Digitale Krant Tandheelkunde Nijmegen jaargang 9 nr 1 - PAOT

Digitale Krant Tandheelkunde
Tweemaandelijkse uitgave van het cluster Tandheelkunde te Nijmegen
Jaargang 9, aflevering 1, januari - maart 2009
Inhoud
Interview met Peter Snoek, (Wietske Fokkinga)
- Peter Snoek “Geen verdienste maar geluk”
Bijzondere activiteiten jubilerende tandheelkundige Alumni
- 1000 Afrikaanse gebitten in één week, Marjon van Geel en Jeanne Baggen
Berichten en promoties
- Docentprofessionalisering
- In memoriam Professor Dr. H. Boersma
- Dimitris Nikolidakis verdedigt zijn proefschrift:
Oral implants: The effect of biological factors on bone healing
- Stand van zaken nieuwbouw Tandheelkunde 2013
- Tandarts Gnathologen opleiding start met nieuwe lichting oktober 2009
- Reünistenvereniging - Vrienden van de Radboud
- Alumni updatedag: “nazorg” voor mondzorgkundigen, 15 mei 2009
Patiëntsimulatieproject
- Verslag en oproep voor de 2 e ronde
Terugblik updatedagen najaar 2008
- Interactieve presentatie gebitsslijtage, hoe stemt de algemeen prakticus?
Afgestudeerd op 27 februari
- 7 mensen ontvingen de tandartsenbul
PAOT – Cursussen en activiteiten
- Nog enkele plaatsen voor cursussen in het voorjaar 2009
- Internationale conferentie ectodermale dysplasie 14 en 15 mei 2009
Publicaties medewerkers
Agenda
Colofon
De digitale krant verschijnt vijf maal per jaar en is te
lezen door de Alumnicontracthouders van de studierichting
Tandheelkunde aan de RU op de website
van het PAOT. De krant is ook voor de medewerkers
van Tandheelkunde Nijmegen beschikbaar
via intranet.
De digitale krant tandheelkunde is een uitgave van
het Cluster Tandheelkunde van het UMC St Radboud.
Redactie:
Wietske Fokkinga, Louis Hofman, Adrie Jeurissen,
Rob de Kanter
Redactieadres:
Studiecentrum - Bibliotheek Tandheelkunde
Philips van Leijdenlaan 25
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen
telefoon: 024-3668152
fax: 024-3614097
e-mail: l.hofman@dent.umcn.nl
website: www.paotumcn.nl

Interview met Peter Snoek, (Wietske Fokkinga)
Peter Snoek “Geen verdienste maar geluk”
Een bekende voor iedere Nijmeegse Tandheelkunde
Alumnus, want hij behoorde tot de eerste studenten aan
de opleiding Tandheelkunde in Nijmegen en begon direct
na zijn afstuderen als docent. Bijzonder, want er is
geen enkele wetenschappelijk medewerker die langer
op Tandheelkunde heeft gewerkt als Peter. En dat merk
je ook als je met hem praat. Hij weet erg veel; vakinhoudelijk,
maar ook van de geschiedenis van Tandheelkunde
Nijmegen.
Als middelbare scholier werd hij enthousiast voor de opleiding Tandheelkunde (6-jarig programma)
door een voorlichting op zijn school in Breda. De kleinschaligheid en het bezig zijn met hoofd
en handen leek hem een goede combinatie. Het was voor hem een eyeopener, omdat hij niet uit een
tandheelkundige of medische hoek kwam. In eerste instantie had hij zich opgegeven voor Utrecht,
maar werd in Nijmegen geplaatst. Waarschijnlijk omdat hij had opgegeven dat hij katholiek was.
Met 45 studenten en als pioniers ontstond er een hechte band met zijn jaargenoten. Sinds het
afstuderen hield de jaargroep iedere 5 jaar een reünie, tegenwoordig is de frequentie wat opgevoerd
naar eens in de 2 jaar, in verband met de toenemende leeftijd en verhoogd risico op uitval helaas.
Toen de opleiding hier begon (1961) waren er nog geen hoogleraren Tandheelkunde. Het
eerste jaar werd dan ook samen met studenten medicijnen gevolgd. In het 2 e jaar waren er ondertussen
de eerste hoogleraren aangesteld: Prof. Merkx, Kaakchirurgie; oorspronkelijk uit Groningen maar
in die tijd al als kaakchirurg werkzaam aan het Radboud ziekenhuis, Prof. Van Amerongen uit Utrecht,
Cariologie; Prof. von Jessen uit Utrecht, Prothetiek; Prof. Van der Linden uit Groningen; Orthodontie.
Peter en zijn jaargenoten kregen les van de hoogleraren zelf. Het practicum vond plaats aan de Kapittelweg.
In het 3 e jaar werd de prekliniek gebouwd (laagbouw, gebouw M361, wat ondertussen tegen
de vlakte is gegaan). (En in 2013 zijn we weer terug bij af: dan is er nieuwbouw gepland aan de Kapittelweg.
red.).
