Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag vooraf weten waarop zij worden beoordeeld. Als deze doelnormen ook betrekking hebben op de sociale en morele vaardigheden van de docenten, gaat hiervan tevens druk uit op de lerarenopleidingen om hieraan meer aandacht te besteden. Ook het reeds genoemde verplichte openbare jaarverslag biedt de school een kader om verantwoording af te leggen over haar prestaties. Het biedt, anders dan de kwantitatieve outputcijfers, de mogelijkheid om ook te attenderen op de kwalitatieve aspecten van het onderwijs. In een jaarverslag kan bijvoorbeeld een samenvatting zijn opgenomen van een visitatierapport, die ouders en/of leerlingen de mogelijkheid biedt om de kwaliteit van de school te beoordelen en te vergelijken met die van andere scholen. 218 Bureaucratisering en schaalvergroting Onder druk van de overheid heeft zich het afgelopen decennium een omvangrijk proces van schaalvergroting in het onderwijs voorgedaan. Zo werd het aantal scholen met name voor voortgezet onderwijs in de jaren negentig meer dan gehalveerd, van ruim 1.400 naar minder dan 600 (scp 2002: 494). Aanvankelijk was die schaalvergroting bedoeld om de overstap van leerlingen van de ene schoolsoort naar de andere te vergemakkelijken, later werd die gestimuleerd door de verzelfstandiging en lump sum-financiering, die weliswaar veel bestedingsvrijheid geeft, maar die tegelijkertijd vraagt om een behoorlijke omvang – en eigen vermogensopbouw – om risico’s te kunnen opvangen. Zij heeft ook geleid tot een groei van de overhead en een toename van bureaucratisering in het onderwijs. Zo is er een bureaucratisering opgetreden in de scholen zelf. Dat leerlingen in bijvoorbeeld de brugklas met soms wel tien verschillende en autonome leerkrachten worden geconfronteerd, leidt tot regels van coördinatie, tot methoden om meetbaar maken wat leerkrachten doen en tot meer verantwoording aan de schoolleiding. Daarom is er ook niet slechts sprake van een bureaucratisering door verantwoording aan Zoetermeer en Den Haag, maar ook door de vele kleine ‘Zoetermeertjes’ van de grote scholengemeenschappen, die ook weer de verschillende eenheden binnen de school moeten coördineren. Er is vaak gewezen op het gevaar dat scholen hierdoor de ‘kwalitatieve’, minder meetbare factoren, zoals hun eigen onderwijskundige en pedagogische niveau en profiel, gaan verwaarlozen. Zo wees Elchardus voor België – maar het geldt ook voor ons land – op het haasje-over van toenemende autonomie en toenemende bureaucratisering in het onderwijs en op de trivialisering van de waardeprofilering en van de autonomie van de scholen, die hiervan het gevolg is (Elchardus 1994: 190). Die bureaucratisering maakt het beroep van leraar er overigens ook niet aantrekkelijker op. Zo verlaat in Nederland circa 25 procent van de nieuw opgeleide leraren binnen vijf jaar het onderwijs en vertrekt over de gehele loopbaan gezien zo’n 30 procent. Maar behalve door sturing op afstand is de overheid ook als subsidiegever voor allerlei vernieuwingsprojecten veel directer actief in het onderwijsveld. Levering (2003) spreekt in dit verband van een ‘projectencarrousel’. Als de overheid de scholen op die manier direct gaat steunen bestaat volgens Van der Zwan (2001) echter het risico dat deze te zeer afhankelijk worden van overheidsbeleid. De oplossing van dit probleem wordt in de regel gezocht in nog meer ruimte voor de instellingen en in slimmere manieren van sturen (vgl. wrr 2002).
