NVIC Jaaroverzicht 2011 - UMC Utrecht
NVIC Jaaroverzicht 2011 - UMC Utrecht
NVIC Jaaroverzicht 2011 - UMC Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2 Ongevallen en calamiteiten met<br />
toxische stoffen<br />
Het <strong>NVIC</strong> werd in <strong>2011</strong> geraadpleegd over bijna vierhonderd vergiftigingsgevallen waarbij meer dan<br />
één persoon of dier tegelijkertijd was blootgesteld aan een toxische stof. In de meeste gevallen ging<br />
het niet om grote calamiteiten, maar om incidenten waarbij bijvoorbeeld een aantal personen samen<br />
drugs hadden gebruikt, kinderen samen van medicijnen hadden gesnoept of een groep dieren zich aan<br />
hetzelfde product te goed had gedaan. Er wordt doorgaans gesproken van een calamiteit wanneer één<br />
of meerdere individuen zijn blootgesteld aan een giftige stof, én er kans bestaat op verspreiding van<br />
die giftige stof, leidend tot mogelijk gevaar voor andere individuen in de omgeving en/of het milieu.<br />
Calamiteiten ontstaan relatief vaak op de werkvloer, of tijdens transport en opslag van giftige stoffen.<br />
2.1 De rol van het <strong>NVIC</strong> bij calamiteiten<br />
Bij een melding over een vergiftigingsgeval waarbij sprake lijkt te zijn van een calamiteit, worden<br />
door de informatiespecialist van het <strong>NVIC</strong> de details van het incident grondig uitgevraagd. De zo<br />
verkregen informatie dient om een zo volledig mogelijk beeld van de aard en de omstandigheden van<br />
de calamiteit te krijgen, om de omvang van de calamiteit in te kunnen schatten en om vast te stellen<br />
of opschaling in de calamiteitenorganisatie noodzakelijk is. Vervolgens wordt de dienstdoende<br />
achterwacht van het <strong>NVIC</strong> door de informatiespecialist op de hoogte gebracht. De achterwacht heeft<br />
bij calamiteiten een coördinerende rol binnen het <strong>NVIC</strong>. Hij/zij is onder andere eindverantwoordelijk<br />
voor de medische inhoud van de door het <strong>NVIC</strong> opgestelde adviezen en voor de externe contacten<br />
met bijvoorbeeld ziekenhuizen, ministeries en andere hulpverleningsorganisaties. Wanneer het <strong>NVIC</strong><br />
de eerste organisatie is waar de betreffende calamiteit gemeld wordt, draagt de achterwacht zorg voor<br />
het informeren van de coördinator van de Milieu Ongevallen Dienst (MOD) van het RIVM. Via deze<br />
coördinator kunnen tevens de dienstdoende ambtenaar van het ministerie van Infrastructuur en Milieu<br />
(IenM) en de afdeling Crisisbeheer van de Directie Publieke Gezondheid (PG) van het ministerie van<br />
VWS worden geïnformeerd. Vervolgens kunnen, indien<br />
noodzakelijk, verschillende door het ministerie van IenM<br />
georganiseerde ongevalsorganisaties voor chemische<br />
incidenten gealarmeerd en geactiveerd worden. Zo zijn er het<br />
Beleidsondersteunend Team milieu-incidenten (BOT-mi), dat<br />
de regie voert bij chemische incidenten, de Eenheid Planning<br />
en Advies drinkwater (EPAd), die een rol speelt bij incidenten<br />
waarbij de kwaliteit van het drinkwater wordt bedreigd, en de<br />
Eenheid Planning en Advies nucleair (EPAn), die bij<br />
incidenten met ioniserende straling actief wordt. Het <strong>NVIC</strong><br />
neemt als klinisch-toxicologisch expert deel aan deze<br />
Acute vergiftigingen bij mens en dier – <strong>Jaaroverzicht</strong> <strong>2011</strong> 19