De omgang met de hoogleraren was gemoedelijk, maar er liepen ook een paar docenten rond
die wel erg streng waren (Slob, van Luijn, van de Poel, Dijkman). Arnd Käyser 1 (na studie in Utrecht, 8
jaar praktijk op Aruba gehad, Kroon- en Brugwerk) kwam in maart 1966 en gaf onderwijs in Peters 5 e
jaar. Peter werd benaderd door Arnd Käyser om op THK te komen werken. Een aantal jaargenoten
volgden, oa Rob Burgersdijk en Ad Meeuwissen. Peter had er in eerste instantie tijdens zijn studie
nooit over nagedacht, maar besloot het te doen. Met Käyser klikte het goed en hij werd een soort
mentor van Peter. In de eerste jaren kreeg Peter continu bij- en nascholing van hem. Soms tot ’s
avonds laat, want Peter durfde in het begin niet te zeggen dat hij eigenlijk naar huis wilde. Een van de
hoofdtaken voor Snoek was het opzetten van fantoompracticum voor Kroon en Brugwerk. Tijdens zijn
eigen studie had hij alleen articulator practicum gehad, voordat de behandeling bij echte patiënten van
start ging.
In 1970 werd een aantal afdelingen opgesplitst en werd een aantal nieuwe hoogleraren benoemd:
Prof. König, (uit Zwitserland; Preventieve Tandheelkunde), Prof. Plasschaert (uit Utrecht;
hoofd Conserverend) Prof. Renggli (uit Zwitserland; hoofd Parodontologie), en Prof. Käyser (hoofd
Occlusie Opbouw). Vanaf toen is Peter verantwoordelijk geworden voor het onderwijs van Kroon- en
Brugwerk. Met collega’s had Peter ook een goede band, met name met Pasquale Battistuzi (uit
Utrecht, in begin jaren ’90 vertrokken uit Nijmegen naar Italië) kon hij het goed vinden. In de beginjaren
gingen ze met een clubje collega’s op vrijdagavond sporten en daarna naar de ‘Ritabar’ (tegenwoordig
‘het Paleis’ in de benedenstad). Het nuttige en het aangename werd hiermee verenigd.
Peter was ook betrokken bij de introductie van de implantologie op de universiteit. De eerste
cursussen volgde hij mede. Eerst waren er de Linkow blad-implantaten, die later werden vervangen
door de Branemark implantaten. Er werd al snel duidelijk dat degene die implanteerde dat regelmatig
moest doen, dus richtte Peter en collega’s zich op het prothetische deel. Hij heeft mede stichting Nij-
Bosch (Nijmegen-Den Bosch) opgericht, waarbij de patiënten in Den Bosch werden geïmplanteerd en
1 Professor dr. Arnd Käyser is overleden in 1998

hier werden behandeld met de suprastructuren. Toen de Nijmeegse kaakchirurgen zich ook met implantologie
gingen bezighouden is NijBosch langzaamaan opgeheven.
In de tijd van Käyser was Peter de ‘sergeant’ onder de ‘officier’ (Käyser). Peter functioneerde
tussen de ‘manschappen’ en de officier -die ook wel eens lastig kon zijn- in. Het was voornamelijk
leuk, maar af en toe ook wel eens lastig. Doordat hij zelf ook wat kon sturen heeft hij nooit taken gehad
waar hij met tegenzin mee bezig moest. Hij werd door Käyser gestimuleerd en kreeg verantwoordelijkheden.
Deze samenwerking en later de samenwerking met Nico Creugers dragen hem nog dagelijks
bij aan zijn arbeidsgenot, net als de andere collegiale contacten op de vakgroep. Hij beschouwd
het dan ook geen verdienste maar een geluk dat hij al 40 jaar op Tandheelkunde werkt. Ondanks
zijn pensioen blijft hij nog als “echte” parttimer op Tandheelkunde werken.
Het geven van onderwijs heeft Peter altijd leuk gevonden. Hij realiseert zich dat hij in de beginjaren
als docent samen met Pasquale wel het boegbeeld van een strenge docent was. Daar heeft
hij nog wel eens spijt van. Hij is wel eens te streng of onredelijk geweest wat hij nu niet meer is. Hij is
door de jaren heen milder geworden. Dit heeft volgens hem mede te maken met zijn leeftijd, maar ook
met het verschil in sfeer die er toen en nu heerst. Hij vind het jammer als oud-studenten op een vervelende
manier aan hem terugdenken. Dan had het dus anders gemoeten. Hij vind het erg goed dat
voor de huidige (jonge) docenten meer scholing is. Naast vakinhoudelijke scholing is er ook aandacht
voor de didactische onderwerpen. Het ‘hoe ga je met studenten om’ is verwaarloosd in de eerste 15
jaar. De planbesprekingen in de jaren ’80 waren die van de ‘etterbakkendocenten’. Nu is er veel meer
interactie en samenwerking tussen docenten en studenten.
Als docent heeft Snoek alle blokken van ‘occlusie opbouw’ gedraaid. In het begin draaide hij
en zijn collega’s 7 halve dagen practicum. De laatste jaren doceerde hij met name in het 4 e en 5 e jaar,
maar sinds kort ook weer in het 1 e jaar (waar de studenten met hem weglopen, red.). Hij merkt dat de
studenten tegenwoordig assertiever zijn en dat is leuk vind hij.
De veranderingen in het onderwijs (minder ‘ja en amen’ en minder ‘zo moet het’) vind hij positief.
De studenten kunnen meer op hun verantwoordelijkheden gewezen worden en dat is leerzaam.
Net als de intrede van de probleemoplossingcyclus (behandelplannen) is goed, doordat de studenten
er zelf mee aan de slag gaan. En niet zoals vroeger dat de docent kwam vertellen wat er moest gebeuren.
