Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

03.11.2014 Views

wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag den om aandacht te krijgen en met elkaar te communiceren, als buurtbewoners elke onbekende vreemdeling wantrouwen, dan is er aanleiding voor de samenleving als geheel – en niet alleen voor de overheid – om zich af te vragen wat er aan de hand is en wat eraan te doen valt. Er lijkt een sfeer te zijn ontstaan waarin normoverschrijdend gedrag in verschillende, in dit rapport beschreven gradaties vaak niet meer volgens vertrouwde methoden wordt gecorrigeerd. In Rotterdam en Gouda zijn stadsetiquettes ontwikkeld en in praktijk gebracht, op veel scholen werkt men al met gedragsregels en met schooletiquettes om te voldoen aan de verwachtingen van velen die graag willen weten wat men van elkaar kan verwachten. Er is een behoefte aan enige zekerheid over de vele onzekere morele en sociale gedragsnormen. Men voelt zich vaak bedreigd en gaat daarom uit angst medeburgers op onvriendelijke wijze bejegenen. Er is een kennelijk verlangen naar meer beschaafd gedrag en naar beleefdheid. 240 Onbeschaafde tendenties zijn niet alleen te constateren in de directe uiterlijke gedragssfeer, maar betreffen evenzeer de onderlinge solidariteit. In de loop van de wordingsgeschiedenis van de verzorgingsstaat is de sociale solidariteit geëvolueerd van een op de noden van ouderen en sociaal zwakkeren gerichte steun, zoals bij de totstandkoming van de aow in 1956, tot een systeem waarin het berekenbare eigen voordeel meer op de voorgrond getreden is. Dat ging gepaard met veranderingen in gevoelens en emoties. Er is meer sprake van een ik-gerichte motivatie en morele houding dan van altruïstische emoties. Er is een gebrek ontstaan aan inschikkelijkheid en hoffelijkheid jegens medeburgers (Schnabel 2004). De financiële terugtred van de overheid en de sterk outputgerichte sturing hebben de tendens van berekenend eigenbelang slechts versterkt. Ethische verplichtingen en wederkerigheid, die de basis vormden van collectieve solidariteitssystemen, worden vervangen door eigen verantwoordelijkheid, calculatie en eigenbelang. Voor de groepen die niet aan deze hogere eisen van eigen verantwoordelijkheid en eigen rekening kunnen voldoen, wordt het gevaar van sociale uitsluiting en marginalisering groter. De samenleving als geheel, inclusief vele maatschappelijke instellingen, reageert op de uitgeslotenen en de devianten steeds meer met bestraffing en sociale controle. Armen, mentaal en fysiek gehandicapten en werklozen raken meer en meer geïsoleerd van het heersende sociale systeem. Bauman spreekt hier van mental separation en Rodges van banishing the poor from the world of ethical duty (Rodges 2003: 418). Door een afname in solidariteit neemt ook het sociaal vertrouwen tussen burgers onderling en tussen burgers en vreemdelingen af (Uslaner 2002). Fysieke onzekerheid, onveiligheid en afnemend sociaal vertrouwen worden onder de grote paraplu gebracht van waarden en normen. Om zinvol met het vraagstuk van waarden en normen om te gaan, dient men er wel de juiste interpretatie aan te geven. In de huidige samenleving zijn de bronnen van waardeoriëntaties zeer uitgebreid en gevarieerd geworden en daardoor ook de mogelijkheden om individuele keuzes te maken (zie ook hoofdstuk 7). Al deze particuliere voorkeuren krijgen iets ongeremds, juist omdat de anderen, de medeburgers ogenschijnlijk geen bijdrage meer leveren aan die keuzes. Bovendien kan het

