Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

03.11.2014 Views

wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag uitwerking van het recht op gezinsleven, woning enz. van artikel 8 van het evrm, respectievelijk het recht op leven volgens artikel 2). Deze laatste jurisprudentie wordt overigens meestal gerelateerd aan een vierde verruiming, namelijk de toenemende erkenning van horizontale werking van grondrechten, van de gedachte dat de grondrechtelijke waarden ook (moeten) doorwerken in verhoudingen tussen burgers onderling en tussen niet-statelijke instituties en burgers. De bedoelde internationale rechtspraak zou dan vooral compensatie moeten bieden voor het feit dat het ehrm slechts klachten tegen staten behandelt, zodat daar strikt genomen in het geheel geen horizontale werking bestaanbaar is. 160 Afgezien van dit specifieke punt verdient het aspect van horizontale werking aandacht, omdat daardoor botsing van grondrechten in zijn ‘engere’ betekenis het duidelijkst optreedt. De achtergrond van de idee van horizontale werking is dat de waarden die in de grondrechten belichaamd zijn van zo’n fundamentele betekenis zijn dat zij, tot op zekere hoogte, ook buiten de verhouding burgerstaat ingeroepen moeten kunnen worden. Men zou ook kunnen zeggen dat de rechtsstaat zijn theoretische bestaansrecht in niet geringe mate ontleent aan de bescherming van dergelijke waarden in het algemeen. Voor de goede orde: van dit besef wordt ook al lang en op grote schaal blijk gegeven. Uiteraard is al lang bekend dat bijvoorbeeld godsdienstvrijheid pas betekenis heeft als ook wordt opgetreden tegen particulieren die religieuze bijeenkomsten verstoren, en geldt regelgeving ter zake, maar het is het directe beroep op het grondrecht in vergelijkbare gevallen dat ‘nieuw’ is. Ook de gedachte dat bescherming middels grondrechten ook tegen andere institutionele machten dan de overheid nodig kan zijn leeft al langer: als het gaat om de bescherming van persoonsgegevens of de onaantastbaarheid van het lichaam is het niet relevant of de databeheerder een overheidsinstantie is, respectievelijk of het om een particulier of een gemeentelijk ziekenhuis gaat. Bij al deze voorbeelden gaat het om optreden van de wetgever. Moeilijker ligt de zaak als de rechter moet beslissen op een direct beroep op een grondrecht door een particulier in een geschil met een andere burger. Zoals Hartkamp (2000: 27) opmerkt zijn de grondrechten niet op dergelijke verhoudingen geschreven, hetgeen in de grondwet met name blijkt uit het feit dat beperkingen (meestal) slechts kunnen worden doorgevoerd bij of krachtens de wet te stellen regels, zodat iemand zich er met succes op zou kunnen beroepen, zelfs tegenover een handelen dat op zichzelf niet onbetamelijk is. Dit zou betekenen dat de handelingsvrijheid van burgers buitensporig wordt beperkt, of dat de rechter het grondrecht beperkt zou moeten uitleggen om een aanvaardbaar resultaat te bereiken, een uitleg die het recht ook in zijn verticale werking zou aantasten, aldus Hartkamp. Als beide partijen zich op een grondrecht beroepen zou, waar een rangorde ontbreekt, een impasse ontstaan. Om deze redenen is de aanpak van de ‘indirecte horizontale werking’ ontwikkeld: een mildere vorm van doorwerking van grondrechten, namelijk zo “dat zij die rechten – of de erin beli-

