Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

03.11.2014 Views

wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag gering). Een bijkomende factor is de heterogene samenstelling van de klassen die niet echt bevorderlijk is voor een snelle imitatie van Nederlandse rolmodellen. Daarom wordt ook wel gepleit voor een ruimere kijk op participatie, waarbij een geslaagde overdracht van waarden en normen fungeert als sluitstuk van een gefaseerd systeem van inburgering via de arbeidsmarkt (de indeling in fases ervan vertoont overigens een analogie met het onderscheid in primaire, secundaire en tertiaire taken). De eerste fase bestaat eruit dat nieuwkomers, nadat zij een vergunning tot voorlopig verblijf hebben verkregen, gaan deelnemen aan het arbeidsproces (vgl. Tiggelen en Vermaas 2002). De tweede fase is dat de nieuwkomers zich hierbij zo snel mogelijk de vaardigheden en kennis eigen maken om te kunnen participeren en dat zij een examen Nederlandse taal en cultuur afleggen. In de laatste fase moet dan de deelname aan arbeid en de samenleving leiden tot een groter commitment aan de Nederlandse samenleving, haar normen en rechtsstatelijke basiswaarden. Het is een neveneffect dat bovendien soms meer, soms minder als apart doel wordt beoogd (vgl. Verhoogt 2001; Couwenberg, Cliteur et al. 2003). Het succes van deze laatste fase is uiteraard afhankelijk van de eerste fase en van de kwaliteit van de inburgeringsvoorzieningen. 230 De uitvoering van de eerste fase, dus de participatie aan de arbeidsmarkt, blijft in Nederland echter onder de maat. Zo is de arbeidsparticipatie van nieuwkomers vergeleken met bijvoorbeeld Duitsland opmerkelijk laag (Koopmans 2002). Die lage participatie belemmert ook de uitvoering van de tweede fase, omdat nieuwkomers juist in de concrete arbeidspraktijk de taal het beste blijken te leren (zie ook wrr 2001). Daar ziet men ook de rolmodellen. Bovendien biedt de arbeidssituatie naast bijvoorbeeld de buurt een min of meer gestructureerd kader dat gunstig is voor eventuele discussies tussen de betrokkenen (autochtonen en allochtonen, maar ook tussen allochtonen onderling) over gedrag en regels voor gedrag (zie ook hoofdstuk 6). De derde fase van de neveneffecten van de participatie en het beheersen van het Nederlands, kan evenmin totstandkomen als de toetreding tot de arbeidsmarkt niet lukt. Belangrijk hierbij is dat ook het omgekeerde kan gaan gelden. Als nieuwe immigranten niet deelnemen aan de arbeidsmarkt – vanwege de conjunctuur of de eisen voor deelname aan arbeid (bijvoorbeeld diploma’s die niet worden erkend) of om welke andere reden dan ook – bestaat zelfs het gevaar van een voortijdige afwijzing van hier geldende normen en gedragsregels door de nieuwe immigranten. Er is daarom veel voor te zeggen om werk te maken van deelname aan de arbeidsmarkt door nieuwe immigranten, en om deze participatie als een zaak van de eerst orde te blijven zien. Deelname aan inburgeringscursussen is een kwestie van ondersteuning en daarmee van de tweede orde. In het huidige systeem lijkt die verhouding daarentegen soms omgekeerd en lijkt het middel – de door de overheid georganiseerde inburgeringscursus – te veel in de plaats te komen van het doel. De inburgeringscursus is in dit opzicht een treffend voorbeeld van functieversmalling. Het gaat echter het doel van dit rapport te buiten om een geheel nieuw stelsel voor inburgering voor te stellen. Bovendien wordt er al