de rol van de overheid; conclusies en aanbevelingen uitwerken en uitleven van deze particuliere keuzes ook niet zonder regels, al was het maar om voor de anderen nog enige voorspelbaarheid in het eigen gedrag aan te brengen. Hier raakt men aan de gemakkelijk te vergeten en snel verwaarloosde publieke functie van de vele private voorkeuren die in de hedendaagse samenleving mogelijk zijn geworden. De publieke dimensie van het geïndividualiseerde gedrag raakt zo verloren. De communitaristische denkers hebben terecht gewezen op deze schaduwkanten van de individualisering en van de nadruk op individuele rechten, maar hun diagnose hoeft niet uitsluitend te wijzen in de richting van het terugvinden van gemeenschappelijke waarden in gezinsverband en in andere kleinere, private gemeenschappen. Hun diagnose kan ook leiden tot een publieke remedie, namelijk: eigentijds burgerschap. In de studie onder leiding van de politiek filosoof Van Gunsteren over burgerschap, die de wrr in 1992 publiceerde, staat de vraag centraal hoe gewone mensen tot burgers worden gemaakt, hoe ze competenties aanleren om in de openbare en publieke ruimte met elkaar om te gaan – precies waar het nu vaak aan lijkt te schorten. De onmiskenbare pluraliteit van mensen komt in het verband van een staat, de res publica of republiek van burgers, het beste tot uiting. Burgerschap is in de opvatting van Van Gunsteren (1992) een ambt van regeerders en van geregeerden gelijkelijk. De publieke zaak, de publieke dimensie van alle particuliere belangen en verlangens, wordt het beste gediend door het in praktijk brengen van dit ambt van burgerschap door zo veel mogelijk spelers. In zekere zin is dit wat nu gebeurt bij het opstellen van stadsetiquettes of schoolregels, die totstandkomen door de actieve participatie van zo veel mogelijk betrokkenen. Al doende worden burgerlijke vaardigheden geleerd. Is er nu naast een stadsetiquette ook behoefte aan een etiquette voor democratie, zoals door Carter (1998) is bepleit in zijn studie naar Civility, manners, morals and the etiquette of democracy? De overheid heeft in de ogen van Van Gunsteren en Carter inderdaad de taak om de competenties van burgers in het omgaan met elkaar en met de veelheid van meningen en meningsverschillen te bevorderen. Uit het oogpunt van de publieke zaak is het van groot belang dat vaardig burgerschap wordt mogelijk gemaakt. Samen regels maken, hetgeen – net als alle andere publieke aangelegenheden – vaak tot compromissen en tot het rekening houden met elkaar leidt. Het gaat er in deze publieke moraal niet om allemaal dezelfde waarden en normen aan te leren, maar juist om blijvend met de verschillen in moraal en morele waarderingen om te gaan. Er komt eerder nadruk te liggen op consensus over regels en gedrag op de werkvloer, in de buurtgenootschap, op school en op de universiteiten, dan dat men het eens wordt over alle achterliggende, abstracte waarden en normen. Doordat men gezamenlijk aan deze praktische ‘overlappende’ consensus werkt, neemt het onderlinge sociale vertrouwen toe. Gedragscodes, sociale afspraken en werkbare praktijken vormen de dagelijkse producten van dit eigentijdse, vaardige burgerschap. De beoefening van de kleine deugden, zoals die in hoofdstuk 5 zijn genoemd (waarachtigheid, empathie, respect voor andere meningen, verantwoordelijkheidszin), kan een praktijk van burgerschap ondersteunen, omdat immers de kenmerken van vaardig burgerschap soortgelijke eigenschappen behelzen (zich kunnen verplaatsen in 241

wa a r<strong>de</strong> n, nor m<strong>en</strong> e n <strong>de</strong> l a st va n <strong>het</strong> gedr ag<br />

d<strong>en</strong> om aandacht te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar te communicer<strong>en</strong>, als buurtbewoners<br />

elke onbek<strong>en</strong><strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling wantrouw<strong>en</strong>, dan is er aanleiding voor <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving<br />

als geheel – <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> voor <strong>de</strong> overheid – om zich af te vrag<strong>en</strong> wat er aan<br />

<strong>de</strong> hand is <strong>en</strong> wat eraan te do<strong>en</strong> valt. Er lijkt e<strong>en</strong> sfeer te zijn ontstaan waarin<br />

normoverschrijd<strong>en</strong>d <strong>gedrag</strong> in verschill<strong>en</strong><strong>de</strong>, in dit rapport beschrev<strong>en</strong> gradaties<br />

vaak niet meer volg<strong>en</strong>s vertrouw<strong>de</strong> method<strong>en</strong> wordt gecorrigeerd. In Rotterdam<br />

<strong>en</strong> Gouda zijn stadsetiquettes ontwikkeld <strong>en</strong> in praktijk gebracht, op veel schol<strong>en</strong><br />

werkt m<strong>en</strong> al met <strong>gedrag</strong>sregels <strong>en</strong> met schooletiquettes om te voldo<strong>en</strong> aan<br />

<strong>de</strong> verwachting<strong>en</strong> <strong>van</strong> vel<strong>en</strong> die graag will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> <strong>van</strong> elkaar kan<br />

verwacht<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> behoefte aan <strong>en</strong>ige zekerheid over <strong>de</strong> vele onzekere morele<br />