pluriformiteit en gemeenschappelijke waarden in de democratische rechtsstaat chaamde waarden – in hun overwegingen betrekken wanneer zij algemene privaatrechtelijke begrippen toepassen, zoals redelijkheid en billijkheid, onrechtmatigheid en goede zeden, et cetera. In casusposities waarin aan beide zijden grondrechten in het spel zijn, worden de onderscheiden partijbelangen tegen elkaar afgewogen opdat een acceptabele oplossing voor het geschil gevonden kan worden” (Hartkamp 2000: 28). De vijfde en laatste verruiming die hier aan de orde komt, heeft in zekere zin geleid tot richtsnoeren voor de rechter bij de behandeling van conflicten als zojuist bedoeld werden. De invoering in artikel 1 van de grondwet van het gelijkheidsbeginsel, en vooral van het discriminatieverbod en de uitwerking daarvan in het strafrecht en in de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb), heeft de praktische betekenis van grondrechtelijke waarden sterk vergroot. Enerzijds zou men, vrij negatief, kunnen stellen dat het aantal mogelijke botsingen tussen grondrechten gekwadrateerd wordt. Wat als iemand die strafbare discriminatie wordt verweten ‘wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of welke grond dan ook’ zich beroept op zijn eigen vrijheid van godsdienst of meningsuiting die hem daartoe een vrijbrief zou geven? Anderzijds kan men de gevolgen in termen van botsingen van grondrechten – om andere merites gaat het hier uiteraard niet! – ook positief formuleren. Immers, de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) geeft voor een aantal veelvoorkomende verhoudingen, zoals die tussen school en leerkrachten en leerlingen, en tussen ondernemers en werknemers, voor allerlei grondrechtelijke botsingen vrij duidelijke handvatten voor beoordeling die meer toegespitst zijn dan eerder aangeduide privaatrechtelijke begrippen (naast uiteraard handvatten om ongelijke behandeling om andere redenen te beoordelen). 161 Botsing van grondrechten (2) Er zijn uiteraard ook meer voor de hand liggende factoren die tot frequentere botsing tussen grondrechten leiden. De toenemende diversiteit in waardestelsels bij de bevolking, in het bijzonder de snelle groei van het aantal aanhangers van godsdiensten met pertinente opvattingen en dito gedragsregels die in allerlei maatschappelijke situaties gevolgd moeten worden, is één prominente factor, die al is aangestipt. Een andere is de toegenomen neiging zich minder door gezag alleen en meer door argumenten te laten overtuigen, in samenhang met de tendens om zo enigszins mogelijk gelijk te willen krijgen tegenover de overheid en tegenover medeburgers. Beide ontwikkelingen zijn in vrij recente wrrrapporten (Nederland als immigratiesamenleving, De toekomst van de nationale rechtsstaat) uitgebreid aan de orde geweest. Voorstellen voor de behandeling van botsingen Botsing van grondrechten levert uiteraard in de eerste plaats een juridisch probleem op, een vraagstuk dat als het zich voordoet moet worden opgelost. Te veel onbevredigend opgeloste botsingen kunnen hierbij een bedreiging opleveren voor de rol van de grondrechten in verband met pluriformiteit van waarden. In aansluiting op al geleverde suggesties worden hier iets uitvoeriger de verschil-

pluriformiteit <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke waard<strong>en</strong> in <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische rechtsstaat<br />

chaam<strong>de</strong> waard<strong>en</strong> – in hun overweging<strong>en</strong> betrekk<strong>en</strong> wanneer zij algem<strong>en</strong>e<br />

privaatrechtelijke begripp<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>, zoals re<strong>de</strong>lijkheid <strong>en</strong> billijkheid,<br />

onrechtmatigheid <strong>en</strong> goe<strong>de</strong> zed<strong>en</strong>, et cetera. In casusposities waarin aan bei<strong>de</strong><br />

zijd<strong>en</strong> grondrecht<strong>en</strong> in <strong>het</strong> spel zijn, word<strong>en</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheid<strong>en</strong> partijbelang<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> elkaar afgewog<strong>en</strong> opdat e<strong>en</strong> acceptabele oplossing voor <strong>het</strong> geschil gevond<strong>en</strong><br />

kan word<strong>en</strong>” (Hartkamp 2000: 28).<br />

De vijf<strong>de</strong> <strong>en</strong> laatste verruiming die hier aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt, heeft in zekere zin<br />

geleid tot richtsnoer<strong>en</strong> voor <strong>de</strong> rechter bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> conflict<strong>en</strong> als<br />

zojuist bedoeld werd<strong>en</strong>. De invoering in artikel 1 <strong>van</strong> <strong>de</strong> grondwet <strong>van</strong> <strong>het</strong> gelijkheidsbeginsel,<br />