de bijdrage van de samenleving Cycli in aandacht voor waarden- en normenoverdracht in het onderwijs Soms is het thema meer latent aanwezig en soms meer manifest. De aandacht van de politiek voor de problematiek van waarden en normen in het onderwijs is allerminst van recente datum. Zo is het thema – of het nu vorming heet, de pedagogische opdracht of waarden en normen in het onderwijs – in abstracto telkens hetzelfde, maar is de concrete vorm telkens anders. De laatste keer was in 1992 (de zogeheten ‘Pedagogische opdracht’ van toenmalig minister Ritzen). De aandacht lijkt op en neer te gaan met de conjunctuur. Verder blijkt het volgende. • Het Nederlandse bestel is van zichzelf sterk waardegeladen (vgl. de normatieve identiteit van scholen), waarbij de bepaling van die normatieve identiteit is voorbehouden aan de schoolbesturen (geen staatspedagogiek). • De politieke ambivalentie als het gaat om de versterking van gemeenschapswaarden. Het gaat dan immers om de vraag welke waarden van welke gemeenschap (te onderscheiden naar schaalniveau: lokaal, nationaal, Europees, en naar soort cultuur) spelen. • De keuzevrijheid van ouders blijkt in de loop der tijd steeds belangrijker te zijn geworden op de ‘markt van het onderwijs’, evenals de invloed van de gemeenten met hun instrumenten op het gebied van onderwijsinfrastructuur, -achterstanden en -integratie; vergelijk ook het recente advies over onderwijs en burgerschap van de Onderwijsraad (2003). • De afkeer van staatspedagogiek blijkt niet te verhinderen dat menig kerndoel voor het primair onderwijs nu reeds normatieve doelen bevat, zoals antidiscriminatie en tolerantie. • Het Nederlandse pluriforme onderwijssysteem fungeert als model in discussies over waarden en normen en burgerschap in andere landen (vgl. Ravitch en Vitteri 2001). 3 219 7.5.3 primaire, secundaire en tertiaire taken van het onderwijs In de adviesaanvraag wordt aandacht gevraagd voor de implicaties van waarden en normen voor het onderwijs. Waar zitten hiertoe de aangrijpingspunten in het onderwijs, gezien de eerdere indeling in primaire (kennisoverdracht), secundaire (het instandhouden van de economische, sociale en morele voorwaarden) en tertiaire taken (externe effecten voor andere instituties)? Primaire taken Op welke wijze zou de aandacht voor de overdracht van waarden en normen in het curriculum kunnen worden versterkt? In een openbaar tweegesprek kwamen Hofstee en Hirsch Ballin (1993) tot de conclusie dat de enig haalbare vorm er één is van deugdenonderricht. Hoe dit moest worden gegeven bleef in dat gesprek deels open, maar voor de gemiddelde leerling lijken deugden als vak te hoog gegrepen. Hoewel de bijdrage van de school voor de overdracht vooral zit in de hieronder te bespreken secundaire en tertiaire taken van de scholen, zit die daarnaast ook in de gewone schoolvakken, waaronder met name ook in de gymnastiek en sport. scp-onderzoek wijst op het belang van sport voor het leren van de eigen kracht en hoe die te bedwingen. Gedragsregels worden spelenderwijs
- Page 169 and 170: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 171 and 172: samenleven met verschillende cultur
- Page 173 and 174: samenleven met verschillende cultur
- Page 175 and 176: samenleven met verschillende cultur
- Page 177 and 178: samenleven met verschillende cultur
- Page 179 and 180: samenleven met verschillende cultur
- Page 181 and 182: samenleven met verschillende cultur
- Page 183 and 184: samenleven met verschillende cultur
- Page 185 and 186: samenleven met verschillende cultur
- Page 187 and 188: samenleven met verschillende cultur
- Page 189 and 190: samenleven met verschillende cultur
- Page 191 and 192: samenleven met verschillende cultur
- Page 193 and 194: samenleven met verschillende cultur
- Page 195 and 196: samenleven met verschillende cultur
- Page 197 and 198: samenleven met verschillende cultur
- Page 199 and 200: de bijdrage van de samenleving 7 de
- Page 201 and 202: de bijdrage van de samenleving kerk
- Page 203 and 204: de bijdrage van de samenleving alle
- Page 205 and 206: de bijdrage van de samenleving pers
- Page 207 and 208: de bijdrage van de samenleving •
- Page 209 and 210: de bijdrage van de samenleving fact
- Page 211 and 212: de bijdrage van de samenleving word
- Page 213 and 214: de bijdrage van de samenleving word
- Page 215 and 216: de bijdrage van de samenleving zij
- Page 217 and 218: de bijdrage van de samenleving slec
