08.11.2014 Views

Sectormonitor Beeldende Kunst - GOC

Sectormonitor Beeldende Kunst - GOC

Sectormonitor Beeldende Kunst - GOC

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

lijke subsidies naar de partijen in de primaire sector is gemaakt op basis van informatie uit<br />

de gemeentelijke begrotingen. Soms is uit de begroting niet duidelijk af te lezen wat de<br />

functies van deze instelling zijn, of waaraan ze de subsidie besteden. Dan is aangenomen<br />

dat een deel van de subsidie kan worden toegerekend aan het primaire proces van de sector<br />

beeldende kunst.<br />

De gegevens over de subsidies van de provincies komen ook uit de publicaties van de<br />

kunstbegrotingen op de RTL-website. Deze gegevens moeten met de nodige omzichtigheid<br />

worden geïnterpreteerd. De toerekening van de totale kunstsubsidies aan de sector beeldende<br />

kunst en vervolgens de verdeling over de partijen in het primaire proces is tentatief.<br />

Overige bronnen<br />

Voor kunstenaars, kunstuitlenen, galerieën en musea zijn gegevens gevonden over leveringen.<br />

Deze gegevens verschillen van kwaliteit en de mate van actualiteit. Bijvoorbeeld de<br />

leveringen door kunstenaars zijn gebaseerd op de studie van SEO uit 2003: ‘De markt voor<br />

beeldende kunst en de financiële positie van beeldend kunstenaars 2001.’ Zoals de titel<br />

aangeeft betreffen dit data uit 2001. De gegevens uit het rapport zijn via de toepassing van<br />

het prijsindexcijfer voor culturele diensten uitgedrukt in euro’s van 2009. Ten opzichte van<br />

2001 bedroeg in 2009 de prijsstijging van culturele diensten 37,6%.<br />

De data over de leveringen door kunstuitleeninstellingen is gebaseerd op het EIM-rapport<br />

‘Onderzoek aanbieders van hedendaagse beeldende kunst’ uit maart 2007 en de gegevens<br />

over de galerieën komen. De omzetgegevens van de galerieën komen uit het EIM-rapport:<br />

‘Galeries in hedendaagse beeldende kunst. Structuuronderzoek 2010’ uit 2010. Voor musea<br />

is gebruik gemaakt van cijfers uit de Collectiebalans moderne kunst (CBMK) van de Rijksdienst<br />

voor het Cultureel Erfgoed uit 2010.<br />

De basistabel<br />

De basistabel ligt ten grondslag aan de gepresenteerde cijfers in hoofdstuk 6. De cijfers in<br />

de kolommen van de basistabel representeren de leveringen van kunst of van gerelateerde<br />

diensten. In de rijen staan de geldstromen die met de leveringen gemoeid zijn.<br />

De leverende partijen zijn: kunstenaars, kunstuitlenen, galerieën, presentatie-instellingen,<br />

veilingen en kunsthandel en musea. Bij de musea betreft dit alleen de aankopen van kunst<br />

en niet de opbrengsten uit de bezoekersaantallen. Bij aankoop van een kunstwerk door een<br />

museum eindigt als het ware het primaire proces. De aankoopprijs is de opbrengst van het<br />

primaire proces. Het vervolgens meetellen van de opbrengsten van bezoekers van het museum<br />

betekent, gezien vanuit het primaire proces, een dubbeltelling.<br />

Om de cijfers van tabel B3.1 in te kunnen passen in de basistabel is het bedrag van de categorie<br />

“overig” verdeeld over de andere categorieën (galerieën, festivals, presentatieinstellingen<br />

en musea). Dit is naar rato van omvang gebeurd. Dit wil zeggen dat het meeste<br />

aan presentatie-instellingen is toegevoegd en aan galerieën het minste.<br />

73

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!