09.11.2014 Views

Instructieavond Helikopter

Instructieavond Helikopter

Instructieavond Helikopter

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• In onderstaand schema is de volgorde waarin je de<br />

zender programmeert weergegeven.<br />

1. 2. 3.<br />

Het model<br />

een naam<br />

geven.<br />

Het type<br />

swashplate<br />

instellen.<br />

De juiste<br />

draairichting van<br />

de servo’s<br />

instellen.<br />

Voor elektro de<br />

throttle reversen.<br />

Voor elektro de<br />

throttle hold<br />

instellen en<br />

aanzetten.<br />

Zet nu je helikopter aan<br />

Voor de zekerheid<br />

de bladen eraf<br />

halen.<br />

De stijg en<br />

draairichting van<br />

de swashplate<br />

instellen.<br />

De servo’s<br />

uitlijnen.<br />

4. 5. 6.<br />

De beweging van<br />

de swashplate<br />

beperken.


7. 8.<br />

De normale<br />

throttle curve<br />

instellen<br />

De normale<br />

pitch curve<br />

instellen<br />

De gevoeligheid<br />

van de gyro<br />

instellen<br />

De timer<br />

instellen<br />

De failsafe<br />

instellen<br />

9. 10. 11.<br />

Autorotatie<br />

instellen


1. Allereerst geef je de helikopter een nummer en een naam.<br />

Het nummer is de identificatie (de geheugenplaats van de<br />

helikopter in de zender)<br />

2. Kenmerkend voor het overbrengen van stuurbewegingen<br />

op je helikopter is het type swashplate dat hij heeft. Veel<br />

van de functies van de zender steunen op het ingestelde<br />

type. Reden om dit als tweede in te stellen;<br />

3. De volgende stap is er voor te zorgen dat de servo´s de<br />

swashplate de juiste kant op laten bewegen, maar ook de<br />

staartfuncties in de juiste richting laten bewegen;<br />

4. Bewegen de servo’s de juiste kant op dan ga je ervoor<br />

zorgen dat de swashplate in zijn geheel op en neer<br />

beweegt, als je min of meer gas geeft;<br />

5. Nu ga je de servo’s uitlijnen. Met andere woorden: je gaat<br />

in principe de servo-hoorntjes parallel plaatsen aan de<br />

onderkant van de swashplate;


6. Daarna ga je de bewegingsruimte van de swashplate<br />

instellen. Ook dit is bijvoorbeeld nodig als je, ten gevolge<br />

van extreme stick bewegingen, tegen de mechanische<br />

grenzen van je helikopter aanloopt;<br />

7. Nu ga je de throttle- en pitchcurven instellen. Allereerst<br />

begin je met de standaard throttle- en pitchcurven en<br />

vervolgens stel je de curven voor IDEL UP1 en 2 in;<br />

8. Nu is het tijd de gyro globaal in te stellen<br />

9. Het instellen van de timer helpt je te zien of je accu of<br />

tank leeg raakt<br />

10. Het instellen van fail safe helpt je ongelukken te<br />

voorkomen als de verbinding tussen de zender en de<br />

ontvanger onverhoopt wegvalt<br />

11. Ook stel je autorotatie in. Gebruik je hem (niet direct<br />

daarvoor) dan kun je de functie ook gebruiken om ervoor<br />

te zorgen dat je motor niet gaat draaien, bijvoorbeeld als<br />

je je helikopter verplaatst.


Het binden van een zender aan ontvanger<br />

• Alleen bij 2,4 GHz systemen moeten zender en<br />

ontvanger gebonden worden.<br />

• Elke zender heeft een unieke ID code. Om de<br />

ontvanger te kunnen gebruiken moet deze gelinkt<br />

worden aan de zender. De unieke ID code wordt<br />

opgeslagen in de ontvanger. Deze handeling hoeft<br />

slechts 1 x uitgevoerd te worden, per ontvanger, tot dat<br />

de ontvanger gebruikt gaat worden in combinatie met<br />

een andere zender. Iedere (nieuwe) ontvanger moet<br />

gelinkt worden aan de betreffende zender, anders zal<br />

deze niet functioneren.