de bijdrage van de samenleving geëxperimenteerd met dualiseringstrajecten waarbij van het begin af aan arbeid en onderwijs gecombineerd zijn. Ten slotte heeft het kabinet onlangs voorgesteld om aan het niet behalen van de toets gevolgen te verbinden, zoals het niet verkrijgen door nieuwkomers van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als zij de examens niet gehaald hebben. 7.7 waarden en normen in de media 7.7.1 inleiding: primaire, secundaire, tertiaire taken De media (kranten, weekbladen, radio en televisie, omroeporganisaties) en nieuwe vormen van elektronische communicatie (internet) zijn een prachtig voorbeeld om de dubbele relatie van de maatschappij tot de waarden- en normendiscussie te illustreren. Beïnvloeden de media op een geheel zelfstandige wijze de maatschappij of geven ze slechts door wat er in de maatschappij leeft? Zijn de media, en in het bijzonder televisie, scheppers van nieuwe waarden en van het steeds verder opschuiven van normen van betamelijkheid of sluiten programma’s aan op wat de mensen altijd al dachten en meenden? De moeilijkheid van een positiebepaling van de media in het waarden- en normendebat is dat bijna geen wetenschappelijk verantwoord antwoord te geven valt op bovenstaande vragen. Ondanks het veel geuite vermoeden dat media een grote invloed hebben op het normbesef en de waardebeleving van kijkers en luisteraars, is gedegen onderzoek naar de ‘invloed van de media op waarden en normen in de samenleving’ zeer schaars. Er is veel speculatie. In deze paragraaf wordt terughoudendheid betracht ten aanzien van uitspraken over de inhoudelijke waardenen normenoverdracht via de media. Wel kunnen uitspraken gedaan worden over de rechtsstatelijke positie van de media, de economische invloeden die van de toegenomen onderlinge concurrentie in de media uitgaan op bijvoorbeeld programmering, én over de primaire, secundaire en tertiaire taken van de media. Ook over de verschuivende verhouding tussen deze taken kan iets gezegd worden, want bij de media kan men waarnemen – net als bij zoveel andere instituties – dat de economische druk van buitenaf gevolgen heeft gehad voor de aandacht voor secundaire en tertiaire taken van de media. 231 Onder primaire taken van de media vallen bijvoorbeeld de vrije en onafhankelijke nieuwsgaring, de nieuwsvoorziening, de verantwoordelijkheid voor de waarheid en juistheid van de berichtgeving en de dienstverlening aan het grotere publiek via kranten, radio en televisie, waaronder de niet onbelangrijke taak van het brengen van verstrooiing. De secundaire taken van de media: het instandhouden van de pluriformiteit van publieke meningsvorming in een samenleving, de media als forum of ontmoetingsplaats voor het open en kritische debat, het leveren van openbare kritiek, onder andere op gezagsdragers en vertegenwoordigers van andere instituties. De tertiaire taken van de media bestaan – net als bij de andere instituties – uit de zelfstandige bijdrage aan de publieke zaak, de democratie en het democratische gehalte van de samenleving. Deze tertiaire taak krijgt voor de media zelfs een bijzonder accent, omdat zij immers inhoud geven aan

wa a r<strong>de</strong> n, nor m<strong>en</strong> e n <strong>de</strong> l a st va n <strong>het</strong> gedr ag<br />

gering). E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong><strong>de</strong> factor is <strong>de</strong> <strong>het</strong>erog<strong>en</strong>e sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> klass<strong>en</strong> die<br />

niet echt bevor<strong>de</strong>rlijk is voor e<strong>en</strong> snelle imitatie <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse rolmo<strong>de</strong>ll<strong>en</strong>.<br />

Daarom wordt ook wel gepleit voor e<strong>en</strong> ruimere kijk op participatie, waarbij e<strong>en</strong><br />

geslaag<strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong> fungeert als sluitstuk <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

gefaseerd systeem <strong>van</strong> inburgering via <strong>de</strong> arbeidsmarkt (<strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling in fases<br />

er<strong>van</strong> vertoont overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> analogie met <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rscheid in primaire, secundaire<br />

<strong>en</strong> tertiaire tak<strong>en</strong>). De eerste fase bestaat eruit dat nieuwkomers, nadat zij<br />

e<strong>en</strong> vergunning tot voorlopig verblijf hebb<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>, gaan <strong>de</strong>elnem<strong>en</strong> aan <strong>het</strong><br />

arbeidsproces (vgl. Tiggel<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vermaas 2002). De twee<strong>de</strong> fase is dat <strong>de</strong> nieuwkomers<br />

zich hierbij zo snel mogelijk <strong>de</strong> vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis eig<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> om<br />

te kunn<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> exam<strong>en</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal <strong>en</strong> cultuur aflegg<strong>en</strong>.<br />