Hij merkt ook dat de studenten daar goed mee omgaan. Als ze een probleem tegen komen
gaan ze bijvoorbeeld het internet op en zoeken ze informatie.
Naast het werken op de universiteit heeft Peter ook altijd in een algemene praktijk gewerkt.
Nadat hij een jaar had waargenomen in Boxmeer en later op de Groesbeekseweg kon hij zich bij een
aantal collega’s aansluiten die in 1970 de GTP (gezamenlijke tandartsen praktijk) hadden opgericht. In
het begin was de verhouding 9/10 universiteit en 2/10 praktijk (1 middag en 1 avond), want je mocht
niet meer dagdelen buiten de uni werken. Later werd dat 3/10 praktijk doordat er vanuit de uni de mogelijkheid
werd geboden een extra dagdeel in te vullen. Toen was er in ieder geval geen mogelijkheid
om echt parttime (50%-50%) te werken. Voor nu is dat een hele verbetering. Want er zijn ook algemeen
practici nodig die een paar dagdelen hun klinische ervaring kunnen overdragen aan de huidige
studenten. Als Peter die keuze had gehad had hij misschien minder op de universiteit gewerkt, maar
dan had hij niet zoveel kunnen “regelneven” zoals hij dat zelf zegt.
De traditie van Sinterklaas, die hij als student al meemaakte vanaf zijn 3 e studiejaar, heeft hij
hoog in het vaandel staan. Niet dat hij graag naar voren geroepen wil worden, maar wel omdat het
weergeeft dat we met een hechte gemeenschap te maken hebben. Peter vindt dat alle docenten hier
jaarlijks bij zouden moeten zijn. Hijzelf heeft al die jaren maar 1 x overgeslagen. De eerste jaren werden
de docenten iets meer op de hak genomen, de laatste jaren is de aandacht meer op de studenten
onderling gericht.
Op de vraag wat we gaan missen of wat er gaat mislopen als hij hier niet meer rondloopt zegt
hij: ‘niemand is onmisbaar’. Zonder gekheid, Peter is blij dat hij langzaamaan de taken goed heeft over
kunnen dragen aan de volgende ‘generatie’. Voor de alumni en reünisten heeft Peter het advies: probeer
je werk zo in te delen dat je er altijd lol en plezier in hebt. Zoek hiervoor de benodigde afwisseling:
‘wordt parttime docent of ga deels in een instelling voor gehandicapten werken’.
Het is vrijdagmiddag klokslag 17:00 uur. Dat betekent dat dit interview is afgelopen en dat we
naar de belangrijkste vergadering van de week gaan in het Cultuur cafe☺. Tijdens het nuttigen van
een biertje vraag ik op de valreep hoe het voelt dat hij is gepromoveerd. Zijn reactie: ‘ik vond het een
mooi spektakel’ (op zijn afscheidsdiner bij de vakgroep hebben de heren Prof. R. Burgersdijk, Prof. N.
Creugers, Prof. G. Truin, Dr. R. de Kanter, Dr. J. Frencken en Drs. L. Hofman zijn promotie in scene
gezet. red.)

Na verdediging van zijn proefschrift getieteld
Relatie van borstomvang en temporomandibulaire
mammae dysfunctie
ontving de kersverse doctor de bul uit
handen van zijn promotor Prof. Dr. Nico
Creugers.
Bijzondere activiteiten tandheelkundige Alumni
1000 Afrikaanse gebitten in één week, Marjon van Geel en Jeanne Baggen
Marjon van Geel en Jeanne Baggen, idealistische tandartsen in de Nijmeegse benedenstad zijn beiden
25 jaar tandarts. Het feestje? Een reis naar Kenia met de assistentes en mondhygiënistes van de
praktijk, acht vrouwen! In de Gelderlander van zaterdag 24 januari schreef Jacqueline van Ginneken
hierover onder andere het navolgende:
Elk jaar hebben de tandartsen, assistentes en mondhygiënisten van de tandartspraktijk in gezondheidscentrum
’t Weeshuis in Nijmegen een uitstapje. Dit jaar is echter een bijzonder jaar. De acht
vrouwen tussen de 23 en 50 jaar vertrekken 6 maart naar Kenia. Om de bevolking in dat land van
tandproblemen af te helpen. En om poetslessen te geven in een school met achthonderd meisjes van
11 tot 16 jaar. „We zien duizend gebitten in één week, van mensen die nog nooit een tandarts hebben
gezien”, zegt Monique de Krijger, tandartsassistente en al 22 jaar werkzaam bij Jeanne Baggen en
Marjon van Geel. De twee tandartsen vinden dat ze wat te vieren hadden. Beiden zijn 25 jaar tandarts.
De twee vrouwen die samen hun praktijk runnen in ’t Weeshuis, delen ook al een kwart eeuw lief en
leed en bovendien zijn ze allebei 50 geworden. Natuurlijk was er een uitbundig feest. Aan de gasten
vroegen ze geld als cadeau. Geld voor weeshuiskinderen in Kenia. Maar de tandartsen willen méér
doen dan de cheque van zesduizend euro overhandigen. Ze gaan er heen om daadwerkelijk te helpen.
Twaalf dagen naar Kenia. „Dat klinkt heel mooi, maar het is ook spannend”, zegt Jeanne Baggen.
