtstroom die de lamp afgeeft bij +25°C. Dit is een aanduiding voor de efficiëntie van het optisch systeem van de armatuur. KLEURTEMPERATUUR De kleur van een witte lichtbron. Een hoge waarde (5000 tot 6000 K) stemt overeen met een "koude", lichtjes blauwachtige, kleur, terwijl een lagere waarde (2000 tot 3000 K) overeenstemt met een "warme", eerder geeloranje kleur. Eenheid: kelvin (K) GELIJKMATIGHEID De verhouding tussen het minimale verlichtingsniveau en het gemiddelde verlichtingsniveau op een gegeven oppervlak. WERKZONE Deel van de werkplek waar de visuele taak wordt verricht. ONMIDDELLIJKE OMGEVING Strook van minimaal 0,5 m breed rond de werkzone in het gezichtsveld. LICHTVERDELINGSCURVE VAN EEN ARMATUUR De lichtverdelingscurve van een armatuur is de grafische weergave in poolcoördinaten (binnenverlichting) of cartesische coördinaten (buitenverlichting) van de lichtsterktevariatie in het dwars- en het langsvlak van de armatuur, herleid tot een stroom van 1000 lumen. Op basis daarvan kan de verdeling van de lichtsterkte van de armatuur beoordeeld worden. Verlichtingsstudie FORMULIER UW GEGEVENS FIRMANAAM: NAAM, VOORNAAM: ADRES: POSTCODE: PLAATS: LAND: TEL.: FAX: E-MAIL: PROJECT PROJECTNAAM: POSTCODE: PLAATS: LAND: TIJDSCHEMA: RUIMTE TYPE RUIMTE: Afmetingen L x B x H: L: m B: m H: m Hoogte van de armatuur: m Hoogte van het werkvlak: Vloer 0,8 m boven vloer (Werkzone) Andere (preciseren): REFLECTIEGRAAD VAN DE WANDEN KLEUREN: Plafond Vloer Muren Donker Normaal Licht REFLECTIECOËFFICIËNT: % % % STOFAFZETTING Sterk Matig Zwak GEVRAAGDE VERLICHTINGSSTERKTE lux ARMATUUR TYPE ARMATUUR: Eventuele speciale opties preciseren (SA, OP, R3T4, GBL, GRD, RI, RE enz.) Kleurtemperatuur: K Vermogen: W PLAATS (Gelieve een plan bij te voegen indien de plaats reeds vastligt) GEWENSTE ANTWOORDDATUM: AANVULLENDE OPMERKINGEN: TECHNISCHE INFOPAGINA’S OPTIES EN ACCESSOIRES KLANTSPECIFIEKE OPLOSSINGEN REFLECTOREN EN FLOODLIGHTS TECHNISCHE PRODUCTEN DE KLASSIEKERS

168<br />

169<br />

Verlichtings<strong>technische</strong><br />

begrippen<br />

DEFINITIES<br />

VERLICHTINGSSTERKTE (E)<br />

De lichtstroom die een oppervlakte ontvangt.<br />

Deze waar<strong>de</strong> maakt het mogelijk te kwantificeren hoeveel verlichting<br />

er nodig is om een gegeven taak uit te voeren.<br />

Eenheid = lux (lx) - 1 lx = 1 lm/m 2<br />

LICHTRENDEMENT<br />

Verhouding tussen <strong>de</strong> lichtstroom die een armatuur of lamp afgeeft en<br />

het opgenomen vermogen.<br />

Eenheid = lumen per watt (lm/W).<br />

BEHOUDFACTOR<br />

Verhouding tussen het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> verlichtingsniveau na een bepaal<strong>de</strong><br />

gebruiksduur en het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> verlichtingsniveau in nieuwstaat.<br />

Op basis daarvan kan <strong>de</strong> afname van <strong>de</strong> lichtstroom door slijtage van<br />

<strong>de</strong> lichtbronnen en stofafzetting wor<strong>de</strong>n geschat en kan <strong>de</strong> installatie<br />

gedimensioneerd wor<strong>de</strong>n zodat het vereiste verlichtingsniveau ook na<br />

verloop van tijd nog wordt gehaald.<br />

DEPRECIATIEFACTOR<br />

(= 1 - behoudfactor) Maakt het mogelijk het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

verlichtingsniveau na verloop van tijd, als <strong>de</strong> lichtstroom afneemt<br />

(lampslijtage, stofafzetting enz.), te berekenen.<br />

LICHTSTROOM (O)<br />

De hoeveelheid licht die een lichtbron in één secon<strong>de</strong> afgeeft.<br />

