Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag veniëren. Opvoeding en onderwijs vormen dus een deel van het probleem en vormen evenzeer een deel van de oplossing. 198 Hetzelfde kan gezegd worden van andere instituties en organisaties binnen die instituties. De moderne media oefenen een enorme invloed uit op het gedrag en op het normbesef van kinderen en volwassenen. Een tendens tot het uitvergroten van extreme, conflictrijke en aandachttrekkende gedragingen is niet vreemd aan media als internet, televisie, film en video. Maar tegelijkertijd hoeven de particuliere organisaties achter deze media nauwelijks verantwoording af te leggen voor de mogelijke negatieve gevolgen van hun eigen optreden. Moderne media zijn dus, net als andere sociale instituties, in meer of mindere mate onderdeel van het probleem van waarden en normen, terwijl ze wellicht ook kunnen bijdragen aan de oplossing ervan (bijvoorbeeld door gepopulariseerde programma’s waarin deze problematiek kan worden gevisualiseerd of besproken). Veel van deze instituties zijn bovendien op allerhande manieren vervlochten met de overheid (dit geldt niet alleen voor scholen, opvoedingsinstellingen, ziekenhuizen en andere arbeidsorganisaties, maar eveneens voor (publieke) omroeporganisaties en andere particuliere instellingen). Een analyse van deze instellingen en organisaties behoort derhalve in dit rapport aan de orde te komen en zal consequenties dienen te hebben voor de aan de regering uit te brengen aanbevelingen: als de samenleving als geheel deel uitmaakt van het probleem, kan de oplossing van dat probleem niet uitsluitend bij de overheid gelegd worden of van de overheid alleen komen. Individuen, losse en vaste sociale verbanden zoals buurtgenootschappen, gezinnen en onderwijsinstellingen en andere organisaties en instituties, dragen bij aan de overdracht en het onderhoud van waarden en normen. Zij zijn de vanzelfsprekend aangewezen figuren voor de gewenste oplossing van tekorten in de samenleving, mede door de minder van zelfsprekende algemene acceptatie van een publieke moraal. In dit hoofdstuk gaat de speciale aandacht uit naar de rol van instituties bij de overdracht van waarden en normen. 7.2 waarden, normen, regels en gedrag in een institutionele context Waarden en normen komen niet uit de lucht vallen. Het zijn ook geen granieten blokken die als weerbarstige gehelen op elkaar stuiten. De idee dat de verschillende stelsels van waarden en normen in een samenleving scherp van elkaar zijn te onderscheiden en de maatschappelijke steun voor waarden gemakkelijk valt vast te stellen, gaat misschien op voor een premoderne samenleving, maar is voor een moderne samenleving, na de Franse Revolutie en de Verlichting, achterhaald. Verschillende waarden en waardestelsels en daarbijbehorende normen hebben zich historisch ontwikkeld binnen sociale instituties (zoals het gezin, de school, de kerk, het werk, de markt, de politiek, verenigingen en de media) en zijn derhalve ingebed in deze instituties. Deze instituties hebben bovendien allemaal een zekere eigen sfeer geschapen waarbinnen sommige waarden en normen benadrukt worden en andere juist buitengesloten worden. Goede voorbeelden van dergelijke relatief autonome instituties zijn het gezin, de
de bijdrage van de samenleving kerk, de gezondheidszorg en het onderwijs. Binnen de sfeer van het gezin gelden andere waarden en normen dan op het werk of op het sportveld. Wat in de ene sfeer wel kan, hard schreeuwen bijvoorbeeld, kan elders niet en omgekeerd. Intimiteit is in het gezin normaal, maar op het werk verboden. Zakelijkheid is een algemene norm op de markt, maar in het gezin schadelijk voor de goede sfeer. De Amerikaanse socioloog Tipton heeft in een artikel, ‘Social Differentiation and Moral Pluralism’ (2002: 15-41), gewezen op de belangrijke rol die instituties spelen bij de ontwikkeling en overdracht van morele waarden in de (Amerikaanse) samenleving. Zijn uitgangspunt is het bestaan van “contrasting styles of ethical evaluation, structurally arranged within different sectors of social life” (Tipton 2002: 15). Contrast is een gelukkige term voor de verschillende morele waarderingen die in institutionele sferen worden gepraktiseerd. Contrast is immers neutraler dan botsing van waarden, zoals we ook het contrast kennen tussen voorgrond en achtergrond, zonder te hoeven beslissen of de voorgrond belangrijker is dan de achtergrond. De verschillen zijn er en hebben een zinvolle functie. Wel heeft elke institutie een eigen mode of moral understanding en mode of moral argument ontwikkeld. Binnen de institutionele sfeer kennen de deelnemers deze morele standaarden en ze brengen die vaak als vanzelfsprekend in praktijk. Er is een vertrouwen in elkaar dat men de ‘waarden en normen’ van de institutie eerbiedigt en handhaaft. 199 Op basis van een grondige inhoudelijke studie van dergelijke ethische evaluatiesystemen kwam Tipton met de beschrijving van vier verschillende en goed van elkaar te onderscheiden stelsels van morele waardering. Waarden evalueren immers gedrag. Evaluatie is altijd het inroepen van waarden bij de beoordeling van de wereld om ons heen. Elke evaluatiestijl stelt de vraag: ‘Wat moet ik doen?’, ‘Hoe moet ik handelen?’ en het antwoord op die vraag – in termen van gedrag en niet alleen in termen van waarden en normen – is kenmerkend voor een bepaalde stijl van evalueren. Zo zijn er grosso modo vier stelsels van morele waardering te beschrijven, die elk op zich een historische oorsprong, wortels en ontwikkeling hebben. 1 Het religieuze waardestelsel met een beroep op bovennatuurlijk gezag bij de vraag ‘Wat moet ik doen?’. Hier aan te duiden met de term: gezagsmoraal (naar het bovennatuurlijke gezag van heilige boeken en van de kerkelijke leiders). 2 Het seculier humanisme met een verwijzing naar een bepaalde deugd, een funderend beginsel of een relevante regel bij de vraag ‘Wat moet ik doen?’. Hier aan te duiden met de term: regulatieve moraal (naar Kants regulatieve idee). 3 Het utilitair individualisme met een verwijzing naar de bevrediging van wensen en noden bij de vraag ‘Wat moet ik doen?’. Hier aan te duiden met de term: nutsmoraal (naar de ideeën van Smith, Bentham en Mill). 4 Het expressief (of romantisch) individualisme met een verwijzing naar een goed gevoel op de vraag ‘Wat moet ik doen?’. Hier aan te duiden met de term:
- Page 149 and 150: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 151 and 152: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 153 and 154: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 155 and 156: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 157 and 158: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 159 and 160: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 161 and 162: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 163 and 164: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 165 and 166: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 167 and 168: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 169 and 170: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 171 and 172: samenleven met verschillende cultur
- Page 173 and 174: samenleven met verschillende cultur
- Page 175 and 176: samenleven met verschillende cultur
- Page 177 and 178: samenleven met verschillende cultur
- Page 179 and 180: samenleven met verschillende cultur
- Page 181 and 182: samenleven met verschillende cultur
- Page 183 and 184: samenleven met verschillende cultur
- Page 185 and 186: samenleven met verschillende cultur
- Page 187 and 188: samenleven met verschillende cultur
- Page 189 and 190: samenleven met verschillende cultur
- Page 191 and 192: samenleven met verschillende cultur
- Page 193 and 194: samenleven met verschillende cultur
- Page 195 and 196: samenleven met verschillende cultur
- Page 197 and 198: samenleven met verschillende cultur
- Page 199: de bijdrage van de samenleving 7 de
- Page 203 and 204: de bijdrage van de samenleving alle
- Page 205 and 206: de bijdrage van de samenleving pers
- Page 207 and 208: de bijdrage van de samenleving •
- Page 209 and 210: de bijdrage van de samenleving fact
- Page 211 and 212: de bijdrage van de samenleving word
- Page 213 and 214: de bijdrage van de samenleving word
- Page 215 and 216: de bijdrage van de samenleving zij
- Page 217 and 218: de bijdrage van de samenleving slec
- Page 219 and 220: de bijdrage van de samenleving Pres
- Page 221 and 222: de bijdrage van de samenleving Cycl
- Page 223 and 224: de bijdrage van de samenleving hebb
- Page 225 and 226: de bijdrage van de samenleving dig
- Page 227 and 228: de bijdrage van de samenleving rech
- Page 229 and 230: de bijdrage van de samenleving zorg
- Page 231 and 232: de bijdrage van de samenleving bij
- Page 233 and 234: de bijdrage van de samenleving geë
- Page 235 and 236: de bijdrage van de samenleving slec
- Page 237 and 238: de bijdrage van de samenleving Deze
- Page 239 and 240: de bijdrage van de samenleving note
- Page 241 and 242: de rol van de overheid; conclusies
- Page 243 and 244: de rol van de overheid; conclusies
- Page 245 and 246: de rol van de overheid; conclusies
- Page 247 and 248: de rol van de overheid; conclusies
- Page 249 and 250: de rol van de overheid; conclusies
wa a r<strong>de</strong> n, nor m<strong>en</strong> e n <strong>de</strong> l a st va n <strong>het</strong> gedr ag<br />
v<strong>en</strong>iër<strong>en</strong>. Opvoeding <strong>en</strong> on<strong>de</strong>rwijs vorm<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> probleem <strong>en</strong><br />
vorm<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> oplossing.<br />
198<br />
Hetzelf<strong>de</strong> kan gezegd word<strong>en</strong> <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re instituties <strong>en</strong> organisaties binn<strong>en</strong> die<br />
instituties. De mo<strong>de</strong>rne media oef<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme invloed uit op <strong>het</strong> <strong>gedrag</strong> <strong>en</strong><br />
op <strong>het</strong> normbesef <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>. E<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s tot <strong>het</strong> uitvergrot<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> extreme, conflictrijke <strong>en</strong> aandachttrekk<strong>en</strong><strong>de</strong> <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> is niet vreemd<br />
aan media als internet, televisie, film <strong>en</strong> vi<strong>de</strong>o. Maar tegelijkertijd hoev<strong>en</strong> <strong>de</strong><br />
particuliere organisaties achter <strong>de</strong>ze media nauwelijks verantwoording af te<br />
legg<strong>en</strong> voor <strong>de</strong> mogelijke negatieve gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun eig<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. Mo<strong>de</strong>rne<br />
media zijn dus, net als an<strong>de</strong>re sociale instituties, in meer of min<strong>de</strong>re mate on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> probleem <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong>, terwijl ze wellicht ook kunn<strong>en</strong><br />