Eén collega is nog nooit buiten Europa geweest, een ander heeft nog nooit gevlogen en een
derde heeft last van heimwee. Maar ze waren vrij om mee te gaan. Als iemand niet mee wilde, was
dat ook prima.” Iedereen zei ja. Even verdween Kenia als ‘goed doel’ uit beeld na de verkrachting,
vorig jaar zomer, van vijf jonge vrouwen die er ontwikkelingswerk deden. „Toen sloeg de schrik er wel
in, vooral bij het thuisfront, de mannen”, vertelt Marjon van Geel. Ze hebben toen gekeken naar veiligere
landen, naar Gambia, Thailand. Maar er waren bezwaren. Omdat projecten in die landen alleen
werk boden aan de tandartsen en niet aan de assistenten en de mondhygiënisten. Toen kwam Kenia
toch weer in beeld. Inmiddels zijn de mannen gerustgesteld na berichten van het ministerie van Binnenlandse
Zaken dat Kenia als ‘veilig’ betitelt. „Natuurlijk”, zeggen Jeanne en Marjon, „hadden we ook
een project in achterstandswijken in Rotterdam kunnen doen. Er zijn in de tandartsenpraktijk pittige
discussies gevoerd. Over het nut van de trip: Zitten Kenianen hierop te wachten ?” „Wij denken dat we
met onze kennis wel iets kunnen toevoegen, je hebt een meerwaarde. En het is natuurlijk een gewel-

dige ervaring om als groep te gaan.” Beiden deden eerder als tandarts vrijwilligerswerk in Nepal, Ghana
en Zuid-Amerika. Goed doen, dat is hun drijfveer. Tuurlijk kunnen ze ook gewoon geld overmaken.
„Maar dit doe je ook voor jezelf” zegt Jeanne. Monique ziet het als ‘een uitdaging’. En Marjon vindt:
„Ze verdienen het ook,
deze trip.” Voor de
teambuilding is het
bovendien ‘super’ om
als groep samen dingen
te doen, denken
de tandartsen. „Elk jaar
hebben we met z’n
allen een weekeindje
uit en daarna is het
altijd knettergezellig.”
Ze krijgen overigens
gevraagd en ongevraagd
adviezen. ‘Begin
er niet aan’, waarschuwde
een bevriende
tandarts. „We laten
ons niet ompraten,
maar gaan tóch. We
zijn niet bang voor
eventuele conflictjes of
problemen. Iedereen heeft veel voor elkaar over, iedereen heeft hart voor de praktijk. De trip naar
Kenia zal niet zonder slag of stoot verlopen, verwacht Jeanne. „Het zal voor sommigen een cultuurschok
zijn. We zullen elkaar moeten opvangen. Maar we zijn een heel open team. We hebben hier in
de praktijk een schriftje. Als iets je niet lekker zit, dan schrijf je dat op: over de troep die iemand niet
opruimt, en ook kritiek op salarisverhogingen die de een wel en
de ander niet krijgt.” In Kenia gaan ze bovendien ‘hard werken’. Maar er is ook ruimte voor plezier.
„We gaan ook twee dagen op safari.” In het komende nummer van de digitale krant tandheelkunde
Nijmegen een verslag van de ervaringen van dit tandheelkundige team in Kenia.
Promoties en berichten
Docentprofessionalisering: Nijmeegse docenten gekwalificeerd
Overgenomen bericht uit het Nederlands Tandartsenblad, (Evert Berkel)
Nijmeegse docenten gekwalificeerd
Zeven docenten van de vakgroepen Orale Functieleer en Preventieve en Curatieve Tandheelkunde
van de Opleiding Tandheelkunde van het UMC St Radboud in Nijmegen ontvingen onlangs een certificaat
voor het behalen van een ‘specifieke onderwijskwalificatie’.
Dit als onderdeel van het kwaliteitsproject Docentprofessionalisering, waarin de Opleiding Tandheelkunde
zeer actief participeert. De Radboud Universiteit
Nijmegen is een van de Nederlandse Universiteiten die
een convenant ten aanzien van de docentprofessionalisering
heeft ondertekend. Binnen het kwaliteitsproject kunnen
docenten na het volgen van een specifiek en deels
individueel leertraject vier
onderwijskwalificaties behalen: de Startkwalificatie, de
Basiskwalificatie, de Uitgebreide Kwalificatie en de Volledige
Kwalificatie. In Nijmegen behaald Jorinde Barèl de
startkwalificatie, Aukje Bouwman, Anneloes Gerritsen,
Wietske Fokkinga, dr. Bas Loomans en dr. Willem Fennis
behaalden de Basiskwalificatie en een Uitgebreide Kwalificatie
was er voor dr. Wil van der Sanden.
Op foto van links naar rechts: Achterste rij: Anneloes Gerritsen, Aukje Bouwman, dr. Wietske Fokkinga, prof. dr. John
Jansen (Hoofd Afdeling Tandheelkunde), Jorinde Barèl en prof. dr. Nico Creugers (Opleidingsdirecteur Tandheelkunde).
Op de voorste rij dr. Wil van der Sanden, dr. Willem Fennis en dr. Bas Loomans.

In memoriam Professor Dr. H. Boersma
Donderdag 11 december is Professor Dr. H. Boersma overleden.
Herman Boersma, was emeritus hoogleraar Orthodontie
aan het UMC St Radboud te Nijmegen.
Van 1949 tot 1955 studeerde hij in Groningen tandheelkunde.
