07.07.2012 Views

TERUG NAAR DE BRON

TERUG NAAR DE BRON

TERUG NAAR DE BRON

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ALLES MOET ALTIJD IN VERHOUDING<br />

WOR<strong>DE</strong>N GEZIEN: EN DAN LEER JE<br />

OOK DAT IN NE<strong>DE</strong>RLAND OP DIT<br />

MOMENT OPEN HAAR<strong>DE</strong>N EN HOUT-<br />

KACHELS SAMEN TWINTIG KEER<br />

MEER HERNIEUWBARE ENERGIE<br />

OPLEVEREN DAN ZONNECELLEN.<br />

SHELL VENSTER<br />

UITGAVE VAN SHELL NE<strong>DE</strong>RLAND B.V. • MAART / APRIL 2008<br />

<strong>TERUG</strong> <strong>NAAR</strong> <strong>DE</strong> <strong>BRON</strong><br />

EEN WERELDPRIMEUR: EEN BIJ SINGA-<br />

PORE GEBOUW<strong>DE</strong> MODULE ON<strong>DE</strong>RWEG<br />

IN AUSTRALIË OM DAAR SAMEN-<br />

GEBOUWD TE WOR<strong>DE</strong>N TOT EEN<br />

LNG-TREIN. EEN ANTWOORD OP <strong>DE</strong><br />

STERK STIJGEN<strong>DE</strong> CONSTRUCTIE-<br />

KOSTEN IN <strong>DE</strong> OLIE- EN GASWERELD.


We gaan voor<br />

goud met<br />

groen<br />

COLOFON<br />

UITGAVE VAN SHELL NE<strong>DE</strong>RLAND BV<br />

ADRES Carel van Bylandtlaan 30, 2596 HR Den Haag.<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />

TELEFOON 070 - 377 87 00<br />

HOOFDREDACTIE Piet de Wit<br />

ARTDIRECTOR Toon Beekman (www.defabriek.com)<br />

ME<strong>DE</strong>WERKERS Ernst Bode, Hollandse Hoogte, Jeroen<br />

Kroos, Hans Lagendaal, Caspar van Loo, Wilfried Overwater,<br />

Reinier Spreen<br />

DRUK Roto Smeets Grafi Services Utrecht<br />

Shell Venster wordt verspreid onder geïnteresseerden in<br />

de activiteiten van Shell Nederland en Royal Dutch Shell.<br />

Het blad is gratis verkrijgbaar.<br />

Abonnementen kunnen via e-mail-adres shellvenster@shell.<br />

com worden aangevraagd en via: Administratie Shell Venster,<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />

TWEEMAAN<strong>DE</strong>LIJKSE PUBLICATIE<br />

Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van<br />

artikelen dient men toestemming van de redactie te vragen.<br />

In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.<br />

Hoewel Shell-maatschappijen een eigen identiteit hebben,<br />

worden zij in deze publicatie soms gemakshalve met de<br />

collectieve benaming ’Shell’ of ’Groep’ aangeduid in<br />

passages die betrekking hebben op maatschappijen van<br />

Royal Dutch Shell, of wanneer vermelding van de naam van<br />

de maatschappij(en) gevoeglijk achterwege kan blijven.<br />

OMSLAGFOTO ERNST BO<strong>DE</strong> / NAM<br />

Olieveld Schoonebeek<br />

komt weer tot leven<br />

Toen op ’t laatst op elke vier vaten<br />

olie 96 vaten water mee naar boven<br />

kwamen, besloot de NAM het olieveld<br />

van Schoonebeek te verlaten.<br />

Eind 1996 kwam het einde. Maar in<br />

2010 zal de olie opnieuw stromen en<br />

is de totale Nederlandse oliereserve<br />

met ruim de helft gegroeid, met<br />

dank aan nieuwe technologie en een<br />

hogere ruwe-olieprijs. PAGINA 4<br />

VOORWOORD<br />

Hoewel de een toch lastig voorstelbaar is zonder<br />

de ander, heeft de Nederlandse overheid meer<br />

op met bedrijven en bedrijvigheid dan met<br />

individuele burgers. Althans, je zou het zeggen<br />

na het lezen van het uiterst interessante document<br />

‘Milieurekeningen 2006’ van het Centraal Bureau voor de<br />

Statistiek.<br />

Het CBS laat daarin namelijk zien dat in 2006 huishoudens<br />

19,5 procent van het nationale energiegebruik voor<br />

hun rekening namen en producenten 80,5 procent. Maar<br />

als het gaat om ‘groene belastingen’ droegen de huishoudens<br />

dat jaar 61 procent van het totaal bij en de producenten<br />

39 procent. Bij milieuheffi ngen is het verschil<br />

nog groter, huishoudens 74 procent van het totaal, producenten<br />

26 procent. Toelichting van het CBS: “De belastingtarieven<br />

voor het bedrijfsleven worden relatief laag<br />

gehouden om de concurrentiepositie ten opzichte van het<br />

buitenland niet te verslechteren.”<br />

Producenten kunnen in de visie van de politiek, die stelt<br />

immers beleid en tarieven vast, kennelijk veel makkelijker<br />

de grens overtrekken of de deuren sluiten en de lichten<br />

uitdoen dan burgers.<br />

Het CBS telde over 2006 18,7 miljard euro aan groene<br />

belastingen (plus 3,9 mld euro aan milieuheffi ngen) en<br />

dat was 8,3 procent meer dan een jaar daarvoor.<br />

In 1990 werd over de volle breedte van de economie nog<br />

een energiebelasting van 1,0 euro per gigajoule geheven<br />

(een gigajoule staat qua energiewaarde gelijk aan ongeveer<br />

25 liter olie) en in 2006 was dat opgelopen naar<br />

3,1 euro per GJ. Maar in 2006 betaalden huishoudens<br />

10 euro per GJ en het bedrijfsleven 1,4 euro per GJ.<br />

Wat velen al vermoedden, wordt door de cijferaars van<br />

het CBS bevestigd, met groene belastingen gaat Nederland<br />

voor weinig minder dan goud: 13 procent van alle<br />

belastinginkomsten komen inmiddels voort uit belastingen<br />

op energie, transport, grondstoffen en vervuiling,<br />

ruim boven de 9,5 procent als gemiddelde voor de EU-15.<br />

Met voetbal lukt het niet meer zo goed, maar met groene<br />

belastingen haalt Nederland telkens met twee vingers in<br />

de neus de fi nale van de wereldkampioenschappen.<br />

Mede door dit beleid van ‘Nederland Gidsland’ zijn de<br />

energieprijzen voor huishoudens tussen 2001 en 2006<br />

met 39 procent gestegen, met aardgas - plus 77 procent -<br />

als koploper. De prijzen voor benzine en diesel gingen in<br />

die periode omhoog met 23 en 32 procent. De gemiddelde<br />

prijs van consumentengoederen steeg met slechts 14 pro-<br />

In oude velden zit nog<br />

steeds erg veel olie<br />

Gemiddeld is ongeveer een derde<br />

van alle in een reservoir aanwezige<br />

olie winbaar - met de huidige<br />

stand van de technologie. Met tertiaire<br />

winningstechnieken (zoals<br />

in Schoonebeek) is dat fl ink op te<br />

hogen. Volgens Chief Scientist Willem<br />

Schulte zijn uit oude velden nog<br />

wel zo’n 1.000 miljard vaten olie<br />

extra te produceren. PAGINA 9<br />

2 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

INHOUD<br />

Dubbelwandige<br />

tankers voor grotere<br />

veiligheid<br />

Per jaar worden in opdracht van<br />

Shell in het grote Rijngebied zo’n<br />

tienduizend tankerreizen gemaakt -<br />

met Quality Tonnage wil het bedrijf<br />

het risico bij al die vaarten zo klein<br />

mogelijk maken. Een dubbele romp<br />

helpt daarbij. Vanaf 2011 stelt Shell<br />

dat zelfs verplicht. PAGINA 16<br />

cent. Een huishouden gaf in 2006 gemiddeld 1.162 euro<br />

uit aan brandstoffen voor de auto, 614 euro aan elektriciteit<br />

en 811 euro aan aardgas: voor al die huishoudens<br />

bij elkaar telde dat op tot een energierekening van 18,7<br />

miljard euro, en dat was 7,3 procent van alle consumptieve<br />

uitgaven.<br />

En, helpt het? Worden de doelen van groene belastingen,<br />

een reductie van het energiegebruik en dus van emissies,<br />

gerealiseerd?<br />

Nu wordt het ingewikkelder. In elk geval is het energiegebruik<br />

van de Nederlandse economie in de voorbije<br />

16 jaar met 22 procent gestegen, aldus het CBS. Bij producenten<br />

bedroeg de toename 25 procent.<br />

Hielp het dus niet? Dat kun je niet zeggen, want in die<br />

tijd groeide de economie met 48 procent. De Nederlandse<br />

economie is in elk geval minder energie-intensief geworden.<br />

Vooral olieraffi naderijen en de basischemie bereikten<br />

een grote effi ciëntieverbetering.<br />

Overigens blijft de Nederlandse economie relatief energie-intensief.<br />

Dat komt door de omvangrijke raffi nage-<br />

en chemiesector, al die tuinbouwkassen en natuurlijk<br />

‘Nederland Distributieland’, we rijden, varen en vliegen<br />

wat af.<br />

En de huishoudens? Die reageren merkbaar op de<br />

prijsprikkel, want het gezamenlijke energiegebruik<br />

groeide tussen 1990 en 2006 met slechts 9 procent. Meer<br />

benzine en diesel en meer elektriciteit, vooral voor vaatwassers,<br />

wasdrogers en PC’s. Het gasgebruik daalde licht,<br />

vooral door betere woningisolatie, hoogrendementsketels<br />

en... relatief warme winters. De opwarming van Nederland<br />

helpt dus in elk geval tegen de opwarming van de<br />

aarde.<br />

Ondanks de goede economische groei (3 procent) is in<br />

2006, voor het tweede jaar op rij, de CO 2-emissie gedaald,<br />

met 2,1 procent. Hier schuilt een forse adder onder het<br />

milieugras, want in die jaren is de import van elektriciteit<br />

sterk gegroeid. Stroom importeren betekent CO 2 exporteren,<br />

want het broeikasgas ontstaat dan elders, zoals in<br />

Duitsland waar wij veel elektriciteit kopen.<br />

Soms stoken die centrales steenkool die met Nederlandse<br />

binnenschepen over de Rijn uit Rotterdam en Amsterdam<br />

is aangevoerd - energie-economie is inderdaad een veelzijdig<br />

en altijd weer verrassend beest.<br />

Piet de Wit<br />

Hoofdredacteur Shell Venster<br />

EN VER<strong>DE</strong>R: ‘Per saldo tevredenstellend’,<br />

noemde Jeroen van<br />

der Veer het fi nanciële resultaat over<br />

2007: 31,3 miljard dollar nettowinst<br />

PAGINA 13.<br />

Hernieuwbare bronnen leveren nog<br />

geen drie procent van het Nederlandse<br />

energieverbruik PAGINA 15.<br />

Nederlandse bruggen worden moe<br />

van het steeds drukkere vrachtverkeer.<br />

Een Shell-vinding legt de mate<br />

van vermoeidheid vast PAGINA 20.<br />

Hoe hou je LNG betaalbaar? Door<br />

goedkoper te bouwen en met steeds<br />

grotere treinen PAGINA 22.<br />

De veerboot van Texel draait schoon<br />

op gas to liquids van Shell PAGINA 26.<br />

Medewerker Jantien Eenhoorn voelt<br />

zich wereldburger in Den Haag<br />

PAGINA 28.<br />

Ook Dominic Boot gelooft niet in<br />

‘eerste generatie’ biobrandstoffen<br />

PAGINA 31.<br />

Nieuws uit de wereld van Shell en<br />

energie PAGINA 3, 14, 19 EN 30.


‘WOESTIJNGAS’ VOOR<br />

OLYMPISCH BEIJING<br />

Het was een van de talrijke ‘olympische projecten’,<br />

en het heeft er alle schijn van dat ook dit keurig op<br />

tijd wordt opgeleverd, de aanvoer van aardgas uit<br />

nieuwe velden in de Gobiwoestijn naar de Chinese oostkust,<br />

waaronder ook hoofdstad Beijing.<br />

De boringen in het Changbei-veld (gelegen in een concessie<br />

van bijna 1.600 km 2 ) worden uitgevoerd door een<br />

joint venture van China National Petroleum Corporation<br />

(PetroChina) en Shell. Shell heeft drie boortorens gecontracteerd<br />

bij Chinese aannemers. De boringen in het gasveld<br />

(foto rechts) zijn om twee redenen lastig: enerzijds<br />

door het harde klimaat van de Gobi (van plus 50 o C in<br />

de zomer tot min 40 o C in de winter) en anderzijds door<br />

de vaak instabiele en dunne zandsteenlagen waar doorheen<br />

moet worden geboord, en waarbij het zand dan<br />

juist bestaat uit ruw kwarts dat de boorbeitel snel laat slijten.<br />

Juist door dit bijzondere gesteente - dat ook zorgt<br />

voor een heel lage doorlaatbaarheid van het reservoir -<br />

heeft Shell een zes kilometer lange put geboord, waarvan<br />

vier km horizontaal, een record in China. Naar verwachting<br />

zal het Changbei-gasveld - dat met een ongeveer<br />

800 km lange pijpleiding met de markten rond Beijing en<br />

Shanghai is verbonden - een jaarlijks productieniveau kennen<br />

van drie miljard kubieke meter. In maart vorig jaar<br />

stroomde het eerste gas in de pijpleiding.<br />

SHELL IN KOOLBEDMETHAAN<br />

CHINA...<br />

Met een overname van het grootste deel van het belang<br />

van een Amerikaanse onderneming (Verona) is Shell<br />

55% eigenaar en operator geworden van een koolbedmethaanproject<br />

in de Chinese provincie Shanxi, grenzend<br />

aan Binnen-Mongolië. Partners zijn de China United<br />

Coalbed Methane Company (40%) en Verona dat 5%<br />

houdt. China is zeer rijk aan steenkool en veel van de<br />

ondergrondse steenkoollagen bevatten grote hoeveelheden<br />

methaan. Volgens de Chinese overheid bevat de binnenlandse<br />

kolenreserves zo’n 36.000 miljard m 3 methaan<br />

waarvan nu ongeveer 1,4 mld m 3 per jaar wordt geproduceerd.<br />

Veel methaan uit gebruikte en niet-gebruikte<br />

mijnen en steenkoolvelden ontsnapt onverbrand in de<br />

atmosfeer met een sterk broeikaseffect. Volgens plan<br />

wordt tot eind 2010 een omvangrijk exploratieprogramma<br />

uitgevoerd met 2D-seismiek en het boren van<br />

productieputten in het duizend km 2 grote exploratiegebied<br />

in het oostelijk deel van het Ordosbekken. Daarna<br />

volgen een vijf jaar durend ontwikkelingsprogramma en<br />

vervolgens een twintig jaar durende productieperiode.<br />

Met het koolbedmethaanproject heeft Shell haar derde<br />

upstreamactiviteit in China gerealiseerd, na de olieproductie<br />

in de Zuidchinese Zee (Xijiang) en de gasproductie<br />

in Changbei.<br />

...EN IN CANADA<br />

Ook in Canada zoekt Shell momenteel naar mogelijkheden<br />

om koolbedmethaan te produceren. In het noordwesten<br />

van de provincie British Columbia heeft Shell<br />

exploratierechten voor het gebied Klappan. In 2004<br />

boorde Shell hier drie exploratieputten. Bij deze boringen<br />

werd aardgas aangetoond. Na lange onderhandelingen<br />

met de landeigenaren, het Tahltan First nation volk,<br />

werd in de nazomer van 2007 het exploratiewerk hervat<br />

om te zien of productie technisch, economisch en sociaal<br />

realiseerbaar is. Daarbij bleef een kleine groep Tahltans<br />

zich verzetten. Het dilemma is bekend: zorg over de<br />

mogelijkheid van schade aan natuur en milieu tegenover<br />

de economische verlokking dat er mogelijk 225 miljard<br />

m 3 methaan geproduceerd kan worden in<br />

de Klappan.<br />

SHELL ACTUEEL<br />

BRANDSTOFALGEN OP HAWAII<br />

In theorie is het eenvoudig: selecteer het meest geschikte ras en soort, voeg CO 2 en<br />

andere voedingsstoffen toe in de juiste verhoudingen, zorg voor precies voldoende<br />

licht, temperatuur en watersamenstelling, voorkom ziekten, en als beloning schenken<br />

algen een gezonde groei, een verdubbeling in volume desnoods een paar keer per<br />

dag. Daarna de algen oogsten en omzetten in bijvoorbeeld biodiesel of bio-ethanol.<br />

De theoretische opbrengst is indrukwekkend: er zijn voorbeelden bekend van 5-18 liter<br />

plantaardige olie per jaar per vierkante meter algenkweekvijver, wat qua opbrengst<br />

zeker vijftien keer beter is dan het dichtstbijzijnde landbouwalternatief zoals koolzaad,<br />

soja, palm of jatropha.<br />

Om te zien of deze theorie omgezet kan worden in een commerciële onderneming heeft<br />

Shell eind vorig jaar een meerderheidsbelang genomen in Cellana, een nieuwe joint venture<br />

met HR Biopetroleum. Op basis van technologie van HR Biopetroleum wordt een<br />

demonstratieproject gebouwd op Hawaii met een bassin van 2,5 hectare.<br />

De proef duurt minimaal twee jaar en moet, indien alle technieken onder de knie<br />

gekregen worden, daarna uitgroeien tot een demonstratieproject met kweekvijvers van<br />

samen duizend hectare. Een echt commercieel project heeft een orde van grootte van<br />

20.000 hectare.<br />

Het gaat bij de proefneming van Cellana om micro-algen die van nature voorkomen op<br />

Hawaii. Het zijn organismen minder dan twee millimeter in doorsnee en in staat tot<br />

fotosynthese. Algen hebben het vermogen om grote hoeveelheden CO 2 te binden.<br />

Deel van de proef is om uit te vinden hoe die CO 2-opname gemaximeerd kan worden.<br />

De proef met ‘brandstofalgen’ vindt plaats naast al bestaande bassins op Hawaii waar<br />

algen worden gekweekt voor gebruik in voedsel en geneesmiddelen.


