25.10.2014 Views

Toepassing van beleidsregels bij planologische kruimelgevallen

Toepassing van beleidsregels bij planologische kruimelgevallen

Toepassing van beleidsregels bij planologische kruimelgevallen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wabo-nieuws<br />

10 juli 2013<br />

<strong>Toepassing</strong> <strong>van</strong> <strong>beleidsregels</strong> <strong>bij</strong> ‘<strong>planologische</strong>’ <strong>kruimelgevallen</strong><br />

Met deze nieuwsbrief maken wij u attent op een uitspraak <strong>van</strong> de Afdeling bestuursrechtspraak <strong>van</strong> de<br />

Raad <strong>van</strong> State (hierna: ‘de Afdeling’) <strong>van</strong> 26 juni 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:58). In deze uitspraak<br />

komt de toepassing <strong>van</strong> <strong>beleidsregels</strong> <strong>bij</strong> <strong>planologische</strong> ‘<strong>kruimelgevallen</strong>’ aan de orde.<br />

Essentie<br />

Twee overwegingen zijn <strong>van</strong> belang:<br />

1. Een hardheidsclausule, die is vastgelegd in een beleidsregel, is bedoeld voor gevallen die niet<br />

voorzienbaar waren ten tijde <strong>van</strong> het vaststellen <strong>van</strong> de beleidsregel. De hardheidsclausule en<br />

artikel 4:84 <strong>van</strong> de Algemene wet bestuursrecht zijn <strong>van</strong> gelijke strekking.<br />

2. Wanneer een aanvraag om omgevingsvergunning niet past binnen de <strong>beleidsregels</strong> die<br />

gelden voor <strong>planologische</strong> ‘<strong>kruimelgevallen</strong>’ is het college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders<br />

(hierna: ‘het college’) niet bevoegd een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12,<br />

eerste lid, onderdeel a, onder 3, <strong>van</strong> de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna:<br />

‘Wabo’) te verlenen.<br />

Nader bekeken<br />

Het college heeft geweigerd om met toepassing <strong>van</strong> artikel 2.12, eerste lid , aanhef en onderdeel a,<br />

onder 2, <strong>van</strong> de Wabo, gelezen in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 1, onder a, <strong>van</strong> het<br />

Bor een omgevingsvergunning te verlenen. Aan dit besluit lag ten grondslag dat het bouwplan niet in<br />

overeenstemming was met de notitie ‘Beleidsregels voor buitenplanse afwijkingen <strong>van</strong> het<br />

bestemmingsplan’. Appellant betoogt dat het college de aanvraag ten onrechte niet aan artikel 2.12,<br />

eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 3, <strong>van</strong> de Wabo heeft getoetst.<br />

De Afdeling verwijst naar jurisprudentie, tot stand gekomen onder vigeur <strong>van</strong> de (oude) Wet op de<br />

Ruimtelijke Ordening (rechtsoverweging 3.2):<br />

‘(…) Voorts heeft de rechtbank terecht geen grond gezien voor het oordeel, dat het college <strong>bij</strong> de<br />

beoordeling <strong>van</strong> de aanvraag ten onrechte niet aan artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3º, <strong>van</strong>


de Wabo heeft getoetst. Daartoe heeft de rechtbank terecht, onder verwijzing naar de onder de<br />

werking <strong>van</strong> artikel 19 <strong>van</strong> de Wet op de Ruimtelijke Ordening ontwikkelde jurisprudentie <strong>van</strong> de<br />

Afdeling (onder meer de uitspraak <strong>van</strong> 20 oktober 2010 in zaak nr. 201002471/1/H1), overwogen dat<br />

het college niet bevoegd was toepassing te geven aan artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3°,<br />

nu het bouwplan binnen de reikwijdte <strong>van</strong> artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2º,<br />

valt, maar daarvoor, gelet op het terzake gevoerde beleid, geen omgevingsvergunning kon worden<br />

verleend.<br />

Het ontbreken <strong>van</strong> het woord "behoudens", zoals wel is opgenomen in artikel 19, eerste lid, <strong>van</strong> de<br />

Wet op de Ruimtelijke Ordening, doet aan het voorgaande, anders dan [appellant] stelt, niet af. Met de<br />

onder 2° neergelegde bevoegdheid is een eigen regeling met een eigen procedure getroffen voor de<br />

in artikel 4 <strong>van</strong> <strong>bij</strong>lage II <strong>van</strong> het Bor vermelde gevallen. Voor de toepassing <strong>van</strong> deze bevoegdheid<br />

kan het college <strong>beleidsregels</strong> vaststellen. Indien alsnog moet getoetst aan artikel 2.12, eerste lid,<br />

onderdeel a, onder 3°, in het geval geen toepassing kan worden gegeven aan de bevoegdheid<br />

neergelegd onder 2° wegens strijd met de <strong>beleidsregels</strong>, zouden deze <strong>beleidsregels</strong> illusoir worden.<br />

De in artikel 2.10, tweede lid, <strong>van</strong> de Wabo vermelde bewoordingen dat slechts vergunning wordt<br />

geweigerd indien afwijking <strong>van</strong> het bestemmingsplan met toepassing <strong>van</strong> artikel 2.12 <strong>van</strong> de Wabo<br />

niet mogelijk is, leiden, anders dan [appellant] stelt, evenmin tot een ander oordeel. Uit die bepaling<br />

volgt, gelet op de geschiedenis <strong>van</strong> totstandkoming er<strong>van</strong> (Kamerstukken II 2008/09, 31953, nr. 3, blz.<br />

46), slechts dat een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in<br />

artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, <strong>van</strong> de Wabo, die in strijd is met het bestemmingsplan, <strong>van</strong><br />

rechtswege moet worden opgevat als een aanvraag om <strong>van</strong> het bestemmingsplan af te wijken. Hieruit<br />

volgt niet dat alle in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, <strong>van</strong> de Wabo opgenomen<br />

beoordelingscriteria op een dergelijke aanvraag <strong>van</strong> toepassing kunnen zijn.’<br />

Wanneer de <strong>kruimelgevallen</strong>regeling geen mogelijkheden biedt, is de enige manier om desgewenst<br />

toch medewerking te kunnen verlenen aan de omgevingsvergunning het intrekken of wijzigen <strong>van</strong> de<br />

<strong>beleidsregels</strong>.<br />

Voor vragen en/of opmerkingen naar aanleiding <strong>van</strong> deze nieuwsbrief kunt u zich wenden tot:<br />

Mieke Alberts<br />

m.alberts@hekkelman.nl<br />

024 - 38 28 380


Disclaimer<br />

De informatie in deze nieuwsbrief is bedoeld ter voorlichting <strong>van</strong> cliënten en andere relaties en kan niet worden gebruikt als advies in<br />

individuele situaties. In die gevallen kan <strong>van</strong>zelfsprekend een op de specifieke situatie toegesneden advies worden gegeven.<br />

Hoewel deze nieuwsbrief met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, aanvaardt Hekkelman Advocaten N.V. geen<br />

enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of andere onjuistheden (of de gevolgen daar<strong>van</strong>).<br />

© Hekkelman Advocaten N.V.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!