- Page 219: de bijdrage van de samenleving Pres
- Page 223 and 224: de bijdrage van de samenleving hebb
- Page 225 and 226: de bijdrage van de samenleving dig
- Page 227 and 228: de bijdrage van de samenleving rech
- Page 229 and 230: de bijdrage van de samenleving zorg
- Page 231 and 232: de bijdrage van de samenleving bij
- Page 233 and 234: de bijdrage van de samenleving geë
- Page 235 and 236: de bijdrage van de samenleving slec
- Page 237 and 238: de bijdrage van de samenleving Deze
- Page 239 and 240: de bijdrage van de samenleving note
- Page 241 and 242: de rol van de overheid; conclusies
- Page 243 and 244: de rol van de overheid; conclusies
- Page 245 and 246: de rol van de overheid; conclusies
- Page 247 and 248: de rol van de overheid; conclusies
- Page 249 and 250: de rol van de overheid; conclusies
- Page 251 and 252: de rol van de overheid; conclusies
- Page 253 and 254: de rol van de overheid; conclusies
- Page 255 and 256: de rol van de overheid; conclusies
- Page 257 and 258: de rol van de overheid; conclusies
- Page 259 and 260: de rol van de overheid; conclusies
- Page 261 and 262: de rol van de overheid; conclusies
- Page 263 and 264: de rol van de overheid; conclusies
- Page 265 and 266: de rol van de overheid; conclusies
- Page 267 and 268: de rol van de overheid; conclusies
- Page 269 and 270: de rol van de overheid; conclusies
wa a r<strong>de</strong> n, nor m<strong>en</strong> e n <strong>de</strong> l a st va n <strong>het</strong> gedr ag<br />
vooraf wet<strong>en</strong> waarop zij word<strong>en</strong> beoor<strong>de</strong>eld. Als <strong>de</strong>ze doel<strong>norm<strong>en</strong></strong> ook betrekking<br />
hebb<strong>en</strong> op <strong>de</strong> sociale <strong>en</strong> morele vaardighed<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, gaat hier<strong>van</strong><br />
tev<strong>en</strong>s druk uit op <strong>de</strong> lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong> om hieraan meer aandacht te bested<strong>en</strong>.<br />
Ook <strong>het</strong> reeds g<strong>en</strong>oem<strong>de</strong> verplichte op<strong>en</strong>bare jaarverslag biedt <strong>de</strong> school e<strong>en</strong><br />
ka<strong>de</strong>r om verantwoording af te legg<strong>en</strong> over haar prestaties. Het biedt, an<strong>de</strong>rs dan<br />
<strong>de</strong> kwantitatieve outputcijfers, <strong>de</strong> mogelijkheid om ook te att<strong>en</strong><strong>de</strong>r<strong>en</strong> op <strong>de</strong><br />
kwalitatieve aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs. In e<strong>en</strong> jaarverslag kan bijvoorbeeld e<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>vatting zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> visitatierapport, die ou<strong>de</strong>rs <strong>en</strong>/of leerling<strong>en</strong><br />
<strong>de</strong> mogelijkheid biedt om <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> school te beoor<strong>de</strong>l<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
vergelijk<strong>en</strong> met die <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re schol<strong>en</strong>.<br />
218<br />
Bureaucratisering <strong>en</strong> schaalvergroting<br />
On<strong>de</strong>r druk <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid heeft zich <strong>het</strong> afgelop<strong>en</strong> <strong>de</strong>c<strong>en</strong>nium e<strong>en</strong> om<strong>van</strong>grijk<br />
proces <strong>van</strong> schaalvergroting in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs voorgedaan. Zo werd <strong>het</strong> aantal<br />
schol<strong>en</strong> met name voor voortgezet on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig meer dan<br />
gehalveerd, <strong>van</strong> ruim 1.400 naar min<strong>de</strong>r dan 600 (scp 2002: 494). Aan<strong>van</strong>kelijk<br />
was die schaalvergroting bedoeld om <strong>de</strong> overstap <strong>van</strong> leerling<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>en</strong>e<br />
schoolsoort naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re te vergemakkelijk<strong>en</strong>, later werd die gestimuleerd<br />
door <strong>de</strong> verzelfstandiging <strong>en</strong> lump sum-financiering, die weliswaar veel bestedingsvrijheid<br />
geeft, maar die tegelijkertijd vraagt om e<strong>en</strong> behoorlijke om<strong>van</strong>g<br />