4 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

Toen de NAM in 1996 het olieveld van Schoonebeek sloot, beloofde men<br />

terug te komen als de techniek beter was en de olieprijs hoger.<br />

Beide voorwaarden zijn inmiddels vervuld en Schoonebeek wordt dan ook nieuw<br />

ontwikkeld. De NAM keert terug naar zijn bron.<br />

<strong>TERUG</strong> <strong>NAAR</strong><br />

• TEKST PIET <strong>DE</strong> WIT • FOTO’S ERNST BO<strong>DE</strong> •<br />

Dat oliereserves qua<br />

omvang meeademen met<br />

de prijs van olie, wordt<br />

bewezen in Schoonebeek.<br />

Er zitten daar nog<br />

zo ongeveer 800 miljoen vaten ruwe<br />

olie opgesloten in de relatief dunne<br />

laag Bentheimer zandsteen,<br />

maar toen in 1996 de laatste<br />

jaknikker het moede hoofd<br />

ten ruste legde, werden<br />

reserves, althans technisch,<br />

tot nul afgeschreven, want<br />

‘niet-winbaar’.<br />

De sluiting was onvermijdelijk<br />

geworden, er<br />

kwamen op ’t laatst op<br />

elke vier emmers olie 96<br />

emmers water mee naar<br />

boven - en een totale herontwikkeling<br />

van het veld<br />

was op dat moment te duur.<br />

Bovendien ontbrak de technologie<br />

om zoiets met vertrouwen te<br />

kunnen doen.<br />

Al in de jaren negentig van de vorige<br />

eeuw kenden de technici de theorie<br />

hoe je een veld als Schoonebeek<br />

in feite moet produceren, namelijk<br />

met lagedruk stoominjectie<br />

en lange, horizontale putten<br />

die heel nauwkeurig<br />

precies aan de onderkant<br />

van het reservoir geboord<br />

moeten worden. Telkens één stoomleiding<br />

en parallel daaraan, op 150<br />

meter afstand, links en rechts een<br />

productieput.<br />

Daarvoor is echter veel specialistische<br />

kennis nodig: over hoe het reservoir<br />

er precies uitziet, welke stromingspatronen<br />

zich daarin tijdens de productie<br />

voordoen, hoe precies het netwerk<br />

van putten geboord moet worden, en<br />

tot slot, misschien het allerbelangrijkste,<br />

wat het allemaal zou gaan kosten<br />

en wat de olie naar verwachting zou<br />

opbrengen in de hele exploitatiefase.<br />

In die jaren negentig stonden al deze<br />

lichten op vuurrood.<br />

Toen in 1998 een vat Brent-kwaliteit<br />

gemiddeld zo’n $12,50 in de portemonnee<br />

bracht, en Schoonebeekolie,<br />

stroopachtig zwaar, nauwelijks<br />

tien dollar, wist iedereen zakelijk<br />

dat de beslissing om dit veld te sluiten<br />

de enig juiste keuze was. Maar<br />

het maakte toch veel emoties los, het<br />

voelde voor velen, zeker binnen de<br />

NAM, alsof de oerbron van het bedrijf<br />

tot wees werd verklaard.<br />

Complex project<br />

Niet alleen echter uit sentimentele<br />

overwegingen bleven velen over een<br />

retourtje-Schoonebeek dromen. Er<br />

lagen immers iets ten noorden van het<br />

Schoonebeeker Diep nog steeds zo’n


<strong>DE</strong> <strong>BRON</strong><br />

800 miljoen vaten olie in de ruststand<br />

- een hoeveelheid die elke exploratie-<br />

en productietechnoloog prod ctietechnoloog in verhoogde erhoogde<br />

staat van denken brengt.<br />

Al in 2001 werden daarom binnen het<br />

bedrijf de eerste concrete gedachteexercities<br />

gehouden over een terugkeer<br />

naar de bron. En naarmate de<br />

olieprijs opliep - en ook structureel<br />

hoger bleek uit te komen - ging het<br />

vuur van verlangen op het hoofdkantoor<br />

van de NAM in Assen intenser<br />

branden.<br />

In het najaar van 2005 werd Frans<br />

Hondeborg benoemd tot projectleider<br />

en werd het al lopende onderzoek<br />

naar een terugkeer verder uitgewerkt.<br />

Frans was een van de velen<br />

binnen Shell die een deel van zijn carrière<br />

had doorgebracht in Schoonebeek,<br />

gevolgd door banen in Oman,<br />

Schotland en de Verenigde Staten.<br />

Acht jaar geleden kwam hij terug bij<br />

de NAM waar hij uiteindelijk projectleider<br />

Groningen Lange Termijn<br />

werd, het grote ombouwproject van<br />

de productielocaties dat nodig was<br />

geworden door het teruglopen van<br />

de natuurlijke reservoirdruk in het<br />

Groningenveld.<br />

“Een heel complex project”, aldus<br />

Hondeborg over Schoonebeek. “Technisch,<br />

commercieel, bestuurlijk en<br />

ook maatschappelijk.”<br />

Om bij dat laatste te beginnen, weliswaar<br />

is het Schoonebeekgebied geen<br />

werelderfgoed erelderfgoed zoals inmiddels voor oor<br />

de Waddenzee op het programma<br />

staat, en staat het bestemmingsplan<br />

ook nog steeds oliewinning toe,<br />

“maar we weten dat elk grootschalig<br />

project, waar ook uitgevoerd, een<br />

heel uitvoerige regelgeving kent en<br />

het dus van het grootste belang is om<br />

richting omwonenden, al dan niet<br />

georganiseerd, volkomen open en eerlijk<br />

te zijn over wat je van plan bent<br />

te doen”, zegt Hondeborg. “Vandaar<br />

dat we een enorme inspanning leveren<br />

om desnoods tot op het niveau<br />

van individuele burgers informatie<br />

te geven. En als wij zeggen dat we<br />

begrip hebben voor de opmerkingen<br />

van mensen, dan is dat gemeend, veel<br />

NAM medewerkers komen immers<br />

uit dit deel van het land.” Zoals Frans<br />

Hondeborg zelf, geboren in Almelo<br />

en tot werktuigbouwkundige opgeleid<br />

aan de Technische Universiteit<br />

Twente.<br />

Virtual reality<br />

De ‘enorme inspanning’ waar Hondeborg<br />

van spreekt, leidde er al toe<br />

dat vorig jaar, terwijl het groene licht<br />

voor het project nog gegeven moest<br />

worden, de NAM met roadshows<br />

door het betrokken gebied trok en<br />

Olieveld Schoonebeek Drenthe<br />

Gramsbergen<br />

Dalen<br />

Veenoord<br />

Loodiep Schoonebeker diep<br />

Coevorden<br />

Vechte<br />

Waar eens ja-knikkers het landschap<br />

rond Schoonebeek bepaalden, zullen<br />

straks moderne pompen het werk doen.<br />

Op de tekening een impressie van een<br />

van de achttien productielocaties op<br />

het veld met vier hefpompen en twee<br />

stoominjectieputten.<br />

Emmen<br />

Nieuw-<br />

Amsterdam<br />

Erica<br />

Schoonebeek<br />

Coevorden-Picardiekanaal<br />

Emlichheim<br />

Nieuw-<br />

Dordrecht<br />

Weiteveen<br />

Nieuw-<br />

Schoonebeek<br />

Zwartemeer<br />

Klazienaveen<br />

AMSTERDAMSCHE VELD<br />

DUITSLAND<br />

olieveld: winning vanaf 2010<br />

olieveld met onderliggende<br />

waterlaag<br />

0 5 km


Schoonebeek-projectmanager Frans Hondeborg: “Een heel complex project,<br />

technisch, commercieel, bestuurlijk en ook maatschappelijk.”<br />

Impressie van de warmte/krachtinstallatie en de oliescheidingsinstallatie die<br />

worden gebouwd op het voormalige NAM-emplacement.<br />

er ook met geluidsboxen onderweg<br />

was. Niet om de blijde boodschap<br />

er met megavolume mee uit te dragen,<br />

maar de boxen werden opgesteld<br />

op de gedachte productielocaties<br />

en zelfs bij omwonenden in de<br />

woonkamer om hen in real audio te<br />

laten luisteren naar de geluidseffecten<br />

van bijvoorbeeld stoominjectie en<br />

productiepompen.<br />

Ook werd, in samenwerking met<br />

de Rijksuniversiteit Groningen, een<br />

computeranimatie gemaakt van het<br />

hele gebied zodat iedereen, vanaf stahoogte<br />

tot in vogelvlucht, desnoods<br />

per individuele kavel of tuin, in virtual<br />

reality een impressie kan krijgen<br />

van de maximale beeldbeïnvloeding<br />

door elementen als productielocaties,<br />

stoomfabriek, oliebehandelingsinstallatie<br />

en pijpleidingen.<br />

Hondeborg: “Van elk stukje techniek<br />

hebben we ook driedimensionale animaties<br />

beschikbaar, inclusief daarin<br />

‘mensen op maat’, zodat er ook geen<br />

discussies kunnen ontstaan over wat<br />

wij misschien ‘klein’ zouden noemen,<br />

maar door mensen als ‘groot’ kan<br />

worden ervaren.”<br />

En: “Qua milieu is dit gebied van een<br />

heel andere aard dan de Waddenzee,<br />

maar onze inspanningen om onder<br />

het Wad gas te mogen produceren,<br />

zijn wel degelijk meegenomen in de<br />

benadering van de bewoners in en<br />

om Schoonebeek en bij de waterinjectie<br />

in Twente. Goed luisteren naar<br />

wat mensen eigenlijk zeggen achter<br />

hun emotie, en dat ook kunnen vertalen<br />

naar concrete veranderingen in<br />

het ontwerp, is nog de enige manier<br />

om in het dichtbevolkte en sterk gereguleerde<br />

Nederland projecten uit te<br />

kunnen voeren.”<br />

Ook bestuurders kennen inmiddels<br />

deze waarheid. “Overheden spelen<br />

uitdrukkelijk geen advocating role in<br />

dit proces”, constateert projectleider<br />

Hondeborg. “Ze zorgen er wel voor<br />

dat de belangen van alle partijen goed<br />

gehoord worden.” En ‘alle partijen’<br />

kan zeer ruim worden genomen; Hondeborg<br />

schat dat de NAM voor haar<br />

terugkeer naar de bron tussen de 250<br />

en 300 vergunningen nodig heeft.<br />

Zeventig putten boren<br />

Het Schoonebeekveld wordt opengelegd<br />

vanaf achttien locaties met injectie-<br />

en productieputten. In totaal worden<br />

circa zeventig putten geboord die<br />

gemiddeld over een lengte van zo’n<br />

vierhonderd meter horizontaal aan<br />

de uiterste onderkant van de oliehoudende<br />

laag lopen. Het gaat typisch om<br />

een patroon van drie putten, twee


productieputten driehonderd meter<br />

van elkaar en in het midden daarvan<br />

een stoominjectieput. Het extra gezuiverde<br />

water voor de stoomproductie<br />

wordt door het regionale waterbedrijf<br />

en het Waterschap in een aparte<br />

fabriek gemaakt bij de rioolwaterzuivering<br />

van Emmen. De NAM is de<br />

enige afnemer. Hondeborg: “Er vindt<br />

een extra zuiveringsstap plaats om de<br />

vorming van ketelsteen in de stoomketels<br />

te voorkomen. We nemen<br />

water in bij de rioolwaterzuivering<br />

omdat het in Nederland niet alleen<br />

ondoenlijk is om op oppervlaktewater<br />

te lozen, maar tegenwoordig zelfs<br />

om daar water aan te onttrekken.”<br />

Voor de stoomproductie nabij het<br />

olieveld wordt aardgas gebruikt. Een<br />

klein deel van dat gas ontstaat bij<br />

de olieproductie, maar het merendeel<br />

komt binnen via het openbare<br />

gasnet. Om het energetisch rendement<br />

van het project zo hoog mogelijk<br />

te maken, wordt de stoom in<br />

een warmte/krachtcentrale gemaakt<br />

waarbij dus ook elektriciteit wordt<br />

opgewekt. De centrale heeft een<br />

capaciteit van ongeveer 150 megawatt,<br />

groot genoeg om een stad als<br />

Groningen van elektriciteit te voorzien.<br />

De NAM gebruikt een deel van<br />

de stroom voor de eigen operaties,<br />

± 800 m diep<br />

7 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

Boorgruis<br />

Afdichtende kleisteenlaag<br />

Olie/water<br />

mengsel<br />

Nieuwe techniek, hogere olieprijzen<br />

Het olieveld van Schoonebeek is<br />

in 1943 ontdekt door werknemers<br />

van de Bataafsche Petroleum Maatschappij<br />

die, in Nederland op verlof,<br />

door de oorlog niet terugkonden<br />

naar wat toen nog Nederlandsch-<br />

Indië heette. Toen aan de Duitse<br />

kant van de grens olie werd gevonden,<br />

gaf de bezetter opdracht om<br />

ook aan de Nederlandse kant te<br />

zoeken.<br />

Het Schoonebeekveld was - en is<br />

nog steeds - het grootste onshore<br />

olieveld van Noordwest-Europa met<br />

aanvankelijk in het reservoir ruim<br />

een miljard vaten ruwe olie.<br />

Tussen 1943 en 1996 zijn ongeveer<br />

250 miljoen vaten daarvan geproduceerd.<br />

Dat gebeurde met rond 600<br />

putten en 300 jaknikkers.<br />

De olie werd met treinen naar de<br />

raffi naderijen van Shell en Esso in<br />

Rijnmondgebied gebracht. In september<br />

1996 reed de laatste trein. In<br />

die halve eeuw vertrokken 750.000<br />

tankwagons van Schoonebeek -<br />

nooit een personentrein.<br />

Schoonebeek levert zware olie, het<br />

stroomt van nature ongeveer als<br />

pannekoekenstroop. Daarom ook<br />

waren spoedig jaknikkers nodig, in<br />

feite een soort elektro-zuigpomp. Al<br />

in 1957 bereikte de productie haar<br />

piek. In 1972 werd hogedruk stoominjectie<br />

toegepast in dat deel van<br />

het veld waarin onder de olie water<br />

aanwezig is.<br />

Holle pijp voor wateraanvoer<br />

Spoelwater<br />

Hete stoom<br />

200 0 C<br />

Motor aangedreven<br />

door spoelwater<br />

Olie/water<br />

mengsel<br />

In 1987 werd een groot deel van het<br />

veld ingesloten - en op 28 december<br />

1996 hield de laatste productieput<br />

op ja te knikken. Waarna de<br />

NAM vijf jaar besteedde aan het<br />

opruimen van locaties, installaties<br />

en leidingen.<br />

Wel werd de belofte gedaan dat<br />

men terug zou komen als de combinatie<br />

van technologie en economie<br />

(lees: olieprijzen) dat mogelijk<br />

zou maken.<br />

In 2001, de NAM was nauwelijks<br />

klaar met het opruimen, werd het<br />

eerste denkwerk gedaan voor die<br />

terugkeer. De aandacht richtte zich<br />

op het deel van het veld waarin niet<br />

water maar gas voor de reservoirdruk<br />

zorgt.<br />

In 2008 wordt het detailontwerp<br />

gemaakt van het hele project, wordt<br />

(verder) overlegd met de bewoners<br />

in het gebied en moeten de<br />

(ruim 250) vergunningen worden<br />

binnengehaald.<br />

In begin 2009 volgen dan de eerste<br />

grotere activiteiten in het veld en<br />

starten de boringen. Midden 2010<br />

stroomt de eerste olie en komt de<br />

stoominjectie op gang.<br />

Boorbeitel<br />

Oliehoudend<br />

gesteente<br />

De standaardproductiemethode in<br />

Schoonebeek: twee horizontale productieputten<br />

lopen op 300 meter uit elkaar<br />

over de bodem van het oliereservoir<br />

terwijl in het midden de injectieput<br />

stoom aanvoert waarmee het gesteente<br />

tot zo’n 200 graden wordt verhit.<br />

Illustraties: Frans le Roux


Aan de Duitse kant van het Schoonebeker<br />

Diep is de olieproductie steeds<br />

doorgegaan met stoominjectie en<br />

jaknikkers.<br />

de rest gaat naar het openbare net.<br />

De stoomfabriek wordt gebouwd op<br />

het voormalige NAM-emplacement in<br />

Schoonebeek, destijds opslagplaats<br />

voor materialen en het vertrekpunt<br />

van de olietrein.<br />

Op dezelfde locatie komt ook de oliebehandelingsinstallatie,<br />

waar gas,<br />

condensaat en water worden gescheiden<br />

van de olie. Het reservoirwater<br />

wordt via bestaande leidingen afgevoerd<br />

naar lege gasvelden van de<br />

NAM, drie kilometer diep bij Tubbergen<br />

en Rossum in Twente. Waarom<br />

gaat het water niet retour naar de<br />

Emmense rioolwaterzuivering? Hondeborg:<br />

“Omdat injecteren in een<br />

leeg gasveld het meest milieuvriendelijke<br />

alternatief is; waterzuivering<br />

vergt energie en er blijven restmineralen<br />

achter die dan eventueel gestort<br />

moeten worden.”<br />

Medio 2010: eerste olie<br />

De complexiteit van het Schoonbeekproject<br />

kan ook met cijfers worden<br />

weergegeven: per dag wordt straks<br />

8 - JANUARI / FEBRUARI 2008 - SHELL VENSTER<br />

zes- tot tien miljoen liter water omgezet<br />

in zes- tot tienduizend ton stoom<br />

van rond 300 graden waarmee uiteindelijk<br />

maximaal zo’n twintigduizend<br />

vaten ruwe olie worden<br />

geproduceerd.<br />

De olie wordt per pijpleiding afgevoerd<br />

naar een 75 kilometer oostwaarts<br />

gelegen BP-raffi naderij bij<br />

de Duitse stad Lingen. Deze draait<br />

deels op Noordzee-olie en deels op<br />

Duitse ruwe olie uit het Emslandgebied.<br />

De laatste lijkt wat samenstelling<br />

betreft sterk op het product uit<br />

Zuid-Drenthe.<br />

Lingen is gekozen om de totale productiekosten<br />

voor Schoonebeek zo<br />

laag mogelijk te houden. De actuele<br />

olieprijs (voor Brent-kwaliteit nu zo<br />

rond de $90 per vat) maakt Schoonebeek<br />

weliswaar tot een aantrekkelijke<br />

investering, maar prijsgaranties<br />

worden nu eenmaal niet gegeven op<br />

de internationale oliemarkten en bij<br />

maximaal 20.000 vaten opbrengst per<br />

dag is en blijft tertiaire winning een<br />

relatief kostbare productiemethode.<br />

Het plan is om 2008 te gebruiken<br />

voor het binnenhalen van alle vergunningen,<br />

het schrijven van de gedetailleerde<br />

bouwplannen en nader<br />

overleg met de lokale bevolking<br />

over de ‘aankleding’ van de diverse<br />

productieplaatsen.<br />

Volgens projectleider Frans Hondeborg<br />

zullen in 2009 dan de eerste<br />

bouwwerkzaamheden in het veld<br />

zichtbaar worden, inclusief de eerste<br />

boringen. “En als alles volgens<br />

plan gaat kunnen we medio 2010<br />

beginnen met de eerste olieproductie.<br />

Eerst zonder stoominjectie om de<br />

gasdruk in het veld wat te verlagen,<br />

maar daarna met steeds meer stoom.<br />

Na zo’n twee jaar is het reservoirgesteente<br />

dan zo warm geworden dat de<br />

olie maximaal stroomt en het productieplateau<br />

van 20.000 vaten per dag<br />

gehaald wordt. En dan kan Nederland<br />

een verdubbeling van de bewezen en<br />

winbare oliereserves in de boeken<br />

schrijven.” ■<br />

In Schoonebeek heeft bakker Kolkman<br />

besloten niet op het moment van de<br />

‘eerste nieuwe olie’ te wachten, hij<br />

verkoopt sinds de bekendmaking dat<br />

de NAM terugkeert naar de bron<br />

‘jaknikker gebakjes’.


9 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

Reservoir engineer Willem Schulte zoekt naar meer olie uit oude velden<br />

MEER OLIE UIT OU<strong>DE</strong><br />

VEL<strong>DE</strong>N; <strong>DE</strong> MISSIE<br />

VAN EEN CHIEF<br />

SCIENTIST<br />

Willem Schulte is recentelijk<br />

benoemd tot Shell’s Chief<br />

Scientist reservoir engineering,<br />

het vakgebied dat zich bezighoudt met<br />

het maximaliseren van de hoeveelheid<br />

olie die uit een reservoir geproduceerd<br />

kan worden. Hij ziet het als zijn missie<br />

om met nieuwe technologie 15 tot<br />

20 procentpunten meer olie te winnen<br />

dan het huidige wereldwijde gemiddelde<br />

van 35 procent. Waarmee de wereld<br />

zo’n duizend miljard winbare vaten<br />

conventionele olie meer gaat bezitten.


