Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag 7.7.4 verantwoordelijkheid en verantwoording 234 Dit roept de vraag op naar verantwoordelijkheid en verantwoording. Het ligt voor de hand om zorgen uit te spreken over de hierboven kort gesignaleerde functieversmalling van de media. In het voorjaar van 2003 heeft de rmo een advies uitgebracht over ‘medialogica’. De klachten die daarin werden geuit over de media, betroffen het jagen van meutes journalisten op dezelfde nieuwsfeiten, te snelle berichtgeving, te weinig kennis van onderwerpen bij journalisten, de personalisering van de dagelijkse, vooral politieke actualiteit, de vele herhalingen van ‘uitsneden’ uit de programma’s waardoor die een te groot accent krijgen en te veel versimpeling van ingewikkelde (politieke) zaken optreedt, met name bij de televisie (rmo 2003). Deze klachten zijn niet nieuw. Niettemin is het de vraag of op deze bekritiseerde ‘medialogica’ moet worden gereageerd met een jaarlijks te organiseren mediapolitiek verantwoordingsdebat, zoals bepleit door de rmo. Anderzijds moet ook niet alle heil worden verwacht van zelfregulering door de professionele beroepsgroep. Journalisten zijn geen professionals in de zin van vrije beroepen met een eigen wettelijke niet-hiërarchische tuchtrechtspraak. Het is verder de vraag of het in die sfeer van tuchtrechtspraak moet worden gezocht, nog afgezien van het feit dat ook die tuchtrechtspraak in de gebieden waar die tot voor kort goed functioneerde onder druk lijkt te staan (vgl. Kleiboer en Huls 2001). De wrr volgt hier een andere ‘logica’, namelijk een die geheel in de lijn ligt van wat in dit hoofdstuk over de rol van instituties in het algemeen gezegd is: instituties dienen in de eerste plaats hun primaire taken zo goed mogelijk te vervullen. Zij zijn zelf hiervoor verantwoordelijk en ze zouden onder andere door benadrukking van professionele verantwoordelijkheden deze primaire taak extra gewicht kunnen geven. In het geval van de media betekent dit dat enkele hoofdverantwoordelijkheden van de journalistiek door de mediaorganisaties en de journalisten zelf (weer) voorop moeten worden gesteld. Norris (2000) heeft enkele van grondregels voor de journalistiek uiteengezet in haar studie A virtuous circle, political communication in postindustrial democracies. Daarnaast gaven twee journalisten (Kovack en Rosenstiel 2003) enkele grondregels van professionele ethiek, zoals de volgende. 1 De eerste verplichting van de journalistiek is het dienen van de waarheid. 2 Haar eerste loyaliteit ligt bij burgers, niet bij organisaties. 3 Het wezen van de journalistiek als discipline is verificatie van feiten en beweringen. 4 De beoefenaren moeten onafhankelijk zijn van degenen over wie ze berichten. 5 Journalistiek moet dienen als een onafhankelijke inspectie van macht. 6 Zij moet een forum voor openbare kritiek en debat verschaffen. 7 Zij moet ernaar streven zaken van belang te presenteren als interessant en relevant. 8 Zij moet het nieuws begrijpelijk maken en in de juiste verhouding plaatsen. 9 De journalisten moeten hun eigen geweten kunnen volgen (zie hiervoor Broertjes 2003).
de bijdrage van de samenleving Deze regels vormen als het ware de waarden en normen van de journalisten en werken zo door in de media. Met name de vierde regel dat journalisten onafhankelijk moeten zijn van degenen over wie zij berichten, sluit een al te gretige jaarlijkse verantwoording aan publiek en politiek uit. Meer ruimte en aandacht voor deze primaire taken en primaire regels kan de verantwoordelijkheid van de media leggen waar die hoort: bij de media en de mediaorganisaties zelf. Op analoge wijze zouden de media meer ruimte moeten krijgen om hun secundaire en tertiaire taken te vervullen, waar nodig door meer helderheid over wat zij geleerd hebben uit media-incidenten, hoe zij bepaalde gebeurtenissen voor zichzelf geëvalueerd hebben, welke lessen zij eruit getrokken hebben en welke gevolgen de media willen verbinden aan de zelfevaluatie voor hun toekomstig gedrag. Het belang van een pluriforme samenleving, waar zeer vele waardestelsels een spreekbuis via de media moeten kunnen krijgen, weegt zwaar. De democratische rechtsstaat garandeert de vrijheid en onafhankelijkheid van de media (zie hoofdstuk 5). De media zijn derhalve bij uitstek de sociale institutie om zelfstandig deze pluriformiteit en levendige democratische verhoudingen uit te dragen. Ze vormen een onderdeel van de problematiek van waarden en normen, maar ze vormen evenzeer een onderdeel van de oplossing. 7.8 conclusies 235 1 Veel onbehagen in de samenleving zal worden weggenomen als de instituties hun primaire taken (het realiseren van hun doelen en waarden waarvoor zij zijn opgericht) zo goed mogelijk vervullen. 2 De instituties zijn zelf verantwoordelijk voor een goede vervulling van hun secundaire taken (de instandhouding van de randvoorwaarden voor hun functioneren), door de gedragsvoorbeelden in de instituties en de handhaving van interne regels. Gaat het goed in de instituties, dan gaat het ook goed in de samenleving als geheel en richt het persoonlijke gedrag zich op de positieve voorbeelden en effecten ervan. Versterking van de eigen inbreng van instituties in de samenleving is nodig en kan onder andere worden bevorderd door meer ruimte en aandacht te schenken aan de normatieve en morele aspecten van de werkzaamheden binnen instituties, te beginnen met een goede handhaving van de gedragsregels binnen instituties. Hierbij zou ook meer moeten worden gekeken naar voorbeelden en systemen uit andere landen, waar al langer ervaring bestaat met handhaving van gedragsregels binnen instituties. 