Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ... Waarden, normen en de last van het gedrag - Wetenschappelijke ...

03.11.2014 Views

wa a rde n, nor men e n de l a st va n het gedr ag van criminaliteit groeide het aandeel van de jongeren al in de jaren zeventig, om in de jaren negentig opnieuw een aanzienlijke toename te vertonen. Wordt de mate waarin jongeren zich schuldig maken aan criminaliteit op zich bezien – los van de omvang van de totale criminaliteit –, dan is al vanaf het begin van de jaren zestig een trendmatige stijging te signaleren, zo laat figuur 4.3 zien. Werd in 1963 1,5 procent van de jongeren onder 18 jaar gehoord als verdachte van een misdrijf, in 1996 werd een piek bereikt van bijna 4,7 procent. In de laatste jaren is dit percentage overigens weer iets teruggelopen, naar 4,0. Bij geweldsmisdrijven was echter ook in de tweede helft van de jaren negentig nog sprake van een stijging. Jaarlijks wordt op iedere honderd jongeren van 12-18 jaar er een aangehouden vanwege een geweldsmisdrijf. Voorzover sommige jongeren meerdere malen per jaar worden opgepakt, is het feitelijke percentage jongeren dat wordt aangehouden overigens kleiner. 50 Figuur 4.3 Minderjarige verdachten per 1.000 jongeren van 12-17 jaar, 1952-2001 102 45 40 35 Totaal misdrijven Vermogensmisdrijven Vernieling en openbare orde Geweldsmisdrijven 30 25 20 15 10 5 0 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 Bron: cbs (Statline) De trend in de jeugdcriminaliteit die kan worden vastgesteld aan de hand van het aantal gehoorde verdachten, hoeft niet overeen te komen met de werkelijke trend indien het opsporingspercentage van misdrijven verandert. Het hiervoor geschetste beeld beperkt zich bovendien tot de meer ernstige vormen van criminaliteit waarvan aangifte wordt gedaan en een verdachte wordt aangehouden. Een andere bron van informatie, die niet onder deze tekortkomingen lijdt maar wel andere problemen oproept, is de zelfrapportage door jongeren in het onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (wodc) sinds 1988 iedere twee jaar uitvoert. Dit onderzoek laat globaal hetzelfde patroon zien: tussen 1988 en 1996 groeide het percentage jongeren dat toegaf bepaalde delicten te hebben gepleegd, in het bijzonder

normoverschrijdend gedrag winkeldiefstal (van 5,4 naar 10,0 procent), diefstal op school (van 6,5 procent in 1990 naar 10,1 procent), heling (van 3,5 naar 8,6 procent), vernieling (van 8,9 naar 14,6 procent) en iemand in elkaar slaan (van 1,9 naar 3,3 procent). Maar tussen 1996 en 1998 lieten al deze delicten weer een aanzienlijke daling zien (Kruissink en Essers 2001: 22). Extra zorgelijk is dat vooral de geweldscriminaliteit door jongeren sterk is toegenomen. Zo nam het aantal misdrijven tegen het leven (of pogingen daartoe) gepleegd door jongeren tussen 12 en 17 jaar toe van 1 op de 100.000 in 1952 tot 10 per 100.000 in 1990 en ruim 30 per 100.000 in 1996. Deze stijging zet zich nog steeds voort (Wittebrood 2000: 23). Het aantal minderjarigen, verdacht van mishandeling, nam evenzeer toe: van 1952 tot 1970 was dit aantal stabiel, namelijk 50 per 100.000. Sinds het begin van de jaren zeventig stijgt dit tot 200 en er vindt wederom een sterke stijging plaats na 1990 tot 425 per 100.000 jongeren in de leeftijd 12-17 jaar. Voor de delicten bedreiging met geweld, diefstal met geweld en afpersing valt eveneens een stijging te constateren, zij het niet zo scherp: van 10 in 1978 tot 80 per 100.000 jongeren in 1996 (Wittebrood 2000: 25). De conclusie is gewettigd: zowel in absolute aantallen als in relatieve zin neemt de geweldscriminaliteit onder jongeren sterk toe. Hoewel vaak wordt gesuggereerd dat jeugddelinquentie zich op steeds jongere leeftijd manifesteert, biedt het zelfrapportageonderzoek van het wodc hiervoor geen aanwijzingen. De leeftijd waarop men zegt voor het eerst een strafbaar feit te hebben gepleegd is voor alle onderscheiden delicten tussen 1988 en 1998 nagenoeg gelijk gebleven. Hierop is slechts één uitzondering, maar wel een belangrijke: de leeftijd waarop jongeren naar eigen zeggen voor het eerst iemand in elkaar hebben geslagen daalde van 13,5 jaar in 1988 naar 12,3 jaar in 1994, om daarna overigens weer te stijgen naar 13,1 jaar in 1998 (Kruissink en Essers 2001: 27). Gegevens van het Openbaar Ministerie wijzen echter wel uit dat het aandeel zeer jeugdigen (12-14 jarigen) onder de minderjarigen waartegen een strafzaak aanhangig wordt gemaakt, tussen 1995 en 2000 licht is toegenomen, van 25 procent naar 26,3 procent van alle minderjarige verdachten (Ministerie van Justitie 2002: 27). 103 Jeugdcriminaliteit wordt vaak in verband gebracht met bepaalde groepen allochtonen, in het bijzonder Marokkanen en Antillianen. Inderdaad zijn er veel aanwijzingen voor een toenemende oververtegenwoordiging van allochtonen onder de jeugdige criminelen, hoewel hierover weinig harde cijfers voorhanden zijn. Een op de vier verdachten in de leeftijdsgroep 12-24 jaar blijkt in het buitenland geboren te zijn, vooral in Marokko en in de Nederlandse Antillen. Ook relatief gezien, in verhouding tot de omvang van de bevolkingsgroep, is het aantal verdachten van Antilliaanse en Marokkaanse afkomst het grootst (resp. 11% en 8% van de groep 12-24-jarigen) (Ministerie van bzk 2002: 41-43). De tweedegeneratieallochtonen, die in Nederland zijn geboren, ontbreken echter in deze cijfers, zodat mag worden aangenomen dat het totale aandeel allochtonen onder de jeugdige verdachten nog beduidend groter is.