– <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>sopbouw – om risico’s te kunn<strong>en</strong> op<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. Zij heeft ook<br />
geleid tot e<strong>en</strong> groei <strong>van</strong> <strong>de</strong> overhead <strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> bureaucratisering in <strong>het</strong><br />
on<strong>de</strong>rwijs. Zo is er e<strong>en</strong> bureaucratisering opgetred<strong>en</strong> in <strong>de</strong> schol<strong>en</strong> zelf. Dat leerling<strong>en</strong><br />
in bijvoorbeeld <strong>de</strong> brugklas met soms wel ti<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong><strong>de</strong> <strong>en</strong> autonome<br />
leerkracht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerd, leidt tot regels <strong>van</strong> coördinatie, tot method<strong>en</strong><br />
om meetbaar mak<strong>en</strong> wat leerkracht<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot meer verantwoording aan<br />
<strong>de</strong> schoolleiding. Daarom is er ook niet slechts sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bureaucratisering<br />
door verantwoording aan Zoetermeer <strong>en</strong> D<strong>en</strong> Haag, maar ook door <strong>de</strong> vele kleine<br />
‘Zoetermeertjes’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> grote schol<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, die ook weer <strong>de</strong> verschill<strong>en</strong><strong>de</strong><br />
e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>de</strong> school moet<strong>en</strong> coördiner<strong>en</strong>. Er is vaak gewez<strong>en</strong><br />
op <strong>het</strong> gevaar dat schol<strong>en</strong> hierdoor <strong>de</strong> ‘kwalitatieve’, min<strong>de</strong>r meetbare factor<strong>en</strong>,<br />
zoals hun eig<strong>en</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige <strong>en</strong> pedagogische niveau <strong>en</strong> profiel, gaan verwaarloz<strong>en</strong>.<br />
Zo wees Elchardus voor België – maar <strong>het</strong> geldt ook voor ons land – op<br />
<strong>het</strong> haasje-over <strong>van</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong><strong>de</strong> autonomie <strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong><strong>de</strong> bureaucratisering in<br />
<strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs <strong>en</strong> op <strong>de</strong> trivialisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>profilering <strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> autonomie<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> schol<strong>en</strong>, die hier<strong>van</strong> <strong>het</strong> gevolg is (Elchardus 1994: 190). Die bureaucratisering<br />
maakt <strong>het</strong> beroep <strong>van</strong> leraar er overig<strong>en</strong>s ook niet aantrekkelijker op.<br />
Zo verlaat in Ne<strong>de</strong>rland circa 25 proc<strong>en</strong>t <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuw opgelei<strong>de</strong> lerar<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
vijf jaar <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs <strong>en</strong> vertrekt over <strong>de</strong> gehele loopbaan gezi<strong>en</strong> zo’n 30 proc<strong>en</strong>t.<br />
Maar behalve door sturing op afstand is <strong>de</strong> overheid ook als subsidiegever<br />
voor allerlei vernieuwingsproject<strong>en</strong> veel directer actief in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijsveld.<br />
Levering (2003) spreekt in dit verband <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ‘project<strong>en</strong>carrousel’. Als <strong>de</strong> overheid<br />
<strong>de</strong> schol<strong>en</strong> op die manier direct gaat steun<strong>en</strong> bestaat volg<strong>en</strong>s Van <strong>de</strong>r Zwan<br />
(2001) echter <strong>het</strong> risico dat <strong>de</strong>ze te zeer afhankelijk word<strong>en</strong> <strong>van</strong> overheidsbeleid.<br />
De oplossing <strong>van</strong> dit probleem wordt in <strong>de</strong> regel gezocht in nog meer ruimte<br />
voor <strong>de</strong> instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> in slimmere manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> stur<strong>en</strong> (vgl. wrr 2002).