Na zijn afstuderen was hij werkzaam op de afdeling
Dento-maxillaire Orthopaedie te Groningen in achtereenvolgens
de functies van assistent, hoofdassistent, instructeur
en hoofdinstructeur. In oktober 1959 werd hij ingeschreven
in het register van specialisten in de dentomaxillaire
orthopaedie en is hij orthodontist. Veel later, in
1996, zal hij terugblikkend op de keuze voor de orthodontie
zeggen: vroeger dacht ik dat een student zichzelf tekort
deed als hij geen orthodontie in zijn pakket koos. Dat denk
ik nu niet meer. Je moet bepaalde kronkels in je hersenen
hebben om met de inherente onzekerheden in dit vak om
te gaan.
Op 1 oktober 1962 start Dr.Boersma op verzoek van de
juist aangestelde hoogleraar orthodontie Frans van der
Linden als chef de clinique bij de afdeling orthodontie aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Hij
zou hier blijven tot aan zijn emeritaat op 1 juli 1995. Tijd om terug te treden? Niet voor Herman. Het
was juist de tijd dat de afdeling Orthodontie in Nijmegen een groot gebrek had aan gekwalificeerde
orthodontist stafleden. Het was ook juist de tijd dat de nieuwe hoogleraar Anne Marie Kuijpers-
Jagtman aantrad. Even trouw aan haar als eerder aan Frans van der Linden, liet hij zich met weinig
moeite overhalen parttime te blijven ten behoeve van de klinische begeleiding van specialisten in opleiding.
Dit heeft hij met onverminderde inzet gedaan tot 2001. Na een academische carrière van 39
jaar, verliet Herman in dat jaar de afdeling Orthodontie. Ongekend, ja zelfs een record, is het aantal
van 83 orthodontisten bij wier opleiding hij betrokken is geweest. De Nederlandse Vereniging voor
Orthodontische Studie kende hem volkomen verdiend de prestigieuze Van Loon Prijs toe voor zijn
verdiensten voor het vakgebied gedurende zijn lange carriere.
Professor Boersma schreef een boek dat later een standaardwerk zou blijken: Eenvoudige orthodontische
therapie. Een boek dat sinds de verschijning in 1971 talloze studenten en clinici de mogelijkheden
en onmogelijkheden van uitneembare orthodontische apparatuur heeft bijgebracht. Over de titel
van het boek had hij achteraf nog wel eens zijn bedenkingen: na grondig doornemen van het boek en
de minutieuze beschrijvingen van de diverse orthodontische apparaten, wist de lezer het ook: orthodontische
therapie is niet eenvoudig!
Een overzicht van het werkzame leven van Herman Boersma is niet compleet zonder stil te staan bij
de behandeling van zijn patiënten. Daar had hij echt plezier in en hij werd door hen op handen gedragen.Hoe
treffend wordt door hen de orthodontist beschreven, die in eerste instantie interesse had in
de mens tegenover hem in de stoel en zich pas in tweede instantie leek te bekommeren om het gebit.
Die wist, en dat is anno 2008 nog steeds een wijze les, dat orthodontische apparaten slechts hulpmiddelen
zijn en niet het hoofddoel. Van Herman is de plastische beschrijving van een activator behandeling:
“met de juiste begeleiding heeft een tennisbal in de mond hetzelfde effect”.
Ook na zijn afscheid in 2001 bleef hij de afdeling met belangstelling volgen. Zijn kunde, zijn stabiliteit
en zijn trouw aan zijn uitgangspunten waren onmisbaar voor het functioneren van de afdeling Orthodontie.
Professor Herman Boersma zal voor altijd met de geschiedenis van de Afdeling Orthodontie in
Nijmegen verbonden blijven.
Anne Marie Kuijpers-Jagtman en Rene Noverraz

Dimitris Nikolodakis verdedigt zijn proefschrift getiteld: Oral implants: The effect of biological
factors on bone healing
In zijn thesis werd het effect van Platelet-Rich Plasma (PRP) op de botreactie rond tandheelkundige implantaten
onderzocht. Alle bevindingen werden bevestigd door histologische
en –morfometrische parameters. Histomorfometrie werd gebruikt omdat het
een betrouwbare en veelvuldig gebruikte methode is om kwantitatieve informatie
te krijgen omtrent het bot-implant grensvlak.
De veronderstelling was dat groeifactoren,
zoals aanwezig in PRP, de botaanhechting aan
het implantaat-oppervlak kunnen verbeteren.
Toediening van PRP leidde echter niet tot significant
verhoogde botregeneratie rond tandheelkundige
implantaten in de initiele fase na plaatsing.
Naast PRP werd in deze thesis TGF-β1
onderzocht, een groeifactor aanwezig in PRP
met veronderstelde osteogene capaciteit. Een
individuele dosis TGF-β1 bleek niet in staat botgenezing te bevorderen.
Dit zou kunnen liggen aan de mogelijkheid dat botregeneratie afhankelijk
is van een vertraagd release patroon. Dierexperimentele studies omtrent
dit onderwerp zijn noodzakelijk om dit te kunnen onderzoeken. De onderzoeken
beschreven in deze thesis en uitgevoerd onder experimentele
condities geven geen aanleiding om het gebruik van PRP en TGF-β aan
te bevelen in de dagelijkse praktijk.
Tandarts Gnathologen opleiding start met nieuwe lichting oktober 2009
Na de start van de opleiding in oktober 2008 met vijf tandarts-gnathologen i.o., komen per 1 oktober
2009 twee plaatsen beschikbaar bij de klinische opleiding Diagnostiek en Therapie van Temporomandibulaire
Dysfuncties (TMD) en Orofaciale Pijn (OFP).