Zeven<br />

‘vlaggendragers’<br />

Willem Schulte is eind vorig jaar<br />

bij Shell benoemd tot Chief Scientist,<br />

een functie met vier hoofddoelen:<br />

‘ambassadeur’ voor Shell naar<br />

de (wetenschappelijke en professionele)<br />

buitenwereld; senior consultant<br />

voor belangrijke projecten;<br />

mentor van de mensen die binnen<br />

Shell werken aan wat aangewezen<br />

is als een ‘sleuteltechnologie’; adviseur<br />

(als lid van het team van Chief<br />

Scientists) richting Executive Committee<br />

over de algemene technologiestrategie<br />

van het bedrijf.<br />

Chief Scientists (geleid door Jan van<br />

der Eijk, Chief Technology<br />

Offi cer) bestaan bij Shell sinds 2005.<br />

Er zijn inmiddels zeven Chief Scientists.<br />

Een belangrijke rol van hen is<br />

ook om te dienen als ‘vlaggendrager’,<br />

om intern en extern te laten<br />

zien dat Shell een groot gewicht<br />

toekent aan wetenschap, technologie<br />

en innovatie.<br />

Toen Willem Schulte (56)<br />

in 1979 bij Shell in dienst<br />

trad, wist hij van olie weinig<br />

meer dan dat het handig<br />

is in een auto. Olie- en<br />

gasreservoirs waren voor hem letterlijk<br />

zwarte gaten in zijn kennis. Aan<br />

de Technische Universiteit Eindhoven<br />

was de Hilversummer afgestudeerd<br />

in de toegepaste natuurkunde<br />

en gepromoveerd in de bundeldynamica<br />

van cyclotrons, dat zijn deeltjesversnellers<br />

voor onder andere materiaalonderzoek<br />

en kankerbehandeling.<br />

Toch nam Shell hem voor haar<br />

research- en technologiecentrum<br />

voor exploratie en productie (EP) in<br />

Rijswijk aan als reservoir engineer<br />

met een specialisatie richting enhanced<br />

oil recovery (EOR), de technologie<br />

om meer olie uit reservoirs te winnen<br />

dan er via natuurlijke druk en de<br />

injectie van water of gas naar boven<br />

komt.<br />

Het was 1979, het jaar waarin Perzië<br />

onder nieuw management kwam,<br />

zich Iran noemde en kort daarop in<br />

oorlog raakte met Irak. De olieprijzen<br />

schoten omhoog, de aanvoer<br />

bleek kwetsbaar, en in reactie daarop<br />

liet Shell haar Rijswijkse EP-centrum<br />

fl ink groeien. “Net als nu had technologie<br />

een belangrijke plaats bij<br />

Shell, en net als toen werven we ook<br />

nu weer veel algemene wetenschappers.<br />

Ik schat dat zo’n 70 procent<br />

van onze instroom momenteel mensen<br />

betreft zonder oliegerelateerde<br />

studieachtergrond.”<br />

“We waren een jonge-honden-club”,<br />

herinnert Willem Schulte zich zijn<br />

verre tijd. “Het vak leerden we van<br />

oudere collega’s en van veel studieboeken<br />

lezen. Ik koos voor deze richting<br />

om als wetenschapper bezig te<br />

kunnen zijn, ik hoefde niet ‘operationeel<br />

handvaardig’ te zijn. Mijn drijfveer<br />

om voor Shell te kiezen was<br />

vooral de overweging dat petroleum<br />

engineering erg interessant is en dat<br />

er veel natuurkunde bij komt kijken.<br />

Verder was het aantrekkelijk dat je bij<br />

Shell internationaal werkt en dat het<br />

bedrijf carrièremogelijkheden biedt.<br />

Het vak zelf is niet zo ingewikkeld als<br />

kwantummechanica, maar wel complex<br />

door de vele aspecten die gelijktijdig<br />

een rol spelen en elkaar ook<br />

direct beïnvloeden.”<br />

Economische grenzen<br />

Een petroleum engineer breekt zich<br />

het hoofd over wat zich vaak kilometers<br />

diep afspeelt in olie- en gasreservoirs.<br />

“Mijn werk is het schatten, en<br />

proberen te verhogen, van de win-<br />

bare hoeveelheid olie uit een reservoir.<br />

Ik hou me ook wel bezig met<br />

specifi eke gasvelden, waarin gas als<br />

het ware opgesloten zit in nauwelijks<br />

doorlaatbaar reservoirgesteente,<br />

maar veruit de meeste aandacht gaat<br />

uit naar olie omdat die in doorsnee<br />

een veel lager winningspercentage<br />

kent dan gas.”<br />

De kern van het werk is het begrijpen<br />

van de stromingsdynamica in een<br />

producerend reservoir. Waar bevindt<br />

zich de olie en waar het water? Hoe zal<br />

dat richting productieput stromen, en<br />

kun je voorkomen dat het water door<br />

de olie heenbreekt waarna hoofdzakelijk<br />

water uit de putten omhoog<br />

komt? Waar kunnen het best de putten<br />

worden geboord om een maximale<br />

opbrengst te krijgen? En hoe kan<br />

de productie worden gestimuleerd<br />

met de inzet van secundaire en tertiaire<br />

winningstechnieken, zoals de<br />

injectie van water, stoom of diverse<br />

gassen en oplosmiddelen?<br />

Schulte: “Het is een breed terrein<br />

waarop je nauw samenwerkt met bijvoorbeeld<br />

geologen en productietechnologen.<br />

Iedereen draagt bij om<br />

een zo nauwkeurig mogelijk beeld te<br />

krijgen van wat zich afspeelt in een<br />

reservoir en hoe dat kan worden beïnvloed.<br />

Daarbij moet altijd de afwe-


Terwijl Ron Bouwmeester testen uitvoert<br />

met met chemicaliën verzwaard<br />

water, toont Willem Schulte testbuisjes<br />

waarmee het fasegedrag van capillairactieve<br />

stoffen wordt onderzocht op<br />

verschillende oliesoorten. Onderin de<br />

surfactants, bovenin de ruwe olie.<br />

ging worden gemaakt onder welke<br />

omstandigheden de extra kosten de<br />

extra opbrengsten gaan overtreffen<br />

en een complexe winningstechniek<br />

dus niet zinvol is.”<br />

Het betekent aannames maken met<br />

vergaande economische consequenties.<br />

De olieprijs is immers allesbehalve<br />

een statisch gegeven. In zijn<br />

carrière maakte Schulte zowel olieprijzen<br />

van tien als van honderd dollar<br />

per vat mee.<br />

Hoeken en gaatjes<br />

De hoogte van de olieprijs, beter<br />

gezegd de verwachting van de gemiddelde<br />

olieprijs in de komende vijf<br />

tot tien jaar, bepaalt hoeveel geld<br />

oliemaatschappijen willen investeren<br />

in secundaire en tertiaire<br />

winningstechnieken.<br />

Ook de omvang van de bewezen oliereserves<br />

en de vraag naar olie spelen<br />

een rol, maar deze parameters vinden,<br />

tegenwoordig samen met een<br />

fl ink stuk fi nanciële speculatie van<br />

beleggers, hun directe weerslag in de<br />

olieprijs.<br />

Willem Schulte: “Toen ik destijds bij<br />

Shell begon zal de wereldwijde recovery<br />

factor [het percentage van de<br />

totaal in het reservoir aanwezige olie<br />

dat uiteindelijk wordt geproduceerd]<br />

op misschien iets van 25 procent hebben<br />

gelegen. Inmiddels is dat 35 procent<br />

geworden, tien procentpunten<br />

erbij in dertig jaar.”<br />

De verschillen per veld zijn enorm.<br />

Zo zal het door Shell geopereerde<br />

Noorse Draugenveld naar verwachting<br />

meer dan 70 procent recovery<br />

factor kennen door een combinatie<br />

van lichte olie, een excellente reservoirvorming<br />

en een hoge doorlaatbaarheid<br />

[vakterm: permeabiliteit]<br />

van het reservoirgesteente.<br />

Schulte: “Maar er zijn ook enorm veel<br />

velden met zware olie, een slechte<br />

permeabiliteit en een reservoir dat<br />

door grillige breuklijnen tal van hoeken<br />

en gaatjes kent waarin zich olie<br />

bevindt die niet in de hoofdstroom<br />

richting productieput terechtkomt. In<br />

zo’n veld kan het winningspercentage<br />

blijven steken op 10-20. En in de zeer<br />

diepe delen van de Golf van Mexico<br />

kan het gebeuren dat het boren van<br />

putten zó duur is dat alleen de winning<br />

van de eerste 20-25 procent bij<br />

het huidige technologische kunnen<br />

economisch de moeite waard is.”<br />

Jeukende handen<br />

Zou er een catechismus bestaan voor<br />

reservoir engineers, dan zou de eerste<br />

vraag, naar het ‘waartoe’ van deze<br />

groep deskundigen, beantwoord worden<br />

met “teneinde het uiteindelijke<br />

winningspercentage van olie zo hoog<br />

mogelijk te maken.”<br />

Wie Willem Schulte vraagt hoe hoog,<br />

krijgt als antwoord “Ik denk dat er<br />

alleen al met secundaire winningstechnieken<br />

nog wel 10 procentpunten<br />

zijn toe te voegen aan die 35 procent<br />

van nu. Dan hebben we het over<br />

betere seismische technieken, betere<br />

reservoirmodellering, lagere kosten<br />

van boren en het slimmer bouwen<br />

van bovengrondse installaties en<br />

beter begrip van de ondergrondse<br />

stromingen. Met de inzet van nieuwe<br />

tertiaire technieken, dus enhanced<br />

oil recovery, zou nog eens 5-10 procentpunten<br />

extra te bereiken zijn.”<br />

Geen kleinigheid, want een 10 procentpunten<br />

hogere recovery factor<br />

laat de bewezen winbare oliereserves<br />

wereldwijd toenemen met ruim 500<br />

miljard vaten.<br />

“Als de wereld het nodig heeft, zal de<br />

wereld er de prijs voor willen betalen,<br />

en zal Shell de oplossingen bedenken<br />

en aanbieden”, zegt Schulte, “maar<br />

een sprong naar een winningspercentage<br />

van 50 zal zeker 20 tot 30 jaar<br />

vergen.”<br />

En ligt daar dan het eind? Willem<br />

Schulte: “Zelfs al zie je kans om 50<br />

procent van een veld te produceren,<br />

dan jeuken je handen als reservoir<br />

engineer omdat je je realiseert dat<br />

er dan nog steeds 50 procent achter<br />

blijft.”<br />

Reservoirdruk behouden<br />

De standaardmethode van oliewinning<br />

is altijd geweest om een verticale<br />

put door een olieveld te boren<br />

waarna de natuurlijke druk in een<br />

reservoir de olie naar de productieput<br />

en vervolgens naar het aardoppervlak<br />

duwt.<br />

Deze natuurlijke druk loopt vrij snel<br />

terug waardoor de olieproductie met<br />

primaire winningstechnieken spoedig<br />

op een plateau zit en daarna relatief<br />

snel gaat dalen. Verlenging van<br />

deze productiemethode is mogelijk<br />

door het boren van veel putten (echter<br />

erg duur) en/of met de inzet van<br />

pompen; de meest klassieke zuigpomp<br />

is de ‘ja-knikker’. Maar in alle<br />

“Een sprong naar een<br />

winningspercentage van<br />

50 zal zeker 20 tot 30<br />

jaar vergen”<br />

11 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

gevallen levert primaire winning een<br />

relatief lage recovery factor op.<br />

Met secundaire winningstechnieken<br />

kan de winningsfactor omhoog worden<br />

gebracht. De druk in het reservoir<br />

wordt dan behouden door er<br />

water of gas in te persen. In de meeste<br />

gevallen komen water en gas uit het<br />

reservoir zelf, ze worden bovengronds<br />

afgescheiden van de olie uit<br />

de totale vloeistofstroom en teruggevoerd<br />

via speciale injectieputten en<br />

perspompen.<br />

Volgens Willem Schulte wordt<br />

momenteel ongeveer de helft van de<br />

wereldolieproductie van in totaal 86<br />

miljoen vaten per dag met secundaire<br />

technieken naar boven gebracht.<br />

Beste gas: CO 2<br />

Veel kleiner van omvang schat<br />

Schulte, die ook voorzitter is van het<br />

Steering Committee van het Improved<br />

Oil Recovery Symposium van de<br />

European Association of Geoscientists<br />

and Engineers, de bijdrage van<br />

EOR, namelijk drie miljoen vaten per<br />

dag.<br />

“Ik denk dat 40 procent van die drie<br />

miljoen vaten wordt geproduceerd<br />

met stoom, 50 procent met gassen<br />

en ongeveer 10 procent met chemicaliën”,<br />

preciseert hij. “In onze kringen<br />

en die van het IEA (International<br />

Energy Agency] wordt verwacht dat<br />

EOR in 2030 verantwoordelijk is voor<br />

zo’n 20 procent van de totale olieproductie.<br />

Als je dan de scenario’s van<br />

het IEA neemt, zou EOR tegen die tijd<br />

goed zijn voor minstens 20 miljoen<br />

vaten olieproductie per dag.”<br />

Bij stoominjectie (vaktaal ‘thermische<br />

EOR’) wordt middendruk stoom,<br />

gemaakt van zeer zuiver water, in het<br />

reservoir geïnjecteerd. De stoom verwarmt<br />

zowel het gesteente als de olie.<br />

De olie krijgt een lagere viscositeit en<br />

migreert makkelijker door de poriën<br />

van het reservoirgesteente.<br />

Bij gasinjectie wordt bij voorkeur<br />

een mengsel gebruikt van methaan<br />

[aardgas], ethaan en wat propaan,<br />

met soms als toevoeging nog wat<br />

lichte oliesoorten. In deze compositie<br />

begint de olie op te lossen zodat olie<br />

en gasmengsel samen in één nieuwe<br />

fase komen te verkeren die makkelijker<br />

door het reservoirgesteente reist.<br />

Soms wordt ook stikstof of gewoon<br />

lucht (lucht bestaat voor bijna 80 procent<br />

uit stikstof) gebruikt, Het meest<br />

effectieve gas is zuivere CO 2. Willem<br />

Schulte: “Shell is al dertig jaar geleden<br />

in West-Texas begonnen met<br />

‘CO 2 fl ooding’ in olievelden. De CO 2<br />

is afkomstig van nabijgelegen natuurlijke<br />

bronnen. We weten dus dat het<br />

Ervaring met<br />

CO 2, stoom en<br />

gasinjectie<br />

Al sinds de jaren zeventig produceert<br />

Shell in het westen van Texas<br />

zware olie met behulp van CO 2-injectie.<br />

Het koolzuurgas wordt gehaald uit<br />

een ondergronds reservoir honderden<br />

kilometers weg.<br />

Momenteel wordt gestudeerd op<br />

mogelijkheden om zuivere CO 2 in<br />

EOR-projecten te gebruiken - de<br />

CO 2 is dan afkomstig uit de procesindustrie<br />

en/of elektriciteitsproductie.<br />

Probleem is dat de CO 2 verdund<br />

in afgassen zit; het concentreren<br />

ervan tot een hoge graad van zuiverheid<br />

is energie-intensief, dus kostbaar.<br />

Tevens moeten de veldfaciliteiten<br />

vaak extra tegen corrosie<br />

beschermd worden wat leidt tot dure<br />

veranderingen.<br />

Als het op deze manier permanent<br />

opbergen van CO 2 beloond wordt met<br />

bijvoorbeeld de verstrekking van verhandelbare<br />

emissiecertifi caten, iets<br />

waar Shell de overheden telkens om<br />

vraagt, dan is deze methode van CCS<br />

(Carbon Capture and Storage) economisch<br />

de meest interessante, immers,<br />

er is ook de opbrengst van extra<br />

olieproductie.<br />

Stoominjectie is een nog ouder procédé,<br />

al sinds de jaren zestig toegepast<br />

in velden met zware olie in het<br />

zuiden van Californië. Tot de dag van<br />

vandaag zijn daarmee uit het veldencomplex<br />

van Belridge zo meer<br />

dan een miljard vaten ruwe olie<br />

geproduceerd.<br />

In het Drentse Schoonebeek werd in<br />

1972 begonnen met stoominjectie dat<br />

werd volgehouden tot de sluiting van<br />

het veld in 1996. De heropening van<br />

het Schoonebeek veld (zie deze Shell<br />

Venster, pag. 4) is alleen mogelijk door<br />

nieuwe stoomtechnieken en de capaciteit<br />

om nauwkeurig lange horizontale<br />

putten door het veld te boren voor<br />

stoomaanvoer en olie-afvoer.<br />

In de Canadese provincie Alberta wint<br />

Shell in situ olie uit dieper gelegen<br />

oliezanden met stoominjectie. Aan de<br />

oppervlakte gelegen oliezanden worden<br />

geproduceerd via afgraving.<br />

Het meest uitgebreide pakket enhanced<br />

oil recovery technieken gebruikt<br />

Shell in Oman als operator van de<br />

productie joint venture PDO. Bij Qarn<br />

Alam wordt olie geproduceerd met<br />

stoominjectie. In het Harweelgebied<br />

wordt gasinjectie toegepast en<br />

bij Marmul start men binnenkort met<br />

de injectie van met chemicaliën verzwaard<br />

water in de verwachting dat<br />

hierdoor de productie met zo’n tien<br />

procent gaat stijgen. Marmul produceert<br />

een dikke, taaie ruwe olie.<br />

Nog maar zo’n 15 procent van de aanwezige<br />

olie is tot nu toe geproduceerd.<br />

Naar verwachting wordt de<br />

levensduur van het veld met minstens<br />

20 jaar verlengd.


