Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...
wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag Figuur 4.9 geeft een mogelijke beginsituatie weer die vergelijkbaar is met die in figuur 4.7. Hierin geeft de lijn R 0 het reputatieverlies bij het overtreden van de norm aan, terwijl de lijn B 0 weer de spijt over de normovertreding weergeeft. Het totale nutsverlies ten gevolge van normoverschrijdend gedrag is dan gelijk aan B 0 + R 0 (spijt + reputatieverlies). Alle personen die de norm onderschrijven, leven in figuur 4.9 de norm na (β_ 0 = γ_ 0 = 70% van de bevolking), terwijl degenen die de norm niet onderschrijven deze overtreden. Het verschil met figuur 4.7 is, dat een deel van degenen die de norm onderschrijven (de groep tussen 58% en 70%), deze alleen gehoorzaamt omdat men bang is voor het reputatieverlies of de schaamte bij het overtreden van de norm. Zonder dit reputatieverlies zou de spijt die zij voelen bij normovertreding niet groot genoeg zijn om het voordeel van normovertreding teniet te doen. Dat wil zeggen, voor deze personen geldt: G – S 0 > B i , maar G – S 0 < B i + β_ 0 R i . Voor degenen die de norm niet onderschrijven is het reputatieverlies echter niet groot genoeg om hen ervan te weerhouden de norm te overtreden. Voor hen geldt derhalve G – S 0 > B i + β_ 0 R i . 132 Net als in de vorige paragraaf veronderstellen we dat de formele sanctie op normovertreding in de loop van de tijd daalt. Opnieuw gebeurt er aanvankelijk niets, maar op een gegeven moment wordt normovertreding zo aantrekkelijk dat ook sommigen die de norm onderschrijven deze gaan overtreden. Anders dan in de vorige paragraaf is het nieuwe evenwicht dat ontstaat bij γ_ 1 (50%) nu echter geen stabiel evenwicht (E 1 ). We hebben immers verondersteld dat de grootte van het reputatieverlies mede wordt bepaald door het percentage van de bevolking dat de norm onderschrijft. Als β_ zich aanpast aan het percentage van de bevolking dat de norm overtreedt en dus kleiner wordt (β_ 1 = γ_ 1
een rationele-keuze-analyse van normen en gedrag bij normovertreding afnemen. De curve R 1 in figuur 4.10 ligt dan ook lager dan curve R 0 in figuur 4.9. Als gevolg hiervan zal opnieuw een deel van degenen die de norm onderschrijven deze niet meer naleven, waardoor het evenwicht nog verder naar links verschuift (E 2 in figuur 4.10). In de volgende periode leidt dit tot een nog verder Figuur 4.11 Kosten en baten van normoverschrijdend gedrag - internalisering, formele en informele controle (t = 0) Kosten/baten 12 10 B 2 + R2 Kosten/baten 8 6 4 2 B 2 E 3 G- S 1 R 2 133 0 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% β 2 = γ 2 Aandeel populatie afkalven van het geloof in de norm en dus tot een nog verdere afname van het reputatieverlies, enzovoorts. In het algemeen staat niet vast waar dit ‘normverval’ eindigt. Als het reputatieverlies bij normoverschrijdend gedrag door het afbrokkelen van het geloof in de norm sneller afneemt dan het geloof van de ‘marginale’ gelovige toeneemt, dat wil zeggen dat ook degenen die het sterkst in de norm geloven zich uiteindelijk alleen door de angst voor reputatieverlies van normoverschrijdend gedrag laten weerhouden, dan zal het geloof in de norm uiteindelijk geheel verdwijnen, zodat op den duur niemand meer de norm naleeft of onderschrijft. Is de internalisering van de norm bij een deel van de bevolking echter sterk genoeg, dan kan er uiteindelijk een nieuw stabiel evenwicht ontstaan, waarbij een klein deel van de bevolking de norm zowel onderschrijft als gehoorzaamt en het grootste deel de norm niet onderschrijft en niet naleeft. In figuur 4.11 is een dergelijke situatie weergegeven, waarbij in het uiteindelijke, stabiele evenwicht (E 3 ) nog 36,5 procent van de bevolking de norm zowel onderschrijft (β_ 2 ) als naleeft (γ_ 2 ). Om naar de oude situatie terug te keren, volstaat het ook in dit model niet om het oude niveau van de formele sancties op normoverschrijdend gedrag te herstellen. Men zal de sancties zo sterk moeten verhogen dat ook degenen die niet (meer) in de norm geloven voldoende worden afgeschrikt om zich weer
- Page 83 and 84: waarden, normen en gedrag: de menin
- Page 85 and 86: waarden, normen en gedrag: de menin
- Page 87 and 88: waarden, normen en gedrag: de menin
- Page 89 and 90: waarden, normen en gedrag: de menin
- Page 91 and 92: normoverschrijdend gedrag 4 normove
- Page 93 and 94: normoverschrijdend gedrag pen voor
- Page 95 and 96: normoverschrijdend gedrag mele cont
- Page 97 and 98: normoverschrijdend gedrag een neerw
- Page 99 and 100: normoverschrijdend gedrag In de per
- Page 101 and 102: normoverschrijdend gedrag werden vr
- Page 103 and 104: normoverschrijdend gedrag en het mi
- Page 105 and 106: normoverschrijdend gedrag winkeldie
- Page 107 and 108: normoverschrijdend gedrag heeft het
- Page 109 and 110: normoverschrijdend gedrag Adang (19
- Page 111 and 112: normoverschrijdend gedrag gers en 6
- Page 113 and 114: normoverschrijdend gedrag aantal ve
- Page 115 and 116: normoverschrijdend gedrag Volgens h
- Page 117 and 118: normoverschrijdend gedrag val van)
- Page 119 and 120: normoverschrijdend gedrag Figuur 4.
