Osteo-articulaire aandoeningen
Osteo-articulaire aandoeningen
Osteo-articulaire aandoeningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bij ernstige schouderpijn zou het gebruik van een op een correcte wijze toegediende lokale<br />
corticosteroïdinfiltratie (bv. subacromiale infiltraties) relatief snel maar gedurende korte tijd<br />
voor pijnstilling kunnen zorgen 28-29 . Over de werkzaamheid van intra-<strong>articulaire</strong><br />
corticosteroïdinjecties bestaat geen zekerheid 30 .<br />
Er bestaan verschillende preparaten die in situ kunnen worden aangewend. De werkzaamheid<br />
is nagenoeg gelijk. We selecteren betamethason, de enige molecule waarvan zowel een<br />
kortwerkende wateroplosbare als een traag vrijkomende, langwerkende kristallijne vorm<br />
bestaat.<br />
Glucosamine, chondroïtine en hyaluronzuur<br />
In vitro is aangetoond dat glucosamine het chondrocytenmetabolisme kan wijzigen. Het is<br />
echter niet duidelijk of glucosamine na orale toediening de chondrocyten wel degelijk bereikt.<br />
Het is ook onduidelijk of de minieme vernauwing van de gewrichtsruimte van het kniegewricht,<br />
die in sommige placebogecontroleerde studies met beeldvorming werd aangetoond, zich op<br />
lange termijn vertaalt in klinisch significante eindpunten zoals een vertraging van het<br />
functieverlies of minder nood aan het plaatsen van een knieprothese 31-32 . Publicatiebias en<br />
de matige kwaliteit van uitgevoerde onderzoeken laten niet toe om een betrouwbare uitspraak<br />
te doen; het is niet bewezen dat glucosamine een voordeel biedt t.o.v. placebo bij patiënten<br />
met artrose 33-37 .<br />
Aan chondroïtine wordt eveneens een kraakbeenbeschermend effect toegeschreven. Uit een<br />
RCT blijkt dat chondroïtinesulfaat 800 mg/dag een gunstig effect heeft bij symptomatische<br />
artrose van de handen 38 . Andere grote onderzoeken van goede kwaliteit maken duidelijk<br />
dat chondroïtine niet of nauwelijks werkzaam is bij de behandeling van pijn ten gevolge van<br />
artrose 39 .<br />
Een meta-analyse, gepubliceerd in 2010, kwam tot het besluit dat glucosamine, chondroïtine<br />
of de combinatie van beide niet meer werkzaam is dan placebo om pijn veroorzaakt door<br />
gonartrose of coxartrose te verlichten 40 . Rekening houdend met de inconsistente resultaten<br />
in de literatuur kan er geen uitspraak gedaan worden over de waarde van de combinatie<br />
van glucosamine en chondroïtine bij artrose 41-43 .<br />
Over het effect van het intra-articulair toedienen van hyaluronzuur bij artrose blijft controverse<br />
bestaan. Een systematisch literatuuroverzicht 44 komt tot het besluit dat een intra-articulair<br />
hyaluronzuurpreparaat werkzamer is op het vlak van pijn en functionaliteit dan placebo. Er<br />
worden tussen de verschillende bestaande preparaten echter duidelijke verschillen in<br />
samenstelling gezien en er zijn weinig direct vergelijkende studies die toelaten om de waarde<br />
van deze producten onderling te vergelijken. Een meta-analyse van goede kwaliteit 45 meent<br />
te kunnen aantonen dat hyaluronzuur geen klinisch effect heeft en mogelijk gepaard gaat<br />
met meer ongewenste effecten dan voordelen. Overigens is van intra-<strong>articulaire</strong> inspuitingen<br />
in het algemeen een placebo-effect van 20% tot 80% vastgesteld 46 . Een RCT van beperkte<br />
methodologische kwaliteit 47 toont het effect van herhaalde injecties hyaluronzuur (4 cycli,<br />
met elk 5 wekelijkse injecties) bij gonartrose op het aantal responders (80% versus 66% met<br />
placebo). Er is echter discussie over de definitie van de responders en er is geen verschil in<br />
het aantal patiënten die in de 2 groepen gedurende de studie paracetamol of NSAID's<br />
gebruikten. Bij enkelartrose is het intra-articulair toedienen van hyaluronzuur niet werkzamer<br />
<strong>Osteo</strong>-<strong>articulaire</strong> <strong>aandoeningen</strong><br />
153