hier - LSOVD
hier - LSOVD hier - LSOVD
op te bouwen. Alleen door uw eigen grenzen te stellen, krijgt u uiteindelijk het respect van de ander. 5. Laat u niet manipuleren Houd er rekening mee dat veel verslaafden – uit noodzaak – meesters zijn geworden in het manipuleren en toneelspelen. Soms zult u pas achteraf merken dat u, ondanks alles, voor de gek bent gehouden. Zelfs deskundige hulpverleners lopen er regelmatig in, want de cliënt of patiënt kan zeer overtuigend overkomen. 6. ‘Shoppen’ in de hulpverlening Sommige mensen lijken niet alleen verslaafd aan middelen, maar ook aan de hulpverlening. Zij verzamelen een heel regiment hulpverleners om zich heen of hebben er in de loop van de tijd heel wat versleten. Hoewel hulpverleners zeker niet alles kunnen, zouden ouders zich kunnen afvragen hoe het toch komt dat al die mensen niet in staat waren hun zoon of dochter te helpen. 7. Controle en wantrouwen Soms vertellen gebruikers iets over hun problemen of over afspraken die ze hebben gemaakt met de hulpverlening of met instanties. Meestal zal dat uw zaak niet zijn en kunt u zich beperken tot belangstellend luisteren. Er kan echter een reden zijn om zekerheid te hebben over het waarheidsgehalte van een mededeling. Er is dan niets op tegen om ook de andere kant te willen horen.Vraag wel altijd toestemming aan uw zoon of dochter, doe het niet achter zijn of haar rug om! 8. Reageer niet te direct Wanneer uw hulp wordt ingeroepen, ga daar dan niet klakkeloos op in. Laat uw zoon of dochter eerst precies vertellen wat hij of zij eigenlijk wil en waarom. Beoordeel pas later in alle rust, wanneer u wat afstand hebt genomen, of u eigenlijk wel op die vraag wilt en kunt ingaan. Die rust heeft twee voordelen: u kunt nagaan of u niet gemanipuleerd bent en bovendien blijkt of zoon of dochter werkelijk gemotiveerd is. Maar al te vaak gebeurt het dat verslaafden de ene dag willen stoppen en de andere dag al hun goede voornemens weer vergeten zijn. Wanneer u dan inmiddels vol goede moed op zoek bent geweest naar een plaats in een kliniek bijvoorbeeld, dan is dat zonde van uw tijd en moeite geweest.Veel hulpverleningsinstellingen werken niet voor niets met drempels en wachttijden. 21
9. Praat alleen wanneer hij nuchter is Weiger een serieus gesprek met iemand die onder invloed is. Anders zult u merken dat de ander er zich later weinig of niets meer van kan herinneren, of, eenmaal nuchter, er heel anders over denkt. 10. Dring niet te veel aan Dring niet aan om te stoppen met gebruik of om opname in een kliniek.Verslaafden weten donders goed dat ze zouden moeten stoppen en dat er hulpverlening is. Stoppen met gebruik heeft alleen zin, als iemand dat zelf wil! Niet omdat u als vader of moeder dat wilt. Natuurlijk kunt u iemand steunen en de weg wijzen als hij werkelijk wil stoppen, maar laat hem die keus eerst zelf maken. 11. Geef geen geld Geef geen geld. Nooit. Het eind is dan zoek. Als er echt iets moet komen (eten, kleren, sigaretten, noem maar op), regel dat dan zelf. 12.Accepteer de ander zoals hij is Als iemand echt niet wil stoppen, zijn leven niet wil veranderen, geen zelfstandig leven kan of wil leiden, dan zult u dat moeten aanvaarden. Dat is heel moeilijk, maar wel duidelijk. Natuurlijk kunt u zelf bepalen wat dat betekent voor de relatie die u met hem heeft. 13. Laat problemen daar waar ze zijn Tot slot, en dat is het moeilijkst: wanneer het gaat om uw (bijna) volwassen zoon of dochter, maak dan zijn of haar problemen niet de uwe. U zult steeds opnieuw teleurgesteld zijn en uw kind krijgt niet de kans echt volwassen te worden. 22
- Page 2 and 3: OUDERS KINDEREN & DRUGS 1
- Page 4: INHOUD Inleiding. Ouders en kindere
- Page 8 and 9: Hoofdstuk 1 Drugs: Druggebruik Drug
- Page 10 and 11: Hoe men ook over druggebruik denkt,
- Page 12 and 13: WAT KAN IK DOEN? Tips voor ouders m
- Page 14 and 15: Hoofdstuk 2 Wanneer verslaving een
- Page 16 and 17: OUDERS. GEVOELENS VAN SCHULD EN SCH
- Page 18 and 19: Bij een groot verlies ontstaan gevo
- Page 20 and 21: Sommige verslaafden dreigen thuis m
- Page 24 and 25: Hoofdstuk 3 Meer over verslaving Ve
- Page 26 and 27: VERSLAVING WAT IS DAT EIGENLIJK? Wa
- Page 28 and 29: Bij de hulpverlening moet in het bi
- Page 30 and 31: Cirkel 3 zijn psychische zaken. Er
- Page 32 and 33: Cirkel 5 betekent de directe omgevi
- Page 34 and 35: Hoofdstuk 4 Waar kan een verslaafde
- Page 36 and 37: In 1999 hebben LSOVD en hulpverleni
- Page 38 and 39: Hoofdstuk 5 De Landelijke Stichting
- Page 40: Voor informatie of een persoonlijk
9. Praat alleen wanneer hij nuchter is<br />
Weiger een serieus gesprek met iemand die onder invloed is. Anders zult u merken<br />
dat de ander er zich later weinig of niets meer van kan herinneren, of, eenmaal<br />
nuchter, er heel anders over denkt.<br />
10. Dring niet te veel aan<br />
Dring niet aan om te stoppen met gebruik of om opname in een kliniek.Verslaafden<br />
weten donders goed dat ze zouden moeten stoppen en dat er hulpverlening is.<br />
Stoppen met gebruik heeft alleen zin, als iemand dat zelf wil! Niet omdat u als vader<br />
of moeder dat wilt. Natuurlijk kunt u iemand steunen en de weg wijzen als hij<br />
werkelijk wil stoppen, maar laat hem die keus eerst zelf maken.<br />
11. Geef geen geld<br />
Geef geen geld. Nooit. Het eind is dan zoek. Als er echt iets moet komen (eten,<br />
kleren, sigaretten, noem maar op), regel dat dan zelf.<br />
12.Accepteer de ander zoals hij is<br />
Als iemand echt niet wil stoppen, zijn leven niet wil veranderen, geen zelfstandig<br />
leven kan of wil leiden, dan zult u dat moeten aanvaarden. Dat is heel moeilijk, maar<br />
wel duidelijk. Natuurlijk kunt u zelf bepalen wat dat betekent voor de relatie die u<br />
met hem heeft.<br />
13. Laat problemen daar waar ze zijn<br />
Tot slot, en dat is het moeilijkst: wanneer het gaat om uw (bijna) volwassen zoon<br />
of dochter, maak dan zijn of haar problemen niet de uwe. U zult steeds opnieuw<br />
teleurgesteld zijn en uw kind krijgt niet de kans echt volwassen te worden.<br />
22