Link procedure<br />

1. Zender en ontvanger op minder dan een meter bij<br />

elkaar brengen.<br />

2. Zet de zender aan.<br />

3. Controleer of de zender signalen uitzendt.<br />

4. Zet de ontvanger aan.<br />

5. De Led op de ontvanger moet nu Groen knipperen.<br />

(ik zie signaal, maar het is niet voor mij).<br />

6. Druk het link/mode knopje meer dan 2 sec in en laat<br />

deze dan los. Het “linken” start nu.<br />

7. Als het “linken” gereed is, zal het ledje groen gaan<br />

branden en de aangesloten servo’s zullen reageren.


• Dit proces niet uitvoeren in de nabijheid van andere<br />

actieve FASST zenders. Het link proces kan hierdoor<br />

verstoord worden. Ook kan een ontvanger gelinkt<br />

worden aan een verkeerde zender.<br />

• Led indicatie ( R6008HS )<br />

Groen Rood Status<br />

UIT AAN Geen<br />

signaal<br />

ontvangst<br />

AAN UIT Ontvangst<br />

signalen<br />

KNIPPER UIT Ontvangst<br />

signalen,<br />

maar ID is<br />

onjuist


Swashplate<br />

• H-1 Type: "Puur Functie" of "single servo" (de meeste<br />

helikopters gebruiken dit type). Een "single servo"<br />

swashplate gebruikt èèn servo voor elke as: aileron,<br />

elevator (cyclic pitch), en collective pitch, in<br />

tegenstelling tot een CCPM helicopter die gebruikt een<br />

combinatie van servos die samen drie assen laten<br />

bewegen.


Swashplate H1<br />

• Type H1<br />

Filmpje afdraaien


Swashplate<br />

• H-3 Type: 140 graden CCPM. Het plaatje toont de<br />

positie van de Pushrods . Fundamenteel, de servo<br />

werking van een H-3 type is bijna gelijk aan die van<br />

een HR3 type. Echter, de servo regeling voor elevator<br />

werking verschilt. 140 graden CCPM biedt soepeler<br />

opereren van de gecombineerde servos en een gelijke<br />

cyclische snelheid rondom. Op een 120 graden<br />

opstelling, de links / rechts cyclisch is iets sneller dan<br />

de voor / achter cyclische.


Swashplate H3<br />

• Type H3


Swashplate<br />

• HR3 Type: Het plaatje toont de positie van de<br />

Pushrods . Met Aileron input, de aileron en pitch<br />

servos tillen de swashplate links en rechts; met<br />

Elevator input, de drie servos tillen de swashplate naar<br />

voren en naar achteren; met Pitch input, alle drie de<br />

servos bewegen de swashplate op en neer. Bovendien<br />

werken verscheidene servos in harmonie met elkaar<br />

(ex: HR3, alle 3 servos te samen creeren elevator<br />

beweging) het beschikbare koppel wordt drastisch<br />

verhoogt evenals de precisie en centrering.


Swashplate HR3<br />

• Type HR3


Swashplate H4<br />

• Type H-4: Het plaatje toont de positie van de Pushrods<br />

Swash is een 4 servo ccpm, met de servos onder een<br />

hoek van 90 graden ten opzichte van elkaar.


Stick mode


Kanaalkeuze<br />

• Kanaal 1 : Aileron<br />

• Kanaal 2 : Elevator<br />

• Kanaal 3 : Throttle<br />

• Kanaal 4 : Rudder<br />

• Kanaal 5 : Gyro<br />

• Kanaal 6 : Pitch


Servo Reversen<br />

• Waarom<br />

• De functie wordt gebruikt om de richting om te<br />

draaien waarin een servo reageert op een actie van de<br />

zender ( stick of switch). Nadat u deze functie heeft<br />

gebruikt, dient u de volledige bediening van het model<br />

te controleren om er zeker van te zijn dat alles werkt in<br />

de juiste richting. Omkeren van de richting van een<br />

servo en vervolgens niet controleren of het juiste<br />

effect wordt bereikt is een van de meest voorkomende<br />

oorzaken van een crash.