<strong>en</strong> vooral <strong>van</strong> <strong>het</strong> discriminatieverbod <strong>en</strong> <strong>de</strong> uitwerking daar<strong>van</strong><br />

in <strong>het</strong> strafrecht <strong>en</strong> in <strong>de</strong> Algem<strong>en</strong>e wet gelijke behan<strong>de</strong>ling (Awgb), heeft <strong>de</strong><br />

praktische betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> grondrechtelijke waard<strong>en</strong> sterk vergroot. Enerzijds zou<br />

m<strong>en</strong>, vrij negatief, kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> aantal mogelijke botsing<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

grondrecht<strong>en</strong> gekwadrateerd wordt. Wat als iemand die strafbare discriminatie<br />

wordt verwet<strong>en</strong> ‘weg<strong>en</strong>s godsdi<strong>en</strong>st, lev<strong>en</strong>sovertuiging, politieke gezindheid,<br />

ras, geslacht of welke grond dan ook’ zich beroept op zijn eig<strong>en</strong> vrijheid <strong>van</strong><br />

godsdi<strong>en</strong>st of m<strong>en</strong>ingsuiting die hem daartoe e<strong>en</strong> vrijbrief zou gev<strong>en</strong>? An<strong>de</strong>rzijds<br />

kan m<strong>en</strong> <strong>de</strong> gevolg<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> botsing<strong>en</strong> <strong>van</strong> grondrecht<strong>en</strong> – om<br />

an<strong>de</strong>re merites gaat <strong>het</strong> hier uiteraard niet! – ook positief formuler<strong>en</strong>. Immers,<br />

<strong>de</strong> Algem<strong>en</strong>e wet gelijke behan<strong>de</strong>ling (Awgb) geeft voor e<strong>en</strong> aantal veelvoorkom<strong>en</strong><strong>de</strong><br />

verhouding<strong>en</strong>, zoals die tuss<strong>en</strong> school <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> on<strong>de</strong>rnemers <strong>en</strong> werknemers, voor allerlei grondrechtelijke botsing<strong>en</strong><br />

vrij dui<strong>de</strong>lijke handvatt<strong>en</strong> voor beoor<strong>de</strong>ling die meer toegespitst zijn dan eer<strong>de</strong>r<br />

aangedui<strong>de</strong> privaatrechtelijke begripp<strong>en</strong> (naast uiteraard handvatt<strong>en</strong> om ongelijke<br />

behan<strong>de</strong>ling om an<strong>de</strong>re red<strong>en</strong><strong>en</strong> te beoor<strong>de</strong>l<strong>en</strong>).<br />

161<br />

Botsing <strong>van</strong> grondrecht<strong>en</strong> (2)<br />

Er zijn uiteraard ook meer voor <strong>de</strong> hand ligg<strong>en</strong><strong>de</strong> factor<strong>en</strong> die tot frequ<strong>en</strong>tere<br />

botsing tuss<strong>en</strong> grondrecht<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong><strong>de</strong> diversiteit in waar<strong>de</strong>stelsels<br />

bij <strong>de</strong> bevolking, in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> snelle groei <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal aanhangers <strong>van</strong><br />

godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> met pertin<strong>en</strong>te opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> dito <strong>gedrag</strong>sregels die in allerlei<br />

maatschappelijke situaties gevolgd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, is één promin<strong>en</strong>te factor, die<br />

al is aangestipt. E<strong>en</strong> an<strong>de</strong>re is <strong>de</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> neiging zich min<strong>de</strong>r door gezag<br />

alle<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer door argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>, in sam<strong>en</strong>hang met <strong>de</strong><br />

t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s om zo <strong>en</strong>igszins mogelijk gelijk te will<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over <strong>de</strong> overheid<br />

<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over me<strong>de</strong>burgers. Bei<strong>de</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> zijn in vrij rec<strong>en</strong>te wrrrapport<strong>en</strong><br />

(Ne<strong>de</strong>rland als immigratiesam<strong>en</strong>leving, De toekomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale<br />

rechtsstaat) uitgebreid aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> geweest.<br />

Voorstell<strong>en</strong> voor <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> botsing<strong>en</strong><br />

Botsing <strong>van</strong> grondrecht<strong>en</strong> levert uiteraard in <strong>de</strong> eerste plaats e<strong>en</strong> juridisch<br />

probleem op, e<strong>en</strong> vraagstuk dat als <strong>het</strong> zich voordoet moet word<strong>en</strong> opgelost. Te<br />

veel onbevredig<strong>en</strong>d opgeloste botsing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierbij e<strong>en</strong> bedreiging oplever<strong>en</strong><br />

voor <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> grondrecht<strong>en</strong> in verband met pluriformiteit <strong>van</strong> waard<strong>en</strong>.<br />

In aansluiting op al gelever<strong>de</strong> suggesties word<strong>en</strong> hier iets uitvoeriger <strong>de</strong> verschil-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!