SCHOENTECHNIEK - NVOS-Orthobanda

SCHOENTECHNIEK - NVOS-Orthobanda SCHOENTECHNIEK - NVOS-Orthobanda

nvos.orthobanda.nl
from nvos.orthobanda.nl More from this publisher
01.11.2014 Views

Ontwikkelingen in beenorthesen bij patiënten met slappe verlammingen: lichtgewicht, full contact en ‘intelligente’ kniescharnieren Kees Noppe Orthopedisch instrumentmaker Noppe Orthopedie/OIM Frans Nollet, revalidatiearts Hoogleraar Revalidatiegeneeskunde Hoofd Afdeling Revalidatie Academisch Medisch Centrum (AMC) Ontwikkelingen Gedurende vele jaren werden enkelvoetorthesen (EVO’s) en knie-enkelvoetorthesen (KEVO’s) uit leer, hout, roestvrij staal en aluminium vervaardigd. Het gewicht van een KEVO varieerde tussen de 2 en 3 kilogram. Veel orthesen worden nog steeds zo gebouwd. De afgelopen 10 jaar hebben orthesen voor de onderste extremiteit echter een aanzienlijke ontwikkeling doorgemaakt. De komst van koolstofcomposiet heeft het mogelijk gemaakt om orthesen lichter en subtieler te vervaardigen met een betere biomechanische werking door de combinatie van Door de recente fusie van de NVOS en Orthobanda is het vanzelfsprekend dat in het vakblad ook aandacht wordt besteed aan de orthopedische techniek. In deze uitgave een eerste technisch-wetenschappelijke bijdrage van prof. Frans Nollet, hoogleraar Revalidatiegeneeskunde in het AMC in Amsterdam en Kees Noppe, orthopedisch technicus bij Noppe Orthopedie. Nollet en Noppe werken nauw samen in het aanmeten van orthesen bij patiënten met slappe paresen aan de onderste extremiteiten, in het bijzonder patiënten met late gevolgen van polio, het postpoliosyndroom. In dit artikel worden de ontwikkelingen in de afgelopen 10 jaar belicht met bijzondere aandacht voor lichtgewicht en full contact voorzieningen en intelligente kniescharnieren. een uitstekende pasvorm en grote sterkte van het materiaal. KEVO’s die geheel uit koolstof worden lopen met de orthese. Het beperken van de bewegingsuitslagen van het enkelgewricht door middel van het vervaardigd zijn aanmerkelijk begrenzen van bewegingsuitslagen lichter en wegen slechts 900 tot 1200 gram. Koolstof maakt een optimale pasvorm van de orthese mogelijk die zeer nauw aansluit (full contact) aan het been. Hiermee kunnen van scharnieren in de orthese kan de biomechanische werkzaamheid van orthesen ten aanzien van de voetafwikkeling verbeteren. De stijfheid en sterkte van het materiaal in combinatie corrigerende krachten optimaal met de goede pasvorm maakt worden uitgeoefend bij standsafwijkingen en wordt maximale stabiliteit bereikt gedurende het staan en het verder mogelijk een zeer goed steunende tuberzit toe te passen en subtiel uit te voeren. In onderzoek hebben wij inmiddels aangetoond dat het lopen met koolstofcomposiet KEVO’s aanzienlijk minder energie kost dan het lopen met conventionele voorzieningen. Type orthese Er bestaan diverse typen orthesen en enkel- en kniescharnieren. Een gerichte anamnese, beoordeling van de hulpvraag van de patiënt, gedegen lichamelijk onderzoek en het gebruik van geavanceerd gangbeeldonderzoek bepalen het doel van de orthese en daarmee de keuze van het type orthese. Bij alleen kuitspierzwakte al dan niet met zwakte van de voetheffers maken wij meestal gebruik van een 30 ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK - december 2009