3 Instituties zijn evenzeer verantwoordelijk voor hun tertiaire taken (externe effecten voor andere instituties). Dit betekent dat zij zich er rekenschap van moeten geven wat de effecten van hun handelen zijn op andere instituties en op de samenleving als geheel. Al met al gaat het bij de versterking van de primaire, secundaire en tertiaire taken van de instituties om: bringin’ the institutional vitality back in. 4 Over de manier waarop de instituties meer kunnen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden voor een goede vervulling van hun primaire, secundaire en tertiaire taken moet meer worden nagedacht. Hierbij moet het
- Page 185 and 186: samenleven met verschillende cultur
- Page 187 and 188: samenleven met verschillende cultur
- Page 189 and 190: samenleven met verschillende cultur
- Page 191 and 192: samenleven met verschillende cultur
- Page 193 and 194: samenleven met verschillende cultur
- Page 195 and 196: samenleven met verschillende cultur
- Page 197 and 198: samenleven met verschillende cultur
- Page 199 and 200: de bijdrage van de samenleving 7 de
- Page 201 and 202: de bijdrage van de samenleving kerk
- Page 203 and 204: de bijdrage van de samenleving alle
- Page 205 and 206: de bijdrage van de samenleving pers
- Page 207 and 208: de bijdrage van de samenleving •
- Page 209 and 210: de bijdrage van de samenleving fact
- Page 211 and 212: de bijdrage van de samenleving word
- Page 213 and 214: de bijdrage van de samenleving word
- Page 215 and 216: de bijdrage van de samenleving zij
- Page 217 and 218: de bijdrage van de samenleving slec
- Page 219 and 220: de bijdrage van de samenleving Pres
- Page 221 and 222: de bijdrage van de samenleving Cycl
- Page 223 and 224: de bijdrage van de samenleving hebb
- Page 225 and 226: de bijdrage van de samenleving dig
- Page 227 and 228: de bijdrage van de samenleving rech
- Page 229 and 230: de bijdrage van de samenleving zorg
- Page 231 and 232: de bijdrage van de samenleving bij
- Page 233 and 234: de bijdrage van de samenleving geë
- Page 235: de bijdrage van de samenleving slec
- Page 239 and 240: de bijdrage van de samenleving note
- Page 241 and 242: de rol van de overheid; conclusies
- Page 243 and 244: de rol van de overheid; conclusies
- Page 245 and 246: de rol van de overheid; conclusies
- Page 247 and 248: de rol van de overheid; conclusies
- Page 249 and 250: de rol van de overheid; conclusies
- Page 251 and 252: de rol van de overheid; conclusies
- Page 253 and 254: de rol van de overheid; conclusies
- Page 255 and 256: de rol van de overheid; conclusies
- Page 257 and 258: de rol van de overheid; conclusies
- Page 259 and 260: de rol van de overheid; conclusies
- Page 261 and 262: de rol van de overheid; conclusies
- Page 263 and 264: de rol van de overheid; conclusies
- Page 265 and 266: de rol van de overheid; conclusies
- Page 267 and 268: de rol van de overheid; conclusies
- Page 269 and 270: de rol van de overheid; conclusies
- Page 271 and 272: de rol van de overheid; conclusies
- Page 273 and 274: de rol van de overheid; conclusies
- Page 275 and 276: literatuur literatuur Adang, O. (19
- Page 277 and 278: literatuur cgb (2003b) Advies Commi
- Page 279 and 280: literatuur Ferwerda, H., M. Bottenb
- Page 281 and 282: literatuur Interview-nss (2003) Fra
- Page 283 and 284: literatuur Nauta, L. (2000) Onbehag
- Page 285 and 286: literatuur Schoonenboom, J. en H. i
<strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving<br />
Deze regels vorm<strong>en</strong> als <strong>het</strong> ware <strong>de</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> journalist<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
werk<strong>en</strong> zo door in <strong>de</strong> media. Met name <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> regel dat journalist<strong>en</strong> onafhankelijk<br />
moet<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong> over wie zij bericht<strong>en</strong>, sluit e<strong>en</strong> al te gretige jaarlijkse<br />
verantwoording aan publiek <strong>en</strong> politiek uit. Meer ruimte <strong>en</strong> aandacht voor<br />
<strong>de</strong>ze primaire tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> primaire regels kan <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
media legg<strong>en</strong> waar die hoort: bij <strong>de</strong> media <strong>en</strong> <strong>de</strong> mediaorganisaties zelf. Op analoge<br />
wijze zoud<strong>en</strong> <strong>de</strong> media meer ruimte moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om hun secundaire <strong>en</strong><br />
tertiaire tak<strong>en</strong> te vervull<strong>en</strong>, waar nodig door meer hel<strong>de</strong>rheid over wat zij geleerd<br />
hebb<strong>en</strong> uit media-incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, hoe zij bepaal<strong>de</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> voor zichzelf<br />