goed werkt. Als reservoir engineer<br />

zou ik heel graag op grote schaal CO 2fl<br />

ooding toepassen, maar de economie<br />

ervan is een probleem - zuivere<br />

CO 2 is maar zeer beperkt aanwezig in<br />

de buurt van olievelden die voor deze<br />

behandeling in aanmerking komen.<br />

Ook CO 2 uit verbrandingsgassen zou<br />

gebruikt kunnen worden, maar het<br />

is heel duur om dat te verzamelen en<br />

naar een olieveld te brengen.”<br />

En: “Het wereldwijde CO 2-probleem<br />

wordt dan ook niet opgelost door<br />

EOR. Het kan interessant zijn, maar<br />

de bulk van de CO 2 zal op een andere<br />

manier moeten worden weggezet,<br />

vooral in ondergrondse aquifers.”<br />

[zout water bevattende reservoirs.]<br />

Een derde methode van EOR is het<br />

gebruik van chemicaliën, in alle<br />

gevallen bedoeld om de oppervlaktespanning<br />

van de olie te reduceren<br />

zodat het makkelijker met water door<br />

de kleine openingen in het gesteente<br />

stroomt. Soppen, zepen en andere<br />

middelen (zoals ‘dik water’, gemaakt<br />

door toevoeging van polymeren aan<br />

water) moeten hier het stimulerende<br />

werk richting oliedruppeltjes doen.<br />

Veldproeven gaan doen<br />

Als Chief Scientist heeft Willem<br />

Schulte mede tot opdracht om de top<br />

van het bedrijf te adviseren over de<br />

richting en intensiteit van de technologie-ontwikkeling,<br />

in zijn geval<br />

dan reservoir engineering in het algemeen<br />

en enhanced oil recovery in het<br />

bijzonder.<br />

Zoals over de volle breedte van de<br />

energiesector het geval is, is de urgentie<br />

van het bedenken en implementeren<br />

van nieuwe technologie hoog,<br />

maar is het benodigde tijdpad relatief<br />

lang door de complexiteit van de<br />

gezochte oplossingen.<br />

Schulte: “Als je naar EOR kijkt, ligt<br />

er tussen het bedenken van een concreet<br />

project en het moment waarop<br />

de eerste extra olie naar boven komt,<br />

zo tien jaar. Dat proberen we natuurlijk<br />

te versnellen maar dat zal niet<br />

makkelijk zijn.”<br />

“Wat de beste manier zou zijn om toch<br />

te versnellen? Door de diverse technieken<br />

op een aantal velden gewoon<br />

te gaan doen. Wij kunnen vanuit de<br />

research- en technologie-omgeving<br />

veel bedenken en berekenen, maar<br />

de ingewikkeldheid van de combinatie<br />

van alle aspecten pak je het best<br />

aan door veldproeven te gaan doen.<br />

Wat ons tegenhoudt? De complexheid<br />

maar ook vaak de economie.<br />

Onze opdracht is om technologie te<br />

ontwikkelen die tegen lagere kosten<br />

grotere opbrengsten mogelijk maakt,<br />

maar de kosten zijn nog vaak erg hoog<br />

en de investeringen daarom niet altijd<br />

te rechtvaardigen. De recente hogere<br />

olieprijzen helpen mee om sneller tot<br />

een positieve beslissing te komen,<br />

12 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

maar ze hebben helaas ook een ander<br />

effect, de kosten van alle EOR-projecten<br />

gaan net zo hard omhoog als die<br />

in de hele energiesector. Het voorbeeld<br />

van het opnieuw in gebruik<br />

nemen van het olieveld van Schoonebeek,<br />

waar met de inzet van stoom<br />

olie gewonnen gaat worden, laat zien<br />

dat we er echter in slagen gestaag<br />

vooruitgang te boeken.”<br />

Schulte: “Als Chief Scientist ben ik<br />

ook de ‘vlaggendrager’ van een technologierichting<br />

die de potentie in zich<br />

heeft van grote doorbraken. In het<br />

geval van enhanced oil recovery is dat<br />

Winningstechniek olievelden<br />

het oprekken van de winbare hoeveelheid<br />

olie uit bestaanded reservoirs. Ik<br />

zie mijn werk dan ook min of meer<br />

als een missie; bij al ons zoeken naar<br />

duurzame energiebronnen die op termijn<br />

de wereld draaiende moeten houden,<br />

hebben we in de overgangsfase<br />

nog lang fossiele brandstoffen nodig,<br />

voorlopig zelfs nog telkens meer olie<br />

en gas. Komen die extra olie en gas<br />

er niet, of in onvoldoende hoeveelheden,<br />

dan zal dat grote economische<br />

en sociale gevolgen hebben. Mijn missie<br />

is om dat met nieuwe winningstechnieken<br />

te voorkomen.” ■<br />

Primair Maakt gebruik van de natuurlijke druk in het reservoir (stuwing door het van<br />

nature aanwezige reservoirwater en/of gas/condensaat uit het olieveld)<br />

Secundair Injectie van gas afkomstig uit olieveld, of water, afkomstig uit olieveld of van<br />

een nabij diepgelegen aquifer<br />

Tertiair (Enhanced Oil Recovery) Injecteren van andersoortige stoffen, drie hoofdtechnieken:<br />

Een productieput op het Natih reservoir<br />

in het grote Fahud-olieveld in de<br />

woestijn van Oman met pal daarachter<br />

een stoominjectieput. Met deze vorm<br />

van tertiaire winningstechniek moet het<br />

olieveld een tien procentpunten hogere<br />

recovery rate krijgen.<br />

1. Stoom Verlaagt de viscositeit van olie, die daardoor makkelijker<br />

richting productieput stroomt. Wordt met name gebruikt bij<br />

zware oliesoorten die die vastkleven vastkleven aan reservoirgesteente<br />

reservoirgesteente<br />

2. 2 Gassen Mengsel Mengsel van van gassen waarin olie als het ware overgaat<br />

in<br />

een nieuwe, haast gasvormige fase en daardoor een<br />

lagere<br />

viscositeit krijgt, dus beter migreert door de<br />

reservoirporiën.<br />

Veelgebruikt<br />

zijn aardgas- en condensaatmengsels;<br />

In<br />

opkomst zijn stikstof / lucht / zuivere CO 2<br />

3. Chemicaliën Oplosmiddelen (zoals zeep / schuimen), capillair actieve<br />

stoffen, stoffen, polymeren (‘dik water’) - allemaal bedoeld om olie<br />

los te weken van het reservoirgesteente<br />

Exoten (slechts Ondergrondse verbranding, microben, geluidsgolven<br />

studiemateriaal)


De winst van Shell bedroeg<br />

vorig jaar 31,3 miljard<br />

dollar en Chief Executive<br />

Jeroen van der Veer<br />

noemde dat een “per<br />

saldo tevredenstellend resultaat”. ‘Per<br />

saldo’, want het beeld was enigszins<br />

gemengd: de productie van olie en gas<br />

liep wederom terug, terwijl er gelijktijdig<br />

door exploratieboringen wel<br />

weer minstens een miljard vaten olieequivalent<br />

aan gas en olie aan de totale<br />

voorraad (resource base) kon worden<br />

toegevoegd.<br />

Aan de upstreamkant werden elf ‘aanzienlijke’<br />

ontdekkingen gedaan, wat<br />

een succesratio betekende van 40<br />

procent. Ook werd ongeveer 43.000<br />

km 2 - bij elkaar een gebied ter groottte<br />

van Denemarken - nieuwe acreage<br />

(gebied waarin exploratieactiviteiten<br />

naar olie en gas mogen plaatsvinden)<br />

verworven.<br />

De productiedaling had een aantal oorzaken:<br />

zoals door sociale onrust ingesloten<br />

productiecapaciteit in Nigeria,<br />

warm weer in Europa en in sommige<br />

productiedelingscontracten dalende<br />

rechten op olie en gas door sterk<br />

gestegen marktprijzen. Ook verkocht<br />

Shell op sommige plaatsen (zoals de<br />

Britse Noordzee) kleinere velden die<br />

in het eind van hun levensfase zijn<br />

aanbeland.<br />

Volgens Chief Financial Offi cer Peter<br />

Voser is het strategisch doel dan<br />

ook in feite onveranderd: vanaf 2010<br />

een gestage productiegroei met zo’n<br />

twee tot drie procent per jaar. Maar<br />

in 2008 waarschijnlijk nog een verdere<br />

daling, zeker als de onshore-productie<br />

in Nigeria blijft lijden onder<br />

onrust en achterblijvende investeringen<br />

door de grootste partner in de<br />

productie joint venture, de nationale<br />

oliemaatschappij.<br />

13 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

‘PER SALDO<br />

TEVRE<strong>DE</strong>NSTELLEND’<br />

Het werd in de media omschreven als ‘de<br />

grootste winst ooit behaald door een<br />

Europese onderneming’, maar Shell gaf de<br />

recordwinst over 2007 ook direct weer<br />

uit als toekomstinvestering.<br />

Voorraadwinsten<br />

Het vierde kwartaal gaf het jaar 2007<br />

een extra dimensie door de relatief<br />

grote voorraadwinsten die werden<br />

geboekt op olie- en chemieproducten,<br />

veroorzaakt door fl inke prijsstijgingen<br />

in de markt. De winststijging bedroeg<br />

daardoor in het vierde kwartaal zelfs<br />

60 procent.<br />

Worden de voorraadwinsten buiten<br />

beschouwing gelaten dan steeg de<br />

winst in het vierde kwartaal met 11<br />

procent en die over heel 2007 met 9<br />

procent. Alles in dollars uitgedrukt; in<br />

euro is de plus 9 veranderd in min 3.<br />

Grote inkomsten dus (een kasstroom<br />

van ruim $34 miljard) maar ook grote<br />

uitgaven. Zoals voor dividend en het<br />

inkopen van eigen aandelen, waardoor<br />

over heel 2007 $13,4 miljard richting<br />

aandeelhouders ging.<br />

Groot geld ging vooral naar investe-<br />

• TEKST PIET <strong>DE</strong> WIT • FOTO ERNST BO<strong>DE</strong> •<br />

ringen en exploratiekosten waarmee<br />

Shell bouwt aan haar toekomst.<br />

In die toekomst moet de resource base<br />

telkens worden aangevuld (door exploratieresultaten)<br />

en moeten olie en gas<br />

uit de resource base worden omgezet<br />

in nieuwe projecten die vervolgens<br />

nieuwe productie opleveren.<br />

Vorig jaar bedroegen de netto-investeringen<br />

(investeringen en exploratiekosten,<br />

inclusief $7,1 mld uitgaven om<br />

het volledig eigendom te verkrijgen<br />

van Shell Canada, minus de opbrengst<br />

van desinvesteringen ($9,9 miljard) en<br />

een meerderheidsbelang in Sakhalin)<br />

bij elkaar $23,8 miljard. Naar verwachting<br />

zullen de netto-investeringen in<br />

2008 $24-25 miljard bedragen.<br />

Sterke technologiepositie<br />

De mensen om deze grote investeringsstroom<br />

te managen zijn inmid-<br />

dels in huis. Jeroen van der Veer vertelde<br />

op een persconferentie dat in<br />

2007 nog eens 4.500 nieuwe professionals<br />

zijn geworven, ongeveer driekwart<br />

van hen waren ‘experienced<br />

hires’, mensen die eerst elders carrière<br />

maakten.<br />

Van der Veer benadrukte dat Shell in<br />

twee jaar ongeveer 10.000 nieuwe<br />

medewerkers heeft aangesteld.<br />

“We realiseerden ons sneller dan de<br />

concurrenten dat de vraag naar technische<br />

mensen zou oplopen, en we<br />

hebben er vervolgens snel naar gehandeld.”<br />

En: “Winnaars worden alleen<br />

die particuliere oliemaatschappijen<br />

die een sterke technologiepositie aan<br />

te bieden hebben aan bijvoorbeeld<br />

nationale oliemaatschappijen. En die<br />

hebben wij.” ■<br />

FINANCIËLE RESULTATEN ROYAL DUTCH SHELL PLC OVER 2007<br />

Vierde kwartaal $ miljoen Gehele jaar<br />

2007 2006 2007 2006<br />

106.703 75.500 Opbrengsten verkopen (Minus omzetbelastingen,<br />

accijnzen en soortgelijke heffi ngen)<br />

355.782 318.845<br />

8.467 5.283 Winst toerekenbaar aan aandeelhouders 31.331 25.442<br />

1.783 (732) Voorraadeffecten olieproducten en chemie 3.767 77<br />

6.684 6.015 Resultaat op basis van geschatte actuele kosten 27.564 25.365<br />

5.293 5.959 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 34.461 31.696<br />

8.524 7.521 Totaal aan kapitaalinvesteringen 27.072 24.896<br />

Resultaten per bedrijfssegment<br />

4.867 3.536 Exploratie & Productie 14.686 14.544<br />

631 579 Gas & Elektriciteit 2.781 2.633<br />

82 174 Oliezanden 582 651<br />

876 1.469 Olieproducten (op basis geschatte actuele kosten) 6.951 7.027<br />

348 273 Chemie (op basis geschatte actuele kosten) 1.682 1.095<br />

(120) (16) Corporate en minderheidsbelangen 882 (585)<br />

Operationele gegevens<br />

3.436 3.645 Olie- en gasproductie 3.315 3.473<br />

(x 1.000 vaten olie-equivalent per dag)<br />

3.812 3.890 Raffi naderijdoorzet (x 1.000 vaten/dag) 3.779 3.862<br />

6.842 6.467 Totaal verkochte olieproducten (x 1.000 vaten/dag) 6.625 6.485


VER<strong>DE</strong>RE GROEI IN E&P<br />

Volgens de Amerikaanse banken Lehman Brothers<br />

en Citigroup zullen in 2008 de investeringen<br />

in exploratie en productie bij olie en gas wereldwijd<br />

met zo’n tien procent groeien. De prognose<br />

van Lehman Brothers is gebaseerd op een<br />

onderzoek onder 344 olie- en gasmaatschappijen<br />

en komt tot een wereldwijde investering van $369<br />

miljard in 2008; Citigroup peilde 247 ondernemingen<br />

en komt uit op $355 miljard.<br />

Hoewel het land slechts 12% van de wereldproductie<br />

olie en gas voor haar rekening neemt, is<br />

de Verenigde Staten nog steeds goed voor 22%<br />

van de wereldwijde E&P-uitgaven, aldus Lehman<br />

Brothers, wat de intensiteit aangeeft waarmee<br />

daar (kleine) olie- en gasvelden tot productie<br />

worden gebracht.<br />

Canada is het enige grote land waar naar verwachting<br />

de E&P-uitgaven in 2008 gaan dalen<br />

(min 12%), wat volgens Lehman Brothers deels<br />

toe te schrijven valt aan nieuwe royalty- en belastingsystemen<br />

in de provincie Alberta, de belangrijkste<br />

productieplaats van oliezanden.<br />

Buiten Noord-Amerika groeien de E&P-uitgaven<br />

naar verwachting met 16% (volgens LB), of 12%<br />

(volgens CG).<br />

UITBREIDING PORT ARTHUR VAN START<br />

Hoewel het voorbereidende<br />

werk al enige tijd gaande was,<br />

werd begin december het offi -<br />

ciële startsein gegeven voor de uitbreiding<br />

van de Motiva-raffi naderij<br />

bij Port Arthur in Texas. Motiva is<br />

een raffi nage en marketing joint venture<br />

van Shell en Saudi Aramco die<br />

ook raffi naderijen bezit in Norco en<br />

Convent in Louisiana.<br />

Port Arthur wordt nu uitgebreid met<br />

325.000 vaten ruwe olie naar een<br />

14 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

capaciteit van 600.000 vaten per dag.<br />

Hiermee wordt het de grootste raffi<br />

naderij van de Verenigde Staten en<br />

een van de grootste ter wereld.<br />

De uitbreiding van Port Arthur is<br />

tot stand kunnen komen na intensieve<br />

consultatie met de lokale bevol-<br />

SHELL ACTUEEL<br />

SHELL WORLD OP HET SCHERM<br />

Terug van weggeweest, het wereldwijde bedrijfstijdschrift Shell World. Maar nu niet op papier<br />

maar op het scherm. U leest momenteel Shell Venster, het corporate magazine van Shell in<br />

Nederland. Dit voor externe relaties uitgegeven blad kijkt met een Nederlandse bril naar de<br />

activiteiten van Royal Dutch Shell, de verhalen gaan over activiteiten die zich in of vanuit Nederland<br />

afspelen. Maar Shell is vanzelfsprekend (veel) groter dan Nederland, en al die andere activiteiten<br />

leveren verhalen op voor Shell World. Bijvoorbeeld over het zoeken naar een balans tussen energie<br />

en milieu bij olieboringen in het Noordpoolgebied. Of het verhaal over hoe researcher Harold Vinegar<br />

zijn werkzame leven besteed heeft aan<br />

methoden om de immense olievoorraad die<br />

ligt verborgen in schalie in de Amerikaanse<br />

staten Colorado en Wyoming economisch te<br />

ontsluiten.<br />

Wekelijks worden nieuwe verhalen toegevoegd<br />

aan dit online magazine. Ze zijn<br />

te vinden via een button op de homepage<br />

www.shell.com. Een archief met de verhalen<br />

is te vinden op http://www.shell.com/home/<br />

content/aboutshell-en/swol/archive/archive_<br />

swol_2007.html<br />

Als u daar een verhaal aanklikt, kunt u kiezen<br />

uit een Engelse, Arabische, Franse, Duitse,<br />

Russische, Spaanse en Nederlandse weergave.<br />

king; voor hen is positief de omvang<br />

van de investering (4.500 mensjaren<br />

arbeid in de bouw en 300 nieuwe<br />

full-time banen) en de schonere<br />

lucht omdat door nieuwe technologie<br />

de emissie van stikstofoxides en<br />

fi jnstof wordt verminderd.<br />

De uitbreiding van Port Arthur wordt<br />

op $7 miljard geraamd - de nieuwe<br />

capaciteit moet medio 2010 operationeel<br />

zijn.<br />

Scheppen in het nette pak: van links naar rechts: Deloris Prince (burgemeester Port Arthur); William Welte (president en CEO<br />

Motiva Enterprises); Rob Routs (Executive Director Downstream Royal Dutch Shell); Abdullaziz Al-Khayyal (Vice-President Saudi<br />

Aramco); Samuel Bodman (minister van Energie Verenigde Staten); Phil Wilson (minister staat Texas); Ted Poe (Republikeins<br />

afgevaardigde Texas in VS Congres).


HOE DUURZAAM IS<br />

<strong>DE</strong> OPEN HAARD?<br />

Welke bron levert (in Nederland althans) meer duurzame energie, zonnestroom of<br />

houtkachels in woningen? Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft een<br />

ontnuchterend antwoord: in 2006 was de bijdrage van open haarden en houtkachels<br />

samen het twintigvoudige van die van zonnecellen. De statistici kijken namelijk niet<br />

naar de vraag of alles wat duurzaam is ook milieuvriendelijk is.<br />

Het CBS heeft in zijn publicatie<br />

‘Duurzame Energie in<br />

Nederland 2006’ nog meer<br />

van dergelijke ontnuchteringen,<br />

bijvoorbeeld dat<br />

duurzame energie groeit, maar dat alle<br />

bronnen bij elkaar in 2006 nog geen<br />

drie procent van het totale Nederlandse<br />

binnenlandse energiegebruik<br />

leverden, 2,8 procent om nauwkeuriger<br />

te zijn. In het jaar 2000 was dat 1,2<br />

procent.<br />

In het lopende Regeerakkoord is de<br />

Nederlandse doelstelling voor duurzame<br />

energie voor 2020 vastgelegd op<br />

20 procent.<br />

Het binnenlandse energieverbruik<br />

bedroeg in 2006 ongeveer 1,4 miljoen<br />

vaten olie-equivalent per dag.<br />

Alle duurzame bronnen samen leverden<br />

daarvan een kleine 40.000 vaten<br />

o.e./dag. En anders dan velen denken,<br />

is niet wind, maar de bijstook van biomassa<br />

in elektriciteitscentrales de<br />

grootste bron van duurzame energie,<br />

wind komt op plaats twee. Elektriciteit<br />

en warmte, opgewekt in afvalverbrandingsinstallaties,<br />

staan op plaats drie.<br />

De bijdrage van alle windmolens in<br />

Nederland aan de totale energievoorziening<br />

kwam in 2006 uit op gemiddeld<br />

9.850 vaten olie-equivalent per dag.<br />

De bijdrage van biobrandstoffen is nog<br />

veel geringer, in 2006, zo berekende<br />

het CBS, was hun omvang gelijk aan<br />

880 vaten olie-equivalent per dag. Dat<br />

was 0,4 procent van alle aan de pomp<br />

verkochte diesel en benzine. De EU-<br />

Belangrijkste duurzame energiebronnen in Nederland in 2006 (CBS)<br />

Bron/techniek Vermeden gebruik Aandeel binnen Vermeden<br />

van fossiele primaire het totaal van CO 2-uitstoot<br />

energie in PJ *) productie duur- (x 1.000 ton)<br />

zame energie<br />

(in procenten)<br />

Bij- en meestook biomassa in elektriciteitscentrales 29,4 32,8 2.228<br />

Windmolens 22,5 25,0 1.581<br />

Afvalverbrandingsinstallaties 12,4 13,8 819<br />

Houtkachels bij huishoudens 5,5 6,1 310<br />

Overige biomassaverbranding 1) 5,3 5,9 377<br />

Warmtepompen 2,6 2,9 68<br />

Houtkachels bij bedrijven 2) 2,1 2,4 122<br />

Biogas rioolwaterzuiveringen 2,1 2,3 132<br />

Biobrandstoffen wegverkeer 2,0 2,2 145<br />

Overige bronnen 3) 5,9 6,6 383<br />

TOTAAL 89,8 6.165<br />

opdracht is 5,75 procent biobrandstoffen<br />

per 2010 en de Nederlandse<br />

overheid studeert op de vraag of 20<br />

procent - inderdaad, ook weer in 2020<br />

- haalbaar is als verplichting.<br />

De totale energielevering in Nederland<br />

bedraagt overigens 1,7 mln vaten olieequivalent<br />

per dag, want ruim 300.000<br />

vaten o.e./dag worden geleverd in de<br />

havens en op vliegvelden, lees Rotterdam<br />

en Schiphol. Deze bunkers tellen<br />

niet mee als binnenlandse consumptie.<br />

Zou dat wel het geval zijn, dan<br />

zou het percentage duurzame energie<br />

dalen, in bunkers (stookolie, dieselolie<br />

en jet-fuel) zitten namelijk bijna geen<br />

duurzame componenten.<br />

Door de specifi eke samenstelling van<br />

de door duurzame bronnen vervangen<br />

fossiele energie, komt de vermeden<br />

CO 2-emissie overigens iets hoger<br />

uit dan het aandeel in de energievoorziening;<br />

bijna 6.200 ton, dat is 3,6<br />

procent van de totale binnenlandse<br />

broeikasgasemissie.<br />

*) 1 PJ staat gelijk aan ongeveer 160.000<br />

vaten olie-equivalent.<br />

1) zoals papierslib, biogeen materiaal in<br />

cementovens, dierlijk vet.<br />

2) zoals hout- en meubelindustrie en<br />

landbouw.<br />

3) waterkracht, zon, warmtepompen en<br />

koude/warmte-opslag en biogas.