normoverschrijd<strong>en</strong>d <strong>gedrag</strong><br />

winkeldiefstal (<strong>van</strong> 5,4 naar 10,0 proc<strong>en</strong>t), diefstal op school (<strong>van</strong> 6,5 proc<strong>en</strong>t in<br />

1990 naar 10,1 proc<strong>en</strong>t), heling (<strong>van</strong> 3,5 naar 8,6 proc<strong>en</strong>t), vernieling (<strong>van</strong> 8,9<br />

naar 14,6 proc<strong>en</strong>t) <strong>en</strong> iemand in elkaar slaan (<strong>van</strong> 1,9 naar 3,3 proc<strong>en</strong>t). Maar<br />

tuss<strong>en</strong> 1996 <strong>en</strong> 1998 liet<strong>en</strong> al <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>lict<strong>en</strong> weer e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke daling zi<strong>en</strong><br />

(Kruissink <strong>en</strong> Essers 2001: 22).<br />

Extra zorgelijk is dat vooral <strong>de</strong> geweldscriminaliteit door jonger<strong>en</strong> sterk is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Zo nam <strong>het</strong> aantal misdrijv<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>het</strong> lev<strong>en</strong> (of poging<strong>en</strong> daartoe)<br />

gepleegd door jonger<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 12 <strong>en</strong> 17 jaar toe <strong>van</strong> 1 op <strong>de</strong> 100.000 in 1952 tot 10<br />

per 100.000 in 1990 <strong>en</strong> ruim 30 per 100.000 in 1996. Deze stijging zet zich nog<br />

steeds voort (Wittebrood 2000: 23). Het aantal min<strong>de</strong>rjarig<strong>en</strong>, verdacht <strong>van</strong><br />

mishan<strong>de</strong>ling, nam ev<strong>en</strong>zeer toe: <strong>van</strong> 1952 tot 1970 was dit aantal stabiel, namelijk<br />

50 per 100.000. Sinds <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig stijgt dit tot 200 <strong>en</strong> er<br />

vindt we<strong>de</strong>rom e<strong>en</strong> sterke stijging plaats na 1990 tot 425 per 100.000 jonger<strong>en</strong> in<br />

<strong>de</strong> leeftijd 12-17 jaar. Voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>lict<strong>en</strong> bedreiging met geweld, diefstal met geweld<br />

<strong>en</strong> afpersing valt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> stijging te constater<strong>en</strong>, zij <strong>het</strong> niet zo scherp: <strong>van</strong><br />