Deze opleiding is erkend door de NVGPT en kan worden gezien als erkenningseis om de status van
Tandarts-Gnatholoog ‘NVGPT’ te verwerven.
U leert patiënten met Temporomandibulaire Dysfuncties (TMD) en Orofaciale Pijn (OFP)
interdisciplinair te diagnosticeren en te behandelen. De zorg vindt plaats binnen het Centrum voor
Bijzondere Tandheelkunde, hetgeen garant staat voor de samenwerking met verschillende disciplines.
Bovendien vinden stages plaats binnen de Faculteit der Medische Wetenschappen/Geneeskunde.
Tevens wordt u in de gelegenheid gesteld restauratieve zorg in de vorm van occlusie opbouw uit te
voeren.
De opleiding wordt afgesloten met het schrijven van een artikel.
U bent tandarts met minimaal enige praktijkervaring en u hebt interesse in de praktische én de wetenschappelijke
kant van het vakgebied.
U betaalt een bijdrage van € 6500,- per jaar.
Uw sollicitatie dient voor 15 april 2009 bij ons binnen te zijn.
Voor informatie over de opleiding en aanmelding kunt u zich wenden tot:
UMC St Radboud
Afdeling Orale Functieleer
Gnathologie
Postbus 9101
6500 HB NIJMEGEN
Tel: 024-3614004
E-mail: m.steenks@dent.umcn.nl
Stand van zaken nieuwbouw Tandheelkunde 2013
In augustus 2013 zal de afdeling Tandheelkunde in een nieuw gebouw gehuisvest worden. Momenteel
wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van deze nieuwbouw. Het is echter al wel bekend dat
dit gebouw aan de Kapittelweg komt te staan, ter hoogte van de huidige Huisartsenpost.

De productgroep V&I (Bedrijf Huisvesting) heeft de leiding over het project. In overleg met Tandheelkunde
hebben zij eind vorig jaar een Nota van Uitgangspunten opgesteld die binnenkort zal worden
aangeboden aan de Raad van Bestuur van het UMC.
Begin januari is er een Informatiebijeenkomst geweest voor alle medewerkers, waarbij ook de architecten
aanwezig waren. Er is uitleg gegeven over de plannen en de diverse stappen, welke de komende
tijd genomen moeten worden.
Één van de eerste zaken is dat er een Programma van Eisen opgesteld moet worden. Hiervoor zijn
Visiegroepen samengesteld die de uitgangspunten van de diverse vlekken en hun onderlinge relaties
verder gaan uitwerken. Er wordt van heel grof, naar fijn gewerkt.
In de toekomst zullen er opnieuw informatiebijeenkomsten worden georganiseerd om iedereen van de
ontwikkelingen op de hoogte te houden.
Het is bedoeling om alle huidige bewoners van het gebouw Tandheelkunde nauw bij de ontwikkeling
van onze nieuwbouw te blijven betrekken. Er zal dan ook tegenover de liften op de begane grond aan
de voorzijde van het gebouw een presentatie van de plannen worden opgehangen. Een ieder wordt
uitgenodigd om een idee, aandachtspunt, wens, etc. in de ideeënbus te deponeren, die er naast
hangt. Uiteraard hopen we dat ook patiënten en afgestudeerden ons van goede ideeën willen voorzien.
Suggesties en commentaar kan ook per e-mail gestuurd. Daarvoor is een digitale brievenbus geopend:
DentNieuwbouw@dent.umcn.nl
Prof. dr. J.A. Jansen Afdelingshoofd Tandheelkunde
Reünistenvereniging - Vriend van de Radboud
Per 1 januari 2010 verdwijnt de overkoepelende reünistenvereniging van de Universiteit. Daarvoor in
de plaats komt een organisatie die de naam draagt: “Vrienden van de Radboud”.
In het maart nummer van het Radboud Magazine dat u binnenkort ontvangt wordt deze wijziging aangekondigd
en aan u gevraagd of u in wilt stemmen met deze wijziging.
De Leden van de Reünistenvereniging Tandheelkunde hoeven echter niets te ondernemen. Omdat wij
binnen de universiteit als studierichting een eigen vereniging hebben blijft bij Tandheelkunde alles bij
het oude. De mededelingen in het Radboud Magazine hoeft u dus alleen ter kennisgeving aan te nemen.
U hoeft zich niet aan te melden als “Vriend van de Radboud”. Als lid van de Tandheelkundige
Reünistenvereniging bent u dat automatisch.
Jan Kroeze, voorzitter Reünistenvereniging Tandheelkunde

Alumni updatedag: “nazorg” voor mondzorgkundigen, 15 mei 2009
Heeft u Mondzorgkunde of, zoals het vroeger heette: ‘Mondhygiëne’, in Nijmegen gestudeerd? Dan
nodigen we u van harte uit voor de alumnidag op vrijdag 15 mei 2009 , 10.00 uur in ons gebouw aan
de Philips van Leydenlaan 25 te Nijmegen. Ontmoet uw medestudenten van toen en beleef samen
met vakgenoten een gezellige en informatieve dag!
Ziet het onderwijs er nog zo uit als toen u student was of is er veel veranderd? Wat houdt het nieuwe
leren in? Wat voor gevolgen heeft de wetswijziging van 2006 gehad voor het Mondzorgkunde onderwijs?