<strong>en</strong> sociale <strong>gedrag</strong>s<strong>norm<strong>en</strong></strong>. M<strong>en</strong> voelt zich vaak bedreigd <strong>en</strong> gaat daarom uit angst<br />

me<strong>de</strong>burgers op onvri<strong>en</strong><strong>de</strong>lijke wijze bejeg<strong>en</strong><strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk verlang<strong>en</strong><br />

naar meer beschaafd <strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> naar beleefdheid.<br />

240<br />

Onbeschaaf<strong>de</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ties zijn niet alle<strong>en</strong> te constater<strong>en</strong> in <strong>de</strong> directe uiterlijke<br />

<strong>gedrag</strong>ssfeer, maar betreff<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zeer <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge solidariteit. In <strong>de</strong> loop <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> wordingsgeschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzorgingsstaat is <strong>de</strong> sociale solidariteit geëvolueerd<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> op <strong>de</strong> nod<strong>en</strong> <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>r<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociaal zwakker<strong>en</strong> gerichte steun,<br />

zoals bij <strong>de</strong> totstandkoming <strong>van</strong> <strong>de</strong> aow in 1956, tot e<strong>en</strong> systeem waarin <strong>het</strong><br />

berek<strong>en</strong>bare eig<strong>en</strong> voor<strong>de</strong>el meer op <strong>de</strong> voorgrond getred<strong>en</strong> is. Dat ging gepaard<br />

met veran<strong>de</strong>ring<strong>en</strong> in gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties. Er is meer sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ik-gerichte<br />

motivatie <strong>en</strong> morele houding dan <strong>van</strong> altruïstische emoties. Er is e<strong>en</strong> gebrek<br />

ontstaan aan inschikkelijkheid <strong>en</strong> hoffelijkheid jeg<strong>en</strong>s me<strong>de</strong>burgers (Schnabel<br />

2004). De financiële terugtred <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid <strong>en</strong> <strong>de</strong> sterk outputgerichte<br />

sturing hebb<strong>en</strong> <strong>de</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s <strong>van</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>d eig<strong>en</strong>belang slechts versterkt. Ethische<br />

verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> we<strong>de</strong>rkerigheid, die <strong>de</strong> basis vormd<strong>en</strong> <strong>van</strong> collectieve<br />

solidariteitssystem<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> door eig<strong>en</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid,<br />

calculatie <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>belang. Voor <strong>de</strong> groep<strong>en</strong> die niet aan <strong>de</strong>ze hogere eis<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

eig<strong>en</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>, wordt <strong>het</strong> gevaar<br />

<strong>van</strong> sociale uitsluiting <strong>en</strong> marginalisering groter. De sam<strong>en</strong>leving als geheel,<br />

inclusief vele maatschappelijke instelling<strong>en</strong>, reageert op <strong>de</strong> uitgeslot<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>viant<strong>en</strong> steeds meer met bestraffing <strong>en</strong> sociale controle. Arm<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>taal <strong>en</strong><br />

fysiek gehandicapt<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkloz<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> meer <strong>en</strong> meer geïsoleerd <strong>van</strong> <strong>het</strong> heers<strong>en</strong><strong>de</strong><br />

sociale systeem. Bauman spreekt hier <strong>van</strong> m<strong>en</strong>tal separation <strong>en</strong> Rodges<br />

<strong>van</strong> banishing the poor from the world of ethical duty (Rodges 2003: 418). Door<br />

e<strong>en</strong> afname in solidariteit neemt ook <strong>het</strong> sociaal vertrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burgers<br />

on<strong>de</strong>rling <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> vreem<strong>de</strong>ling<strong>en</strong> af (Uslaner 2002).<br />

Fysieke onzekerheid, onveiligheid <strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>d sociaal vertrouw<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grote paraplu gebracht <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong>. Om zinvol met <strong>het</strong><br />

vraagstuk <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong> om te gaan, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> er wel <strong>de</strong> juiste interpretatie<br />

aan te gev<strong>en</strong>. In <strong>de</strong> huidige sam<strong>en</strong>leving zijn <strong>de</strong> bronn<strong>en</strong> <strong>van</strong> waar<strong>de</strong>oriëntaties<br />

zeer uitgebreid <strong>en</strong> gevarieerd geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor ook <strong>de</strong> mogelijkhed<strong>en</strong><br />

om individuele keuzes te mak<strong>en</strong> (zie ook hoofdstuk 7). Al <strong>de</strong>ze particuliere<br />

voorkeur<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> iets ongeremds, juist omdat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r<strong>en</strong>, <strong>de</strong> me<strong>de</strong>burgers<br />

og<strong>en</strong>schijnlijk ge<strong>en</strong> bijdrage meer lever<strong>en</strong> aan die keuzes. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan <strong>het</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!