Subtrims<br />

• Wat doen ze<br />

• Je verstelt er de middenstand van de servo mee. (subtrim wordt het<br />

meeste toegepast bij het rechtzetten van de swash als het mechanisch<br />

niet lukt, maar ook andere servo’s kun je ermee verstellen.)<br />

• Het gebruik van je subtrims doet niet meer of minder als het gebruik<br />

van de normale trims.<br />

Dus is het, als je van een servo bij 100% van je uitslag gebruikt, zeker<br />

van invloed op je servo.<br />

Het beste is om het zo min mogelijk te gebruiken, wat betekent dat je<br />

eventuele afwijkingen eerst mechanisch probeert weg te werken. De<br />

laatste afwijking kun je evt met subtrims doen.<br />

Als je dan de zender aan zet, kun je de trims op nul zetten, omdat de<br />

afwijkingen toch al met de subtrims opgevangen zijn.


Bladhoeken instellen<br />

• Hoe<br />

• De bladhoek afstellen wordt door velen als een lastig<br />

en kritisch klusje gezien. Dit komt vooral omdat zo’n<br />

beetje alles beweegt, en verstellen van 1 link op diverse<br />

plaatsen invloed heeft. Alles zit immers met elkaar<br />

verbonden. Een paar keer “heen en weer” werken zal<br />

vaak nodig zijn. Neem hier gewoon de tijd voor. Je<br />

hebt er later veel plezier van. Daarnaast is het moeilijk<br />

een goed meetvlak te gebruiken.


• De bladhoek moet eigenlijk gemeten worden t.o.v. een<br />

vlak, haaks op de hoofdas. Dat klinkt leuk, maar is<br />

gewoon lastig meten. In de praktijk wordt de bladhoek<br />

gemeten t.o.v. de flybar. Door de vorm van de<br />

constructie is er in feite sprake van parallellogrammen.<br />

En deze hebben de eigenschap dat zijden evenwijdig<br />

aan elkaar blijven bij vervormen. De flybar kan dus<br />

goed dienen als meetvlak. De meeste pitchmeters<br />

maken hier ook gebruik van. De enige echte<br />

onnauwkeurigheid die hiermee nog overblijft is het<br />

verschil van de middelpunten. Het middelpunt<br />

(draaipunt) van de flybar zit ca. 20 mm lager dan het<br />

draaipunt van de bladeholder. Dit bij modellen met de<br />

mainblades bovenaan de rotor.


• Bladhoek: 2 mogelijkheden:<br />

• -4 tot +10, lineair. Midstick is dan ongeveer hoover<br />

punt.<br />

• -4 tot +10, met midstick het 0 graden punt. (voor als je<br />

later op z’n kop wilt vliegen. Dan kan je dit uitbereiden<br />

van -10 tot + 10.


Gyro werking<br />

• Hoe in te stellen.<br />

• Gyro: altijd loodrecht t.o.v. de hoofd-as plaatsen. Anders<br />

werkt hij niet correct.<br />

• De gyro of gyroscoop is een extra hulpmiddel om het<br />

besturen van de heli te vergemakkelijken.<br />

Het is dus een meetinstrument wat gevoelig is voor<br />

hoekverdraaiing.<br />

In dit geval bezit de gyro een in en uitgang waardoor het<br />

mogelijk wordt hem automatische aansturingen te laten<br />

verrichten.<br />

De richting waarin hij gevoelig is wordt bepaald door in<br />

welke richting hij op de heli gemonteerd wordt.


• Hij wordt gekoppeld tussen de staartbesturings-servo<br />

en de ontvanger.<br />

De functie van de gyro is het opvangen van een<br />

plotselinge ongewilde hoekverdraaiing om de hoofdas<br />

door b.v. wind vlagen. Door de gyroscopische werking<br />

wordt de staart automatisch terug gestuurd in<br />

tegengestelde richting van de plotselinge verdraaiing.<br />

Verdraaiing door verandering van bladhoek of koppel<br />

(toerental).<br />

• De maten van gevoeligheid van de gyro is instelbaar.<br />

In hoofdlijnen zijn er twee soorten wat de werking<br />

betreft:


• Een die wel de plotselinge bewegingen van de staart<br />

door b.v. windvlagen opvangt maar niet de richting<br />

waarin de staart oorspronkelijk naar toe stond<br />

corrigeerd (normale funtie) en een die ook deze<br />

functie kent en zelf in staat is om bij behoorlijke<br />

zijwind toch de staart in de oorspronkelijke richting te<br />

houden de z.g. heading-hold of heading-lock.<br />

Als bij deze laatste de richting veranderd wordt door<br />

een stuursignaal van de zender wordt dit dan als nieuw<br />

uitgangspunt gekozen.<br />

Voor het leren vliegen (hoveren) is zeker deze laatste<br />

methode aan te bevelen.<br />

Ook is in sommige gevallen de gevoeligheid vanaf de<br />

zender in te stellen


Hoe stel je een gyro in<br />

• Voordat we kunnen beginnen dienen we eerst wat instellingen na<br />

te lopen. We gaan er in deze setup guide vanuit dat de bedrading<br />

al correct is aangesloten zoals staat beschreven in de<br />

handleiding. Voor de zekerheid volgt hier een kort overzicht.<br />

• Sluit de Rudder Input Connector aan op kanaal 4 van je<br />

ontvanger.<br />

• Sluit de Sensitivity Switch Connector aan op kanaal 5 van je<br />

ontvanger.<br />

• Sluit de Rudder Servo Connector aan op de Servo Connector<br />

van je (digitale) servo. Denk aan het gebruik van een “step down”<br />

deze dient toegepast te worden indien de bec of ontvanger accu<br />

5.5 volt of meer levert.


• Zet alle potmeters van de gyro op de laagste waarde en zet DS mode aan omdat<br />

we een digitale servo gebruiken.<br />

• Zet de Control Delay Trimmer (DELAY) op 0.<br />

• Zet de Limit Trimmer (LIMIT) op 60.<br />

• Zet de DS Mode Switch (DS) op ON.<br />

• Een GP780, GY611, GY701 of GY520 hebben geen potmeters. En de limits wil je<br />

het liefst tegen de 100 hebben. Dan heb je de beste resolutie bij het uitsturen<br />

van de hek servo. (grote servo uitslag).<br />

• Zorg ervoor dat de juiste draairichting en stuurrichting is ingesteld, zowel in de<br />

zender als op de gyro.<br />

• In de zender stel je dat in bij de functie REVERSE voor kanaal 4.<br />

• Op de gyro vind je de schakelaar Gyro Operation Direction Switch (DIR).<br />

• Controleer in je zender dat er geen trim of sub-trim wordt gebruikt.<br />

• Zet trim voor rudder stick op 0.<br />

• Zet sub-trim voor kanaal 4 op 0.


• Het eerste waarmee je begint is het mechanisch afstellen van de gyro<br />

en servo, door middel van onderstaande volgorde...<br />

• Servo Arm haaks (+/- 90°) op servo bevestigen.<br />

• Tail Pitch Slider centreren met de servo arm op +/- 90° in rudder<br />

neutral position<br />

• Limit Trimmer (LIMIT) van de gyro instellen voor maximale uitslag<br />

zonder binding<br />

• Om een servo arm haaks (+/- 90°) op de servo te bevestigen dien je de<br />

servo eerst te centreren. Echter als je je stick of de heli ook maar iets<br />

beweegt (in AVCS gyro mode) dan zal de servo van positie veranderen<br />

en in die positie positie blijven staan. Stel de gyro sensitivity daarom<br />

vanuit je zender in. Ga uit van de basis waarde die in de handleiding<br />

van de betreffende gyro vermeld staat.<br />

• Als je nu je stick loslaat dan zal de servo centreren. Dit noemen we de<br />

rudder neutral position. Zet je heli aan, laat de servo centreren en zet<br />

vervolgens de heli weer uit. Je kunt nu voorzichtig de servo arm<br />

monteren. Zie onderstaande voorbeeld...


• OPMERKING: Als je een servo arm gebruikt met één<br />

arm kom je niet altijd precies uit op 90°. Dat maakt<br />

niet uit, als het maar niet teveel afwijkt.<br />

BELANGRIJK: Gebruik absoluut geen trim of subtrim!<br />

TIP: Als je een servo arm met meer armen of een<br />

ronde schijf gebruikt dan staan er vaak nummertjes op,<br />

probeer telkens een ander<br />

nummertje net zolang<br />

totdat je op +/- 90° uitkomt.


