07.11.2014 Views

Een oude drieslag als theologisch paradigma in de twintigste eeuw

Een oude drieslag als theologisch paradigma in de twintigste eeuw

Een oude drieslag als theologisch paradigma in de twintigste eeuw

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

12<br />

Zo tekent zich <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>l een eigen geloofsbelev<strong>in</strong>g af. En wel zozeer, dat we<br />

moeten zeggen: <strong>de</strong> <strong>ou<strong>de</strong></strong> <strong>drieslag</strong> van <strong>de</strong> Hei<strong>de</strong>lbergse Catechismus draagt wel voor<br />

alle vijf mo<strong>de</strong>llen <strong>de</strong> drie dimensies voor het geloofsleven aan, maar hermeneutisch<br />

gesproken bepaalt vervolgens <strong>de</strong> eigen geloofsbelev<strong>in</strong>g <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van <strong>de</strong><br />

<strong>drieslag</strong>.<br />

Ik kan hier niet uitvoerig <strong>in</strong>gaan op <strong>de</strong> vraag hoe dit komt. Ik zou er alleen op willen<br />

wijzen, dat Urs<strong>in</strong>us, <strong>de</strong> belangrijkste auteur van <strong>de</strong> Hei<strong>de</strong>lbergse Catechismus, er<br />

misschien zelf aanleid<strong>in</strong>g toe gegeven heeft. Terwijl <strong>in</strong> <strong>de</strong> Catechismus zelf <strong>de</strong><br />

eenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>drieslag</strong> overheerst is, is dat <strong>in</strong> zijn latere commentaar op <strong>de</strong><br />

catechismus, <strong>de</strong> Explicationes Catecheticae, uitgegeven <strong>in</strong> 1591 door David Pareus,<br />

veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r het geval.133 We krijgen dan <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk dat Urs<strong>in</strong>us zijn stu<strong>de</strong>nten heeft<br />

geleerd, dat <strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> wel <strong>de</strong>gelijk chronologisch aan die van <strong>de</strong><br />

verloss<strong>in</strong>g voorafgaat, hetgeen ook voor <strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> verloss<strong>in</strong>g ten aanzien van<br />

<strong>de</strong> dankbaarheid geldt. 134 Hier ligt voor mij een stuk onhel<strong>de</strong>rheid en een aanspor<strong>in</strong>g<br />

tot het ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek naar het <strong>de</strong>nken van Urs<strong>in</strong>us. Het is dan ook niet<br />

verwon<strong>de</strong>rlijk dat geen van <strong>de</strong> vijf mo<strong>de</strong>llen het gevoel heeft het spoor van <strong>de</strong><br />

Hei<strong>de</strong>lberger te verlaten <strong>als</strong> zij het op eigen manier <strong>in</strong>vullen.<br />

2. Polemiek<br />

In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats let ik nu op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vijf mo<strong>de</strong>llen. Hoe<br />

<strong>de</strong>nken vertegenwoordigers van het ene mo<strong>de</strong>l over <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re? Het valt mij op, dat er<br />

tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen een behoorlijke mate van polemiek bestaat.<br />

G.H. Kersten, <strong>de</strong> vertegenwoordiger van het bev<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk– chronologische mo<strong>de</strong>l<br />

(mo<strong>de</strong>l 1) kritiseert <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re mo<strong>de</strong>llen. Hij acht ze oppervlakkig en bedrieglijk voor<br />

het welzijn van <strong>de</strong> mens. Ik citeer: ‘<strong>Een</strong> oppervlakkig christendom juicht en jubelt;<br />

leeft gelukkig en houdt zich verzekerd van <strong>de</strong> zaligheid te zullen beërven. Ge neemt<br />

het <strong>in</strong> hun oog veel te zwaar met al dat tobben over zon<strong>de</strong>n en ellen<strong>de</strong>n. Wij zijn<br />

gedoopt; hebben <strong>de</strong> beloften; ge hebt alleen te gelooven en dat geloof uit te drukken <strong>in</strong><br />

uw wan<strong>de</strong>l.’ Hiertegen voert Kersten aan: ‘Zullen wij <strong>de</strong>n eenigen, onbedrieglijken<br />

troost verkrijgen,dan is ons een bev<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke kennis noodig van ellen<strong>de</strong>, verloss<strong>in</strong>g en<br />

dankbaarheid.’ 135<br />

Omgekeerd verkeert mo<strong>de</strong>l 1 voortdurend <strong>in</strong> het hoekje, waar <strong>de</strong> klappen vallen.<br />

Vertegenwoordigers van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vier mo<strong>de</strong>llen wijzen het voorwaar<strong>de</strong>lijk karakter<br />

van <strong>de</strong> bev<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk – chronologische opvatt<strong>in</strong>g scherp af. Zo schrijft bijvoorbeeld D.<br />

van Dijk, vanuit <strong>de</strong> positie van mo<strong>de</strong>l 3 dat het niet waar is, dat men eerst zijn zon<strong>de</strong>n<br />

moet kennen, om pas <strong>als</strong> dat <strong>in</strong> or<strong>de</strong> is Christus aan te grijpen <strong>als</strong> <strong>de</strong> Zaligmaker. Men<br />

moet da<strong>de</strong>lijk geloven <strong>in</strong> Jezus Christus, <strong>als</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eenige Bron van heil en zaligheid.’<br />

136 G. Oorthuys, vertegenwoordiger van mo<strong>de</strong>l 4 reageert <strong>als</strong>volgt op mo<strong>de</strong>l 1: ‘Met<br />

allen ernst moet gewaarschuwd wor<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> zoo algemeen on<strong>de</strong>r ons volk<br />

verbrei<strong>de</strong> gedachte, dat wij eerst moeten (…) wor<strong>de</strong>n ont<strong>de</strong>kt aan al <strong>de</strong> diepte van<br />

onze zon<strong>de</strong> en ellen<strong>de</strong>, voordat wij tot Christus mogen en kunnen vluchten en <strong>in</strong> Hem<br />

geloven.’137 G.C. van Niftrik, kritische vertegenwoordiger van mo<strong>de</strong>l 5 zegt: ‘Als<br />

men niet goed <strong>in</strong>ziet, dat <strong>de</strong> wet een vorm is van het evangelie(…), dan zal men er<br />

gemakkelijk toe komen <strong>de</strong> wet zon<strong>de</strong>r het evangelie te prediken – het eerste stuk van<br />

<strong>de</strong> catechismus geïsoleerd van het twee<strong>de</strong> te verkondigen, met <strong>als</strong> gevolg dat <strong>de</strong><br />

zondaar wel verpletterd, maar niet opgericht wordt.’ 138<br />

Tenslotte noem ik H. Berkhof, die zich zowel keert tegen het voorwaar<strong>de</strong>lijke karakter<br />

van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>kennis <strong>in</strong> mo<strong>de</strong>l 1 <strong>als</strong> tegen het ontbreken van zon<strong>de</strong>kennis <strong>in</strong> mo<strong>de</strong>l 5.<br />

Bei<strong>de</strong> ontspor<strong>in</strong>gen zijn volgens Berkhof met <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n te tasten. Het eerste <strong>in</strong> veel<br />

Gereformeer<strong>de</strong> Bonds gemeenten van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Hervorm<strong>de</strong> Kerk, het twee<strong>de</strong> <strong>in</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!