Eenheid = lumen (lm)<br />

KLEURWEERGAVE-INDEX (KWI)<br />

De mogelijkheid van een lichtbron om <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> kleuren van het<br />

zichtbare spectrum ongewijzigd weer te geven. Deze waar<strong>de</strong> varieert<br />

van 0 tot 100.<br />

RUIMTE-INDEX<br />

Verhouding tussen <strong>de</strong> afmetingen van een ruimte:<br />

K =<br />

K = L x B<br />

H ( L + B)<br />

H: hoogte tussen het werkvlak en het vlak van <strong>de</strong> armaturen<br />

L: lengte van <strong>de</strong> ruimte<br />

B: breedte van <strong>de</strong> ruimte<br />

LICHTSTERKTE (I)<br />

De lichtstraling van één bron in één secon<strong>de</strong> in een bepaal<strong>de</strong> richting<br />

(ruimtehoek van een steradiaal).<br />

Eenheid: can<strong>de</strong>la (cd)<br />

LUMINANTIE (L)<br />

De lichtsterkte afgegeven door een oppervlak in een gegeven richting.<br />

De hel<strong>de</strong>rheid van een oppervlak die het oog waarneemt.<br />

Eenheid = can<strong>de</strong>la per vierkante meter (cd/m 2 )<br />

RENDEMENT<br />

De verhouding tussen <strong>de</strong> lichtstroom die een armatuur afgeeft en <strong>de</strong><br />

lichtstroom die <strong>de</strong> lamp afgeeft bij +25°C. Dit is een aanduiding voor <strong>de</strong><br />

efficiëntie van het optisch systeem van <strong>de</strong> armatuur.<br />

KLEURTEMPERATUUR<br />

De kleur van een witte lichtbron. Een hoge waar<strong>de</strong> (5000 tot 6000 K)<br />

stemt overeen met een "kou<strong>de</strong>", lichtjes blauwachtige, kleur, terwijl<br />

een lagere waar<strong>de</strong> (2000 tot 3000 K) overeenstemt met een "warme",<br />

eer<strong>de</strong>r geeloranje kleur.<br />

Eenheid: kelvin (K)<br />

GELIJKMATIGHEID<br />

De verhouding tussen het minimale verlichtingsniveau en het<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> verlichtingsniveau op een gegeven oppervlak.<br />

WERKZONE<br />

Deel van <strong>de</strong> werkplek waar <strong>de</strong> visuele taak wordt verricht.<br />

ONMIDDELLIJKE OMGEVING<br />

Strook van minimaal 0,5 m breed rond <strong>de</strong> werkzone in het<br />

gezichtsveld.<br />

LICHTVERDELINGSCURVE VAN EEN ARMATUUR<br />

De lichtver<strong>de</strong>lingscurve van een armatuur is <strong>de</strong> grafische weergave<br />

in poolcoördinaten (binnenverlichting) of cartesische coördinaten<br />

(buitenverlichting) van <strong>de</strong> lichtsterktevariatie in het dwars- en het<br />

langsvlak van <strong>de</strong> armatuur, herleid tot een stroom van 1000 lumen.<br />

Op basis daarvan kan <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> lichtsterkte van <strong>de</strong> armatuur<br />

beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n.<br />

Verlichtingsstudie<br />

FORMULIER<br />

UW GEGEVENS<br />

FIRMANAAM:<br />

NAAM, VOORNAAM:<br />

ADRES:<br />

POSTCODE: PLAATS: LAND:<br />

TEL.: FAX: E-MAIL:<br />

PROJECT<br />

PROJECTNAAM:<br />

POSTCODE: PLAATS: LAND:<br />

TIJDSCHEMA:<br />

RUIMTE<br />

TYPE RUIMTE:<br />

Afmetingen L x B x H: L: m B: m H: m<br />

Hoogte van <strong>de</strong> armatuur:<br />

m<br />

Hoogte van het werkvlak: Vloer 0,8 m boven vloer<br />

(Werkzone)<br />

An<strong>de</strong>re (preciseren):<br />

REFLECTIEGRAAD VAN DE WANDEN<br />

KLEUREN: Plafond Vloer Muren<br />

Donker<br />

Normaal<br />

Licht<br />

REFLECTIECOËFFICIËNT: % % %<br />

STOFAFZETTING Sterk Matig Zwak<br />

GEVRAAGDE VERLICHTINGSSTERKTE<br />

lux<br />

ARMATUUR<br />

TYPE ARMATUUR:<br />

Eventuele speciale opties preciseren (SA, OP, R3T4, GBL, GRD, RI, RE enz.)<br />

Kleurtemperatuur:<br />

K<br />

Vermogen: W<br />

PLAATS (Gelieve een plan bij te voegen indien <strong>de</strong> plaats reeds vastligt)<br />

GEWENSTE ANTWOORDDATUM:<br />

AANVULLENDE OPMERKINGEN:<br />

TECHNISCHE INFOPAGINA’S OPTIES EN ACCESSOIRES KLANTSPECIFIEKE OPLOSSINGEN REFLECTOREN EN FLOODLIGHTS TECHNISCHE PRODUCTEN DE KLASSIEKERS

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!