• Om de tail pitch slider te centreren en de LIMIT van de gyro in<br />

te stellen dien je de tail boom servo mount te verschuiven (of je<br />

rudder control rod van lengte te veranderen). Zet je heli aan.<br />

Zorg ervoor dat de rudder in neutral position blijft staan (+/-<br />

90°), Schroef de tail boom servo mount ietsjes losser en<br />

verschuif deze over de tail boom net zolang totdat de tail pitch<br />

slider precies in het midden staat. Je kunt dit controleren door de<br />

stick helemaal naar links en naar rechts te bewegen. Zorg ervoor<br />

dat je geen binding hebt aan beide uiteindes en controleer<br />

hoeveel uitslag je nog over hebt. Als je denkt dat je de de tail<br />

pitch slider gecentreerd hebt pas je de gyro LIMIT zodanig aan<br />

totdat je links en rechts de maximale uitslag hebt zonder<br />

binding. Schroef je tail boom servo mount weer vast.<br />

• SAMENVATTING: Stick in het midden betekend servo<br />

gecentreerd (+/- 90°) en de tail pitch slider ook precies in het<br />

midden. Stick helemaal naar links of helemaal naar rechts geeft<br />

evenveel en maximale uitslag op de tail pitch slider, zonder<br />

binding. Zie onderstaande voorbeeld...


Stel de gyro sensitivity vanuit je zender<br />

in op AVCS gyro mode. Zet de heli aan<br />

en wacht 3 seconden (De meeste gyro’s<br />

dienen in AVCS mode te worden<br />

opgestart. Anders klopt het nulpunt<br />

niet). Beweeg je stick 3x snel heen en<br />

weer. De tail pitch slider centreert<br />

automatisch en de monitor LED op de<br />

gyro blijft branden. De noemen we de<br />

"rudder neutral check method". Blijft de<br />

monitor LED niet branden, controleer<br />

dan je zenderinstellingen en/-of dat je<br />

alle draden goed hebt aangesloten. Als je<br />

gebruik maakt van de combinatie<br />

Futaba GY401 + S9254/S2954 kun je in<br />

de meeste gevallen met 50% gain nu al<br />

vliegen zonder problemen. Dit is echter<br />

afhankelijk van allerlei factoren, zoals de<br />

lengte van je servo arm, de snelheid van<br />

je servo en etc. Controleer daarom altijd<br />

het volgende...


• Ook heel belangrijk is het om je kabels van de gyro niet te strak<br />

te zetten. Daardoor kunnen er trillingen worden overgedragen<br />

aan de gyro. Dit levert een nerveuze staart op.<br />

• Tail hunting: Als de staart blijft zoeken en/-of wat traag<br />

reageert, zet dan de gain wat hoger.<br />

• Tail wagging: Als de staart heel nerveus beweegt, zet dan de<br />

gain wat lager. (Des te hoger het toerental, des te lager de gain).<br />

• Tail bounce up and down: Dit heeft meestal niets te maken<br />

met de gyro, vaak staan dan je rotorbladen te strak.<br />

• Als je de gain voor AVCS gyro mode naar wens hebt ingesteld ben<br />

je klaar met het afstellen en instellen. In principe hoef je nu niets<br />

meer te doen. Maar je kunt er nog altijd voor kiezen om de<br />

rudder neutral position te trimmen.<br />

• Vergeet niet in je zender de pirouette rate te verlagen. Deze staat<br />

standaard op 100% (ATV op kanaal 4). Zo zorg je dat de heli wat<br />

rustiger reageert op stuurbewegingen met de staart.


Throttle hold<br />

• Instellen en waarom<br />

• THR-HOLD (Throttle Hold). Deze functie is bedoeld<br />

om de motor uit te schakelen (electro) of stationair te<br />

laten draaien (brandstof), maar ook om autorotatie<br />

mee uit te voeren. Deze schakelaar is direct toe te<br />

passen wanneer dat nodig is. Let wel op, want THR-<br />

HOLD is ook een flight mode en heeft dus een eigen<br />

pitch curve!