Op deze en andere vragen krijgt u deze dag antwoord. U kunt zelf rondkijken in het gebouw en
krijgt een lekkere lunch.
In de middag staan Dr. Ralph Voorsmit en Dagmar Else Slot MSc. op het programma. Voorsmit was
kaakchirurg aan het UMCN en oud hoofddocent aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Van zijn hand
verschenen veel publicaties in (inter-)nationale tijdschriften en boeken. Else Slot is mondhygiënist in
een algemene praktijk en heeft haar Masterdiploma aan de Universiteit van Amsterdam behaald. Zij
heeft gedoceerd aan de opleidingen Mondzorgkunde in Utrecht en Amsterdam. Sinds maart 2007 is
Else Slot werkzaam bij de vakgroep Parodontologie van het ACTA als toegevoegd onderzoeker.
Daarnaast is zij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten met de portefeuille
Onderwijs, Scholing en Wetenschap.
Noteer vrijdag 15 mei 2009 vast in uw agenda en stel zoveel mogelijk van uw studiegenoten op de
hoogte van deze dag!
Aanmelden: p.koole@denthy.umcn.nl
Kosten: € 55,-
Wij houden u op de hoogte!
Opleiding Mondzorgkunde Nijmegen
Patiëntsimulatieproject
Verslag en oproep voor de 2 e ronde
In 2008 is de patiëntsimulatie faciliteit toegevoegd aan het Alumni-contract Tandheelkunde Nijmegen
Een aantal collegae alumni hebben gedurende een aantal weken een complete patiëntsimulator (pop,
kaken en wangen) in hun eigen praktijkomgeving met hun tandheelkundig
team kunnen gebruiken.
De fantoompoppen hebben inmiddels de eerste ronde onder belangstellenden
afgelegd.
Wanneer u inmiddels ook geïnteresseerd bent om in uw praktijk
ook een paar weken de patiëntsimulator te gaan gebruiken, neem
dan contact op met het PAOT-bureau: paot@dent.umcn.nl of meldt
dat tijdens een van de komende updatedagen in april.
Het nieuwe roulatie schema wordt komende maand opgesteld.
Het gebruik van de patiëntsimulator is gratis, wel dient u zelf in het
bezit te zijn of te komen (bijvoorbeeld via het PAOT-bureau) van
een set Kavo-kaken met elementen (± € 220,--)
Terugblik updatedagen najaar 2008
Interactieve presentatie gebitsslijtage, hoe stemt de algemeen practicus
Tijdens de Alumni presentaties van afgelopen najaar was in het onderdeel gebitsslijtage een interactief
element aanwezig; u mocht met stemkaarten aangeven of u zou willen ingrijpen (groen) of de situatie
laten zoals het is, eventueel ondersteund met adviezen (rood).
Van het moment van opsteken van de stemkaarten zijn foto’s gemaakt om te zien of de verschillende
jaargroepen anders zouden oordelen over de verschillende cases.

Casus 1: een 24 jarige student met een iets diepere beet, vooral slijtage palatinaal van het bovenfront
en incisaal op het onderfront. Hij zegt zich bewust te zijn van het knarsen ’s nachts, en heeft enige tijd
geleden een spalk gekregen. De meerderheid van u gaf aan niet in te willen grijpen; alleen de groep
van 21-11-2008 was 50%-50% verdeeld.
De tweede casus betrof een jonge dame van 25 jaar, co-assistent, eet veel fruit en knarst ‘s nachts. Er
was van het bovenfront een stukje afgebroken; de incisale randen waren erg dun geworden. Een grote
meerderheid (75-90%) gaf aan te willen ingrijpen.
In de derde casus (man, 38 jaar, klemt, heeft slijtage incisaal op onderfront en palatinaal in het bovenfront)
was er een interessante verschuiving te zien; van de jaargroepen aanwezig op 14-11-2008
(oudste groep) stemt 75% voor ingrijpen, terwijl van de groepen die op 21-11-2008 aanwezig waren
nog maar 66% voor ingrijpen is en de groep aanwezig op de laatste dag (jongste groep) slechts 50%
voor ingrijpen is.
In de vierde casus (sterke overbeet; onderfront-elementen zodanig ingesleten dat de afdrukken van
bovenelementen in de onderelementen stonden) was de mening tamelijk unaniem: uiteindelijk vond
90% van alle aanwezigen dat ingrijpen noodzakelijk is.
Casus vijf (man 65 jaar, historie van spanning, gemutileerd en veel slijtage) leverde uiteindelijk de
meeste verschillen op: hierbij varieerde het besluit tot ingrijpen van 40% tot 80%. De verdeling van
deze percentages lijkt te correleren met de leeftijd van de groepen.
Dit experiment was gebaseerd op het vermoeden dat tandartsen met meer ervaring (eerder afgestudeerd)
eerder een afwachtende houding zouden aannemen waar het gaat om behandelen van slijtage.
Onder de tandartsen die de Alumni-dagen bezochten hebben wij dit niet kunnen waarnemen.
Bij patiënten die op jongere leeftijd tekenen van slijtage vertonen is er meer verschil van mening over
wel of niet ingrijpen dan bij oudere patiënten (met eventueel verder gevorderde stadia van slijtage).
Het irreversibele karakter van zowel attritie, abrasie als erosieve slijtage maakt een tijdige diagnose
erg belangrijk. Het bewust worden van mogelijke etiologische factoren is minstens zo belangrijk als
een (technisch) correcte aanpak in de restauratieve sfeer.