EVO met enkelscharnieren voorzien van een dorsaalflexiestop en een anteriore afsteuning onder de knie om de voorwaartse gewichtsverplaatsing over de voet in de standfase mogelijk te maken. KEVO’s worden vooral toegepast bij instabiliteit van de knie door zwakte van de kniestrekkers, de quadricepsspieren. De orthese wordt dan gebruikelijk voorzien van een kniescharnier met een vaststelling waardoor de knie bij het lopen niet kan buigen. Tegenwoordig zijn er kniescharnieren die alleen vergrendelen indien het been wordt belast. Met deze standfase-gecontroleerde kniescharnieren, ook wel ‘intelligente’ kniescharnieren genoemd, wordt de buiging van de knie in de zwaaifase van het been niet belemmerd wat resulteert in een natuurlijker looppatroon dat in de regel minder energie kost. Deze scharnieren zijn echter zeker niet in alle gevallen toepasbaar. Net als bij prothesen moeten mensen met deze voorzieningen leren lopen onder begeleiding van een deskundige fysiotherapeut. Specialisatie Binnen de revalidatieafdeling van het AMC hebben we ons gespecialiseerd in de behandeling van patiënten met beenverlammingen, met name ten gevolge van polio. Er vindt samenwerking plaats met fabrikanten van orthesencomponenten en er wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar nieuwe orthesevoorzieningen, zoals intelligente kniescharnieren. Onderzoek en patiëntenzorg in de afgelopen 10 jaar heeft de kwaliteit van de ortheseverstrekking aanzienlijk verbeterd. Dat gespecialiseerde kennis leidt tot betere orthesen is ons in de afgelopen jaren duidelijk geworden. Ruime ervaring is onontbeerlijk om tot een juiste indicatie te komen. Centralisatie in expertisecentra bij het voorschrijven en bouwen van orthesen is in de toekomst te verwachten door de toenemende complexiteit van componenten, de hoge eisen die gesteld worden aan het juist toepassen van nieuwe materialen, aan mogelijkheden voor geavanceerde gangbeeldanalyse voor complexe aandoeningen en aan fysiotherapeutische training. Intensieve samenwerking tussen voorschrijvende revalidatieartsen en instrumentmakers is daarbij essentieel om goede resultaten te kunnen bereiken en te blijven innoveren. Werkgroep richtlijn ontwikkeling Begin 2009 is een multidisciplinaire werkgroep gevormd bestaande uit revalidatieartsen, orthopedisch technici, bewegingswetenschappers, zorgverzekeraars, patiënten, de opleiding Orthopedische Technologie en de Nederlandse vereniging van de International Society of Prosthetics and Orthotics (ISPO). Deze werkgroep is bezig een richtlijn op te stellen om het indiceren en vervaardigen van beenorthesen te verbeteren. De richtlijn wordt gebaseerd op wetenschappelijke studies (evidence-based) en de klinische expertise van deskundigen (consensus-based). De richtlijn wordt vormgegeven als handboek ‘Beenorthesen bij slappe verlammingen’ waarin de door CVZ ontwikkelde Procesbeschrijving hulpmiddelenzorg (www.cvz.nl) wordt gevolgd. Voor de diverse stappen in het proces van de orthesezorg worden geformaliseerde protocollen opgesteld. Tevens wordt aangesloten bij de classificatie Cliq (www.cliq.nl), waarin functionele criteria zijn omschreven voor de keuze van hulpmiddelen. Toekomst De uitdaging voor de toekomst is orthesen verder te verbeteren op basis van wetenschappelijk onderzoek. Intensieve samenwerking tussen voorschrijvers, instrumentmakers, onderzoekers en ontwikkelafdelingen van de industrie is hiervoor van essentieel belang. Wetenschappelijke studies die de meerwaarde van geavanceerde orthesen aantonen en succespercentages van verstrekkingen zullen in toenemende mate van belang worden in de discussie met zorgverzekeraars over vergoeding. ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK - december 2009 31