Gascurve Elektro en Brandstof<br />

• Instellen gascurve.<br />

• Als je aan de slag gaat met throttle/-pitch curves is het<br />

niet alleen belangrijk dat je heli elektronisch is<br />

afgesteld, maar ook mechanisch. Throttle/-pitch<br />

curves zijn één van de meest belangrijke punten waar<br />

je rekening mee moet houden. Ze bepalen immers het<br />

gedrag van je heli. Het instellen van throttle/-pitch<br />

curves lijkt ingewikkeld, maar dat is het zeker niet. Als<br />

je er eenmaal mee aan het experimenteren bent begin<br />

je het vaak nog leuk te vinden ook.


• Als we praten over throttle dan hebben we het in feite over<br />

het toerental, praten we over pitch dan hebben we het over<br />

de stand van de rotorbladen. De rotorkop van een heli kun<br />

je mechanisch en/-of elektronisch zodanig afstellen dat hij<br />

maximaal een bepaald pitch bereik heeft. Hoe je dat kunt<br />

instellen is nu nog even niet van toepassing. In de volgende<br />

voorbeelden gaan we uit van een bereik van -4º ~ +10º<br />

collective pitch.<br />

•<br />

• In het volgende voorbeeld zie je een lineaire throttle curve<br />

en lineaire pitch curve. Een throttle/-pitch curve bestaat<br />

uit een aantal programmeerbare stappen, meestal Stick<br />

Position 1 t/m 5, dit verschilt per type zender. Stick Position<br />

1-5 staat voor "low stick position". Stick Position 3-5 staat<br />

voor "middle stick position". Stick Position 5-5 staat voor<br />

"high stick position".


• Samen vormen de waarde van elke Stick Position een<br />

bepaalde curve, in dit geval een lineaire curve. Als je<br />

een nieuw model selecteert in je zender, dan is deze<br />

standaard voorzien van lineaire throttle/-pitch curves.<br />

Throttle/-pitch curves zijn er niet alleen om<br />

afzonderlijk in te stellen, maar het is juist de bedoeling<br />

dat je ze met elkaar combineert. De grafieken geven<br />

aan bij welke stick position hoeveel throttle en pitch<br />

wordt gegeven. Als je high stick position (5-5) geeft<br />

dan geef je dus 100% throttle en +10º collective pitch<br />

(positieve). Als je low stick position (1-5) geeft dan geef<br />

je dus 0% throttle en -4º collective pitch (negatieve).<br />

Een kwestie van opstijgen en afdalen. In een zender<br />

worden nooit graden ingesteld, enkel percentages.


Regelaar werking<br />

• Hoe in te stellen<br />

• Een borstelloze motor controller of brushless ESC<br />

(Electronic Speed Control) wordt gebruikt om de<br />

snelheid van een borstelloze motor te variëren. Deze<br />

fungeren als een interface tussen de motor en de<br />

batterij. Gecontroleerd door de gashendel signaal van<br />

een RC-ontvanger, de borstelloze ESC biedt variabel<br />

vermogen aan de motor waardoor de snelheid<br />

evenredig wordt aangepast.


• In tegenstelling tot een geborstelde motor kan, de<br />

kracht niet rechtstreeks worden toegepast op een<br />

borstelloze motor. In plaats daarvan, zal de regelaar<br />

gecontroleerd en zeer intelligent iedere fase van de<br />

borstelloze motor aansturen wat uiteindelijk resulteert<br />

in een omwenteling. Borstelloze snelheid controllers<br />

hebben drie motor draden, waardoor ze verbinding<br />

kunnen maken met standaard driefasen borstelloze<br />

motoren. Een geborstelde snelheidsregelaar (motor<br />

met twee draden) kan niet worden gebruikt voor het<br />

aandrijven van een borstelloze motor.