- Page 121 and 122: normoverschrijdend gedrag verwachte
- Page 123 and 124: normoverschrijdend gedrag geven de
- Page 125 and 126: normoverschrijdend gedrag voorkomen
- Page 127 and 128: normoverschrijdend gedrag instituti
- Page 129 and 130: een rationele-keuze-analyse van nor
- Page 131 and 132: een rationele-keuze-analyse van nor
- Page 133: een rationele-keuze-analyse van nor
- Page 137 and 138: een rationele-keuze-analyse van nor
- Page 139 and 140: een rationele-keuze-analyse van nor
- Page 141 and 142: een rationele-keuze-analyse van nor
- Page 143 and 144: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 145 and 146: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 147 and 148: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 149 and 150: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 151 and 152: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 153 and 154: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 155 and 156: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 157 and 158: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 159 and 160: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 161 and 162: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 163 and 164: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 165 and 166: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 167 and 168: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 169 and 170: pluriformiteit en gemeenschappelijk
- Page 171 and 172: samenleven met verschillende cultur
- Page 173 and 174: samenleven met verschillende cultur
- Page 175 and 176: samenleven met verschillende cultur
- Page 177 and 178: samenleven met verschillende cultur
- Page 179 and 180: samenleven met verschillende cultur
- Page 181 and 182: samenleven met verschillende cultur
- Page 183 and 184: samenleven met verschillende cultur
wa a r<strong>de</strong> n, nor m<strong>en</strong> e n <strong>de</strong> l a st va n <strong>het</strong> gedr ag<br />
Figuur 4.9 geeft e<strong>en</strong> mogelijke beginsituatie weer die vergelijkbaar is met die in<br />
figuur 4.7. Hierin geeft <strong>de</strong> lijn R 0<br />
<strong>het</strong> reputatieverlies bij <strong>het</strong> overtred<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
norm aan, terwijl <strong>de</strong> lijn B 0<br />
weer <strong>de</strong> spijt over <strong>de</strong> normovertreding weergeeft.<br />
Het totale nutsverlies t<strong>en</strong> gevolge <strong>van</strong> normoverschrijd<strong>en</strong>d <strong>gedrag</strong> is dan gelijk<br />
aan B 0<br />
+ R 0<br />
(spijt + reputatieverlies). Alle person<strong>en</strong> die <strong>de</strong> norm on<strong>de</strong>rschrijv<strong>en</strong>,<br />
lev<strong>en</strong> in figuur 4.9 <strong>de</strong> norm na (β_ 0<br />
= γ_ 0<br />
= 70% <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking), terwijl <strong>de</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die <strong>de</strong> norm niet on<strong>de</strong>rschrijv<strong>en</strong> <strong>de</strong>ze overtred<strong>en</strong>. Het verschil met figuur 4.7 is,<br />
dat e<strong>en</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong> die <strong>de</strong> norm on<strong>de</strong>rschrijv<strong>en</strong> (<strong>de</strong> groep tuss<strong>en</strong> 58% <strong>en</strong><br />
70%), <strong>de</strong>ze alle<strong>en</strong> gehoorzaamt omdat m<strong>en</strong> bang is voor <strong>het</strong> reputatieverlies of <strong>de</strong><br />
schaamte bij <strong>het</strong> overtred<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> norm. Zon<strong>de</strong>r dit reputatieverlies zou <strong>de</strong><br />
spijt die zij voel<strong>en</strong> bij normovertreding niet groot g<strong>en</strong>oeg zijn om <strong>het</strong> voor<strong>de</strong>el<br />
<strong>van</strong> normovertreding t<strong>en</strong>iet te do<strong>en</strong>. Dat wil zegg<strong>en</strong>, voor <strong>de</strong>ze person<strong>en</strong> geldt:<br />
G – S 0<br />
> B i , maar G – S 0<br />
< B i + β_ 0<br />
R i . Voor <strong>de</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong> die <strong>de</strong> norm niet on<strong>de</strong>rschrijv<strong>en</strong><br />
is <strong>het</strong> reputatieverlies echter niet groot g<strong>en</strong>oeg om h<strong>en</strong> er<strong>van</strong> te weerhoud<strong>en</strong><br />
<strong>de</strong> norm te overtred<strong>en</strong>. Voor h<strong>en</strong> geldt <strong>de</strong>rhalve G – S 0<br />
> B i + β_ 0<br />
R i .<br />
132<br />
Net als in <strong>de</strong> vorige paragraaf veron<strong>de</strong>rstell<strong>en</strong> we dat <strong>de</strong> formele sanctie op normovertreding<br />
in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd daalt. Opnieuw gebeurt er aan<strong>van</strong>kelijk niets,<br />
maar op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t wordt normovertreding zo aantrekkelijk dat ook<br />
sommig<strong>en</strong> die <strong>de</strong> norm on<strong>de</strong>rschrijv<strong>en</strong> <strong>de</strong>ze gaan overtred<strong>en</strong>. An<strong>de</strong>rs dan in <strong>de</strong><br />
vorige paragraaf is <strong>het</strong> nieuwe ev<strong>en</strong>wicht dat ontstaat bij γ_ 1<br />
(50%) nu echter ge<strong>en</strong><br />
stabiel ev<strong>en</strong>wicht (E 1<br />
). We hebb<strong>en</strong> immers veron<strong>de</strong>rsteld dat <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
reputatieverlies me<strong>de</strong> wordt bepaald door <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking dat <strong>de</strong><br />
norm on<strong>de</strong>rschrijft. Als β_ zich aanpast aan <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking dat<br />
<strong>de</strong> norm overtreedt <strong>en</strong> dus kleiner wordt (β_ 1<br />
= γ_ 1<br />