Om de veiligheid op<br />

het binnenwater<br />

verder te verhogen,<br />

huurt Shell vanaf<br />

1 januari 2011 alleen<br />

nog dubbelwandige<br />

tankers<br />

voor olietransport.<br />

Wat een aantal<br />

tankereigenaren<br />

boos in de mast<br />

jaagt.<br />

Paul Rotering (rechts) en Ed Wijbrands in de haven van<br />

Shell Pernis: “Met vijftien ijkpunten, waaronder een<br />

dubbele wand, wil het programma Quality Tonnage een<br />

grotere veiligheid op het binnenwater bereiken.”<br />

16 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

• TEKST HANS LAGENDAAL • FOTO’S ERNST BO<strong>DE</strong> • WILFRIED OVERWATER •<br />

KWALITEIT OP HET


WATER<br />

17 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

Met bijna tienduizend<br />

beladen tankschepen<br />

per jaar is Shell een<br />

beeldbepalende partij<br />

in de Europese binnenvaart.<br />

De aankondiging dat het bedrijf<br />

per 1 januari 2011 uitsluitend schepen<br />

met dubbele wand zal huren, veel eerder<br />

dan 2018, de datum die door de<br />

EU is vastgelegd, heeft dan ook voor<br />

fl inke rimpels op het binnenwater<br />

gezorgd. Dat andere oliemaatschappijen,<br />

zoals BP, een identieke beleidslijn<br />

volgen, versterkt de economische<br />

zorg van de tankereigenaren. In veel<br />

gevallen gaat het om kapitein-eigenaren,<br />

mensen die dus een direct eigen<br />

belang hebben in het welvaren van<br />

hun bedrijf. Zij staan voor de noodzaak<br />

van versnelde investeringen terwijl<br />

hun huidige - enkelwandige - schepen<br />

snel in waarde teruglopen.<br />

Paul Rotering, business development<br />

manager Rhine Supply, kent het spanningsveld<br />

waarin de tankereigenaren<br />

komen te zitten. “Tegenover ons beleid<br />

om de risico’s van tankervaart verder<br />

terug te dringen, staat het gegeven dat<br />

nu nog slechts een minderheid van de<br />

totale tankervloot dubbelwandig is.<br />

Bovendien weten we dat een moderne<br />

tanker al gauw vijf tot zes miljoen<br />

euro kost terwijl de bouwcapaciteit<br />

op werven momenteel beperkt is door<br />

de grote vraag. Het beleid om alleen<br />

nog maar dubbelwandige schepen te<br />

huren heeft bovendien de restwaarde<br />

van enkelwandige tankers fors onder<br />

druk gezet.”<br />

Toen Shell medio 2007 bovendien<br />

bepaalde dat op twee depots in België,<br />

Gent en Hasselt, haast per direct<br />

alleen nog maar met dubbelwandige<br />

tankers mocht worden gevaren, stond<br />

met name de Belgische tankvaart op<br />

de achterste benen. “De Belgische<br />

binnenvaartvloot loopt wat dubbelwandigheid<br />

betreft wat achter op de<br />

rest van het Rijnstroomgebied”, aldus<br />

Rotering, “dus kwam het er tot heftige<br />

reacties. Maar we namen de beslissing<br />

omdat op deze locaties het lossen<br />

dicht bij de openbare ruimte gebeurt.<br />

Met de inzet van dubbelwandige tankers<br />

konden we daar in korte tijd veel<br />

veiligheidswinst maken.”<br />

Werfcapaciteit beperkt<br />

De beslissing om per 2011 in de binnenvaart<br />

alleen nog maar dubbelwandige<br />

tankers te gebruiken, is een<br />

uitvloeisel van het in 2006 gestarte<br />

Quality Tonnage programma. Hiermee<br />

wil Shell de kwaliteit en veiligheid<br />

verhogen van het scheepsvervoer<br />

van haar producten.<br />

Dat niet eerder voor ‘honderd procent<br />

dubbelwandig’ is gekozen, heeft<br />

volgens Rotering te maken met een<br />

marktrealiteit: “Er zijn gewoon niet<br />

zoveel schepen beschikbaar en de<br />

bouwcapaciteit van de werven is relatief<br />

beperkt. Vaak komen de romp<br />

inclusief leidingen uit het voormalige<br />

Oostblok, of zelfs China, en wordt het<br />

geheel hier dan afgebouwd met motoren,<br />

pompen en navigatie-apparatuur.<br />

Maar China heeft vorig jaar een exportheffi<br />

ng opgelegd om te bevorderen<br />

dat de scheepsbouwcapaciteit meer


voor de eigen markt wordt gebruikt.<br />

En in West-Europa zitten alle werven<br />

vol. Samen bouwen ze niet eens twee<br />

nieuwe tankers per week.”<br />

Op basis van vijftien parameters<br />

bepaalt Shell welke tankers en tankvaartbedrijven<br />

aan de criteria van Quality<br />

Tonnage voldoen en haar producten<br />

mogen vervoeren. Ed Wijbrands,<br />

marine technical adviser bij het bedrijf<br />

en verantwoordelijk voor kwaliteitscontrole<br />

op kleine zeeschepen en binnenvaartschepen,<br />

vertelt dat een dubbele<br />

wand een van de vijftien ijkpunten<br />

is. “Een slechte bemanning maakt ook<br />

met een goed schip ongelukken”, zegt<br />

hij. “Maar onze praktijkervaring is dat<br />

moderne schepen aanzienlijk minder<br />

bij incidenten betrokken zijn dan<br />

oudere schepen.”<br />

“We kijken dus nauwkeurig naar de<br />

technische kwaliteit van het schip,<br />

maar zeker ook naar zaken als managementsystemen<br />

voor kwaliteit, gezondheid,<br />

veiligheid en milieu, de kwaliteit<br />

en training van het personeel, de<br />

aanwezigheid van moderne navigatiesystemen,<br />

reststoffen- en restladingbehandeling<br />

en ook de mate van samenwerking<br />

van de scheepseigenaar met<br />

de verlader voor het optimaliseren van<br />

de hele logistieke keten.”<br />

Wijbrands leidt een ploeg geaccrediteerde<br />

inspecteurs die continu deze<br />

kwaliteitscontroles uitvoeren, aan<br />

schepen maar ook aan de depots en<br />

overige losinstallaties. Een deel van de<br />

18 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

technische analyse van schepen komt<br />

binnen via EBIS (European Barge<br />

Inspection Scheme), een door grote<br />

verladers in olie en chemie en terminaleigenaren<br />

opgericht standaardinspectiesysteem<br />

van tankschepen.<br />

Wijbrands: “EBIS levert alleen feitelijke<br />

informatie, wij leggen er dan nog onze<br />

eigen normen en eisen overheen om te<br />

bepalen of een schip onze lading mag<br />

vervoeren.”<br />

Waarom zo streng? Rotering: “Omdat<br />

we in elk geval naar nul oliemorsingen<br />

streven, geen olie op het water.<br />

Niet alleen vanwege de grote reputatieschade<br />

en kosten die daardoor voor<br />

ons zouden ontstaan, maar vooral<br />

omdat wij onze verantwoordelijkheid<br />

als verlader heel serieus nemen. We<br />

willen de risico’s voor mens en milieu<br />

verder verlagen.”<br />

Pijpleiding eerste keus<br />

In totaal zo’n 1.200 binnenvaarttankers<br />

staan bij Shell in de boeken als<br />

potentiële kandidaat om gehuurd te<br />

worden voor een reis. Deze groep<br />

althans heeft de EBIS-inspectie ondergaan<br />

en het grootste deel ook de selectie<br />

door het keuringsteam van Shell.<br />

Van deze 1.200 schepen heeft nu zo’n<br />

dertig procent een dubbele romp.<br />

Qua tonnage gaat het om meer want<br />

moderne tankers zijn gemiddeld groter.<br />

Voor de Rijnvaart en op de grote<br />

Europese kanalen gaan binnenvaartschepen<br />

nu tot zo’n 4.500 ton lading,<br />

waar op kleinere kanalen de lading<br />

beperkt blijft tot 1.500-2.000 ton.<br />

Het merendeel van deze schepen vaart<br />

onder Nederlandse vlag, gevolgd door<br />

Duitsers, Belgen, Fransen, Zwitsers<br />

en Oostenrijkers en een schaars schip<br />

uit Oost-Europa, vooral Tsjechië en<br />

Hongarije. De exploitatievormen zijn<br />

divers, een BV, een CV of een VoF met<br />

een kapitein-eigenaar. Anders dan met<br />

binnenschepen voor droge lading,<br />

waar vaak het gezin aan boord is, worden<br />

moderne tankers in 24/7-ritme<br />

gevaren door bemanningen in ploegendienst,<br />

twee op het schip, de derde<br />

ploeg vrij aan de wal.<br />

Als Shell in het grote Rijnstroomgebied<br />

een lading olieproducten te vervoeren<br />

heeft, is de eerste keuze de pijpleiding,<br />

het goedkoopst en het veiligst.<br />

De derde keuze is het spoor daar waar<br />

geen water aanwezig is. De vrachtauto<br />

wordt niet gebruikt voor de grote<br />

bevoorrading, alleen om vanaf depots<br />

afnemers te beleveren, zoals tankstations<br />

of handelaren.<br />

Na de pijpleiding is het binnenschip<br />

de tweede keuze, en in veel gevallen<br />

de eerste want niet elk depot is aangesloten<br />

op een oliebuis. In 2006 werden<br />

zo’n 9.500 reizen uitgevoerd waarmee<br />

ruim 18 miljoen ton olieproducten<br />

werden vervoerd. Volgens schattingen<br />

van Rotering en Wijbrands werd<br />

al bijna de helft van dit Shell-volume<br />

vervoerd met tankers met een dubbele<br />

wand.<br />

Roest bikken verleden tijd<br />

Het inhuren van scheepscapaciteit<br />

gebeurt bij Shell op drie manieren:<br />

time charter (soms jarenlange contracten<br />

met afgesproken, geïndexeerde<br />

vrachtprijzen), voyage charter (per<br />

reis afgesproken tegen een onderhandelde<br />

prijs) en spot charter (een ‘op<br />

stel en sprong’ reis waarbij de dagprijs<br />

op de vrachtenmarkt wordt betaald).<br />

Paul Rotering: “In het kader van Quality<br />

Tonnage willen we meer time<br />

charters afsluiten. Daarbij kunnen we<br />

hogere kwaliteitseisen stellen, waarvoor<br />

we ook bereid zijn meer te betalen.<br />

Als een kapitein-eigenaar met zo’n<br />

Shell-contract naar zijn bank stapt,<br />

is het veel makkelijker voor hem om<br />

het geld te lenen voor de bouw van<br />

een modern schip. En met moderne<br />

schepen oefen je ook de grootste aantrekkingskracht<br />

uit op gekwalifi ceerd<br />

personeel.”<br />

Ed Wijbrands: “Een van de grootste<br />

problemen in de binnenvaart is het<br />

kleine aantal jonge mensen dat van<br />

de zeevaartschool komt en ook daadwerkelijk<br />

gaat varen. Als je van school<br />

komt, kies je in elk geval voor nieuwe<br />

schepen om op te werken. Daar kun<br />

je het beste je competenties kwijt, zijn<br />

er carrièremogelijkheden en ook het<br />

comfort aan boord is er groter. Weet<br />

je dat moderne schepen tegenwoordig<br />

zo goed gecoat zijn, en vaak ook kathodische<br />

bescherming hebben, dat roest<br />

bikken er niet meer bestaat?” ■


GROEI IN OLIEZAN<strong>DE</strong>N<br />

CANADA<br />

Shell Canada, de meerderheidsaandeelhouder<br />

en operator van het Athabasca<br />

Oil Sands Project, is de offi ciële vergunningenprocedure<br />

gestart voor een forse uitbreiding<br />

van de mijnbouwactiviteiten in de<br />

provincie Alberta. Het gaat om twee projecten<br />

terzijde van de Athabasca River. Het eerste<br />

project (Jackpine Expansion) kan in 2012 van<br />

start gaan, het tweede (Pierre River) in 2018.<br />

De (dagbouw)mijnen krijgen samen een capaciteit<br />

van 300.000 vaten olie per dag.<br />

In productie is al de Muskeg River mijn<br />

(155.000 vaten/dag) waarvan de capaciteit<br />

wordt uitgebreid naar 270.000 vaten per dag.<br />

In aanleg is Jackpine Phase 1 met een voorziene<br />

start in 2009 met 200.000 vaten/dag.<br />

De mijnen worden in 40 jaar leeggegraven.<br />

Eerder al startte Shell Canada met de voorbereidingen<br />

voor een verdubbeling van de speciale<br />

upgrader, een kostbare fabriek waarin de<br />

bitumen die uit de oliezanden worden gewonnen,<br />

worden omgezet in synthetische ruwe<br />

olie die in een standaard-raffi naderij verwerkt<br />

kunnen worden.<br />

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />

SHELL ACTUEEL<br />

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />

RESERVES LICHT OMHOOG IN 2007<br />

Oil’, het niveau waarop de wereldwijde olieproductie op haar<br />

hoogtepunt is om vervolgens gestaag te gaan dalen, mag volgens<br />

‘Peak<br />

velen dan dichtbij zijn, maar vooralsnog kruipen de reserves nog<br />

steeds (licht) omhoog.<br />

Volgens het vakblad Oil & Gas Journal bedroegen de bewezen, winbare<br />

oliereserves eind 2007 1.332 miljard vaten, wat 1,1% hoger was dan waarmee<br />

het jaar begon. In de afgelopen tien jaar zijn de reserves volgens O&GJ<br />

gegroeid van 1.034 miljard naar 1.332 miljard vaten.<br />

De bewezen gasreserves gingen in die tien jaar omhoog van 146.000 miljard<br />

m3 naar 175.000 mld m3 . Dat laatste getal staat in energiewaarde gelijk aan<br />

ongeveer 1.060 miljard vaten olie.<br />

In 2007 was Rusland het grootste olieproducerende land volgens O&GJ, met<br />

geraamd gemiddeld 9,7 mln vaten/dag. Tweede kwam Saoedi-Arabië met<br />

rond 8,7 mln vaten/dag. Een misschien opvallende derde plaats is voor de<br />

Verenigde Staten weggelegd. Hoewel het land al lang over haar piekproductie<br />

heen is, wist het door een zeer intensief boorprogramma toch nog gemiddeld<br />

5,1 mln vaten/dag te produceren, zelfs 0,7% meer dan in 2006.<br />

ZES<strong>DE</strong> LNG-TREIN NIGERIA IN BEDRIJF<br />

Eind december is de zesde vloeibaarmakingsfabriek (trein) van Nigeria LNG<br />

(NLNG) in gebruik genomen, op tijd en binnen budget. Op het eiland Bonny<br />

staat nu een complex met een capaciteit van 22 mln ton LNG en 4 miljoen<br />

ton LPG per jaar.<br />

NLNG is een joint venture waarin de Nigeriaanse staatsoliemaatschappij<br />

NNPC 49% bezit. De partners zijn Shell (25,6% en ook de technisch adviseur)<br />

en Total en Agip. NLNG is in 1999 in productie genomen en is sindsdien<br />

voortdurend uitgebreid tot nu een van de grootste LNG-projecten van de<br />

wereld. De belangrijkste markten voor Nigeriaans vloeibaar gas zijn Europa<br />

en de Verenigde Staten.<br />

De aandeelhouders zijn momenteel bezig met de ontwikkeling van een<br />

zevende trein. Als deze gereed is (naar plan in 2011) bedraagt de totale LNGcapaciteit<br />

van NLNG meer dan 30 mln ton per jaar, wat gelijk staat aan 42<br />

miljard m 3 aardgas.