• Wat is een BEC?<br />

BEC staat voor Battery Eliminator Circuit.<br />

• Dit elektronisch systeem, dat zich in de regelaar bevindt,<br />

zorgt er voor dat u geen extra ontvangeraccu hoeft aan te<br />

sluiten. De ontvanger haalt zijn stroomvoorziening uit het<br />

accupakket dat ook voor het vliegen wordt gebruikt.<br />

• Wanneer de vliegaccu te leeg is om nog te kunnen vliegen,<br />

blijft er toch nog genoeg "voeding" over voor de ontvanger.<br />

Daarvoor zorgt dus BEC.<br />

• Een BEC is er in twee uitvoeringen te weten interne en<br />

externe.<br />

• De interne BEC maakt deel uit van de regelaar. De externe<br />

BEC is een stukje elektronica dat naast de regelaar wordt<br />

aangesloten op de ontvanger. belangrijk: geen interne en<br />

externe bec tegelijk aansluiten. Dan brand er iets af.!


•<br />

Hoe werkt een BEC?<br />

• Een BEC is in de basis een gewone "step down voltage<br />

regulator". Het zal je accuspanning reduceren van e.g. 11.1<br />

Volts naar ~6 Volts BEC spanning voor een veilige<br />

voedingsspanning van je ontvanger en servo's.<br />

• Wat zijn de voordelen van een BEC?<br />

Als u elektrisch vliegt, is een BEC bijna in alle gevallen<br />

beter dan een batterij. Gemiddeld weegt de BEC 10-20 keer<br />

minder dan een ontvanger accu! Dan heb je rekening te<br />

houden met het gedoe van het laden van de ontvanger pack<br />

Met een BEC, hoef je je alleen zorgen te maken over het<br />

opladen van uw belangrijkste vlucht pack en dan bent u<br />

gegarandeerd van een veilige vlucht.


ESC programmeren<br />

Throttle<br />

position / Mode<br />

LOW MIDDLE HIGH<br />

Brake Brake disabled Soft Brake Hard Brake<br />

Electronic timing Low Timing Mid Timing High Timing<br />

Battery<br />

Protection<br />

Aircraft<br />

Throttle response<br />

speed<br />

High cut off<br />

voltage<br />

protection<br />

Normal<br />

Airplane/Glider<br />

Middle cut off<br />

voltage<br />

protection<br />

Helicopter<br />

- -<br />

Helicopter soft<br />

start Governor<br />

mode<br />

Standard Medium speed Quick speed


Failsafe<br />

• Failsafe: 2 soorten. F/S => in geval van ontvangst<br />

storing. (ontgrendeld zich zelf als de storing over is)<br />

• De fail safe functie is aan te bevelen om te gebruiken in<br />

het geval van storing tussen zender en ontvanger. In<br />

dit menu kan er gekozen worden uit twee opties. De<br />

“NOR” (normale) instelling houdt de servo in de laatst<br />

door de zender doorgegeven positie, terwijl de “F/S”<br />

(Fail Safe) instelling de servo naar een<br />

voorgeproggrammeerde instelling beweegt.


Accu Failsafe<br />

• BFS => bij te lage battery spanning. (BFS kan worden<br />

ontgrendeld door het gas dicht te trekken en weer gas<br />

te geven)<br />

• Het systeem bevat een tweede failsafe functie, de accu<br />

failsafe. Wanneer tijdens de vlucht het accuvermogen<br />

onder ongeveer 3,8 Volt raakt, zal de accu failsafe<br />

functie het gas naar een vooringestelde positie brengen<br />

of snel stationair lopen, wanneer de betreffende<br />

positie niet is opgegeven. Wanneer dit gebeurd moet<br />

er onmiddelijk wordt geland.


Tips<br />

• Hou bij het configureren van een nieuw model in je<br />

zender zoveel mogelijk dezelfde schakelaars voor<br />

dezelfde functies, dit voorkomt fouten tijdens het<br />

vliegen met verschillende modellen.<br />

• Maak een copy van je model in je zender dan kan je<br />

altijd weer terug als er iets fout gaat.<br />

• Controleer altijd goed de werking van je model na een<br />

wijziging in je zender.<br />

• Bij twijfel vragen om assistentie.<br />

• Reikwijdte test is ook aan te bevelen.<br />

• Hoe zie je of je storing hebt ? (led knippert rood)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!