Ontwikkelingen in beenorthesen<br />

bij patiënten met slappe verlammingen:<br />

lichtgewicht, full contact en ‘intelligente’ kniescharnieren<br />

Kees Noppe<br />

Orthopedisch instrumentmaker<br />

Noppe Orthopedie/OIM<br />

Frans Nollet,<br />

revalidatiearts<br />

Hoogleraar Revalidatiegeneeskunde<br />

Hoofd Afdeling Revalidatie<br />

Academisch Medisch Centrum (AMC)<br />

Ontwikkelingen<br />

Gedurende vele jaren werden enkelvoetorthesen<br />

(EVO’s) en knie-enkelvoetorthesen<br />

(KEVO’s) uit leer, hout,<br />

roestvrij staal en aluminium vervaardigd.<br />

Het gewicht van een KEVO<br />

varieerde tussen de 2 en 3 kilogram.<br />

Veel orthesen worden nog steeds<br />

zo gebouwd. De afgelopen 10 jaar<br />

hebben orthesen voor de onderste<br />

extremiteit echter een aanzienlijke<br />

ontwikkeling doorgemaakt. De<br />

komst van koolstofcomposiet heeft<br />

het mogelijk gemaakt om orthesen<br />

lichter en subtieler te vervaardigen<br />

met een betere biomechanische<br />

werking door de combinatie van<br />

Door de recente fusie van de <strong>NVOS</strong> en <strong>Orthobanda</strong> is het vanzelfsprekend dat<br />

in het vakblad ook aandacht wordt besteed aan de orthopedische techniek. In deze<br />

uitgave een eerste technisch-wetenschappelijke bijdrage van prof. Frans Nollet,<br />

hoogleraar Revalidatiegeneeskunde in het AMC in Amsterdam en Kees Noppe,<br />

orthopedisch technicus bij Noppe Orthopedie. Nollet en Noppe werken nauw samen<br />

in het aanmeten van orthesen bij patiënten met slappe paresen aan de onderste<br />

extremiteiten, in het bijzonder patiënten met late gevolgen van polio, het postpoliosyndroom.<br />

In dit artikel worden de ontwikkelingen in de afgelopen 10 jaar belicht<br />

met bijzondere aandacht voor lichtgewicht en full contact voorzieningen en intelligente<br />

kniescharnieren.<br />

een uitstekende pasvorm en grote<br />

sterkte van het materiaal. KEVO’s<br />

die geheel uit koolstof worden<br />

lopen met de orthese. Het beperken<br />

van de bewegingsuitslagen van het<br />

enkelgewricht door middel van het<br />

vervaardigd zijn aanmerkelijk begrenzen van bewegingsuitslagen<br />

lichter en wegen slechts 900 tot 1200<br />

gram. Koolstof maakt een optimale<br />

pasvorm van de orthese mogelijk<br />

die zeer nauw aansluit (full contact)<br />

aan het been. Hiermee kunnen<br />

van scharnieren in de orthese kan de<br />

biomechanische werkzaamheid van<br />

orthesen ten aanzien van de voetafwikkeling<br />

verbeteren. De stijfheid en<br />

sterkte van het materiaal in combinatie<br />

corrigerende krachten optimaal<br />

met de goede pasvorm maakt<br />

worden uitgeoefend bij standsafwijkingen<br />

en wordt maximale stabiliteit<br />

bereikt gedurende het staan en<br />

het verder mogelijk een zeer goed<br />

steunende tuberzit toe te passen en<br />

subtiel uit te voeren.<br />

In onderzoek hebben wij inmiddels<br />

aangetoond dat het lopen met koolstofcomposiet<br />

KEVO’s aanzienlijk<br />

minder energie kost dan het lopen<br />

met conventionele voorzieningen.<br />

Type orthese<br />

Er bestaan diverse typen orthesen<br />

en enkel- en kniescharnieren. Een<br />

gerichte anamnese, beoordeling<br />

van de hulpvraag van de patiënt,<br />

gedegen lichamelijk onderzoek en<br />

het gebruik van geavanceerd gangbeeldonderzoek<br />

bepalen het doel<br />

van de orthese en daarmee de keuze<br />

van het type orthese.<br />

Bij alleen kuitspierzwakte al dan<br />

niet met zwakte van de voetheffers<br />

maken wij meestal gebruik van een<br />

30 ORTHOPEDISCHE <strong>SCHOENTECHNIEK</strong> - december 2009

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!