geëvalueerd hebb<strong>en</strong>, welke less<strong>en</strong> zij eruit getrokk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke gevolg<strong>en</strong><br />
<strong>de</strong> media will<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> aan <strong>de</strong> zelfevaluatie voor hun toekomstig <strong>gedrag</strong>. Het<br />
belang <strong>van</strong> e<strong>en</strong> pluriforme sam<strong>en</strong>leving, waar zeer vele waar<strong>de</strong>stelsels e<strong>en</strong><br />
spreekbuis via <strong>de</strong> media moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>, weegt zwaar. De <strong>de</strong>mocratische<br />
rechtsstaat garan<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> vrijheid <strong>en</strong> onafhankelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> media (zie hoofdstuk<br />
5). De media zijn <strong>de</strong>rhalve bij uitstek <strong>de</strong> sociale institutie om zelfstandig<br />
<strong>de</strong>ze pluriformiteit <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>dige <strong>de</strong>mocratische verhouding<strong>en</strong> uit te drag<strong>en</strong>. Ze<br />
vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> problematiek <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong>, maar ze<br />
vorm<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> oplossing.<br />
7.8 conclusies<br />
235<br />
1 Veel onbehag<strong>en</strong> in <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving zal word<strong>en</strong> wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als <strong>de</strong> instituties<br />
hun primaire tak<strong>en</strong> (<strong>het</strong> realiser<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> waarvoor zij<br />
zijn opgericht) zo goed mogelijk vervull<strong>en</strong>.<br />
2 De instituties zijn zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk voor e<strong>en</strong> goe<strong>de</strong> vervulling <strong>van</strong> hun<br />
secundaire tak<strong>en</strong> (<strong>de</strong> instandhouding <strong>van</strong> <strong>de</strong> randvoorwaard<strong>en</strong> voor hun<br />
functioner<strong>en</strong>), door <strong>de</strong> <strong>gedrag</strong>svoorbeeld<strong>en</strong> in <strong>de</strong> instituties <strong>en</strong> <strong>de</strong> handhaving<br />
<strong>van</strong> interne regels. Gaat <strong>het</strong> goed in <strong>de</strong> instituties, dan gaat <strong>het</strong> ook goed<br />
in <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving als geheel <strong>en</strong> richt <strong>het</strong> persoonlijke <strong>gedrag</strong> zich op <strong>de</strong> positieve<br />
voorbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> er<strong>van</strong>. Versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> eig<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g <strong>van</strong><br />
instituties in <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving is nodig <strong>en</strong> kan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re word<strong>en</strong> bevor<strong>de</strong>rd<br />
door meer ruimte <strong>en</strong> aandacht te sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan <strong>de</strong> normatieve <strong>en</strong> morele<br />
aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> instituties, te beginn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
goe<strong>de</strong> handhaving <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>gedrag</strong>sregels binn<strong>en</strong> instituties. Hierbij zou ook<br />
meer moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar voorbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> system<strong>en</strong> uit an<strong>de</strong>re<br />
land<strong>en</strong>, waar al langer ervaring bestaat met handhaving <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong>sregels<br />
binn<strong>en</strong> instituties.<br />
3 Instituties zijn ev<strong>en</strong>zeer verantwoor<strong>de</strong>lijk voor hun tertiaire tak<strong>en</strong> (externe<br />
effect<strong>en</strong> voor an<strong>de</strong>re instituties). Dit betek<strong>en</strong>t dat zij zich er rek<strong>en</strong>schap <strong>van</strong><br />
moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> wat <strong>de</strong> effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun han<strong>de</strong>l<strong>en</strong> zijn op an<strong>de</strong>re instituties <strong>en</strong><br />
op <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving als geheel. Al met al gaat <strong>het</strong> bij <strong>de</strong> versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
primaire, secundaire <strong>en</strong> tertiaire tak<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> instituties om: bringin’ the<br />
institutional vitality back in.<br />
4 Over <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> instituties meer kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> op<br />
hun verantwoor<strong>de</strong>lijkhed<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> goe<strong>de</strong> vervulling <strong>van</strong> hun primaire,<br />
secundaire <strong>en</strong> tertiaire tak<strong>en</strong> moet meer word<strong>en</strong> nagedacht. Hierbij moet <strong>het</strong>