10 in 1978 tot 80 per 100.000 jonger<strong>en</strong> in 1996 (Wittebrood 2000: 25). De conclusie<br />

is gewettigd: zowel in absolute aantall<strong>en</strong> als in relatieve zin neemt <strong>de</strong><br />

geweldscriminaliteit on<strong>de</strong>r jonger<strong>en</strong> sterk toe.<br />

Hoewel vaak wordt gesuggereerd dat jeugd<strong>de</strong>linqu<strong>en</strong>tie zich op steeds jongere<br />

leeftijd manifesteert, biedt <strong>het</strong> zelfrapportageon<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>het</strong> wodc hiervoor<br />

ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong>. De leeftijd waarop m<strong>en</strong> zegt voor <strong>het</strong> eerst e<strong>en</strong> strafbaar feit<br />

te hebb<strong>en</strong> gepleegd is voor alle on<strong>de</strong>rscheid<strong>en</strong> <strong>de</strong>lict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1988 <strong>en</strong> 1998 nag<strong>en</strong>oeg<br />

gelijk geblev<strong>en</strong>. Hierop is slechts één uitzon<strong>de</strong>ring, maar wel e<strong>en</strong> belangrijke:<br />

<strong>de</strong> leeftijd waarop jonger<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> eerst iemand in<br />

elkaar hebb<strong>en</strong> geslag<strong>en</strong> daal<strong>de</strong> <strong>van</strong> 13,5 jaar in 1988 naar 12,3 jaar in 1994, om<br />

daarna overig<strong>en</strong>s weer te stijg<strong>en</strong> naar 13,1 jaar in 1998 (Kruissink <strong>en</strong> Essers 2001:<br />

27). Gegev<strong>en</strong>s <strong>van</strong> <strong>het</strong> Op<strong>en</strong>baar Ministerie wijz<strong>en</strong> echter wel uit dat <strong>het</strong> aan<strong>de</strong>el<br />

zeer jeugdig<strong>en</strong> (12-14 jarig<strong>en</strong>) on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarig<strong>en</strong> waarteg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> strafzaak<br />

aanhangig wordt gemaakt, tuss<strong>en</strong> 1995 <strong>en</strong> 2000 licht is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>van</strong> 25<br />

proc<strong>en</strong>t naar 26,3 proc<strong>en</strong>t <strong>van</strong> alle min<strong>de</strong>rjarige verdacht<strong>en</strong> (Ministerie <strong>van</strong> Justitie<br />

2002: 27).<br />

103<br />

Jeugdcriminaliteit wordt vaak in verband gebracht met bepaal<strong>de</strong> groep<strong>en</strong> allochton<strong>en</strong>,<br />

in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r Marokkan<strong>en</strong> <strong>en</strong> Antillian<strong>en</strong>. In<strong>de</strong>rdaad zijn er veel aanwijzing<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong><strong>de</strong> oververteg<strong>en</strong>woordiging <strong>van</strong> allochton<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> jeugdige criminel<strong>en</strong>, hoewel hierover weinig har<strong>de</strong> cijfers voorhand<strong>en</strong> zijn.<br />

E<strong>en</strong> op <strong>de</strong> vier verdacht<strong>en</strong> in <strong>de</strong> leeftijdsgroep 12-24 jaar blijkt in <strong>het</strong> buit<strong>en</strong>land<br />

gebor<strong>en</strong> te zijn, vooral in Marokko <strong>en</strong> in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Antill<strong>en</strong>. Ook relatief<br />

gezi<strong>en</strong>, in verhouding tot <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolkingsgroep, is <strong>het</strong> aantal<br />

verdacht<strong>en</strong> <strong>van</strong> Antilliaanse <strong>en</strong> Marokkaanse afkomst <strong>het</strong> grootst (resp. 11% <strong>en</strong><br />

8% <strong>van</strong> <strong>de</strong> groep 12-24-jarig<strong>en</strong>) (Ministerie <strong>van</strong> bzk 2002: 41-43). De twee<strong>de</strong>g<strong>en</strong>eratieallochton<strong>en</strong>,<br />

die in Ne<strong>de</strong>rland zijn gebor<strong>en</strong>, ontbrek<strong>en</strong> echter in <strong>de</strong>ze<br />

cijfers, zodat mag word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> totale aan<strong>de</strong>el allochton<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> jeugdige verdacht<strong>en</strong> nog beduid<strong>en</strong>d groter is.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!