bijdrag<strong>en</strong> aan <strong>de</strong> oplossing er<strong>van</strong> (bijvoorbeeld door gepopulariseer<strong>de</strong> programma’s<br />
waarin <strong>de</strong>ze problematiek kan word<strong>en</strong> gevisualiseerd of besprok<strong>en</strong>). Veel<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze instituties zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> op allerhan<strong>de</strong> manier<strong>en</strong> vervlocht<strong>en</strong> met <strong>de</strong><br />
overheid (dit geldt niet alle<strong>en</strong> voor schol<strong>en</strong>, opvoedingsinstelling<strong>en</strong>, ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> an<strong>de</strong>re arbeidsorganisaties, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voor (publieke) omroeporganisaties<br />
<strong>en</strong> an<strong>de</strong>re particuliere instelling<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
organisaties behoort <strong>de</strong>rhalve in dit rapport aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal consequ<strong>en</strong>ties<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> voor <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> regering uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>:<br />
als <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving als geheel <strong>de</strong>el uitmaakt <strong>van</strong> <strong>het</strong> probleem, kan <strong>de</strong> oplossing<br />
<strong>van</strong> dat probleem niet uitsluit<strong>en</strong>d bij <strong>de</strong> overheid gelegd word<strong>en</strong> of <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid<br />
alle<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Individu<strong>en</strong>, losse <strong>en</strong> vaste sociale verband<strong>en</strong> zoals buurtg<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong>,<br />
gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> on<strong>de</strong>rwijsinstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> an<strong>de</strong>re organisaties <strong>en</strong><br />
instituties, drag<strong>en</strong> bij aan <strong>de</strong> overdracht <strong>en</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhoud <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong>.<br />
Zij zijn <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprek<strong>en</strong>d aangewez<strong>en</strong> figur<strong>en</strong> voor <strong>de</strong> gew<strong>en</strong>ste oplossing<br />
<strong>van</strong> tekort<strong>en</strong> in <strong>de</strong> sam<strong>en</strong>leving, me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r <strong>van</strong> zelfsprek<strong>en</strong><strong>de</strong><br />
algem<strong>en</strong>e acceptatie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> publieke moraal. In dit hoofdstuk gaat <strong>de</strong> speciale<br />
aandacht uit naar <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> instituties bij <strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong>.<br />
7.2 waard<strong>en</strong>, <strong>norm<strong>en</strong></strong>, regels <strong>en</strong> <strong>gedrag</strong> in e<strong>en</strong><br />
institutionele context<br />
<strong>Waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong> kom<strong>en</strong> niet uit <strong>de</strong> lucht vall<strong>en</strong>. Het zijn ook ge<strong>en</strong> graniet<strong>en</strong><br />
blokk<strong>en</strong> die als weerbarstige gehel<strong>en</strong> op elkaar stuit<strong>en</strong>. De i<strong>de</strong>e dat <strong>de</strong> verschill<strong>en</strong><strong>de</strong><br />
stelsels <strong>van</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong> in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving scherp <strong>van</strong> elkaar zijn<br />
te on<strong>de</strong>rscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke steun voor waard<strong>en</strong> gemakkelijk valt<br />
vast te stell<strong>en</strong>, gaat misschi<strong>en</strong> op voor e<strong>en</strong> premo<strong>de</strong>rne sam<strong>en</strong>leving, maar is<br />
voor e<strong>en</strong> mo<strong>de</strong>rne sam<strong>en</strong>leving, na <strong>de</strong> Franse Revolutie <strong>en</strong> <strong>de</strong> Verlichting,<br />
achterhaald. Verschill<strong>en</strong><strong>de</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar<strong>de</strong>stelsels <strong>en</strong> daarbijbehor<strong>en</strong><strong>de</strong><br />
<strong>norm<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> zich historisch ontwikkeld binn<strong>en</strong> sociale instituties (zoals <strong>het</strong><br />
gezin, <strong>de</strong> school, <strong>de</strong> kerk, <strong>het</strong> werk, <strong>de</strong> markt, <strong>de</strong> politiek, ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>de</strong><br />
media) <strong>en</strong> zijn <strong>de</strong>rhalve ingebed in <strong>de</strong>ze instituties. Deze instituties hebb<strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> allemaal e<strong>en</strong> zekere eig<strong>en</strong> sfeer geschap<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> sommige<br />
waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>norm<strong>en</strong></strong> b<strong>en</strong>adrukt word<strong>en</strong> <strong>en</strong> an<strong>de</strong>re juist buit<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Goe<strong>de</strong> voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke relatief autonome instituties zijn <strong>het</strong> gezin, <strong>de</strong>