Nederlandse<br />

stalen bruggen zijn<br />

moe van het steeds<br />

drukker wordende<br />

(vracht)verkeer.<br />

Er zitten scheuren<br />

in. Onder het oppervlak.<br />

Een uitvinding<br />

van Shell maakt ze<br />

zichtbaar.<br />

20 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

<strong>DE</strong> INSPECTEUR ZOEKT<br />

groeien vast,<br />

in tal en last’, en<br />

Vondel, van wie<br />

deze woorden<br />

‘Wij<br />

zijn, zou Nederland<br />

anno 2008 eens moeten kunnen<br />

zien. Vier eeuwen na zijn constatering<br />

sloopt die ‘last’ in elk geval onze<br />

bruggen. In oktober vorig jaar maakte<br />

minister Camiel Eurlings van Verkeer<br />

en Waterstaat de balans op: 25 van de<br />

274 stalen bruggen in Nederland zijn<br />

metaalmoe. Twaalf moeten op korte<br />

termijn worden gerepareerd om ongelukken<br />

te voorkomen.<br />

Rijkswaterstaat wist al langer van de<br />

problemen. De eerste ontdekking<br />

was in 1997. Een medewerker inspecteerde<br />

de Van Brienenoordbrug bij<br />

Rotterdam en zag een scheur. De<br />

• TEKST REINIER SPREEN • FOTO’S HOLLANDSE HOOGTE • RIJKSWATERSTAAT •<br />

vondst zorgde voor beroering, want<br />

daar hadden ze bij Rijkswaterstaat<br />

niet op gerekend. Stalen bruggen<br />

moeten tachtig jaar meekunnen, was<br />

de verwachting, en deze was pas in<br />

1991 opgeleverd.<br />

De Van Brienenoordbrug werd opgeknapt,<br />

maar al snel werden ook<br />

scheuren gevonden in de Calandbrug<br />

bij de Maasvlakte, de Moerdijkbrug,<br />

en andere bruggen. Allemaal<br />

bleken ze niet berekend op de sterke<br />

toename van het verkeer en de steeds<br />

zwaardere vrachtwagens. Sommige<br />

scheuren leverden een direct gevaar<br />

op. “Als er meerdere scheuren naast<br />

elkaar zitten, is de kans groot dat er<br />

een vrachtwagenwiel doorheen zakt”,<br />

zegt Caroline den Besten, adviseurspecialist<br />

bij Rijkswaterstaat.<br />

Rijkswaterstaat begon prompt met<br />

de inspectie van andere stalen bruggen.<br />

Maar dat bleek zo eenvoudig nog<br />

niet. Op de Van Brienenoordbrug was<br />

het wel duidelijk: daar kwam de roest<br />

door het wegdek. Scheuren in een<br />

vroeger stadium opsporen was lastiger.<br />

Rijkswaterstaat gebruikte daarvoor<br />

doorgaans ultrasone opsporingstechnieken,<br />

waarbij geluid met een<br />

hoge frequentie wordt afgevuurd op<br />

een brug en weer opgevangen. Afwijkingen<br />

in de frequentie duiden dan<br />

op onregelmatigheden. Maar ultrasoon<br />

onderzoek is verre van ideaal,<br />

want het geluid kan niet door acht<br />

centimeter dik asfalt heen. Onderzoekers<br />

moeten dus onder de brug gaan<br />

hangen, en dat kan niet altijd.<br />

Rijkswaterstaat heeft wel bruggen aan<br />

de bovenkant geïnspecteerd, maar<br />

moest dan telkens de asfaltlaag verwijderen<br />

en volledig vervangen. Dat<br />

is een tijdrovende en kostbare klus.<br />

Honderd meter kost een week en een<br />

gemiddelde brug heeft een overspanning<br />

van 300 meter.<br />

CrackPEC<br />

Rijkswaterstaat zocht in 2001 contact<br />

met Shell om het probleem op te lossen.<br />

Shell houdt al evenmin van moe<br />

en roestig staal. Oliepijpen moeten in<br />

een goede conditie zijn. Daarom zit<br />

er bij Shell Research and Technology<br />

Centre in Amsterdam een afdeling,<br />

Inspection Technology, die zich speciaal<br />

hiermee bezighoudt. Het geheime<br />

wapen: het meten met elektromagnetische<br />

velden, oftewel pulsed eddy


SCHEUREN<br />

current (PEC). Daarmee kan de staat<br />

van staal worden bepaald zonder het<br />

te hoeven vernielen. Sterker nog: een<br />

PEC-tool meet dwars door isolatiemateriaal<br />

heen.<br />

Shell kreeg van Rijkswaterstaat een<br />

stuk uit de Van Brienenoordbrug om<br />

op te oefenen. Al snel bleek dat PEC<br />

ook hier prima werkte, zelfs dwars<br />

door een dikke laag asfalt heen. De<br />

resultaten waren beter dan verwacht.<br />

Dave Badoux van Inspection Technology:<br />

“We pikten zelfs niet gevaarlijke<br />

scheuren op.”<br />

Ook praktijktests vielen goed uit. Shell<br />

doopte de nieuwe vinding CrackPEC<br />

en octrooieerde de specifi eke aanpassingen.<br />

Rijkswaterstaat liet in 2005<br />

een wagen bouwen waarin de door<br />

Shell gelicenseerde technologie is<br />

verwerkt. Die wagen heet de InsPECteur,<br />

is eigendom van Rijkswaterstaat<br />

- dat verder nauwelijks eigen apparatuur<br />

heeft - en mag worden gebruikt<br />

door twee inspectiebedrijven. Werknemers<br />

van deze bedrijven kregen<br />

een opleiding van Dave Badoux.<br />

Heel precies<br />

Dankzij de InsPECteur gaan herstelwerkzaamheden<br />

aan bruggen veel<br />

sneller dan voorheen. Niet langer<br />

hoeft de hele weg te worden afgesloten,<br />

maar slechts één rijbaan. Op<br />

de InsPECteur zitten acht sensoren,<br />

waardoor de kar de hele baan in één<br />

keer bestrijkt. En omdat de sensoren<br />

zo nauwkeurig aangeven waar een<br />

scheur zit, kunnen de wegwerkers<br />

heel precies te werk gaan. Er hoeft<br />

21 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

niet langer meer asfalt te worden verwijderd<br />

dan noodzakelijk. Een gat van<br />

twee bij twee meter per scheur volstaat.<br />

“Daardoor doen we nu honderd<br />

meter per nacht”, zegt Caroline den<br />

Besten. “De Galecopperbrug over het<br />

Amsterdam-Rijnkanaal bij Utrecht<br />

hebben we in drie nachten gedaan.<br />

Eerder deden we daar drie weken<br />

over.”<br />

De InsPECteur is bij de herstelwerkzaamheden<br />

het eerste voertuig in een<br />

lange karavaan zware machines die<br />

op de gedetecteerde zwakke plekken<br />

waar nodig het asfalt verwijderen, de<br />

scheuren dichtlassen en een nieuw<br />

wegdek aanbrengen. Rijkswaterstaat<br />

repareert de meeste vermoeide rijdekken<br />

met hogesterktebeton. “Zo’n<br />

stuk kan dan weer dertig jaar mee”,<br />

Van de belasting van de insPECteur van<br />

Rijkswaterstaat zal het staal niet gaan<br />

scheuren, wel van de continue stroom<br />

vrachtwagens die dag en nacht over de<br />

Nederlandse bruggen trekt.<br />

zegt Den Besten. Het enige nadeel is<br />

dat de InsPECteur te zijner tijd van<br />

geen nut meer zal zijn. “In hogesterktebeton<br />

zit zoveel staal, daar kom je<br />

met metingen niet meer doorheen”,<br />

weet Dave Badoux.<br />

De afgelopen jaren heeft Rijkswaterstaat<br />

in kaart gebracht waar de grootste<br />

problemen zitten. Dat heeft geleid<br />

tot de top-twaalf van stalen bruggen<br />

die zo snel mogelijk zullen worden<br />

aangepakt. Eind november was het als<br />

eerste de beurt aan de Moerdijkbrug.<br />

Daar reed de InsPECteur voorop in de<br />

karavaan. Hij zal de komende jaren<br />

weinig rust krijgen, want Rijkswaterstaat<br />

wil alle andere bruggen voor de<br />

zekerheid nog eens langslopen. ■


Een bij Singapore gebouwde module is<br />

nabij het West-Australische Karratha<br />

op de wielen gezet voor het laatste stuk<br />

naar de bouwplaats waar hij wordt<br />

samengekoppeld tot ’s werelds eerste<br />

gepreassembleerde LNG-trein.<br />

22 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER


Het is dat het begrip ‘LNGtrein’<br />

al zo vast in het<br />

industriële spraakgebruik<br />

ligt verankerd dat<br />

veranderen onmogelijk<br />

is, want het is wel een bijzondere<br />

trein; hij staat namelijk onwrikbaar stil<br />

en kent toch nooit vertraging.<br />

Een LNG-trein is een enorme hoeveelheid<br />

vaten, pijpen, turbines, compressoren<br />

en warmtewisselaars. Aan<br />

de voorkant stapt aardgas warm in<br />

om er een paar honderd meter verder<br />

161 graden onder nul weer uit te<br />

komen zodat het vloeibaar is geworden<br />

en in omvang tot het 1/584 ste deel<br />

is gekrompen.<br />

Een soort vrieskist dus, maar wil je de<br />

top van de markt in omvang bestellen,<br />

dan kost zo’n kist tegenwoordig<br />

al gauw $8 miljard of zo. En dan moet<br />

23 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

IJskoud vloeibaar aardgas wordt steeds heter.<br />

Voorspellingen hebben het over een groei van<br />

de LNG-markt van nu 150 miljoen ton per jaar naar<br />

mogelijk 460 miljoen ton in 2020.<br />

Met nieuwe technologie wil Shell grotere<br />

LNG-treinen bouwen om daarmee een maximale<br />

effi ciëntie te realiseren.<br />

OM <strong>DE</strong> LAATSTE<br />

KOU<strong>DE</strong> PROCENTEN<br />

• TEKST PIET <strong>DE</strong> WIT • FOTO’S ERNST BO<strong>DE</strong> • SHELL •<br />

er ook nog een gasveld tot productie<br />

worden gebracht, LNG-tankers worden<br />

gekocht en ontvangstterminals<br />

gebouwd - een ‘beetje LNG-project’<br />

kan tegenwoordig de portemonnee<br />

dan ook makkelijk zo’n $20 miljard<br />

lichter maken.<br />

Van oudsher beweegt Shell zich op alle<br />

fronten van de LNG-markt. Het bedrijf<br />

is partner in diverse grote productie<br />

joint ventures (Brunei, Maleisië, Australië,<br />

Oman, Nigeria en binnenkort ook<br />

Rusland en Qatar), Shell exploiteert en<br />

beheert via haar rederij een vloot aan<br />

LNG-tankers, bezit en ontwikkelt ontvangstterminals,<br />

handelt in LNG en<br />

ontwikkelt en verkoopt technologie.<br />

Ongeveer 40 procent van de huidige<br />

totale wereldwijde productiecapaciteit<br />

aan LNG-treinen is gebouwd op<br />

basis van Shell-technologie.<br />

Laagste kosten<br />

“Bij technologie draait het vooral om<br />

de betrouwbaarheid, het omzettingsrendement<br />

en uiteindelijk de laagste<br />

kosten per eenheid product”, legt<br />

Rob Klein Nagelvoort uit, technologiemanager<br />

gas bij het advies- en technologiebureau<br />

Shell Global Solutions.<br />

“Momenteel kunnen we al treinen<br />

bouwen met een capaciteit van zo’n<br />

8,5 miljoen ton LNG per jaar, zo groot<br />

wordt bijvoorbeeld de zevende trein<br />

van Nigeria LNG, maar we hebben<br />

grotere eenheden in ontwikkeling, elf<br />

miljoen ton of zelfs meer.”<br />

Voor de geïnteresseerde leek: elf miljoen<br />

ton LNG is na hervergassing 16<br />

miljard kubieke meter aardgas, het<br />

totale Nederlandse gasgebruik ligt<br />

op zo’n 40 miljard kubieke meter per<br />

jaar.