Arie van ‘t Spijker
Afgestudeerd op 27 februari
In de aula van de Radboud Universiteit ontvingen 7 nieuwe collegae op vrijdag 27 februari de
tandartsenbul
Mevrouw LJ van Hunsel
Mevrouw EM Janssen
De heer E Kopic
De heer IAAM Kruijssen
De heer RFS Schreurs
Mevrouw RC Verhulst
Mevrouw MMTW Weijers
Vierlingsbeek
Nijmegen
Teslic
Roermond
Gouda
Al Jubail
Doetinchem

PAOT – Cursussen en activiteiten
Voor een aantal PAO-T cursussen in het voorjaar 2009 zijn nog enkele plaatsen beschikbaar.
Informatie en inschrijving via www.paotumcn.nl
Het betreffen de cursussen:
Indicatie en diagnostiek van panoramaopnamen:Theoretische middag cursus, 20 maart 2009
Kind en caries 1: Eendaagse theoretische cursus, 3 april 2009
Kroon- en brugwerk met composiet en vezelversterking: Eendaagse praktische cursus, 17 april
2009
De frameprothese, een update: Eendaagse theoretische cursus, 15 mei
Voorts uw speciale aandacht voor het “ED09”: The international Conference on the multidisciplinary
Management of Ectodermal Dysplasia and severe Hypodontia
Publicaties medewerkers januari – maart
Roeters, FJM, LCCde Jong, NJM Opdam
Overstap naar een nieuwe composiet met geringe krimp nu nog onverstandig
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2009; 116:10-22
De Visschere, LMJ, GJ van der Putten, C de Baat, JMCA Schols, JNO Van obbergen
De Richtlijn Mondzorg voor ouderen in zorginstellingen
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2009; 116:23-28
Baat, C de, L. Feenstra, AMWT van den Broek
Behandeling van halitose
Het Tandheelkundig Jaar 2009, blz 47-54
Smit, SHBJM, DG Kuiper-Geertsema, C de Baat
Mondzorg bij reumatoide artritis
Het Tandheelkundig Jaar 2009, blz 88-98
Niesten, DJM, JEFM Frencken
De Atraumatic Restorative Treatment (ART-)aanpak mogelijkheden voor zorgbehoevende ouderen
Het Tandheelkundig Jaar 2009, blz 166-176
Farag A, Frencken JE
Acceptance and discomfort from Atraumatic Restorative Treatment in secondary school students in
Egypt.
Medical Principles and Practice 2009; 17: 26-30
Kikwilu EN, Frencken JE, Mulder J, Masalu JR
Barriers to restorative care as perceived by dental patients attending government hospitals in Tanzania.
Community Dentistry Oral Epidemiology 2009; 37: 35-44
Bodde, EWH
Calcium phosphate based bone substitutes. Effect of material and biological factors.
Proefschrift Nijmegen, 2009
Nikolidakis, D
Oral implants: The effect of biological factors of bone healing.
Proefschrift Nijmegen, 2009

van Heumen CCM, Kreulen CM, Creugers NHJ.
Clinical studies of fiber-reinforced resin-bonded fixed partial dentures: a systematic review.
European Journal of Oral Sciences 2009; 117: 1–6
Agenda 2009
Vrijdag 3 april
Alumni Updatedag studiejaren 1961 t/m 1980
Dinsdag 7 april
Updatedag PAO-T contractanten
Dinsdag 7 april
Klinische avond: “mondige monden” Wolter Brands
Plaats: AULA MAJOR Comeniuslaan 2, Nijmegen
Tijd: 19.30 uur
Vrijdag 17 april
Alumni Updatedag studiejaren 1981 t/m 1990
Vrijdag 24 april
Tandartsdiploma uitreiking
Plaats: AULA MAJOR Comeniuslaan 2, Nijmegen
Tijd: 18.00 uur
Vrijdag 24 april
Alumni Updatedag studiejaren 1991 t/m 2008
Donderdag 14 mei
Bachelor – Doctoraal diploma uitreiking
Plaats: Aula of Auditorium
Tijd: 18.00 uur
Vrijdag 15 mei
Alumnidag Mondzorgkunde Nijmegen
Vrijdag 3 juli
Tandartsdiploma uitreiking
Plaats: Aula
Tijd: 18.00 uur
Vrijdag 2 oktober
UMCN Radboud Masterclasses
Vrijdag 13 november
Alumni Updatedag studiejaren 1961 t/m 1980
Dinsdag 17 november
Updatedag PAO-T contractanten
Vrijdag 20 november
Alumni Updatedag studiejaren 1981 t/m 1990

Vrijdag 27 november
Alumni Updatedag studiejaren 1991 t/m 2009
2010
Vrijdag 2 april
Alumni Updatedag studiejaren 1961 t/m 1980
Dinsdag 6 april
Updatedag PAO-T contractanten
Vrijdag 16 april
Alumni Updatedag studiejaren 1981 t/m 1990
Vrijdag 23 april
Alumni Updatedag studiejaren 1991 t/m 2010
Vrijdag 12 november
Alumni Updatedag studiejaren 1961 t/m 1980
Vrijdag 19 november
Alumni Updatedag studiejaren 1981 t/m 1990
Dinsdag 23 november
Updatedag PAO-T contractanten
Vrijdag 26 november
Alumni Updatedag studiejaren 1991 t/m 2010