In <strong>de</strong> laatste fase moet dan <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan arbeid <strong>en</strong> <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving leid<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> groter commitm<strong>en</strong>t aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse sam<strong>en</strong>leving, haar <strong>norm<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />

rechtsstatelijke basiswaard<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect dat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> soms meer,<br />

soms min<strong>de</strong>r als apart doel wordt beoogd (vgl. Verhoogt 2001; Couw<strong>en</strong>berg,<br />

Cliteur et al. 2003). Het succes <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze laatste fase is uiteraard afhankelijk <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> eerste fase <strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> inburgeringsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

230<br />

De uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste fase, dus <strong>de</strong> participatie aan <strong>de</strong> arbeidsmarkt, blijft in<br />

Ne<strong>de</strong>rland echter on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat. Zo is <strong>de</strong> arbeidsparticipatie <strong>van</strong> nieuwkomers<br />

vergelek<strong>en</strong> met bijvoorbeeld Duitsland opmerkelijk laag (Koopmans 2002). Die<br />

lage participatie belemmert ook <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase, omdat nieuwkomers<br />

juist in <strong>de</strong> concrete arbeidspraktijk <strong>de</strong> taal <strong>het</strong> beste blijk<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> (zie<br />

ook wrr 2001). Daar ziet m<strong>en</strong> ook <strong>de</strong> rolmo<strong>de</strong>ll<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> biedt <strong>de</strong> arbeidssituatie<br />

naast bijvoorbeeld <strong>de</strong> buurt e<strong>en</strong> min of meer gestructureerd ka<strong>de</strong>r dat<br />

gunstig is voor ev<strong>en</strong>tuele discussies tuss<strong>en</strong> <strong>de</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> (autochton<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

allochton<strong>en</strong>, maar ook tuss<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong> on<strong>de</strong>rling) over <strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> regels voor<br />

<strong>gedrag</strong> (zie ook hoofdstuk 6). De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> fase <strong>van</strong> <strong>de</strong> nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> participatie<br />

<strong>en</strong> <strong>het</strong> beheers<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands, kan ev<strong>en</strong>min totstandkom<strong>en</strong> als <strong>de</strong><br />

toetreding tot <strong>de</strong> arbeidsmarkt niet lukt. Belangrijk hierbij is dat ook <strong>het</strong> omgekeer<strong>de</strong><br />

kan gaan geld<strong>en</strong>. Als nieuwe immigrant<strong>en</strong> niet <strong>de</strong>elnem<strong>en</strong> aan <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

– <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> conjunctuur of <strong>de</strong> eis<strong>en</strong> voor <strong>de</strong>elname aan arbeid (bijvoorbeeld<br />

diploma’s die niet word<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d) of om welke an<strong>de</strong>re red<strong>en</strong> dan ook –<br />

bestaat zelfs <strong>het</strong> gevaar <strong>van</strong> e<strong>en</strong> voortijdige afwijzing <strong>van</strong> hier geld<strong>en</strong><strong>de</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong><br />

<strong>en</strong> <strong>gedrag</strong>sregels door <strong>de</strong> nieuwe immigrant<strong>en</strong>.<br />

Er is daarom veel voor te zegg<strong>en</strong> om werk te mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

door nieuwe immigrant<strong>en</strong>, <strong>en</strong> om <strong>de</strong>ze participatie als e<strong>en</strong> zaak <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

eerst or<strong>de</strong> te blijv<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Deelname aan inburgeringscursuss<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> kwestie<br />

<strong>van</strong> on<strong>de</strong>rsteuning <strong>en</strong> daarmee <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> or<strong>de</strong>. In <strong>het</strong> huidige systeem lijkt<br />

die verhouding daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> soms omgekeerd <strong>en</strong> lijkt <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>l – <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

overheid georganiseer<strong>de</strong> inburgeringscursus – te veel in <strong>de</strong> plaats te kom<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> doel. De inburgeringscursus is in dit opzicht e<strong>en</strong> treff<strong>en</strong>d voorbeeld <strong>van</strong><br />

functieversmalling. Het gaat echter <strong>het</strong> doel <strong>van</strong> dit rapport te buit<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />

geheel nieuw stelsel voor inburgering voor te stell<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt er al

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!