Rob Klein Nagelvoort:<br />

“Twee procentpunten<br />

winst in de energieeffi<br />

ciëntie van een<br />

LNG-trein is de moeite<br />

waard.”<br />

Volgens Klein Nagelvoort is de grote<br />

drijfveer achter de schaalvergroting<br />

dat nieuwe technologie het mogelijk<br />

maakt om het rendement van het hele<br />

omzettingsproces te verbeteren.<br />

In het omzettingsproces gaat nu nog<br />

acht procent van de ingebrachte hoeveelheid<br />

energie verloren. “Met betere<br />

processen kan dit naar zes procent.<br />

Niet veel lager omdat je dan op allerlei<br />

natuurkundige beperkingen stuit.<br />

Maar twee procentpunten winst in<br />

de energie-effi ciëntie is de moeite<br />

waard.”<br />

Tenslotte betekenen die twee koude<br />

extra procenten meer product uit zo’n<br />

‘supertrein’, zelfs 320 miljoen kubieke<br />

meter gas meer bij een 11 miljoen tons<br />

eenheid, wat op de LNG-groothandelsmarkt<br />

in november vorig jaar zo’n $50<br />

miljoen extra omzet had betekend.<br />

Daar bovenop komt een reductie van<br />

het interne brandstofgebruik met een<br />

kwart.<br />

Overigens kost niet alleen het koelproces<br />

energie, ook elders tussen gasveld<br />

en klant wordt energie gebruikt,<br />

bijvoorbeeld bij de winning en daarna<br />

het transport per pijpleiding naar de<br />

LNG-trein en tot slot in de zeevaart<br />

en bij hervergassing. Rob Klein Nagelvoort:<br />

“Afhankelijk van de afstanden<br />

die overbrugd moeten worden, is de<br />

totale energie-effi ciëntie van de keten<br />

24 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

van gasveld tot consument zo’n 85 procent.<br />

Dat wijkt niet zo erg veel af van<br />

wat we in de oliesector zien, inclusief<br />

de raffi nage.”<br />

Warmte-integratie<br />

Hoe slaagde Shell er in om zo’n belangrijke<br />

technologiepositie te bereiken in<br />

LNG-treinen? Klein Nagelvoort: “Ten<br />

eerste door al heel vroeg het belang<br />

te zien van vloeibaar aardgas terwijl<br />

iedereen anders alleen nog maar keek<br />

naar pijpleidingen. Onze technologie<br />

draait vooral om robuust ontwerp, dus<br />

met een heel lange levensduur en weinig<br />

storingen, en om effi ciënte koelprocessen.<br />

Samen leidt dat tot de laagste<br />

kosten per eenheid product.”<br />

Een bijzonderheid van de Shell-technologie<br />

is bijvoorbeeld het gepatenteerde<br />

Double Mixed Refrigerant Process<br />

(DMR) waarbij een eigen mengsel<br />

van koelvloeistoffen wordt gebruikt.<br />

Met de DMR-technologie is de bouw<br />

mogelijk van fabrieken tot een capaciteit<br />

van iets meer dan 8 miljoen ton per<br />

jaar. Zo’n concept gebruikt elektromotoren<br />

die hun elektriciteit krijgen van<br />

een hoog-effi ciënte krachtcentrale.<br />

Om boven die grens van 8 miljoen ton<br />

te komen, zijn niet alleen zwaardere<br />

turbines nodig (die de compressoren<br />

aandrijven, het basisproces van LNG<br />

maken is eigenlijk niet veel anders<br />

dan wat in een koel/vrieskast thuis<br />

gebeurt) maar ook een ander proces.<br />

Eerst wordt er dan voorgekoeld tot<br />

zo’n min 25 graden en daarna vindt in<br />

twee parallelle units de ‘zware afkoeling’<br />

plaats tot min 150 graden voor<br />

de ‘end fl ash’. In vaktaal: het Parallel<br />

Mixed Refrigerant Process (PMR)<br />

- eveneens gepatenteerd.<br />

Klein Nagelvoort: “Het voordeel is een<br />

hogere proceseffi ciëntie door deze<br />

koelverhouding met bovendien een<br />

fl inke opschaling terwijl toch gebruik<br />

wordt gemaakt van bewezen apparatuur.<br />

Ook is er een hogere beschikbaarheid;<br />

valt namelijk een van de<br />

‘zware’ koelunits stil, dan kan de hele<br />

trein nog op 60 procent capaciteit<br />

doordraaien.”<br />

Een grotere capaciteit maakt ook<br />

een betere warmte-integratie mogelijk.<br />

Klein Nagelvoort: “In de modernste<br />

fabrieken wordt al een deel van<br />

de restwarmte van de gasturbines en<br />

andere apparatuur hergebruikt, zeg<br />

zo’n 50 procent, en wij willen toe naar<br />

een volledig hergebruik.”<br />

In een dergelijk concept wordt de voorkoel-unit<br />

aangedreven met een stoomturbine<br />

waarbij de stoom wordt gegenereerd<br />

met de afvalwarmte van de<br />

twee ‘zware’ koeleenheden. Dit ontwerp<br />

maakt zeer effi ciënte ‘warmtekracht’<br />

LNG ontwerpen mogelijk waar-


mee treinen gebouwd kunnen worden<br />

met een capaciteit van 6 tot 11 miljoen<br />

ton per jaar, afhankelijk van de capaciteit<br />

van de gekozen gasturbine.<br />

Modulebouw<br />

Hoewel LNG-fabrieken gemiddeld al<br />

een hoge beschikbaarheidsgraad kennen<br />

- in de orde van grootte van 97-<br />

98 procent - en een hoog energetisch<br />

rendement, is aandacht voor de extra<br />

procentjes effi ciëntieverbetering des<br />

te urgenter nu de bouwkosten, net<br />

als in de hele energiesector, spectaculair<br />

zijn gestegen. Uitgedrukt in dollars<br />

zijn de EPC-kosten (engineering,<br />

procurement and construction) in de<br />

afgelopen drie jaar twee tot drie maal<br />

omhoog gegaan. Alles werd duurder,<br />

van staal tot en met grote uitrustingsstukken<br />

als turbines, en vooral arbeid.<br />

Klein Nagelvoort: “Gespecialiseerde<br />

arbeid is wereldwijd schaars, dus duur.<br />

Soms eisen landen dat wij op de lokale<br />

markt mensen opleiden. Die dan vaak<br />

snel na hun opleiding vertrekken om<br />

elders meer te gaan verdienen.”<br />

Een antwoord van de industrie hierop<br />

is om modulebouw toe te passen voor<br />

grote delen van nieuwe LNG-fabrieken.<br />

Tot nu toe was gebruikelijk dat de<br />

hele fabriek in losse onderdelen werd<br />

aangevoerd waarna op de bouwplaats<br />

de fi nale assemblage plaatsvond. Daarbij<br />

liepen vaak tienduizend of meer<br />

arbeiders van tal van onderaannemers<br />

op het terrein rond.<br />

Voor de in aanbouw zijnde vijfde trein<br />

van het Australische North West Shelf<br />

LNG-project, waarin Shell partner<br />

en technologieleverancier is, is echter<br />

gekozen voor modulaire bouw. In<br />

de speciale economische zone van<br />

het Indonesische eiland Batam (in de<br />

Riouwarchipel, zo’n twintig kilometer<br />

zuidelijk van Singapore) wordt de<br />

fabriek gebouwd in 75 modules die in<br />

25 scheepsladingen naar de Australi-<br />

sche westkust worden vervoerd. “Er<br />

zijn modules bij van 2.500 ton. Dit is<br />

nooit eerder gedaan in de LNG-industrie”,<br />

aldus Rob Klein Nagelvoort.<br />

“Het grote voordeel is dat je zo een<br />

veel betere kostenbeheersing en ook<br />

tijdwinst realiseert.”<br />

CO 2-berging<br />

Buiten kostenbeheersing is er nog een<br />

andere nieuwe uitdaging die op een<br />

technologisch antwoord wacht, een<br />

betaalbare opslag van CO 2 bij LNGproductie.<br />

Sommige gasvelden kennen<br />

van nature een hoog CO 2-gehalte<br />

in het methaan, maar ook zit er CO 2<br />

in de afgassen van de turbines (bij de<br />

nieuwste Shell-technologie gaat het<br />

om twee of drie turbines - zoals de<br />

Frame 9 machines van General Electric<br />

- per trein met elk een vermogen<br />

van 120 MW waarbij de gasturbines<br />

voor het opstarten ondersteund worden<br />

door een 35 MW hulpmotor.<br />

± 80 - 120 0 C<br />

Gasontvangst<br />

station<br />

Gasreservoir<br />

25 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

± 0 - 30 0 *<br />

Pijpleiding<br />

Verwijderen van:<br />

Condensaat<br />

Water<br />

Kwik<br />

Gasbehandeling<br />

* ontvangsttemperatuur bij<br />

entree gasbehandeling<br />

Rob Klein Nagelvoort: “De scheidingstechniek<br />

voor CO 2 in de aardgasstroom<br />

is bekende procestechnologie waarbij<br />

de CO 2 teruggevoerd kan worden naar<br />

een nabijgelegen diep zoutwaterreservoir.<br />

Dit is bijvoorbeeld voorzien voor<br />

Gorgon, het aanstaande LNG-project<br />

aan de Australische westkust. Maar het<br />

concentreren van CO 2 uit de afgassen<br />

van de gasturbine is nu nog een zeer<br />

energie-intensieve activiteit. Om honderd<br />

eenheden CO 2 af te vangen en op<br />

te bergen heb je een hoeveelheid energie<br />

nodig die weer dertig eenheden<br />

CO 2 oplevert. Dus moet je uiteindelijk<br />

130 eenheden opbergen. Dan kun je je<br />

afvragen waar je eigenlijk mee bezig<br />

bent. De kosten per opgeborgen eenheid<br />

CO 2 kunnen zo exorbitant oplopen.<br />

Ons antwoord is voorlopig dan<br />

ook vooral om een maximale effi ciëntie<br />

te realiseren in de hele LNG-keten.<br />

Immers, bespaarde energie heeft geen<br />

CO 2-emissie.” ■<br />

± 250 ±<br />

LNG-trein<br />

(Parallel Mixed Refrigerant Process)<br />

-25 0<br />

Voorkoeling<br />

-25 0<br />

turbine + compressor<br />

turbine + compressor<br />

Vloeibaar maken<br />

Vloeibaar maken<br />

turbine + compressor<br />

-150 0<br />

‘End flash’<br />

(drukverlaging)<br />

Super LNGtankers<br />

varen<br />

op diesel<br />

De eerste LNG-tanker ter wereld<br />

voer in 1959 tussen de Verenigde<br />

Staten en een terminal in Groot-<br />

Brittannië - nu een onwaarschijnlijke<br />

route, maar in die tijd kende de VS<br />

nog een aardgasoverschot.<br />

De Methane Pioneer vervoerde<br />

5.000 m 3 LNG.<br />

Zoals alles groeiden in later jaren<br />

ook LNG-tankers - in 1975 werd de<br />

grens van 100.000 m 3 overschreden.<br />

De wereldvloot telt nu zo’n 175<br />

tankers waarvan het overgrote deel<br />

een laadvermogen heeft van<br />

120-135.000 m 3 . Dat staat gelijk aan<br />

48-55.000 ton LNG.<br />

Maar nieuwe generaties LNGtankers<br />

komen eraan, gestimuleerd<br />

door de grote LNG-activiteiten van<br />

de Golfstaat Qatar. Qatar Gas heeft<br />

31 grote LNG-tankers besteld.<br />

Er zijn momenteel twee klassen<br />

super LNG-tankers in aanbouw, de<br />

Q-Flex (216.000 m 3 ) - foto links -<br />

en de Q-Max (266.000 m 3 , dat is<br />

108.000 ton). De schepen komen<br />

van de Hyundai, Samsung en Daewoo-werven<br />

in Zuid-Korea.<br />

Schepen bij de Q-Max klasse zijn<br />

345 meter lang, 55 meter breed en<br />

hebben een diepgang van 12 meter.<br />

Bouwkosten ongeveer $300 miljoen<br />

per stuk.<br />

Tot dusver worden (enkelschroefs)<br />

LNG-tankers aangedreven door<br />

stoomturbines die worden gestookt<br />

met zowel stookolie als met onderweg<br />

verdampt LNG. Zowel de<br />

Q-Flex als de Q-Max klasse zijn<br />

dubbelschroefs diesel-elektrische<br />

schepen. Nieuw is ook dat er<br />

geen LNG meer wordt verbruikt,<br />

wat er verdampt op de reis wordt<br />

aan boord weer vloeibaar gemaakt<br />

en teruggevoerd naar de ladingtanks.<br />

LNG is immers duurder dan<br />

dieselolie.<br />

-161 0 -<br />

LNG-tank


26 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

FRISSE LUCHT BOVEN<br />

Varen straks alleen nog maar veerschepen over<br />

de Waddenzee die synthetische diesel stoken?<br />

Een eerste proef met de grote veerboot van en<br />

naar Texel laat zien dat een aanzienlijke milieuwinst<br />

bereikbaar is. En later ook een CO 2-winst als niet<br />

aardgas maar biomassa wordt gebruikt om de<br />

diesel mee te maken.<br />

De Caterpillar hulpmotor van de TESOveerboot<br />

Dokter Wagemaker gebruikt<br />

100.000 liter pure Gas-to-Liquids<br />

brandstof in de demonstratiefase.<br />

• TEKST HANS LAGENDAAL • FOTO’S PON POWER/TESO •<br />

Het was min of meer<br />

toeval, maar vaak ontstaan<br />

zo de interessantste<br />

initiatieven. Shell<br />

had Gas to Liquids diesel<br />

beschikbaar voor het doen van<br />

praktijkproeven. De TESO - Texels<br />

Eigen Stoomboot Onderneming - ging<br />

een nieuwe, dubbeldeks veerboot in<br />

gebruik nemen. De gemeente Texel<br />

en de provincie Noord-Holland zochten<br />

een aansprekend milieuproject.<br />

De Europese Unie had in het kader<br />

van de regionale structuurversterking<br />

geld beschikbaar voor projecten<br />

die het toerisme ondersteunen<br />

en Pon Power, de motorenleverancier<br />

aan de nieuwe Texelse veerboot,<br />

wilde graag een proef doen met synthetische<br />

diesel om te kijken welke<br />

emissiereducties haalbaar zijn. In<br />

relatief korte tijd, de eerste contacten<br />

kwamen in 2003 tot stand, rolde uit<br />

deze individuele verlangens een collectief<br />

proefproject.<br />

Twee adviesbureaus, Trilance uit<br />

Haarlem en New Energy Docks uit<br />

Amsterdam, traden op als bestuurder<br />

en katalysator om niet alleen alle hoofden<br />

maar ook alle regels, vergunningen<br />

en subsidiesystemen in dezelfde<br />

productieve richting te krijgen.<br />

De keuze viel op het laten draaien<br />

van de hulpmotor van het veerschip<br />

Dokter Wagemaker op zuivere GTL<br />

(Gas to Liquids). De hulpmotor draait<br />

’s nachts als het schip in de haven<br />

overnacht en dient om de elektrische


27 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

HET MARSDIEP<br />

systemen te voeden. Na driekwart<br />

jaar is duidelijk dat de doelstellingen<br />

(minder emissies) gerealiseerd zijn.<br />

Met zoveel succes zelfs dat inmiddels<br />

door de partijen een nieuwe koers is<br />

uitgezet met een grotere toekomstambitie:<br />

eerst om de Dokter Wagemaker<br />

ook voor de hoofdmotoren op<br />

GTL te zetten, daarna om dat voor alle<br />

veerschepen op de Wadden te doen,<br />

gevolgd door de fi nale ambitie, om<br />

ergens in Noord-Nederland synthetische<br />

diesel te gaan maken op basis<br />

van biomassa (Biomass to Liquids)<br />

zodat niet alleen een milieuvoordeel<br />

wordt bereikt (minder uitstoot van<br />

onder andere zwavel, stikstof en roet)<br />

maar ook een grote reductie in CO 2uitstoot<br />

wordt gerealiseerd.<br />

Ger Küpers van New Energy Docks:<br />

“Het plan om de Waddengemeenten<br />

voor 2030 geheel op duurzame energie<br />

te laten draaien, is realistisch.<br />

Daarmee wordt de doelstelling ingevuld<br />

van het vorig jaar door de vijf<br />

Waddengemeenten gesloten Ambitiestatement<br />

Duurzame Waddeneilanden.<br />

Synthetische diesel op basis van<br />

Biomass to Liquids kan daarin een<br />

belangrijke rol spelen.”<br />

Schone lucht diesel<br />

Na proeven met stadsbussen en taxi’s<br />

in een groot aantal stedelijke gebieden<br />

- GTL wordt immers vooral gezien<br />

als een premiumproduct dat een bijdrage<br />

levert aan schonere lucht in<br />

grootstedelijke agglomeraties - was<br />

de veerboot die elk uur het Marsdiep<br />

tussen Den Helder en Texel doorklieft<br />

de eerste maritieme toepassing voor<br />

dit Shell-product. De milieugevoeligheid<br />

van het internationaal als wetlands<br />

erkende Waddengebied rechtvaardigde<br />

dit proefproject ver buiten<br />

grote stadsgebieden.<br />

Bij de TESO (sinds vorig jaar ‘Koninklijk’<br />

bij het bereiken van de honderdjarige<br />

leeftijd) was men zeer geïnteresseerd<br />

in een GTL-proef op haar<br />

grootste veerboot; een min of meer<br />

logisch gevolg van de zeer nauwe binding<br />

die het bedrijf met het eiland<br />

heeft. In 1907 immers legden de<br />

Texelaars, op initiatief van huisarts<br />

Adriaan Wagemaker, hun spaargeld<br />

in om de concessie van de toenmalige<br />

rederij over te nemen. Nu nog telt<br />

de TESO zo’n drieduizend aandeelhouders,<br />

bijna allemaal Texelaars, die<br />

betaald worden in voornamelijk emotie<br />

naast (een zeer klein) dividend.<br />

Het hoofdschip van de TESO is de<br />

Dokter Wagemaker, gebouwd in Vlissingen<br />

en als dubbeldekker in staat<br />

om 300 personenauto’s en 1.750 passagiers<br />

over te zetten. In de machinekamer<br />

staan vier hoofdmotoren en<br />

voor de continue stroomvoorziening,<br />

indien het schip in de haven overnacht,<br />

een hulpmotor met een vermogen<br />

van 230 kW.<br />

Deze hulpmotor, althans een identieke<br />

broer ervan, is bij Pon Power in<br />

Papendrecht als nulmeting getest op<br />

standaard-gasolie en heeft daarna ook<br />

gelopen op pure GTL. “Als leverancier<br />

moeten we natuurlijk volledig achter<br />

het product kunnen staan”, aldus<br />

Gerhard Groot Enzerink die bij Pon<br />

Power verantwoordelijk is voor ontwikkeling<br />

en technologie-innovatie.<br />

Bij de latere metingen aan de echte<br />

motor op de veerboot is vooral gekeken<br />

naar zaken als roet (fi jnstof),<br />

koolmonoxide en stikstof- en zwaveloxiden.<br />

Ook het brandstofgebruik<br />

speelde een rol, al levert GTL, omdat<br />

het van aardgas is gemaakt, slechts<br />

een relatief kleine bijdrage aan minder<br />

brandstofgebruik. Dit werd bewezen<br />

door de gebruikscijfers die na<br />

driekwart jaar werden gemeten, een<br />

winst - gemeten in kilo’s brandstof -<br />

van 3,6 procent. (zie kader).<br />

GTL moet door de schonere verbranding<br />

bovendien zorgen voor minder<br />

motorvervuiling, dus voor minder<br />

slijtage en onderhoud, wat lagere<br />

operationele kosten bij de gebruiker<br />

oplevert. Endoscopisch onderzoek<br />

door Pon Power (waarbij in de cilinders<br />

van de motor wordt gekeken) liet<br />

hiervan een bevestiging zien. Groot<br />

Enzerink: “De hulpmotor die op GTL<br />

loopt, is vooraf niet apart ingeregeld<br />

op de bijzondere specifi caties van de<br />

brandstof, dat gaan we, aan de hand<br />

van de meetresultaten tot nu toe,<br />

in maart doen en dat moet de emissiereducties<br />

verder kunnen verbeteren.”<br />

■<br />

Zo zou elke automobilist wel willen<br />

tanken, thuisbezorgd, lekker droog en<br />

uit de wind.<br />

Minder vuil uit<br />

de pijp<br />

GTL-diesel wordt momenteel door<br />

Shell gemaakt in een fabriek in<br />

Maleisië. Aardgas wordt er omgezet<br />

in synthetische middendestillaten<br />

met bijzonder goede emissiekarakteristieken.<br />

GTL staat voor Gas to<br />

Liquids, van aardgas tot vloeistoffen,<br />

waaronder gasolie/diesel.<br />

Momenteel bouwt Shell een veel<br />

grotere GTL-fabriek in Qatar. Deze<br />

fabriek (projectnaam Pearl) krijgt<br />

met 140.000 vaten GTL-brandstoffen<br />

per dag een tienvoudige capaciteit<br />

van de fabriek in Maleisië.<br />

Omdat GTL wordt gemaakt van<br />

aardgas kan de maximale CO 2reductie<br />

die wordt gerealiseerd<br />

niet groter zijn dan het zuiniger<br />

gebruik van GTL ten opzichte van<br />

standaard-gasolie.<br />

Het GTL-proces (vergassing van<br />

aardgas tot waterstof en koolmonoxide<br />

en daarna de katalytische<br />

omwerking van dit synthesegas tot<br />

middendestillaten) is ook toepasbaar<br />

met biomassa als voeding (Biomass<br />

to Liquids, BTL). De fysieke<br />

eigenschappen van de middendestillaten<br />

uit het BTL-proces zijn gelijk<br />

aan GTL maar de CO 2-reductie over<br />

de hele keten tussen productie en<br />

gebruik kan dan oplopen tot 90 procent.<br />

Shell is deelnemer en technologieleverancier<br />

in Choren, een<br />

BTL-project in de Duitse deelstaat<br />

Saksen.<br />

De door Pon Power gemeten resultaten<br />

van de proef met het gebruik<br />

van GTL-diesel in de hulpmotor van<br />

de veerboot Dokter Wagemaker:<br />

■ 3,6% verbetering brandstofgebruik<br />

(in gram brandstof per<br />

Brake kWh vermogen)<br />

■ 3,6% reductie CO 2-emissie<br />

■ 8,9% reductie NO x<br />

(stikstofoxiden)<br />

■ 74% reductie SO x (zwaveloxiden)<br />

■ 15,3% minder CO<br />

(koolmonoxide)<br />

■ 20,7% minder roetdeeltjes<br />

■ 3 decibel minder geluid<br />

In de testperiode is circa 90 ton<br />

(ruim 100.000 liter) Shell GTL-diesel<br />

in de hulpmotor verbruikt. De brandstof<br />

werd met tankauto’s aan boord<br />

gereden. Zouden in een vervolg van<br />

de test ook de hoofdmotoren van de<br />

veerboot op deze brandstof gaan<br />

draaien, dan neemt het verbruik fors<br />

toe; de Dokter Wagemaker heeft<br />

namelijk vier hoofdmotoren van elk<br />

2,8 MW vermogen, ruim het tienvoudige<br />

aan vermogen van de hulpmotor.<br />

Bij standaardweer draaien<br />

overigens slechts twee van de vier<br />

hoofdmotoren.


NAAM<br />

Jantien Eenhoorn<br />

LEEFTIJD<br />

38<br />

IN DIENST<br />

2007<br />

STUDIE<br />

Hogere Europese Studies,<br />

Den Haag<br />

FUNCTIE<br />

Communicatiemanager<br />

voor Human Resources<br />

LOCATIE<br />

Den Haag<br />

BIJZON<strong>DE</strong>RHEID<br />

Had alleen buitenlandse werkervaring;<br />

was onder meer in dienst van het<br />

Franse Total en Thales.


Wanneer je voor het<br />

Shell-hoofdkantoor een<br />

moderne bakfi ets ziet<br />

staan, kan die maar<br />

van een iemand zijn.<br />

De driewieler is hét vervoermiddel<br />

bij uitstek in Den Haag om haar twee<br />

dochters ’s ochtends naar de crèche<br />

en de basisschool te brengen. Daarna<br />

scheurt zij met wapperende haren<br />

door naar haar nieuwe werk. Snel en<br />

effi ciënt. “Een vriendin van mij vond<br />

aanvankelijk dat ik als een Française<br />

fi etste - gevaarlijk dus. Inmiddels is<br />

mijn rijstijl wel verbeterd...”<br />

Jantien Eenhoorn is wat ze bij Shell<br />

noemen een ‘experienced hire’ - een<br />

ervaren nieuwkomer. Voordat zij vorig<br />

jaar in Den Haag aan de slag ging, had<br />

zij al meer dan tien jaar werkervaring.<br />

Opgedaan in het buitenland - om preciezer<br />

te zijn in Frankrijk.<br />

Bij Shell is Jantien communicatiemanager<br />

voor de wereldwijde Human<br />

Resources. De Haagse staat voor een<br />

pittige opdracht. Zo stroomlijnt zij de<br />

communicatie tussen de vele verschillende<br />

HR-afdelingen en -activiteiten.<br />

“Er werd nog te veel los van elkaar<br />

gedaan.” Verder werkt zij aan een<br />

betere zichtbaarheid van HR in het concern,<br />

en verbetert zij de communicatie<br />

van verschillende initiatieven in zogenoemde<br />

HR functional areas. Dan<br />

moeten we bijvoorbeeld denken aan<br />

projecten rond diversity & inclusion<br />

en het aantrekken van talentvolle afgestudeerden.<br />

Ook de vergaande veranderingen<br />

binnen de ondersteunende<br />

HR Services (personeelsadministratie,<br />

expatdienstverlening, et cetera, red.),<br />

die Shell in Krakow en Manilla centraliseert,<br />

vragen om veel interne communicatieaandacht.<br />

“Standaardisatie is<br />

een wereldwijde trend. Shell kan niet<br />

achterblijven. Ik heb veel waardering<br />

voor de manier waarop de betrokken<br />

HR-medewerkers met al deze veranderingen<br />

omgaan.”<br />

Haar nieuwe communicatiefunctie<br />

heeft Jantien in samenwerking met<br />

haar baas in een jaar tijd ontwikkeld.<br />

“Inderdaad, fl ink aanpoten, zeker als<br />

je als nieuwkomer toch ook je weg<br />

moet vinden in de niet altijd eenvoudig<br />

te doorgronden organisatie”, zegt<br />

de vroegere Parisienne met vriendelijke,<br />

bijna zangerige stem. Ferm<br />

gevolgd door de opmerking dat alleen<br />

communicatie niet het tovermiddel is<br />

om allerlei problemen in de organisatie<br />

op te lossen of projecten te laten<br />

slagen.<br />

Met handen en voeten<br />

Na het werk is het samen met haar<br />

Britse echtgenoot, die bij Shell voor<br />

Finance werkt, tijd voor de twee jonge<br />

dochtertjes. “Als fulltime werkende<br />

ouders moeten we fl exibiliteit en creativiteit<br />

benutten om alles in het gezin<br />

goed te regelen, maar het lukt nog<br />

steeds aardig. Wij hebben in ieder<br />

geval het geluk dat wij overdag een<br />

fantastische oppas hebben, die ons<br />

ook nog wat helpt in de huishouding.”<br />

Jantien is niet zover dat zij minder wil<br />

werken of stoppen - voor haar telt in<br />

deze fase dat zij haar werk en ervaring<br />

wil combineren met het moederschap.<br />

“In Frankrijk is het heel normaal om<br />

als hoogopgeleide vrouw kinderen te<br />

krijgen en gewoon door te werken.”<br />

Jantien verzeilde in Frankrijk na het<br />

afronden van haar Hogere Europese<br />

Studies in Den Haag, met communicatiemanagement<br />

als een van de afstudeerrichtingen.<br />

Zij regelde een stage<br />

op het hoofdkantoor van Total in de<br />

moderne Parijse zakenwijk La Defense.<br />

Pourquoi? “Ik wilde graag naar Parijs,<br />

en het was bovendien een uitgelezen<br />

mogelijkheid om mijn Frans te verbeteren.<br />

Dat heb ik geweten. De eerste<br />

vier maanden heb ik mij met handen<br />

en voeten verstaanbaar moeten maken<br />

- het basis-Frans dat ik beheerste was<br />

absoluut onvoldoende... Maar wanneer<br />

je de hele dag alleen maar Frans<br />

hoort en leest, leer je de taal snel.”<br />

Dubbele carrières<br />

Jantien had kennelijk indruk genoeg<br />

gemaakt dat zij een baan in de interne<br />

communicatie kreeg bij Total-dochter<br />

Hutchinson (rubber) die kantoor hield<br />

aan de Champs Elysées. Na een tussenstop<br />

bij Total in het sponsorteam voor<br />

het Europees Kampioenschap Voetbal<br />

29 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

Shell in Nederland telt ruim elfduizend medewerkers. Wat doen ze? En wat hebben ze te vertellen?<br />

Communicatiemanager Jantien Eenhoorn vertelt in deze afl evering over haar werk en leven in Den Haag, nadat zij vorig jaar<br />

na twaalf jaar buitenland terugkeerde in ons land. “Wat een schok. Ik noem het de repat blues...”<br />

