nr 6, december 2009 - SBCM

In het najaar van 2008 startte het project Werkervaringsplaatsen (Project WEP). Dit
project heeft als doel de arbeidsparticipatie van personen met een Wajong-status en
personen met een WSW-indicatie binnen de sector Rijk te vergoten. Het ministerie
van Economische Zaken (EZ) lijkt de doelstellingen voor 2010 te gaan halen.
‘De werkgevers van de sector Rijk
spannen zich maximaal in om binnen
deze kabinetsperiode (2009 en 2010)
250 werkervaringsplaatsen te realiseren,
waarvan 150 voor Wajongers en
100 voor SW-medewerkers.’ Zo luidt
de doelstelling die de minister van BZK
heeft geformuleerd. De verdeling van
deze 250 werkervaringsplaatsen over de
verschillende ministeries is vastgesteld
en gecommuniceerd met de contactpersonen
voor het Project WEP. Bij het
ministerie van Economische Zaken (EZ)
is dat Jan Luis.
‘Volgens de verdeling moet EZ voor het
einde van 2010 acht werkervaringsplaatsen
realiseren’, vertelt Luis, ‘en dat lijkt
te gaan lukken.’ Het ministerie van EZ
moet vijf Wajongers en drie SW-medewerkers
plaatsen en doet het inderdaad
goed. Er is al een Wajonger geplaatst
en de derde SW-medewerker volgt
binnenkort. Dat betekent niet dat het
project dan stopt. Luis: ‘We zijn op de
helft maar als ik kans zie om nog meer
SW-medewerkers te plaatsen zal ik het
natuurlijk doen. Die doelstelling van drie
is wat mij betreft geen maximum.’ De
SW-medewerkers zijn afkomstig van de
Haeghe Groep. Jan Luis werkt nauw samen
met Ben Strijk van die hofleverancier.
Ben Strijk: ‘Voor SW-medewerkers
die er klaar voor zijn om deze stap te
maken zie ik in de toekomst alleen maar
meer mogelijkheden. De ervaring die ze
in zo’n grote organisatie kunnen opdoen,
is enorm. Dat komt hun ontwikkeling
en zelfvertrouwen ten goede. Persoonlijk
vind ik vooral de aansluiting op de
arbeidsmarkt ontzettend belangrijk.’
Waar zijn ze goed in?
Luis (EZ): ‘Toen we startten, kreeg ik
cv’s van het Expertise Centrum (zie
kadertekst), maar tegenwoordig ga ik
ook zelf de boer op. Die vrijheid is er
ook. We kijken goed naar die cv’s. Wat
kunnen deze mensen? Waar zijn ze
goed in? En dan kijken we binnen het
ministerie welke klussen en werkzaamheden
er liggen. Het werk heeft nu nog
een tijdelijk karakter, maar wie weet
hoe dit over een jaar wordt ingevuld?’
Strijk (Haeghe Groep) vult aan: ‘Dit is
voor mij ook een kans om mijn cliënten
nog beter te leren kennen. Ook ik kijk
naar wat ze wel kunnen, en wat niet. Het
project kan echt dienen als leermoment
om in de toekomst nog beter te kunnen
matchen. Daar draait het tenslotte om:
de behoefte van de werkgever en de
wens van mijn cliënt dusdanig verenigen
zodat het voor beide partijen iets
toevoegt. Verder is het uiteraard ook een
enorme netwerkuitbreiding, die in de
toekomst mogelijk tot meer plaatsingen
zal leiden.’
Win-winsituatie
Omdat ik hier al 36 jaar rondloop, kom ik
overal makkelijk binnen. Dat is een groot
voordeel. Daarnaast zit ik ook ineens
heel anders bij werkoverleggen. Wanneer
ik een afdelingshoofd hoor zeggen dat
er grote achterstanden moeten worden
weggewerkt, dan hoor ik een kans. Op
die manier hebben we een Wajonger en
een SW-medewerker binnengehaald voor
een digitaliseringproject.’ Dankzij de
inzet van Luis en de betrokken managers
heeft EZ ook twee SW-medewerkers
geplaatst bij het sportpark Duyngheest.
Zij onderhouden het sportpark.
Strijk: ‘De meeste SW-medewerkers zijn
erg enthousiast en vinden het ook wel
stoer om voor een ministerie te werken.
Het geeft ze het gevoel een belangrijke
rol te vervullen in de maatschappij.’ Luis
beaamt dat: ‘Je hebt over het algemeen
te maken met zeer gemotiveerde
mensen. Hierdoor ontstaat een win-winsituatie.
Wij worden ondersteund bij een
klus en de Wajonger of SW-medewerker
doet een schat aan ervaring op, wat weer
goed staat op de cv. We zijn flexibel als
het gaat om werktijden, aanpassingen
van werkplek, reisfaciliteiten en dat soort
voorwaarden. We geven goede begeleiding,
bieden cursussen en sportmogelijkheden.
Ik vind het fantastisch dat we
deze mensen een kans kunnen bieden.’
Ben Strijk (Haeghe Groep):
'De ervaring die ze in zo’n
grote organisatie kunnen
opdoen, is enorm.'
7