Sectormonitor Beeldende Kunst - GOC
Sectormonitor Beeldende Kunst - GOC
Sectormonitor Beeldende Kunst - GOC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Overheidsbeleid<br />
Het Rijk is primair verantwoordelijk voor de (inter)nationaal georiënteerde instellingen binnen<br />
de basisinfrastructuur. De fondsen en de zogenaamde stedelijke knooppunten dragen<br />
de zorg voor het middensegment bestaande uit de lokale beeldendekunstinstellingen. De<br />
grote gemeenten die onderdeel uitmaken van de stedelijke knooppunten zijn samen met de<br />
provincies verantwoordelijk voor een basisvoorziening voor beeldend kunstenaars en het<br />
publieksbereik binnen hun grondgebied. De herijking van het subsidiebestel heeft er toe<br />
geleid dat de Rijksgeldstroom BKV zoals die in de periode 2005-2008 beschikbaar was voor<br />
gemeenten en provincies, vanaf 2009 wordt ingezet voor de basisinfrastructuur van het<br />
Rijk en de stedelijke knooppunten. Naast de stedelijke knooppunten hebben ook kleine en<br />
middelgrote gemeenten voorzieningen en beleid gericht op beeldende kunst.<br />
Het Rijk, gemeenten en provincies besteden ieder middelen aan beeldende kunsten.<br />
Het Rijk geeft € 59,2 miljoen uit via de basisinfrastructuur en nog eens € 9,2 miljoen<br />
via de Wwik. Daarnaast worden via de percentageregeling van de Rijksgebouwendienst<br />
ook middelen besteed aan de aankoop van beeldende kunst (deze zijn onder de aankoop<br />
in tabel S2 meegenomen).<br />
Van gemeenten zijn geen precieze cijfers bekend. Voor dit onderzoek zijn uitgaven van<br />
de 35 belangrijkste gemeenten geanalyseerd. Zij zijn verantwoordelijk voor het grootste<br />
deel van de uitgaven aan beeldende kunst. Hieruit blijkt dat zij gezamenlijk ongeveer<br />
€ 41 miljoen uitgeven aan beeldende kunst. Voor alle gemeenten gezamenlijk<br />
gaat het uiteraard om een hoger bedrag. Precieze cijfers zijn niet te geven en daarom<br />
ook niet meegenomen in de verdere berekeningen. Indicatief is wel aan te geven dat<br />
de uitgaven van alle gemeenten gezamenlijk aan scheppende kunst (waarvan beeldende<br />
kunst verreweg het grootste aandeel vormt) € 63 miljoen is. Verder geldt dat ook<br />
gemeenten percentageregelingen hebben en er uitgaven zijn aan huisvesting (bijvoorbeeld<br />
ateliers of broedplaatsen). Deze uitgaven zijn onder andere posten geboekt en<br />
daarmee niet herleidbaar tot de sector beeldende kunst.<br />
De financiering door provincies is beperkter. Naar schatting gaat het om een bedrag<br />
van rond de € 5 miljoen.<br />
In totaal is dit goed voor een bedrag van ongeveer € 114 miljoen. Dit bedrag komt<br />
overigens niet volledig direct in de sector zelf terecht. Er worden ook ondersteunende<br />
instellingen mee gefinancierd en bijvoorbeeld activiteiten in het buitenland mee betaald.<br />
Een deel van de uitgaven komt via subsidieregelingen terecht bij individuele kunstenaars.<br />
Het bereik van de belangrijkste landelijke regelingen – de Wet werk en inkomen kunstenaars<br />
(Wwik) en stimuleringsregelingen van het Fonds BKVB - is respectievelijk ongeveer<br />
920 en 580 beeldend kunstenaars. Over een langere periode bekeken (1999 tot 2007) genoten<br />
6.962 beeldend kunstenaars tenminste één subsidie uit de landelijke subsidiestelsels.<br />
Van deze kunstenaars maakten 16% in deze periode ook gebruik van de Wwik. Overigens<br />
heeft de ministerraad recent ingestemd met het voorstel de Wwik per 1 januari 2012 te beeindigen.<br />
10