<strong>DE</strong> ME<strong>DE</strong>WERKER<br />

Wereldburger in<br />

Den Haag<br />

• TEKST CASPAR VAN LOO • FOTO WILFRIED OVERWATER •<br />

(Euro 2000) dat in Nederland en België<br />

plaatsvond, stond de internationale<br />

verhuizer klaar. Haar man moest voor<br />

zijn bedrijf Schlumberger naar Oslo.<br />

Een overplaatsing voor Jantien zat er<br />

bij Total niet in, aangezien de meeste<br />

activiteiten van Total aan de Noorse<br />

westkust zitten. “Ik ben in Oslo een<br />

jaar lang expatvrouw geweest”, zegt<br />

zij. “In de tussentijd leerde ik Noors,<br />

organiseerde uitjes en bijeenkomsten<br />

voor andere expatpartners en deed<br />

veel aan sport.”<br />

Jantien had ook veel tijd om na te denken<br />

tijdens de lange, donkere wintermaanden.<br />

Zij en haar man besloten<br />

uiteindelijk om dual careers voorrang<br />

te geven in hun leven. Dus ging Jantien<br />

op zoek naar werk en vond dit<br />

opnieuw in Frankrijk. Zij kwam als<br />

external communications manager in<br />

dienst van het Parijse Thales, gespecialiseerd<br />

in elektronica voor defensie-doeleinden.<br />

Haar man kreeg vier<br />

maanden later via Schlumberger een<br />

overplaatsing naar Parijs. “Wij vinden<br />

dubbele carrières belangrijk. Voor mij<br />

is werken de manier om je te blijven<br />

ontwikkelen en geen achterstand in je<br />

loopbaan op te lopen.”<br />

Sneller en harder<br />

Toen later kort na elkaar hun dochters<br />

waren geboren, kozen Jantien en haar<br />

man voor Den Haag inplaats van Parijs<br />

als plaats waar hun kinderen moesten<br />

opgroeien. Die beslissing was eenvoudig<br />

uit te voeren, omdat haar echtgenoot<br />

met succes had gesolliciteerd<br />

bij Shell. Eenmaal gesetteld in de Residentie<br />

trok Jantien aan de Carel van<br />

Bylandtlaan aan de bel, ze wilde er wel<br />

werken. “De combinatie nu met het<br />

gezin levert in ieder geval veel afwisseling<br />

in het bestaan op.” En dat Shell<br />

via het Professional Women’s Network<br />

begeleiding biedt in het balanceren<br />

tussen werk en privé, kan Jantien<br />

alleen maar toejuichen. Ziet ze haar<br />

man nog veel op het werk? “Er werken<br />

zoveel mensen in het hoofdkantoor,<br />

dat we elkaar zelden zien. Maar<br />

als we elkaar een paar avonden mislopen,<br />

proberen we af en toe samen te<br />

lunchen en even bij te praten.”<br />

Na twaalf jaar terugkeren in Nederland<br />

was wel een schok. Noem het de<br />

repat blues. “Veel is hetzelfde als in<br />

Frankrijk maar dan anders. Contant<br />

afrekenen bij de huisarts doen we hier<br />

niet. De acceptgiro getekend terugsturen<br />

naar de afzender ook niet, en eten<br />

om negen uur ’s avonds al helemaal<br />

niet... Daarnaast zijn in ons land veel<br />

dingen sneller en harder geworden -<br />

neem alleen het verkeer al.”<br />

Als dochter van een Nederlandse<br />

vader en een Belgische moeder,<br />

opgegroeid op de Zuid-Hollandse en<br />

Zeeuwse eilanden, volwassen geworden<br />

in Frankrijk, getrouwd met een<br />

Brit en werkend voor een multinational<br />

voelt Jantien zich als wereldburger<br />

wel op haar gemak in het internationaal<br />

getinte Den Haag. “Maar Frankrijk<br />

blijft trekken. Ik beschouw het als mijn<br />

tweede thuisland.”<br />

Inclusion<br />

Haar internationale achtergrond<br />

draagt er waarschijnlijk toe bij, dat<br />

de Haagse veel affi niteit heeft met het<br />

beleid rond diversity & inclusion bij<br />

Shell. Met veel plezier werkt zij aan<br />

het programma om het interne proces<br />

te ondersteunen dat recht doet aan de<br />

verscheidenheid van mensen, en hun<br />

de ruimte geeft in hun werk - op weg<br />

naar nog betere prestaties. “In de afgelopen<br />

jaren heeft Shell veel aan het<br />

beleid gedaan, maar de overtuiging<br />

moet nu nog embedded worden in het<br />

gedrag van de medewerkers. Iedereen<br />

begrijpt nu wel dat Shell de beste mensen<br />

wil ongeacht hun afkomst, geloof,<br />

leeftijd, enzovoorts. Maar we willen<br />

ook dat al die mensen zich thuis voelen<br />

in de organisatie en zo goed kunnen<br />

presteren.”<br />

Voelt Jantien zich als ervaren nieuwkomer<br />

inmiddels inclusive - op haar<br />

gemak? Ze knikt: “Hier op het hoofdkantoor<br />

is veel expertise in conceptueel<br />

denken en beleidsontwikkeling.<br />

Voor de uitvoering worden heel andere<br />

wegen bewandeld. In mijn bagage zit<br />

van beide disciplines het nodige. Al<br />

die ervaring kan ik nu behoorlijk goed<br />

gebruiken in dit werk.” ■


FOTO: HOLLANDSE HOOGTE<br />

SHELL ECO-MARATHON EUROPA 2008<br />

30 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

SHELL ACTUEEL<br />

Op het Frans racecircuit Nogaro wordt van 22 tot 24 mei de 24 ste editie van de Shell Ecomarathon<br />

gehouden. De uitdaging van deze competitie is om zo ver mogelijk te rijden met<br />

gebruik van zo min mogelijk brandstof.<br />

Zo’n 200 teams met technische studenten uit heel Europa doen mee, waaronder zes uit Nederland.<br />

‘The Hydro cRuisers’ van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk, de ‘Dutch Painters’ van het<br />

Haagse Hofstad Lyceum, het ‘Eco-Runner Team Delft’ van de TU Delft en het team ‘Phidippides’<br />

van de Hogeschool Rotterdam reden vorig jaar al mee. De twee nieuwe teams die dit jaar meestrijden<br />

zijn het Damstede uit Amsterdam met het team ‘Triple X’ en de ‘LeekBurners’ van de<br />

Lindeborg uit Leek.<br />

De Eco-marathon bestaat uit de klassen Prototypes en UrbanConcept. De voertuigen in Prototypes<br />

zien er futuristisch en gestroomlijnd uit. De vierwielers in UrbanConcept lijken meer op de<br />

auto’s van nu, in principe kunnen deze concepten zo de weg op.<br />

Eco-marathon is een project van Shell dat de wedstrijd ziet als een platform voor jongeren om te<br />

experimenteren met duurzame energie. Snelheidsrecords zijn onbelangrijk. Centraal staan duurzame<br />

mobiliteit, milieubewustzijn en betaalbare alternatieven voor huidige fossiele brandstoffen.<br />

Het evenement is daarnaast een klassieke proeftuin waarin studenten hun research kunnen<br />

demonstreren en technische innovaties etaleren. Een ontmoetingsplek voor aankomende technici<br />

en ingenieurs waar ze elkaar kunnen inspireren en van elkaar kunnen leren.<br />

ENERGIEWET VS:<br />

ZUINIGER AUTO’S, MEER<br />

BIOBRANDSTOFFEN<br />

Een nieuwe energiewet moet het Amerikaanse<br />

benzinegebruik in tien jaar met 20% hebben<br />

verminderd, vandaar de slogan die aan de<br />

wet is gegeven, “Twenty in Ten”. President George<br />

W. Bush ondertekende de wet in december.<br />

“Twenty in Ten” draait vooral om zuiniger auto’s en<br />

meer gebruik van biobrandstoffen.<br />

Het vlootgemiddelde van alle nieuwe personenauto’s<br />

(vanaf modeljaar 2010) en bestelwagens en<br />

SUV’s (vanaf modeljaar 2012) moet eind 2020 35<br />

mijl/gallon bedragen, ofwel 1:14,7 in Europese<br />

maten. Dit is een sprong in energie-effi ciëntie van<br />

40% ten opzichte van de huidige CAFE-norm<br />

(Corporate Average Fuel Economy). Deze zuiniger<br />

auto’s hebben samen een besparingseffect van 32<br />

miljard liter benzine.<br />

Het andere doel van de nieuwe wet is een forse<br />

groei in de productie van biobrandstoffen. In 2017<br />

moet de jaarproductie 35 mld gallon bedragen,<br />

dat is 132 mld liter, met name ethanol. Dit spaart<br />

zo’n 90 miljard liter benzine uit. De wet zegt ook<br />

dat in 2017 16 mld gallon gemaakt moet worden<br />

van andere grondstoffen dan maïs, dus via ‘tweede<br />

generatie technologie’ met als basis houtsnippers,<br />

stro etc.<br />

De eerste maatregel - zuiniger auto’s - scheelt 5% op<br />

het geschatte benzinegebruik voor 2017 bij onveranderd<br />

beleid, de tweede - biobrandstoffen - vervangt<br />

15% van de benzine. Op dit moment vervangt<br />

ethanol 3% van de totale Amerikaanse vraag<br />

naar benzine.<br />

<strong>DE</strong> LUCHT LATEN OPKLAREN<br />

Bij deze Shell Venster heeft u de DVD ‘Clearing<br />

the Air’ aangetroffen, een gedramatiseerd maar<br />

op feiten berustend verhaal over de ontwikkeling<br />

van de Gas-to-Liquids (GTL) technologie<br />

van Shell waarmee de luchtkwaliteit in met name<br />

stedelijke gebieden sterk kan worden verbeterd.<br />

‘Clearing the Air’ is de kern van een tweede<br />

ronde in de afgelopen jaar gestarte externe<br />

campagne tot versterking van de reputatie van<br />

het merk Shell. De tweede ronde loopt ongeveer<br />

drie maanden en gebruikt wereldwijde en nationale<br />

media in zes landen - Verenigd Koninkrijk,<br />

Nederland, Duitsland, Verenigde Staten<br />

en China en alleen een online-verspreiding in<br />

Canada.<br />

De eerste fi lm in deze campagne (‘Eureka’)<br />

belichtte nieuwe boortechnologie (een fl exibel<br />

milkshake-rietje als idee om oliereservoirs op<br />

een nieuwe manier aan te boren), ‘Clearing the<br />

Air’ gaat over de technologie om aardgas om te<br />

zetten in uitermate schone diesel die bij verbranding<br />

voor veel lagere emissies zorgt. In het slot<br />

van de fi lm wordt vooruitgekeken naar de resultaten<br />

van het Pearl GTL-project van Shell dat<br />

momenteel in aanbouw is in Qatar.<br />

Meer info over deze campagne en over GTL:<br />

www.shell.com/realenergy


Z O K I J K I K E R T E G E N A A N<br />

BIOBRANDSTOFFEN? ZOALS HET NU<br />

GAAT ZOU<strong>DE</strong>N WE ZE NIET<br />

MOETEN WILLEN, VINDT DOMINIC<br />

BOOT, DIRECTEUR VAN <strong>DE</strong><br />

VERENIGING NE<strong>DE</strong>RLANDSE<br />

PETROLEUM INDUSTRIE (VNPI).<br />

“HET MID<strong>DE</strong>L IS ERGER<br />

DAN <strong>DE</strong> KWAAL.”<br />

T<br />

wee jaar geleden waren<br />

de kaarten ineens geschud.schud.<br />

Dominic Boot<br />

presenteerde presenteerde de studie<br />

‘Tanken of stoken’ stoken’<br />

over de kosten en baten<br />

van van biobrandstoffen en<br />

kreeg te horen: “Aanvaard nou maar<br />

dat biobrandstoffen een politieke realiteit<br />

zijn.” Voor een wetenschappelijk<br />

verhaal was het te laat. Niet veel later<br />

besloot het kabinet tot de verplichte<br />

bijmenging van biobrandstof in benzine<br />

en diesel.<br />

Voor Boot zijn de feiten juist álles.<br />

Op zijn bureau legt hij het ene na het<br />

andere rapport van onder meer de VN<br />

en het IEA die laten zien dat de huidige<br />

biobrandstoffen niet zo groen en duurzaam<br />

zijn als vaak wordt beweerd. “Uit<br />

al deze rapporten blijkt dat het middel<br />

soms erger is dan de kwaal en dat je<br />

in ieder geval de eerste generatie bio-<br />

31 - MA ART / APRIL 2008 - SHELL VENSTER<br />

brandstoffen, de biobrandstoffen die<br />

nu op de markt zijn, eigenlijk niet zou<br />

moeten willen.”<br />

Wat dat betreft vindt hij zelfs organisaties<br />

als Stichting Natuur en Milieu en<br />

Greenpeace aan zijn kant. “En zo vaak<br />

zijn we het niet met ze eens!”<br />

De habitat van Dominic Boot is de<br />

wereld van ambtenaren en beleidsmakers.<br />

Daar lobbyt hij voor de negen<br />

Nederlandse oliemaatschappijen, waaronder<br />

Shell, die zich hebben verenigd<br />

in de VNPI. “De voorgenomen wetgeving<br />

proberen te begrijpen en ons<br />

standpunt uitdragen”, noemt hij het<br />

zelf liever.<br />

Langzamerhand vindt hij weer iets<br />

meer gehoor voor zijn standpunten. Er<br />

is weer discussie mogelijk, biobrandstof<br />

is niet meer heilig. “De Tweede<br />

Kamer begint nu ook te beseffen dat<br />

er iets grondig mis mee is.”<br />

Niet dat binnen de VNPI de stemming<br />

volledig eensgezind is. Sommige<br />

leden laten zich met het oog op de<br />

publieke opinie niet graag negatief uit<br />

over biobrandstoffen. Anderen noemen<br />

biobrandstoffen onomwonden<br />

‘boerenbedrog’.<br />

Om aan de wettelijke verplichting tot<br />

bijmengen te voldoen kopen alle VNPIleden<br />

biobrandstoffen in, maar geen<br />

enkele maatschappij investeert zelf<br />

op grote schaal in de productie ervan.<br />

Dat anderen wel produceren heeft volgens<br />

Boot maar één reden: subsidie.<br />

“Mijn kantoor zit vol met mensen die<br />

iets willen doen met biobrandstof, je<br />

houdt het niet voor mogelijk. Allemaal<br />

zitten ze aan die pot met subsidie.”<br />

Boot weet het zeker: “Zonder subsidie<br />

valt deze markt compleet in elkaar.”<br />

Slecht voor alles<br />

“Alle argumenten vóór het gebruik<br />

van eerste-generatie biobrandstof rammelen”,<br />

vindt Boot. Hij somt het op: de<br />

voorzieningszekerheid wordt eerder<br />

kleiner dan groter, het klimaat wordt<br />

er nauwelijks beter van (als het gaat<br />

om het reduceren van CO 2-uitstoot<br />

is bijstook van biomassa in elektriciteitscentrales<br />

vijf keer effi ciënter) en<br />

om de uitstoot door het wegverkeer<br />

te beperken zijn er betere maatregelen.<br />

“Je moet zorgen dat het systeem<br />

effi ciënter wordt. Zorg dat je mensen<br />

in de trein krijgt, investeer in hybride<br />

technologie en pak de verkeerssystemen<br />

aan.”<br />

Het bevreemdt Boot dat er zo weinig<br />

aandacht is voor de evidente nadelen<br />

van de huidige generatie biobrandstof-<br />

“WE BEGINNEN OP DON QUICHOT<br />

TE LIJKEN”<br />

• TEKST REINIER SPREEN • FOTO JEROEN KROOS •<br />

fen. “Iedereen roept: we willen biobrandstoffen!<br />

Maar we zijn regenwoud<br />

aan het kappen en water wordt schaarser<br />

en voedsel duurder. Dát is pas een<br />

inconvenient truth. Het is slecht voor<br />

alles.”<br />

Hier wordt hij vaak beticht van gevaarlijk<br />

spel, vooral door de milieuclubs.<br />

“Dan zeggen ze: oliemaatschappijen<br />

zijn toch wel de laatste die zich daar<br />

druk over zouden mogen maken? Maar<br />

oliemaatschappijen zijn juist diepgaand<br />

sociaal betrokken. Ze hebben<br />

een relatief lang denkraam van vijftien<br />

tot twintig jaar. Dan is sociale acceptatie<br />

even belangrijk als winst op de<br />

korte termijn.”<br />

De overheid wil met de industrie criteria<br />

opstellen voor de duurzaamheid<br />

van biobrandstoffen. Ze mogen niet<br />

ten koste gaan van milieu en biodiversiteit<br />

en moeten sociaal verantwoord<br />

worden geproduceerd. Of dat wereldwijd<br />

gaat werken, is de vraag, zegt<br />

Boot. “Moet je je voorstellen. Dan willen<br />

wij geen palmolie meer uit Maleisië<br />

omdat daar regenwoud voor is<br />

gekapt. Terwijl het voldoet aan alle<br />

lokale milieu-eisen.”<br />

Realistische doelstellingen<br />

Europa wil te veel en te snel, vindt<br />

Boot. “Als we de Kyoto-doelen halen<br />

scheelt dat een half procent van de<br />

wereldwijde CO 2-uitstoot. Dat kost<br />

dus een heleboel en levert bijna niets<br />

op. We beginnen op Don Quichot te<br />

lijken door de industrie onhaalbare<br />

doelstellingen en beperkingen op te<br />

leggen. Onze olie-industrie gaat weliswaar<br />

niet dicht, maar er wordt hier<br />

niet meer geïnvesteerd op de schaal<br />

waarop dat elders gebeurt. De rest van<br />

de wereld zegt dankjewel, want daar<br />

gaan de nieuwe projecten heen.”<br />

Wil Europa iets bereiken, dan moet het<br />

werken aan biobrandstoffen die wél<br />

duurzaam zijn. “Vergassing van biomassa<br />

is bijvoorbeeld interessant. Als<br />

je die technologie goed ontwikkelt,<br />

creëer je ook economische waarde.<br />

Meer brainpower per molecuul, zeg<br />

maar. Dat levert echt iets op.”<br />

Persoonlijk gelooft Dominic Boot in<br />

het vergroten van de energie-effi ciëntie<br />

en op de langere termijn in zonneenergie,<br />

waterstof, hybride technologie<br />

en moderne transportsystemen.<br />

“Met biobrandstoffen verlengen we de<br />

ineffi ciëntie van het huidige systeem.<br />

We moeten juist zoeken naar een effi -<br />

ciënter systeem.”


JARIG<br />

LIVEWIRE GEEFT GRATIS<br />

JUBILEUMBOEK WEG<br />

Als beginnend ondernemer ben je gebaat bij goed advies. Hoe scherp je je plannen aan?<br />

Hoe bereik je dat je goede idee ook commercieel succesvol kan zijn? En luister je beter<br />

naar je klanten of liever naar jezelf?<br />

Al tien jaar helpt LiveWIRE technisch, innovatieve ondernemers op weg bij de opstart, verdere groei<br />

en ontwikkeling van hun bedrijf. LiveWIRE is een initiatief van Shell en wordt in Nederland uitgevoerd<br />

door Syntens, innovatienetwerk voor ondernemers. Ruim 2.000 jonge ondernemers kregen advies en<br />

trainingen of maakten gebruik van een netwerk van deskundigen en ervaren ondernemers.<br />

Dat zij veel profi jt hebben gehad van hun deelname aan LiveWIRE blijkt uit de verhalen in het<br />

jubileumboek “10 jaar LiveWIRE”. Stuk voor stuk inspirerende ervaringen van mensen die erin<br />

slaagden een succesvolle onderneming op te bouwen, aangevuld met tips voor de nieuwe<br />

generatie ondernemers. Ook geeft ondernemersgoeroe Ben Tiggelaar zijn visie op jong en innovatief<br />

ondernemerschap. Nieuwsgierig? Vraag dan een gratis jubileumboek aan via info@livewire.nl.<br />

Wees op tijd: op=op.<br />

www.livewire.nl<br />

PARTNERS VAN LIVEWIRE SPONSORS VAN LIVEWIRE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!