Uitvoeringsprogramma.pdf - Hunze en Aa's

Baggeruitvoeringsprogramma 2010-2020
Waterschap Hunze en Aa's
>> meldingen, plannen en vergunningen. Nadat in overleg met de afdeling vergunning
en handhaving bepaald is welke meldingen, plannen en vergunningen relevant zijn,
worden deze aangevraagd en/of opgesteld. Hierbij valt te denken aan:
- melding lozing Bbi;
- melding i.h.k.v. het Besluit bodemkwaliteit;
- melding i.h.k.v. de Wet Milieubeheer;
- projectplan, werkplan, evaluatierapport conform BRL6003.
>> KLIC melding
>> opstellen budgetraming en planning
>> voorafgaand aan de start van een project wordt een projectplan opgesteld. In het
projectplan dienen een tijdsplanning, kostenraming, betrokkenen en een project
opdracht opgenomen te worden.
>> in principe wordt gebaggerd met een overdiepte van 30 cm onder het leggerprofiel
waarbij niet door de vaste bodem gebaggerd wordt. Taludschade wordt voorkomen
door vooral het middelste deel te baggeren. Indien de gebiedskwaliteit niet voldoet en
de oorzaak ligt in de nalevering van stoffen uit de waterbodem, wordt gebaggerd tot
de vaste bodem.
>> opstellen contract, bestek en/of werkomschrijving
>> aanbesteding en gunning
>> baggeren met aandacht voor veiligheid (VCA) (CROW 132)
3.5 Verwerkingsmogelijkheden baggerspecie
Waterschap Hunze en Aa's voert enkel baggerwerkzaamheden in het kader van
regulier onderhoud uit waarbij de vrijkomende baggerspecie verspreid kan en mag
worden op het aangrenzende perceel. Het waterschap heeft aangegeven dit voor
circa 95% van de vrijkomende baggerspecie het geval is. In alle overige gevallen
worden de baggerwerkzaamheden door derden uitgevoerd. Hieronder zijn de meest
voorkomende verwerkingsmogelijkheden van baggerspecie weergegeven.
3.5.1 Verspreiden en toepassen van baggerspecie
Voor het verspreiden en toepassen van baggerspecie gelden de kwaliteitseisen en de
voorwaarden die het Besluit bodemkwaliteit hieraan stelt.
Verspreiden op aangrenzende percelen
Het slib dat voldoet aan de msPAF mag verspreid worden op de percelen die aan de
watergang grenzen. Als naast de watergang een weg of strook grond ligt welke te
smal is om de specie te ontvangen, worden de percelen aanliggend aan de weg of
strook grond ook als aanliggend aangemerkt.
Hierbij wordt opgemerkt dat voor de verwerking van baggerspecie afkomstig uit
verdachte en gevoelige gebieden (riooloverstorten en gewasschade
(bruinrotgebieden, bietenteelt, lelieteelt, wortelen en akkerandenbeheer)) specifiek
beleid geldt.
Pagina 10 van 23